OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG STANDAARDPROCEDURE REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG STANDAARDPROCEDURE REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN"

Transcriptie

1 OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG STANDAARDPROCEDURE REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

2 / rapport ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG Standaardprocedure Regeling voor gebruik van bodemmaterialen /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

3 DOCUMENTBESCHRIJVING Titel van publicatie: Standaardprocedure voor de opmaak van een technisch verslag Wettelijk Depot nummer: - Verantwoordelijke Uitgever: OVAM Trefwoorden: Bodemmaterialen, standaardprocedure, technisch verslag, grondverzet, uitgegraven bodem, bagger- en ruimingsspecie, bentonietslib, erkende bodemsaneringsdeskundige, onderzoeksstrategie, zoneringsplan, opmetingstabel, massabalans Samenvatting: Deze standaardprocedure bevat de richtlijnen die de erkende bodemsaneringsdeskundige hanteert voor de opmaak van het technisch verslag. Het technisch verslag heeft als doel de milieuhygiënische kwaliteit van de bodemmaterialen te bepalen. Aantal bladzijden: 50 Aantal tabellen en figuren: 4 / 2 Datum publicatie: 2018 Begeleidingsgroep en/of auteur: OVAM, Grondbank vzw, Grondwijzer vzw, VITO Andere titels over dit onderwerp: / Prijs: / Contactpersonen: Dirk Dedecker U hebt het recht deze brochure te downloaden, te printen en digitaal te verspreiden. U hebt niet het recht deze aan te passen of voor commerciële doeleinden te gebruiken. De meeste OVAM-publicaties kunt u raadplegen en/of downloaden op de OVAM-website: pagina 3 of 51

4 INHOUD 1 Doelstelling Voorstudie Administratief onderzoek Historisch onderzoek Algemeen Uitgegraven / uit te graven bodem, bentonietslib en grondbrij Bagger- en ruimingsspecie Beknopte beschrijving grondwerken en volumeschatting Conceptueel sitemodel 12 3 Onderzoeksstrategie Bouwprojecten, lijntrajecten Boringen en de spreiding van de boringen Aantal te analyseren mengstalen Samenstelling van mengstaal Waterbodem Algemene richtlijnen en voorbereiding Staalnamestrategie voor onbevaarbare waterlopen Staalnamestrategie voor bevaarbare waterlopen Afperkend bodemonderzoek Afperkend onderzoek bij landbodems Afperkend bodemonderzoek bij waterbodems Grootschalige projecten Opgeslagen hopen bodemmaterialen Partijen van gekende herkomst en met homogene samenstelling Samengestelde partijen van verschillende herkomst of heterogene samenstelling Laguneringsvelden Afkomstig van bevaarbare waterlopen Afkomstig van onbevaarbare waterlopen Ruimingsspecie afkomstig van één project of samenvoeging van partijen uit verschillende projecten Tijdelijke oeverdeponie voor ontwatering van bagger- en ruimingsspecie 30 4 Staalname en analyse Gebruik van bestaande gegevens Staalname en staalconservering Laboratorium en analysemethodes Te analyseren parameters Verdachte stoffen Analysepakket indien herkomst gekend is Analysepakket indien herkomst niet gekend is Analysepakket voor het storten van bodemmaterialen 33 pagina 4 of

5 4.5 Geldigheidsduur van de analyses Weerleggen van analyseresultaten 34 5 Verwerking van de gegevens: interpretatie en evaluatie Algemeen Wegen- en rioleringswerken Oppervlakkig grondwerk en vergraven zones Selectieve uitgraving Hiaten in de kennis Niet-genormeerde stoffen Toetsingsmethodiek bij afwijkende analyseresultaten Gebruiksvoorwaarden en uitvoeringsbepalingen Tijdelijke opslag van uitgegraven bodem Begeleiding van de uitgraving Gefaseerd onderzoek Bemaling van grondwater Bodemverbeterende middelen Specifieke bodemkenmerken Tijdelijke oeverdeponie voor ontwatering Kadastrale werkzone Afbakening van de kadastrale werkzone Gebruik van bodemmaterialen binnen de kadastrale werkzone Opmetingstabel en zoneringsplan Zoneringsplan Opmetingstabel Massabalans Delfstoffentoets Milieuhygiënische (3-delige) Code 45 6 Rapportage Voorstudie Onderzoeksstrategie Staalname en analyse Evaluatie en interpretatie Besluit Ondertekening Digitale rapportage Digitale rapportage Digitale alfanumerieke gegevens Bijlagen Staalnameverslag Analyseverslag Zoneringsplan pagina 5 of 51

6 6.8.4 Opmetingstabel Delfstoffentoets Onderzoek van de vijfmeterstrook voor tijdelijke oeverdeponie Afbakening kadastrale werkzone Toetsingskader niet-genormeerde stoffen Afbakening zone voor het gebruik ter plaatse 50 pagina 6 of

7 1 DOELSTELLING Het technisch verslag heeft als doel de milieuhygiënische kwaliteit van de bodemmaterialen te bepalen. Onder bodemmaterialen worden verstaan: uitgegraven bodem, bagger- en ruimingsspecie, grondbrij en bentonietslib. Het technisch verslag wordt opgemaakt onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige. Een erkende bodembeheerorganisatie spreekt zich uit over de conformiteit van het technisch verslag. Een erkende tussentijdse opslagplaats, een erkend grondreinigingscentrum of een erkende inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie spreekt zich uit over de conformiteit van het technisch verslag voor de bodemmaterialen door haar aanvaard. De opmaak van het technisch verslag gebeurt volgens de standaardprocedure voor de opmaak van een technisch verslag die op het tijdstip van de uitvoering van het veldwerk door de Vlaamse minister voor Leefmilieu is goedgekeurd en die op de website van de OVAM beschikbaar is. Indien aanvullingen aan de bestaande onderzoeksstrategieën nodig zijn, kan de OVAM bijkomende richtlijnen als addendum bij de standaardprocedure voor de opmaak van het technisch verslag op haar website plaatsen. Deze richtlijnen worden van toepassing op het moment van publicatie op de website. Het technisch verslag wordt opgemaakt voordat de bodemmaterialen worden gebruikt. Het technisch verslag wordt opgemaakt op basis van een voorstudie en op basis van analyseresultaten van een representatieve staalname. De voorstudie heeft als doel de verdachte zones en de verdachte stoffen te bepalen. Op basis van de gegevens van de voorstudie kan de bodemsaneringsdeskundige de onderzoeksstrategie vastleggen. Het technisch verslag heeft bijkomend als doel het potentieel van de bodemmaterialen als alternatief voor een primaire delfstof te bepalen. De delfstoffentoets identificeert bodemmaterialen (geologische afzettingen) die op andere locaties als primaire oppervlaktedelfstoffen worden ontgonnen. Het resultaat van het technisch verslag moet zijn: het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodemmaterialen en het vastleggen van de gebruiksmogelijkheden; het vastleggen van bijkomende voorwaarden of uitvoeringsbepalingen voor het uitgraven, het baggeren of het ruimen; het vastleggen van bijkomende voorwaarden of uitvoeringsbepalingen voor het gebruik van de bodemmaterialen; het opmaken van een opmetingstabel, zodat de initiatiefnemer van de werken nadien eenvoudig een bestek kan opmaken; het opmaken van een zoneringsplan dat nadien de basis kan vormen voor het opmaken van een uitvoerbaar werkplan. Voor bodemmaterialen of bodem die tijdelijk op een erkende tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem, op een erkend grondreinigingscentrum of op een erkende inrichting voor de opslag en behandeling pagina 7 of 51

8 van bagger- of ruimingsspecie opgeslagen liggen, kan van de navolgende richtlijnen afgeweken worden voor zover de richtlijn niet van toepassing gebracht kan worden op de opgeslagen bodemmaterialen (omschrijving grondwerken bij uitgraving, zoneringsplan, boorbeschrijvingen, e.d.). De methoden voor de technische uitvoering van de staalname van de bodem en de methoden voor de analyses van de genomen stalen zijn vastgelegd in het compendium voor de monsterneming en analyse (CMA). De specifieke terminologie en definities die van belang zijn voor de uitvoering van een waterbodemonderzoek zijn opgenomen in de code van goede praktijk voor onderzoek van de waterbodem en oevers. In deze code worden diverse aspecten voor het onderzoek van waterbodems verduidelijkt. Indien er zich op de plaats van de uitvoering van de grond-, bagger- en ruimingswerken ook andere materialen op of in de bodem bevinden, zullen die materialen tijdens de uitvoering van de werken, ook uitgegraven of verplaats worden. Het is noodzakelijk dat de erkende bodemsaneringsdeskundige al deze materialen identificeert en minstens aangeeft welke procedures van toepassing zijn voor de correcte verwerking van de materialen die vrijkomen tijdens de werken. Een integraal advies over alle uit te graven, te baggeren of te ruimen materialen wordt bijgevolg opgenomen in de besluitvorming van het technisch verslag, zodat de uitvoerder van de werken alle materialen kan gebruiken of verwijderen volgens de van toepassing zijnde wetgeving. De leidraad asbest licht de rol en de verantwoordelijkheid van de erkende bodemsaneringsdeskundige toe inzake het onderzoek naar en de advisering rond de asbestverdachte en asbesthoudende materialen die vrijkomen tijdens de uitvoering van grondwerken. De leidraad beschrijft de te volgen methodiek voor asbestonderzoek en is complementair aan de standaardprocedure voor de opmaak van het technisch verslag. pagina 8 of

