BERICHT 42N / 2003 BUNDEL LASTENKOHIER VOOR HET PERSONEEL VAN DE INFRASTRUCTUURGEBRUIKER EN VOOR ZIJN HULPONDERNEMINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BERICHT 42N / 2003 BUNDEL LASTENKOHIER VOOR HET PERSONEEL VAN DE INFRASTRUCTUURGEBRUIKER EN VOOR ZIJN HULPONDERNEMINGEN"

Transcriptie

1 DIRECTIE NETWERK BEHEERDER VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Bureau N Sectie 81 Frankrijkstraat 85 B-1060 Brussel +32 (0) (Int: 911/52466) +32 (0) (Int: 911/54336) hompers@b-rail.be N.424/5.3/4367/BS-CB/BS Brussel, 06 december 2003 BERICHT 42N / 2003 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL LASTENKOHIER VOOR HET PERSONEEL VAN DE INFRASTRUCTUURGEBRUIKER EN VOOR ZIJN HULPONDERNEMINGEN Dit document vervangt het bericht 31N/2003 en heft het op. Het maakt wezenlijk deel uit van het nieuw Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur. Verdeling: Typelijst: T41/300 Reserve: 10 Datum van toepassing: Onmiddellijk. Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2003, wordt in de vereiste zin aangepast. de directeur generaal ir. Alex Migom

2 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR (ARGSI) BOEK 3 PERSONEEL ENIG DEEL BUNDEL LASTENKOHIER VOOR HET PERSONEEL VAN DE INFRASTRUCTUURGEBRUIKER EN VOOR ZIJN HULPONDERNEMINGEN

3 -1- TABEL VAN DE BIJVOEGSELS BIJ HET ARGSI BUNDEL UITGEGEVEN MET BERICHT 42 N / 2003 Deze tabel vervangt elke vroeger uitgegeven tabel. Een afzonderlijke oplage ervan wordt uitgereikt onder code 999. Tabel van de bijvoegsels Nr. van het bijvoegsel Nr. en jaar van het bericht Voorwerp

4 Tabel van de bijvoegsels -2-

5 -1- Inhoud LASTENKOHIER VOOR HET PERSONEEL VAN DE INFRASTRUCTUURGEBRUIKER EN VOOR ZIJN HULPONDERNEMINGEN Inhoud INLEIDING ALGEMENE VOORWAARDEN DEFINITIES TOEPASSINGSGEBIED Algemeenheden De veiligheidsfuncties ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE IG Veiligheidsbeleid Formulering van de algemene doelstellingen Het stelsel van de prestaties van het veiligheidspersoneel Algemeenheden Besturings- en vergezellend personeel Controles Vereiste bekwaamheden van het veiligheidspersoneel Bijzondere voorwaarden ten opzichte van de bestuurders beschikkingen met betrekking tot het verbruik van alcohol of PSYCHOACTIEVE stoffen Zware fouten tegen de exploitatieveiligheid Talenkennis van het veiligheidspersoneel Regels en normen Jaarprogramma Jaarverslag CONTRACT KWALITEITS / VEILIGHEIDSWAARBORG DOSSIER OP TE STELLEN DOOR DE IG ALGEMEENHEDEN ALGEMENE VOORSTELLING VAN DE IG DOCUMENTATIE Personeelsbeheer Reglementering en werkdocumenten Beschermingsmiddelen van het veiligheidspersoneel MEDISCH SYSTEEM... 20

6 Inhoud MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE CRITERIA INDIVIDUELE DOSSIERS Medische en psychologische criteria Individuele dossiers voor het beheer van de fysieke en psychologische toestand van het veiligheidspersoneel Lichamelijke geschiktheid Psychologische geschiktheid PEDAGOGISCH SYSTEEM Lesgevers en onderaannemers De opleidingsbekwaamheden Gegevensbank opleidingen BEHEER VAN DE BEKWAAMHEDEN Selectie Kwalificatie voor een veligheidsfunctie Vereisten voor geschiktheid Onaangepast gedrag Integratie in de functie Beroepsbekwaamheid Permanente opvolging van de instandhouding van de bekwaamheden Organisatie Evaluatie Correctie van de afwijkingen Individuele dossiers voor het beheer van de bekwaamheden van het veiligheidspersoneel Lijnkennis van de bestuurders Verwerven van de lijnkennis Op peil houden van de lijnkennis Kennis van het materieel, krachtvoertuigen en rollend materieel door de bestuurder Verwerven van de materieelkennis Op peil houden van de materieelkennis HET STELSEL VAN DE PRESTATIES RISICOANALYSE DE KWALITEITSWAARBORG KWALITEITS- / VEILIGHEIDSWAARBORG DOELSTELLINGEN Verplichtingen van de IG Verplichtingen van de IB... 36

7 -3- Inhoud 3.2. BIJZONDERHEDEN EIGEN AAN BEPAALDE ASPECTEN VAN DE KWALITEITSWAARBORG Opleiding Medische en psychologische toestand Feedback van de ervaring De door de IG ingevoerde controleprocedure AUDITS Audits door de IG Audits door en / of op verzoek van de IB Audits door de gemachtigde openbare autoriteiten (DGVL - FOD MV) CERTIFICATIE EN HOMOLOGATIE VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL BESTUURDERS VAN KRACHTVOERTUIGEN Principe Certificatieprogramma Certificatieproef Hercertificatieproef Aanvullende certificatieproef Categorie(ën) van het geschiktheidsbrevet van de bestuurders Toegelaten lijnen of baanvakken met bijzondere eigenschappen Type van door de bestuurder uit te voeren dienst Taalgebied doorlopen door de bewegingen Bijkomende aanduidingen op het geschiktheidsbrevet tot besturen VERGEZELLEND PERSONEEL VAN REIZIGERS- EN GOEDERENTREINEN Principe Certificatieprogramma VEILIGHEIDSPERSONEEL ANDERE DAN BESTURINGS- EN VERGEZELLEND PERSONEEL Principe Certificatieprogramma MAATREGELEN GOEDKEURINGSATTEST BETREFFENDE HET PERSONEEL PRINCIPE AANVRAAG VAN HET GOEDKEURINGSATTEST AFGIFTE VAN HET GOEDKEURINGSATTEST BETREFFENDE HET PERSONEEL GELDIGHEID VAN HET GOEDKEURINGSATTEST BETREFFENDE HET PERSONEEL... 56

8 Inhoud -4- BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Criteria opgelegd door de IB om de functie van certificeerder uit te oefenen. Bekwaamheden betreffende de veiligheidsfuncties: de besturing; de verantwoordelijkheid over de rangeringen; het vergezellen van reizigerstreinen; het vergezellen van goederentreinen / werktreinen; rangeren, bedienen van installaties, samenstellen en verzenden van treinen; factage beheer van de administratieve taken met betrekking tot de rangeringen, de bediening van installaties, de vorming en verzending van treinen; het bedienen van spoortoestellen en seininrichtingsinstallaties; de technische schouwing van het rollend materieel; onderhouden van rollend materieel (aangedreven of gesleept); uitkijk / schildwacht. Medische en psychologische criteria van toepassing op het veiligheidspersoneel van de gebruikers van de Belgische spoorweginfrastructuur. Model van het tewerkstellingsattest van besturingspersoneel van spoorvoertuigen. Sancties met betrekking tot een zware fout tegen de verkeersveiligheid. Vaststelling van toestanden te wijten aan alcoholmisbruik en gelijkaardige toestanden. Beheer van de bekwaamheden: in stabiele toestand op het vlak van de inhoud van de functies; met wijziging in de inhoud van de functies. Model van het certificatieattest voor besturingsbevoegdheid (Nl, Fr, Eng, D). Model van de verschillende geschiktheidsbrevetten. Bijlage 10: Model van de bijlage nr. 1 bij het geschiktheidsbrevet tot besturen: Attest van lijnkennis. Bijlage 11: Model van de bijlage nr. 2 bij het geschiktheidsbrevet tot besturen: Attest van materieelkennis. Bijlage 12: Model van het aan de SO afgeleverd goedkeuringsattest betreffende het personeel.

9 -1- LASTENKOHIER VOOR HET PERSONEEL VAN DE INFRASTRUCTUURGEBRUIKER EN VOOR ZIJN HULPONDERNEMINGEN INLEIDING Onderhavig document, vormt het lastenkohier waaraan het veiligheidspersoneel van de infrastructuurgebruikers en van hun hulpondernemingen moet voldoen, om veiligheidsfuncties te mogen uitoefenen op het net van de Belgische spoorweginfrastructuur. Het legt met name de voorwaarden vast inzake fysieke, psychologische en professionele geschiktheid van het personeel dat, al was het maar uitzonderlijk, veiligheidsfuncties moet uitoefenen, alsook de voorwaarden voor de opleiding, voor de beoordeling van de professionele bekwaamheid en voor de bevoegdheidsverklaring van dit personeel. De volgende bepalingen zijn van toepassing op dit lastenkohier: het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 (gepubliceerd in het Staatsblad op 14 maart 2003) dat de omzetting in Belgisch recht vormt van drie Europese Richtlijnen van 26 februari 2001: * Richtlijn 2001/12/EG tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad, betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap; * Richtlijn 2001/13/EG tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen; * Richtlijn 2001/14/CE inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering. het Koninklijk Besluit van 17 november 2003 (gepubliceerd in het Staatsblad op 2 december 2003) houdend de uitvoering van de hoofdstukken III, V en VI van het Koninklijk Omzettingsbesluit van 12 maart 2003 en in het bijzonder betreffende de vaststelling van de technische normen en de regels betreffende de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan, de vergunning van de spoorwegondernemingen en het veiligheidsattest Het is verplicht om ten opzichte van alle infrastructuurgebruikers eenvormige regels toe te passen.

10 -2-

11 -3-1. ALGEMENE VOORWAARDEN 1.1. DEFINITIES Voor de toepassing van dit lastenkohier verstaat men onder: NMBS: de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. Minister: de minister die voor spoorvervoer bevoegd is. Gemachtigde van de Minister: de directeur-generaal van het bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is. Gemachtigde openbare overheid: het bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is het Directoraat-generaal van het Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (afgekort DGVL FODMV) Vergunning: de vergunning waardoor een onderneming door een bevoegde overheid van een lidstaat van de Europese Unie wordt erkend als spoorwegonderneming voor de verlening van de spoorvervoerdiensten die erop vermeld zijn. Veiligheidsattest: het document waarbij wordt vastgesteld dat een spoorwegonderneming voldoet aan de eisen inzake veiligheid om een spoordienst zonder gevaar op de betrokken trajecten te verzekeren. Opmerking: het veiligheidsattest voor spoorvervoer wordt afgegeven door de Minister op grond van het technisch advies van de beheerder van de spoorweginfrastructuur dat binnen een bij Ministerieel Besluit bepaalde termijn wordt verschaft. De Koning bepaalt de modaliteiten voor de afgifte van het veiligheidsattest en maakt deze bekend. - Beheerder van de spoorweginfrastructuur (afgekort IB): de afdeling van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, aangesteld door het orgaan dat volgens de statuten hiertoe bevoegd is, belast met het beheer en het onderhoud van de spoorweginfrastructuur, met gescheiden boekhouding conform het artikel 161 bis van de wet van 21 maart 1991, betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, aangepast door artikel 6 van de wet van 22 maart 2002 (1). (1) Opmerking: De Raad van Bestuur van de NMBS heeft op 27 juni 2003 de Directie Netwerk aangewezen om deze functie uit te oefenen. - Spoorweginfrastructuur: alle elementen welke bedoeld zijn in bijlage I, deel A, van Verordening (EEG) nr. 2598/70 van de Commissie van 18 december 1970 betreffende de vaststelling van de inhoud van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema s, bedoeld in bijlage I van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juli 1970, met

12 -4- uitzondering van het laatste streepje dat in de zin van het Koninklijk besluit van 12 maart 2003 als volgt luidt: <Dienstgebouwen voor de infrastructuur>. Een gedetailleerde naamlijst van de lijnen die deel uitmaken van de Belgische spoorweginfrastructuur is beschikbaar bij de IB. De lijst kan, mits betaling van de uitgavenkosten en van de eventuele verzendingskosten, BTW niet inbegrepen, worden bezorgd aan wie erom verzoekt. Zij staat eveneens in de Netverklaring. - Netwerk: de gehele spoorweginfrastructuur die beheerd wordt door de Infrastructuurbeheerder. - Spoorwegonderneming (afgekort SO): iedere privaat- of publiekrechtelijke onderneming waarvan de voornaamste activiteit bestaat in het verlenen van spoorwegvervoerdiensten voor goederen en/ of voor reizigers, waarbij deze onderneming verplicht voor de tractie moet zorgen. Hiertoe behoren ook de ondernemingen die uitsluitend tractie leveren. Opmerking: dit statuut volstaat niet om als infrastructuurgebruiker beschouwd te worden. De onderneming moet bovendien: * houder zijn van een veiligheidsattest; * beschikken over spoorwegmaterieel dat geschikt is om op de spoorweginfrastructuur te gebruiken en waarvan de indienststelling, door de gemachtigde openbare overheid na technisch advies van de infrasstructuurbeheerder, toegelaten is; * beschikken over gecertificeerd en gehomologeerd besturingspersoneel (houder van een geschiktheidsbrevet tot besturen op de Belgische spoorweginfrastructuur). - Infrastructuurgebruiker (afgekort IG): Zie opmerking hiervoor. wordt met name beschouwd als infrastructuurgebruiker: * de NMBS voor de exploitatie van het geheel van de spoorwegactiviteiten; * de spoorwegonderneming, in de zin van onderhavig lastenkohier, of het internationaal samenwerkingsverband, in de zin van het artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 12 maart van 2003, met recht van toegang tot of doorvoer over de infrastructuur, in de zin van de artikelen 13 en 14 van het Koninklijk Besluit van 12 maart Hulponderneming van de IG: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, vereniging, onderneming die geen deel uitmaakt van de IG maar van de dienst waarop de IG een beroep doet, onder zijn controle en bevoegdheid, (bijvoorbeeld: in het geval van personeel of materieel dat niet behoort tot de NMBS en dat op de infrastructuur rijdt in het kader van interpenetratieakkoorden, een aangeslotene die op de infrastructuur van de IB aan- en afvoerverrichtingen of voorbereidende verrichtingen uitoefent in het kader van een

13 -5- vervoerscontract met een IG, een private onderneming die werkt voor rekening van de NMBS, een toeristische onderneming die toegang tot het net heeft, ). Opmerkingen * Slechts de in het artikel 13 van het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 bedoelde IG hebben een recht op toegang tot de Belgishe spoorweginfrastructuur. Bijgevolg moet de aangeslotene, de natuurlijke persoon of rechtspersoon, vereniging of onderneming, die infrastructuurcapaciteit wenst te bekomen voor het uitvoeren van een activiteit reizigers- of goederen op de Belgische spoorweginfrastructuur, indien zij het statuut van IG niet kan bekomen, een erkende IG verzoeken om het statuut van hulponderneming. * Alvorens het statuut van hulponderneming toe te kennen aan de aanvrager, moet de IG nakijken of die hulponderneming voldoet aan minstens alle veiligheidsvoorwaarden die hem zelf opgelegd worden door de voorschriften van het Lastenkohier voor het personeel van de infrastructuurgebruiker en voor zijn hulpondernemingen. Deze verplichting moet voorafgaandelijk in een contract opgenomen worden. Eventuele bijkomende verplichtingen worden bepaald in het contract dat de IG afsluit met zijn hulponderneming. Indien de IB vaststelt dat een IG zich niet voorafgaandelijk verzekert van de strikte naleving van de veiligheidsvoorwaarden door zijn hulponderneming, zal de IB dit onmiddellijk melden aan de gemachtigde openbare overheid. Het spreekt voor zich dat die vaststelling rechtstreeks door de gemachtigde openbare overheid gedaan kan worden. Artikel 96 van het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 (onderzoek en vaststelling van inbreuken) bevat de eventuele sancties die door de gemachtigde openbare overheid worden opgelegd aan de in gebreke zijnde IG. - Exploitatieveiligheid: * veiligheid van het spoorverkeer en van personen; * arbeidsveiligheid in verband met de spoorweginfrastructuur, de veiligheid en het verkeer van de treinen en de aanverwante procedures. Belangrijke opmerking: het naleven en de toepassing door de IG, van andere voorschriften met betrekking tot de preventie en de arbeidsveiligheid, vallen onder de verantwoordelijkheid van deze laatste. - Veiligheidsfunctie: het geheel van activiteiten die verbonden zijn aan een betrekking of een werkpost en die deel uitmaken van het veiligheidssysteem voor het verkeer (zie paragraaf hierna). De veiligheidsfuncties, in de zin van onderhavig document zijn de volgende (zie ook bijlage 2): * de besturing: het besturen van een krachtvoertuig op de spoorweginfrastructuur, met inbegrip van de afstandsbesturing; * de verantwoordelijkheid over de rangeerdienst: ongeacht de reden, deelnemen aan de organisatie of de controle van spoorverkeer, binnen de bevoegdheden van de door de IB aan de IG toegekende territoriale limieten (Zie ook ARGSI, boek 6,

14 -6- hoofdstuk 6.1.5, artikel nr ). Het bedienen van de bewegingen, zelfs als het sporadisch is, valt eveneens onder deze functie. * vergezellen van reizigers- of goederentreinen: het vergezellen van een goederen- of een reizigerstrein en in bepaalde omstandigheden, verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de reizigers, het personeel en het convooi; * rangeren, bedienen van installaties, samenstellen en verzenden van treinen: ongeacht in welke hoedanigheid, deelnemen aan het rangeren, het samenstellen en het verzenden van treinen; * de factage het beheer van de administratieve verrichtingen met betrekking tot het rangeren, de bediening van installaties, het samenstellen en verzenden van treinen: ongeacht in welke hoedanigheid, deelnemen aan de administratieve proces verbonden aan het rangeren, het vormen, het samenstellen en het verzenden van treinen; * bedienen van spoortoestellen en seininrichtingsinstallaties: het bedienen van seinen en spoortoestellen, binnen de door de IB aan de IG toegewezen territoriale limieten. Met inbegrip van de functie verantwoordelijkheid voor de rangeerdienst, zelfs als de tussenkomst sporadisch is; * de materieelschouwing: het nazicht van de rijvaardigheid van het ledig of beladen rollend materieel uitvoeren; * onderhouden van het rollend materieel: het uitvoeren van onderhoudstaken aan het rollend materieel, die een invloed hebben op de exploitatieveiligheid. De onderhoudstaken zijn toegelaten binnen de door de IB aan de IG toegewezen territoriale limieten; * de uitkijk / schildwacht: in bijzondere omstandigheden en onder verantwoordelijkheid van een IG, het waarnemen en melden van het naderen van spoorverkeer; De hiervoor genoemde veiligheidstaken moeten als dusdanig beschouwd worden en dit zonder rekening te houden met graden of bekwaamheden. medische dienst arbeidsgeneeskunde erkend door de gemachtigde openbare overheid: medische arbeidsgeneeskundige dienst beantwoordend aan de Belgische wetgeving en in het bijzonder aan het artikel 106 van het Reglement van de Arbeidsbescherming (ARAB) alsook elke medische dienst die door een EG-lidstaat officieel werd erkend, bevoegd om de werkgever te steunen in de politiek van een multidisciplinair en dynamisch beheer van de risico s. arbeidsgeneesheer erkend door de gemachtigde openbare overheid: de arts gespecialiseerd in arbeidsgeneeskunde in de zin van de Belgische wetgeving en in het bijzonder aan het artikel 106 van het Reglement van de Arbeidsbescherming (ARAB) ) alsook elke arbeidsgeneesheer die door een EGlidstaat officieel werd erkend, verrijkt met een expertise in het domein van de spoorwegen waarvan specifiek de ongevallen en bijna-ongevallen en de zware fouten tegen de veiligheid.

15 -7- Psychologische en medische geschiktheid: (van de bediende persoonlijk) de lichamelijke en de psychologische geschiktheid van een persoon van de IG of van zijn hulpondernemingen, die hem toelaat een veiligheidsfunctie uit te oefenen. Beroepsbekwaamheid: (van de bediende persoonlijk) de bekwaamheid van een persoon van de IG of zijn hulponderneming, nodig om een bepaalde taak uit te voeren. - Goedkeuringsattest betreffende het personeel: (op organisatorisch vlak, van een IG) bekrachtiging door de IB van de certificatieprocedures op gebied van veiligheidspersoneel van een IG. - Kwalificatie: de bekwaamheid van een persoon van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, om een veiligheidsfunctie uit te oefenen, die bekwaamheid bestaat uit het geheel van professionele en technische kennis, uit persoonlijkheid (individuele geschiktheden en kwaliteiten, dit bekwaamheidsniveau kenmerkt de handelswijze van een persoon op het werk) en uit handigheid (bekwaamheid om zijn kennis om te zetten in de praktijk. De kennis komt tot uiting in de dagelijkse concrete en waarneembare handelingen). - Certificatie: erkenning van kwalificatie, de beroepsbekwaamheden, de medische- en de psychologische geschiktheid van een persoon van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, die leidt tot de aflevering van een certificatieattest (bijlage 8). - Certificeerder: personeel dat door de IB als bekwaam erkend wordt, om een certificatie uit te voeren (zie bijlage 1). - Homologatie: bevestigingsprocedure van de psycho-medische geschiktheid, de beroepsbekwaamheid en van de kwalificatie van een persoon van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, om één of meerdere veiligheidsfuncties uit te oefenen. Opmerking: Voor het besturingspersoneel bestaat de homologatie uit de afgifte, door de Infrastructuurbeheerder, van een geschiktheidsbrevet tot besturen. Het vergezellend personeel van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, is houder van een persoonlijk brevet / attest dat door de IG wordt afgeleverd. - Kwaliteits / veiligheidswaarborg: verstrekken door de IG, aan de hand van vooraf bepaalde acties en systematisch aanvaard door de bevoegde openbare overheden, van waarborgen die nodig zijn opdat een dienst voldoet aan de vereisten van de IB inzake kwaliteit, meer bepaald inzake veiligheid.

