Samen maken we morgen mooier.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samen maken we morgen mooier."

Transcriptie

1 Samen maken we morgen mooier.

2 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Leidraad voor het werken met uitgegraven bodem 2. Uitgever 3. Aantal blz. Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest Publicatienummer 5. Aantal tabellen en figuren 2 en 5 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie 23 mei Trefwoorden Uitgegraven bodem, grondverzetsregeling, codes van goede praktijk, standaardprocedures 9. Samenvatting Leidraad die een algemeen overzicht geeft van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn voor het gebruik van uitgegraven bodem. 10. Begeleidingsgroep OVAM 11. Contactperso(o)n(en) Dirk Dedecker, Joris Tallon, Filip De Naeyer 12. Andere titels over dit onderwerp Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronvermelding. De meeste OVAM-publicaties kan u raadplegen op de OVAM-website : OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 1

3 1 INLEIDING WETGEVEND KADER BODEMSANERINGSDECREET EN VLAREBO BSD, Hoofdstuk XIII: Het gebruik van uitgegraven bodem VLAREBO, Hoofdstuk XIII: Het gebruik van uitgegraven bodem Standaardprocedures en codes van goede praktijk TOEPASSINGSGEBIED GRONDVERZET ANDERE WETTELIJKE BEPALINGEN KRACHTLIJNEN EN BELANGRIJKE BEGRIPPEN ALGEMENE BEPALINGEN ONDERZOEKSPLICHT VOOR DE UITGEGRAVEN BODEM WERKWIJZE VERDACHTE GROND KADASTRALE WERKZONE GEBRUIK TER PLAATSE TECHNISCH VERSLAG ALGEMEEN WERKWIJZE RAPPORTAGE KADASTRALE WERKZONE ALGEMEEN RAPPORTAGE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE ALGEMEEN GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN BODEM GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN BODEM ALS BODEM Algemeen gebruik Vrij gebruik van uitgegraven bodem Gebruik van uitgegraven bodem die niet voldoet aan de waarde voor vrij gebruik Gebruik van uitgegraven bodem voor de opvulling van een vergunde groeve of graverij Gebruik van uitgegraven bodem binnen een kadastrale werkzone Vrij gebruik van uitgegraven bodem Gebruik van uitgegraven bodem die niet voldoet aan de waarde voor vrij gebruik Werkwijze met conform verklaard bodemsaneringsproject Gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor gebruik ter plaatse GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN BODEM VOOR BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK OF IN EEN VORMVAST PRODUCT Algemeen gebruik Vrij gebruik van uitgegraven bodem Gebruik van uitgegraven bodem die niet voldoet aan de waarde voor vrij gebruik Gebruik binnen een kadastrale werkzone...32 OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 2

4 8 TRACEERBAARHEIDSPROCEDURE INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN Initiatiefnemer grondwerken: Eindgebruiker: Bodemsaneringsdeskundige: Vervoerder Tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem en Grondreinigingscentra Erkende bodembeheerorganisatie Technisch verslag Studie van de ontvangende grond Conformiteit van het technisch verslag Grondverzettoelating Transportdocument Bodembeheerrapport ADMINISTRATIEVE PROCEDURE VOOR HET GRONDVERZET Procedure via een erkende bodembeheerorganisatie Melding bij transport van uitgegraven bodem naar een tussentijdse opslagplaats of een grondreinigingscentrum Procedure via een erkende tussentijdse opslagplaats of een erkend grondreinigingscentrum Procedure kleine hoeveelheden HISTORIEK WIJZIGINGEN VAN VLAREBO WIJZIGINGEN VAN VLAREM I EN II WIJZIGINGEN VAN VLAREA TECHNISCHE DOCUMENTATIE VLAREBO, BIJLAGE II. RICHTWAARDEN VOOR DE BODEMKWALITEIT VLAREBO, BIJLAGE III. STREEFWAARDEN VOOR DE BODEMKWALITEIT VLAREBO, BIJLAGE IV - BODEMSANERINGSNORMEN VLAREBO, BIJLAGE V - WAARDEN VOOR VRIJ GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN BODEM VLAREBO, BIJLAGE VI - WAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN BODEM ALS BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK OF IN VORMVAST PRODUCT VLAREBO, BIJLAGE VII - UITLOOGBAARHEIDSWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN UITGEGRAVEN BODEM ALS BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK OF IN VORMVAST PRODUCT...56 OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 3

5 1 INLEIDING Het beheersen van de verspreiding van verontreinigde uitgegraven bodem en het voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging vormen de basisdoelstellingen van de regelgeving grondverzet. Vertrekkende van deze doelstellingen wordt een regulerend kader uitgewerkt dat voldoet aan de bepalingen van het algemeen milieubeleid, en meer in het bijzonder van het Bodemdecreet, en tegemoet komt aan de doelstellingen van het Afvalstoffendecreet en het Oppervlaktedelfstoffendecreet. Teneinde de verspreiding van bodemverontreiniging te voorkomen, werd bij het decreet van 26 mei 1998 in het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering een decretale rechtsgrond (art. 48 bis) opgenomen om een nadere regeling uit te werken met betrekking tot het gebruik van uitgegraven bodem. In uitvoering van artikel 48bis van het Bodemsaneringsdecreet werd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 een uitgebreide regeling voor het grondverzet in in hoofdstuk X en bijlage 7 en 8 van het VLAREBO opgenomen. Met de goedkeuring van het decreet betreffende bodemsanering en bodembescherming van 27 oktober 2006 wordt ervoor geopteerd om de regeling voor het gebruik van uitgegraven bodem decretaal te verankeren. In hoofdstuk XIII van het decreet wordt de decretale rechtsgrond voorzien op basis waarvan de Vlaamse Regering de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem kan vaststellen. In de beleidsnota Leefmilieu en Natuur die in december 2004 door de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur werd neergelegd, werd in de operationele doelstellingen over het beheer van bodemverontreiniging vermeld dat de regeling van het grondverzet zou worden geëvalueerd en bijgestuurd. Ook in de beleidsbrief Leefmilieu en Natuur 2007 werd gesteld dat een voorstel van herziening van de grondverzetregelgeving moest worden opgemaakt. Na advies van de Raad van State stelt de Vlaamse Regering op 14 december 2007 definitief het Vlaamse reglement over de bodemsanering en de bodembescherming vast. Het bevat de uitvoeringsbepalingen van het nieuwe decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, met onder meer een gewijzigde grondverzetregeling. Conform de uitvoeringsbepalingen treedt het bodemdecreet in werking op 1 juni Het beheersen van de verspreiding van verontreinigde uitgegraven bodem en het voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging vormen de basisdoelstellingen van de regelgeving grondverzet. Vertrekkende van deze doelstellingen wordt een regulerend kader uitgewerkt dat voldoet aan de bepalingen van het algemeen milieubeleid, en meer in het bijzonder van het Bodemdecreet, en tegemoet komt aan de doelstellingen van het Afvalstoffendecreet en het Oppervlaktedelfstoffendecreet. Vanuit preventief oogpunt reglementeert de Vlaamse Regering het gebruik van uitgegraven bodem door een onderzoeksverplichting naar de kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem op te leggen via de opmaak van het technisch verslag, door een kader met de gebruiksmogelijkheden van de uitgegraven bodem OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 4

6 vast te leggen en door de levering van de uitgegraven bodem op de plaats van het beoogde gebruik te laten attesteren via het bodembeheerrapport. Binnen dit kader worden ook de verantwoordelijkheden van verschillende actoren in het grondverzet vastgelegd. Vanuit curatief oogpunt reglementeert de Vlaamse Regering het gebruik van de uitgegraven bodem door een kader van een traceerbaarheidsprocedure voor het gebruik van de uitgegraven bodem vast te leggen. In deze traceerbaarheidsprocedure worden de verschillende verantwoordelijken in het proces van het gebruik van de uitgegraven bodem aangeduid. Deze traceerbaarheidsprocedure maakt het mogelijk om het verband te leggen tussen de plaats van herkomst van de uitgegraven bodem en de plaats en het beoogd gebruik van de uitgegraven bodem. Voorliggend document geeft een algemeen overzicht van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn voor het gebruik van uitgegraven bodem. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 5