9 2 VOORSTUDIE De voorstudie wordt onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige uitgevoerd. De erkende bodemsaneringsdeskundige kan zich hiervoor laten bijstaan door de initiatiefnemer van de werken. 2.1 ADMINISTRATIEF ONDERZOEK Het administratief onderzoek levert gegevens over de locatie vanwaar de bodemmaterialen als in-situ bodem afkomstig zijn. Volgende informatie wordt verzameld: de identificatie van de onderzochte grond/zone waar de bodemmaterialen vrijkomen of waarvan de opgeslagen bodemmaterialen afkomstig zijn (adres, lambertcoördinaten, kadastrale gegevens, ); de identiteit van de eigenaar(s) van de grond waar de bodemmaterialen vrijkomen; de identiteit van de initiatiefnemer van de werken; het bestemmingstype van de grond waaruit de bodemmaterialen vrijkomen; de ligging in een waterwingebied of beschermingszone type I, II of III. 2.2 HISTORISCH ONDERZOEK Algemeen Het historisch onderzoek heeft als doel om na te gaan of de bodemmaterialen afkomstig zijn van een verdachte of van een niet-verdachte grond. In het onderzoek wordt nagegaan welke de verdachte stoffen zijn en waar de verdachte zones voorkomen. Voor wat betreft het onderzoek naar de aanwezigheid van asbest is de Code van goede praktijk gebruik bodemmaterialen - leidraad asbest van toepassing. Het historisch onderzoek van een partij bodemmaterialen die tijdelijk op een grondreinigingscentrum, op een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem of op een inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie opgeslagen ligt, veronderstelt onderzoek naar de historiek van het terrein vanwaar het bodemmateriaal als in situ bodem afkomstig is. Indien deze historiek niet in voldoende detail kan nagegaan worden, wordt de opgeslagen partij beschouwd als een partij van ongekende herkomst. Volgende informatiebronnen kunnen algemeen geraadpleegd worden (niet limitatief): code van goede praktijk - inventaris verdachte stoffen (OVAM, november 2002); geologische kaarten; bodemkaarten; luchtfoto s pagina 9 of 51

10 De geologische opbouw geeft indicaties voor de aanwezigheid van een natuurlijke aanrijking en verhoogde concentraties aan bepaalde verontreinigende stoffen. Verstoorde/geroerde bodemlagen hebben een verhoogd risico voor de aanwezigheid van verontreinigende stoffen Uitgegraven / uit te graven bodem, bentonietslib en grondbrij Verdachte zones en verdachte stoffen kunnen op basis van volgende gegevens gevonden worden: historiek van het terrein en van de nabije omgeving; huidige en voormalige VLAREBO-activiteiten; huidige en voormalige VLAREM-activiteiten; organoleptische waarnemingen; milieuvergunningen; gemeentelijke inventaris; calamiteiten; verkennende, oriënterende of beschrijvende bodemonderzoeken en bodemsaneringsprojecten; resultaten uit voorgaande technische verslagen. Afhankelijk van de afstand van de uit te graven zone ten opzichte van een verontreinigingsbron kan men de volgende algemene richtlijn gebruiken waarbij de mogelijkheid tot het voorkomen van bodemverontreiniging in grote mate stijgt: bij vaste stoffen: op minder dan 5 m van de grondwerken; bij vloeistoffen: op minder dan 10 m van de grondwerken; bij luchtdepositie: afhankelijk van de emissiebron; afhankelijk van de ligging in Vlaanderen; afhankelijk van de te verwachten parameter; afhankelijk van gegevens uit bodemonderzoeken in de onmiddellijke omgeving. Van bestaande bodemonderzoeken worden de relevante gegevens in het technisch verslag overgenomen. De van toepassing zijnde plannen met de ligging van de staalnamepunten, de boorprofielen en de analyseresultaten worden in het technisch verslag opgenomen. Daarbij is het belangrijk dat de bestaande resultaten worden getoetst aan de normen en voorwaarden voor gebruik van uitgegraven bodem Bagger- en ruimingsspecie Het historisch onderzoek moet de verdachte zones en de verdachte stoffen in de in-situ waterbodem in kaart brengen. Er wordt aandacht besteed aan de: pagina 10 of

11 horizontale verspreiding van verontreinigende stoffen die kan optreden ter hoogte van specifieke lozingspunten; verticale verspreiding van verontreinigende stoffen die kan optreden ingevolge de historische achterstand van de ruiming; Verdachte zones kunnen op basis van volgende gegevens gevonden worden: historiek van de te baggeren waterloop en van de nabije omgeving; de eventuele gegevens aanwezig in de waterbodemdatabank; gegevens inzake de lozingen die in de betreffende waterloop gebeuren of gebeurden, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen: lozingspunten van huishoudelijk afvalwater met een aanzienlijke vuilvracht (> 50 IE, indicatief); lozingspunten van industrieel afvalwater; andere verontreinigde grachten of waterlopen die samenvloeien met de te ruimen waterloop; iedere andere toevoer van verontreinigingen (sluikstorten en dergelijke); gegevens inzake de in het verleden uitgevoerde ruimingen. Afhankelijk van de grootte van de waterloop en het debiet en de hieruit voortvloeiende impact op de kwaliteit van het specie, worden ook volgende gegevens bekeken: huidige en voormalige VLAREBO-activiteiten uitgeoefend op aan de waterloop grenzende terreinen; huidige en voormalige VLAREM-activiteiten uitgeoefend op aan de waterloop grenzende terreinen; verkennende, oriënterende of beschrijvende bodemonderzoeken en bodemsaneringsprojecten uitgevoerd op aan de waterloop grenzende terreinen; organoleptische en visuele waarnemingen; gemeentelijke inventaris. De stroomspecifieke gegevens worden door de waterloopbeheerder bijgehouden per waterloop of (deel)stroomgebied en worden systematisch aangevuld zodat eenmaal uitgevoerd het vooronderzoek niet steeds moet worden herhaald. De geïnventariseerde gegevens zijn gekoppeld aan de waterbodemverkenner. Voor wat betreft de uitvoering van het historisch onderzoek wordt ook verwezen naar de richtlijnen in de code van goede praktijk voor onderzoek van de waterbodem en oevers. 2.3 BEKNOPTE BESCHRIJVING GRONDWERKEN EN VOLUMESCHATTING De beschrijving van de werken heeft tot doel de nodige gegevens te verzamelen om een goede onderzoeksstrategie uit te werken, alsook om een correcte interpretatie van de onderzoeksresultaten te bekomen en de nodige conclusie in het technisch verslag te formuleren. De beknopte beschrijving van de werken omvat: type werken; een volume-inschatting van de vrij te komen of vrijgekomen bodemmaterialen; pagina 11 of 51

12 beschrijving van de uitgravingszones met relevante afmetingen, alsook in relatie met gekende aanrijkingen en verontreinigingen; alle andere relevante gegevens die nodig zijn om een goed inzicht in de geplande werken te bekomen (fasering, uitvoeringsmethodes, gebruik van de bodemmaterialen); beschrijving van de projectzone. De projectzone omvat zowel de plaats of plaatsen van uitgraving, baggeren of ruimen als de plaats of plaatsen, binnen de grenzen van het project, waar de bodemmaterialen gebruikt worden. De beschrijving geeft de onderdelen van het project waar de bodemmaterialen opnieuw gebruikt worden binnen de kadastrale werkzone of binnen een zone voor het gebruik ter plaatse; grondverzetstabel: per onderdeel volume en ontgravingsdiepte van de deelpartij; voor oeverdeponie: beschrijving van het geheel van de gronden van het project. Een niet limitatieve lijst van verschillende types grondwerken: bouwwerken; wegeniswerken en/of rioleringswerken; leidingwerken; land- en natuurinrichtingswerken; waterbouwkundige werken; bagger- of ruimingswerken; bodemsaneringswerken. Voor wegen- en rioleringswerken en projectontwikkelingen wordt een grondverzettabel opgenomen in het technisch verslag. Een grondverzettabel geeft een meer gedetailleerd overzicht van deelvolumes per uit te graven zones of fases en vormt de basis voor de opmetingstabel en het zoneringsplan en de verdere opvolging van de volumebalans. Specifiek voor wegenwerken moet de erkende bodemsaneringsdeskundige bijkomend beschikken over voldoende gedetailleerde ontwerpplannen met de ligging van bestaande en toekomstige leidingen. Dwarsprofielen zijn aangewezen om de onderlinge ligging na te gaan (al dan niet overlap/selectieve uitgraving mogelijk). Hiaten in de kennis moeten duidelijk aangegeven en gerapporteerd worden. In afwezigheid van gedetailleerde info is in een latere fase een aanvulling van het technisch verslag vereist ter bevestiging of aanpassing van de besluiten, de opmetingstabel en het zoneringsplan. 2.4 CONCEPTUEEL SITEMODEL De resultaten van de voorstudie worden verwerkt naar analogie van de werkwijze van conceptueel sitemodel die ook gebruikt wordt bij de opmaak van een beschrijvend bodemonderzoek. pagina 12 of

13 Het conceptueel sitemodel bij grondverzet is in principe een preliminair zoneringsplan dat aangeeft wat de bestaande toestand is, waar er partijen van homogene milieukwaliteit worden verwacht op basis van historiek, terreinwaarnemingen,. De essentie van het conceptueel sitemodel is te komen tot: een zo representatief mogelijke plaatsing en spreiding van de boringen en samenstelling van de mengstalen op basis van de voorstudie; in voorkomend geval: een gemotiveerde afbakening van deelpartijen met verschillende gebruiksmogelijkheden die zo nauw mogelijk aansluit bij de realiteit en niet louter gebaseerd is op afbakeningen tot aan de volgende boring. Het conceptueel sitemodel wordt verder geëvalueerd tijdens de uitvoering van het veldwerk. Zo nodig wordt het bijgestuurd op basis van de vaststellingen. De analyseresultaten worden vervolgens afgetoetst met de aannames in het conceptueel sitemodel om na te gaan of de aannames in het model worden bevestigd. Indien de resultaten niet overeenstemmen met de aannames is extra onderzoek nodig (afperkend onderzoek, uitgebreider historisch onderzoek, ) pagina 13 of 51

