CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN IN OF OP DE BODEM
|
|
- Sylvia de Veer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN IN OF OP DE BODEM Inhoud 1. TOEPASSINGSGEBIED DEFINITIES TOELATINGEN HET PERCEEL IS INGESCHREVEN IN CATEGORIE 0 OF EEN CATEGORIE GECOMBINEERD MET HET PERCEEL IS INGESCHREVEN IN CATEGORIE 3 OF HET PERCEEL IS INGESCHREVEN IN CATEGORIE 1 OF 2, OF IS NIET OPGENOMEN IN DE INVENTARIS Voor een werf met betrekking tot rubriek Buiten het kader van rubriek HET TERREIN IS NIET GEKADASTREERD VOORAFGAANDE CONTROLE VAN DE GEBRUIKSVOORWAARDEN TECHNISCH VERSLAG STAALNEMING ANALYSE VAN DE STALEN TOESLAGSTOFFEN EN STABILISE NATUURLIJKE GRANULATEN GEBRUIKSVOORWAARDEN GEBRUIKSVOORWAARDEN VOOR UITGEGRAVEN GRONDEN Algemeen principe Afwijkende principes GEBRUIKSVOORWAARDEN VOOR GRANULATEN Algemeen principe Afwijkende principes BIJLAGE 1: TRACEERBAARHEID ALS AFVALSTOFFEN BIJLAGE 2: DE MEEST VOORKOMENDE INGEDEELDE INRICHTINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN BIJLAGE 3: UITVOERINGSSTRATEGIEËN VOOR BORINGEN EN STAALNEMINGEN IN HET KADER VAN EEN TECHNISCH VERSLAG NIET UITGEGRAVEN BODEM Aantal te analyseren mengstalen Aantal uit te voeren meters boringen Samenstelling van de mengstalen Opstellen van een zoneringsplan GESTOCKEERDE HOPEN UITGEGRAVEN GROND EN GRANULATEN Homogene hopen Andere hopen ANNEXE 4: TYPE-INHOUD VAN EEN TECHNISCH VERSLAG HOOFDSTUK 1: ADMINISTRATIEVE GEGEVENS HOOFDSTUK 2: OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN HOOFDSTUK 3: RESULTATEN VAN EVENTUEEL AL UITGEVOERDE BODEMONDERZOEKEN OF BEHANDELINGSWERKEN HOOFDSTUK 4: STRATEGIEËN VOOR DE UITVOERING VAN DE BORINGEN, STAALNAMES EN ANALYSES HOOFDSTUK 5: RESULTATEN VAN DE VELD- EN LABORATORIUMWERKZAAMHEDEN HOOFDSTUK 6: MET REDEN OMKLEDE CONCLUSIES BIJLAGEN PAGINA 1 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN -
2 1. TOEPASSINGSGEBIED Deze code is van toepassing in het kader van het gebruik van uitgegraven gronden en granulaten, in of in rechtstreeks contact met de bodem (vb. een funderingslaag) onder de volgende cumulatieve voorwaarden: - voor een niet gebonden of een gestabiliseerd gebruik en, - voor dossiers die geopend zijn in het kader van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, of wanneer dit in de vergunningen of de bijzondere uitbatingsvoorwaarden gespecifieerd is, krachtens de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. Deze code vervangt de code van goede praktijk inzake gebruik van aanvulgronden en ophogingen en is van toepassing in afwachting van specifieke wetgeving, met name: - een besluit tot bepaling van de voorwaarden voor het gebruik, het transport, de opslag, de behandeling en de traceerbaarheid van uitgegraven en aangevulde grond, zoals voorzien in artikel 72 van de bodemordonnantie; - wijzigingen inzake bepaling van de voorwaarden voor de productie en het gebruik van granulaten, van het besluit van 1 december 2016 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen. De voorwaarden van deze code zullen als algemeen principe worden opgelegd in een gelijkvormigheidsverklaring van een sanerings- of risicobeheersvoorstel en bij afgifte van een milieuvergunning. Ze zijn ook van toepassing in het kader van behandelingen van beperkte duur en ze kunnen opgelegd worden bij een aangifte in het kader van de ordonnantie milieuvergunningen. De voorwaarden van deze code kunnen echter niet worden toegepast indien zij afbreuk doen aan eventuele andere voorwaarden hieromtrent, die in de gelijkvormigheidsverklaring of vergunning worden opgelegd. 2. DEFINITIES In het kader van deze code van goede praktijk wordt verstaan onder: 1. Uitgegraven grond: een materiaal samengesteld uit klei, leem, zand, grind van natuurlijke oorsprong (verstoord of niet) die uitgegraven wordt uit de bodem. Ditzelfde type materiaal dat afkomstig is van een vergund bodembehandelingscentrum is eveneens begrepen in de notie van uitgegraven grond. 2. Een reeds bestaande ophoging: grond die in het verleden 1 door de mens werd aangebracht om de natuurlijke topografie aan te passen naar zijn behoeften en die wordt gekenmerkt door een heterogene lithologie (slib, zand, klei, bakstenen, puin van metselwerk, enz.) die - op het territorium van het gewest - soms verontreinigd zijn door zware metalen en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). Een reeds bestaande ophoging kan een uitgegraven grond worden indien hij uitgegraven wordt. 1 Vóór 20 januari 2005, datum van inwerkingtreding van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems. PAGINA 2 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
3 3. Granulaat: een materiaal met een zandige (max. 0/4 mm) of steenachtige (max. 0/56 mm) fractie van natuurlijke oorsprong of van de verwerking van afvalstoffen afkomstig van bouw-, renovatie- en sloopwerken van gebouwen, kunstwerken of wegen. 3. TOELATINGEN In overeenstemming met de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen, wordt elke grond die wordt uitgegraven en elk granulaat, of ze nu verontreinigd zijn of niet, beschouwd als een afvalstof. Ze kunnen dus niet als dusdanig gebruikt worden. De bepalingen van de afvalstoffenordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing (zie bijlage 1). Uitgegraven gronden en granulaten kunnen op dit ogenblik echter hun afvalstatuut verliezen in het kader van toelatingen krachtens de bodemordonnantie of de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen. Deze toelatingen worden aangevraagd en afgeleverd voor de percelen waarop de uitgegraven gronden of granulaten worden gebruikt, behalve in het geval van de milieuvergunningen die beschreven staan in punt die ook het gebruik van uitgegraven gronden en van granulaten op andere percelen, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dan van waar ze afkomstig zijn, kunnen toelaten. Het gebruik van andere afvalstoffen op een perceel, zoals niet gerecycleerde bouw- en sloopafvalstoffen, slakken, bodem- en vliegassen of stukken plastiek, met het oog op het opvullen van ontgravingen of om het terrein op te hogen is verboden. De toelating waar de voorkeur aan wordt gegeven zal onder meer afhangen van de categorie in de inventaris van de bodemtoestand van het perceel waarop de uitgegraven gronden of granulaten gebruikt worden en kan als volgt samengevat worden: 3.1. Het perceel is ingeschreven in categorie 0 of een categorie gecombineerd met 0 Wanneer men handelingen of werken in contact met de bodem van meer dan 20 m² voorziet, wordt een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd vóór de aflevering van de stedenbouwkundige- of milieuvergunning, tenzij hiervoor een vrijstelling wordt verkregen. Naar aanleiding van deze studie wordt het perceel in een andere categorie dan 0 ingeschreven (t.t.z. 1 tot 4, al dan niet gecombineerd met 0). In het geval van een vrijstelling blijft de categorie ongewijzigd. Om in deze gevallen uitgegraven gronden of granulaten te gebruiken in of op de bodem, dient men bijgevolg één van de procedures die voorzien zijn voor de andere categorieën, zoals hieronder beschreven, te volgen. Een uitzondering hierop vormt de minieme behandeling. Mits deze werken correct beschreven staan in het verkennend bodemonderzoek waarvan deze behandeling in voorkomend geval deel uit maakt, zal de gelijkvormigheidsverklaring van dit onderzoek gelden als bevestiging van het einde van de afvalfase. In het geval van een stedenbouwkundige- of milieuvergunning voor handelingen of werken in contact met de bodem van minder dan 20 m² bestaat de verplichting tot het PAGINA 3 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