16 -8- - Opleiding: basis/ fundamentele: geheel van activiteiten die hoofdzakelijk gericht zijn op het verwerven van praktische vaardigheden, kennis en gedrag, vereist voor het bekleden van een betrekking. permanente: opleiding voor de instandhouding van de vakbekwaamheid. bijkomende: opleiding om het personeel vertrouwd te maken met nieuw materieel of met nieuwe arbeidsvoorschriften of werkmethoden. - Risicoanalyse: evaluatie en beoordeling van de risico s die verbonden zijn aan de activiteiten van de IG. - Incident: tijdelijke stop van een beweging wegens een defect, een beschadiging aan het rollend materieel, onvoldoende adhesie of een gebrek aan spanning op de bovenleiding evenals elk ander onvoorzien feit dat de rit belemmert maar de trein technisch niet belet om, in zijn geheel en op eigen kracht, zijn reisweg binnen een vastgestelde tijd voort te zetten. - Ongeval: elke ander storend voorval dan een incident, dat het verkeer op een of meerdere sporen onmogelijk maakt of dat een trein verhindert zijn rit voort te zetten (behalve in nood). Uitzondering: Voor de IB wordt, bij een trein in nood, de beroepsbekwaamheid van de bestuurder niet systematisch in vraag gesteld, tenzij het erop volgend onderzoek dit zou aantonen. - Bijna - ongeval: elke situatie of voorval, gelijktijdig de samenstellende elementen van een ongeval bevattend (menselijke fout, gebrekkig materieel, storend voorval in de organisatie,...), maar waarbij een extern voorval of een externe tussenkomst als resultaat had dat het ongeval vermeden werd. - Zware fout tegen de exploitatieveiligheid: elke fout die de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen, op de Belgische spoorweginfrastructuur, in gevaar brengt TOEPASSINGSGEBIED ALGEMEENHEDEN De bepalingen in dit hoofdstuk hebben als doel de IG op de hoogte te brengen van alle toegangsvoorwaarden tot de Belgische spoorweginfrastructuur en vormt zo het

17 -9- document waarop de IB of de gemachtigde openbare autoriteiten zich baseren voor het (laten) uitvoeren van audits bij de IG. Deze bepalingen bevatten noch inhoudelijke criteria, noch uitvoeringsregels die onder de bevoegdheid van de IG vallen. Die bepalingen moeten worden toegepast met inachtneming van de door de IB opgestelde exploitatieveiligheidsreglementering DE VEILIGHEIDSFUNCTIES Het personeel van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, onderworpen aan deze algemene voorwaarden, is het personeel dat, al is het maar sporadisch, een van de veiligheidsfuncties uitoefent, zoals beschreven in het artikel 1.1 dat de definities bevat. Indien het veiligheidspersoneel van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, meerdere functies uitoefent, moet het kennis hebben van het geheel en voorrang geven aan de veiligheidsfuncties, meer bepaald bij storingen ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE IG VEILIGHEIDSBELEID De directie van de IG stippelt een veiligheidsbeleid uit waarin het volgende is opgenomen: het onafgebroken streven naar het verminderen van de risico s; het verspreiden van de veiligheidsstrategie en het creëren van een gunstig milieu voor de toepassing ervan op alle niveaus van de organisatie; de toewijzing van de nodige praktische en financiële middelen voor het naleven van de veiligheidsdoelstellingen; de spoorwegveiligheid als belangrijkste richtlijn voor het beheer van de onderneming FORMULERING VAN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN De IG legt in een intern document de algemene veiligheidsdoelstellingen vast voor de verschillende niveaus van zijn organisatie, naargelang hun grootte. Bij de opstelling en de aanpassing van zijn doelstellingen houdt de IG rekening met: de resultaten van de risicoanalyse; de wettelijke en andere vereisten; de technologische, financiële en operationele middelen; de reglementering betreffende de exploitatieveiligheid; de door de IB, of op zijn verzoek, uitgevoerde veiligheidsonderzoeken en audits; de onderzoeken uitgevoerd door de gemachtigde openbare autoriteiten of door de door haar aangeduide veiligheidsorganen; de resultaten van eigen veiligheidsonderzoeken en audits. De IG neemt anderzijds de nodige maatregelen opdat het veiligheidspersoneel permanent zou voldoen aan de lichamelijke en psychologische criteria alsook de beroepsbekwaamheden zoals bepaald in onderhavig lastenkohier.

18 HET STELSEL VAN DE PRESTATIES VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL ALGEMEENHEDEN De maximumduur van een prestatie van het veiligheidspersoneel van een IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, die gebruik maakt van de Belgische spoorweginfrastructuur [prestatie(s) verzekerd binnen één enkele IG of opeenvolgende prestatie(s) verzekerd binnen meerdere IG en/ of hulponderneming(en)] moet het stelsel van de prestaties dat er van kracht is eerbiedigen (Arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 19, 1 ste zin, artikel 20 1 en artikel 24, 1, 2). Specifieke bepalingen geven aan dat de maximumduur van een prestatie de grens van 9 uur per dag niet mag overschrijden, behalve voor de gelegenheden die vallen onder de opmerking van aanhangsel 2 van artikel 22 van de wet van 16 maart 1971 en in geval van overmacht. Worden onder andere beschouwd als overmacht: versperring van de bereden hoofdsporen; belangrijke vertraging opgelopen door een trein in volle baan; deze belangrijke vertraging mag nooit het achterlaten van de trein rechtvaardigen in een tussenstation van het toegekende treinpad; elk ongeval of ernstig incident dat het stilleggen van het spoorverkeer, op een bepaald spoor van een bepaalde reisweg, verantwoordt; BESTURINGS- EN VERGEZELLEND PERSONEEL De omvang van een prestatie van het besturingspersoneel of van het vergezellend personeel van een IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, mag geen dienstonderbrekingen bevatten die afgetrokken worden van de werkelijke arbeidsduur van die prestatie. Tijdens de verplichte dienstonderbrekingen, blijft het personeel ter beschikking van de IG. De tussenpoos tussen twee opeenvolgende prestaties van het besturingspersoneel of van het vergezellend personeel van een IG moet een onafgebroken dienstvrije periode omvatten van ten minste 14 (veertien) uur in de standplaats van het betrokken personeelslid en van ten minste 8 uur (acht) buiten de standplaats. Bij vertraging van de bediende trein en opdat het besturingspersoneel of het vergezellend personeel van een IG de volgende voorziene dienst zou kunnen verzekeren, mag de duur van de tussenpoos in de standplaats evenwel bij uitzondering tot 12 (twaalf) uur verminderd worden CONTROLES De bevoegde vertegenwoordigers van de gemachtigde openbare overheden, mogen op elk ogenblik nagaan dat het personeel van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, dat een veiligheidsfunctie uitoefent, zich houdt aan het regime van de prestaties zoals voorgeschreven door onderhavig lastenkohier. De IG treft de nodige maatregelen om deze controles mogelijk te maken.

19 VEREISTE BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Rekening houdend met de specifieke eigenschappen van het spoorvervoer, moet het veiligheidspersoneel van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, voornamelijk over de volgende bekwaamheden beschikken: basiskennis van de uitgeoefende veiligheidsfunctie; voldoende kennis van de door de IB gebruikte taal (talen) (zie artikel hierna); kennis van de reglementering van de exploitatieveiligheid en van de veiligheid van personen; lijnkennis en controle over de te gebruiken installaties, materieel en gereedschap. De belangrijkste bekwaamheden die van het veiligheidspersoneel van de IG, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, worden vereist staan vermeld in bijlage BIJZONDERE VOORWAARDEN TEN OPZICHTE VAN DE BESTUURDERS Elke bestuurder dient te beschikken over: een attest van medische geschiktheid dat niet ouder is dan één jaar (zie bijlage 3); een rijvaardigheidsattest van besturingspersoneel van spoorvoertuigen, afgeleverd door een IG gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie en waarvan de bestuurder deel uit maakt. Aan deze vereisten moet worden voldaan voor elke homologatieprocedure. Deze documenten moeten op verzoek van de IB door de IG kunnen worden voorgelegd BESCHIKKINGEN MET BETREKKING TOT HET VERBRUIK VAN ALCOHOL OF PSYCHOACTIEVE STOFFEN Elke persoon die bekwaam is een veiligheidsfunctie uit te oefenen, mag op geen enkel moment tijdens zijn dienst, onder invloed zijn van stoffen die de waakzaamheid, de concentratie of het gedrag beïnvloeden, dat zijn veiligheid, deze van personeelsleden, personen of bezittingen, in gevaar zou kunnen brengen. Het is de IG verboden personeel, met inbegrip van het personeel van zijn hulpondernemingen, op het Belgische spoorwegnet toe te laten of te laten vertoeven, dat in staat van dronkenschap is, onder invloed is van drugs, verdovende middelen of therapeutische stoffen die het normale gedrag beïnvloeden. Elke persoon die bekwaam is een veiligheidsfunctie uit te oefenen, mag niet onder invloed zijn van alcohol, waarvan het gehalte in het bloed groter is dan 0,50 gram per 1000 of de concentratie in de uitgeademde lucht groter is dan 0,25 milligram per liter. In geval van medische behandeling moet elke persoon, die bekwaam is een veiligheidsfunctie uit te oefenen, de aandacht van zijn behandelend geneesheer erop vestigen dat hij een functie uitoefent die een grote waakzaamheid en concentratie vereist. Verder dient hij, tijdens het voorziene geneeskundig onderzoek, in het kader van zijn tewerkstelling, de geneesheer informeren over de geneesmiddelen die hem werden voorgeschreven.

20 -12- De IB moet erover waken dat het personeel, dat bekwaam is een veiligheidsfunctie uit te oefenen, preventief geïnformeerd wordt over de beroepsrisico s, de verplichtingen aangaande onderhavige beschikkingen alsook over de maatregelen die kunnen genomen worden, waaronder eventueel opgelegde straffen in geval van gebruik van stoffen die de waakzaamheid, de concentratie of het gedrag kunnen beïnvloeden. Teneinde een gevaarlijke situatie, ten aanzien van de veiligheid van personen of bezittingen te voorkomen of te stoppen kan, de IG, een bevoegd vertegenwoordiger van de gemandateerde openbare overheid of een gemachtigde functionaris van de IB, een agent van de IG of van zijn hulpondernemingen die bekwaam is een veiligheidsfunctie uit te oefenen, onderwerpen aan een alcoholtest. Het resultaat van deze test wordt medegedeeld aan de betrokkene alsook aan de geneesheer die belast is met de medische controles van de betrokkene. In geval van een positief resultaat of bij weigering een alcoholtest te ondergaan, wordt de betrokkene onmiddellijk geschorst voor elke veiligheidsfunctie. De weigering wordt beschouwd als een zware fout tegen de veiligheid en wordt als dusdanig behandeld (zie punt ) Voorafgaandelijk aan het hernemen wordt een geneeskundig onderzoek ondergaan ZWARE FOUTEN TEGEN DE EXPLOITATIEVEILIGHEID Bij zware fouten tegen de exploitatieveiligheid, bij incident, ongeval of bijna - ongeval, staat de IG de IB en / of de gemachtigde openbare autoriteiten bij, binnen de perken van hun respectievelijke bevoegdheden, bij het uitvoeren van de veiligheidsonderzoeken. Hij geeft zijn personeel de opdracht om onmiddellijk aan de IB en / of aan de gemachtigde openbare autoriteiten, de verklaringen of informatie mee te delen die nodig zijn voor de onderzoeken ten gevolge van zware fouten tegen de exploitatieveiligheid, incidenten, ongevallen of bijna - ongevallen. De IG moet over de bekwaamheid beschikken om systematisch de onderliggende oorzaken te bepalen van zware fouten tegen de exploitatieveiligheid, van incidenten, ongevallen of bijna - ongevallen, alsook om procedures op te stellen waarin de verantwoordelijkheden en de werkmethode bij het onderzoek zijn vastgelegd. Indien de resultaten van de onderzoeken die gezamenlijk worden uitgevoerd door de IG en de IB (en eventueel de openbare autoriteiten) er aanleiding toe geven, volgen er correctieve maatregelen of de herziening van de risicoanalyse. De preventieve onttrekking aan de veiligheidsfuncties van een lid van het veiligheidspersoneel van een IG of zijn hulpondernemingen, ten gevolge van een zware fout tegen de exploitatieveiligheid, heeft betrekking op het geheel van de functies waarvoor dit personeelslid bevoegd is (zie definitie bijlage 5). Alvorens zijn veiligheidsfuncties opnieuw te mogen uitoefenen, moet de beschuldigde bediende (behalve het besturingspersoneel Zie hieronder) een evaluatie van zijn geschiktheid(heden) ondergaan bij de IG en de toelating krijgen van de IB en van de gemachtigde openbare autoriteiten. Bij zware fout tegen de exploitatieveiligheid, moet het besturingspersoneel preventief aan de bediening onttrokken worden (zie definitie bijlage 5) en het geschiktheidsbrevet van de betrokken bestuurder moet onmiddellijk ingehouden worden

21 -13- door de gemandateerde bediende die ter plaatse gaat om het onderzoek uit te voeren, door een andere afgevaardigde bediende van de IB of door een controlerend agent die de gemachtigde openbare overheid vertegenwoordigd. Wanneer het geschiktheidsbrevet van de bestuurders door een gemandateerde bediende ingehouden wordt, zal de genomen maatregel binnen de drie dagen door de gemachtigde openbare overheid bevestigd of tenietgedaan worden. Indien de maatregel van de onttrekking aan de bediening bevestigd wordt, moet de bediende die het geschiktheidsbrevet van de bestuurders heeft ingetrokken dit zo snel mogelijk terugzenden naar het bureau van de infrastructuurbeheerder die het besturingspersoneel homologeert (zie titelblad). Het geschiktheidsbrevet tot besturen dat dus ter beschikking gesteld werd van dit bureau, wordt slechts aan de IG teruggegeven (na vernieuwing) na ontvangst van de informatie door het bureau van de infrastructuurbeheerder dat het besturingspersoneel van de IG homologeert dat de bestuurder opnieuw geschikt is (nieuwe attest van fysieke geschiktheid en een nieuw attest van certificatie) en na ontvangst van de schriftelijke toelating van de openbare autoriteiten. Deze nieuwe certificatie veroorzaakt de hernieuwing van het geschiktheidsbrevet tot besturen en de datum ervan is bepalend voor het begin van een nieuwe geldigheidsperiode van het geschiktheidsbrevet tot besturen. Teneinde het tijdsverloop tussen het opnieuw overmaken van het geschiktheidsbrevet tot besturen, zijn ontvangst door de IG en het overmaken aan het erkende besturingspersoneel op te vangen, zal het hiervoor genoemde bureau aan de IG (op vraag van deze laatste), na ontvangst van de voorgeschreven documenten, een attest afleveren met daarop een afbeelding van het hernieuwde geschiktheidsbrevet tot besturen en een ondertekende (door een verantwoordelijke van het bureau dat het besturingspersoneel homologeert) toelating tot onmiddellijk gebruik door het betrokken besturingspersoneel. In afwachting van het overmaken van het geschiktheidsbrevet tot besturen, dient de betrokken personeel steeds in het bezit te zijn van hiervoor genoemd attest of een, door de verantwoordelijke van de IG, gewettigde kopie ervan. Indien de maatregel van onttrekking aan de bediening tenietgedaan wordt, moet de bediende die het geschiktheidsbrevet van de bestuurders heeft ingetrokken dit zo snel mogelijk terugzenden naar de IG waarvan de betrokken bestuurder afhangt (de benaming van de werkgever en de IG staan op de voorzijde van het geschiktheidsbrevet van de bestuurders). Het bureau van de infrastructuurbeheerder die het besturingspersoneel homologeert (zie titelblad) wordt door de bevoegde openbare autoriteiten op de hoogte gebracht van deze beslissing. De aandacht van de IG (of de eventuele opeenvolgende IG) wordt gevestigd op het feit dat het begaan van twee nieuwe zware fouten tegen de exploitatieveiligheid, ten laste van dezelfde bestuurder, binnen een termijn van zevenentwintig (27) maanden, beginnende op de dag van de eerste zware fout, een toegangsverbod tot de Belgische spoorweginfrastructuur tot gevolg heeft. De gemachtigde openbare overheid en de Infrastructuurbeheerder bepalen samen de strafmaat.

22 -14- Wij herinneren eraan dat in het kader van de opsporing / bestraffing van toestanden die te wijten zijn aan alcoholmisbruik en gelijkaardige toestanden (drugs, hallucinatieverwekkende middelen, ), het veiligheidspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen, in dienst op de Belgische spoorweginfrastructuur, onderzoeken moeten ondergaan die hen opgelegd kunnen worden door de IB of door de openbare autoriteiten (zie bijlage 6). Deze beschikking is niet aanvechtbaar. Zo een persoon van het veiligheidspersoneel van een IG of zijn hulpondernemingen echter blijft weigeren een alcoholtest te ondergaan, wordt hij ambtshalve beschouwd als positief en behandeld zoals zij die een zware fout tegen de veiligheid hebben begaan. Wanneer een lid van het veiligheidspersoneel van de IG of zijn hulpondernemingen, een zware fout heeft begaan tegen de exploitatieveiligheid of betrokken is bij een ongeval of indien zijn gedrag wijst op een medische, psychologische of professionele ongeschiktheid, kan de IB of de openbare autoriteiten de IG opleggen om na te gaan/ te laten nagaan of dit personeelslid nog altijd voldoet aan de voorziene criteria om zijn taken in alle veiligheid te kunnen uitvoeren. Bijzonder geval Een zware fout tegen de exploitatieveiligheid begaan op een vreemd net. Besturingspersoneel dat houder is van een geschiktheidsbrevet tot besturen op de Belgische spoorweginfrastructuur en een zware fout tegen de exploitatieveiligheid begaat op een vreemd spoorwegnet, moet preventief aan de bediening onttrokken worden. Het geschiktheidsbrevet tot besturen op de Belgische spoorweginfrastructuur van dit personeel moet onmiddellijk ingehouden worden door de onmiddellijke chef, door de gemachtigde ambtenaar van de IB of door de vertegenwoordiger van de openbare autoriteiten, die door de IB van het betrokken net opgeroepen wordt om mee te werken aan het veiligheidsonderzoek. Het geschiktheidsbrevet tot besturen dat bijgevolg is ingehouden, dient onmiddellijk overgemaakt te worden aan het bureau dat het besturingspersoneel van de IG homologeert (zie titelblad). Het geschiktheidsbrevet tot besturen zal slechts opnieuw ter beschikking gesteld worden van de IG na ontvangst van de nieuwe geschiktheid van de bestuurder (lichaamelijke en psychologische geschiktheid) en de toelating van de gemachtigde openbare overheid. De herneming van de besturingsactiviteiten, op het net waar de zware fout tegen de exploitatieveiligheid zich heeft voorgedaan, is ondergeschikt aan de voorwaarden en richtlijnen voorgeschreven door de infrastructuurbeheerder van het betrokken net TALENKENNIS VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Alle briefwisseling die gewisseld wordt tussen de IB en elke IG, in het kader van de regels en normen met betrekking tot de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan, bepaald door de Koning na advies van de IB (ARGSI), wordt conform de Belgische wettelijke beschikkingen aangaande het taalgebruik voor administraties, opgesteld. De regels en normen zijn beschikbaar in het Nederlands en het Frans.

23 -15- De dienstmededelingen tussen het personeel van de IB en van de IG of zijn hulpondernemingen gebeuren, zowel in normale als in abnormale omstandigheden, in het Nederlands en/ of het Frans naargelang het taalstelsel (ééntalig of tweetalig) van de gebruikte infrastructuur. Dit kan mondeling, per radio, per telefoon of door middel van elk ander middel dat door de IB wordt toegestaan. De IG is verantwoordelijk voor de talenkennis van zijn veiligheidspersoneel en dat van zijn hulpondernemingen, die hen moet toelaten mededelingen uit te wisselen met het personeel van de IB betreffende de veiligheid, de werkorganisatie en de regelmaat van het verkeer (zie ARGSI, boek 6). Meer bepaald voor het besturingspersoneel zijn bepaalde mededelingen betreffende de veiligheid gebaseerd op mondelinge en/ of schriftelijke procedures waarbij geschreven berichten en/ of door de IB verplichte formulieren moeten worden gebruikt. De voorgedrukte aanduidingen op documenten die door het personeel van de IB aan het besturingspersoneel worden overhadigd zijn tweetalig (Nederlandstalig / Franstalig of Franstalig / Nederlandstalig). De handgeschreven aanvullingen worden echter vermeld in de taal van de opsteller. De praktische talenkennis wordt geëvalueerd bij de certificatie REGELS EN NORMEN De technische normen en de regels met betrekking tot de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan, bepaald door de Koning na advies van de IB, kunnen worden geraadpleegd bij het Directoraat Generaal van het Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (DGVL FODMV). Ze kunnen eveneens bij de IB worden besteld. De catalogus alsook de tariefvoorwaarden van elk reglement zijn op eenvoudige aanvraag bij de IB verkrijgbaar. Adres: Directie Netwerk - Infrastructuurbeheerder Toegang netwerk Sectie 82 Frankrijkstraat BRUSSEL Wat de door de NMBS uitgegeven technische documenten betreft (Schematische Seininrichtingsplannen SSP, lengteprofielen van de verschillende lijnen van het net, enz.), dienen de aanvragen aan de IB gericht te worden. Deze maakt ze vervolgens over aan de betrokken technische diensten. De verzending en de facturatie van de gevraagde documenten wordt uitgevoerd door de betrokken diensten. De bijwerkingen aan deze technische documenten alsook de uitgave van andere documenten (Bericht van Tijdelijke Snelheidsbeperking, Bericht Van Neerlaten Stroomafnemers, Bulletins voor werken, enz.) zijn eveneens verkrijgbaar via een abonnement. Voor bepaalde documenten is een ontvangstmelding vereist. De IG is verantwoordelijk voor de verdeling van de nodige onderrichtingen aan zijn veiligheidspersoneel en dit van zijn hulpondernemingen.