7 2 WETGEVEND KADER 2.1 Bodemdecreet en VLAREBO De bodemsaneringsregeling en de regeling inzake bodembescherming zijn gebundeld in het decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet). Het Bodemdecreet werd op 11 oktober 2006 door het Vlaams Parlement aangenomen en op 27 oktober 2006 door de Vlaamse Regering bekrachtigd. Het besluit van 14 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming bevat de nadere uitvoeringsbepalingen van het nieuwe Bodemdecreet BSD, Hoofdstuk XIII: Het gebruik van uitgegraven bodem De bepalingen om de verspreiding van bodemverontreiniging ten gevolge van het gebruik van uitgegraven bodem te beheersen zijn in hoofdstuk XIII van het bodemsaneringsdecreet opgenomen. In deze bepalingen wordt een decretale rechtsgrond voorzien op basis waarvan de Vlaamse Regering de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem kan vaststellen. Er wordt tevens bepaald dat deze regeling ook geldt voor het gebruik van gereinigde uitgegraven bodem en uitgegraven bodem waarop een fysische scheiding wordt toegepast. Het gebruik van primaire oppervlaktedelfstoffen daarentegen valt buiten deze regeling. In dit kader is het belangrijk te benadrukken dat de bepalingen van het decreet van 2 juli 1981 houdende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen niet van toepassing zijn op uitgegraven bodem, met inbegrip van gereinigde uitgegraven bodem en uitgegraven bodem waarop een fysische scheiding wordt toegepast, voor zover die werd uitgegraven buiten ontginningsgebieden en wordt gebruikt overeenkomstig de voorwaarden bepaald in of krachtens voorliggende regeling. Het gebruik van uitgegraven bodem word afhankelijk gemaakt van het opstellen van een technisch verslag, het respecteren van bepaalde voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem, het volgen van een procedure voor het traceren van de uitgegraven bodem. Een bodembeheerorganisatie, tussentijdse opslagplaats en grondreinigingscentrum kan hierbij de taken voor opvolging van de traceerbaarheidsprocedure vervullen. De volledige wetteksten kunnen geconsulteerd worden op de website van OVAM. Het doel van de regeling is rechtszekerheid te bieden aan de gebruikers van uitgegraven bodem (ontvanger van uitgegraven bodem, bouwheer, aannemer, vervoerder, ), en de verspreiding van bodemverontreiniging door het gebruik van verontreinigde uitgegraven bodem beheersen. Door op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze om te gaan met uitgegraven bodem, wordt het ontstaan van nieuwe bodemverontreiniging en de daaruit voortvloeiende saneringsplicht voorkomen. Artikel 9 van het decreet betreffende bodemsanering en bodembescherming bepaalt immers dat tot bodemsanering moet worden overgegaan indien de nieuwe bodemverontreiniging* de bodemsaneringsnormen overschrijdt. Voor niet * Nieuwe bodemverontreiniging : bodemverontreiniging tot stand gekomen na 28 oktober OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 6

8 genormeerde parameters wordt overgegaan tot bodemsanering indien de verontreiniging een ernstig bedreiging vormt. Artikel 11 van het decreet betreffende bodemsanering en bodembescherming bepaalt dat op de exploitant, de gebruiker of de eigenaar van de grond waar de bodemverontreiniging tot stand kwam (bijv. ingevolge het niet reglementair gebruik van uitgegraven bodem), de verplichting rust om op eigen kosten over te gaan tot een beschrijvend bodemonderzoek of bodemsanering (bodemsaneringsproject, bodemsaneringswerken) Artikel 16 van het decreet betreffende bodemsanering en bodembescherming bepaalt dat wie de bodemverontreiniging heeft veroorzaakt, aansprakelijk is voor de kosten die overeenkomstig het bodemsaneringsdecreet gemaakt worden. Artikel 17 bepaalt dat als meerdere personen op grond van de bepalingen van dit decreet aansprakelijk zijn voor een zelfde bodemverontreiniging, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn. De bepalingen van artikelen 9 en 11 van het bodemsaneringsdecreet hebben een curatieve draagwijdte. Zij regelt immers de verplichting om bij vaststelling van nieuwe bodemverontreiniging tot bodemsanering over te gaan en heeft niet rechtstreeks tot voorwerp te voorkomen dat nieuwe bodemverontreiniging door het gebruik van uitgegraven bodem veroorzaakt wordt. Het belang van hoofdstuk XIII van het bodemsaneringsdecreet bestaat erin dat het wil vermijden dat er moet opgetreden worden doordat onoordeelkundig met uitgegraven bodem is omgegaan VLAREBO, Hoofdstuk XIII: Het gebruik van uitgegraven bodem Hoofdstuk XIII van het VLAREBO geeft invulling aan de bepalingen van hoofdstuk XIII van het decreet betreffende bodemsanering en bodembescherming. Hoofdstuk XIII van het VLAREBO bevat alle bepalingen voor het gebruik van uitgegraven bodem. Het beheersen van de verspreiding van verontreinigde uitgegraven bodem en het voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging vormen de basisdoelstellingen van de regelgeving grondverzet. Vertrekkende van deze doelstellingen is een kader uitgewerkt dat voldoet aan de bepalingen van het algemeen milieubeleid, en meer in het bijzonder van het Bodemdecreet, en tegemoet komt aan de doelstellingen van het Afvalstoffendecreet en het Oppervlaktedelfstoffendecreet. Vanuit preventief oogpunt reglementeert de Vlaamse Regering het gebruik van uitgegraven bodem: - door een onderzoeksverplichting naar de kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem op te leggen via de opmaak van het technisch verslag; - door een kader met de gebruiksmogelijkheden van de uitgegraven bodem vast te leggen; - door de levering van de uitgegraven bodem op de plaats van het beoogde gebruik te laten attesteren via het bodembeheerrapport; - door de verantwoordelijkheden van verschillende actoren in het grondverzet vast te leggen. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 7

9 Vanuit curatief oogpunt reglementeert de Vlaamse Regering het gebruik van de uitgegraven bodem door een kader van een traceerbaarheidsprocedure voor het gebruik van de uitgegraven bodem vast te leggen. In deze traceerbaarheidsprocedure worden de verschillende verantwoordelijken in het proces van het gebruik van de uitgegraven bodem aangeduid. Deze traceerbaarheidsprocedure maakt het mogelijk om het verband te leggen tussen de plaats van herkomst van de uitgegraven bodem en de plaats van gebruik of beoogd gebruik van de uitgegraven bodem. De traceerbaarheidsprocedure heeft echter niet de bedoeling elke stap tijdens de uitvoering van grondwerken en de verplaatsing van de uitgegraven bodem te beheersen en te controleren (procescontrole). Het is wel de bedoeling op cruciale momenten elke betrokken partij op haar verantwoordelijkheid te wijzen en met gerichte controles correct gedrag aan te moedigen. De grondverzetregeling wil enkel het kwaliteitsvol gebruik van uitgegraven bodem reglementeren en bevat geen bepalingen die op een of andere manier in contradictie zouden komen met de stedenbouwkundige vergunningsplicht of een vrijstelling van deze vergunningsplicht Standaardprocedures en codes van goede praktijk In de grondverzetregeling wordt op verschillende plaatsen verwezen naar standaardprocedures en codes van goede praktijk. Om eenvormige en volledige onderzoeken te garanderen is het belangrijk dat de basisregels voor de uitvoering en opmaak van deze onderzoeken gekend zijn door iedereen. Deze basisregels zijn opgenomen in de standaardprocedure. De standaardprocedures moeten leiden tot een kwalitatieve en consistente uitvoering van de bodemonderzoeken en de andere maatregelen voorzien in het Bodemdecreet te verzekeren. De bodemsaneringsdeskundige moet deze procedure volgen bij de uitvoering van zijn decretale opdrachten. Hij krijgt echter voldoende om zijn deskundigheid in de onderzoeks- en strategie te valoriseren. Voor het grondverzet is een standaardprocedure opgesteld voor de opmaak van een technisch verslag en van een studie van de ontvangende grond. Standaardprocedures Artikel omschrijving BSD, art e lid Een technisch verslag wordt opgesteld onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige conform de standaardprocedure, vastgesteld door de Vlaamse Regering op voorstel van de OVAM. Bij ontstentenis van dergelijke standaardprocedure wordt het technisch verslag opgesteld volgens een code van goede praktijk. VLAREBO, art De studie van de ontvangende grond wordt opgemaakt onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige volgens een standaardprocedure die vastgesteld wordt door de minister op voorstel van de OVAM OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 8

10 Het begrip code van goede praktijk wordt in artikel 2 29 van het Bodemdecreet omschreven als door de OVAM aanvaarde en voor het publiek toegankelijke geschreven regels met betrekking tot de activiteiten en maatregelen vermeld in dit decreet. Voor het grondverzet betreft het regels voor het uitvoeren van grondwerken en het gebruik van uitgegraven bodem op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze. Codes van goede praktijk Artikel VLAREBO, art. 163 omschrijving Een kadastrale werkzone wordt afgebakend volgens een code van goede praktijk die wordt ingevuld op basis van kenmerken die een betekenisvol effect hebben op het milieu, of die een betekenisvol risico voor de volksgezondheid inhouden. De code van goede praktijk voor het afbakenen van een kadastrale werkzone wordt op voorstel van de OVAM vastgesteld door de minister. VLAREBO, art Uitgegraven bodem met concentraties van stoffen die hoger zijn dan 80 % van de overeenstemmende bodemsaneringsnormen van het bestemmingstype waaronder de ontvangende grond wordt ingedeeld overeenkomstig de bepalingen van bijlage IV, of waarvan men weet of redelijkerwijs kan aannemen dat hij verontreinigende stoffen bevat die niet vermeld zijn in bijlage IV, kan binnen de kadastrale werkzone gebruikt worden onder de volgende voorwaarden: VLAREBO, art VLAREBO, art. 167 a) er wordt geen bijkomende verontreiniging van het grondwater veroorzaakt; b) de mogelijke blootstelling aan de verontreinigende stoffen levert geen bijkomend risico op; c) de uitgegraven bodem wordt gebruikt volgens een code van goede praktijk. De code van goede praktijk voor het gebruik van uitgegraven bodem binnen een kadastrale werkzone wordt op voorstel van de OVAM vastgesteld door de minister. Een zone voor het gebruik ter plaatse wordt afgebakend volgens een code van goede praktijk. De code van goede praktijk voor het afbakenen van een zone voor het gebruik ter plaatse wordt op voorstel van de OVAM vastgesteld door de minister. In afwijking van de voorwaarden van artikel 161 en 162, kan uitgegraven bodem binnen een zone voor het gebruik ter plaatse gebruikt worden volgens een code van goede praktijk. De code van goede praktijk voor het gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor het gebruik ter plaatse wordt op voorstel van de OVAM vastgesteld door de minister. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 9