4 uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek niet. De bepalingen van de bodemordonnantie inzake ontdekking van een bodemverontreiniging 2 en de bepalingen van de milieuvergunnings- en afvalstoffenordonnantie blijven onverminderd van kracht. Tenzij dit gedekt wordt door een bodembehandeling (van beperkte duur of miniem), wordt voor het gebruik van uitgegraven gronden of granulaten in deze gevallen een toelating gevraagd overeenkomstig de ordonnantie milieuvergunningen, zoals dit beschreven is in punt Het perceel is ingeschreven in categorie 3 of 4 Een sanerings- of risicobeheersvoorstel dat door Leefmilieu Brussel gelijkvormig werd verklaard geldt als vereiste toelating, verklaring of vergunning 3. De gelijkvormigheidsverklaring van een dergelijk voorstel laat toe om het einde van de afvalfase te geven aan uitgegraven gronden of granulaten die van de werf zelf afkomstig zijn en/of van een andere werf of opslagplaats worden aangevoerd. Op voorwaarde dat dit gebruik beschreven is in het voorstel 4, valideert de gelijkvormigheidsverklaring dus het gebruik in of in rechtstreeks contact met de bodem in de behandelingszone van de bodemverontreiniging en, bij uitbreiding, op het geheel van de tot de werf betrokken percelen, zelfs indien ze niet allemaal opgenomen zijn in categorie 3 of 4. Het gebruik van uitgegraven gronden en granulaten op een perceel in categorie 3 en 4 is eveneens toegelaten in het kader van een behandeling van beperkte duur 5, op voorwaarde dat de bepalingen met betrekking tot deze behandeling, voorzien in de bodemordonnantie, gerespecteerd worden. Het spreekt voor zich dat de eindbeoordeling die na de werken wordt opgesteld, eveneens een beschrijving dient te geven van het respecteren van deze code van goede praktijk en de voorwaarden van de gelijkvormigheidsverklaring. Dit geldt in het bijzonder voor behandelingen van beperkte duur waarvoor geen uitgebreid voorstel wordt ingediend bij Leefmilieu Brussel. Een uitzondering op de bovengenoemde principes vormen de behandelingen in het kader van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations aangezien de toelatingen hiervoor worden gegeven op basis van een milieuvergunning voor de ingedeelde inrichting rubriek Vb. artikel 4 en artikel 13 6 van de bodemordonnantie van 5 maar Overeenkomstig artikel 36 of 44 van de bodemordonnantie van 5 maart Op basis van deze code van goede praktijk, en meer specifiek de elementen die beschreven staan in de type-inhoud van het technisch verslag 5 Overeenkomstig artikel 63 en volgende van de bodemordonnantie van 5 maart 2009 PAGINA 4 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
5 3.3. Het perceel is ingeschreven in categorie 1 of 2, of is niet opgenomen in de inventaris Om het einde van de afvalfase te verkrijgen voor uitgegraven gronden of granulaten, wordt een vergunning gevraagd krachtens de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen. Een toelating wordt gevraagd in functie van de rubrieken van de lijst van ingedeelde inrichtingen Voor een werf met betrekking tot rubriek 28 Voor deze werven moet een voorafgaande werfaangifte ingediend worden bij de gemeentelijke administratie. Deze omkadert de werfactiviteiten, met inbegrip van de andere ingedeelde inrichtingen die op de werf 6 uitgebaat worden, voor zover deze in de voorafgaande aangifte werden beschreven. Activiteiten die buiten het kader van de werf vallen zijn uitgesloten van rubriek 28 en moeten het voorwerp uitmaken van afzonderlijke vergunning overeenkomstig de lijst van ingedeelde inrichtingen (zie eveneens de samenvattende tabel in bijlage 2). Voorbeelden: - De recyclage van sloopafval ter plaatse voor een gebruik onder de vorm van granulaten op de werf die het voorwerp uitmaakt van de voorafgaande aangifte is inbegrepen in de rubriek 28. In dit geval wordt geen vergunning gevraagd overeenkomstig rubriek 48: mechanische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen wanneer de activiteit wordt beschreven in het kader van de voorafgaande werfaangifte; - De recyclage van sloopafval op de werf om het af te voeren en te gebruiken als granulaat (met eindeafvalfase) op een andere werf is niet inbegrepen in rubriek 28; - Het gebruik ter plaatse van op de werf uitgegraven gronden is inbegrepen in de rubriek 28. De werfaangifte moet de activiteiten detailleren die betrekking hebben op granulaten en uitgegraven gronden. De gemeentelijke administratie kan gebruiksvoorwaarden opleggen in de bijzondere uitbatingsvoorwaarden. Bijkomende informatie (formulier, procedures, enz.) met betrekking tot de werfaangifte voor rubriek 28 vindt u op de website van Leefmilieu Brussel: 6 Met uitzondering van in-situ verwijdering van afvalstoffen, de opslag van explosieven en saneringswerven PAGINA 5 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
6 Buiten het kader van rubriek 28 De te volgen procedure (de betrokken rubriek(en), de klasse van de vergunning, het aanvraagformulier, ) zal van meerdere factoren afhangen. Bijvoorbeeld: - de oorsprong van de uitgegraven gronden of de granulaten, - de kwantiteit en de kwaliteit van de materialen, - de ondergane of uit te voeren behandeling, - het voorziene gebruik. De vergunningsaanvraag of de voorafgaande aangifte detailleert de activiteiten in verband met uitgegraven gronden en granulaten. De gemeentelijke administratie (klasse 3 en het merendeel van klasse 2) of Leefmilieu Brussel (bepaalde klasse 2, klasse 1D, 1C, 1B en 1A) kan gebruiksvoorwaarden opleggen in de bijzondere uitbatingsvoorwaarden of in de afgeleverde vergunning 7 De tabel in bijlage 2 herneemt de meest voorkomende ingedeelde inrichtingen in verband met uitgegraven gronden en granulaten (andere dan rubriek 28) De informatie met betrekking tot de toelatingen die verband houden met de aangiften en de milieuvergunningen (formulier, procedures, enz.) vindt u terug op de website van Leefmilieu Brussel: de administratieve gids van de milieuvergunningen en de lijst van formulieren Het terrein is niet gekadastreerd In het merendeel van de gevallen is een niet gekadastreerd terrein (vb. op de openbare weg) niet opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand. Voor het gebruik van uitgegraven gronden of granulaten op deze terreinen wordt een toelating gevraagd overeenkomstig de ordonnantie milieuvergunningen, zoals dit beschreven is in punt 3.3. Voor het gebruik van uitgegraven gronden of granulaten uitgevoerd in het kader van een toegelaten behandeling van een bodemverontreiniging in uitvoering van de bodemordonnantie, is geen bijkomende milieuvergunning noodzakelijk. 7 Indien het project of de activiteit verschillende ingedeelde inrichtingen omvat moet nog slechts één aangifte of aanvraag voor een vergunning in gediend worden en dit volgens de aanvraag die overeenstemt met de inrichtingen van de hoogste klasse (volgorde van hoog naar laag: 1A, 1B, 2, 1D, 1C, 3). PAGINA 6 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
7 4. VOORAFGAANDE CONTROLE VAN DE GEBRUIKSVOORWAARDEN 4.1. Technisch verslag Voor het gebruik van uitgegraven gronden of granulaten, in of in rechtstreeks contact met de bodem, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt een technisch verslag over deze gronden of granulaten opgesteld door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend bodemverontreinigingsdeskundige, volgens de type-inhoud in bijlage 4, behalve in de volgende gevallen: - wanneer het gebruik van de uitgegraven gronden of de granulaten het voorwerp uitmaakt van een saneringsvoorstel of een risicobeheersvoorstel dat gelijkvormig verklaard is overeenkomstig de bodemordonnantie van 5 maart 2009 en dat dit gebruik beschreven staat in dit voorstel; - wanneer gebruik wordt gemaakt van de procedure van behandeling van beperkte duur. Indien de uitgegraven gronden van een ander gewest afkomstig zijn, kan het verslag van een studie met betrekking tot het gebruik van gronden dat werd uitgevoerd overeenkomstig de wetgeving van dit gewest 8, gelijk gesteld worden aan het bovenvernoemd technisch verslag, op voorwaarde dat de bodemverontreinigingsdeskundige de resultaten van deze studie evalueert op basis van de bepalingen van de huidige code van goede praktijk. Het technisch verslag wordt door de deskundige via het Brusoil platform aan de onderafdeling bodem van Leefmilieu Brussel overgemaakt. In dit geval zal de onderafdeling bodem zijn advies uitbrengen binnen een maximale termijn van 30 dagen na datum van ontvangst van het technisch verslag Staalneming De stalen van uitgegraven gronden of granulaten worden genomen door een erkend bodemverontreinigingsdeskundige en geanalyseerd door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend, of erkend beschouwd 9, laboratorium. De deskundige kiest, op gemotiveerde wijze, tussen de minimale staalnemingsstrategieën die opgenomen zijn in bijlage 3 van de deze nota. Indien deze strategieën niet toelaten om voldoende representativiteit te verkrijgen van de kwaliteit van de gronden of granulaten, dient hij aanvullende staalnemingen uit te voeren. Om de mogelijkheden van een selectieve afgraving of de gebruiksmogelijkheden van de uit te graven gronden van een verschillende kwaliteit te evalueren maakt de deskundige, indien relevant, een onderscheid tussen de verschillende volumes waarvoor gebruik voorzien wordt, op basis van alle beschikbare gegevens. De deskundige houdt rekening 8 Een technisch verslag grondverzet voor het Vlaams Gewest of een rapport de qualité des terres voor het Waals Gewest. 9 Erkend in een ander Belgisch Gewest en geaccrediteerd. PAGINA 7 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