24 JAARPROGRAMMA Tegen 1 december van het jaar A stelt de IG een veiligheidsplan op van het jaar A+1. Dit plan wordt overgemaakt aan de IB en aan de gemachtigde openbare autoriteiten. Het jaarlijks veiligheidsprogramma vermeldt meer bepaald het programma van de permanente opleiding van het veiligheidspersoneel, de uit te voeren verrichtingen op het gebied van de veiligheid, de bij de IG verantwoordelijke persoon voor deze verrichtingen en de uitvoeringskalender. Het jaarlijks veiligheidsprogramma zal vergezeld zijn van: een realistische begrotingsraming die haalbaar is; de veiligheidsaudits die door de IG werden gerealiseerd in het jaar A JAARVERSLAG Zoals voorgeschreven in artikel 7, sectie II van het K.B. van 12 maart 2003 en ten laatste voor 31 mei van elk jaar, stuurt de IB een veiligheidsverslag naar de Minister of zijn afgevaardigde en naar het Instituut der Spoorwegen. Dit verslag heeft betrekking op een periode van 12 maanden gaande van 1 januari tot 31 december van het jaar A-1 en vermeldt meer bepaald: de bewijsvoering van de correcte toepassing van de technische normen en de veiligheidsregels; de aanduiding van het bereikte veiligheidsniveau; een samenvatting, gebaseerd op een degelijke statistiek, van de zware fouten tegen de veiligheid, van de incidenten, ongevallen en bijna - ongevallen; een synthese van de verbeteringen naar aanleiding van de feedback van ervaringen en audits. Het verslag bevat eveneens, op basis van de elementen overgemaakt via de verschillende veiligheidsplannen van de IG s, de globale budgettaire voorzieningen om het veiligheidsplan te realiseren tijdens de volgende uitvoeringsperiode. Het bevat eveneens een samenvatting van de actieplannen, uitgewerkt door de verschillende IG alsook een kritische analyse ervan. De gemachtigde openbare overheden maken hun conclusies betreffende het jaarverslag over aan de IB, die ze erin opneemt. De IB is belast met het overmaken van de conclusies aan de verschillende IG, zodat deze hun verslag kunnen aanpassen. De door de gemachtigde openbare overheid geformuleerde conclusies, dienen beschouwd te worden als verplichtingen en nauwgezet toegepast CONTRACT KWALITEITS / VEILIGHEIDSWAARBORG In het kader van de procedures die door de gemachtigde openbare overheden worden voorgeschreven, en in het bijzonder in deze voor de toekenning van het veiligheidsattest, is de IB ertoe gehouden zich ervan te verzekeren dat de IG, op elk niveau, de nodige voorzieningen treft, om het beheer van de bekwaamheden van het veiligheidspersoneel aan te tonen. Dit wil zeggen dat de IG met een passend dossier dient aan te tonen dat:

25 -17- de theoretische beschikkingen betreffende het veiligheidspersoneel, die voorkomen in de aanvraag tot bekomen van het veiligheidsattest, omgezet worden in de praktijk; de besluiten naar behoren geregistreerd en bewaard worden; maatregelen worden genomen om een feedbacksysteem van de kwaliteit in werking te stellen; er specifieke maatregelen bestaan in het kader van de aanbieding van zijn besturingspersoneel, met het oog op zijn eerste homologatie en de volgende driejaarlijkse certificaties; een certificatiesysteem voor zijn veiligheidspersoneel, dat geen besturingspersoneel is, bestaat bij de IG. Een kwaliteits / veiligheidswaarborgcontract wordt afgesloten tussen de IG en de IB. Een kopie ervan wordt overgemaakt aan de gemachtigde openbare overheden. Het ontwerpcontract wordt, samen met het dossier voor het bekomen van het goedkeuringsattest, aan de IB overgemaakt.

26 -18-

27 DOSSIER OP TE STELLEN DOOR DE IG A. ALGEMENE BEPALINGEN 2.1. ALGEMEENHEDEN De IG stelt een dossier op (dat de aanvraag voor het verkrijgen van een veiligheidsattest voor de aflevering, door de IB, van een goedkeuringsattest voor het personeel, vergezelt) waarin de IB alle informatie vindt om zich ervan te vergewissen dat de IG alle maatregelen treft om te waarborgen dat zijn veiligheidspersoneel en dit van zijn hulpondernemingen de vereiste geschiktheid en bekwaamheid bezit inzake veiligheid en dat dit niveau behouden en gecontroleerd zal worden. Het dossier bestaat uit de volgende hoofdstukken: de algemene voorstelling van de IG; de documentatie; het medisch systeem; de medische en psychologische criteria beheer van de fysieke en psychologische toestand van het veiligheidspersoneel; het pedagogisch systeem; het beheer en nazicht van de bekwaamheden; het stelsel van de prestaties; de risicoanalyse; de kwaliteitswaarborg. Dit dossier vormt een formele verbintenis van de IG op het gebied van het naleven van de bepalingen voorgeschreven door dit lastenkohier ALGEMENE VOORSTELLING VAN DE IG De IG bezorgt de IB de algemene inlichtingen waaruit zijn werkwijze, vooral op het gebied van human resources, kan worden opgemaakt, namelijk: gegevens over de algemene structuur van de organisatie; informatie over de werkwijze (verdeling van de verantwoordelijkheden, eventuele delegaties, beheer van het veiligheidspersoneel, hiërarchische lijn, enz.); het algemeen beleid van de IG vanuit het oogpunt van de veiligheid alsook de basisprincipes inzake werkorganisatie voor de betrokken functies; algemene informatie over diverse elementen van het beheer van het veiligheidspersoneel (artikel 2.3.1); het beheer van de psychologisch en medische geschiktheid DOCUMENTATIE PERSONEELSBEHEER De IG bezorgt de IB de beschrijving van de functies die door het veiligheidspersoneel worden uitgeoefend en van de bekwaamheden die voor elk van die functies vereist zijn.

28 -20- Tijdens de looptijd van het contract deelt de IG aan de IB elke wijziging mee. De IG zorgt ervoor dat zijn veiligheidspersoneel vooraf opgeleid is voor de toepassing ervan en hij brengt de IB op de hoogte van de genomen en toegepaste maatregelen dienaangaande. Met betrekking tot de veiligheidsfuncties bezorgt de IG aan de IB diverse documenten aangaande het betrokken personeel inzake aanwerving, opleiding, evaluatie van het veiligheidspersoneel, vakinitiatie en organisatie van het beheer van de documenten. Die documenten zijn de belangrijkste gebruikte middelen voor het beheer van de bekwaamheden (zie bijlage 7) REGLEMENTERING EN WERKDOCUMENTEN De IG bezorgt de IB een beschrijving van de structuur van de werkdocumenten die verband houden met de exploitatieveiligheid en die hij ter beschikking stelt van zijn personeel en dat van zijn hulpondernemingen. De IG toont aan hoe de reglementering en de werkdocumenten ter kennis worden gebracht van zijn veiligheidspersoneel, dat van zijn hulpondernemingen, en hoe ze opgenomen zijn in het programma van de permanente opleiding BESCHERMINGSMIDDELEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL De IG moet de voorschriften van de Wetgeving Welzijn op het Werk (Titel VII Hoofdstuk II Uitrusting van de individuele beveiliging) nauwgezet toepassen MEDISCH SYSTEEM De wet inzake het welzijn van de werknemers tijdens de uitvoering van hun werk - wet van 04/08/ verplicht de werkgever een gestructureerd preventieplan te ontwikkelen aan de hand van een dynamisch risicobeheersingssysteem. De medische evaluatie, de psychologische evaluatie en elke beslissing genomen omtrent de geschiktheid van het personeel, betrokken bij de spoorwegexploitatie, zijn essentiële elementen voor de risicobeheersing. De toepassing van de medische en psychologische criteria, verbonden aan de multidisciplinariteit die inherent is aan het spoorweggebeuren, de nodige expertise bij ongevallen of bijna-ongevallen, de expertise bij een zware fout tegen de veiligheid alsook de grondige kennis van de bijzonderheden en de expertise in specifieke gevallen van spoorwegexploitatie zijn onmisbare vaardigheden voor de implementatie en de evaluatie van de preventiepolitiek. Om deze opdracht te kunnen invullen, doet de werkgever van de IG beroep op een geneesheer, specialist in de arbeidsgeneeskunde, expert op spoorweggebied en die tot een preventiedienst behoort die voldoet aan de nationale wettelijke erkenningscriteria. Bovenop de opdrachten en taken vermeld in de welzijnswet van 04/08/1996, dient deze medische structuur te beschikken over de nodige kennis en expertise om de werkgever te ondersteunen in zijn dynamisch beheer van de spoorwegrisico's en dit op een gekwalificeerde en multidisciplinaire wijze.

29 -21- Deze expertise moet op een continue en aantoonbare wijze aangescherpt worden door de kennis van de evolutie binnen de spoorwegtechnologie MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE CRITERIA INDIVIDUELE DOSSIERS MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE CRITERIA De medische en psychologische criteria, die van toepassing zijn op het veiligheidspersoneel van de IG en dat van zijn hulpondernemingen, zijn opgenomen in bijlage 3. Het veiligheidspersoneel moet vóór het aanvatten van de beroepsuitoefening en tijdens de ganse duur ervan beantwoorden aan deze medische en psychologische criteria. De IG beschrijft het systeem dat hij toepast om te waarborgen dat zijn veiligheidspersoneel en dat van zijn hulpondernemingen aan die criteria beantwoordt, alsook de manier waarop de afwijkingen ten opzichte van de normen worden opgespoord. De hiërarchische lijn van de IG moet eveneens toezicht uitoefenen op het veiligheidspersoneel om gezondheidsproblemen, alcohol-, drug- of medicatieproblemen op te sporen. Bij twijfel of indien de omstandigheden het vereisen, laat de IG een bijkomend medisch of psychologisch onderzoek uitvoeren INDIVIDUELE DOSSIERS VOOR HET BEHEER VAN DE FYSIEKE EN PSYCHOLOGISCHE TOESTAND VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Elk dossier moet het mogelijk maken de evolutie van de fysieke en psychologische toestand van het betrokken veiligheidspersoneel permanent op te volgen. De IG voert een systeem in waarmee hij de uitvoering van de verplichte periodieke controles kan controleren LICHAMELIJKE GESCHIKTHEID De voorwaarden voor de lichamelijke geschiktheid van het veiligheidspersoneel zijn bepaald voor elke categorie. Deze voorwaarden maken het voorwerp uit van de bijlage 3 van onderhavig document. Om te garanderen dat het genoemde veiligheidspersoneel voldoet aan de gestelde eisen, laat de IG een medisch onderzoek uitvoeren door een geneesheer die in het bezit is van een diploma dat hem toelaat te werken als arbeidsgeneesheer met bewezen spoorwegervaring en erkenning door de gemandateerde openbare overheid. De arbeidsgeneesheer verschaft de IG een advies over de medische geschiktheid van het veiligheidspersoneel, op basis van het schema dat opgenomen is in de bijlage 7 van onderhavig document en overeenkomstig de functies die uitgevoerd zullen worden. De medische onderzoeken betreffende de lichamelijke geschiktheid voor een veiligheidsfunctie kunnen van verschillende aard zijn: een voorafgaandelijk onderzoek; een periodiek onderzoek; een onderzoek voor herneming.

30 -22- De aan de uitoefening van een veiligheidsfunctie voorafgaande medische onderzoeken hebben betrekking op: een algemeen geneeskundige onderzoek; een onderzoek van het gezichtsvermogen; een onderzoek van het gehoorsvermogen; een cardiologisch onderzoek voor al het personeel dat, als hoofdtaak of aanvullende taak, besturingsactiviteiten uitvoert; een biologisch onderzoek tot opsporing van het gebruik van psychoactieve stoffen; elk ander onderzoek, indien de door de gemachtigde openbare overheid erkende arbeidsgeneesheer het nodig acht. Elk onderzoek, in het bijzonder de biologische onderzoeken ter ontdekking van psychoactieve stoffen, vallen onder het medisch geheim. Zij dienen de vertrouwelijkheid op een niet-discriminerende wijze te garanderen. Zij mogen in geen geval uitgevoerd worden zonder medeweten van de betrokkene die over de aard en de resultaten ervan moet worden ingelicht, door de door de openbare overheid erkende arbeidsgeneesheer. Elke persoon die een veiligheidsfunctie uitoefent moet regelmatig een medisch onderzoek ondergaan, dat toelaat het behoud van zijn lichamelijke geschiktheid, te verzekeren. Voor het besturingspersoneel worden om de twaalf (12) maand nieuwe onderzoeken uitgevoerd, te rekenen vanaf de datum van het vorige onderzoek. Voor de andere veiligheidsfuncties wordt het periodiek onderzoek uitgevoerd conform de Belgische wetgeving. In geval van werkonderbreking of afwezigheid om reden van: beroepsziekte; zwangerschap; minstens 4 weken afwezigheid wegens beroepsziekte of werkongeval; minstens 4 weken afwezigheid wegens ongeval, andere dan werkongeval; herhaaldelijke afwezigheden wegens gezondheidsproblemen; schorsing van de uitvoering van de veiligheidstaken; onaangepast gedrag, in het bijzonder bij een zware fout tegen de veiligheid; alcoholisme of verslaving die de veiligheid in gevaar zou kunnen brengen, wordt voorafgaandelijk aan de herneming van, om het even welke veiligheidsfunctie (besturingspersoneel en ander), een medisch onderzoek uitgevoerd. De erkenning van de lichamelijke geschiktheid om een veiligheidsfunctie uit te voeren maakt het voorwerp uit van een gezondheidsevaluatie formulier (gezondheidsevaluatieformulier volgens bijlage II van art. 48 van het KB van 28 mei 2003 betreffende het toezicht op de gezondheid). Dit formulier wordt gedateerd en ondertekend door de, door de gemachtigde openbare overheden erkende arbeidsgeneesheer. Het wordt opgesteld in drie exemplaren waarvan er één aan de betrokkene en één aan de werkgever wordt overgemaakt, het derde wordt door de arbeidsgeneesheer bewaard. De werkgever is verplicht het exemplaar in het dossier van het betrokken personeelslid te bewaren en het voor te leggen op elk verzoek van de gemachtigde openbare overheden of van de Infrastructuurbeheerder.

31 -23- Voor het besturingspersoneel wordt door de arbeidsgeneesheer een extra exemplaar opgesteld en overgemaakt aan het bureau van de IB, dat het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen homologeert (zie titelblad). In geval van betwisting of onenigheid over een in België afgeleverd advies omtrent de lichamelijke geschiktheid, mogen de partijen, in gemeenschappelijk akkoord, een arbitrage-instantie aanduiden. In dit geval mag deze instantie experten aanduiden en is haar beslissing definitief PSYCHOLOGISCHE GESCHIKTHEID De psychologische geschiktheid heeft betrekking op: de psychomotoriek; het cognitief vermogen; het gedrag in normale-, abnormale- of stressituaties. De psychologische eindevaluatie moet uitgevoerd worden door personen of instanties, die beschikken over een kader van professionele psychologen met bewezen spoorwegervaring en een erkenning door de gemandateerde openbare overheid. Het resultaat van de evaluatie van de psychologische geschiktheid maakt het voorwerp uit van een vertrouwelijk en niet discriminerend dossier. De resultaten (niet vertrouwelijk gedeelte) worden gedateerd en ondertekend door een door de gemachtigde openbare overheid erkend arbeidsgeneesheer. Zij worden opgemaakt in drie exemplaren, waarvan één wordt overgemaakt aan de persoon die het onderzoek heeft ondergaan, één aan de werkgever en het derde wordt door de arbeidsgeneesheer zelf bewaard. De werkgever dient het exemplaar te bewaren in het persoonlijk personeelsdossier en het te tonen op elk verzoek van de gemachtigde openbare overheid of van de IB. Voor het besturingspersoneel maakt de arbeidsgeneesheer echter een vierde exemplaar over aan het bureau dat het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen homologeert (zie titelblad). In geval van betwisting of onenigheid over een in België afgeleverd advies omtrent de psychologische geschiktheid, mogen de partijen, in gemeenschappelijk akkoord, een arbitrage-instantie aanduiden. In dit geval mag deze instantie experten aanduiden en is haar beslissing definitief PEDAGOGISCH SYSTEEM Iedereen die geschikt is om één of meer veiligheidsfuncties uit te oefenen moet een basis / fundamentele opleiding, aangepast aan de hem toevertrouwde functies, ontvangen. Zij worden eveneens vertrouwd gemaakt met de, in dit verband te gebruiken technieken, procedures en materieel. Het personeel dat één of meer veiligheidsfuncties uitoefent, geniet een permanente opleiding die toelaat de beroepsbekwaamheid op peil te houden.

32 -24- Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan elke belangrijke wijziging aan de uitoefeningsvoorwaarden van een veiligheidsfunctie, ongeacht of deze van technische of van reglementaire aard is. De IG, alsook zijn hulpondernemingen, organiseren regelmatig controles, teneinde het permanent op peil houden van de beroepsbekwaamheid van het veiligheidspersoneel, na te gaan. Het individuele dossier van het personeel belast met een veiligheidsfunctie, worden permanent bijgewerkt door de IG en zijn hulpondernemingen. Deze dossiers worden ter inzage voorgelegd aan de gemachtigde openbare overheden en de IB, indien deze erom verzoeken LESGEVERS EN ONDERAANNEMERS De IG stelt aan de IB zijn beheersysteem aangaande zijn interne lesgevers en de lesgevers van zijn onderaannemers voor. De eventuele attestverleners van de vreemde officiële netten, die door de IG erkend zijn, moeten beschouwd worden als onderaannemers. De lesgevers van de onderaannemers zijn onderworpen aan dezelfde verplichtingen als de lesgevers van de IG. Selectie De IG beschrijft de selectieprocedure voor zijn lesgevers en de lesgevers van zijn onderaannemers. Opleiding De IG beschrijft de basis / fundamentele en permanente opleidingen die hij organiseert voor zijn lesgevers en eventueel voor zijn onderaannemers (bv. organisatie van een sessie Teach the teacher, het jaarlijkse op peil houden, enz.). Documentatie De IG verduidelijkt zijn systeem voor het uitreiken van documentatie aan zijn lesgevers en de lesgevers van zijn onderaannemers. De IG moet in staat zijn om te allen tijde aan de IB de volgende informatie te verschaffen over elk van zijn lesgevers of de lesgevers van zijn onderaannemers, nl: de toegepaste selectieprocedures; zijn basisopleiding (technisch en pedagogisch); de evaluatiemethodes van zijn activiteiten als lesgever en de resultaten; de verschillende opleidingen die hij heeft gevolgd terwijl hij in dienst was; de opleidingen die hij verstrekt (inhoud, betrokken publiek, duur, frequentie). De IG legt daartoe een gegevensbank aan over interne lesgevers en onderaannemers. Evaluatie De IG verduidelijkt de evaluatiemethode van zijn lesgevers en van deze van zijn onderaannemers DE OPLEIDINGSBEKWAAMHEDEN

33 -25- De IG organiseert de basis / fundamentele en permanente opleiding van het veiligheidspersoneel in functie van hun bevoegdheden. De gemachtigde openbare overheden nemen er acte van en valideren de door de IB erkende opleidingscentra die bevoegd zijn voor het opleiden van veiligheidspersoneel. De beroepsopleiding voor een veiligheidsfunctie moet beantwoorden aan de vereisten die voorgeschreven worden in de bijlagen van onderhavig lastenkohier. De vereisten met betrekking tot de opleidingscentra en de opleiders, worden bepaald door de gemachtigde openbare overheden, op voorstel van de IB. Zij worden regelmatig geanalyseerd en bijgestuurd met het oog op het behoud van een hoog veiligheidsniveau. Het op te stellen systeem dient het volgende te omvatten: de technische en financiële middelen toegekend aan de erkende of aangenomen opleidingscentra en aan de opleiders van ondernemingen, voor het verstrekken van basis- / fundamentele- en permanente opleiding aan het veiligheidspersoneel; een systeem van permanente analyse van de opleidingsbehoeften; een systeem, voor integratie van de feedback van de ervaringen, in de opleiding. De IG moet kunnen aantonen, aan de gemachtigde openbare overheden en de IB, dat zijn opleidingssysteem bestendig beantwoordt aan de hiervoor genoemde eisen GEGEVENSBANK OPLEIDINGEN Naast de permanente toegang tot de gegevens over het veiligheidspersoneel en de lesgevers, hebben de IB en/ of de openbare autoriteiten toegang tot de volgende informatie over elke gegeven opleiding (basis / fundamentele, permanente en bijkomende): een beschrijving van de inhoud overeenkomstig de bekwaamheidsomschrijving; tijdstip en duur van de opleiding; de evaluatiemethode van de kennis vóór, tijdens en/ of na de opleiding; de lesgever(s) (met verwijzing naar de gegevens lesgevers ); de certificeerder(s) (met verwijzing naar de gegevens certificeerders ). De IG legt daartoe een gegevensbank opleidingen aan BEHEER VAN DE BEKWAAMHEDEN Het beheer van de bekwaamheden moet als doel hebben dat de IG de bekwaamheden van zijn veiligheidspersoneel en dat van zijn hulpondernemingen, permanent zal afstemmen op de veiligheidsvereisten. Het heeft betrekking op verscheidene stadia van het beheer van het veiligheidspersoneel, met name: de selectie en initiële verwerving van bekwaamheden; de permanente evaluatie en de organisatie van de instandhouding van de bekwaamheden; indien nodig, het verwerven van nieuwe bekwaamheden.

34 -26- De twee schema s in bijlage 7 verduidelijken de filosofie waarbinnen het beheer van de bekwaamheden kan verlopen. Het begrip permanent is van primordiaal belang bij het beheer van de bekwaamheden. In dit deel van het document stelt de IG de organisatie voor van het beheer van de bekwaamheden, voor de functies die met veiligheid te maken hebben SELECTIE De selectie heeft tot doel de IG te laten beschikken over medewerkers die de vereiste bekwaamheden bezitten voor het uitoefenen van de bedoelde functie. Om dat niveau te bereiken moet er dikwijls een basisopleiding worden gegeven indien de vastgestelde bekwaamheid niet aan de verwachtingen beantwoordt. De IG bezorgt de IB informatie over de selectieprocedures voor de personeelscategorieën die bij de veiligheid zijn betrokken. Het gaat om een beschrijving van: de selectieprocedure; het eventueel verband dat door de IG wordt gelegd tussen de selectieprocedure en het vaststellen van specifieke opleidingsnoden waaraan moet worden voldaan wanneer de bediende in zijn dienst wordt opgenomen. Met zijn vraag om die informatie wil de IB zich ervan verzekeren dat het veiligheidspersoneel van de IG: de vereiste bekwaamheden bezit; houder is van de vereiste attesten of diploma s; de gewenste motivatie bezit; de vakkennis bezit KWALIFICATIE VOOR EEN VELIGHEIDSFUNCTIE Onder kwalificatie wordt verstaan, de formalisering door de IG, die een persoon toelaat één of meerdere veiligheidsfuncties uit te oefenen. De IG moet zich er voorafgaandelijk van verzekeren dat de betrokkene voldoet aan al de vereiste fysieke geschiktheden, beroepsbekwaamheden en geïnformeerd werd over de bijzonderheden verbonden aan de uit te voeren veiligheidsfunctie. De vereiste minimum leeftijd, om een veiligheidsfunctie uit te voeren is achttien (18) jaar, wat overeenkomt met de wettelijke meerderjarigheid in België VEREISTEN VOOR GESCHIKTHEID De geschiktheid van elke persoon die één of meer veiligheidsfuncties uitoefent moet in een, door de IG of een van zijn hulpondernemingen gehouden register, ingeschreven worden. Het register moet, in voorkomend geval, de beschrijving en geldigheidsdatum van de andere veiligheidsfuncties van de betrokkene, vermelden. De IG en zijn hulpondernemingen moeten bovendien, een individueel geschiktheidsbrevet / attest afleveren, aan de personen die vergezellende functies uitoefenen, conform de legale beschikkingen en het taalgebruik. Dit document moet, in voorkomend geval, de aanduidingen bevatten aangaande andere bekwaamheden van de betrokkene, samen met de eraan verbonden geldigheidsdatum.