11 De codes van goede praktijk houden rekening met het voorzorgsprincipe en het stand-still beginsel, zoals vermeld in het milieudecreet (DABM). De krachtlijnen van de code van goede praktijk kunnen als volgt worden samengevat : - de bestaande toestand mag niet verergeren; - het gebruik van bodem mag geen bijkomende risico s, veiligheids- of saneringsmaatregelen impliceren; - het gebruik van de uitgegraven bodem mag de eventuele navolgende saneringswerken niet belemmeren. 2.2 Toepassingsgebied grondverzet Artikel 4, 4 van het afvalstoffendecreet luidt al s volgt: "Zijn geen afvalstoffen als bedoeld in dit decreet: 4 bodem, uitgegraven buiten ontginningsgebieden, die overeenkomstig de voorwaarden bepaald in of krachtens het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering wordt gebruikt. De bepalingen van hoofdstuk XIII van het VLAREBO regelen het gebruik van uitgegraven bodem. De grondverzetregeling geldt echter niet enkel voor uitgegraven bodem die zonder enige voorbehandeling gebruikt kan worden, maar ook voor uitgegraven bodem die gereinigd is of waarop een fysische scheiding wordt toegepast. Indien verontreinigde uitgegraven bodem gereinigd wordt tot een niveau dat ze onder het toepassingsgebied van het VLAREBO valt, is de gereinigde uitgegraven bodem ingevolge art 4 4 van het afvalstoffendecree t geen afvalstof meer als bedoeld in het afvalstoffendecreet en valt ze onder toepassing van het bodemsaneringsdecreet. Concreet wil dit zeggen dat het label afvalstof wordt weggenomen op basis van artikel 20 in combinatie met artikel 11van het afvalstoffendecreet alsook op basis van artikel 4 van het afvalstoffendecreet. Indien de gereinigde uitgegraven bodem, na reiniging, niet voldoet aan de voorwaarden voor gebruik van uitgegraven bodem en zodoende niet onder het toepassingsgebied van Hoofdstuk XIII van het VLAREBO kan vallen, blijven de bepalingen van het afvalstoffendecreet van toepassing. De regeling voor het gebruik van uitgegraven bodem is niet van toepassing op primaire oppervlaktedelfstoffen zoals bedoeld in het decreet van 4 april 2003 betreffende de oppervlaktedelfstoffen. Ze is evenmin van toepassing op delfstoffen die in grindwinningsgebieden volgens het decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning ontgonnen worden, en op in het Vlaamse Gewest ingevoerde minerale delfstoffen die als geologische afzetting in hun natuurlijke staat ontgonnen worden. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 10

12 2.3 Andere wettelijke bepalingen De uitvoering van grondwerken, waarbij op het terrein verontreinigde uitgegraven bodem wordt gebruikt die niet voldoet aan de voorwaarden van Hoofdstuk XIII van het VLAREBO, kan aanleiding geven tot het ontstaan van buitencontractuele aansprakelijkheden. De foutaansprakelijkheid ex artikel 1382 en 1383 Burgerlijk Wetboek bepaald dat degene die door zijn fout/nalatigheid aan een ander schade veroorzaakt, deze schade volledig moet vergoeden. Voor toepassing van de foutaansprakelijkheid moet aan drie voorwaarden zijn voldaan; er moet schade zijn die het gevolg is van een fout en er moet een oorzakelijke verband zijn tussen deze schade en de fout. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 11

13 3 Krachtlijnen en belangrijke begrippen 3.1 Algemene bepalingen Vanuit preventief oogpunt reglementeert de Vlaamse Regering het gebruik van uitgegraven bodem door onder meer een kader met de gebruiksmogelijkheden vast te leggen. Afdeling III van hoofdstuk XIII groepeert de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem en bestaat uit drie onderafdelingen. Onderafdeling I voorziet uitdrukkelijk in een mengverbod. Onderafdeling II bevat de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem als bodem. Onderafdeling III bepaalt de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product. De regeling voor het gebruik van uitgegraven bodem heeft als basisdoelstelling de verspreiding van aangerijkte of verontreinigde bodem te beheersen. Met dat doel in het achterhoofd, is het vanzelfsprekend verboden om partijen aangerijkte of verontreinigde uitgegraven bodem tijdens of na de ontgraving met andere uitgegraven bodem te vermengen en dit met het oogmerk op het verdunnen van de concentraties aan verontreinigende stoffen, waardoor de gemengde uitgegraven bodem alsnog in aanmerking komt voor een gebruiksmogelijkheid die voor de nietgemengde partij niet mogelijk zou zijn (artikel 160). Het is in de praktijk onmogelijk dat vóór het uitgraven van iedere schep bodem de bodemkwaliteit exact gekend is. Door de heterogeniteit van de bodem is het bovendien mogelijk dat uit te graven bodems met verschillende bodemkwaliteiten op geringe afstand of diepte van elkaar liggen. Hierdoor kan het noodzakelijk zijn dat in een in de praktijk uitvoerbaar afgravingsplan verschillende bodemkwaliteiten samen uitgegraven worden en samengevoegd worden. Vertrekkende van de algemene voorwaarden waaraan uitgegraven bodem bij gebruik als bodem moet voldoen, worden bijzondere gebruiksbepalingen opgenomen, namelijk de voorwaarden voor gebruik van uitgegraven bodem als bodem binnen een kadastrale werkzone en binnen een zone voor het gebruik ter plaatse. Uitgegraven bodem kan niet alleen gebruikt worden als bodem, maar ook als grondstof in bouwwerken of in producten. In dat geval is in de nieuwe grondverzetregeling sprake van het gebruik van bodem als bouwkundig bodemgebruik of vormvast product. Bijvoorbeeld het gebruik van zand als funderingszand en bij de aanmaak van beton, en het gebruik van klei en leem voor de aanmaak van keramische producten en bakstenen. 3.2 Onderzoeksplicht voor de uitgegraven bodem Zowel bij het gebruik van uitgegraven bodem als bodem, bij bouwkundig bodemgebruik of gebruik in een vormvast product moet in welbepaalde gevallen een technisch verslag (en een grondverzettoelating en een bodembeheerrapport) te worden gemaakt. In artikel 173 wordt vastgelegd in welke gevallen een technisch verslag moet worden opgemaakt, en een grondverzettoelating en een bodembeheerrapport afgeleverd moeten worden. Er wordt een technisch verslag opgemaakt voor: OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 12

14 - de afvoer van uitgegraven bodem afkomstig van grondwerken waarvan het volume uitgegraven bodem groter is dan 250 m³ en de uitgegraven bodem wordt afgevoerd; - de afvoer van uitgegraven bodem afkomstig van grondwerken die uitgevoerd worden op een verdachte grond; - het gebruik van uitgegraven bodem afkomstig van opgeslagen partijen uitgegraven bodem waarbij de partij is samengesteld uit verschillende partijen uitgegraven bodem kleiner dan 250 m³ waarvoor er bij uitgraving geen verplichting tot opmaak van technisch verslag was. Vindt de uitgraving plaats op een verdachte grond en is het volume uitgegraven bodem kleiner dan 250 m³ dan moet geen technisch verslag opgemaakt worden indien de uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone als bodem volgens een code van goede praktijk wordt gebruikt. Voor de aanleg of het herstel van nutsleidingen, pijpleidingen of rioleringen en bij herstel van oevers of dijkprofielen moet er geen technisch verslag opgemaakt worden indien de uitgegraven bodem binnen een zone voor het gebruik ter plaatse wordt gebruikt, ongeacht het volume bodem die uitgegraven wordt. Indien bodem wordt uitgegraven en opnieuw gebruikt wordt binnen hetzelfde conformverklaard (beperkt) bodemsaneringsproject is het evenmin nodig om een technisch verslag op te maken. Voor de uitvoering van een bodemsanering overeenkomstig het Bodemdecreet bestaan al strikte procedures die door de OVAM opgevolgd worden. In het (beperkt) bodemsaneringsproject en het conformiteitsattest worden uiteraard wel voldoende nauwkeurige instructies in verband met het gebruik van de uitgegraven bodem opgenomen worden. 3.3 Werkwijze Het technisch verslag dient om kwaliteit van de uit te graven bodem of uitgegraven bodem te bepalen en om het beoogde gebruik na te gaan. De te nemen stappen zijn : - Bepalen of het ontgraven volume groter is dan 250 m³; - Bepalen of de plaats van ontgraving een verdachte grond is; - Bepalen of de uitgegraven bodem ter plaatse gebruikt zal worden volgens de code van goede praktijk voor gebruik ter plaatse. Het gebruik ter plaatse kan enkel voor leidingwerken of voor het herstel van oevers en dijkprofielen; - Indien nodig een technisch verslag laten opmaken door een erkende bodemsaneringsdeskundige. Een lijst van erkende bodemsaneringsdeskundigen is terug te vinden op - Het technisch verslag laten conformverklaren door een erkende bodembeheerorganisatie. Een lijst van erkende bodembeheerorganisaties is terug te vinden op - Uitvoeren van de grondwerken volgens de geldende procedure. In sommige gevallen is het niet mogelijk om een grondig onderzoek naar de bodemkwaliteit op de plaats van uitgraving uit te voeren (vb. de bodem onder een OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 13