8 met de afperking van aanwezige verontreinigingen van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken om een onderscheid te maken tussen de verschillende, te gebruiken of te verwijderen volumes gronden met verschillende kwaliteit. Het uitvoeren van boringen, het nemen en bewaren van de stalen gebeurt volgens de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van kracht zijnde codes van goede praktijk 10, behalve voor het samenstellen van mengstalen waarvoor de regels in bijlage dienen gerespecteerd te worden Analyse van de stalen Voor elk staal voert men analyses uit op de volgende parameters: PAK, Zware metalen, MO (C10-C40). Voor granulaten worden bijkomende analyses op asbest en PCB uitgevoerd. De stalen worden bovendien geanalyseerd op de parameters waarvan de deskundige de aanwezigheid vermoedt of waarvan hij, op basis van eerdere bodemonderzoeken, kennis heeft. Wanneer er aanwijzingen zijn van vluchtige stoffen (minerale olie vluchtig, gechloreerde solventen, enz.) voorziet men één of meer analyse(s) van deze stoffen op enkelvoudige stalen Toeslagstoffen en stabilisé De mengeling van zand met cement of de mengeling van grond met kalk dient niet als mengeling geanalyseerd te worden maar wel het zand / de grond vóór menging en dit om aan de gebruiksvoorwaarden te voldoen Natuurlijke granulaten Granulaten van natuurlijke oorsprong, te zeggen afkomstig van een toegelaten zand-, grindgroeve, enz., dienen niet geanalyseerd te worden om te beantwoorden aan de gebruiksvoorwaarden als de volgende cumulatieve voorwaarden worden gerespecteerd: 1. er is geen vermoeden dat ze verontreinigd zijn (geen vermoeden van overschrijding van de saneringsnormen of aanwezigheid van invasieve dier- of plantensoorten) en; 2. ze worden begeleid door oorsprongsattesten. 10 Voor asbestbepaling op reeds uitgegraven gronden en op granulaten wordt aangeraden om CMA 1/A.19 Monsterneming voor bepaling van asbest in gerecycleerde granulaten te gebruiken PAGINA 8 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
9 5. GEBRUIKSVOORWAARDEN 5.1. Gebruiksvoorwaarden voor uitgegraven gronden Algemeen principe 1. Elke uitgegraven grond kan aangevoerd en/of (her)gebruikt worden op een gegeven perceel, indien de concentraties aan verontreinigingen lager zijn dan de saneringsnormen (SN) De grond respecteert de volgende voorwaarden: 1. hij bevat geen afvalstoffen; 2. aangevoerde grond bevat geen invasieve dier- en plantensoorten die opgenomen zijn in bijlage IV van de ordonnantie van 1 maart 2002 betreffende het natuurbehoud; 3. hij wordt in geen geval met gronden en granulaten van een betere kwaliteit vermengd om aan de voormelde voorwaarden te voldoen Afwijkende principes 1. In afwijking van het principe van sectie , kan een uitgegraven grond die afkomstig is van hetzelfde perceel van waar hij ontgraven is en waarvan de concentraties aan verontreinigingen lager zijn dan 80% van de interventienormen (IN), gebruikt worden onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. hij respecteert de voorwaarden van sectie ; 2. hij brengt geen toename van verontreiniging teweeg in de zin van artikel 3 25 van de ordonnantie van 5 maart In dit opzicht moeten de overschrijdingen van de saneringsnormen in deze grond uitsluitend (groepen van) verbindingen 12 betreffen die i) de saneringsnormen van de ter plekke zijnde bodem, in de onmiddellijke omtrek van de uitgraving overschrijden en ii) die geen (groepen van) te saneren verbindingen zijn; 3. de concentraties aan verontreinigingen betreffen geen stoffen die door sanering moeten behandeld worden. 2. In afwijking van het principe van sectie , kan uitgegraven grond van een reeds bestaande ophoging en waarin uitsluitend een weesverontreiniging met PAK of zware metalen voorkomt, op een zelfde perceel van waar ze afkomstig is gebruikt worden, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. hij bevat geen afvalstoffen anders dan de niet natuurlijke stenen die reeds in de bestaande ophoging aanwezig waren vóór de grond werd uitgegraven; 2. het gebruik van deze uitgegraven grond veroorzaakt geen bijkomende gebruiksbeperking; 11 Besluit van 29/03/2018 tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen 12 Groepen van verbindingen = Zware metalen (8), PAK (16), VOCL (11+1) PAGINA 9 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
10 3. hij betreft geen gevaarlijke afvalstof overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving; 4. hij wordt gebruikt in een zone waar ophogingen van dezelfde aard aanwezig zijn en op voorwaarde dat ze de horizontale grenzen en de diepte van de oorspronkelijk aanwezige ophoging niet overschrijdt; 5. de eigenaar(s) van het perceel heeft(hebben), met volledige kennis van de onderhavige voorwaarden, een schriftelijk akkoord gegeven voor het gebruik van deze uitgegraven grond. 5.2 Gebruiksvoorwaarden voor granulaten Algemeen principe 1. Elk granulaat kan aangevoerd en gebruikt worden op een gegeven perceel, indien de concentraties aan verontreinigingen lager zijn dan de saneringsnormen (SN). 2. Dit granulaat respecteert de volgende voorwaarden: 1. zijn granulometrie is lager dan 4 mm; 2. het bevat geen afvalstoffen; 3. de dikte beperkt is tot het strikt noodzakelijke in het kader van het bouwproject; 4. het bevat geen invasieve dier- en plantensoorten die opgenomen zijn in bijlage IV van de ordonnantie van 1 maart 2002 betreffende het natuurbehoud; 5. het wordt in geen geval met granulaten en uitgegraven gronden van een betere kwaliteit vermengd om aan de voormelde voorwaarde te voldoen. 3. Wanneer het perceel geklasseerd is in Bijzondere zone 13 kunnen enkel granulaten van natuurlijke oorsprong gebruikt worden op dit perceel Afwijkende principes 1. In afwijking van het principe van sectie punt 1 en indien dit omwille van bouwtechnische redenen noodzakelijk is, kan een granulaat gebruikt worden binnen de perimeter van het op te richten gebouw (dus niet in de omtrek van het gebouw noch op de rest van het niet bebouwde terrein), indien zijn granulometrie kleiner is dan 56 mm. 2. In afwijking van het principe van sectie punt 1 kan een granulaat gebruikt worden op een terrein dat geklasseerd is in industriezone, indien zijn granulometrie kleiner is dan 56 mm. 13 Kwetsbaarheidsklasse overeenkomstig het besluit van 29 maart 2018 tot vaststelling van de interventienormen en de saneringsnormen PAGINA 10 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
11 BIJLAGE 1: TRACEERBAARHEID ALS AFVALSTOFFEN Indien uitgegraven gronden en granulaten niet de einde-afvalfase hebben gekregen in één van de hierboven beschreven procedures, zijn de verplichtingen van de afvalstoffenordonnantie en het besluit van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen (Brudalex) van toepassing. Voor meer informatie over het beheer van afvalstoffen kan u de volgende pagina s raadplegen: - Afval verwijderen, - Ontwerpfasen. De traceerbaarheid die beschreven staat in Brudalex vormt de basis van het beheer van afvalstoffen. Deze traceerbaarheid wordt gegarandeerd door het gebruik van een traceerbaarheidsdocument van de initiële houder van afvalstoffen tot aan de uiteindelijke bestemming van de afvalstoffen. Een traceerbaarheidsdocument bevat de volgende informatie: - Beschrijving van de afvalstof / Eural-code, - Hoeveelheid (Ton/kg/m³), - Datum van het transport, - Gegevens van de houder van de afvalstoffen + adres van aanvaarding, - Gegevens van de inzamelaar / handelaar / makelaar en vervoerder, - Gegevens van de bestemming, - Aard van de behandeling (code R/D). Een traceerbaarheidsdocument kan elk document of een geheel van documenten zijn die de benodigde informatie bevat, bijvoorbeeld: - Factuur, - Contract, - CMR + info, - Weegbon + info en/of factuur, - type document van een ander gewest, o Vb. Identificatieformulier van het Vlaamse Gewest. Het geheel van de traceerbaarheidsdocumenten laat toe om een afvalstoffenregister samen te stellen dat aan de basis ligt van een eventueel afvalstoffenrapport. De geregistreerde (voor niet-gevaarlijke afvalstoffen) of erkende (voor gevaarlijke afvalstoffen) inzamelaar, handelaar en makelaar en de inzamel- of verwerkingsinrichting van de afvalstoffen (gesitueerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) dient zijn afvalstoffenrapport jaarlijks in bij Leefmilieu Brussel door middel van de webapplicatie Brudaweb die operationeel zal zijn in de loop van Elke andere operator dient zijn rapport enkel in op vraag van Leefmilieu Brussel. PAGINA 11 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN -
12 BIJLAGE 2: DE MEEST VOORKOMENDE INGEDEELDE INRICHTINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN Rubriek Benaming van de ingedeelde inrichting Vereiste toelating 22-2 Opslagplaatsen voor slib en/of uitgegraven grond met een voor opslag bestemde totale oppervlakte van meer dan 100 m² 22-3A Verwerkingsinrichting, met inbegrip van de inzameling, van slib en/of uitgegraven grond tot en met 1000 t/jaar 22-3B Verwerkingsinrichting, met inbegrip van de inzameling, van slib en/of uitgegraven grond van meer dan 1000 t/jaar 44-A Inrichtingen voor het sorteren en/of voor het voorbereiden met het oog op hergebruik van afvalstoffen met een capaciteit tot en met 10t/jaar 44-B Inrichtingen voor het sorteren en/of voor het voorbereiden met het oog op hergebruik van afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 tot en met 1000 t/jaar 44-C Inrichtingen voor het sorteren en/of voor het voorbereiden met het oog op hergebruik van afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 1000 tot en met t/jaar 48-A Inrichtingen of uitrustingen voor de mechanische verwerking van niet gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van inrichtingen die onder rubriek 44 vallen, met een totale drijfkracht van 2 tot en met 20 kw 48-B Inrichtingen of uitrustingen voor de mechanische verwerking van niet gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van inrichtingen die onder rubriek 44 vallen, met een totale drijfkracht van meer dan 20 kw 178 Gebruik van valoriseerbare materialen 1 Rubriek 178: - Maakt geen onderscheid tussen de aard van het materiaal, zijn gebruik of zijn kwantiteit : ze is dus van toepassing op niet gevaarlijke en gevaarlijke materialen. - Bepaalt geen klasseringsdrempel : de rubriek is dus van toepassing voor kleine hoeveelheden. Vergunning van klasse 1B Vergunning van klasse 2 Vergunning van klasse 1B Aangifte van klasse 3 Vergunning van klasse 2 Vergunning van klasse 1B Vergunning van klasse 2 Vergunning van klasse 1B Vergunning van klasse 1D 1 Valoriseerbare materialen worden gedefinieerd in artikel punt 22 van het besluit 1 december 2016 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen. Deze afvalstoffen kunnen het statuut van afvalstoffen verliezen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als ze de einde-afvalfase hebben bereikt: - in het Vlaams Gewest, overeenkomstig artikel 36 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, - in het Waals Gewest, overeenkomstig artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen of indien ze gevaloriseerd kunnen worden volgens het besluit van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt. PAGINA 12 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN -
13 BIJLAGE 3: UITVOERINGSSTRATEGIEËN VOOR BORINGEN EN STAALNEMINGEN IN HET KADER VAN EEN TECHNISCH VERSLAG 1. Niet uitgegraven bodem 1.1. Aantal te analyseren mengstalen Het aantal te analyseren mengstalen wordt bepaald aan de hand van de volgende vergelijking A = Y / (0.02 x Y + 750) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid) Waarbij: A = het aantal te analyseren mengstalen Y = volume (m³) van de uitgraving, waarvoor hergebruik voorzien wordt. Indien de te onderzoeken bodem een zone met indicaties van verontreinigingen bevat, andere dan zware metalen en PAK die verband houden met reeds bestaande ophogingen, wordt deze zone afzonderlijk geanalyseerd op basis van de bepalingen van de type-inhoud van het verkennend bodemonderzoek, met name op basis van punctuele stalen (niet gemengd) Aantal uit te voeren meters boringen De boringen worden gelijkmatig verdeeld over de te onderzoeken volumes gronden en ophoogmaterialen, rekening houdend met de visuele en organoleptische vaststellingen en de gelaagdheid. Het aantal te boren meters wordt bepaald aan de hand van de volgende vergelijking: B = 3 x Y / (0.02 x Y + 750) (uitgedrukt in meters) Waarbij: B = aantal lopende te boren meters in de te hergebruiken laag, Y = volume (m³) van de uitgraving, waarvoor hergebruik voorzien wordt Samenstelling van de mengstalen De mengstalen worden samengesteld uit individuele stalen die afkomstig zijn uit eenzelfde bodemlaag. De individuele stalen die gebruikt worden voor het samenstellen van een mengstaal worden zodanig genomen dat het mengstaal representatief is voor de geanalyseerde bodemlaag. PAGINA 13 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN -
14 Indien geen afzonderlijke teelaardelaag of geen geroerde toplaag kan worden onderscheiden, dit al dan niet onder een verharding, dan maakt een afzonderlijke toplaag van 30 cm het voorwerp uit van aparte mengstalen. Het volledige boortraject die door de te hergebruiken laag gaat, wordt bemonsterd en geanalyseerd. Er wordt minimaal één staal per geboorde meter genomen en ten minste één staal per bodemlaag. Alle individuele stalen die genomen worden vanuit de minimale strategie worden geanalyseerd, hetzij in een mengstaal, hetzij in een niet gemengd staal. Individuele stalen met een waarneembaar verschillende verontreinigingsgraad worden nooit met elkaar vermeng tot een mengstaal. Indien de verdachte fracties vluchtige stoffen kunnen bevatten, gebeurt de analyse altijd op een niet gemengd staal. Bij de aanwezigheid van een dunne laag verdacht materiaal wordt een representatief mengstaal van deze laag bemonsterd en geanalyseerd. Indien het onmogelijk is om deze dunne laag te bemonsteren kan de bodemsaneringsdeskundige beslissen om ze tijdens de werf apart af te graven om afzonderlijk als hoop te worden bemonsterd en geanalyseerd (zie procedure hieronder) Opstellen van een zoneringsplan Het ruimtelijk onderscheid tussen de verschillende loten uit te graven bodem in functie van hun gebruiksmogelijkheden als uitgegraven grond of niet, kan vertaald worden in een zoneringsplan dat kan dienen om een selectief ontgravingsplan op te stellen. 2. Gestockeerde hopen uitgegraven grond en granulaten Voor de omrekening van het tonnage van een gestockeerde hoop uitgegraven grond wordt een omrekeningsfactor 1,6 voor de verhouding massa/volume gehanteerd Homogene hopen 1 De staalneming van homogene hopen grond of granulaten gebeurt door het bemonsteren van oppervlaktemengstalen en stalen samengesteld uit boringen uitgevoerd in de hoop. Voor hopen waarvan het volume kleiner is dan of gelijk aan 250 m³, wordt één enkel mengstaal geanalyseerd. Dit staal is samengesteld uit een mengsel van individuele stalen die uniform, per 25 m³, bemonsterd zijn. 1 Onder homogene grondhoop wordt verstaan uitgegraven aanvulgronden of ophooglagen met dezelfde karakteristieken, bijvoorbeeld afkomstig van dezelfde bodemlaag die opgeslagen worden en die niet gemengd zijn met gronden of ophooglagen met andere karakteristieken of een betere kwaliteit. PAGINA 14 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
15 Wanneer het volume groter is dan 250 m³ wordt het aantal mengstalen als volgt bepaald: Oppervlaktemengstalen A = Y / (0,04 x Y ) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid) Waarbij: A = aantal te analyseren oppervlaktemengstalen; Y = volume (m³) van de te controleren partij. Ieder oppervlaktemengstaal bestaat uit 25 grepen van 10 cm³. Deze stalen worden dusdanig genomen dat ze representatief zijn voor (het gedeelte van) de hoop. Mengmonsters samengesteld door middel van boringen doorheen de hoop A = Y / (0,035 x Y ) (af te ronden naar de bovenliggende eenheid) Waarbij: A = aantal te analyseren mengstalen; A = aantal boringen; Y = volume (m³) van de te controleren partij. De boringen in de hoop worden zodanig uitgevoerd zodat de hoop gelijkmatig bemonsterd wordt. De volledige boring wordt bemonsterd. Er wordt minimaal één individueel staal genomen per meter boring. Per boring worden de individuele stalen vermengd tot één mengstaal dat representatief is voor de volledige boring Andere hopen Er wordt eén mengstaal per 250 m³ uitgegraven grond of granulaten genomen. De individuele stalen die bestemd zijn voor het samenstellen van deze oppervlaktemengstalen voor de analyse van hopen worden dusdanig genomen dat ze representatief zijn voor (het gedeelte van) de hoop. Per 25 m³ wordt 1 individueel staal genomen. Bij de bemonstering worden enerzijds oppervlaktemengstalen genomen en anderzijds worden stalen samengesteld door middel van bemonstering van boringen in de hoop. De bemonstering gebeurt zodanig dat de deelmonsters gelijkmatig verdeeld over de hoop worden genomen. PAGINA 15 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