35 -27- De bijlagen aan onderhavig document bepalen de beroepsbekwaamheden voor elke veiligheidsfunctie. In elk geval wordt, de beslissing van de IG, aan de betrokkene medegedeeld. Zowel het register, gehouden door de IG of zijn hulponderneming, als het individueel geschiktheidsbrevet / attest uitgereikt aan het betrokken personeel, moeten voorgelegd worden op vraag van de gemachtigde openbare overheden of van de infrastructuurbeheerder. Het register heeft een bewaringstermijn van vijf (5) jaar. De IG bepaalt voor elke veiligheidsfunctie de geldigheidsduur van de geschiktheid. Deze kan maximum drie jaar geldig zijn, onder voorbehoud van behoud van de lichamelijke geschiktheid en voldoende continuïteit in de uitoefening van de veiligheidsfunctie. Deze duur kan door de werkgever worden verminderd, in functie van de eerste erkenning van een persoon voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie of indien de veiligheidsfunctie gedurende verschillende jaren niet werd uitgeoefend. In dit geval wordt de bijzonderheid vermeld in het register en op de individuele geschiktheidsverklaring. De verlenging van de geschiktheid van een persoon, om een veiligheidsfunctie uit te oefenen, wordt door de IG of zijn hulpondernemingen bepaald, na het periodiek nazicht van de lichamelijke geschiktheid en rekening houdend met de resultaten van de periodieke evaluatie van de beroepsbekwaamheden. Met als doel de lichamelijke geschiktheid en de beroepsbekwaamheid te verwerven of te behouden, organiseren de IG en zijn hulpondernemingen de individuele opvolging van hun personeel dat belast is met een veiligheidsfunctie. Deze opvolging wordt opgenomen in het dossier dat, bij elk verzoek van de gemachtigde openbare overheden of de IB, tot hun beschikking moet gesteld worden. Dit zal ondermeer het geval zijn bij een ongeval of een zwaar incident ONAANGEPAST GEDRAG Elke vertegenwoordiger van de gemachtigde openbare overheid, van een IG of van de IB, die een onaangepast gedrag, van een persoon die belast is met een veiligheidsfunctie, vermoedt of vaststelt, moet in functie van zijn bevoegdheden (voorzien in de reglementering van de exploitatieveiligheid van het spoorwegnet), onmiddellijk bezwarende maatregelen treffen. Hij moet, in elk geval en met het snelste middel, de IB inlichten (al naar gelang de beschikbare communicatiemiddelen, het personeel van de directie van de regio, Nationale dispatching, het bureau dat het veiligheidspersoneel homologeert, enz.). De dienst van de IB die eerst wordt geïnformeerd, treft onmiddellijk bewarende maatregelen in functie van zijn bevoegdheden en informeert, indien het een andere dienst betreft, de dienst van de IB die direct betrokken is, alsook de IG van de betrokken werknemer en de gemandateerde openbare overheid INTEGRATIE IN DE FUNCTIE

36 -28- De IG bezorgt de IB informatie over de manier waarop de integratie van de werknemer in zijn dienst wordt georganiseerd, meer bepaald: de algemene principes voor de integratie van de werknemer; een korte beschrijving van het integratieprogramma met de gegeven basisopleiding, het programma voor de kennismaking met de werkomgeving en de evaluatieprocedure van de integratie van de bediende BEROEPSBEKWAAMHEID De beroepsbekwaamheid heeft betrekking op de bekwaamheden vereist om een veiligheidsfunctie uit te oefenen alsook op de vereiste psychologische geschiktheid, die bepaald worden in dit artikel en in de bijlage van onderhavig document. Onder beroepsbekwaamheden dient men te verstaan, de eigenlijke beroepsbekwaamheden en de bekwaamheid deze op een correcte manier, zowel in normale als in abnormale omstandigheden, in de praktijk om te zetten. De IG waakt erover dat, de beroepsbekwaamheid van zijn personeel en dat van zijn hulpondernemingen, periodiek wordt bijgewerkt. Zij onderwerpen zich, in dit opzicht, aan de controle van de gemandateerde openbare overheden. Indien deze laatste dit nodig acht, en onder haar verantwoordelijkheid, kan zij de hulp inroepen van specialisten van de IB. De beroepsbekwaamheden, vereist voor het uitoefenen van een veiligheidsfunctie op de Belgische spoorweginfrastructuur houdt het volgende in: de beheersing van de Nederlandse en / of Franse taal, conform de wettelijke beschikkingen met betrekking tot het taalgebruik. Dit houdt in dat de betrokkene beschikt over een voldoende praktische kennis die hem toelaat, zowel mondeling als schriftelijke, veiligheidsprocedures af te handelen en informatie uit te wisselen, in het bijzonder in dringende gevallen en bij storingen (zie punt hiervoor). een algemene kennis van het Belgische spoorweg-exploitatiesysteem met inbegrip van de uitgeoefende veiligheidsfuncties. Dit omvat: * de werkingsprincipes van de veiligheidssystemen; * de rol van de verschillende personen met een veiligheidsfunctie; * een algemene kennis van spoorwegrisico s, in het bijzonder deze die verbonden zijn aan het verkeer, ongeacht de tractiewijze. een algemene kennis van de reglementering en de veiligheidsdocumentatie; de kennis eigen aan elke veiligheidsfunctie. De IG bepaalt, rekening houdend met de te verzekeren dienst, de taken van elke veiligheidsbediende volgens zijn categorie. Zij draagt hierin de verantwoordelijkheid ten opzichte van de gemandateerde openbare overheden en van de IB. Professionele inzetbaarheid, zowel in normale als in abnormale omstandigheden, vereist volgende kennis:

37 -29- bekwaam zijn procedures en regels toe te passen in functie van de uitgevoerde veiligheidsfunctie, met inbegrip van de communicatieprocedures; bekwaam zijn installaties, materieel en werktuigen te gebruiken; bekwaam zijn de algemene preventiemaatregelen, ter voorkoming van beroepsrisico s toe te passen, in functie van de werkomstandigheden.

38 PERMANENTE OPVOLGING VAN DE INSTANDHOUDING VAN DE BEKWAAMHEDEN ORGANISATIE De IG beschrijft zijn beheersysteem voor de instandhouding van de bekwaamheden: het moet bestaan uit een individuele en onafgebroken opvolging van het veiligheidspersoneel. De hiërarchie speelt hierbij een doorslaggevende rol. De IG bezorgt de IB informatie over: zijn permanent opleidingsplan; de benuttiging van het veiligheidspersoneel; de taak van de hiërarchie in de methode voor de instandhouding van de bekwaamheden. De IG draagt de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de bekwaamheden, die afhankelijk zijn van het regelmatig in de praktijk omzetten van de verworven algemene kennis en bijzonderheden EVALUATIE De evaluatiemethodes (permanente en/ of periodieke) voor de instandhouding van de bekwaamheden moeten omschreven worden CORRECTIE VAN DE AFWIJKINGEN De IG beschrijft hoe de evaluatieresultaten worden gebruikt. Hij verduidelijkt: het(de) type(s) van document(en) waarin de evaluatieresultaten staan opgetekend; de gevolgen van de evaluatie op het vlak van: * eventuele wijzigingen in de beroepsactiviteiten; * ontwikkeling van opleidingen. De IG beschrijft de algemene organisatieprincipes van de correctieve opleiding. Hij bezorgt de planning van de georganiseerde cursussen. De pedagogische en didactische keuzes worden verduidelijkt alsook de belangrijkste gegevens van de lesgevers. De IG geeft een nauwkeurige omschrijving van de methodes om te evalueren of de pedagogische en operationele doelstellingen van die opleidingen bereikt zijn INDIVIDUELE DOSSIERS VOOR HET BEHEER VAN DE BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL De IG en zijn hulpondernemingen verbinden zich ertoe een persoonlijk dossier bij te houden van elke bediende die betrokken is bij de veiligheidsfuncties. Het persoonlijk dossier van elke werknemer omvat de volgende gegevens: informatie over zijn selectieprocedure bij aanwerving; het door de medewerker gevolgde integratieprogramma; de resultaten van de permanente en /of periodieke evaluaties van de medewerker;

39 -31- eventuele correctieve opleidingen die de medewerker heeft gekregen naar aanleiding van die evaluaties; gekregen opleidingen buiten de opvolging van de evaluaties (permanente opleiding, bijscholing). Die dossiers kunnen op elk ogenblik door de IB geraadpleegd worden, in het bijzonder bij een incident, ongeval en/ of zware fout tegen de exploitatieveiligheid. Ze moeten eveneens ter beschikking worden gesteld van de DGVL - FODMV of van elk openbaar organisme dat bevoegd is inzake spoorwegveiligheid LIJNKENNIS VAN DE BESTUURDERS De bestuurder moet over voldoende lijnkennis beschikken om anticiperend en gepast te kunnen reageren in termen van veiligheid en prestaties. De lijnkennis omvat de kennis van de doorlopen installaties alsook de voorziene afwijkingsreiswegen. De bepalingen betreffende de lijnkennis staan omschreven in het ARGSI over het besturen (ARGSI Boek 3 Bundel 3.1.3) VERWERVEN VAN DE LIJNKENNIS De IG beschrijft de criteria aangaande de verwerving van de lijnkennis. Deze beschrijving bevat minstens: de te bereiken doelstelling bij het verwerven van lijnkennis: * de organisatie ervan; * de aangewende middelen, met inbegrip van: de manier van voorafgaandelijk verwerven van theoretische lijnkennis: studie van technische documenten, video s of het oefenen met simulator; de manier van verwerven van praktische lijnkennis: verplichte ritten op de te besturen lijnen in een stuurpost zonder zelf te besturen. de voorziene tijd voor het verwerven van lijnkennis en in het bijzonder voor de ritten op de lijnen OP PEIL HOUDEN VAN DE LIJNKENNIS Het op peil houden van de lijnkennis berust principieel op het voldoende berijden van de gekende lijnen. Deze frequentie wordt door de IG bepaald. De IG verbindt zich ertoe: het dienstrooster van de bestuurder in overeenstemming met de regels voor het behoud van de lijnkennis, op te stellen; een volgsysteem op te stellen dat op basis van de doortochten, het eerbiedigen van de regels voor het op peil houden van de lijnkennis toelaat en dit voor zijn besturingspersoneel en dat van zijn hulpondernemingen; indien de lijnkennis van een bestuurder onvoldoende is, hem er opnieuw vertrouwd mee te maken, alvorens hem opnieuw in te zetten op deze lijn.

40 KENNIS VAN HET MATERIEEL, KRACHTVOERTUIGEN EN ROLLEND MATERIEEL DOOR DE BESTUURDER De bestuurder moet kennis hebben van het bediend krachtvoertuig en van het eventueel gesleept rollend materieel. De bepalingen betreffende de kennis van het krachtvoertuig en van het rollend materieel staan omschreven in het ARGSI over het besturen (ARGSI Boek 3 Bundel 3.1.3) VERWERVEN VAN DE MATERIEELKENNIS De IG beschrijft de criteria aangaande de verwerving van de materieelkennis. Deze beschrijving bevat minstens: de te bereiken doelstelling bij het verwerven van materieelkennis: de organisatie ervan; de aangewende middelen, met inbegrip van: * de manier van voorafgaandelijk verwerven van de theoretishe kennis; * de manier van verwerven van praktische kennis. de voorziene tijd voor het verwerven van deze kennis OP PEIL HOUDEN VAN DE MATERIEELKENNIS Het op peil houden van de materieelkennis berust principieel op het voldoende bedienen van het betrokken materieel. Deze frequentie wordt door de IG bepaald. De IG verbindt zich ertoe: het dienstrooster van de bestuurder in overeenstemming met de regels voor het behoud van de materieelkennis, op te stellen; een volgsysteem op te stellen dat op basis van de ritten, het eerbiedigen van de regels voor het op peil houden van de materieelkennis toelaat en dit voor zijn besturingspersoneel en dat van zijn hulpondernemingen; indien de materieelkennis van een bestuurder onvoldoende is, hem er opnieuw vertrouwd mee te maken, alvorens hem opnieuw in te zetten op het betrokken materieel HET STELSEL VAN DE PRESTATIES De IG omschrijft alle parameters die bepalend zijn voor het stelsel van de prestaties van het personeel dat een veiligheidsfunctie, krachtens onderhavig document (zie punt 1.1), uitoefent. Opmerking: indien eenzelfde bediende tijdens zijn prestatie meerdere veiligheidsfuncties tegelijk uitoefent, blijven de bepalingen van het punt integraal van toepassing. De IG moet op elke door de IB of door de openbare autoriteiten gestelde vraag betreffende deze materie kunnen antwoorden.

41 RISICOANALYSE In de zin van onderhavig document, moet de risicoanalyse bekeken worden uit het oogpunt van één van de vele verantwoordelijkheden van de IG. Deze verantwoordelijkheid van de werkgever werd trouwens reeds eerder in een Europese richtlijn gegoten (89/391/EEG van 12 juni 1989). Deze richtlijn werd omgezet in Belgisch recht door het Koninklijk Besluit van 14 september 1992 (publicatie in het Staatsblad op 30 september 1992) en ingelast in het artikel 28 van het ARAB (Algemeen Reglement van de ArbeidsBescherming). De risicoanalyse is een systematisch onderzoek gericht op het bepalen van: de gevaren die verwondingen en schade kunnen veroorzaken; de wijze waarop deze gevaren kunnen vermeden worden; de maatregelen die kunnen of moeten genomen worden om te vermijden dat een gevaar zou leiden tot schade of verwondingen. De resultaten van een risicoanalyse moeten aantonen: welke de gevaren zijn; welk personeel van de IG betrokken kan zijn; dat de gevaren voldoende beheerst worden; indien dit niet het geval is, welke mogelijkheden bestaan om de risico s te verminderen; indien het heeft plaatsgehad, de bijkomend te nemen maatregelen om het beschermingsniveau van de werknemers op het gebied van veiligheid te verhogen; welke de te omschrijven prioriteiten zijn. De risicoanalyse is in elk geval een dynamisch ontwikkeling die zich dient te herhalen, telkens de omstandigheden op de werkvloer wijzigen, waarbij de risicofactor zou kunnen wijzigen. Er zijn geen uniforme regels bepaald, betreffende de wijze van uitvoeren van deze risicoanalyse. De hiervoor genoemde elementen kunnen door de veiligheidsverantwoordelijke van de IG aangewend worden om een risicoanalyse te ontwikkelen. TE ONDERNEMEN STAPPEN: inventaris van de risicoactiviteiten; preventief onderzoek van de plaatsen op het werk waar risicoactiviteiten worden uitgevoerd; onderzoek van de verschillende aspecten van het door de IG gevoerde preventiebeleid: * personen inlichten over beroepsrisico s; * veiligheidspersoneel voldoende opleiden en informeren; * onoverkomelijke risico s evalueren; * de oorzaak van risico s bestrijden; * rekening houden met de technische evolutie;

42 -34- * indien mogelijk, gevaarlijke elementen vervangen door elementen die niet of minder gevaarlijk zijn; GEHEUGENSTEUNTJE VOOR EEN JUISTE AANPAK VAN DE RISICOANALYSE: algemeen principe: * wie? * wanneer? * waar? voor welke werkplaats? * welk bestuur? * hoe? evaluatie van de risicoanalyse in vijf stappen: * 1e stap identificatie van de gevaren; * 2 de stap identificatie van de eraan blootgestelde personen; * 3 de stap beoordeling van het risico; * 4 de stap beschrijving van de te nemen maatregelen; * 5 de stap de prioriteitsvolgorde van de maatregelen vastleggen DE KWALITEITSWAARBORG De IG omschrijft elk punt dat vermeld wordt in artikel

43 -35- B. BIJZONDERE BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE HULPONDERNEMINGEN VAN EEN IG De definitie van de hulponderneming van een IG herzien (Artikel 1.1 van dit reglement). De aangesloten private ondernemingen en de toeristische of historische spoorwegondernemingen, alsook de private ondernemingen belast met werken op de spoorweginfrastructuur voor rekening van de NMBS, moeten in deze categorie ondergebracht worden. Krachtens die definitie en de bijgevoegde opmerking, moet de IG een contract sluiten met elk van zijn hulpondernemingen alvorens hen toelating te geven tot de Belgische spoorweginfrastructuur. Dit contract herneemt, bij wijze van samenvatting, de verschillende punten die opgenomen zijn in de algemene bepalingen van dit hoofdstuk. Elke IG die een hulponderneming erkend heeft, door gemeenschappelijke ondertekening van een contract, brengt onmiddellijk de infrastructuurbeheerder en de gemandateerde openbare overheid op de hoogte. De IG is dus de enige gesprekspartner van de IB.

44 KWALITEITS- / VEILIGHEIDSWAARBORG 3.1. DOELSTELLINGEN VERPLICHTINGEN VAN DE IG De IG moet aantonen dat: hij beschikt over een permanent controleorgaan zodat het naleven van de in het lastenkohier opgenomen bepalingen gewaarborgd worden; hij interne audits laat uitvoeren voor het geheel van zijn activiteiten en die van zijn hulpondernemingen die verband houden met de veiligheid; hij de feedback van de ervaring benut en toepast om er nuttige lessen uit te trekken; zijn in dit lastenkohier genoemde activiteiten naspeurbaar zijn, zodat de feitelijkheid van de getroffen schikkingen kan worden bewezen; hij de te bewaren documenten beheert zoals voorzien in artikel 3.3, - Audit door de IG, vierde alinea; hij de functionele procedures voor zijn veiligheidspersoneel vaste vorm geeft door het opstellen van procedures en normen en dat hij, door middel van een sluitende procedure, erop toeziet dat de functionele procedures worden nageleefd; hij in staat is om te beschrijven wat hij doet en het te rechtvaardigen, te doen wat hij beschrijft en het te controleren, de lacunes en de oorzaken daarvan te verbeteren VERPLICHTINGEN VAN DE IB De IB moet, door middel van veiligheidsaudits, nagaan of de in het contract kwaliteits- / veiligheidswaarborg voorgeschreven regels en normen worden toegepast BIJZONDERHEDEN EIGEN AAN BEPAALDE ASPECTEN VAN DE KWALITEITSWAARBORG OPLEIDING De IB en de gemachtigde openbare overheden hebben toegang tot de gegevensbanken zodat zij de procedure voor het beheer van de bekwaamheden permanent kunnen evalueren (individueel dossier van de betrokken bedienden, gegevens over de lesgevers, de attestverleners en de georganiseerde opleidingen) MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE TOESTAND De IB en de gemachtigde openbare overheden hebben toegang tot de gegevens ter controle van de uitvoering van de medische en psychologische onderzoeken (naam van het medisch organisme, naam en stempel van de arbeidsgeneesheer, data van de onderzoeken en beslissingen inzake lichamelijke en psychologische geschiktheid of ongeschiktheid). De IB en de openbare autoriteiten hebben geen toegang tot de persoonlijke medische en psychologische gegevens. Die informatie valt namelijk onder de regels van het medisch beroepsgeheim.