14 3 ONDERZOEKSSTRATEGIE Aan de hand van het conceptueel sitemodel (het historisch onderzoek, de volumeschatting en de specifieke situatie op het terrein) maakt de bodemsaneringsdeskundige een onderzoeksstrategie op. De onderzoeksstrategie heeft tot doel de milieuhygiënische kwaliteit van de te gebruiken bodemmaterialen te bepalen en indien verschillende milieuhygiënische klassen voorkomen de partijen met verschillende toepassingsmogelijkheden planmatig af te bakenen met het oog op een selectieve uitgraving/behandeling van deze partijen. De voorgestelde richtlijnen gelden als een minimale strategie. Het is de taak van de bodemsaneringsdeskundige om, met het oog op het gebruik van de bodemmaterialen, met de gebruikte onderzoeksstrategie een voldoende inzicht in de bodemkwaliteit te verkrijgen. Indien nodig zal de erkende bodemsaneringsdeskundige aanvullende onderzoeksverrichtingen uitvoeren. De erkende bodemsaneringsdeskundige motiveert altijd zijn staalnamestrategie. Bij de uitwerking van de onderzoeksstrategie wordt aandacht besteed aan de aanwezigheid van verhardingen, gebouwen, kelders, e.d. ter hoogte van de uit te voeren werken. De onderzoeksstrategie moet een besluit toelaten over de kwaliteit van de aanwezige bodem. Bovenop de beperkte systematische controle van de bodem, worden de verdachte punten en verdachte zones afzonderlijk gecontroleerd. Bij het toepassen van de onderzoeksstrategie is het dan ook van belang om alle verdachte zones en verdachte punten vooraf te lokaliseren (cfr. historisch onderzoek). De erkende grondreinigingscentra, de tussentijdse opslagplaatsen en de erkende inrichtingen voor de opslag en behandeling van bagger- en ruimingsspecie werken volgens de code van goede praktijk. 3.1 BOUWPROJECTEN, LIJNTRAJECTEN In deze strategie wordt de in-situ staalname van uit te graven bodem als landbodem behandeld. De staalname kadert in de opmaak van het technisch verslag voor de realisatie van bouwwerken en infrastructuurwerken Boringen en de spreiding van de boringen De boringen worden gelijkmatig verdeeld over de te onderzoeken volumes bodem. De erkende bodemsaneringsdeskundige houdt bij de plaatsing van de boringen rekening met het conceptueel sitemodel (de graad van verdachtheid, de gelaagdheid (bv. de zandige laag onder een bestaande wegenis, ), e.d.). Alle opgeboorde bodemmateriaal wordt representatief bemonsterd en geanalyseerd. Het aantal te boren meters wordt als volgt bepaald: pagina 14 of

15 B = 3 x Y / (0,02 x Y + 750) (uitgedrukt in meter; afgerond naar de bovenliggende eenheid). Waarbij: B = aantal lopende te boren meters, afgerond naar de bovenliggende eenheid; Y = volume (m³) van de te controleren partij bodem. Voor wegeniswerken volstaat 1/3 van het aantal te boren en te analyseren meters ten aanzien van bovenstaande vergelijking indien cumulatief aan volgende voorwaarden voldaan is: het betreft enkel wegeniswerken (zonder rioleringswerken); de maximale uitgravingsdiepte bedraagt 1 meter; de uitgegraven bodem wordt gebruikt binnen de projectzone; er is geen afvoer van uitgegraven bodem Aantal te analyseren mengstalen Het aantal te analyseren mengstalen wordt bepaald aan de hand van volgende vergelijking: A = Y / (0,02 x Y + 750) (afgerond naar de bovenliggende eenheid). Waarbij: A = aantal te analyseren mengstalen, afgerond naar de bovenliggende eenheid; Y = volume (m³) van de te controleren partij bodem. Voor wegenwerken volstaat 1/3 van het aantal mengstalen ten aanzien van bovenstaande vergelijking indien cumulatief aan volgende voorwaarden voldaan is: het betreft enkel wegenwerken (zonder rioleringswerken); de maximale uitgravingsdiepte bedraagt 1 meter; de uitgegraven bodem wordt gebruikt binnen de projectzone; er is geen afvoer van uitgegraven bodem. Indien op de te onderzoeken gronden welbepaalde verdachte zones met verdachte punten of verdachte materialen voorkomen, worden deze zones afzonderlijk en bijkomend onderzocht. Een verdachte zone wordt onderzocht in functie van de relevantie van de verdachte zone ten opzichte van de uit te voeren grondwerken. In iedere verdachte zone wordt minimaal één boring uitgevoerd tot aan de basis van de uit te graven bodem. Op basis van de veldwaarnemingen tijdens de boringen wordt minstens 1 staal voor analyse geselecteerd Samenstelling van mengstaal Bij de samenstelling van de mengstalen ter bepaling van de kwaliteit van de uit te graven bodem worden de stalen samengesteld uit deelstalen die afkomstig zijn uit eenzelfde bodemlaag pagina 15 of 51

16 Volgende bodemlagen kunnen voorkomen: teelaardelaag; ongeroerde bodem per duidelijk onderscheiden verschil in textuur of lithologie; verontreinigde bodem; geroerde bodem: vergraven bodem; opgespoten bodem; aanwezigheid van bodemvreemde materialen (stenen, steenachtige of andere bodemvreemde materialen); aanwezigheid van waarneembare bodemverontreiniging. Indien geen teelaardelaag of geroerde toplaag kan worden onderscheiden, moet een afzonderlijke toplaag van 30 cm worden beschouwd. Indien onder een verharding geen geroerde toplaag kan worden onderscheiden, wordt eveneens een afzonderlijke toplaag van 30 cm beschouwd. Indien sprake is van verdachte lagen (bv. sterk puinhoudende lagen) die in een dunne laag verspreid over het terrein voorkomen, wordt een representatief mengstaal van deze laag genomen. De bodemsaneringsdeskundige kan ook oordelen dat deze oppervlaktelaag beter tijdens de uitvoering van de werken selectief wordt afgegraven om vervolgens als afzonderlijke partij te worden bemonsterd en geanalyseerd. Dergelijke afweging met de gevolgen voor de uitvoering van de werken wordt opgenomen in het besluit van het technisch verslag Het nemen van deelstalen De volledige boring wordt bemonsterd. Er wordt rekening gehouden met de opbouw van de bodem en de aanwezigheid van verdachte of verontreinigde lagen. Er wordt minimaal 1 deelstaal genomen per meter boring, waarbij van elke afzonderlijke laag minstens één afzonderlijk deelstaal wordt genomen. Indien sprake is van verdachte materialen die in een dunne laag verspreid over het terrein voorkomen, wordt een representatief mengstaal van deze laag genomen door middel van grepen genomen uit de oppervlaktelaag. Voor de staalname van vluchtige verbindingen verplicht CMA/1/A.1 maar ook CMA/1/B het nemen van ongeroerde stalen Het samenstellen van mengstalen Alle deelstalen die worden aangeboord vanuit de minimale strategie worden geanalyseerd, hetzij in mengstalen, hetzij als enkelvoudig staal. Verdachte zones met verdachte punten of verdachte materialen worden afzonderlijk bemonsterd en geanalyseerd. pagina 16 of

17 Deelstalen met een waarneembaar verschillende verontreinigingsgraad worden nooit met elkaar gemengd tot een mengstaal. De deelstalen voor het samenstellen van het mengstaal voor de analyse van een onderscheiden bodemlaag worden zodanig genomen dat het mengstaal representatief is voor het respectievelijke deel van de bodemlaag. De bepalingen van CMA/1/A.18 zijn van toepassing als deelstalen tijdens de uitvoering van het veldwerk op het terrein tot een mengstaal worden gemengd. 3.2 WATERBODEM In deze strategie wordt de in situ staalname van een te baggeren of te ruimen waterbodem in zowel lineaire waterlopen, als niet-lineaire wateroppervlakken (vijvers, poelen, wachtbekkens, ) behandeld. Het basisprincipe is dat het te nemen staal representatief moet zijn voor het onderzochte traject. Dit principe wordt geconcretiseerd aan de hand van het conceptueel sitemodel. Middels de studie van de historiek en van de omgevingskenmerken wordt het te ruimen traject ingedeeld in verschillende deeltrajecten, waarvan verwacht wordt dat de waterbodem een gelijke chemische kwaliteit heeft Algemene richtlijnen en voorbereiding Staalnamepunt en staalnamezone Een staalnamepunt is de locatie waar de staalname in de waterloop wordt uitgevoerd. De keuze van de locatie en het aantal staalnamepunten per waterloop of -oppervlak worden bepaald in functie van het type waterloop. Voorafgaand aan de staalname wordt een staalnamezone rondom een staalnamepunt afgebakend. Deze staalnamezone wordt afgebakend door middel van markeerstokken of andere visuele herkenningspunten aan de oeverkant zodat de zone duidelijk zichtbaar is vanuit de waterloop. Het aantal mengstalen dat per staalnamezone (dus aan één staalnamepunt) moet worden genomen en hoe één mengstaal word samengesteld uit grepen, is vastgelegd in volgende paragrafen Staalnamediepte Voorafgaand aan de staalname wordt de te verwachten sedimentdikte op minimaal 2 tot 4 plaatsen in de staalnamezone ingeschat m.b.v. een slibbaak (vanaf de oeverkant) pagina 17 of 51