15 gebouw). In deze gevallen kan de bodem uitgegraven worden en naar een tussentijdse opslagplaats getransporteerd worden. Voor het transport van uitgegraven bodem naar een tussentijdse opslagplaats of grondreinigingscentrum moet geen technisch verslag worden opgemaakt. Het blijft evident dat voordat de uitgegraven bodem opnieuw gebruikt wordt, een technisch verslag wordt opgemaakt indien het een partij uitgegraven bodem betreft waarvoor de opmaak van een technisch verslag verplicht is. Via volgend beslissingsschema wordt nagegaan of een technisch verslag en een bodembeheerrapport al dan niet verplicht is. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 14

16 Code van goede praktijk Bodemsaneringsproject neen Geen onderzoek Code van goede praktijk Gebruik ter plaatse neen >250 m³ ja Technisch verslag Bodembeheerrapport neen buiten Verdachte grond ja Kadastrale werkzone neen binnen Geen onderzoek Geen onderzoek Code van goede praktijk Technisch verslag Bodembeheerrapport Samengestelde partij > 250 m³ OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 15

17 3.4 Verdachte grond Artikel definieert een verdachte grond als: a) risicogrond; b) grond die opgenomen is in het Grondeninformatieregister, voor zover in een bodemonderzoek in het vaste deel van de aarde van die grond concentraties van stoffen werden aangetroffen die hoger liggen dan de richtwaarden voor de bodemkwaliteit voor het vaste deel van de aarde; c) openbare weg, oude wegbedding en wegberm; d) grond waarvoor aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid in het vaste deel van de aarde van stoffen in concentraties die hoger liggen dan de richtwaarden voor de bodemkwaliteit voor het vaste deel van de aarde, en die werd aangewezen door de minister; Een risicogrond is een grond waarop een risico-inrichting gevestigd is of was of waarop een risico-activiteit uitgevoerd werd of wordt. De lijst van inrichtingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging inhouden is opgenomen als bijlage I van het VLAREBO. In het Grondeninformatieregister zijn de gegevens van elke door de OVAM geïdentificeerde grond opgenomen, ongeacht of die grond al dan niet verontreinigd is. Het bodemattest geeft een overzicht van de gegevens die in het Grondeninformatieregister aanwezig zijn over de bodemkwaliteit van de grond in kwestie. Omdat niet alle gronden die in dit register voorkomen verontreinigd zijn, moeten niet alle gronden uit dit register als verdacht beschouwd worden. Enkel die gronden waar uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de richtwaarden (bijlage II van het VLAREBO) overschreden zijn, worden als verdachte grond beschouwd. De opname van deze gronden als verdachte gronden volgt uit het feit dat er een grote kans bestaat dat de uitgegraven bodem van deze gronden de waarden voor vrij gebruik zal overschrijden. Uit de ervaring sinds de inwerkingtreding van de grondverzetregeling opgedaan, blijkt dat gronden met een welbepaalde functie een systematische overschrijding van de waarden opgenomen in bijlage V van voorliggend besluit (waarden voor het vrij gebruik van uitgegraven bodem) vertonen. Uit de gegevens van de bodembeheerorganisaties blijken in het bijzonder openbare wegen, oude wegbeddingen en wegbermen verhoogde concentraties aan zware metalen of polyaromatische koolwaterstoffen (PAK s) te vertonen. In deze gevallen blijft het dan ook aangewezen om, in het geval de uitgegraven bodem niet ter plaatse opnieuw gebruikt kan worden, toch een onderzoeksverplichting op de daar uitgegraven bodem te leggen. Indien verdere praktijkervaring uitwijst dat voor bepaalde gronden waarop een typische activiteit plaatsgrijpt of dat voor gronden gelegen rond een specifieke locatie, er een hoge kans bestaat dat verhoogde gehaltes aan verontreinigende stoffen voorkomen, kan de Vlaamse minister deze gronden als verdachte gronden OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 16

18 aanduiden. Dit vierde onderdeel van de definitie van verdachte grond "gronden waarvoor aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid in het vaste deel van de aarde van stoffen in concentraties die hoger liggen dan de richtwaarden voor de bodemkwaliteit voor het vaste deel van de aarde, en die werd aangewezen door de minister" zorgt ervoor dat op basis van de praktijkervaring bijkomende gronden waarvoor aanwijzingen bestaan van de overschrijding van de richtwaarden voor de bodemkwaliteit op een vlotte manier als verdachte gronden aangeduid kunnen worden. Momenteel zijn er nog geen bijkomende gronden aangewezen door de Vlaamse minister voor Leefmilieu. 3.5 Kadastrale werkzone De kadastrale werkzone werd ingevoerd om werken op een zo praktische mogelijke en milieuhygiënisch verantwoorde wijze te laten plaatsvinden. De regelgeving voor het gebruik van uitgegraven bodem als bodem binnen de kadastrale werkzone, geeft de grondwerkers een ruimere bewegingsmarge binnen de projectzone, zonder dat bijkomende milieurisico s ontstaan. De bepalingen voor het gebruik van uitgegraven bodem als bodem binnen de kadastrale werkzone zijn opgenomen in artikel 164 van het VLAREBO. De bepalingen voor het bouwkundig bodem of het gebruik van uitgegraven bodem in een vormvast product binnen de kadastrale werkzone zijn opgenomen in artikel 172 van het VLAREBO. Door het maximaal gebruik van uitgegraven bodem binnen de projectzone, wordt voorkomen dat uitgegraven bodem aan -of afgevoerd moet worden. Op deze manier wordt het veroorzaken van nieuwe bodemverontreiniging tengevolge van grondverzet zoveel als mogelijk vermeden. Dit is een vertaling van het preventieprincipe naar de praktijk van het grondverzet. Art van het VLAREBO definieert de kadastrale werkzone als een zone die vastgesteld is in het kader van eenzelfde project en die bestaat uit een geheel van gronden met soortgelijke kenmerken. Het betreft kenmerken die een betekenisvol effect op het milieu hebben of een betekenisvol risico voor de volksgezondheid inhouden; In de definitie van kadastrale werkzone wordt het begrip project gebruikt. Met de term project wordt bedoeld het deel van de aanneming, ter realisatie van een werk (algemeen), waarop de bepalingen van de grondverzetregeling van toepassing zijn (= ontgraving, verplaatsing, tijdelijke opslag, gebruik van de uitgegraven bodem en afvoer van de grondoverschotten). In dit opzicht kunnen enerzijds alle grondwerken die uitgevoerd worden in het kader van één technisch verslag, ook indien die aanleiding geven tot verschillende bouwkundige ontwerpen en verschillende realisaties, als één project beschouwd worden. Anderzijds kunnen alle grondwerken die uitgevoerd worden in het kader van één bouwkundig ontwerp, maar waarvan verschillende technische verslagen worden opgesteld, als één project beschouwd worden. In bepaalde gevallen kan het aangewezen zijn om een kadastrale werkzone te bepalen. Meer informatie over de kadastrale werkzone vind je in hoofdstuk 5 van dit document. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 17

19 3.6 Gebruik ter plaatse Het begrip zone voor het gebruik ter plaatse wordt geïntroduceerd voor projecten waarbij de uitgegraven bodem op of nabij dezelfde plaats en onder dezelfde condities in dezelfde toepassing teruggebracht wordt. Een zone voor gebruik ter plaatse kan enkel afgebakend worden voor projecten van leidingwerken en voor het herstel van oevers en dijkprofielen. Bij lijntrajecten (bv. bij aanleg van of herstelwerken aan nutsleidingen, pijpleidingen en rioleringen) komt het voor dat bodem uitgegraven en min of meer op dezelfde plaats wordt teruggelegd. De kans op het verspreiden van een eventueel voorkomende bodemverontreiniging is in dit geval minimaal. Doordat de bodem ter plaatse blijft, is altijd voldaan aan de hoofddoelstelling van de regeling grondverzet, namelijk het beheersen van de verspreiding van bodemverontreiniging. Het uitvoeren van een bodemonderzoek of een technisch verslag en het opvolgen of traceren van deze grondstromen is in deze gevallen weinig of niet zinvol. Het correct omgaan met deze uitgegraven bodem is uiteraard wel zinvol. Meer informatie over de zone voor gebruik ter plaatse vind je hoofdstuk 6 van dit document. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 18