45 FEEDBACK VAN DE ERVARING De incidenten die te maken hebben met de exploitatieveiligheid, ook al hebben ze geen enkel gevolg op materieel of menselijk vlak, bevatten veel nuttige informatie. De IG moet ze bijgevolg in detail onderzoeken om er prioriteiten uit af te leiden en de geschikte preventieacties te bepalen ter verbetering van het exploitatieveiligheidsniveau. De feedback van de ervaring betreft alle niveaus (managers, operationeel kader, systeemontwerpers, uitvoerders, enz.). Op praktisch vlak: noteert de IG: * elke zware fout tegen de exploitatieveiligheid; * elk incident, ongeval, bijna-ongeval, ; * de vastgestelde gebreken op het vlak van de veiligheid; * elk belangrijk feit (uitzonderlijke situatie, zeer complexe situatie, ); * de opmerkingen i.v.m. het gedrag van het veiligheidspersoneel; * de moeilijkheden die zich voordoen bij het begrijpen of toepassen van de procedures. zoekt en analyseert de IG de oorzaak van die gebeurtenissen. noteert de IG de conclusies en acties waartoe ze hebben geleid DE DOOR DE IG INGEVOERDE CONTROLEPROCEDURE De IG gaat na in welke mate zijn veiligheidsbeleid wordt nageleefd en of de doelstellingen worden bereikt door de analyse van de vastgestelde onregelmatigheden, door de regelmatige inspecties en door de aanwezigheid van de omkadering op de werkplaats. De directie van de IG evalueert, minstens één maal per jaar, de werking van het exploitatieveiligheidssysteem. Bij die gelegenheid bepaalt ze welke acties noodzakelijk zijn om eventuele gebreken te verhelpen. Er wordt vooral aandacht besteed aan: de algemene toestand van het veiligheidssysteem en de specifieke toestand van de verschillende onderdelen; de mate waarin het personeel aandacht heeft voor veiligheidsaangelegenheden; de interne en externe auditverslagen; de wijzigingen zowel in interne als in externe context: reorganisaties, wijzigingen in de reglementering, nieuwe technieken,. De door de directie van de IG uitgevoerde evaluatie moet, wanneer nodig, leiden tot pro-actieve acties om de risico s en de kosten van incidenten of ongevallen te verminderen. Het resultaat van deze evaluaties wordt overgemaakt aan de gemachtigde openbare overheid AUDITS

46 -38- De veiligheidsaudit is een periodieke evaluatie van de veiligheidssituatie op basis van relevante steekproeven, waarbij de verkregen resultaten worden vergeleken met de referentiegegevens (reglementering, normen, procedure, ) en met de beoogde doelstellingen. De audit heeft als doel de kwaliteit van de toepassing van de vastgestelde regels en normen alsook de doeltreffendheid van de opvolgings- en controlestructuur. Het is niet de taak van de audit een individuele controle uit te oefenen op de bekwaamheid van het veiligheidspersoneel, aangezien dat in principe wordt gedaan door de onmiddellijke chef. De audits worden uitgevoerd op drie niveaus: eerste niveau: door de IG zelf; tweede niveau: door de IB of bij zijn tussenkomst; derde niveau: door de gemachtigde openbare overheid (DGVL - FODMV) AUDITS DOOR DE IG Naast de permanente evaluatie organiseren de IG en zijn hulpondernemingen periodiek een audit met betrekking tot het exploitatieveiligheidssysteem. De auditoren moeten over de vereiste bekwaamheden beschikken om die taak te verwezenlijken. De IG beschrijft zijn systeem voor de interne audit van zijn beheer van de bekwaamheden. De resultaten worden opgenomen in de gegevensbank opleiding. De verschillende documenten of informatiedragers hebben een bewaartermijn van vijf jaar. Onder die documenten of informatiedragers bekleden de gegevens die geregistreerd worden door de snelheidsregistreertoestellen waarmee de krachtvoertuigen zijn uitgerust een bijzondere rol aangezien het onderzoek ervan alle nuttige informatie oplevert zowel voor het uitvoeren van de interne audits en van de audits uitgevoerd door de IB en/ of door de openbare autoriteiten als voor de gevoerde onderzoeken na een ongeval. De personen die bevoegd zijn om de gegevens, verschaft door de snelheidsregistreertoestellen waarmee de krachtvoertuigen zijn uitgerust, op te eisen zijn: het personeel van de IB afgevaardigd door de verantwoordelijke van de IB om veiligheidsaudits uit te voeren en houder van een mandaat waarvan het model hierna is afgebeeld; het aangeduid personeel om controle uit te oefenen op de exploitatieveiligheid en houder van een mandaat waarvan het model hierna is afgebeeld; het door de DGVL - FODMV aangeduid controlepersoneel en houder van een mandaat eigen aan de functie (mandaat van inspecteur van gerechtelijke politie) waarvan het model hierna is afgebeeld. De IG bezorgt de IB en de openbare autoriteiten, binnen de voorgeschreven termijn, het in artikel voorzien jaarverslag AUDITS DOOR EN / OF OP VERZOEK VAN DE IB

47 -39- De IB en / of de gemachtigde openbare autoriteiten beslissen vrij en op een niet discriminerende wijze, welke methodes zij voor hun veiligheidsaudits hanteren en voeren die eventueel uit zonder voorafgaande kennisgeving of informatie aan de IG. Zij hebben namelijk het recht om op eigen initiatief een audit te laten uitvoeren wanneer ze twijfelen of de IG, of een van zijn hulpondernemingen de veiligheid wel in acht neemt. De IG moet de IB en/ of de gemachtigde openbare autoriteiten onmiddellijk alle informatie bezorgen aangaande de veiligheid, en in het bijzonder, de documenten die in dit lastenkohier worden vermeld of die in de veiligheidsreglementering zijn voorgeschreven. De IB en / of de gemachtigde openbare overheid waakt over correcte, rechtvaardige en niet discriminerende wijze van toepassing van de technische normen en veiligheidsregels met betrekking tot de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan. De audits worden uitgevoerd door de IB en / of de bevoegde openbare overheid volgens een van de drie volgende interventieprocedures: door het personeel van de IB dat in de spoorweginstallaties van de IB werkt Een controleopdracht wordt toevertrouwd aan het personeel van de uitvoerende diensten van de IB [regiomanager, leider(s) van het algemeen toezicht van de installaties van de regio en lokale chefs] die het geheel van het spoorwegnet van de NMBS beheren. Het betrokken personeel moet deze taak bij wijze van steekproef en zonder discriminatie uitvoeren en in het bijzonder wanneer er twijfel bestaat over de wijze van dienen en de manier waarop de veiligheid in acht wordt genomen door het besturingspersoneel en / of het vergezellend personeel dat zich in de installaties van de regio bevindt. Indien het gecontroleerd personeel de documenten waarover het normaal gezien moet beschikken niet kan voorleggen (een geldig geschiktheidsbrevet tot besturen met 2 bijlagen voor het besturingspersoneel, een geldig geschiktheidsbrevet / attest voor het vergezellend personeel), wordt het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen, zo snel mogelijk op de hoogte gebracht om de nodige maatregelen te kunnen nemen en het DGVL - FODMV dringend in te lichten. Indien de handelwijze van het gecontroleerd personeel de exploitatieveiligheid rechtstreeks in gevaar brengt (bijvoorbeeld (niet beperkende lijst): gebrekkige taalkennis, kennelijke staat van dronkenschap, toestand vergelijkbaar met dronkenschap die voortvloeit uit het gebruik van drugs of hallucinatieverwekkende middelen, depressie, krankzinnigheid van voorbijgaande aard, enz.), wordt hen onmiddellijk verboden hun prestatie voort te zetten. Als het personeel van de IB het onjuist toepassen van een procedures of regels vaststelt, wordt dit op dezelfde manier behandeld. De Nationale Dispatching wordt onmiddellijk op de hoogte gebracht om de nodige maatregelen te nemen alsook het homologatiebureau van het besturingspersoneel van

48 -40- de IG en zijn hulpondernemingen om andere maatregelen te nemen en het DGVL - FODMV dringend in te lichten. Bij twijfel over de identiteit van het gecontroleerd personeel, tijdens de controle van het geschiktheidsbrevet, is het personeel van de IB bevoegd om een document (met foto) op te vragen dat de identiteit op het geschiktheidsbrevet bewijst (identiteitskaart, rijbewijs, ). Indien het gecontroleerd personeel geen bewijsdocument kan of wil voorleggen, verdenkt de IB dat personeelslid van het aannemen van een onwettige identiteit en wordt hem onmiddellijk verboden zijn prestatie voort te zetten. De Nationale Dispatching wordt onmiddellijk op de hoogte gebracht om de nodige maatregelen te nemen alsook het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen om andere maatregelen te nemen en het DGVL-FODMV dringend in te lichten. Het gebrek aan bewijs of het weigeren om zijn identiteit aan te tonen wordt beschouwd als een beroepsfout en zal verplicht als dusdanig behandeld worden door de betrokken IG. De mogelijke gevolgen van die overtredingen (vertraging of uitwijken van de gesleepte trein, ) kunnen niet ingeroepen worden door de IG om schadevergoeding op te eisen. Het leidinggevend personeel van de uitvoerende diensten van de IB maakt eveneens gebruik van de voorziene prestaties buiten de openingsuren van de bureaus om de hierboven beschreven controletaak uit te voeren. Voor de 10 de van de maand A+1 maken de uitvoerende diensten van de IB, aan het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen, een verslag over met de lijst van de tijdens de maand A in hun regio uitgevoerde controles, de genoteerde vaststellingen en de mogelijk genomen maatregelen. Een NIHIL staat is vereist. Door het personeel van het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG. In het kader van de verschillende beheersopdrachten betreffende het veiligheidspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen, is het personeel van het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen, eveneens verplicht is om het nazicht te doen van de maandelijkse uitgevoerde controles op het besturingspersoneel en / of het vergezellend personeel van de IG en zijn hulpondernemingen, dat in de installaties van de IB werkt. In een dergelijk geval werkt het personeel van dit bureau volgens dezelfde opvatting als het leidinggevend personeel van de uitvoerende diensten van de IB (zie hiervoor). Daarenboven kan het personeel van het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen, ertoe gebracht worden de hulp in te roepen van de agenten van de gemandateerde openbare overheid, om

49 -41- controleverrichtingen uit te voeren op het veiligheidspersoneel in de installaties van de IG. Zij hechten echter bij voorkeur belang aan het uitvoeren van audits die objectief en niet discriminerend het organisatie- en beheersniveau van de IG evalueren, het beheer en de verdeling van de bevoegdheden binnen de IG en houden vooral ook rekening met de exploitatieveiligheid in alle door de IG, aan zijn veiligheidspersoneel en dat van zijn hulpondernemingen, toegekende taken. De verschillende audits maken deel uit van het jaarverslag van de IB aan gemachtigde openbare overheid. Door elk personeelslid of organisme dat losstaat van de tussenkomst van de IB. (momenteel nog niet toegepaste en voorbehouden procedure) AUDITS DOOR DE GEMACHTIGDE OPENBARE AUTORITEITEN (DGVL - FOD MV) Het Koninklijk Besluit van 7 september 2003 (gepubliceerd in het Belgische Staatsblad op 2 oktober 2003) bevat een lijst met de personen waaraan de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie wordt toegekend, om toezicht te houden op de naleving van het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 en zijn uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder wat de veiligheid van het spoorvervoer betreft. In het kader van de hiervoor gedetailleerde opdrachten, handelt het betrokken personeel volledig onafhankelijk van de activiteiten die aan hun onderzoek onderworpen zijn en van hun hiërarchie. Om hun opdrachten in optimale samenwerking met het personeel van de IG en dat van zijn hulpondernemigen te kunnen uitvoeren, beschikken het leidinggevend personeel dat van de uitvoerende diensten van de IB en het personeel van het homologatiebureau van het besturingspersoneel van de IG en van zijn hulpondernemingen, over een mandaat dat hen door de verantwoordelijke van de IB wordt afgeleverd. Tijdens de uitvoering van audits in het kader van het en is de IG verplicht zijn medewerking te verlenen en toegang te verschaffen tot zijn installaties evenals de nodige documenten ter inzage voor te leggen. Een model is afgebeeld op de volgende bladzijde.

50 Recto 3.1.1a X Verso 3.1.1a X 1 MANDAAT NMBS DIR. NETWERK BEHEERDER VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Krachtens het artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 is de houder van deze kaart gemachtigd in naam van de IB, toezicht te houden op de correcte toepassing van de technische normen en veiligheidsregels betreffende de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan. Foto MANDAAT Nr.... Naam Voornaam Graad Foto Functie Werkzetel Geldig tot / /.. De IG is verplicht hem, conform de wettelijke bepalingen en de regels van het, medewerking te verlenen, toegang te verschaffen tot hun installaties en de nodige documenten ter inzage voor te leggen. Brussel, / /.. In naam van de infrastructuurbeheerder, ir. Alex Migom directeur generaal Recto 2.1.1a X 1 Verso 2.1.1a X 1 MANDAAT NMBS DIR. NETWERK BEHEERDER VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Krachtens het artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 is de houder van deze kaart gemachtigd in naam van de IB, toezicht te houden op de correcte toepassing van de technische normen en veiligheidsregels betreffende de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan. Foto MANDAAT Nr.... Naam Voornaam Graad Foto Functie Werkzetel Geldig tot / /.. De IG is verplicht hem, conform de wettelijke bepalingen en de regels van het ARGSI , medewerking te verlenen, toegang te verschaffen tot hun installaties en de nodige documenten ter inzage voor te leggen. Brussel, / /.. In naam van de infrastructuurbeheerder, ir. Alex Migom directeur generaal

51 Recto 3.1.1a X Verso 3.1.1a X 2 NMBS DIR. NETWERK BEHEERDER VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR MANDAAT Krachtens het artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 12 maart 2003 is de houder van deze kaart gemachtigd in naam van de IB, toezicht te houden op de correcte toepassing van de technische normen en veiligheidsregels betreffende de veiligheid van de spoorweginfrastructuur en het gebruik ervan. Foto MANDAAT Nr.... Naam Voornaam Graad Foto Functie Werkzetel Geldig tot / /.. De IG is verplicht hem, conform de wettelijke bepalingen en de regels van het ARGSI en , medewerking te verlenen, toegang te verschaffen tot hun installaties en de nodige documenten ter inzage voor te leggen. Brussel, / /.. In naam van de infrastructuurbeheerder, ir. Alex Migom directeur generaal

52 CERTIFICATIE EN HOMOLOGATIE VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL 4.1. BESTUURDERS VAN KRACHTVOERTUIGEN PRINCIPE Om de drie jaar ondergaan de bestuurders een controle van de beroepsbekwaamheden met betrekking tot de kennis die vereist is voor de uitoefening van hun functie. Deze controle wordt uitgevoerd door een, door de IB samengestelde, examenjury. De controle aangaande de theoretische kennis wordt zo snel mogelijk gevolgd door een controle van de praktische kennis tijdens de uitvoering van een dienst. Het resultaat wordt beschouwd als afdoende indien het theoretisch en het praktisch gedeelte van de proef, met vrucht werden afgelegd. Bij elke eerste vraag tot homologatie (zie definitie in het punt 1.1 van dit lastenkohier) van het besturingspersoneel, die door een IG aan de IB wordt gericht voor zijn eigen personeel en dat van zijn hulpondernemingen, organiseert de IB de eerste certificatie voor de in de aanvraag vermelde bestuurders. In de periode van 30 dagen volgend op de ontvangst van een vraag tot organiseren van een certificatieproef, zal de IB, de data waarop het theoretische en praktische gedeelte van de certificatieproef zullen doorgaan, aan de IG mededelen. Bij elke volgende vraag (op initiatief van een IG) tot homologatie van het besturingspersoneel die door een IG aan de IB wordt gericht, organiseert de IB de volgende certificatie (driejaarlijkse, bijkomende, na een zware fout tegen de veiligheid, enz.) voor de in de aanvraag vermelde bestuurders. In de periode van 30 dagen volgend op de ontvangst van een vraag tot organiseren van een certificatieproef, zal de IB, de data waarop het theoretische en praktische gedeelte van de certificatieproef zullen doorgaan, aan de IG mededelen. De verschillende certificaties verlopen onder controle van de gemachtigde openbare overheid of elk ander bevoegd orgaan. De aanvraag tot homologatie moet gericht worden aan het bureau van de IB die het veiligheidspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen homologeert (zie voorblad). De aanvraag vermeldt voor elke bestuurder, conform de artikels tot en met hierna, de gewenste categorie van het geschiktheidsbrevet, de toegelaten bijzondere lijnen of baanvakken, het type van de door de bestuurder uit te voeren dienst, het te gebruiken taalgebied tijdens de uitvoering van de diensten en de gegevens betreffende de werkgever / gebruiker van de betrokken bestuurder. Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag vergezeld zijn van een kopie door de IG gewaarmerkt conform afschrift van de in artikel voorziene documenten. De certificatie die betrekking heeft op de theoretische kennis vindt plaats op een door de IB bepaalde plaats en in één van de door de IB gebruikte talen (het Nederlands en / of het Frans). Op verzoek van de IG en zonder afbreuk te doen aan de in artikel en vermelde eisen van de IB, kan een beroep gedaan worden op een tolk. In dat geval zorgt de IB voor de tolk, maar worden de kosten geboekt ten laste van de IG.

53 -45- De certificatie die betrekking heeft op de praktische kennis vindt plaats op een krachtvoertuig van de aanvragende IG of van zijn hulpondernemingen. De attestverleners worden door de IB gekozen onder zijn personeel of onder dat van de IG. Een attestverlener mag geen veiligheidspersoneel certificeren dat hij zelf heeft opgeleid. Zowel voor het theoretisch als voor het praktisch gedeelte van de certificatieproef mag de betrokkene zich laten vergezellen door een bekwame waarnemer. Deze mag in geen geval en op geen enkele wijze tussenkomen tijdens het verloop van de certificatieproef. Hij mag niet deelnemen aan de beraadslaging van de jury. Een jury belast met het certificeren van besturingspersoneel moet samengesteld worden uit leden met een beroepsbekwaamheid die minstens drie jaar rijervaring (op de lijn) hebben met krachtvoertuigen of deel uitmaken van de omkadering van het besturingspersoneel. Wij herinneren eraan dat een lid van de jury, dat aangeduid wordt om te fungeren als voorzitter van de jury, moet afzien van deze functie bij de certificatie van alle personeel dat hij heeft opgeleid. Opmerking: indien de door de IB gekozen certificeerder wenst dat de certificatie wordt uitgevoerd door een certificeerder van een anderen IG of door een certificeerder van een hulponderneming, moet deze een rechtvaardigend verslag richten aan de IB. De IB kan het gebruik van deze procedure al dan niet toestaan; de kandidaat of zijn werkgever kunnen de gemachtigde openbare overheid om de aanwezigheid van een waarnemer verzoeken; de gemachtigde openbare overheid, de werkgever en de Erkende Organisaties van het Personeel mogen, als observator, één van hun vertegenwoordigers afvaardigen bij de certificatieproeven van het besturingspersoneel. Deze vertegenwoordigers leven de gedragscode na die verbonden is met de opdracht van observator. In geval van overtreding mag de IB de vertegenwoordiger verbieden de certificatieproef nog bij te wonen. Na afloop van die theoretische en praktische certificatie en na overleg van de jury, wordt een certificatieattest opgesteld (zie model in bijlage 8) indien de kandidaat voor de proef slaagt. De waarnemer van de gemachtigde openbare overheid mag de beraadslaging van de jury bijwonen zonder echter de beslissing van de jury te beïnvloeden. Wij herinneren eraan dat de waarnemers van de werkgever, de IG of de erkende personeelsorganisaties niet mogen deelnemen aan de beraadslaging van de jury. Dit certificatieattest wordt dan collegiaal ondertekend door de juryleden. Het certificatieattest wordt opgesteld conform de taalwetgeving in de administraties.

54 -46- Vanaf het ogenblik dat het bureau van de infrastructuurbeheerder, dat het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen homologeert (zie voorblad), in het bezit is van alle voorgeschreven documenten om de homologatieprocedure op te starten, beschikt dit bureau over 10 (tien) werkdagen om die procedure af te sluiten. Na betaling door de IG, van de door de IB gedane kosten in het kader van de verrichte prestaties met het oog op de homologatie, geeft elke certificatie recht op de toekenning, de vernieuwing of de verlenging van een geschiktheidsbrevet tot besturen dat de bediende in dienst altijd bij zich moet hebben. Het geschiktheidsbrevet tot besturen stemt overeen met het voorbeeld in bijlage 9. Het geschiktheidsbrevet tot besturen wordt op naam afgeleverd aan de persoon die de certificatieproef heeft afgelegd. De IG bepaalt de gebruiksvoorwaarden van het geschiktheidsbrevet tot besturen, voor de gehomologeerde bediende, waarvoor hij de opleidingskosten heeft verzekerd. Wanneer een einde wordt gesteld aan een arbeidsovereenkomst, die een personeelslid van het besturingspersoneel van een IG bindt aan die IG en om welke reden dan ook (ontslag, onbezoldigd verlof, pensioen, afdanking, ), moet de IG de IB onmiddellijk op de hoogte brengen. Het is uitgesloten dat een geschiktheidsbrevet tot besturen afgeleverd aan een bestuurder voor rekening van een bepaalde IG zomaar gebruikt kan worden voor rekening van een andere IG. Om geldig te zijn moet het geschiktheidsbrevet van de bestuurders gelijktijdig vergezeld zijn van: een bijlage nr. 1 met als titel Attest van lijnkennis met vermelding van de lijnen waarover de rechthebbende bestuurder de door de IB vereiste lijnkennis bezit (zie verplicht voorbeeld in bijlage 10); een bijlage nr. 2 met als titel Attest van de materieelkennis met vermelding van de krachtvoertuigen of de types van krachtvoertuigen waarover de rechthebbende bestuurder de door de IB vereiste kennis bezit (zie verplicht voorbeeld in bijlage 11). De bijlagen nr. 1 en nr. 2 bij het geschiktheidsbrevet tot besturen worden uitgereikt door de IG die hiermee bevestigt dat de rechthebbende bestuurder de door de IB voorgeschreven materieel- en lijnkennis bezit. Een geschiktheidsbrevet tot besturen waarvan de geldigheidsdatum verstreken is of een geschiktheidsbrevet tot besturen dat om welke reden dan ook niet meer gebruikt mag worden door de titularis ervan, dient door de IG onmiddellijk overgemaakt te worden aan het bureau van de IB dat het besturingspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen homologeert. Belangrijke opmerking. Naast het verplicht in bezit zijn van een geldig geschiktheidsbrevet en de voorziene bijlagen, gelden voor het veiligheidspersoneel van de IG of van de hulpondernemingen, dat besturingsactiviteiten uitvoert op de Belgische spoorweginfrastructuur, eveneens volgende bepalingen:

55 -47- elke bestuurder die besturingsactiviteiten uitvoert, moet steeds in het bezit zijn van één of meer documenten die volgende inlichtingen moeten bevatten: * naam en voornaam van de bestuurder; * naam en voornaam van de leerlingbestuurder, indien deze aanwezig is aan boord van het krachtvoertuig; * naam en voornaam van andere personen, indien deze aanwezig zijn aan boord van het krachtvoertuig; * de theoretische begin en einduren van de prestatie van de bestuurder; * de werkelijke begin en einduren van de prestatie van de bestuurder; * nr. van de te verzekeren dienst, nr. van het konvooi; * dienstregeling en reisweg voor de bewegingen die niet voorzien zijn in de dienstregelingsdocumenten; * de samenstelling van het konvooi; * bijzonderheden eigen aan het konvooi; * de problemen die het konvooi zijn overkomen (bij voorbeeld, de inlichtingen die door het personeel van de IB werden ingeschreven: bijzondere stilstand, onverwacht slepen van een trein in nood); * de interventies van het personeel van de IB als gevolg van onregelmatigheden aan het konvooi of de bereden infrastructuur. als een beweging wordt begeleid door een leerlingbestuurder, dient deze in het bezit te zijn van een nominatief attest dat werd afgeleverd door een IG en dat zijn statuut van leerlingbestuurder bij deze laatste bevestigt. Dit attest moet voorzien zijn van de stempel van de IG en van een handtekening van een verantwoordelijke van de IG CERTIFICATIEPROGRAMMA Het principe bestaat erin te controleren of de te certificeren bediende wel degelijk de doelstellingen van de opleiding heeft bereikt. In diezelfde gedachtegang kan de IB voor de certificatie gebruik maken van oefeningen in reële situaties enerzijds en van simulatiemiddelen anderzijds. De certificatie wordt uitgevoerd in functie van de gevraagde bekwaamheden inzake categorie(ën), type(s) van diensten, bijzondere bepaling(en) die vervolgens weergegeven worden op het nieuwe geschiktheidsbrevet tot besturen en van de te gebruiken taalzone(s) op de Belgische spoorweginfrastructuur. De certificatie dekt het geheel van de bepalingen die opgenomen zijn in de verschillende Boeken van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de Spoorweginfrastructuur (ARGSI) en die opgenomen in de inventaris van de reglementen die bij de gemachtigde openbare overheid ingediend zijn. Die inventaris wordt jaarlijks bijgewerkt en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De certificatie bestaat uit een theoretische en een praktische test: Theoretische test: een mondelinge test over de theoretische kennis van de kandidaat. De procedures van die test worden geformaliseerd en zijn niet discriminerend; Praktische test: het begeleiden van een kandidaat bij een rit op de Belgische spoorweginfrastructuur. Een afgevaardigde van de IB begeleidt de kandidaat. Door die begeleiding kan de praktische kennis van het besturen, de kennis van de seininrichting in een reële situatie, van de stand van de verschillende