18 De minimale, maximale en gemiddelde sedimentdikte in de staalnamezone wordt genoteerd op het staalnameformulier. De lengte van de bovenliggende waterkolom wordt eveneens bepaald en gedocumenteerd op het staalnameformulier. De eigenlijke staalnamediepte wordt bepaald door de aard van de werken. Bij ruimingswerken wordt het sediment geruimd en de dikte van het te ruimen sediment bepaalt de staalnamediepte. In deze gevallen wordt er bemonsterd tot op het vaste deel van de waterbodem. In bepaalde gevallen wordt dieper geruimd of gebaggerd en wordt bemonsterd tot de opgegeven diepte, ongeacht de dikte van het sediment. In deze gevallen wordt bijkomend het vaste deel van de waterbodem bemonsterd tot de opgegeven diepte. Alle afwijkingen m.b.t. de vooropgestelde staalnamediepte worden gemotiveerd en gedocumenteerd, en worden (vooraf) overlegd met de opdrachtgever Staalnameapparatuur Indien de te bemonsteren sedimentlaag meer dan 2 m bedraagt, moet gespecialiseerde hydraulische of mechanische apparatuur ingezet worden. De sedimentlaag en het vaste deel van de waterbodem worden altijd apart bemonsterd met de aangepaste apparatuur. De bepalingen van CMA/1/A.4 zijn van toepassing Samenstelling van mengstalen Een mengstaal van sediment wordt samengesteld uit meerdere grepen, die via een systematisch spreidingspatroon in de staalnamezone worden genomen. De staalname wordt in stroomopwaartse richting uitgevoerd om omwoeling van de waterbodem te vermijden. De stroomrichting van de waterloop is vooraf gekend (bijv. via topografische kaart of VHA). Voor lineaire waterlopen tot 30 m breedte en grachten worden de grepen gespreid over een zigzag-patroon (minimaal M of W ) van oever tot oever. Er worden minimaal: 15 grepen genomen met een Van Veen grijper 2 liter, zuigerboor, veenboor of Beeker/multisampler), of 6 grepen genomen met een Van Veen grijper 6 liter (indien gebruik van een 2 liter-grijper omwille van stroming of diepte niet mogelijk is). pagina 18 of

19 Figuur 1: spreidingspatroon in lineaire waterlopen (tot 30 m breedte) en grachten met resp. 15 grepen en 6 grepen (enkel voor Van Veen grijper 6 liter) Voor brede niet-lineaire wateroppervlakken en lineaire waterlopen > 30 m breedte worden de grepen verdeeld over een raster met een breedte gelijk aan de breedte van de te baggeren zone en met respectievelijk: 15 cellen (5 x 3; met Van Veen grijper 2 liter, zuigerboor, veenboor of Beeker/multisampler), of 9 cellen (3 x 3, met Van Veen grijper 6 liter; indien gebruik van een 2 liter-grijper omwille van stroming of diepte niet mogelijk is). De cellen worden evenredig verdeeld over het raster. In het midden van elk cel wordt een greep genomen pagina 19 of 51

20 Figuur 2: spreidingspatroon in raster voor niet-lineaire wateroppervlakken en lineaire waterlopen >30 m breedte (resp. raster 3x3 en raster 5x3) Mengstaal laboratoriumstaal staalvoorbehandeling De grepen van de staalnamezone worden samengevoegd tot één mengstaal, zodanig dat elke greep een evenredige bijdrage levert aan het mengstaal. Bij baggerwerken op bevaarbare waterlopen worden meerdere mengstalen per baggerzone gemaakt. Het te bemonsteren gebied wordt in zones ingedeeld. Per zone worden mengstalen gemaakt van de oppervlakkige deelstalen en mengstalen van de diepere deelstalen. De stalen die respectievelijk genomen worden in het pagina 20 of

21 sediment of in het vaste deel van de waterbodem worden genomen met dezelfde staalnametechniek. Voor diepere deelstalen worden de deelstalen per laag samengevoegd. Afhankelijk van de heterogeniteit van de textuur wordt het aantal lagen voor de diepere staalname bepaald rekening houdend met de haalbaarheid en werkbaarheid. Het mengstaal moet minstens 5 à 10 liter bedragen. Desgevallend moet het aantal grepen verhoogd worden (bij voorkeur binnen de afgebakende zone) om tot een hoeveelheid van 10 liter te komen. Indien de staalnamezone hierbij verlengd of uitgebreid diende te worden (bijv. omwille van omwoeling of afwijkende omstandigheden), moet dit op het staalnameformulier gedocumenteerd worden Staalname voor bepaling van vluchtige componenten (VOS) Indien er een bepaling van vluchtige componenten (VOS) moet gebeuren, is een aparte staalname op één punt in de waterloop noodzakelijk (puntstaal). De staalname bestaat uit slechts één greep om luchtcontact te vermijden. De plaats waar het puntstaal genomen wordt, wordt gedocumenteerd op het staalnameformulier. Bij vermoeden of kennis van een probleem met VOS moet de staalname op een worst case scenario-plaats gebeuren. In voorkomend geval wordt bijkomend bemonsterd om de VOS- verontreiniging te kunnen afbakenen Staalnamestrategie voor onbevaarbare waterlopen Voor de niet-geklasseerde waterlopen wordt een opsplitsing gemaakt die gebiedspecifiek en situatieafhankelijk moet gebeuren. Het debiet van de niet-geklasseerde waterloop is hierin de belangrijkste parameter. Niet-geklasseerde waterlopen die aanzienlijk watervoerend zijn, moeten op eenzelfde manier behandeld worden als de geklasseerde waterlopen. Niet-geklasseerde waterlopen met een grachtenkarakter, waarbij gedurende een gedeelte van het jaar de waterkolom afwezig is, kunnen op eenzelfde manier als grachten onderzocht worden Onbevaarbare lineaire waterlopen Hiermee worden (lineaire) waterlopen van 1 ste, 2 de en 3 de categorie en niet-geklasseerde waterlopen met relevant debiet bedoeld. Het aantal waterbodemstalen hangt hier af van de lengte die zal geruimd worden en er wordt 1 staalnamepunt vastgelegd per aangesneden traject van 600 m. Dit aantal wordt verhoogd indien er duidelijke aanwijzingen zijn dat de kwaliteit van de waterbodem op sommige punten sterk afwijkend kan zijn. Op ieder te ruimen traject worden staalnamepunten vastgelegd. Op een gesteld staalnamepunt wordt een 50 m zone afgebakend waarbinnen bemonsterd wordt pagina 21 of 51

22 Tussen twee staalnamepunten wordt een afstand gelaten van 600 m, op voorwaarde dat er tussen deze twee punten geen relevante lozingen aanwezig zijn (in geval van overwelvingen kan hiervan afgeweken worden). Stroomafwaarts van ieder relevant lozingspunt wordt een bijkomend staalnamepunt vastgelegd Bredere (niet-lineaire) wateroppervlakken Hiermee worden naast stilstaande wateren zoals vijvers en poelen, ook verbredingen van de waterlopen zoals zand/slibvangen bedoeld. Het aantal waterbodemstalen hangt hier af van de oppervlakte die zal geruimd worden en het aantal wordt vastgelegd met onderstaande tabel. Dit aantal wordt verhoogd indien er duidelijke aanwijzingen zijn dat de kwaliteit van de waterbodem op sommige punten sterk afwijkend kan zijn. Oppervlakte (ha) Aantal staalnamepunten <0,2 2 0, Tabel 1: Aantal staalnamepunten per oppervlakte-eenheid Het wateroppervlak wordt volgens een rasterpatroon ingedeeld waarbij het aantal evenredige cellen gelijk is aan het aantal te nemen mengstalen. In het midden van elke cel wordt een staalnamepunt vastgelegd. Vervolgens worden in de bemonsteringszone grepen genomen volgens het spreidingspatroon in rastervorm. Voor geïsoleerde waterpartijen zoals vijvers of poelen kan de indeling willekeurig gebeuren. Wanneer het wateroppervlak rechtstreeks verbonden is met het hydrografisch netwerk worden de compartimenten loodrecht op de instroomrichting geplaatst. Door het vertragen van de stroomsnelheid zal de afzetting van gesuspendeerd materiaal gefaseerd verlopen waarbij de zwaarste partikels en de grootste hoeveelheden zich afzetten in de directe omgeving van de instromingszone, het lichtere materiaal zet zich verderop af. Voor grote wachtbekkens kunnen de verschillende rasters een verschillende waterbodemkwaliteit vertonen Grachten en niet-geklasseerde waterlopen zonder relevant debiet Grachten en niet-geklasseerde waterlopen zonder relevant debiet vormen een netwerk van relatief kleine waterloopjes die samen tientallen km te ruimen trajecten kunnen vertegenwoordigen. Grachten worden ook beschouwd als deel van het hydrografisch netwerk, maar onderscheiden zich van de geklasseerde waterlopen doordat vaak gedurende een gedeelte van het jaar er geen waterkolom aanwezig is. pagina 22 of