20 4 Technisch verslag 4.1 Algemeen Het technisch verslag heeft als doel de milieuhygiënische kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem te bepalen. Het technisch verslag wordt opgemaakt onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige. Een erkende bodembeheerorganisatie spreekt zich uit over de conformiteit van het technisch verslag. Een erkende tussentijdse opslagplaats of een erkend grondreinigingscentrum spreekt zich uit over de conformiteit van het technisch verslag voor de uitgegraven bodem door haar aanvaard. Een technisch verslag wordt opgemaakt voordat de uitgegraven bodem wordt gebruikt. Het technisch verslag wordt opgemaakt op basis van een voorstudie en op basis van analyseresultaten van een representatieve bemonstering. De voorstudie heeft als doel de verdachte zones en de verdachte stoffen te bepalen. Op basis van de gegevens van de voorstudie kan de bodemsaneringsdeskundige de onderzoeksstrategie vastleggen. Het resultaat van het technisch verslag moet zijn: 1. het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem en het vastleggen van de gebruiksmogelijkheden; 2. het vastleggen van bijkomende voorwaarden of uitvoeringsbepalingen voor het gebruik van de uitgegraven of voor het uitgraven van de bodem; 3. het opmaken van een opmetingstabel, zodat de initiatiefnemer grondverzet nadien eenvoudig een bestek kan opmaken; 4. het opmaken van een zoneringsplan, dat nadien de basis kan vormen voor het opmaken van een uitvoerbaar uitgravingsplan. 4.2 Werkwijze Conform artikel e lid van het bodemdecreet wordt een technisch verslag opgesteld onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige conform de standaardprocedure, vastgesteld door de Vlaamse Regering op voorstel van de OVAM. Bij ontstentenis van dergelijke standaardprocedure wordt het technisch verslag opgesteld volgens een code van goede praktijk Een bodemsaneringsdeskundige bepaalt middels het technisch verslag de kwaliteit van de uitgegraven bodem in opdracht van de initiatiefnemer grondwerken. De deskundige neemt in het technisch verslag zowel milieutechnische als administratieve gegevens op over de kwaliteit van de uitgegraven bodem (artikel 180). De monsterneming en analyse zijn als essentiële onderdelen van het bodemonderzoek aan uitdrukkelijke kwaliteitseisen onderworpen. Het is noodzakelijk dat de monsters die ter analyse worden aangeboden in het kader van een bodemonderzoek of bodemsanering op een kwaliteitsvolle en correcte wijze worden genomen. Om dit te realiseren worden in het CMA (Compendium voor monstername en analyse; bijkomende methoden opgenomen en wordt in voorliggend besluit aan de bodemsaneringsdeskundige de verplichting opgelegd om er op toe te zien dat de stalen volgens de juiste methode worden genomen. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 19

21 Het technisch verslag wordt opgemaakt volgens een standaardprocedure. De standaardprocedure wordt opgemaakt door de OVAM en beschrijft de richtlijnen voor een te volgen onderzoeksstrategie voor de bepaling van de kwaliteit van de uitgegraven bodem. Gelet op de mogelijke variaties in bodemgelaagdheid, in verspreiding van verontreiniging in de bodem en in grondwerken, kan de OVAM enkel algemene richtlijnen uitwerken. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de bodemsaneringsdeskundige om de kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem goed te bepalen en uit de resultaten de correcte conclusies te trekken. De uitvoering van een bijkomende, afperkende bemonstering blijft een risicovolle schakel, die essentieel is om het hoofddoel van de grondverzetsregeling te bereiken, namelijk het beheersen van de verspreiding van bodemverontreiniging via het gebruik van uitgegraven bodem. In sommige gevallen is het niet mogelijk om een grondig onderzoek naar de bodemkwaliteit op de plaats van uitgraving uit te voeren (vb. de bodem onder een gebouw). In deze gevallen wordt geen technisch verslag opgesteld voordat de bodem uitgegraven wordt. De bodem wordt eerst uitgegraven en naar een tussentijdse opslagplaats getransporteerd. Voor het transport van uitgegraven bodem naar een tussentijdse opslagplaats of grondreinigingscentrum moet geen technisch verslag worden opgemaakt. Het blijft evident dat voordat de uitgegraven bodem opnieuw gebruikt wordt, een technisch verslag wordt opgemaakt indien het een partij uitgegraven bodem betreft waarvoor de opmaak van een technisch verslag verplicht is. Het technisch verslag wordt in deze gevallen opgemaakt op de locatie van de tussentijdse opslagplaats of van het grondreinigingscentrum. Voor uitgegraven bodem die op een erkende tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem of op een erkend grondreinigingscentrum opgeslagen ligt, kan van de navolgende richtlijnen afgeweken worden voor zover de richtlijn niet van toepassing gebracht kan worden op de opgeslagen uitgegraven bodem (omschrijving grondwerken bij uitgraving, zoneringsplan, boorbeschrijvingen, e.d.). 4.3 Rapportage De verzamelde gegevens over de onderzochte bodem worden vertaald in termen van de gebruiksmogelijkheden van de uitgegraven bodem overeenkomstig het VLAREBO. De rapportage van het technisch verslag gebeurt volgens de richtlijnen van de standaardprocedure. De elementen van het technisch verslag die essentieel zijn voor een bodembeheerrapport kunnen op een gestandaardiseerde wijze gerapporteerd worden aan een erkende bodembeheerorganisatie. Het technisch verslag vormt de basis voor het opvolgen van de uitgegraven bodem en is het eerste document in de traceerbaarheidsprocedure. De initiatiefnemer grondwerken kiest een erkende bodembeheerorganisatie die als taak heeft het technisch verslag te beoordelen op haar conformiteit. Bij de beoordeling van de conformiteit wordt niet alleen de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten en de besluiten van het technisch verslag, maar eveneens de uitvoerbaarheid van de selectieve uitgraving nagegaan. De erkende bodembeheerorganisatie staat daarnaast in voor de vertaling van de nuances van het technisch verslag naar specifieke uitvoeringsmodaliteiten voor de aannemer. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 20

22 5 Kadastrale werkzone 5.1 Algemeen Het begrip 'kadastrale werkzone' is van belang om aangerijkte bodem binnen de werkzone op een milieuhygiënische verantwoorde wijze te kunnen gebruiken. De afbakening van de kadastrale werkzone moet gebeuren volgens een code van goede praktijk die op voostel van de OVAM is vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor leefmilieu. De code van goede praktijk voor het afbakenen van een kadastrale werkzone wordt ingevuld op basis van de definitie kadastrale werkzone, vermeld in artikel 158, 7 van het VLAREBO. Voor uitgravingen kleiner dan 250 m³, kan de kadastrale werkzone afgebakend worden door de initiatiefnemer grondwerken. Voor grotere projecten moet de kadastrale werkzone steeds door een bodemsaneringsdeskundige afgebakend worden. Een kadastrale werkzone groepeert gronden met soortgelijke kenmerken. Dat betekent dat de bodemkwaliteit binnen éénzelfde kadastrale werkzone overal gelijkaardig is, zowel in aard als in concentratie van verontreinigende stoffen. Een kadastrale werkzone is dus een zone waarbinnen eenzelfde verontreiniging in ongeveer dezelfde concentraties voorkomt. De concentratie aan verontreinigende stoffen varieert enkel binnen welbepaalde gedefinieerde grenzen. Als de variatie te groot wordt, heeft dit tot gevolg dat een bijkomende kadastrale zone moet afgebakend worden. Bij het afbakenen van de kadastrale werkzone wordt rekening gehouden met de algemene activiteit die op de bodem uitgeoefend wordt of met de functie die de bodem zelf uitoefent of zal uitoefenen. De algemene activiteit die op de bodem uitgeoefend wordt of de functie die de bodem zelf uitoefent, bepaalt immers in sterke mate het effect op het milieu en het risico voor de volksgezondheid. Het effect van een algemene activiteit kan in meerdere of mindere mate een directe invloed hebben op het milieucompartiment bodem. De uitgeoefende activiteit is dan de indicator voor het effect op het milieucompartiment bodem. Zonder effectief de milieukenmerken, van de bodem met behulp van bodemanalyses te meten, is de ruimtelijke afbakening van de activiteit in deze gevallen ook een afbakening van zones met een gelijkaardige relevant effect op het milieu en het risico voor de volksgezondheid. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een druk bereden weg, of een nieuw aan te leggen weg, als een kenmerk beschouwd wordt, waardoor het volledige tracé van de weg als één kadastrale werkzone afgebakend kan worden. Op die manier kan worden vermeden dat een werkzone onnodig opgesplitst wordt in verschillende zones, en wordt tegelijkertijd rekening gehouden met de milieueffecten bij het gebruik van de bodem. Voor het gebruik van uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone is het gehalte aan stenen en steenachtig materiaal niet beperkt tot 5 massaprocent. Voorbeelden van steenachtig materiaal zijn: puin, sintels, assen, etc. Dergelijke steenachtige materialen komen veelvuldig voor in stedelijke kernen en zijn moeilijk afzeefbaar van de bodem. Een beperking op het gehalte aan steenachtig materiaal, ook voor het gebruik van bodem binnen de kadastrale werkzone, zou dan ook een te zware hypotheek op het grondverzet binnen stedelijke gebieden leggen.. Het gehalte aan niet-steenachtige bodemvreemde materialen wordt beperkt tot één volume- en massaprocent (artikel 165). Het spreekt echter voor zich dat deze bepaling enkel van toepassing is als het uitgegraven materiaal nog als een uitgegraven bodem kan beschouwd worden. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 21