56 -48- besturingsinstrumenten en van de betekenis van de verschillende waarschuwingslampen en alarmsignalen die aanwezig zijn in de stuurpost, gecontroleerd worden. De geschiktheid om geringe tussenkomsten uit te voeren op het rollend materieel (krachtvoertuig en of gesleept) en de kennis van de praktische veiligheidsmaatregelen toe te passen bij incident(en) (in nood, ontsporing, ) worden eveneens getest. De gemachtigde openbare overheden kunnen een vertegenwoordiger afvaardigen bij elke praktische certificatieproef. Indien de IG erom verzoekt, is de gemachtigde openbare overheid verplicht een vertegenwoordiger af te vaardigen CERTIFICATIEPROEF Doel: Het afleveren van een nieuw geschiktheidsbrevet tot besturen. Wanneer: Wanneer een persoon nog niet in het bezit is van een geschiktheidsbrevet tot besturen; Wanneer de geldigheidsdatum van het geschiktheidsbrevet tot besturen van een persoon met 6 (zes) maanden of meer overschreden is. Bijzonderheid: Indien het geschiktheidsbrevet tot besturen ingetrokken werd omdat de betrokken bestuurder besturingsactiviteiten gaat uitvoeren voor een andere onderneming binnen de spoorwegvervoerssector, wordt de certificatieproef vervangen door een hercertificatieproef indien de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: De onderneming die de afgifte van een geschiktheidsbrevet tot besturen aanvraagt is bevoegd om spoorwegvervoer in België te organiseren; De geldigheidsdatum van het geschiktheidsbrevet tot besturen dat ingetrokken werd is niet met meer dan 6 maanden overschreden; De gevraagde bekwaamheden voor het nieuwe geschiktheidsbrevet tot besturen hebben, in vergelijking met het oude geschiktheidsbrevet tot besturen, geen uitgebreiding van de bevoegdheden tot gevolg. Controles: Grondige controle van de theoretische en praktische kennis van de reglementering, en van de correcte praktische toepassing van de veiligheidsprocedures. Uitvoering: Theoretische en praktische certificatieproeven worden uitgevoerd door een erkend certificeerder (bv. proef op het einde van de fundamentele opleiding en baanproef) HERCERTIFICATIEPROEF Doel: De geldigheidsduur van een geschiktheidsbrevet van de bestuurders verlengen. Wanneer: wanneer een persoon in het bezit is van een geldig geschiktheidsbrevet tot besturen;

57 -49- wanneer de geldigheidsdatum van het geschiktheidsbrevet tot besturen van een persoon niet met meer dan 6 maanden overschreden is; Wanneer de bestuurder verandert van werkgever (Spoorwegonderneming). Zie rubriek hiervoor. Bijzonderheid: Indien het geschiktheidsbrevet van de bestuurders ingetrokken werd omdat de betrokken bestuurder besturingsactiviteiten gaat uitoefenen voor een andere onderneming binnen de spoorwegvervoerssector en indien de in de rubriek certificatieproef opgenomen voorwaarden vervuld zijn: kan de bestuurder vrijgesteld worden van het praktisch gedeelte van de hercertificatieproef indien de geldigheidsdatum van zijn laatste geschiktheidsbrevet niet overschreden is; kan de bestuurder vrijgesteld worden van het theoretisch gedeelte van de hercertificatieproef indien de geldigheidsdatum van zijn laatste brevet niet overschreden is en de onderneming bovendien kan aantonen dat : * de permanente opleiding en het ter beschikking stellen van de nodige documenten zonder onderbreking werden uitgevoerd; * de besturingsactiviteiten van de bestuurder niet onderbroken werden gedurende meer dan 3 maanden. Bijlage 4 bevat het model van het bij de afstaande onderneming te verkrijgen attest. Controles: Controle van het behoud van de theoretische en praktische kennis van de reglementering en van de correcte praktische toepassing van de veiligheidsprocedures. Uitvoering: Theoretische en praktische certificatieproeven worden uitgevoerd door een erkend(e) certificeerder(s). De theoretisch proef heeft betrekking op de controle van de theoretische kennis van de verschillende door de IB uitgegeven reglementen, van de spoorwegseininrichting, van de remmingsvoorschriften, De praktische proef heeft betrekking op de controle van de praktische kennis van de bediening van een spoorwegkrachtvoertuig en op de correcte praktische toepassing van de veiligheidsprocedures bij het begeleiden van een rit door een gespecialiseerde en door de IB afgevaardigde bediende. De IG is verplicht, op het minste verzoek van de IB, om hem de voorziene ritten mee te delen, hun respectievelijke dienstregelingen met aanduiding van de mogelijke stops waardoor de afgevaardigde van de IB aan boord kan gaan zonder de regelmaat van het verkeer te verstoren. De opgelopen kosten (BTW inbegrepen) van die theoretische en praktische controles worden aan de aanvragende IG aangerekend AANVULLENDE CERTIFICATIEPROEF Doel:

58 -50- het geschiktheidsbrevet tot besturen vervangen door een ander geschiktheidsbrevet tot besturen met uitbreiding van de bevoegdheden tot gevolg. Wanneer: wanneer een bestuurder in het bezit is van een geschiktheidsbrevet tot besturen dat op dat ogenblik geldig is en wanneer hij één of meerdere aanvullende opleidingen heeft gekregen. Controles: grondige controle van de theoretische en praktische kennis van de reglementering, en van de correcte praktische toepassing van de veiligheidsprocedures voor wat de aanvullende bekwaamheden betreft. Uitvoering: theoretische en praktische certificatieproeven worden uitgevoerd door een erkend certificeerder (bv. onderzoek op het einde van de aanvullende opleiding TBL2/3) CATEGORIE(ËN) VAN HET GESCHIKTHEIDSBREVET VAN DE BESTUURDERS CODE CATEGORIE ZEGEL A B C D F Bestuurder van aangeslotene / werkplaats / station Bestuurder werktuigen/ werktreinen uitsluitend op buiten dienst gestelde sporen Bestuurder werktuigen/ werktreinen Rangeerbestuurder Treinbestuurder De bevoegdheden van de houder van het geschiktheidsbrevet van de bestuurders, gezien vanuit de reglementering eigen aan elk bestuurstype, worden aangeduid met een monogram in de laatste kolom. Het zou kunnen dat, in het kader van een uitzonderlijke opdracht, de bestuurder van een spoor-weg kraan niet beschikt over een geschiktheidsbrevet tot besturen op de Belgische spoorweginfrastructuur. Enkel in dit uitzonderlijk geval is het aan de bestuurder toegestaan, op de Belgische spoorweginfrastructuur te rijden onder begeleiding van een loods van de IG, die in het bezit is van een geldig geschiktheidsbrevet tot besturen, dat beantwoord aan de veiligheidsvereisten voor de uit te voeren bewegingen. Verder moet de loods bekwaam zijn de veiligheidstoestellen op het krachtvoertuig dat hij loodst, te bedienden.

59 TOEGELATEN LIJNEN OF BAANVAKKEN MET BIJZONDERE EIGENSCHAPPEN CODE S T W TOEGELATEN LIJNEN OF BAANVAKKEN MET BIJZONDERE EIGENSCHAPPEN Uitsluitend op grensbaanvakken Lijn O Noord-Zuidverbinding Lijn 36 baanvak Ans-Luik ZEGEL X Lijnen uitgerust met TVM 430 Y Lijnen uitgerust met TBL 2/3 De kennis van de bijzondere reglementering betreffende deze lijnen of baanvakken wordt aangeduid met een monogram in de laatste kolom. De lijnkennis wordt aangeduid in de bijlage 1 bij het geschiktheidsbrevet van de bestuurders TYPE VAN DOOR DE BESTUURDER UIT TE VOEREN DIENST Het type van dienst dat uitgevoerd kan worden, in functie van de gekende reglementering, wordt weergegeven door een code op het geschiktheidsbrevet. Indien er meerdere codes zijn, worden ze gescheiden door het teken /. E: besturen van krachtvoertuigen met opgelaten stroomafnemers; Z: besturen van krachtvoertuigen zonder of met neergelaten stroomafnemers; HKV: besturen van reizigerstreinen; HKM: besturen van goederentreinen; HST: besturen van treinen aan hoge snelheid; AUTO: besturen van autonome werktuigen of lichte voertuigen (1) of spoorwegvoertuigen. (1) In de zin van het ARS bundel I, titel I, hoofdstuk I, artikel TAALGEBIED DOORLOPEN DOOR DE BEWEGINGEN Zoals reeds vermeld in de voorgaande hoofdstukken van onderhavig document, wordt de talenkennis van het besturingspersoneel geëvalueerd tijdens de certificatieproef (zie punt en 1.3.9). Het betreft de talenkennis van de in de reglementering van de IB gebruikte talen. Deze bijzondere beschikking is vanzelfsprekend slechts van toepassing op de bestuurders die ritten uitvoeren in een taalgebied waar de taal verschilt van de eigen taal. In functie van de door de reglementering van de IB gebruikte talen, zijn er drie verschillende taalgebieden voorzien:

60 -52- Nederlandstalig grondgebied, met inbegrip van Brussel-Hoofdstad, als de bestuurder een voldoende kennis van de Nederlandse taal heeft; Franstalig grondgebied, met inbegrip van Brussel-Hoofdstad, als de bestuurder een voldoende kennis van de Franse taal heeft; het ganse net als de bestuurder over een voldoende talenkennis beschik van de door de reglementering gebruikte talen. Deze taalvaardigheid wordt getest tijdens het theoretisch gedeelte van de certificatieproef (zie recto van bijlage 8). Met als doel de taalvaardigheid van de bestuurders duidelijk aan te tonen, zal het geschiktheidsbrevet tot besturen de inlichtingen aangaande de talenkennis vermelden. Vier verschillende aanduidingen kunnen erop voorkomen: NL FR NL / FR FR / NL : bestuurder die over voldoende kennis van de Nederlandse taal beschikt en slechts op Nederlandstalig en tweetalig grondgebied mag rijden; : bestuurder die over voldoende kennis van de Franse taal beschikt en slechts op Franstalig en tweetalig grondgebied mag rijden; : bestuurder die over voldoende kennis van de Nederlandse en Franse taal beschikt; : bestuurder die over voldoende kennis van de Franse en Nederlandse taal beschikt; BIJKOMENDE AANDUIDINGEN OP HET GESCHIKTHEIDSBREVET TOT BESTUREN Het geschiktheidsbrevet tot besturen dient een aantal aanduidingen te bevatten, die toelaten met zekerheid de werkgever van het besturingspersoneel en de inrichter van de verzekerde beweging te bepalen. Het geschiktheidsbrevet tot besturen vermeldt op de voorzijde de naam en / of de bestaansreden van de wettelijke werkgever en de naam van de IG, waarop beroep gedaan wordt voor besturingsactiviteiten (bijvoorbeeld, in het kader van een samenwerkingsovereenkomst, verhuur van besturingspersoneel, enz.). In andere gevallen zullen de aanduidingen werkgever en IG dezelfde zijn VERGEZELLEND PERSONEEL VAN REIZIGERS- EN GOEDERENTREINEN PRINCIPE De IG organiseert de certificatie van zijn vergezellend personeel van reizigers- en goederentreinen. De certificatie vindt plaats bij de IG. De IG kiest de attestverleners onder zijn personeel of onder dat van een andere IG. Een attestverlener mag geen veiligheidspersoneel certificeren dat hij zelf heeft opgeleid. Elke certificatie geeft recht op de toekenning, de vernieuwing of de verlenging door de IG van een geschiktheidsbrevet / attest; dit bevestigt dat het personeelslid zijn geschiktheid heeft verworven en in stand houdt overeenkomstig het lastenkohier van het personeel van de Infrastructuurgebruiker en van zijn hulpondernemingen.

61 -53- Het vergezellend personeel in dienst moet in het bezit zijn van een door een IG afgeleverd geschiktheidsbrevet CERTIFICATIEPROGRAMMA Het principe bestaat erin te controleren of de te certificeren bediende wel degelijk de doelstellingen van de opleiding heeft bereikt VEILIGHEIDSPERSONEEL ANDERE DAN BESTURINGS- EN VERGEZELLEND PERSONEEL PRINCIPE De IG organiseert de certificatie van zijn personeel dat tussenkomt bij het schouwen en samenstellen van treinen en dat veiligheidsfuncties uitoefent. De certificatie vindt plaats bij de IG. De IG kiest de attestverleners onder zijn personeel of onder dat van een andere IG. Een certificeerder mag geen veiligheidspersoneel certificeren dat hij zelf heeft opgeleid. De IG moet het bewijs kunnen leveren dat de geschiktheid van dat personeel verworven en instandgehouden werd overeenkomstig het lastenkohier van het personeel van de Infrastructuurgebruiker en van zijn hulpondernemingen CERTIFICATIEPROGRAMMA Het principe bestaat erin te controleren of de te certificeren bediende wel degelijk de doelstellingen van de opleiding heeft bereikt MAATREGELEN Indien de IB vaststelt: dat een bestuurder niet in het bezit is van een geldig geschiktheidsbrevet tot besturen of van een brevet waarvan de geldigheiddatum is verstreken; dat een bestuurder rijdt op een lijn en/ of met materieel niet vermeld op de bijlagen 1 en/ of 2 bij het geschiktheidsbrevet tot besturen; dat de bijlage 1 en / of 2 ontbreken; dat een vergezellende bediende van een trein niet in het bezit is van een geschiktheidsbrevet, onderbreekt hij ter plaatse de dienst van het betrokken personeel, tenzij de IG kan aantonen dat het personeel voldoet aan de voorwaarden van dit lastenkohier. Deze procedure wordt eveneens toegepast indien een gemachtigde ambtenaar van de gemachtigde openbare overheid, een van de hiervoor vermelde tekortkomingen vaststelt.

62 GOEDKEURINGSATTEST BETREFFENDE HET PERSONEEL 5.1. PRINCIPE Zonder voorafgaandelijk in het bezit zijn van een goedkeuringsattest betreffende het personeel (alsook een goedkeuringsattest betreffende het materieel), is het onmogelijk een veiligheidsattest te bekomen. Een IG kan slechts toegang tot de Belgische spoorweginfrastructuur bekomen indien de twee volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: in het bezit zijn van een geldige vergunning voor spoorwegonderneming; in het bezit zijn van een geldig veiligheidsattest AANVRAAG VAN HET GOEDKEURINGSATTEST De IB is belast met: de afgifte van het goedkeuringsattest voor het personeel; de herziening ervan. De IG, die om afgifte van een goedkeuringsattest betreffende zijn personeel en betreffende zijn materieel verzoekt, doet dit in het kader van de aanvraag tot bekomen van een veiligheidscertificaat. Zie algemene beschikkingen in het Koninklijk besluit van 12 maart 2003 en zijn uitvoeringsbesluiten. Deze ondertekende aanvraag dient, door middel van een aangetekende zending met ontvangstbewijs, gericht te worden aan hetzij de Minister, hetzij de directeur generaal van het Directoraat generaal van het vervoer te land, bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, op het volgende adres: De heer Directeur generaal Directoraat generaal van het vervoer te land Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Kantersteen 12 B-1000 BRUSSEL In het bijzonder, wat het goedkeuringsattest voor het personeel betreft, dient de aanvraag vergezeld te worden van de documenten, de dossiers en de nodige stukken die de echtheid staven en de IB toelaten om te controleren of aan de vereisten inzake veiligheidspersoneel, vermeld in de betrokken Koninklijke en Ministeriële Besluiten, alsook aan de vereisten van dit lastenkohier is voldaan. Als hij in het bezit is van deze documenten maakt de Directeur generaal van het Directoriaat generaal van Vervoer te Land, ze voor technisch advies over op volgend adres: Infrastructuurbeheerder Directie Netwerk Secretariaat van de directeur generaal Sectie 81 Frankrijkstraat 85

63 -55- B-1060 Brussel Het goedkeuringsattest houdt rekening met de aard van de vervoerdienst van de IG. Het omvat vier factoren: de veiligheidsfuncties die de IG wenst uit te oefenen; de te berijden infrastructuur; het gebruikte materieel; de aard van het vervoer, die de aanvraag van de IG dient te omvatten. Elke wijziging in één van die parameters vereist het indienen van een nieuwe aanvraag tot bekomen van een goedkeuringsattest voor het personeel. De in het kader van de bepalingen van onderhavig lastenkohier overgemaakte documenten en stukken moet bestaan uit een origineel en een kopie. Om ontvankelijk verklaard te worden moeten alle documenten en stukken, met uitzondering van de louter technische specificaties, beantwoorden aan de vereisten van de hoofdstukken 1 en 2 van onderhavig document AFGIFTE VAN HET GOEDKEURINGSATTEST BETREFFENDE HET PERSONEEL Wanneer de IB zich ervan heeft vergewist dat de IG aan de vereisten voldoet, levert hij hem het goedkeuringsattest voor het personeel af. Door de afgifte van dat attest erkent de IB dat de IG op het ogenblik van de afgifte voldoet aan de door dit lastenkohier opgelegde criteria. De termijn van de afgifte van het goedkeuringsattest voor het personeel bedraagt ten hoogste 1 (één) maand, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier met de aanvraag tot bekomen van een goedkeuringsattest voor het personeel, door de IB. Indien essentiële documenten onvolledig zijn of ontbreken, begint een nieuwe termijn van 1 (één) maand, vanaf de dag van ontvangst door de IB, van deze documenten. Het afgeleverde goedkeuringsattest is conform het model in bijlage 12. Na aangevuld te zijn door het bureau dat het veiligheidspersoneel van de IG en zijn hulpondernemingen homologeert, wordt het goedkeuringsattest betreffende het personeel door de leider van de IB voor nuttig gevolg overgemaakt aan de directeur generaal van het DGVL-FODMV. De aflevering van het goedkeuringsattest betreffende het personeel volgt op de betaling, door de aanvragende IG, van de van de door de IB gedane kosten voor de uitgevoerde prestaties overeenkomstig de bepalingen van dit lastenkohier (onderzoek van het dossier, controles en geschiktheidserkenningen van het personeel). Op elk ogenblik kan de IB zich ervan vergewissen dat de houder van een goedkeuringsattest voor het personeel de bepalingen van dit lastenkohier naleeft. Wanneer de voornoemde eisen niet worden nageleefd:

64 -56- wordt de gemachtigde openbare overheid hierover ingelicht door de IB wanneer het een IG met een veiligheidsattest betreft; wordt de procedure tot afleveren van het goedkeuringsattest betreffende het personeel, opgeschort voor de IG die nog geen veiligheidsattest bezit. De beslissing tot opschorting wordt door de leider van de IB ter kennis gebracht van het DGVL FODMV die het onmiddellijk en per aangetekend schrijven met ontvangstmelding aan de IG overmaakt. De opschorting wordt opgeheven van zodra weer aan de voorwaarden wordt voldaan 5.4. GELDIGHEID VAN HET GOEDKEURINGSATTEST BETREFFENDE HET PERSONEEL Het goedkeuringsattest voor het personeel is geldig zolang de IG en zijn hulpondernemingen voldoen aan de verplichtingen van dit lastenkohier en de duur ervan is beperkt tot: 3 jaar voor een IG die nog niet in het bezit is van een veiligheidsattest; het ogenblik van de herziening van het veiligheidsattest, voor een IG die reeds in het bezit is van een veiligheidsattest. De geldigheid van het goedkeuringsattest kan verlengd worden op vraag van de IG, ingediend ten laatste 3 maand voor de vervaldag ervan. De vraag en het afleveren van het nieuw goedkeuringsattest gebeurt na het onderzoek omtrent de toekenningsvoorwaarden door de IB zoals beschreven in de artikels 5.2 en 5.3.

65 -57-

66

67 OPGELEGDE CRITERIA OM DE FUNCTIE VAN CERTIFICEERDER UIT TE OEFENEN TIJDENS DE CERTIFICATIES DIE TOEGANG GEVEN TOT EEN VEILIGHEIDSFUNCTIE -1- Bijlage 1 De certificeerder moet uit het kader van de opleiders komen (met dezelfde specialiteit als deze waarvoor hij zal tussenkomen bij de certificatieproeven). Zie afdeling 2.6 en artikel van onderhavig document. Dit personeel moet voldoen aan de in de punten , en van dit document opgenomen richtlijnen. Wij herinneren eraan dat een opleider, het personeel dat hij heeft opgeleid nooit mag certificeren (hij mag echter wel deel uitmaken van de examenjury, maar mag er het voorzitterschap niet van waarnemen). Bijkomende verplichtingen voor het besturingspersoneel In het bezit zijn van een geschiktheidsbrevet dat op dat ogenblik geldig is; Beantwoorden aan het volgend specifiek selectiecriterium: * BESTUREN: in het bezit zijn van een gewettigd attest van slagen van een selectieproef, opgesteld door een door de gemachtigde openbare overheid aangenomen organisme, dat minstens alle criteria bevat voor het slagen van de selectieproef type NMBS Beheerspersoneel Besturing. De lijst met de te evalueren criteria bij dit soort proef kan verkregen worden bij de IB.