23 Naargelang de situatie betreft het hier stilstaand of stromend water en maakt de gracht al dan niet verbinding met grotere waterlopen. Indien lozingspunten op de gracht aanwezig zijn, dan hebben die vaak een kleinere vuilvracht. Grachten kunnen globaal beschouwd worden als nattere en drogere zones die gedurende bepaalde tijdstippen met elkaar in verbinding staan en waar mogelijke waterbodemverontreiniging zich zeer lokaal voordoet. Grachten en niet-geklasseerde waterlopen zonder relevant debiet worden bemonsterd als een netwerk van grachten als er aanwijzingen zijn dat de waterbodem van alle grachten een gelijkaardige samenstelling zal hebben. Onder een netwerk van grachten wordt verstaan grachten of kleinere niet-geklasseerde waterlopen waarop geen gekende lozingen andere dan deze van huishoudelijk afvalwater voorkomen, of grachten waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze gelijkmatig verontreinigd zijn (bijvoorbeeld in het geval van regionaal voorkomende verhoogde waarden). Grachten en niet-geklasseerde waterlopen zonder relevant debiet worden bemonsterd als een netwerk van grachten of, als er aanwijzingen zijn dat de waterbodem van de gracht een andere samenstelling zal hebben of heeft van de rest van het stelsel, als individuele gracht. Voor grachten of waterlopen waarvan het vermoeden bestaat dat hun waterbodem significant meer verontreinigd kan zijn dan deze van de overige grachten of waterlopen binnen dezelfde zone, hoort een apart staal genomen te worden. Netwerk van grachten: Het netwerk van grachten wordt ingedeeld in zones. Bij voorkeur worden deze zones zo gekozen dat de waterlopen binnen iedere zone met elkaar in verbinding staan en naar een gemeenschappelijk punt afwateren. Dit maakt dat de zones geen regelmatige vorm hebben maar begrensd zijn door lokale geografische verschijnselen (bijvoorbeeld geklasseerde waterlopen, belangrijke verkeersaders e.d.). Hierbij moet opgemerkt worden dat bij de indeling in zones van de veronderstelling uitgegaan wordt dat er in de waterlopen geen lozingen van betekenis voorkomen. Per zone wordt één mengstaal genomen. In sterk vertakte beken- of grachtenstelsels geldt als richtlijn om één mengstaal te voorzien per stroomgebiedoppervlakte (zone) van maximaal 4 km² met maximaal 10 km te ruimen waterloop. Lokale omstandigheden, relevante actuele of historische verontreinigingen kunnen een verfijnend waterbodemonderzoek afdwingen. Hierbij moet getracht worden een inschatting te maken van de zone waarin de vervuilingsbron een impact heeft of heeft gehad. Individuele grachten: Per traject van maximaal 1 km wordt een mengstaal samengesteld. Lokale omstandigheden, relevante actuele of historische verontreinigingen kunnen een nog meer verfijnend waterbodemonderzoek afdwingen. Hierbij moet getracht worden een inschatting te maken van de zone waarin de vervuilingsbron een impact heeft of heeft gehad pagina 23 of 51

24 3.2.3 Staalnamestrategie voor bevaarbare waterlopen De staalname wordt te allen tijde uitgevoerd per lithologische laag met een maximaal bemonsterde lengte van 1 m per deelstaal Onderhouds- of aanlegbaggerwerken De staalnamestrategie wordt bepaald in functie van het vooropgestelde baggerwerk en de beoogde bestemming van de baggerspecie, zodat het baggervolume representatief wordt bemonsterd. Hierbij wordt een evenredige verdeling tussen ondiepe mengstalen en diepere mengstalen beoogd. De ondiepe mengstalen (< 30 cm) worden samengesteld uit 3 ondiepe grepen. Het is mogelijk mengstalen samen te stellen op basis van deelstalen uit diepere boringen. Dit is echter pas mogelijk indien op basis van de bathymetrie, de staalnamediepte en zintuiglijke waarnemingen besloten kan worden dat het deelstaal in dezelfde lithologische laag genomen is Via lagunering Het aantal te analyseren mengstalen (A) wordt in functie van het te baggeren volume (Y, in m³) bepaald: A = Y / (0,08 x Y ) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid) Waarbij: A = aantal te analyseren mengmonsters; Y = volume (m³) van de te controleren partij bodem. Na het baggeren is bijkomende staalname volgens strategie 3.6 (op laguneringsveld) vereist vooraleer de baggerspecie kan worden gebruikt op een definitieve bestemming Rechtstreekse toepassing van niet steekvaste specie voor gebruik Om de specie rechtstreeks toe te passen moet in situ een uitgebreidere strategie toegepast worden. Het aantal mengmonsters bij uitkeuring wordt bepaald aan de hand van volgende vergelijking : A = Y / (0,08 x Y ) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid) Waarbij: A = aantal te analyseren mengstalen; Y = volume (m³) van de te controleren partij bodem pagina 24 of

25 3.3 AFPERKEND BODEMONDERZOEK Afperkend onderzoek bij landbodems Het afperkend onderzoek heeft tot doel heeft om verschillende partijen volgens hun gebruiksmogelijkheden af te bakenen. Het afperkend onderzoek moet vermijden dat wordt gekozen voor een worst case afbakening van de verschillende partijen of te reinigen partij. Indien te ruim wordt afgebakend bestaat het risico op verdunning bij het uitgraven of het ruimen volgens zoneringsplan. Een correcte afperking tijdens de onderzoeksfase vermijdt dat de afperking wordt doorgeschoven naar de fase van de uitvoering van de werken (begeleiding/controlestalen) Afbakening van partijen met een verschillende milieuhygiënische kwaliteit De afbakening heeft tot doel om de verschillende partijen volgens hun gebruiksmogelijkheden af te bakenen. De noodzaak tot afperkend onderzoek kan variëren in functie van: de haalbaarheid tot selectieve uitgraving of ruiming; de verspreiding van de verontreiniging (homogeen of heterogeen?); of de resultaten in lijn zijn met de verwachtingen op basis van het conceptueel sitemodel (waaronder terreinkenmerken, historiek, ); het beoogde gebruik als bodem, het bouwkundig bodemgebruik of het gebruik in een vormvast product. Het resultaat van het afperkend bodemonderzoek is: de ruimtelijke afbakening van de verschillende partijen volgens hun gebruiksmogelijkheden; bij een homogeen verspreide bodemverontreiniging kunnen de verontreinigde zones afgescheiden worden van niet verontreinigde zones; per zone kunnen de gebruiksmogelijkheden van de uit te graven bodem vastgelegd worden; het resultaat van de afperking kan vertaald worden in een zoneringsplan, op basis waarvan een haalbaar en realistisch uitgravingsplan opgemaakt kan worden. In het kader van de uit te voeren grondwerken kan de afperking zich beperken tot de uit te graven zones. Bij het voorkomen van vergraven bodems of diffuse verontreinigingen wordt specifiek rekening gehouden met de aard van de verontreiniging. Er wordt niet louter afgeperkt op basis van concentraties van verontreinigende stoffen of op basis van de samenstelling van de mengstalen. De deskundige houdt rekening met de spreiding van de verhoogde concentraties aan verontreinigende stoffen voor de bepaling van de kwaliteit van de partij in totaliteit. Volgende richtlijnen kunnen voor het afperkend bodemonderzoek worden aangehaald: de afstand tussen de afperkende boringen is afhankelijk van de af te perken oppervlakte; indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van zintuiglijke waarnemingen (puinlagen, sintels, minerale olie, ); pagina 25 of 51

26 de bodemsaneringsdeskundige spreekt zich uit over de noodzaak tot bijkomende staalname of bijkomende controle na de uitgraving van de bodem Afperking van een verontreinigde zone Indien uit het bodemonderzoek of uit organoleptische vaststellingen blijkt dat de bodem verontreinigd is, worden de verschillende uit te graven, te baggeren of te ruimen zones in functie van hun verontreiniging afgeperkt. De afperking zorgt voor voldoende garanties om de zones met verschillende gebruiksmogelijkheden te onderscheiden. Voor de afperking kunnen bestaande onderzoeksresultaten van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken (OBO, BBO) gebruikt worden. Voor het uitvoeren van het afperkend onderzoek kan gebruik gemaakt worden van het staalnameschema van de strategieën uit de standaardprocedure voor beschrijvend bodemonderzoek (Beschrijvend bodemonderzoek, Standaardprocedure, OVAM ). De erkende bodemsaneringsdeskundige moet daarbij minstens die richtlijnen beschouwen, die relevant zijn voor de verhoogde concentraties in het vaste deel van de aarde. Afhankelijk van de lokale omstandigheden, de verontreinigingstoestand en de doelstelling van de afperking kan de bodemsaneringsdeskundige kiezen voor het analyseren van enkelvoudige stalen, dan wel van mengstalen. Bij werken onder de natuurlijke grondwaterstand kan het aangewezen zijn ook het grondwater te analyseren. De erkende bodemsaneringsdeskundige motiveert zijn gekozen strategie. Het afperkend onderzoek is vereist om het uit te graven of te ruimen volume verontreinigde bodematerialen correct in te schatten. In sommige gevallen (bv. visueel waarneembare verontreinigingen) kan de afperking uitgesteld worden naar de uitvoering, op voorwaarde dat deze uitvoering gebeurt onder begeleiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige. De erkende bodemsaneringsdeskundige motiveert in het technisch verslag waarom de afperking uitgesteld wordt, en wat de doelstellingen van de begeleiding/extra onderzoek zijn, bv.: voor welke parameters extra controle nodig is; welke deelpartijen met bijhorend volume als gevolg van het uitstel (nog) niet in aanmerking komen voor hergebruik in afwachting van de resultaten; In het geval van uitstel van de afperking neemt de erkende bodemsaneringsdeskundige een concreet werkplan op in het technisch verslag, dat de navolgende fases voor uitvoering van de werken beschrijft. Het werkplan wordt opgenomen onder de uitvoeringsbepalingen van het technisch verslag. Het is hierbij niet de bedoeling om de begeleiding te reduceren tot het realiseren van een afgraving op basis van een worst case afbakening met risico op verdunning van de verontreiniging - en het nemen van controlestalen door de erkende bodemsaneringsdeskundige. De bouwheer integreert dit plan van aanpak in de bestekbepalingen om conform art. 174 te waarborgen dat de grondverzetsregeling wordt gerespecteerd. pagina 26 of