23 De gebruiksbepalingen voor het gebruik van de uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone moet de grondwerkers een zekere bewegingsmarge tijdens de werken geven, zonder dat bijkomende milieurisico s ontstaan. Voor de bespreking van de verdere bepalingen voor het gebruik van uitgegraven bodem binnen een kadastrale werkzone wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van dit document. 5.2 Rapportage Voor uitgravingen waarvoor een verplichting tot de opmaak van een technisch verslag geldt, bakent de erkende bodemsaneringsdeskundige de kadastrale werkzone(s) af. De afbakening van de projectzone en de kadastrale werkzone(s) en de bijhorende motivatie van de bodemsaneringsdeskundige worden in het technisch verslag opgenomen. De afbaking van de kadastrale werkzone gebeurt in zowel het verticale als het horizontale vlak. De erkende bodemsaneringsdeskundige kan de kadastrale werkzone in het verticale vlak echter uitbreiden over de volledige ontgravingsdiepte (maximaal), op voorwaarde dat hij op basis van een risico-analyse motiveert dat een wijziging van de gelaagdheid van de verschillende partijen geen betekenisvol effect op milieu of betekenisvol risico op volksgezondheid zal hebben. (m.a.w. geen verhoogd risico op verspreiding of blootstelling) Van de genormeerde parameters worden, voor het bepalen van het betekenisvol effect op het milieu en van het betekenisvol risico voor de volksgezondheid, enkel die parameters weerhouden die de 80 % van de bodemsaneringsnorm van bestemmingstype II (gecorrigeerd naar klei-, organisch stofgehalte en ph) overschrijden. Indien blijkt dat de vastgestelde concentraties aan verontreinigende stoffen in welbepaalde bodemhorizonten duidelijk te koppelen zijn aan de natuurlijke omstandigheden is er geen sprake van bodemverontreiniging conform artikel 2, 2 van het bodemsaneringsdecreet. Hiertoe dient verwezen te worden naar literatuurgegevens of naar bestaande bodemonderzoeken die werden uitgevoerd in de omgeving van de onderzoekslocatie. De referenties worden steeds duidelijk in het verslag opgenomen worden. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 22

24 6 Zone voor gebruik ter plaatse 6.1 Algemeen De zone voor het gebruik ter plaatse kan afgebakend worden voor grondwerken waarbij de uitgegraven bodem op of nabij dezelfde plaats en onder dezelfde condities in dezelfde toepassing wordt teruggebracht. Voor het gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor het gebruik ter plaatse geldt een vrijstelling voor de opmaak van het technisch verslag als de uitgegraven bodem volgens een code van goede praktijk wordt gebruikt. Als uitgangspunt geldt dat de zone voor het gebruik ter plaatse afgebakend wordt zonder kennis van een analyseresultaat. De zone voor het gebruik ter plaatse kan afgebakend worden door een initiatiefnemer grondverzet of door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De zone voor het gebruik ter plaatse kan enkel afgebakend worden voor welbepaalde type projecten. Het afbakenen van een zone voor het gebruik ter plaatse kan enkel voor: - aanleg, heraanleg of herstel van leidingwerken op genummerde of ongenummerde kadastrale percelen: - het herstel van oevers en dijkprofielen voor zover de werken zich beperken tot het optrekken van de afgeschoven grond. OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 23

25 7 Gebruik van uitgegraven bodem De Vlaamse Regering reglementeert het gebruik van uitgegraven bodem door onder meer een kader met de gebruiksmogelijkheden vast te leggen. Afhankelijk van de milieuhygiënische kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem en rekening houdend met het beginsel van preventief handelen, het voorzorgprincipe en het stand-still beginsel, kan de uitgegraven bodem als bodem, bouwkundig of in een vormvast product gebruikt worden. Uitgegraven bodem die niet voldoet aan de bodemsaneringnormen van het bestemmingstype III kan ze niet meer als bodem gebruikt worden. Indien de bodem ook niet in aanmerking komt voor bouwkundig bodemgebruik of gebruik in een vormvast product moet de bodem worden gereinigd,. Verontreinigde uitgegraven bodem die niet reinigbaar is en waar geen gebruik voor bestaat, kan enkel naar een vergunde stortplaats worden afgevoerd. De regeling voor het gebruik van uitgegraven bodem heeft als basisdoelstelling de verspreiding van aangerijkte of verontreinigde bodem te beheersen. Met dat doel in het achterhoofd, is verboden om partijen aangerijkte of verontreinigde uitgegraven bodem tijdens of na de ontgraving met andere uitgegraven bodem te vermengen en dit met het oogmerk op het verdunnen van de concentraties aan verontreinigende stoffen, waardoor de gemengde uitgegraven bodem alsnog in aanmerking komt voor een gebruiksmogelijkheid die voor de niet-gemengde partij niet mogelijk zou zijn (artikel 160). 7.1 Gebruik van uitgegraven bodem als bodem Vertrekkende van de algemene voorwaarden waaraan uitgegraven bodem bij gebruik als bodem moet voldoen, worden bijzondere gebruiksbepalingen opgenomen, namelijk de voorwaarden voor gebruik van uitgegraven bodem als bodem binnen een kadastrale werkzone en binnen een zone voor het gebruik ter plaatse Algemeen gebruik Onder algemeen gebruik verstaat men het gebruik van uitgegraven bodem die afgevoerd werd om op een andere plaats opnieuw als bodem gebruikt te worden. De algemene regel is dat voor het gebruik van bodem als bodem er een technisch verslag wordt opgemaakt en is een verdere opvolging van de grondstroom verplicht. Enkel indien de uitgegraven bodem afkomstig is van een niet-verdachte grond en voorzover de totale uitgraving niet meer dan 250 m³ bedraagt moet er geen technisch verslag opgemaakt worden. Algemeen is bepaald dat uitgegraven bodem die de bodemsaneringsnormen van de bodem voor een bestemmingstype III (woongebied) overschrijdt vóór het gebruik als bodem moet worden gereinigd en dit volgens de beste beschikbare technieken. Indien de uitgegraven bodem niet gereinigd kan worden moet ze gestort worden. Uitgegraven bodem die de bodemsaneringsnormen voor een bestemmingstype III overschrijdt, kan dus nooit als bodem op een andere plaats gebruikt worden. Bouwkundig bodemgebruik blijft in welbepaalde gevallen wel mogelijk (zie verder). Ongeacht de milieuhygiënische kwaliteit kan uitgegraven bodem slechts als bodem gebruikt worden onder de volgende cumulatieve voorwaarden: OVAM Leidraad bij grondverzet - V1.0 24

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Afbakenen van een kadastrale werkzone V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz. Henny De Baets,

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Afbakenen van een zone voor het gebruik ter plaatse - V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz.

Nadere informatie

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor gebruik ter plaatse V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever

Nadere informatie

AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS

Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS Grondverzetregeling Evaluatie Sinds 1 april 2004 is de regelgeving voor het grondverzet volledig van kracht. Al wie tegenwoordig bodem uitgraaft,

Nadere informatie

AFBAKENEN VAN EEN ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFBAKENEN VAN EEN ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFBAKENEN VAN EEN ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Algemeen kader Praktische cases grondverzet

Algemeen kader Praktische cases grondverzet Algemeen kader Praktische cases grondverzet Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw www.grondwijzer.be Toepassingsgebied ALGEMEEN: Onverdachte grond > 250 m³ Verdachte grond WEL: Uitgegraven bodem

Nadere informatie

Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13

Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13 Inleiding... 3 Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13 1. Wettelijk kader... 13 2. Definities en doelstellingen in het Bodemdecreet... 15 2.1. Enkele relevante definities...

Nadere informatie

S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g

S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g vzw Grondbank Lombardstraat 34-42 1000 Brussel tel. 02 545 58 48 fax 02 545 58 54 S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g Titel: 1. VOORSTUDIE 1.1 Administratief Onderzoek Erkende Bodemsaneringsdeskundige

Nadere informatie

Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer

Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer Elisa Vermeulen, vzw Grondbank Easy Fairs, 25 maart 2010, Antwerpen Grondbank uw partner voor grondverzet Inhoud Grondverzetsregeling basisprincipes

Nadere informatie

GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

3.3 Overgangsbepaling Verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek Bodemsanering Algemeen Inhoud

3.3 Overgangsbepaling Verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek Bodemsanering Algemeen Inhoud Inhoud...5 Het Vlaamse bodemrecht... 11 Inleiding... 11 Hoofdstuk 1 Een nieuwe wet- en regelgeving?... 13 Hoofdstuk 2 Het Bodemdecreet en het Vlarebo-besluit... 15 1. Saneringsplicht... 15 1.1 Nieuwe bodemverontreiniging...