68 Bijlage 1-2-

69 -1- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.1 De besturingsfunctie 1. Lijnkennis, kennis van krachtvoertuigen en van het rollend materieel Bijlage 2 De bestuurder moet in staat zijn om: alleen, op een gekend traject, de trein waarvoor hij bevoegd is verklaard in alle veiligheid te besturen, met inachtneming van: * de seininrichting en de reglementering, met inbegrip van de tijdelijke elementen en de bijzondere situaties (bericht van tijdelijke snelheidsbeperking, versperring, hinder in de sporen, enz.); * de dienstregeling in normale verkeersomstandigheden; de besturing van de trein te verzekeren volgens de regels van de kunst; over voldoende kennis beschikken van de onderdelen van het rollend materieel (draagstel, rollagers, reminrichting, ); de diagnose te stellen van beschadigingen aan het krachtvoertuig of aan het rollend materieel en de herstellingen uit te voeren waarvoor hij bekwaam is geacht; te beslissen over de voorwaarden waaronder een konvooi kan verder rijden in geval van beschadiging of incident; de betekenis kennen van de gevaarsetiketten en de merktekens op de voertuigen. 2. Geschiktheid voor bepaalde taken Door zijn technische kennis, gebaseerd op de algemene onderrichtingen, en rekening houdend met de voor de infrastructuur geldende voorschriften, moet de bestuurder in staat zijn om hoofdzakelijk de volgende taken uit te voeren: vóór het vertrek de voorgeschreven controles uitvoeren, meer bepaald met betrekking tot het tractievermogen van de voertuigen; zich klaarmaken voor zijn opdracht: * vooraf tijdig de uit te voeren dienst en de bijhorende documenten nakijken (dienstregelingen, wijzigingen aan reisweg of seininrichting, tijdelijke snelheidsbeperkingen, ); * zich op basis van de gegevens in verband met de uit te voeren dienst de belangrijkste punten voor de geest halen; * zich uitrusten voor de uit te voeren dienst (kleding, documenten en basisuitrusting); * zich voorbereiden om zijn voertuig onder gunstige omstandigheden te besturen door een aangepaste levenswijze die strookt met de wettelijke vereisten; de geschiktheid van het krachtvoertuig nagaan: * nagaan of het krachtvoertuig beantwoordt aan de bijzonderheden van de uit te voeren opdracht; * de aanduidingen op de boorddocumenten van het krachtvoertuig controleren;

70 Bijlage 2-2- door het uitvoeren van de voorgeschreven controles en proeven nagaan of het voertuig in staat is om de sleping te verzekeren, op het punt van: * trekkracht; * veiligheidsinrichtingen zoals: automatische waakinrichting, seinherhaling, snelheidscontrole, stuurpostsignalisatie, boordopnemer, seingevings- en veiligheidstoebehoren, ; * de eventueel voorgeschreven gewone preventieve onderhoudsverrichtingen uitvoeren (spuien, controle van de niveaus, van de afwezigheid van lekken, ); de uitwendige schouwing van het krachtvoertuig uitvoeren (remblokken, koppelingen, verbindingsslangen, lichten, ); helpen bij het controleren van de werking van de reminrichtingen: * de werking van de remmen van het krachtvoertuig controleren vóór het in beweging brengen van de trein; * rekening houden met de aard van de op de trein uit te voeren remproef; * helpen bij het controleren van de werking van de remmen van de trein vóór het vertrek; * tijdens de rit de werking van de remmen controleren; de krachtvoertuigen op bekwame en veilige wijze besturen met inachtneming van de seinen alsook de toegelaten snelheden, en rekening houdend met de voorgeschreven dienstregelingen: * vóór het vertrek van de trein: uitvoeren van de bewegingen van de krachtvoertuigen, rangeringen, koppelingen van voertuigen/ vormen van rijtuiggroepen volgens de ontvangen bevelen en de seinen, in alle veiligheid voor het personeel en de voertuigen; eventueel inschakelen van de inrichtingen voor verlichting, klimaatregeling, vanuit het krachtvoertuig; * bij vertrek van de trein: in voorkomend geval de voorschriften van het vertrekstation raadplegen; de trein pas in beweging zetten als alle reglementaire voorwaarden zijn vervuld (dienstregeling, vertrekbevel of sein, ); bij het starten van de trein alle verplichtingen op het vlak van veiligheid, adhesie en vermogen in acht nemen; * tijdens de rit: op elk ogenblik zijn positie op de lijn kennen, alsook de stations, sporen, vertakkingen, hellingen en maximumsnelheden van de bereden reisweg (zie punt 1 hiervoor lijnkennis); op elk ogenblik de aard van de rit bepalen, alsook de door de reglementering opgelegde maximumsnelheid en de lijngegevens; op een actieve manier de seinen in acht nemen (laterale- of stuurpostsignalisatie), ze zonder aarzeling of vergissing herkennen en de voorgeschreven handelingen uitvoeren; gebruik maken van de remmen om in alle veiligheid te vertragen en te stoppen, hierbij zorg dragend voor het rollend materieel en het comfort van de reizigers of de vervoerde vracht;

71 -3- Bijlage 2 de rit van het konvooi zo regelen dat ze beantwoordt aan de dienstregeling en de eventuele energiebeparingsconsignes, rekening houdend met de kenmerken van het krachtvoertuig, de trein, de lijn en het milieu; de in de dienstregeling voorgeschreven of opgelegde haltes naleven en eventueel tijdens die stilstanden de verrichtingen op het vlak van de reizigersdienst uitvoeren (bijvoorbeeld het openen en sluiten van de deuren); in alle veiligheid rijden wanneer een bijzondere wijze van exploitatie wordt voorgeschreven: bijzonder verkeer op bevel, tijdelijke snelheidsbeperkingen, rit op tegenspoor, overschrijdingsbevel gesloten sein, ; de automatische waakinrichting en de rijcontroller bedienen en controleren, de boordinstrumenten in het oog houden en bedienen: * de werkruimte in de stuurpost op een rationele manier inrichten; * het geheel van de automatische waakinrichting, stuur- en controleinrichtingen waarover hij beschikt zonder aarzeling of vergissing gebruiken volgens de geldende voorschriften; * in de voorziene gevallen de akoestische aankondigingsinrichting gebruiken om de veiligheid van de reizigers of het wegverkeer, te verzekeren; * op elk ogenblik de belangrijkste parameters van de werking van de trein kennen en een juist beeld hebben van de gevolgen van de verschillende besturingshandelingen op die werking, in het bijzonder op de veiligheidsautomatismen; zo spoedig mogelijk de technische storingen en exploitatiestoringen alsook de ongewone gebeurtenissen op het traject opmerken en lokaliseren, en in voorkomend geval de wagens en / of rijtuigen onderzoeken om de beschadigingen en gebreken op te sporen, de veiligheid van de trein of een hinder te verzekeren en een beroep te doen op hulp van buitenaf of alarm te slaan: * de storingen opsporen voortdurend waakzaam blijven; in de mate waarin dat tijdens de besturing van de trein mogelijk is, letten op ongewone voorvallen op het vlak van infrastructuur en omgeving: seinen, sporen, energievoorziening, overwegen, omgeving van het spoor, ander verkeer, aanwezigheid van personen of dieren, ; letten op ongewone voorvallen in verband met het bestuurde krachtvoertuig; aanwijzingen van niet-conformiteit identificeren, ze onderscheiden en erop reageren volgens hun respectievelijk belang, waarbij in alle gevallen voorrang wordt gegeven aan de veiligheid van het spoorverkeer, van personen en goederen; * bij storingen de nodige maatregelen treffen: bij elke afwijking de reglementaire procedures toepassen en meer bepaald maatregelen nemen om, telkens wanneer dat nodig is, de veiligheid van het verkeer en van de personen te verzekeren, of de maatregelen nu dringend of met uitstel worden genomen; in voorkomend geval de voertuigen, het spoor of de energievoorzieningsinstallaties onderzoeken om onregelmatigheden op te sporen en er de gevolgen van te beoordelen. Bij de uitvoering van die controle de veiligheidsvoorschriften naleven;

72 Bijlage 2-4- de nodige contacten opnemen met andere personen om de onregelmatigheden te melden en eventueel de nodige hulp te vragen, met gebruik van de verschillende beschikbare communicatiemiddelen; kleinere storingen verhelpen en maatregelen nemen om complexere storingen aan de voertuigen te elimineren: * de diagnose stellen van de aard en de gevolgen van de vastgestelde onregelmatigheden, eventueel met toepassing van de vooraf opgemaakte technische documenten en met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften; * indien nodig kleinere interventies uitvoeren om incidenten met de krachtvoertuigen en het getrokken materieel te verhelpen; * de omstandigheden beoordelen waarin de trein na een incident alleen kan verder rijden of getrokken kan worden (meer bepaald zijn maximumsnelheid); * indien nodig hulp vragen in toepassing van de door de IB voorgeschreven procedures; * hulp bieden aan een andere door een incident getroffen trein; de trein in alle veiligheid immobiliseren en op een zijspoor plaatsen: * bij een stilstand maatregelen nemen om te waarborgen dat de trein zich niet ontijdig in beweging zet, zelfs in de meest ongunstige omstandigheden; * de bij aankomst van de trein voorgeschreven verrichtingen en controles uitvoeren; mondeling en/ of schriftelijk verslag uitbrengen van de uitvoering van zijn opdracht, in het bijzonder bij ongewone voorvallen, door middel van nauwkeurige verslagen: * de IB op elk ogenblik nauwkeurig kunnen inlichten over de belangrijkste voorvallen tijdens de rit van zijn trein en over de vastgestelde onregelmatigheden, waarbij hij de voor zijn gesprekspartner nuttige gegevens vermeldt; * de voorgeschreven communicatiemiddelen gebruiken: telefoon, radio, formulieren,, waarbij hij zich ervan vergewist dat zijn gesprekspartner hem goed heeft begrepen (zie artikel ); * de eventueel van kracht zijnde communicatieprocedures naleven; * de vaststellingen van onregelmatigheden vermelden op de eventueel bij het krachtvoertuig horende technische documenten; * bij aankomst in de uitwijkplaats van het voertuig of op het einde van de dienst, schriftelijk en/ of mondeling de nodige inlichtingen verstrekken over de uitvoering van zijn opdracht en de ongewone voorvallen nauwkeurig beschrijven.

73 -5- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.2 Fuctie: verantwoordelijkheid over de rangeerdienst. Bijlage 2 kennis van de installaties en het verkeer; theoretische en praktische kennis van de uit te voeren verrichtingen (rangeren, vorming, bediening, werking van de zone, ); kennis van de betrokken algemene en lokale reglementering (ARGSI, consignes, protocollen, tijdelijke lokale onderrichtingen, ); in staat zijn de uit te voeren taken te organiseren; in staat zijn de verkeersproblemen, de gevolgen van belangrijke vertragingen of van incidenten te analyseren en anticiperend op te treden om ze zo vlug mogelijk te verminderen; de activiteiten van het personeel van de IG in zijn actiezone coördineren (ook tegenover het personeel van de IB of eventueel van een andere IG); kennis van en naleven van de regels betreffende bijzondere vervoeren (gevaarlijke of bijzondere vervoeren, ) en de te nemen maatregelen om deze te rangeren; in staat zijn de nodige en voorziene mededelingen te wisselen (met het personeel van de IG, met het personeel van een IG, met klanten,.) voor het verzekeren van de veiligheid van de bewegingen, de regelmaat van het treinverkeer en de optimale uitvoering van de taken; in staat zijn de nodige maatregelen te nemen in geval van incident, ongeval, verstoring of abnormale samenstelling van de trein.

74 Bijlage 2-6- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.3 Functie : vergezellen van reizigerstreinen De bijzondere bekwaamheden voor het vergezellen van reizigerstreinen zijn voornamelijk de volgende: uitvoeren van de verrichtingen met betrekking tot het rollend materieel: * de voorziene remproeven uitvoeren bij de treinen die zijn samengesteld uit gesleept materieel en autonome voertuigen; * de continuïteit van de luchtdrukleidingen controleren; * de bevestiging van de koersborden controleren; * de op de rijtuigen vermelde aanduidingen aflezen (tarra, lading, rem), de toegelaten maximumsnelheid van een rijtuig of een motorstel herkennen; * de voertuigen herkennen waarvan de pneumatische ophanging niet werkt en er de bestuurder over inlichten; * de correcte toestand van de koppelingen, vouwbalgen en diverse verbindingen nagaan (verlichting, verwarming, climatisatie, ); * helpen bij het aansteken en doven van de eindseinen bij het eerste vertrek en bij een defect aan die uitrustingen; * de tijdelijke immobilisatie realiseren van een treinstel met oponthoud; * opmerken wanneer er een beschadigingsetiket is aangebracht dat elke verplaatsing van het voertuig verbiedt; * gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; * de vastgestelde gebreken melden; * indien nodig een deur vergrendelen (kopdeur van de trein, deur van niet-bediende stuurpost, ); * maatregelen nemen als een deur niet vergrendeld is; * de goede werking van een deur controleren bij het openen en sluiten; * de nodige maatregelen nemen bij beschadiging aan het systeem voor het openen en sluiten van de deuren; * de verrichtingen voor het openen en het sluiten van de deuren uitvoeren; * een deur openen met de noodinrichting. bijdragen tot de veiligheid van de reizigers: * de dagelijkse richtlijnen in verband met de bijzonderheden van het verkeer toepassen; * toezicht houden op het in- en uitstappen, alleen of samen met andere bedienden; * meewerken aan de koppelingsbewerkingen van treinen samengesteld uit autonome voertuigen; * maatregelen nemen voor de reizigers wanneer een gedeelte van de trein niet aan het perron kan; * de kanalisatie van de reizigers verzekeren in een onbewaakte stopplaats bij verkeer op tegenspoor; * gevaarlijk gedrag herkennen en er op passende wijze op reageren. de verschillende communicatiemiddelen kunnen gebruiken (interfoon, gsm, radio, );

75 -7- Bijlage 2 de communicatie met de bestuurder verzekeren: * aan de bestuurder de gegevens meedelen in verband met de samenstelling en de remming van de trein; * de mededeling Verrichtingen Gedaan aan de bestuurder overmaken, door middel van de daartoe bestemde inrichting op het materieel en de vaste inrichting (Aanwijstoestel Verrichtingen Gedaan ); * maatregelen nemen als wordt vastgesteld dat de toestellen Verrichtingen gedaan gestoord zijn. de passende controles en verrichtingen uitvoeren bij abnormale situaties, incidenten of ongevallen: * nagaan of een reizigerstrein volledig is als hij niet is uitgerust met de reglementaire eindseinen; * reageren op de door de bestuurder gegeven akoestische signalen; * contact opnemen met de bestuurder via de omroepinstallatie; * een bericht van nood doorsturen opgesteld door een bestuurder; * een hinder afdekken (op afstand en ter plaatse afdekken); * een onregelmatige seinoverschrijding vaststellen en er op passende wijze op reageren; * een beschadiging aan de bovenleiding lokaliseren en alarm geven; * een onderbreking van de bovenleidingsspanning aanvragen; * de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen vaststellen en de aanbevelingen van de gevarenkaart toepassen; * maatregelen nemen bij een ongeval of in geval van brand aan boord; * beschadigingen die de veiligheid in het gedrang brengen aan het bevoegd personeel melden; * weten waar en hoe gebruik kan worden gemaakt van een alarmtelefoon, een telefoon in een overwegkeet of een andere telefoon op de lijn; * een dringend bericht versturen via de grond-treinverbinding; treinreizigers in volle baan evacueren. passende maatregelen treffen als er alarm geslagen wordt.

76 Bijlage 2-8- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.4 Functie: vergezellen van goederentreinen / werktreinen De bekwaamheden voor het vergezellen van goederentreinen zijn voornamelijk de volgende: de algemene beschikkingen van het veiligheidsboekje kennen en kunnen toepassen; de verrichtingen uitvoeren met betrekking tot het samenstellen van de treinen: * handbediende wissels ter plaatse bedienen; * openen en sluiten van stuitklampen, ontspoortongen; * gewone, door optische seinen of per radio bevolen rangeringen uitvoeren; * de technische schouwing van de voertuigen uitvoeren en de gemakkelijk te ontdekken onregelmatigheden opsporen. Een beschadigingsetiket opmaken, aanbrengen en opsturen; * het krachtvoertuig aankoppelen; * de inrichting voor immobilisatie van het treinstel uitschakelen; * de voorziene remproeven uitvoeren; * het treineinde in orde brengen; * de alternatoren ledig-beladen en goederen-reizigers in de juiste stand plaatsen; * de koppeling voor noodremming van wagens plaatsen, testen en gebruiken. * de voorwaarden controleren met betrekking tot remming, samenstelling, snelheid, last van de trein, ; de procedure en de regels voor het correct gebruik van de remkoppeling, eerbiedigen bij het opdrukken van een stel; gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; een overweg in alle veiligheid overschrijden; een trein vergezellen naar, op en van een spoor buiten dienst: * de grenzen van een spoor buiten dienst kennen (identificatie van de seinen) en de bijzonderheden van het spoorvak onthouden (zones met snelheidsbeperking, overwegstelsel, ); * de handstopseinen, snelheidsseinen en seinen voor elektrische tractie herkennen; * de rit op zicht uitvoeren en stoppen, en tijdens het opdrukken van het stel er met visuele seinen en per radio voor zorgen dat de seinen en de snelheid in acht worden genomen; * een treinstel voorlopig en definitief immobiliseren; * gebruik maken van de apparatuur voor tijdelijke buitendienststelling van de aankondigingszones van de overwegen; * een overweg overschrijden met een werktrein (SF05, APBP, bord C3, ); * de locomotief ontkoppelen. de passende controles en verrichtingen uitvoeren bij abnormale situaties, incidenten of ongevallen:

77 -9- Bijlage 2 * de trein tot stilstand brengen indien de veiligheid in het gedrang komt; * de vereiste maatregelen nemen als om een bepaalde reden een snelheidsbeperking nodig is; * een hinder afdekken (op afstand en ter plaatse afdekken); * nagaan of een trein volledig is als hij niet is uitgerust met het reglementaire eindsein; * een bericht van nood opgesteld door een bestuurder doorsturen; * weten waar gebruik kan worden gemaakt van de alarmtelefoon, een telefoon in een overwegkeet of een andere telefoon op de lijn; * een onregelmatige seinoverschrijding kunnen vaststellen en er op passende wijze op reageren; * de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen vaststellen en de aanbevelingen van de gevarenkaart toepassen. in voorkomend geval verrichtingen uitvoeren die normaal aan de werkleider zijn toegewezen: * de samenstelling van een werktrein controleren; * de alternatoren ledig-beladen doen aanpassen en het remmingsbulletin van de bestuurder aanpassen als de rem- of ladingsvoorwaarden van een wagen zijn veranderd. de vereiste mededelingen kunnen wisselen met de IB om: * bij het binnenrijden van een infrastructuurzone zodoende de uitvoering en de toepassing van de voorziene beschikkingen van de lokale gebruiksprotocollen te eerbiedigen; * bij het verlaten van een infrastructuurzone zodoende de uitvoering en de toepassing van de voorziene beschikkingen van de lokale gebruiksprotocollen te eerbiedigen. beschikken over een theoretische en praktische kennis van de lokale consignes en protocollen betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en bekwaam zijn deze toe te passen.

78 Bijlage BEKWAAMHEDEN VAN HET PERSONEEL Niet beperkende lijst 2.5 Functie: rangeren, bedienen van installaties, samenstellen en verzenden van treinen De bijzondere bekwaamheden voor het rangeren, bedienen, samenstellen en verzenden van treinen zijn voornamelijk de volgende: in staat zijn de regels van de kunst toe te passen, met name: de kenmerken van de spoorvoertuigen en hun lading herkennen en meedelen: * het in reizigers- en goederentreinen toegelaten materieel onderscheiden; * de op de voertuigen voorkomende conventionele tekens en opschriften interpreteren; * het materieel schouwen om de zogenaamde gemakkelijk te ontdekken beschadigingen en onregelmatigheden op te sporen; * de beschadigingsetiketten interpreteren, opstellen, aanbrengen en hun gegevens doorgeven; * de etiketten inzake breekbare goederen interpreteren, opstellen en aanbrengen; * de betekenis van de gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; * de nodige handelingen uitvoeren om een buitengewoon vervoer te situeren; * de aan de voertuigen toe te kennen beschermingsgraad bepalen en meedelen en dienovereenkomstig handelen; * materieel met verroeste wielbanden opsporen en die informatie doorgeven; * het vervoer van gevaarlijke goederen aannemen; * de aanwezigheid van gevaarlijke goederen vaststellen; in voorkomend geval de aanbevelingen van de gevarenkaart toepassen en het codeboek van de gevaarlijke goederen gebruiken. tijdens zijn aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur in zijn eigen veiligheid voorzien; de noodzakelijke voorwaarden alvorens een rangering te bevelen, kennen en toepassen; de regels toepassen inzake het remmen en het immobiliseren van voertuigen en konvooien: * een afzonderingskraan en een spuiklep herkennen en bedienen; * de betekenis kennen van de technische merktekens (rem, lading, ) en ze in de praktijk kunnen brengen; * de verschillende automatische en handbediende alternatoren herkennen, de handbediende alternatoren vlakte/ bergen, reizigers/ goederen, ledig/ beladen in de juiste stand plaatsen; * het volgens de omstandigheden uit te voeren type van remproef bepalen; * de remproeven uitvoeren (minimum: continuïteitsproef, verbindingsproef, remkoppelingsproef, werkingsproef op een rangerend stel), ook in de bijzondere gevallen zoals vervoer van springstoffen en beschadigde voertuigen, alsook de continuïteitsproef van de voedingsleiding; * de voertuigen in een stel rangschikken;

79 -11- Bijlage 2 * het remregime en rempercentage van een stel bepalen en er de toegelaten snelheid uit afleiden; * een remmingsbulletin voor de bestuurder opstellen; * een handrem lokaliseren, controleren en bedienen; * de verschillende types en reeksen van stopblokken onderscheiden, controleren en gebruiken; * de sneden samenstellen voor het triëren van een stel door afstoten of door heuvelen; * tijdelijke en aanvullende immobilisaties van voertuigen en stellen uitvoeren, het vereiste aantal handremmen en/ of stopblokken bepalen; * een immobilisatie ongedaan maken; * correct reageren wanneer voertuigen ontsnappen; * de voorwaarden waaraan het treineinde moet voldoen kennen. samenstellen en ontbinden van spoorkonvooien: * de voertuigen aan- en afkoppelen; * de regels naleven met betrekking tot het invoegen en rangschikken van voertuigen, opgelegd door bijzondere technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften (maximumsnelheid afhankelijk van het materieel en/ of de lading, gevaarlijke goederen, buitengewoon vervoer, beschadigingen, ); * de lengte van een stel bepalen; * opstellen van een wagenlijst en een aankondiging van de samenstelling versturen; * het treineinde wat betreft de koppeling, de leidingen en de seinen, in orde brengen; * een treinstel klaarmaken voor het triëren ( losdraaien ); * bevel geven voor het verplaatsen en tot stilstand brengen van voertuigen en stellen: de verschillende beelden van een vast stopsein herkennen; de verschillende seinborden herkennen; de optische en akoestische handseinen herkennen. * bevelen aan de bestuurder doorgeven: mondeling, met akoestische signalen, met gebaren, door het bedienen van de remkoppeling; * een overweg in alle veiligheid kunnen overschrijden; * de bediening of de toepassing van lokale procedures voor het overschrijden van een overweg verzekeren; * het rijden op het zicht naleven; * een ter plaatse te bedienen wissel in de gewenste stand plaatsen; * een reisweg controleren (wissels, kruisingen, ); * rollend materieel kunnen koppelen en ontkoppelen (mechanische-, elektrische- en pneumatische leidingen, overgangsbrug en vouwbalgen, ) * stopblokken en andere bijzondere toestellen, nodig bij het rangeren, kunnen gebruiken; * de op eenzelfde spoor staande wagens groeperen ( bijeenduwen ); * nagaan of een rangeerbeweging kan worden uitgevoerd met het oog op het materieel en op de coördinatie tussen de deelnemers; * de voor de uitvoering van bepaalde bewegingen vereiste toelating vragen (rangering op hoofdspoor, verplaatsing van een beschadigd voertuig); * de veiligheid van de niet-betrokken bedienden en van het publiek verzekeren; * een hinder afdekken; * reageren bij het vaststellen van een onregelmatige seinoverschrijding.