27 Los van het uitstel van het afperkend onderzoek, kan bij selectieve uitgraving begeleiding door een erkende bodemsaneringsdeskundige tijdens de uitvoering van de werken nodig zijn. De erkende bodemsaneringsdeskundige neemt ook in dat geval een duidelijk werkplan op in het TV, te integreren in het bestek om te waarborgen dat de grondverzetsregeling wordt gerespecteerd Afperkend bodemonderzoek bij waterbodems Indien sterk afwijkende kwaliteiten worden vastgesteld, wordt nagegaan of extra onderzoek nodig is. We verwijzen hiervoor ook naar de code van goede praktijk voor waterbodemonderzoek. Het afperkend onderzoek kan vervangen worden door het nemen van controlestalen na ontwatering. 3.4 GROOTSCHALIGE PROJECTEN Bij grootschalige projecten kunnen de grondwerken van die aard zijn dat de staalname van de uit te graven of uitgegraven bodem met de voorgaande staalnameprocedures geen verantwoord en aanvaardbaar resultaat oplevert. Voor dergelijke projecten kan een andere staalnameprocedure gevolgd worden. Deze staalnameprocedure moet door de OVAM aanvaard worden. Voorbeelden van dergelijke grootschalige projecten zijn ruilverkaveling, landinrichting en natuurinrichting. Het grondverzet binnen een ruilverkaveling bestaat uit het graven of herprofileren van kavelsloten, in cultuur te brengen aardewegen, plaatsen van riolering (enkel RWA) in landbouwgebied, aanleg van poelen, egalisaties en de aanleg van wegen, waterlopen en wachtbekkens. Land- of natuurinrichtingsprojecten omvatten een brede waaier aan maatregelen die elk tot een verbetering van de inrichting van de open ruimte of van de natuur bijdragen. Het doel is een gebied optimaal inrichten in functie van het behoud of het herstel van de bestaande natuur. Zo kunnen ingrepen op het vlak van integraal waterbeheer, wegenaanleg, cultuurtechniek, verkeersveiligheid, natuurontwikkeling, landschapszorg, milieuzorg, bebossing, recreatie en recreatief medegebruik uitgevoerd worden. De dimensies van de uitgravingen verschillen van plaats tot plaats, maar de werken bestaan meestal uit een groot aantal kleine ontgravingen. 3.5 OPGESLAGEN HOPEN BODEMMATERIALEN Voor de staalname van bagger- en ruimingsspecie in laguneringsvelden zijn de bepalingen van paragraaf 3.6 van toepassing. Voor de omrekening van het tonnage van een opgeslagen hoop droge bodemmaterialen wordt een omrekeningsfactor 1,6 voor de verhouding massa/volume gehanteerd. Voor kleine partijen worden minstens 2 mengstalen per hoop geanalyseerd indien gebruik als bodem wordt beoogd. Als beide analyseresultaten aan de waarde voor vrij gebruik voldoen, mag de partij als vrij gebruik worden afgezet. Bij uiteenlopende resultaten wordt het slechtste resultaat weerhouden pagina 27 of 51

28 De gegevens met betrekking tot de bemonstering worden gerapporteerd in het monsternameverslag dat wordt opgenomen als bijlage bij het technisch verslag. De deelstalen voor het samenstellen van het mengstaal voor de analyse van hopen worden zodanig genomen dat het mengstaal representatief is voor (het respectievelijke deel van) de hoop Partijen van gekende herkomst en met homogene samenstelling Bij de staalname worden enerzijds oppervlaktemengstalen genomen en anderzijds worden mengstalen samengesteld uit de staalname van boringen in de hoop. Voor elke hoop wordt steeds minstens 1 oppervlaktemengstaal en 1 mengstaal genomen d.m.v. boringen geanalyseerd Oppervlaktemengstalen Het aantal te analyseren oppervlaktemengstalen wordt bepaald aan de hand van volgende vergelijking: A = Y / (0,04 x Y ) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid). Waarbij: A = aantal oppervlaktemengstalen; Y = volume (m³) van de te controleren partij bodem. Ieder mengstaal bestaat uit 25 grepen van 10 cm³. Indien meerdere mengstalen genomen worden, is elk mengstaal representatief voor het bemonsterde gedeelte (fractie) van de hoop Mengstalen samengesteld d.m.v. boringen doorheen de hoop Het aantal te analyseren mengstalen wordt bepaald aan de hand van volgende vergelijking: A = Y / (0.035 x Y ) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid). Waarbij: A = aantal te analyseren mengstalen; Y = volume (m³) van de te controleren partij bodem. De boringen in de hoop uitgegraven bodem worden zodanig uitgevoerd dat de hoop gelijkmatig bemonsterd wordt. De volledige boring wordt bemonsterd en geanalyseerd. Er wordt minimaal 1 deelstaal genomen per meter boring. Per boring worden de deelstalen vermengd tot 1 mengstaal dat representatief is voor het bemonsterde gedeelte (fractie) van de hoop. pagina 28 of

OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG STANDAARDPROCEDURE REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG STANDAARDPROCEDURE REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN OPMAAK VAN EEN TECHNISCH VERSLAG STANDAARDPROCEDURE REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g

S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g vzw Grondbank Lombardstraat 34-42 1000 Brussel tel. 02 545 58 48 fax 02 545 58 54 S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g Titel: 1. VOORSTUDIE 1.1 Administratief Onderzoek Erkende Bodemsaneringsdeskundige

Nadere informatie

GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Standaardprocedure - Opmaak van een technisch verslag V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz. Henny De Baets, OVAM, Stationsstraat

Nadere informatie

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

AFBAKENEN VAN EEN ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFBAKENEN VAN EEN ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFBAKENEN VAN EEN ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor gebruik ter plaatse V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever

Nadere informatie

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Screening Grondverzet Acties OVAM

Screening Grondverzet Acties OVAM Screening Grondverzet Acties OVAM Dirk Dedecker SCREENING GRONDVERZETREGELING Erkende bodembeheerorganisaties Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) - Bouwunie Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM),

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Afbakenen van een kadastrale werkzone V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz. Henny De Baets,

Nadere informatie

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN AANVULGRONDEN EN OPHOGINGEN

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN AANVULGRONDEN EN OPHOGINGEN CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN AANVULGRONDEN EN OPHOGINGEN Deze code is van toepassing in afwachting van het aannemen van het besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik, het

Nadere informatie

Algemeen kader Praktische cases grondverzet

Algemeen kader Praktische cases grondverzet Algemeen kader Praktische cases grondverzet Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw www.grondwijzer.be Toepassingsgebied ALGEMEEN: Onverdachte grond > 250 m³ Verdachte grond WEL: Uitgegraven bodem

Nadere informatie

Standaard Technisch Verslag

Standaard Technisch Verslag De Vijfde bvba Standaard Technisch Verslag Sint-Michiels, Margarethalaan Genk i.o.v. Sint-Michielsschool Opgesteld op: 5/09/2016 Door: Wim Alaerts EBSD: Environmental Works bvba (ref. O1704107) De Vijfde

Nadere informatie

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN Voorbeeldfiguren / 13.10.2017 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer.

Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer. 1 INLEIDING Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer. Het doel van dit werkplan is onder meer om de traceerbaarheid van de verschillende partijen uitgegraven

Nadere informatie

Grondverzet bij projectontwikkeling en vervangingsbouw: praktische leidraad

Grondverzet bij projectontwikkeling en vervangingsbouw: praktische leidraad Grondverzet bij projectontwikkeling en vervangingsbouw: praktische leidraad Econext, 17 april 2013 Elisa Vermeulen, Grondbank vzw Grondbank uw partner voor grondverzet Wat is de grondverzetsregeling? Doel:

Nadere informatie

NIEUWE TOEPASSING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

NIEUWE TOEPASSING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN NIEUWE TOEPASSING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

GRONDBANK vzw. Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw

GRONDBANK vzw. Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw GRONDBANK vzw NOTA WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN Juli 2009 Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw INHOUDSTAFEL 1 PROBLEEMSTELLING... 4 2 OPMAAK VAN HET TECHNISCH VERSLAG... 5 2.1 Bijkomende aanbevelingen

Nadere informatie

Grondverzet: algemeen kader. Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw

Grondverzet: algemeen kader. Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw Grondverzet: algemeen kader Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw Inhoud Rechten en plichten van de diverse actoren Intepretatie van een bodemonderzoek: kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van

Nadere informatie

Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer

Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer Elisa Vermeulen, vzw Grondbank Easy Fairs, 25 maart 2010, Antwerpen Grondbank uw partner voor grondverzet Inhoud Grondverzetsregeling basisprincipes

Nadere informatie

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN 1.04.2019 pagina 1 van 34 OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN 1.04.2019 DOCUMENTBESCHRIJVING Titel publicatie: Overdracht

Nadere informatie

GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET

GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET December 2010 Grondbank vzw SAMENVATTING De bemonsteringsstrategie zoals opgenomen in

Nadere informatie

1 TOEPASSING STAPPENPLAN

1 TOEPASSING STAPPENPLAN FAQ Stappenplan asbest 1 TOEPASSING STAPPENPLAN Moet het stappenplan inclusief veldwerk toegepast worden bij actualisatie van een OBO (strategie 5)? Het stappenplan vermeldt : Indien op het terrein reeds

Nadere informatie

Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2

Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Afbakenen van een zone voor het gebruik ter plaatse - V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz.