16 ANNEXE 4: TYPE-INHOUD VAN EEN TECHNISCH VERSLAG Het technisch verslag bepaalt de milieuhygiënische kwaliteit van uitgegraven gronden en granulaten, met als doel na te gaan of voldaan wordt aan de voorwaarden van gebruik in of in rechtstreeks contact met de bodem, zoals beschreven in deze code van goede praktijk. Het technisch verslag wordt gesynthetiseerd opgebouwd aan de hand van de onderstaande type inhoud: Hoofdstuk 1: Administratieve gegevens Dit hoofdstuk bevat ten minste de volgende informatie (indien gekend): Bodemverontreinigingsdeskundige: Gegevens van het perceel / de percelen* waarop de gronden uitgegraven zullen worden: Adres Perceelnummer(s) [gestandaardiseerde nummers] Lambertcoördinaten X: Y: Kwetsbaarheidszone(s) Houder(s) van zakelijke rechten** Opdrachtgever(s) van de grondwerken Aannemer die de grondwerken uitvoert [Overeenkomstig bijlage 3 van het besluit van 29/03/2018 tot vaststelling van interventienormen en saneringsnormen] Taal: NL/FR Taal: NL/FR Taal: NL/FR OF Gegevens van het perceel / de percelen* waarop de gronden / granulaten gestockeerd zijn of een behandeling ondergaan in het kader van hun gebruik: Verwerkingsinrichting / inzamelaar, handelaar, makelaar Taal: NL/FR Adres PAGINA 16 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN -
17 Perceelnummer(s) [gestandaardiseerde nummers] Lambertcoördinaten X: Y: Referentie milieuvergunning: [zie verklaringen in sectie 3.3] Gegevens van het perceel / de percelen* waarop de gronden / granulaten gebruikt zullen worden: Adres Perceelnummer(s) [gestandaardiseerde nummers] Lambertcoördinaten X: Y: Kwetsbaarheidszone(s) Houder(s) van zakelijke rechten** Opdrachtgever(s) van de grondwerken Aannemer die de grondwerken uitvoert [Overeenkomstig bijlage 3 van het besluit van 29/03/2018 tot vaststelling van interventienormen en saneringsnormen] Taal: NL/FR Taal: NL/FR Taal: NL/FR * Als er meer dan één perceel is wordt dit kader voor elk perceel opgesteld. ** In het kader van een mede-eigendom, wordt de sociale zetel van de medeeigendom en een contactpersoon of, indien van toepassing, de beheerder vermeld. Hoofdstuk 2: Omschrijving van de werken Gegevens met betrekking tot het gebruik van de gronden en de granulaten Referentie bij Leefmilieu Brussel of de gemeente van het bodemdossier, de milieuvergunningsaanvraag of de aangifte. Beknopte omschrijving van de werken [De deskundige geeft een beknopte omschrijving van de werken waarbij de gronden/granulaten worden gebruikt teneinde een goed inzicht te krijgen in de geplande werken Hij voegt ook een plan toe in bijlage die de gebruikszones weergeeft.] PAGINA 17 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
18 Hoeveelheid gronden/granulaten die worden gebruikt per perceel (ton/kg/m³) Datum(s) van het gebruik Hoofdstuk 3: Resultaten van eventueel al uitgevoerde bodemonderzoeken of behandelingswerken Type studie (dossiernummer 1 ) Datum van de studie Conclusie Hoofdstuk 4: Strategieën voor de uitvoering van de boringen, staalnames en analyses Samenvatting van de onderzoeksstrategie Te analyseren parameters + motivatie Hoofdstuk 5: Resultaten van de veld- en laboratoriumwerkzaamheden Firma die de boringen/monsterneming uitvoerde Datum boringen/monsternames Afwijkingen ten opzichte van de strategie Gehalte aan bodemvreemd materiaal Samenstelling van de (meng)monsters (Meng)monster Boringen (+ diepte) Diepte deelmonster Omschrijving [lithologie, bijmengingen, zintuiglijke waarnemingen] PAGINA 18 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
19 Analyseresultaten Nr. van het monster B1 MM1 Perceelnummer Uitvoeringsdatum Diepte van de boring Diepte van het monster (m-mv) (zie tabel hierboven) (zie tabel hierboven) Organoleptische waarneming Geanalyseerde parameters SN 80% IN IN (mg/kg ds) [Overschrijdingen van de normen worden benadrukt (lettertype, kleur, enz.)] Hoofdstuk 6: Met reden omklede conclusies In dit hoofdstuk bespreekt de bodemverontreinigingsdeskundige de analyseresultaten op basis van de richtlijnen van de code van goede praktijk en de eventuele bijzondere voorwaarden opgelegd in de gelijkvormigheidsverklaring in het kader van de bodemordonnantie, in de aangifte of in de milieuvergunning. Hij formuleert de met redenen omklede conclusies, per perceel en per partij grond of granulaten, met betrekking tot het toegelaten gebruik ervan op de betrokken percelen. De bodemverontreinigingsdeskundige verklaart dat hij bij de opmaak van het technisch verslag, niet verkeert in een van de gevallen van onverenigbaarheden voorzien in artikel 19 7 van het besluit van 15 december 2011 betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers (art. 16 en 17). De bodemverontreinigingsdeskundige dateert en ondertekent dit rapport. Bijlagen 1. Plannen van het terrein waar de gronden uitgegraven zullen worden (zoneringsplan, opmetingsplan, staalnamepunten enz.); 2. Plannen van het/de terrein(en) waar de gronden/granulaten gebruikt zullen worden; 3. Boorbeschrijvingen; 4. De analyserapporten van het laboratorium; 5. Andere relevante bijlagen, indien nuttig in het kader van het rapport. PAGINA 19 OP 19 CODE VAN GOEDE PRAKTIJK: GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN GRONDEN EN GRANULATEN-
CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN AANVULGRONDEN EN OPHOGINGEN
CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN AANVULGRONDEN EN OPHOGINGEN Deze code is van toepassing in afwachting van het aannemen van het besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik, het
Nadere informatieBeheer van. gronden. In het licht van de Brusselse bodemordonnantie. Wouter FRANCOIS ONDERAFDELING BODEM 11/05/2017
Beheer van gronden In het licht van de Brusselse bodemordonnantie Wouter FRANCOIS ONDERAFDELING BODEM 11/05/2017 INHOUD Wie zijn wij? Bodemordonnantie Code van goede praktijk Afval - en milieuvergunningswetgeving
Nadere informatieHet beheer van afgegraven gronden in Brussel
Het beheer van afgegraven gronden in Brussel Wouter FRANCOIS Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement behandeling van verontreinigde bodems Leefmilieu Brussel BIM De milieuadministratie van het Brussels
Nadere informatieS t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g
vzw Grondbank Lombardstraat 34-42 1000 Brussel tel. 02 545 58 48 fax 02 545 58 54 S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g Titel: 1. VOORSTUDIE 1.1 Administratief Onderzoek Erkende Bodemsaneringsdeskundige
Nadere informatieADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems
ADVIES Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems 15 september 2016 Economische en Sociale Raad voor het Brussels
Nadere informatieOpleiding Duurzaam Gebouw : BOUWAFVAL
Opleiding Duurzaam Gebouw : BOUWAFVAL Leefmilieu Brussel WERVEN: ASBEST EN GEVARRLIJK AFVAL Evy TROGH LEEFMILIEU BRUSSEL BIM, Afdeling Vergunningen en partnerschappen Doelstellingen van de presentatie
Nadere informatieHOOFDSTEDELIJKE GEWEST
Seminarie Duurzaam Gebouw BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS IN HET BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE GEWEST 28/04/2017 Leefmilieu Brussel Bodemonderzoeken en behandelingsprocedure van verontreinigde bodems Ann
Nadere informatieBELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE
61935 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2018/31590] 12 JULI 2018. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van premies voor de uitvoering van bodemonderzoeken en behandelingswerken
Nadere informatieSamen maken we morgen mooier.
Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor gebruik ter plaatse V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever
Nadere informatieGEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN
GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieVorming Afvalbeheerders
Vorming Afvalbeheerders Module 3b: Bouw- en sloopafval SEPTEMBER 2018 MODULE 3C INHOUDSOVERZICHT BOUW- EN SLOOPAFVAL 1. Inleiding 1.1. Belangrijkste cijfers 1.2. Definitie van bouw-en-sloop afval (BSA)
Nadere informatieBrudalex. TITEL III Bepalingen betreffende afvalbeheeroperaties enoperatoren. Inge Van Engeland Bérengère Paternostre
Brudalex TITEL III Bepalingen betreffende afvalbeheeroperaties enoperatoren Inge Van Engeland Bérengère Paternostre Afdeling vergunningen en partnerschappen ivanengeland@leefmilieu.brussels bpaternostre@environnement.brussels
Nadere informatieBRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2014/31298] 20 MAART 2014. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van premies voor de uitvoering van bodemonderzoeken en behandelingswerken
Nadere informatieBeheer van verontreinigde bodems
Seminarie Duurzame Gebouwen Beheer van verontreinigde bodems 29 november 2018 Bodemonderzoeken en behandeling Wijzigingen m.b.t normen en onderzoeks- en behandelingsprocedeures Aurélie DULIERE Leefmilieu
Nadere informatieHULPMIDDEL VOOR HET BEPALEN VAN HET GEVAARLIJK KARAKTER VAN EEN VERONTREINIGDE AFGEGRAVEN GROND
HULPMIDDEL VOOR HET BEPALEN VAN HET GEVAARLIJK KARAKTER VAN EEN VERONTREINIGDE AFGEGRAVEN GROND Opgelet : Vanaf 1 juni 2015 moet de indeling van gevaarlijke stoffen en mengsels gebeuren op basis van de
Nadere informatieADVIES. 16 november 2017
ADVIES Voorontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter vervanging van het besluit van 8 juli 2010 tot vaststelling van de type-inhoud van het verkennend bodemonderzoek en het gedetailleerd
Nadere informatieWerfafvalbeheer in Brussel
Werfafvalbeheer in Brussel Regelgevingsoogpunt: BRUDALEX Anne-Sophie Hallet Milieuadviseur - CBB-H Inleiding tot de wetgeving BRU - D - A - Lex In het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 1-12-2016 In werking
Nadere informatieMONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
MONITEUR BELGE 09.10.2007 BELGISCH STAATSBLAD 52693 MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2007 4057 [C 2007/31424] 20 SEPTEMBER 2007. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende
Nadere informatie11. TECHNISCHE HULPMIDDELEN: IDENTIFICATIE EN BEHANDELING
11. TECHNISCHE HULPMIDDELEN: IDENTIFICATIE EN BEHANDELING VAN VERONTREINIGDE BODEMS Deze factsheet belicht de technische procedures die in het leven werden geroepen om verontreinigde bodems te identificeren
Nadere informatieBeheer van verontreinigde bodems
Seminarie Duurzame Gebouwen Beheer van verontreinigde bodems 29 november 2018 Belangrijkste wijzigingen van de ordonnantie bodem van 2009 Algemene bepalingen Saïd EL FADILI Leefmilieu Brussel PLAN VAN
Nadere informatieASBEST. Wijzigingen in de asbestwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
INLEIDING ASBEST Wijzigingen in de asbestwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vanaf 1 juli 2008 treedt een nieuw besluit in werking betreffende de werven voor de verwijdering en de inkapseling
Nadere informatie3 GEWESTEN, 1 technisch verslag
3 GEWESTEN, 1 technisch verslag EasyFairs Industrie & Milieu Antwerp Expo 31 maart 2011 Glein Roggeman, in naam van VEB 1 Vergelijking tussen 3 gewesten VLAANDEREN BRUSSEL WALLONIE VLAREBO hoofdstuk XIII
Nadere informatieINVENTARIS AFVALSTOFFEN
INVENTARIS AFVALSTOFFEN 1. ALGEMENE BESCHOUWINGEN 1.1. WAAROM EEN FORMULIER VOOR EEN INVENTARIS VAN BOUWAFVAL? De afbraak en de selectieve verwijdering van bouwmaterialen waardoor het mogelijk is het sorteren
Nadere informatieTYPE-INHOUD VAN DE EINDBEOORDELING
TYPE-INHOUD VAN DE EINDBEOORDELING 1. DOELSTELLINGEN De eindbeoordeling heeft als doel om het volgende te evalueren: - de risicobeheersmaatregelen; - - de saneringswerken; of de beperkte saneringswerken,
Nadere informatieSamen maken we morgen mooier.
Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk voor het vergunnen van tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem 2. Uitgever 3. Aantal blz. Openbare
Nadere informatieTIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN
TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatie11. TECHNISCHE HULPMIDDELEN: IDENTIFICATIE EN BEHANDELING
11. TECHNISCHE HULPMIDDELEN: IDENTIFICATIE EN BEHANDELING VAN VERONTREINIGDE BODEMS Deze factsheet belicht de technische procedures die in het leven werden geroepen om verontreinigde bodems te identificeren
Nadere informatieAlgemeen kader Praktische cases grondverzet
Algemeen kader Praktische cases grondverzet Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw www.grondwijzer.be Toepassingsgebied ALGEMEEN: Onverdachte grond > 250 m³ Verdachte grond WEL: Uitgegraven bodem
Nadere informatieInfo-café. Brudalex. Brussel, 21 februari 2017
Info-café Brudalex Brussel, 21 februari 2017 Programma van de avond 1. De belangrijkste wijzigingen voor onze sector 2. Uitwisselingen met het publiek en BIM 3. Uitwisselingen met een hapje en een drankje
Nadere informatieBelangrijkste wijzigingen van de Ordonnantie Bodem van 2009
Belangrijkste wijzigingen van de Ordonnantie Bodem van 2009 Saïd EL FADILI ONDERAFDELINGSHOOFD BODEM Wetgeving verontreinigde bodems Sinds 2005 : Leefmilieu en socio-economie : een balans q Inventaris
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004
Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse
Nadere informatieRichtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem
Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen Datum : 3 april 2013 (versie 5) Opgemaakt door : Thomas De Vriese Thomas De Vriese Diensthoofd 1 INLEIDING... 1 1.1 ONDERWERP... 1 1.2 TOEPASSINGSGEBIED...
Nadere informatie11. TECHNISCHE HULPMIDDELEN: IDENTIFICATIE EN BEHANDELING
11. TECHNISCHE HULPMIDDELEN: IDENTIFICATIE EN BEHANDELING VAN VERONTREINIGDE BODEMS Deze factsheet belicht de technische procedures die in het leven werden geroepen om verontreinigde bodems te identificeren
Nadere informatieIHKV ARTIKEL VAN HET EENHEIDSREGLEMENT
PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP EEN TOP/CGR/CSV NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE IHKV ARTIKEL 7.6.1.1 VAN HET EENHEIDSREGLEMENT 1. CONTEXT Vanaf 24 augustus 2018 moeten
Nadere informatieDit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer.