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk voor het vergunnen van tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem 2. Uitgever 3. Aantal blz. Openbare

Nadere informatie

Nieuwe regeling voor grondverzet

Nieuwe regeling voor grondverzet [ W e t g e v i n g ] Nieuwe regeling voor grondverzet In de Nieuwsbrief van juni 2002 verscheen een uitgebreid artikel over het grondverzet. Ondertussen is veel water naar de zee gevloeid, is de regeling

Nadere informatie

Grondverzet: algemeen kader. Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw

Grondverzet: algemeen kader. Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw Grondverzet: algemeen kader Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw Inhoud Rechten en plichten van de diverse actoren Intepretatie van een bodemonderzoek: kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, BESLUIT: Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en artikel 38 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen

Nadere informatie

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem

Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem Richtlijn voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen Datum : 3 april 2013 (versie 5) Opgemaakt door : Thomas De Vriese Thomas De Vriese Diensthoofd 1 INLEIDING... 1 1.1 ONDERWERP... 1 1.2 TOEPASSINGSGEBIED...

Nadere informatie

Sessie Bouwen en milieu. De problematiek afval en bodem. Eddy Wille, afdelingshoofd OVAM 19 maart 2010

Sessie Bouwen en milieu. De problematiek afval en bodem. Eddy Wille, afdelingshoofd OVAM 19 maart 2010 Sessie Bouwen en milieu. De problematiek afval en bodem. Eddy Wille, afdelingshoofd OVAM 19 maart 2010 Inleiding OVAM staat sinds 1981 in voor de uitvoering van het afvalstoffenbeleid; aangevuld in 1995

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 7973 VLAAMSE OVERHEID [C 2018/30163] 8 DECEMBER 2017. Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en artikel 38 van het decreet van 23 december 2011 betreffende

Nadere informatie

INLEIDING 11 HOOFDSTUK I OVERZICHT VAN DE REGELING BODEMSANERING 13

INLEIDING 11 HOOFDSTUK I OVERZICHT VAN DE REGELING BODEMSANERING 13 JOBNAME: AB.DO.9010 PAGE: 1 SESS: 24 OUTPUT: Tue Jan 6 13:58:21 2009 SUM: 255F2D99 Inhoudsopgave INLEIDING 11 HOOFDSTUK I OVERZICHT VAN DE REGELING BODEMSANERING 13 HOOFDSTUK II DEFINITIES, DOELSTELLINGEN

Nadere informatie

Grondverzetregeling. Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015. Grondbank gewaarborgd grondverzet

Grondverzetregeling. Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015. Grondbank gewaarborgd grondverzet Grondverzetregeling Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015 Grondbank gewaarborgd grondverzet Situatie in 2004 uitdagingen Afzetprobleem voor grondoverschotten door gebrek

Nadere informatie

Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem

Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem 23 Januari 2004 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem 2. Uitgever 6.Aantal

Nadere informatie

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB Risico s s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Risico s bij jgrondverzet Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening

Nadere informatie

De impact van het Bodemdecreet. op scholen

De impact van het Bodemdecreet. op scholen De impact van het Bodemdecreet 06 op scholen 6.1 Bescherming Het doel van het Bodemdecreet is een overnemer van grond (bijvoorbeeld een koper of concessiehouder) te beschermen tegen de gevolgen van een

Nadere informatie

Risico s bij grondverzet

Risico s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening maatschappelijk belang ebsd Bewaking en continue

Nadere informatie

Begrippenlijst GRONDBANK

Begrippenlijst GRONDBANK Begrippenlijst GRONDBANK Disclaimer: deze begrippenlijst verduidelijkt de belangrijkste begrippen met betrekking tot grondverzet in het algemeen en de werking en dienstverlening van de Grondbank als erkende

Nadere informatie

Conformverklaring Technisch Verslag

Conformverklaring Technisch Verslag T 02 545 58 48 F 02 545 58 54 Grondbank vzw erkende bodembeheerorganisatie Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Conformverklaring Technisch Verslag (conform art 186 van het Vlarebo) geldig tot 10/03/18 NR.:

Nadere informatie

Te maken met grondverzet?

Te maken met grondverzet? VOOR MEER INFORMATIE, BEL NAAR 015/284 284 OF E-MAIL INFO@OVAM.BE openbare afvalstoffenmaatschappij voor het vlaamse gewest stationsstraat 110 b-2800 mechelen tel 015/284 284 fax 015/203 275 http://www.ovam.be

Nadere informatie

Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem

Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem Richtlijn voor werfgebonden tussentijdse opslagplaatsen Datum : 20 oktober 2008 Opgemaakt door : Hilde Pintens Geauthoriseerd door : Thomas De Vriese Hilde Pintens Adviseur Thomas De Vriese Diensthoofd

Nadere informatie

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie KWALITEITSZORGSYSTEEM VOOR HET VERVOER Administratief en organisatorisch luik van de traceerbaarheidsprocedure van de vzw Grondbank. V080315 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN Voorbeeldfiguren / 13.10.2017 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister

Nadere informatie

Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer.

Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer. 1 INLEIDING Dit werkplan is van toepassing op de tussentijdse opslagplaats (TOP) bij Damslootmeer. Het doel van dit werkplan is onder meer om de traceerbaarheid van de verschillende partijen uitgegraven

Nadere informatie

Overwegende dat de geselecteerde gronden vastgesteld worden als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst.

Overwegende dat de geselecteerde gronden vastgesteld worden als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Aalst als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst. DE OVAM, Gelet

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie MONITEUR BELGE 09.03.2017 BELGISCH STAATSBLAD 34367 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2017/11062] 22 FEBRUARI 2017. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/36469] 29 SEPTEMBER 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Haacht als site

Nadere informatie

Inhoud. mei Regionaal overleg voor milieuverantwoordelijken Het nieuwe VLAREBO

Inhoud. mei Regionaal overleg voor milieuverantwoordelijken Het nieuwe VLAREBO Regionaal overleg voor milieuverantwoordelijken Het nieuwe VLAREBO Timothy Geerts Diensthoofd Grondwijzer vzw Inhoud Introductie Grondwijzer De Vlaamse regelgeving Bagger- en ruimingspecie Impact op andere

Nadere informatie

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID 2365 VLAAMSE OVERHEID Omgeving [C 2017/32217] 12 DECEMBER 2017. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen aan het Koning Albertpark in Kortrijk

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/35817] 4 MEI 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Middelkerke als site

Nadere informatie

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN 1.04.2019 pagina 1 van 34 OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN 1.04.2019 DOCUMENTBESCHRIJVING Titel publicatie: Overdracht

Nadere informatie

Standaard Technisch Verslag

Standaard Technisch Verslag De Vijfde bvba Standaard Technisch Verslag Sint-Michiels, Margarethalaan Genk i.o.v. Sint-Michielsschool Opgesteld op: 5/09/2016 Door: Wim Alaerts EBSD: Environmental Works bvba (ref. O1704107) De Vijfde

Nadere informatie

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S)

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S) vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie DRAAIBOEK VOOR BEDRIJFSGEBONDEN TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN (B-TOP S) Administratief en organisatorisch luik van het traceerbaarheidssysteem van vzw Grondbank

Nadere informatie

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie 25 APRIL 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Boechout als site Woonzone Boechout

Nadere informatie

Grondverzet: Stappenplan voor de bouwheer

Grondverzet: Stappenplan voor de bouwheer Grondverzet: Stappenplan voor de bouwheer Zwijnaarde, 12 februari 2015 VIK Oost/West-Vlaanderen Andy Heurckmans Grondbank gewaarborgd grondverzet Inhoud Grondverzetsregeling : basisprincipes Technisch

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2015/35290] 5 MAART 2015. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Gent/Sint-Amandsberg

Nadere informatie

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Artikel 1. Er wordt een site vastgesteld 'Woonzone Klapgat en school Don Bosco in Haacht' voor de gronden opgenomen in de lijst van bijlage 1. Hoofdstuk II. Uitvoering

Nadere informatie

geïnformeerd worden over de verschillende fasen van het onderzoek en over de ernst van de verontreiniging;

geïnformeerd worden over de verschillende fasen van het onderzoek en over de ernst van de verontreiniging; Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Zemst als site 'Woonzone Stationslaan Zemst'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2015/35478] 30 MAART 2015. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Kalmthout als site

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Omgeving

VLAAMSE OVERHEID. Omgeving 65998 MONITEUR BELGE 19.06.2017 BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Omgeving [C 2017/12615] 1 JUNI 2017. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Standaardprocedure - Opmaak van een technisch verslag V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz. Henny De Baets, OVAM, Stationsstraat

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie 22 JULI 2015. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Kontich als site Woonzone Doelveld

Nadere informatie

Screening Grondverzet Acties OVAM

Screening Grondverzet Acties OVAM Screening Grondverzet Acties OVAM Dirk Dedecker SCREENING GRONDVERZETREGELING Erkende bodembeheerorganisaties Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) - Bouwunie Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM),

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie 31341 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2017/10909] 16 FEBRUARI 2017. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Brugge als

Nadere informatie

PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP DE WERF NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE

PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP DE WERF NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP DE WERF NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE IHKV ARTIKEL 7.6.1.1 VAN HET EENHEIDSREGLEMENT 1. CONTEXT EN TOEPASSINGSGEBIED Vanaf 24 augustus

Nadere informatie

VR DOC.1053/2

VR DOC.1053/2 VR 2018 2109 DOC.1053/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBObesluit

Nadere informatie

Sitebesluit Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout 2/6

Sitebesluit Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout 2/6 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Kalmthout als site 'Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout'. DE OVAM, Gelet op het Decreet

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/35707] 1 APRIL 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Peer/Wijchmaal als

Nadere informatie

1. Toelichting van de krachtlijnen van de Vlaamse bodemregelgeving: Bodemdecreet en VLAREBO 2. Toekomstige ontwikkelingen voor het Vlaamse

1. Toelichting van de krachtlijnen van de Vlaamse bodemregelgeving: Bodemdecreet en VLAREBO 2. Toekomstige ontwikkelingen voor het Vlaamse 1. Toelichting van de krachtlijnen van de Vlaamse bodemregelgeving: Bodemdecreet en VLAREBO 2. Toekomstige ontwikkelingen voor het Vlaamse bodembeleid 3. Even vergelijken Nederland - Vlaanderen 4. We denken

Nadere informatie

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

IHKV ARTIKEL VAN HET EENHEIDSREGLEMENT

IHKV ARTIKEL VAN HET EENHEIDSREGLEMENT PROCEDURE LMRP VERKLARINGEN VOOR AFVOER VAN AFGEZEEFDE STENEN OP EEN TOP/CGR/CSV NAAR EEN VERGUNDE BREEKINSTALLATIE IHKV ARTIKEL 7.6.1.1 VAN HET EENHEIDSREGLEMENT 1. CONTEXT Vanaf 24 augustus 2018 moeten

Nadere informatie

Conformverklaring Technisch Verslag

Conformverklaring Technisch Verslag Grondbank vzw erkende bodembeheerorganisatie Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Tel. 02 545 58 48 Fax 02 545 58 54 Conformverklaring Technisch Verslag (conform art 186 van het Vlarebo) geldig tot 08/08/14

Nadere informatie

Nieuwe instrumenten in het bodembeleid

Nieuwe instrumenten in het bodembeleid Nieuwe instrumenten in het bodembeleid ECOnext, Afdelingshoofd Bodembeheer OVAM Programma Nieuwe instrumenten voor de vastgoedsector Regeling cofinanciering Wijzigingen door omzetting Richtlijn Industriële

Nadere informatie

Overwegende dat de OVAM ook in het bezit is van een oriënterend bodemonderzoek en

Overwegende dat de OVAM ook in het bezit is van een oriënterend bodemonderzoek en Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de gronden gelegen in Gent als site - 'Woonzone Begijnhoflaan Gent' " DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2013/36106] 19 NOVEMBER 2013. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de percelen gelegen in Kortrijk als

Nadere informatie

Overwegende dat de locatie 65 percelen telt;

Overwegende dat de locatie 65 percelen telt; Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Brugge als site 'woonzone voormalige vleeswarenfabriek in Brugge'. DE OVAM, Gelet op het Decreet

Nadere informatie

Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2

Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Code van goede praktijk voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem V2 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie

Nadere informatie

Samen maken we morgen mooier.

Samen maken we morgen mooier. Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Kwaliteitsreglement in het kader van de erkenning van een grondreinigingscentrum of een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven

Nadere informatie

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1 Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille,

Nadere informatie

Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen

Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 69119 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2011/35925] 28 OKTOBER 2011. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de percelen gelegen in de woonzone

Nadere informatie

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'.

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van **/**/**** tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2014/36923] 9 DECEMBER 2014. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot ambtshalve uitvoering van een bodemsanering op de gronden

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2013/36113] 21 NOVEMBER 2013. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen aan de Yvonne Serruysstraat

Nadere informatie

Grondverzet bij projectontwikkeling en vervangingsbouw: praktische leidraad

Grondverzet bij projectontwikkeling en vervangingsbouw: praktische leidraad Grondverzet bij projectontwikkeling en vervangingsbouw: praktische leidraad Econext, 17 april 2013 Elisa Vermeulen, Grondbank vzw Grondbank uw partner voor grondverzet Wat is de grondverzetsregeling? Doel:

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Nota aan de leden van de Vlaamse Regering DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Advies. Aanpas. SERV, 1 juni 2011. Contactpersoon

Advies. Aanpas. SERV, 1 juni 2011. Contactpersoon Advies Aanpas ssing VLAREBO Minaraad, 1 juni 2011 (nr. 2011 24) SERV, 1 juni 2011 Contactpersoon Minaraad: Dirk Uyttendaele Contactpersoon SERV: Annick Lamote Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Beschrijving...

Nadere informatie

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland' 1/6

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland' 1/6 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Heuvelland als site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland'. DE OVAM,

Nadere informatie

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3 Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny

Nadere informatie

over het voorontwerp van Vlarebo 2007

over het voorontwerp van Vlarebo 2007 Brussel, 12 september 2007 Advies SERV en Minaraad Advies op hoofdlijnen over het voorontwerp van Vlarebo 2007 Contactpersoon Minaraad: Francis Noyen Contactpersoon SERV: Annick Lamote Minaraad, 30 augustus

Nadere informatie

BODEMSANERINGSPROJECT

BODEMSANERINGSPROJECT BODEMSANERINGSPROJECT VOORMALIGE STORTPLAATS HUISHOUDELIJK AFVAL EYSELS - TURNHOUT 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. OBBO 1. PAK in bodem 2. Zware metalen in bodem 3. Minerale olie in bodem 4. PAK in grondwater

Nadere informatie

Overwegende dat de andere percelen van de voormalige textielfabriek nog niet werden opgenomen in een bodemonderzoek en bewoond zijn;

Overwegende dat de andere percelen van de voormalige textielfabriek nog niet werden opgenomen in een bodemonderzoek en bewoond zijn; Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Gent als site 'Woonzone voormalige textielfabriek in Mariakerke'. DE OVAM, Gelet op het Decreet

Nadere informatie

GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET

GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET December 2010 Grondbank vzw SAMENVATTING De bemonsteringsstrategie zoals opgenomen in

Nadere informatie

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'.

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende

Nadere informatie

DE OPENBARE VLAAMSE AFVALSTOFFENMAATSCHAPPIJ,

DE OPENBARE VLAAMSE AFVALSTOFFENMAATSCHAPPIJ, Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in de woonzone 'Voormalige kabelslagerij' in Dendermonde en tot regeling van de exoneratie voor de

Nadere informatie

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Bornem' 1/6

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Bornem' 1/6 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Bornem als site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Bornem'. DE OVAM, Gelet

Nadere informatie

Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Nijlen' 1/7

Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Nijlen' 1/7 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Nijlen als site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Nijlen'. DE OVAM, Gelet

Nadere informatie

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille, OVAM, Stationsstraat

Nadere informatie

DE OVAM, Sitebesluit Woonzone Sint-Baafskeuter 1/5

DE OVAM, Sitebesluit Woonzone Sint-Baafskeuter 1/5 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Gent/Sint-Amandsberg als site 'Woonzone Sint- Baafskouter'. - DE OVAM, Gelet op het Decreet van

Nadere informatie

GRONDBANK vzw. Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw

GRONDBANK vzw. Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw GRONDBANK vzw NOTA WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN Juli 2009 Elisa Vermeulen Cel Ondersteuning Grondbank vzw INHOUDSTAFEL 1 PROBLEEMSTELLING... 4 2 OPMAAK VAN HET TECHNISCH VERSLAG... 5 2.1 Bijkomende aanbevelingen

Nadere informatie

1.1. Notaris 7. 1.2. Vastgoedkantoren en makelaars 8. 1.3. Overdrager 9. 1.4. Verwerver 10 1.5. OVAM 11. 1.6. Bodemsaneringsdeskundige 12

1.1. Notaris 7. 1.2. Vastgoedkantoren en makelaars 8. 1.3. Overdrager 9. 1.4. Verwerver 10 1.5. OVAM 11. 1.6. Bodemsaneringsdeskundige 12 INHOUDSTAFEL Deel I. Regelgeving bodem en transacties met vastgoed 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 1. Wie doet wat bij een overdracht? 5 1.1. Notaris 7 1.2. Vastgoedkantoren en makelaars 8 1.3. Overdrager 9 1.4.

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Vaststelling site

Hoofdstuk I. Vaststelling site Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Lokeren als site 'Woonzone Lokeren - Hubert Van De Vijverstraat en Spletterenstraat'. DE OVAM,

Nadere informatie

Het beheer van afgegraven gronden in Brussel

Het beheer van afgegraven gronden in Brussel Het beheer van afgegraven gronden in Brussel Wouter FRANCOIS Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement behandeling van verontreinigde bodems Leefmilieu Brussel BIM De milieuadministratie van het Brussels

Nadere informatie

SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER

SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER ~~~ Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Stationsstraat 110 B- 2800 Mechelen T: 015 284 284 F: 015 203 275 www.ovam.be Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

Nadere informatie

OVAM een siteonderzoek uitvoert; dat het siteonderzoek wordt uitgevoerd binnen de termijn die in het besluit is bepaald;

OVAM een siteonderzoek uitvoert; dat het siteonderzoek wordt uitgevoerd binnen de termijn die in het besluit is bepaald; Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij {OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Zandhoven als site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Zandhoven'. DE OVAM,

Nadere informatie