Nadere informatie

Inhoud. mei Regionaal overleg voor milieuverantwoordelijken Het nieuwe VLAREBO

Inhoud. mei Regionaal overleg voor milieuverantwoordelijken Het nieuwe VLAREBO Regionaal overleg voor milieuverantwoordelijken Het nieuwe VLAREBO Timothy Geerts Diensthoofd Grondwijzer vzw Inhoud Introductie Grondwijzer De Vlaamse regelgeving Bagger- en ruimingspecie Impact op andere

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, BESLUIT: Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en artikel 38 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen

Nadere informatie

IHKV ARTIKEL VAN HET EENHEIDSREGLEMENT

IHKV ARTIKEL VAN HET EENHEIDSREGLEMENT PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP EEN TOP/CGR/CSV NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE IHKV ARTIKEL 7.6.1.1 VAN HET EENHEIDSREGLEMENT 1. CONTEXT Vanaf 24 augustus 2018 moeten

Nadere informatie

Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717)

Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717) Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717) Voorwoord In 2009 zijn NEN 5720:2009 'Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend onderzoek - Onderzoek

Nadere informatie

Conformverklaring Technisch Verslag

Conformverklaring Technisch Verslag T 02 545 58 48 F 02 545 58 54 Grondbank vzw erkende bodembeheerorganisatie Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Conformverklaring Technisch Verslag (conform art 186 van het Vlarebo) geldig tot 10/03/18 NR.:

Nadere informatie

Aanpak ruimingswerken in overeenstemming met de nieuwe codes. Nik Dezillie

Aanpak ruimingswerken in overeenstemming met de nieuwe codes. Nik Dezillie Aanpak ruimingswerken in overeenstemming met de nieuwe codes Nik Dezillie Overzicht VMM ruimingswerken 1. algemeen 2. code goede natuurpraktijk 3. code goede praktijk B&R 4. besluit 1 VMM Ruimingswerken

Nadere informatie

Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen

Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 7973 VLAAMSE OVERHEID [C 2018/30163] 8 DECEMBER 2017. Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en artikel 38 van het decreet van 23 december 2011 betreffende

Nadere informatie

Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13

Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13 Inleiding... 3 Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13 1. Wettelijk kader... 13 2. Definities en doelstellingen in het Bodemdecreet... 15 2.1. Enkele relevante definities...

Nadere informatie

Technisch verslag. i.o.v. Atelier VT 2015-ZO-875

Technisch verslag. i.o.v. Atelier VT 2015-ZO-875 Technisch verslag Atelier VT Noordwijkstraat 3580 Beringen Technisch verslag Aanleg parking project Kolenspoor Project: i.o.v. Atelier VT 2015-ZO-875 Opgesteld door: Sam Pardon Datum: 27 augustus 2015

Nadere informatie

Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS

Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS Grondverzetregeling Evaluatie Sinds 1 april 2004 is de regelgeving voor het grondverzet volledig van kracht. Al wie tegenwoordig bodem uitgraaft,

Nadere informatie

Grondverzet: hoe omgaan met niet genormeerde en vluchtige parameters?

Grondverzet: hoe omgaan met niet genormeerde en vluchtige parameters? Grondverzet: hoe omgaan met niet genormeerde en vluchtige parameters? In samenwerking met VEB en OVAM Elisa Vermeulen Grondbank vzw Grondbank uw partner voor grondverzet Programma Inleiding Elisa Vermeulen

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Leidraad voor het werken met uitgegraven bodem 2. Uitgever 3. Aantal blz. Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest

Nadere informatie

Grondverzetregeling. Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015. Grondbank gewaarborgd grondverzet

Grondverzetregeling. Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015. Grondbank gewaarborgd grondverzet Grondverzetregeling Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015 Grondbank gewaarborgd grondverzet Situatie in 2004 uitdagingen Afzetprobleem voor grondoverschotten door gebrek

Nadere informatie

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB Risico s s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Risico s bij jgrondverzet Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening

Nadere informatie

Algemene code van goede praktijk baggeren ruimingsspecie

Algemene code van goede praktijk baggeren ruimingsspecie Algemene code van goede praktijk baggeren ruimingsspecie Actualisatie 2015 Lieve De Greeff team Eindverwerking en bouw Actualisatie code van goede praktijk Materialendecreet en VLAREMA (1 juni 2012) Verwijzingen

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk voor het vergunnen van tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem 2. Uitgever 3. Aantal blz. Openbare

Nadere informatie

Environmental & Safety Services # 4 22/02/2017-1

Environmental & Safety Services # 4 22/02/2017-1 Environmental & Safety Services # 4 22/02/2017-1 HET BODEMDECREET EN WATERBODEMS SHE-forum Essenscia Gent, 22 februari 2017 # 4 22/02/2017-2 Afkortingen MvT: Memorie van toelichting BBO: beschrijvend bodemonderzoek

Nadere informatie

Risico s bij grondverzet

Risico s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening maatschappelijk belang ebsd Bewaking en continue

Nadere informatie

UITVOEREN VAN MILIEUHYGIËNISCH

UITVOEREN VAN MILIEUHYGIËNISCH UITVOEREN VAN MILIEUHYGIËNISCH ONDERZOEK (I.K.V. VLAREBO EN VLAREMA) Spiegelvijver Schoonselhof te Wilrijk STAD ANTWERPEN Eindrapport Rapport opgemaakt door : Kontichsesteenweg 38 2630 Aartselaar juli

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/36469] 29 SEPTEMBER 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Haacht als site

Nadere informatie

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S)

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S) vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S) Administratief en organisatorisch luik van het traceerbaarheidssysteem van vzw Grondbank

Nadere informatie

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie KWALITEITSZORGSYSTEEM VOOR HET VERVOER Administratief en organisatorisch luik van de traceerbaarheidsprocedure van de vzw Grondbank. V080315 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Infosessie "grond en stenen

Infosessie grond en stenen Infosessie "grond en stenen Wat is er nieuw in het grondverzet hoofdstuk XIII van VLAREBO na de inkanteling van bodemmaterialen vanuit het VLAREMA? Timothy Geerts, Diensthoofd Grondwijzer vzw 21/02/2018

Nadere informatie

Bodem. Ministerieel besluit van 14 februari Belgisch Staatsblad van 11 april 2019

Bodem.   Ministerieel besluit van 14 februari Belgisch Staatsblad van 11 april 2019 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het decreet Versie december 2018 CMA/5/B.4 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure CMA/5/B.4

Nadere informatie

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp Opdrachtgever : Bart Boon Barneveld BV Adres : Barnseweg 124 Postcode, plaats : 3771 RP Barneveld Contactpersoon : Dhr. H. van Grootheest Telefoonnummer

Nadere informatie

Aanvraag van het verlaagde tarief van de milieuheffing

Aanvraag van het verlaagde tarief van de milieuheffing Aanvraag van het verlaagde tarief van de milieuheffing Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Afdeling Bodembeheer Stationsstraat 110, 2800 MECHELEN Tel. 015 284 284 Fax 015 284 275 Website: www.ovam.be

Nadere informatie

Waterbodemonderzoek van sterk verontreinigde sedimenten, oevers en overstromingsgebieden

Waterbodemonderzoek van sterk verontreinigde sedimenten, oevers en overstromingsgebieden Waterbodemonderzoek van sterk verontreinigde sedimenten, oevers en overstromingsgebieden 9de Waterforum: De verdoken schakel in het waterbeleid. Sediment samen aanpakken biedt vele kansen. 1 juni 2012

Nadere informatie

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Artikel 1. Er wordt een site vastgesteld 'Woonzone Klapgat en school Don Bosco in Haacht' voor de gronden opgenomen in de lijst van bijlage 1. Hoofdstuk II. Uitvoering

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Kwaliteitsreglement in het kader van de erkenning van een grondreinigingscentrum of een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

Wegenis- en rioleringswerken en bouwpercelen Cadix wijk - Antwerpen

Wegenis- en rioleringswerken en bouwpercelen Cadix wijk - Antwerpen fã~öáåé=íüé=êéëìäí Technisch verslag Wegenis- en rioleringswerken en bouwpercelen Cadix wijk - Antwerpen AG Stadsplanning Antwerpen MILIEU Bodem Projectnummer 11435 Versie B 16-11-211 Pagina 2 van 6 11435

Nadere informatie

TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT

TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT RESULTATEN TERREINCONTROLES 2017 TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT pagina 2 of 10 23.03.2018 / rapport ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIENOTA KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK Auteurs: Bart BARTHOLOMIEUX, Gwendy WYNS Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770

Nadere informatie

Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem

Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen Datum : 3 april 2013 (versie 5) Opgemaakt door : Thomas De Vriese Thomas De Vriese Diensthoofd 1 INLEIDING... 1 1.1 ONDERWERP... 1 1.2 TOEPASSINGSGEBIED...

Nadere informatie

3 GEWESTEN, 1 technisch verslag

3 GEWESTEN, 1 technisch verslag 3 GEWESTEN, 1 technisch verslag EasyFairs Industrie & Milieu Antwerp Expo 31 maart 2011 Glein Roggeman, in naam van VEB 1 Vergelijking tussen 3 gewesten VLAANDEREN BRUSSEL WALLONIE VLAREBO hoofdstuk XIII

Nadere informatie

TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT

TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT RESULTATEN TERREINCONTROLES 2016 TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT pagina 2 of 9 22.06.2017 / rapport ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

fã~öáåé=íüé=êéëìäí Technisch verslag Wegeniswerken, De Bavaylei te Vilvoorde Aquafin MILIEU Bodem

fã~öáåé=íüé=êéëìäí Technisch verslag Wegeniswerken, De Bavaylei te Vilvoorde Aquafin MILIEU Bodem fã~öáåé=íüé=êéëìäí Technisch verslag Wegeniswerken, De Bavaylei te Vilvoorde Aquafin MILIEU Bodem Projectnummer 11013 Versie B 13-01-2010 Pagina 2 van 48 11013 Opdrachtgever Aquafin NV Dijkstraat 8 2630

Nadere informatie

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft op 19 februari 2015 een waterbodemkwaliteitskaart (WBKK) vastgesteld. De WBKK van Delfland is een belangrijk

Nadere informatie

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland Bijlage 5: Bewijsmiddelen 1.1 Bodemkwaliteitskaart 1.1.1 Algemeen Bij het opstellen van de Nota bodembeheer worden de op dat moment geldende (water)bodemkwaliteitskaarten en de in concept beschikbare nieuwe

Nadere informatie

Inhoud. De rol van Grondbank in stadsvernieuwingsprojecten

Inhoud. De rol van Grondbank in stadsvernieuwingsprojecten De rol van Grondbank in stadsvernieuwingsprojecten Industry & Environment Antwerp Expo 1/4/2015 Seminarie Milieuaspecten in het kader van stadsvernieuwing Grondbank gewaarborgd grondverzet Inhoud Stadsvernieuwingsprojecten

Nadere informatie

Procedure CMA1/A. Staalname v/h vaste deel v/d aarde

Procedure CMA1/A. Staalname v/h vaste deel v/d aarde Procedure CMA1/A. Staalname v/h vaste deel v/d aarde Coördinatie kwaliteitsborging OVAM. Representativiteit een must! Procedure CMA1/A.1 Het vaste deel van de aarde Leidraad voor het uitvoeren van boringen

Nadere informatie

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN IN OF OP DE BODEM

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN IN OF OP DE BODEM CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN IN OF OP DE BODEM Inhoud 1. TOEPASSINGSGEBIED... 2 2. DEFINITIES... 2 3. TOELATINGEN... 3 3.1. HET PERCEEL IS INGESCHREVEN IN

Nadere informatie

Hoe houden we het werkbaar?