1 INLEIDING Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer. Het doel van dit werkplan is onder meer om de traceerbaarheid van de verschillende partijen uitgegraven
Nadere informatieBestek. Beheerswerken verontreinigde gronden. Foresite F. Vande Sandestraat Koekelberg
Bestek Beheerswerken verontreinigde gronden Foresite F. Vande Sandestraat 17 27 mei 2016 27 mei 2016 2 Table des matières HOOFDSTUK 1. IDENTIFICATIE VAN HET TERREIN... 4 1.1. Beschrijving van het terrein...
Nadere informatieBRUDALEX. Catherine VAN NIEUWENHOVE. TITEL I & III Sorteerverplichting Traceerbaarheid en rapportering Grensoverschrijdende overbrenging
BRUDALEX TITEL I & III Sorteerverplichting Traceerbaarheid en rapportering Grensoverschrijdende overbrenging Catherine VAN NIEUWENHOVE AFDELING INSPECTIE EN VERONTREINIGDE BODEMS cvannieuwenhove@leefmilieu.brussels
Nadere informatieFederale Politie, Kroon Complex- Fritz Toussaintstraat 8, 1050 Elsene. Gemeente Elsene, 3e divisie, sectie C, nr. 224Y
Niet-Technische samenvatting Project PMBAG16457 Gedetailleerd onderzoek Titel van het onderzoek : Federale Politie, Kroon Complex- Fritz Toussaintstraat 8, 1050 Elsene Kadastrale gegevens : Opdrachtgever
Nadere informatieBRUDALEX AFVALSTOFFENRAPPORT Instructies Inzamel- of verwerkingsinrichting Bestemming van afvalstoffen
BRUDALEX AFVALSTOFFENRAPPORT Instructies Inzamel- of verwerkingsinrichting Bestemming van afvalstoffen INHOUD 1. Inleiding... 2 2. Het afvalstoffenrapport van een inzamel- of verwerkingsinrichting als
Nadere informatieStandaard Technisch Verslag
De Vijfde bvba Standaard Technisch Verslag Sint-Michiels, Margarethalaan Genk i.o.v. Sint-Michielsschool Opgesteld op: 5/09/2016 Door: Wim Alaerts EBSD: Environmental Works bvba (ref. O1704107) De Vijfde
Nadere informatieADVIES. 10 maart 2014
ADVIES Voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van 17 december 2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten en Voorontwerp van besluit betreffende de akten van familiale aard
Nadere informatieVraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS
Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS Grondverzetregeling Evaluatie Sinds 1 april 2004 is de regelgeving voor het grondverzet volledig van kracht. Al wie tegenwoordig bodem uitgraaft,
Nadere informatieGrondverzet: algemeen kader. Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw
Grondverzet: algemeen kader Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw Inhoud Rechten en plichten van de diverse actoren Intepretatie van een bodemonderzoek: kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van
Nadere informatieBODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp
BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp Opdrachtgever : Bart Boon Barneveld BV Adres : Barnseweg 124 Postcode, plaats : 3771 RP Barneveld Contactpersoon : Dhr. H. van Grootheest Telefoonnummer
Nadere informatieBRUDALEX AFVALSTOFFENRAPPORT Instructies Houder van afvalstoffen
BRUDALEX AFVALSTOFFENRAPPORT Instructies Houder van afvalstoffen INHOUD 1. Inleiding... 2 2. Het afvalstoffenrapport van een houder van afvalstoffen... 3 2.1 Het standaard excel-formulier... 3 2.2 De opmaak
Nadere informatieRichtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem
Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen Datum : 20 oktober 2008 Opgemaakt door : Hilde Pintens Geauthoriseerd door : Thomas De Vriese Hilde Pintens Adviseur Thomas De Vriese Diensthoofd
Nadere informatieBelgisch Staatsblad dd MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
72440 MONITEUR BELGE 13.07.2017 BELGISCH STAATSBLAD BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2017/12937] 23 JUNI 2017. Ordonnantie tot wijziging van sommige bepalingen van de ordonnantie
Nadere informatieBrudalex. TITEL III Bepalingen betreffende afvalbeheeroperaties en - operatoren. Inge Van Engeland
Brudalex TITEL III Bepalingen betreffende afvalbeheeroperaties en - operatoren Inge Van Engeland Afdeling vergunningen en partnerschappen ivanengeland@leefmilieu.brussels 30/03/2017 Structuur van Brudalex
Nadere informatieBODEMSANERINGSPROJECT
BODEMSANERINGSPROJECT VOORMALIGE STORTPLAATS HUISHOUDELIJK AFVAL EYSELS - TURNHOUT 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. OBBO 1. PAK in bodem 2. Zware metalen in bodem 3. Minerale olie in bodem 4. PAK in grondwater
Nadere informatieDE ORDONNANTIE VAN 5 MAART 2009 BETREFFENDE HET BEHEER EN DE SANERING VAN VERONTREINIGDE BODEMS
DE ORDONNANTIE VAN 5 MAART 2009 BETREFFENDE HET BEHEER EN DE SANERING VAN VERONTREINIGDE BODEMS Jean-Pierre Janssens Met medewerking van: Saı d El Fadili Marie-Franc oise Lemaître Ann Van Craen Verantwoordelijke
Nadere informatieBRUDALEX AFVALSTOFFENRAPPORT Instructies IHM
BRUDALEX AFVALSTOFFENRAPPORT Instructies IHM INHOUD 1. Inleiding... 2 2. Het afvalstoffenrapport van een inzamelaar, handelaar of makelaar (IHM)... 3 2.1 Het standaard excel-formulier... 3 2.2 De opmaak
Nadere informatieEasy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB
Risico s s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Risico s bij jgrondverzet Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening
Nadere informatievzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S)
vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S) Administratief en organisatorisch luik van het traceerbaarheidssysteem van vzw Grondbank
Nadere informatieStaat u ook als aan de grond genageld door de problematiek van asbest? Grondwijzer helpt u. Cindy Ydens-Bogaert Inhoud Inleiding Wettelijk kader Voorkomen van asbest in het grondverzet Hoe kijkt Grondwijzer
Nadere informatieSelectief slopen en ontmantelen Sloopinventaris afvalstoffen
Selectief slopen en ontmantelen Sloopinventaris afvalstoffen Studiedag Grondverzet en selectief slopen december 2010 - januari 2011 Philippe Van de Velde OVAM -Afvalstoffen en Materialenbeheer - dienst
Nadere informatieVOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING.
VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING. Eerste bemerkingen van de gezamenlijke werkgroep VOB/Gemeenschap van Ondernemingen in de Haven van Brussel. De Werkgroep wordt ingelicht over het
Nadere informatieORDONNANTIE BODEM dd. 5/3/09 :
ORDONNANTIE BODEM dd. 5/3/09 : ALGEMENE BEPALINGEN MBT DE VERVREEMDING VAN ZAKELIJKE RECHTEN Saïd EL FADILI Onderafdeling Bodem DEFINITIES Terrein : de bodem en/of de constructies en inrichtingen die rechtstreeks
Nadere informatieAsbest in de milieuregelgeving toegespitst op granulaten
Asbest in de milieuregelgeving toegespitst op granulaten Hans Delcourt Studiedag ASBEST, 28 september 2010, Vlaamse Overheid Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-inspectie
Nadere informatieMINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2009 1380 26 MAART 2009. Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (1) [C 2009/31188] Het Brussels
Nadere informatieBeheer van verontreinigde bodems
Studiedag Duurzame Gebouwen Beheer van verontreinigde bodems 29 november 2018 FINANCIËLE STEUN VAN HET BHG BETREFFENDE DE VERONTREINIGDE BODEMS Stand van zaken Jérôme Schoonejans Leefmilieu Brussel DOELSTELLINGEN
Nadere informatieNader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld
Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld Projectgegevens Beknopte beschrijving locatie Huidig gebruik terrein : Agrarische bedrijfsvoering Adres : Wolbertsdijk 13 Plaats : Wapenveld
Nadere informatieHierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.
Gemeente Vught T.a.v. heer R. Agterdenbos Postbus 10100 5260 GA VUGHT Heeswijk, 15 juni 2009 Behandeld door : BER Onze ref. : 54161/256445.2 Betreft : Nader bodemonderzoek sportpark De Koepel te Vught
Nadere informatieDe impact van het Bodemdecreet. op scholen
De impact van het Bodemdecreet 06 op scholen 6.1 Bescherming Het doel van het Bodemdecreet is een overnemer van grond (bijvoorbeeld een koper of concessiehouder) te beschermen tegen de gevolgen van een
Nadere informatieNieuwe financiële instrumenten
Nieuwe financiële instrumenten Wouter FRANCOIS Nieuwe financiële instrumenten voor de behandeling van bodemverontreiniging Departement Identificatie van verontreinigde bodems Nieuwe financiële instrumenten
Nadere informatieSamen maken we morgen mooier.
Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Standaardprocedure - Opmaak van een technisch verslag V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz. Henny De Baets, OVAM, Stationsstraat
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik
Nadere informatieASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG
ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG opdrachtgever dhr Ab van der Ham Grotewaard 41 4221 SL Noordeloos projectnummer 09-2199 versie: 1 datum: 19 november 2010 LINGE MILIEU BV BODEMONDERZOEK
Nadere informatie(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT
BIJLAGE 3. Meldingsformulier inzake de exploitatie van een klasse 3 inrichting, de verandering van een inrichting of de overname van een inrichting door een andere exploitant (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)
Nadere informatieNieuwe regeling voor grondverzet
[ W e t g e v i n g ] Nieuwe regeling voor grondverzet In de Nieuwsbrief van juni 2002 verscheen een uitgebreid artikel over het grondverzet. Ondertussen is veel water naar de zee gevloeid, is de regeling
Nadere informatieAanvraag van het verlaagde tarief van de milieuheffing
Aanvraag van het verlaagde tarief van de milieuheffing Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Afdeling Bodembeheer Stationsstraat 110, 2800 MECHELEN Tel. 015 284 284 Fax 015 284 275 Website: www.ovam.be
Nadere informatieBrusselse ordonnantie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems : de nieuwe technische procedure voor bodemstudies
Brusselse ordonnantie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems : de nieuwe technische procedure voor bodemstudies Brussels Instituut voor Milieubeheer Afdeling Milieupolitie en Bodem
Nadere informatieBureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN
WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bureau Schmidt T.a.v. de heer
Nadere informatieBouwbedrijf Swart T.a.v. de heer T. Offringa Grote Hornstweg 19 D 9261 VW EASTERMAR
WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bouwbedrijf Swart T.a.v. de heer
Nadere informatieBelgisch Staatsblad dd
VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/36469] 29 SEPTEMBER 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Haacht als site
Nadere informatieRUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN
RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieMelding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3
Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer
Nadere informatiePAGINA 1 OP 5 BRUDALEX
BRUDALEX Op maandag 23 januari 2017 is Brudalex in werking getreden, een globaal besluit dat het afvalbeheer reorganiseert met het oog op de overgang van ons Gewest naar de circulaire economie. Dit besluit
Nadere informatieSessie Bouwen en milieu. De problematiek afval en bodem. Eddy Wille, afdelingshoofd OVAM 19 maart 2010
Sessie Bouwen en milieu. De problematiek afval en bodem. Eddy Wille, afdelingshoofd OVAM 19 maart 2010 Inleiding OVAM staat sinds 1981 in voor de uitvoering van het afvalstoffenbeleid; aangevuld in 1995
Nadere informatie(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)
MELDINGSFORMULIER INZAKE DE EXPLOITATIE VAN EEN KLASSE 3 INRICHTING, DE VERANDERING VAN EEN INRICHTING OF DE OVERNAME VAN EEN INRICHTING DOOR EEN ANDERE EXPLOITANT (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE
Nadere informatieConformverklaring Technisch Verslag
T 02 545 58 48 F 02 545 58 54 Grondbank vzw erkende bodembeheerorganisatie Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Conformverklaring Technisch Verslag (conform art 186 van het Vlarebo) geldig tot 10/03/18 NR.:
Nadere informatie34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,
34013/110/1/W/1 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag DEVAMIX / B.S.V. Beneluxlaan(S) 201 8530 Harelbeke tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden
Nadere informatieHOOFDSTEDELIJKE GEWEST
Seminarie Duurzaam Gebouw BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS IN HET BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE GEWEST 28/04/2017 Leefmilieu Brussel Historiek, doel en bilan Saïd EL FADILI Onderafdelingshoofd, Leefmilieu
Nadere informatieSelectief slopen. en ontmantelen van gebouwen
Selectief slopen en ontmantelen van gebouwen Inhoud Waarom selectief slopen en ontmantelen? 3 Doordacht materialenbeleid 4 Ketenbeheer in de bouw 7 Handhaving 9 Documenten 10 Voor meer informatie 11.2
Nadere informatiePROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP DE WERF NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE
PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP DE WERF NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE IHKV ARTIKEL 7.6.1.1 VAN HET EENHEIDSREGLEMENT 1. CONTEXT EN TOEPASSINGSGEBIED Vanaf 24 augustus
Nadere informatieCode van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2
Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie
Nadere informatieRisico s bij grondverzet
Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening maatschappelijk belang ebsd Bewaking en continue
Nadere informatieBIJLAGE : ALGEMENE INFO IN VERBAND MET DE ASBESTWETGEVING 1
BIJLAGE : ALGEMENE INFO IN VERBAND MET DE ASBESTWETGEVING 1 HOE KAN WORDEN BEPAALD OF MATERIAAL ASBEST BEVAT? Bepaalde materialen bevatten heel duidelijk asbest, zoals oude golfplaten of oude leistenen
Nadere informatievzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie
vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie KWALITEITSZORGSYSTEEM VOOR HET VERVOER Administratief en organisatorisch luik van de traceerbaarheidsprocedure van de vzw Grondbank. V080315 Inhoud Inleiding...
Nadere informatieGRONDBANK vzw. Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw
GRONDBANK vzw NOTA WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN Juli 2009 Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw INHOUDSTAFEL 1 PROBLEEMSTELLING... 4 2 OPMAAK VAN HET TECHNISCH VERSLAG... 5 2.1 Bijkomende aanbevelingen
Nadere informatieAcceptatie- en verwerkingbeleid
Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement
Nadere informatieToelichtingsnota: VOCL in het grondwater. op het KP. Bart VANDENBOSSCHE
Toelichtingsnota: VOCL in het grondwater en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde bodems Vaststelling van een verontreiniging
Nadere informatieAANVRAAGFORMULIER VOOR DE VERLENGING VAN EEN MILIEUVERGUNNING
GEMEENTE UKKEL Milieu Contactpersoon: Roelens Conny Tel. : 02/348.68.65. - Fax 02/348.66.28. Mail : milieu4@ukkel.be AANVRAAGFORMULIER VOOR DE VERLENGING VAN EEN MILIEUVERGUNNING (artikel 62 van de ordonnantie
Nadere informatieBelgisch Staatsblad dd
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2014/31363] 3 APRIL 2014. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van bepaalde bepalingen inzake de exploitatie en de controle van antennes die
Nadere informatieTIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN
TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieBehorende bij schema toepasbare GROND
Behorende bij Inleiding Het schema toepasbare Grond is een hulpmiddel bij het uitvoeren van ketentoezicht op de stroom grond. Het schema behandelt de keten van in principe toepasbare grond (dus niet de
Nadere informatieOntheffing tot het opstellen van een MER
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing
Nadere informatieMelding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3
Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer indieningsdatum Waarvoor dient dit formulier?
Nadere informatieHOOFDSTUK 11 VERONTREINIGDE BODEMS
HOOFDSTUK 11 VERONTREINIGDE BODEMS Foto : Xavier Claes Meer informatie op: https://leefmilieu.brussels/themas/bodem Dit hoofdstuk is bijgewerkt tot de bepalingen die in werking zijn getreden op 1 mei 2018.
Nadere informatieGrondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer
Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer Elisa Vermeulen, vzw Grondbank Easy Fairs, 25 maart 2010, Antwerpen Grondbank uw partner voor grondverzet Inhoud Grondverzetsregeling basisprincipes
Nadere informatieInhoudstafel. Code van goede praktijk voor grondverzet in het kader van bodemsaneringswerken op voormalige tankstations
Inhoudstafel 1 Doelstelling... 1 2 Toepassinggebied... 1 3 Referenties... 1 4 Definities... 2 5 Procedure... 3 5.1 Inleiding... 3 5.2 Uitgangspunten... 3 5.3 Voorbereiding van het grondverzet... 4 5.3.1
Nadere informatie