Hoe houden we het werkbaar? Hoe houden we het werkbaar? Veranderende eisen aan asbestonderzoek in bodem Arthur de Groof Landelijke Asbest Praktijkdag Van der Valk, Utrecht, 18 mei 2017 Wat ik u wil vertellen wijzigingen aan eisen:

Nadere informatie

Staat u ook als aan de grond genageld door de problematiek van asbest? Grondwijzer helpt u. Cindy Ydens-Bogaert Inhoud Inleiding Wettelijk kader Voorkomen van asbest in het grondverzet Hoe kijkt Grondwijzer

Nadere informatie

SITES OP PARTICULIERE GRONDEN

SITES OP PARTICULIERE GRONDEN Vlaanderen is bodembewust SITES OP PARTICULIERE GRONDEN WWW.OVAM.BE Risicogronden In het verleden kregen oude stortplaatsen of fabrieksterreinen een andere bestemming zoals woon- of landbouwgebied. Ook

Nadere informatie

VERDUIDELIJKENDE NOTA VOOR DE LIJST BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK EN VORMVAST PRODUCT

VERDUIDELIJKENDE NOTA VOOR DE LIJST BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK EN VORMVAST PRODUCT VERDUIDELIJKENDE NOTA VOOR DE LIJST BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK EN VORMVAST PRODUCT INLEIDING Deze tekst geeft een aanvullende verduidelijking van het Ministerieel Besluit houdende vaststelling van de lijst

Nadere informatie

Nieuwe regeling voor grondverzet

Nieuwe regeling voor grondverzet [ W e t g e v i n g ] Nieuwe regeling voor grondverzet In de Nieuwsbrief van juni 2002 verscheen een uitgebreid artikel over het grondverzet. Ondertussen is veel water naar de zee gevloeid, is de regeling

Nadere informatie

BODEMSANERINGSPROJECT

BODEMSANERINGSPROJECT BODEMSANERINGSPROJECT VOORMALIGE STORTPLAATS HUISHOUDELIJK AFVAL EYSELS - TURNHOUT 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. OBBO 1. PAK in bodem 2. Zware metalen in bodem 3. Minerale olie in bodem 4. PAK in grondwater

Nadere informatie

Bewonersvergadering site LAR Rekkem. Bodemonderzoek, bodemsanering, projectontwikkeling

Bewonersvergadering site LAR Rekkem. Bodemonderzoek, bodemsanering, projectontwikkeling Bewonersvergadering site LAR Rekkem Bodemonderzoek, bodemsanering, projectontwikkeling 1 Doel bewonersvergadering Voorstelling van diverse betrokken partijen en hun taakverdeling Historiek van de site,

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/35817] 4 MEI 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Middelkerke als site

Nadere informatie

Uitvoeringskader eenduidige handhaving NEN 5720 en NEN 5717

Uitvoeringskader eenduidige handhaving NEN 5720 en NEN 5717 Uitvoeringskader eenduidige handhaving NEN 5720 en NEN 5717 Inleiding Aanleiding, doel en reikwijdte Dit document is opgesteld ten behoeve van de eenduidige handhaving door RWS en ILT van naleving van

Nadere informatie

Bodem. Ministerieel besluit van 10 januari Belgisch Staatsblad van 28 februari 2017

Bodem.  Ministerieel besluit van 10 januari Belgisch Staatsblad van 28 februari 2017 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het decreet Versie november 2016 CMA/5/B.4 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure CMA/5/B.4

Nadere informatie

Algemene code van goede praktijk bagger- en ruimingsspecie

Algemene code van goede praktijk bagger- en ruimingsspecie Algemene code van goede praktijk bagger- en ruimingsspecie Inhoudstafel Inhoudstafel 1 1 Aanwending van bagger- en ruimingsspecie als grondstoffen - krachtlijnen van het VLAREMA 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Hergebruik

Nadere informatie

Conformverklaring Technisch Verslag

Conformverklaring Technisch Verslag Grondbank vzw erkende bodembeheerorganisatie Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Tel. 02 545 58 48 Fax 02 545 58 54 Conformverklaring Technisch Verslag (conform art 186 van het Vlarebo) geldig tot 08/08/14

Nadere informatie

Bodemonderzoek. Volgens protocollen. Bodemonderzoek volgens protocollen

Bodemonderzoek. Volgens protocollen. Bodemonderzoek volgens protocollen Bodemonderzoek Volgens protocollen Bodemonderzoek volgens protocollen 1 Vooronderzoek NEN 5725 Strategie voor het uitvoeren van voor-onderzoek bij Verkennend en Nader Onderzoek Raadplegen archieven en

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv (VMSW)

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv (VMSW) Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv (VMSW) Milieuhygiënisch onderzoek t.b.v. grondverzet Gebruiksmogelijkheden als BODEM en/of BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK, VORMVAST PRODUCT Boudewijnlaan 2 2220 Heist-op-den-Berg

Nadere informatie

STADSVERNIEUWINGSCONGRES SAMEN BOUWEN AAN DE TOEKOMST BODEMRISICO S 25 FEBRUARI 2015. Vaststellingen

STADSVERNIEUWINGSCONGRES SAMEN BOUWEN AAN DE TOEKOMST BODEMRISICO S 25 FEBRUARI 2015. Vaststellingen STADSVERNIEUWINGSCONGRES SAMEN BOUWEN AAN DE TOEKOMST BODEMRISICO S 25 FEBRUARI 2015 Liesbet Van Cauwenberghe IMMOTERRAE nv Vaststellingen Strenge milieuwetgeving in Vlaanderen en Brussel en hoge kosten

Nadere informatie

PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND

PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND HOE KOMEN DE MEETWAARDEN VAN ASBEST IN GROND TOT STAND EN HOE BETROUWBAAR ZIJN DEZE MEETWAARDEN? JAAP VAN DER BOM DIRECTEUR/SECRETARIS BRANCHEVERENIGING

Nadere informatie

Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER

Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER Van toepassing op : BRL SIKB 1000, versie 8.2 van 2 oktober 2014 Versie en datum vaststelling : versie 2, 10 maart 2016 Wijziging nummer: 1 Datum vaststelling

Nadere informatie

Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem

Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem 23 Januari 2004 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem 2. Uitgever 6.Aantal

Nadere informatie

Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem

Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen Datum : 20 oktober 2008 Opgemaakt door : Hilde Pintens Geauthoriseerd door : Thomas De Vriese Hilde Pintens Adviseur Thomas De Vriese Diensthoofd

Nadere informatie

VR DOC.1053/2

VR DOC.1053/2 VR 2018 2109 DOC.1053/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBObesluit

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER Onderhavige verordening bevat voorschriften inzake het plaatsen

Nadere informatie

WATERBODEM. Ministerieel besluit van 12 januari Belgisch Staatsblad van 25 januari DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

WATERBODEM.   Ministerieel besluit van 12 januari Belgisch Staatsblad van 25 januari DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED WATERBODEM Deze methode beschrijft de voorbehandeling van waterbodemmonsters en is van toepassing voor de bepaling van parameters beschreven in CMA/2/II/A.15. 2 ALGEMENE OPMERKINGEN

Nadere informatie

ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG

ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG opdrachtgever dhr Ab van der Ham Grotewaard 41 4221 SL Noordeloos projectnummer 09-2199 versie: 1 datum: 19 november 2010 LINGE MILIEU BV BODEMONDERZOEK

Nadere informatie

Samenvatting en interpretatie voor gebruikers waterbodemonderzoek de Kom Zeeburgereiland

Samenvatting en interpretatie voor gebruikers waterbodemonderzoek de Kom Zeeburgereiland Notitie Contactpersoon Fabiola Otto Datum 4 maart 2016 Kenmerk N001-1238369FOT-lhl-V01-NL Samenvatting en interpretatie voor gebruikers waterbodemonderzoek de Kom Zeeburgereiland Tauw bv heeft ten behoeve

Nadere informatie

T9043_procedure Actualisatie Onderzoek in het kader van de herevaluatie van de saneringsnoodzaak/saneringsurgentie. Inhoudsopgave

T9043_procedure Actualisatie Onderzoek in het kader van de herevaluatie van de saneringsnoodzaak/saneringsurgentie. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 1 2 Opstellen van VABO (Voorstel afperkend Bodemonderzoek)... 2 3 Rapportage resultaten eerste fase en aanbevelingen verdere aanpak... 3 4 Planning... 4

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse

Nadere informatie