80 Bijlage in voorkomend geval de gegevens Wagens verzamelen, invoeren, aanpassen, gebruiken en doorgeven; de gegevens in de bedieningsprotocollen of in de technische documenten (bulletins werken, tijdelijke lokale onderrichtingen, ) kunnen interpreteren en toepassen.

81 -13- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst Bijlage Functie: factage - beheer van de administratieve taken met betrekking tot de rangeringen, de bediening van installaties, de vorming en verzending van treinen het in de verschillende types van bewegingen en op bepaalde reiswegen toegelaten materieel kunnen onderscheiden; bekwaam zijn de aanduidingen op de voertuigen, op de lading en op de vervoersdocumenten (met inbegrip van de elektronische), te begrijpen; de regels voor het samenstellen van een konvooi kunnen toepassen; bekwaam zijn de aanduidingen op de gevaarsetiketten, op de beschadigingsetiketten en op de etiketten breekbaar te kunnen lezen, opstellen en plaatsen op de betrokken lading; bekwaam zijn een remmingsbulletin op te stellen; bekwaam zijn een schiftingsbulletin op te stellen; bekwaam zijn een samenstellingsbulletin op te stellen; al de nodige informatie kunnen overmaken aan de voorziene bestemmeling en dit door gebruik te maken van de verschillende voorziene middelen (papier, telex, fax, magnetische banden, elektronische briefwisseling, ); bekwaam zijn de geschriften aangaande de verzendingen bij te houden en borg staan voor de traceerbaarheid ervan; bekwaam zijn de verzendingsadministratie op te volgen en borg staan voor de traceerbaarheid.

82 Bijlage BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.7 Functie: bedienen van spoortoestellen en seininrichtingsinstallaties de algemene reglementering, de consignes, de lokale protocollen en de tijdelijke lokale onderrichtingen kennen en kunnen toepassen; de te bedienen installaties, de verschillende mogelijke te berijden reiswegen, de bijzonderheden van de installatie, kennen; de verschillende uit te voeren handelingen of mogelijk uit te voeren handelingen en de te bedienen toestellen kennen (wissels, ontspoortongen, stuitklampen, overwegen, sloten, wisselwachtersposten, ); volgens de omstandigheden en de werkvoorwaarden de verschillende te verwezenlijken procedures kunnen toepassen (wisselen van aankondigingen / geformaliseerde aankondigingen, nemen van bijzondere maatregelen in normale en abnormale omstandigheden, ); in staat zijn de voorziene beweging der treinen, stellen en bedieningen uit te voeren; in staat zijn de dienstbestemming der sporen na te leven; in alle veiligheid reiswegen aanleggen of kunnen aanleggen en dit tijdig om vertragingen, belemmeringen, onnodige stilstanden of elke andere verstoring, te vermijden, met inbegrip van deze die gevolgen hebben in de operationele zone van de IB of van een andere IG; coördineren van de bewegingen in zijn actiezone (rangeringen, vertrekken, ontvangsten, ); jegens personen, materieel en vervoeren treffende beschermingsmaatregelen kennen en kunnen toepassen; de bewegingen opvolgen, er rekenschap over kunnen afleggen en de traceerbaarheid ervan waarborgen; waken over het verloop van de bewegingen, hun samenstelling en hun gelijkvormigheid (onderandere, de aanwezigheid van een eindsein, de toestand van de ladingen, ); in geval van verstoring: * de betrokken diensten op de hoogte brengen (IB, IG of IG s indien er meerdere betrokken zijn, de hulpdiensten, ); * alle maatregelen kunnen nemen om ze te verhinderen, de gevolgen ervan te verminderen en / of de normale toestand zo spoedig mogelijk te herstellen; * bekwaam zijn de voorziene procedures in geval van storingen op de verschillende inzetbare systemen.

83 -15- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.8 Functie: technische schouwing van het rollend materieel Bijlage 2 Met hun technische, technologische en administratieve kennis en op basis van de algemene onderrichtingen (ARGSI en 5.2.2, UIC-fiche, bijlage XII van het RIV 2000, ) en rekening houdend met de geldende voorschriften, voert het voor de schouwing van het rollend materieel aangestelde personeel voornamelijk de volgende taken uit: opsporen en lokaliseren van de eventuele beschadigingen en gebreken aan de voertuigen die de veiligheid en de betrouwbaarheid van het vervoer in het gedrang kunnen brengen en maatregelen nemen om daaraan te verhelpen; de conformiteit van de ladingen controleren; de doeltreffendheid van de remmen controleren; zorgen voor de naspeurbaarheid van zijn werkzaamheden. Het schouwingspersoneel moet in staat zijn om hoofdzakelijk de volgende bekwaamheden te ontwikkelen: op organisatorisch vlak: * zich op de opdracht voorbereiden door tijdig de bijbehorende gegevens te raadplegen (dienstregelingen, diensttabellen, uitwijkspoor van de treinen, ); * zich uitrusten naargelang van de opdracht (referentiedocumenten, klein gereedschap, lampen, aangepaste werkkledij, ); * tijdens het vertoef op de infrastructuur, instaan voor zijn eigen veiligheid. op technisch vlak: * merken, opschriften en afkeuringsmiddelen: nagaan of de voertuigen beantwoorden aan de kenmerken van het vervoer waarvoor ze worden ingezet; de data van de periodieke verrichtingen nagaan; het belang van de gemelde onregelmatigheden beoordelen (eerder aangebracht afkeuringsetiket, logboek, ) en er het gepaste gevolg aan geven; de afkeuringsmiddelen gebruiken (etiketten, logboek, ); de gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen. * de staat van de onderdelen van het voertuig nagaan: het onderstel van de voertuigen en de draaistellen; de ophanging; het loopwerk; de koppelingen; het stootwerk. Door het opsporen van de uitwendige tekenen die wijzen op een minder goede staat van de verborgen onderdelen. * nagaan of de koppelingen juist zijn uitgevoerd (mechanische, pneumatische, elektrische verbindingen, ).

84 Bijlage remmechanisme: * controleren of het remhangwerk en de onderdelen van de rem in goede staat zijn; * de stand van de bedieningsinrichting nagaan van: de afzonderingskranen van de remmen; de eindkranen; de inrichting ledig-beladen en goederen-reizigers. * het lossen van de handrem(men) controleren (behalve bij andersluidende onderrichtingen). bovenbouw: * controleren of de buitenkant van de kast en de onderdelen ervan in goede staat zijn en indien nodig of ze juist geplaatst zijn; * controleren of de binnenkant van de kast en de inrichting ervan in goede staat zijn; * controleren of de mobiele delen zich in de juiste stand bevinden en of hun geleiding en vastzetwerk goed werkt en ingeschakeld is. ladingen: * zich verzekeren van de stabiliteit, de goede verdeling en de juiste stouwing van de gewone en uitzonderlijke ladingen; * nagaan of er geen verlies van goederen is; * nagaan of de middelen om producten te bewaren (benodigdheden, ) goed zijn gebruikt. remproeven uitvoeren: * met de sleeplocomotief; * d.m.v. vaste installatie; * in bijzondere omstandigheden zoals bij vervoer van explosieven, beschadigde voertuigen, beproeven van de continuiteit van de algemene voedingsleiding. kleine werken en tussenkomsten op het materieel: * bepaalde eenvoudige werken uitvoeren om het materieel klaar te maken (vervanging van remblokken, pneumatische slang, koppelingsbeugels, ). op te stellen verslagen: * nauwkeurig verslag uitbrengen van de beschadigingen, gebreken en andere onregelmatigheden aan de bevoegde diensten; * communiceren volgens de gepaste procedures en met de geschikte middelen (radio, telefoon, formulieren, informatica, ).

85 -17- BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.9 Functie: onderhouden van het rollend materieel (aangedreven of gesleept) Bijlage 2 het veiligheidsbelang van de diverse uitrustingen die aanwezig zijn op het rollend materieel en hun werking begrijpen; bekwaam zijn na te gaan dat de uitrusting van het rollend materieel conform is met de technische beschrijvingen en / of andere documenten betreffende het onderhoud; de diverse speciale werktuigen voor het onderhoud van het rollend materieel op een adequate wijze kunnen gebruiken; in staat zijn foutieve uitrustingen te ontdekken, anticiperend te reageren en dit binnen de technische bevoegdheden die verbonden zijn aan deze functie; bekwaam zijn de beproevingen volgend op de werkzaamheden tot herstel van de normale toestand, uit te voeren; de naspeurbaarheid van de vastgestelde feiten alsook van de resultaten van de uitgevoerde verrichtingen waarborgen.

86 Bijlage BEKWAAMHEDEN VAN HET VEILIGHEIDSPERSONEEL Niet beperkende lijst 2.10 Functie: uitkijk / schildwacht een grondige kennis bezitten van de plaats van de werkzaamheden (sporenplan, reiswegen, ritzin, referentiesnelheid, waarnemingsafstand, verwittigingsafstand, ); het geheel van de aan de functie toegekende taken: * waarnemen van aankomende bewegingen; * het aankomen van bewegingen en hun ritzin waarnemen; * tijdig de waarschuwingsmiddelen gebruiken; * zich er steeds van vergewissen dat de verwittigingsafstand voldoende is en dat de aankondigingstijden kunnen geëerbiedigd worden; * gevaarlijke situaties ontdekken en dringend, in diverse omstandigheden die zich kunnen voordoen, aangepaste maatregelen kunnen treffen. de voorschriften met betrekking tot storingen en ongevallen kennen en kunnen toepassen; de voorschriften met betrekking tot slechte weersomstandigheden kennen en kunnen toepassen (mist, vorst, sneeuwstorm,...).

87 -1- MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE CRITERIA VAN TOEPASSING OP HET VEILIGHEIDSPERSONEEL VAN DE GEBRUIKERS VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Bijlage 3 1. MEDISCHE CRITERIA VOOR HET VEILIGHEIDSPERSONEEL VAN DE GEBRUIKERS VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Algemene criteria Het veiligheidspersoneel moet zijn functies volledig, regelmatig en onafgebroken kunnen uitvoeren. Wanneer een personeelslid de betrokken veiligheidsfuncties of elke ander functie niet kan uitoefenen om medische redenen, volgt daar een ongeschiktheid uit volgens de categorie waartoe hij/ zij behoort en naargelang de kwaal waaraan hij/ zij lijdt. Categorie I: treinbestuurder; Categorie II: ander veiligheidspersoneel. Algemene uitsluitingscriteria voor het in dienst houden van veiligheidspersoneel (categorie I en II) Het veiligheidspersoneel mag geen gezondheidsproblemen hebben en mag geen geneesmiddelen nemen die de concentratie, waakzaamheid en het gedrag kunnen beïnvloeden, die een plotse onbekwaamheid meebrengen of die het evenwicht, de coördinatie en/ of de beweeglijkheid in het gedrang brengen. Uitsluitingscriteria voor alle veiligheidsposten (categorie I en II): chronisch ethylisme; verslaving; geneesmiddelenafhankelijkheid; instabiele hart- en vaatziekten; belangrijke neurologische en psychiatrische aandoeningen; uitgesproken respiratoire insufficiëntie; chronische spijsverteringsaandoeningen met complicaties; levercirrose; suikerziekte behandeld met insuline of hypoglycemiërende sulfamiden; chronische nierziekten met noodzaak tot dialyse; bloedziekten met functionele weerslag en complicaties; kwaadaardige tumoren met functionele weerslag en complicaties; epilepsie. Deze lijst is niet beperkend en over de bijzondere gevallen moet na gespecialiseerd medisch advies beslist worden. Relatieve uitsluitingscriteria in aanmerking te nemen en te evalueren in functie van de pathologie en van de betrokken veiligheidspost: onvoldoende behandelde hartaritmie en hartinsufficiëntie;

88 Bijlage 3-2- onvoldoende behandelde chronische en obstructieve longpathologie; bronchiale astma; perifere arteriosclerose; gecompenseerde chronische nierinsufficiëntie; gewrichts- en beenderaandoeningen die een handicap tot gevolg hebben; obstructieve slaapapneu; psychiatrische aandoeningen, psychoses. Minimumcriteria waaraan het veiligheidspersoneel moet beantwoorden naargelang de categorie waartoe het behoort Categorie I a) Gezichtsvermogen Gezichtsscherpte van ver aan beide ogen met of zonder correctie: 1,2; minimum 0,5 aan het slechtste oog (dus 0,7 0,5). Indien een bril nodig is, is het dragen ervan verplicht. Maximale correctie: verziendheid +5/ bijziendheid 8. In uitzonderlijke gevallen en na advies van de oogarts kunnen afwijkingen worden toegestaan. Intermediair en dichtbij zicht: voldoende met of zonder correctie. Contactlenzen zijn toegestaan. Normale kleurzin volgens de Ishihara standaard die indien nodig aangevuld wordt met een andere test. Gezichtsveld: volledig. Fusie: aanwezig. Binoculair zicht: aanwezig. Zicht bij schemerlicht: goed. Goede weerstand tegen verblinding. Afwezigheid van evolutieve oogziekten. Geen gekleurde contactlenzen noch fotochromatische lenzen. Oogimplantaten, keratotomies en de keratectomies zijn slechts toegelaten indien ze minstens jaarlijks gecontroleerd worden of volgens een frequentie die wordt bepaald door de arts. Dwingend voorschrift voor de bril- en contactlensdragers: zij moeten steeds een reservebril ter beschikking hebben. b) Gehoor KNO Een voldoende gehoor bevestigd door een tonaal audiogram. Dit betekent: een gehoor dat toelaat een normaal telefoongesprek te voeren en de waarschuwingssignalen en radioboodschappen te horen. Als algemene richtlijn kunnen we de volgende indicatieve waarden nemen: * Geen verlies hoger dan 40 db op de frequenties 500 en 1000 Hz; * Geen verlies hoger dan 45 db op de frequenties 2000 Hz voor het slechtste oor bij luchtgeleiding. Bij twijfel is een praktische test op het terrein onontbeerlijk.

89 -3- Bijlage 3 Geen aantasting van het evenwichtsorgaan. Geen chronisch spraakgebrek (gezien de noodzaak tot spreken met een luide en duidelijke stem). Geen hoorprothese. c) Tijdelijk uitsluitingscriterium Zwangerschap vormt een tijdelijk uitsluitingscriterium, in de mate dat zij slecht verdragen wordt of gepaard gaat met een pathologie. Categorie II a) Gezichtsvermogen Gezichtsscherpte van ver aan beide ogen met of zonder correctie: 0,8; minimum 0,3 aan het slechtste oog (dus 0,5 0,3). Indien een bril nodig is, is het dragen ervan verplicht. Maximale correctie: verziendheid +5/ bijziendheid 8. In uitzonderlijke gevallen en na advies van de oogarts kunnen afwijkingen worden toegestaan. Intermediair en dichtbij zicht: voldoende met of zonder correctie. Contactlenzen zijn toegestaan. Normale kleurzin volgens de Ishihara standaard die indien nodig aangevuld wordt met een andere test. Gezichtsveld: volledig. Fusie: aanwezig. Binoculair zicht: aanwezig. Zicht bij schemerlicht: goed. Afwezigheid van evolutieve oogziekten. Oogimplantaten, keratotomies en keratectomies zijn slechts toegelaten indien ze minstens jaarlijks gecontroleerd worden of volgens een frequentie die wordt bepaald door de arts. Dwingend voorschrift voor de bril- en contactlensdragers: zij moeten steeds een reservebril ter beschikking hebben. b) Gehoor KNO Een voldoende gehoor bevestigd door een tonaal audiogram. Dit betekent: een gehoor dat toelaat een normaal telefoongesprek te voeren en de waarschuwingssignalen en radioboodschappen te horen. Als algemene richtlijn kunnen we de volgende indicatieve waarden nemen: * Geen verlies hoger dan 40 db op de frequenties 500 en 1000 Hz; * Geen verlies hoger dan 45 db op de frequenties 2000 Hz voor het slechtste oor bij luchtgeleiding, eventueel gecorrigeerd aan één oor. c) Tijdelijk uitsluitingscriterium Zwangerschap vormt een tijdelijk uitsluitingscriterium, in de mate dat zij slecht verdragen wordt of gepaard gaat met een pathologie.

90 Bijlage ORGANISATIE EN EVALUATIE VAN DE PSYCHOLOGISCHE CRITERIA VOOR HET VEILIGHEIDSPERSONEEL VAN DE GEBRUIKERS VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Certifiëring van de psychologen De psycholoog moet een universitair diploma in de psychologie hebben en erkend en gebrevetteerd zijn volgens de Nationale regels en praktijken van het land waarbinnen de entiteit geregistreerd of gebrevetteerd is. Inhoud en interpretatie van de psychologische onderzoeken De inhoud en de procedure voor de interpretatie van dit psychologisch onderzoek moet bepaald worden door een psycholoog, welke kennis heeft van de specifiteiten van het werk en de spoorwegomgeving. Keuze van de evaluatiemiddelen Het onderzoek mag enkel evaluatiemiddelen bevatten welke gebaseerd zijn op psychologische en wetenschappelijke principes. Psychologische evaluaties De psychologische evaluatie heeft tot doel om de IG te waarborgen, zowel bij aanwerving als tijdens de ganse loopbaan, dat het veiligheidspersoneel over cognitieve, psychomotorische, gedrags- en persoonskenmerken beschikt om zijn functies op een veilige manier te kunnen uitvoeren. Om de inhoud van de psychologische evaluatie te bepalen dient de psycholoog de volgende criteria minimaal in acht te nemen rekening houdend met de relevante vereisten van elke veiligheidsfunctie. Wanneer de psycholoog één van de bovenstaande criteria wil weglaten dan moet hij/zij die beslissing verantwoorden en staven. Cognitieve criteria: * aandacht en concentratie; * geheugen; * perceptievermogen; * redenering; * communicatie. Psychomotorische criteria: * reactiesnelheid; * gestuurde coördinatie. Gedrags- en persoonlijkheidscriteria: * emotionele zelfcontrole; * gedragsmatige betrouwbaarheid; * autonomie; * plichtsbewustzijn en volharding.

91 -1- Bijlage 4 Naam, adres en stempel van de Infrastructuurgebruiker (IG) die het document it ft (plaats),. (datum) TEWERKSTELLINGSATTEST VAN BESTURINGSPERSONEEL VAN SPOORVOERTUIGEN Ik ondergetekende,. (naam en voornaam), (functie) bevestig in naam van de onderneming.... (naam onderneming), als gebruiker van de Belgische spoorweginfrastructuur (IG), dat: de heer / mevrouw:.. (naam en voornaam) zijn / haar laatste effectieve besturingsprestatie, voor rekening van onze onderneming, heeft uitgevoerd op.. (datum = dag/ maand/ jaar). Bovendien bevestig ik dat vanaf die datum en tot op die dag de bovengenoemde persoon ononderbroken de permanente beroepsopleiding alsook de nodige documenten voor het voortzetten van zijn besturingsactiviteiten op de Belgische spoorweginfrastructuur heeft gekregen. De laatste geldige fysieke - en psychologische geschiktheidscontrole dateert van. (datum = dag/ maand/ jaar). Opgesteld te (plaats), op (datum).. (handtekening)

92 Bijlage 4-2-

93 -1- Bijlage 5 DOOR DE INFRASTRUCTUURBEHEERDER OF DE GEMACHTIGDE OPENBARE OVERHEID VOORGESCHREVEN MAATREGELEN BIJ ZWARE FOUTEN TEGEN DE VERKEERSVEILIGHEID BEGAAN DOOR HET VEILIGHEIDSPERSONEEL VAN EEN IG Inleiding De hieronder vermelde algemene maatregelen betreffen enkel de door de Infrastructuurbeheerder of de gemachtigde openbare overheid genomen maatregelen om de verkeersveiligheid op de Belgische spoorweginfrastructuur in de toekomst te verzekeren. Die bepalingen mogen niet enkel overwogen worden in een strafrechtelijk kader. Eigenlijk moeten die bepalingen eveneens beschouwd worden als een beschermingsmaatregel voor het betrokken veiligheidspersoneel tijdens de procedure van het veiligheidsonderzoek dat na een ongeval, incident of bijnaongeval gevoerd wordt. Ze houden in geen enkel geval een eventuele strafvervolging in die aangewend zou kunnen worden t.o.v. handelingen door de overtreders (personeel van een IG). Evenmin houden ze eventuele financiële schade in die de IB of een derde zou kunnen opeisen. Andere bijkomende maatregelen en eventuele sancties kunnen door de verschillende IG voorzien worden (met inbegrip van de IB voor zijn personeel) in het kader van een bijzonder disciplinair reglement. Definities Zware fout tegen de verkeersveiligheid: Elke fout die, de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen op de Belgische spoorweginfrastructuur, in gevaar brengt. Preventieve tevoetstelling: Die maatregel is enkel van toepassing op het besturingspersoneel van een IG, dat een zware fout tegen de verkeersveiligheid heeft begaan of als dusdanig wordt beschouwd. Die bepaling is eveneens van toepassing wanneer het besturingspersoneel een gedrag vertoont dat kan wijzen op alcoholmisbruik of op een gelijkaardige toestand die te wijten is aan het gebruik van drugs of hallucinatieverwekkende middelen (zie bijlage 6). De preventieve tevoetstelling bestaat uit de onttrekking aan de prestaties om spoorvoertuigen te besturen in de installaties van de IB. Daarom moet aan de bediende die preventief te voet is gesteld de taken toevertrouwd worden die het meest overeenstemmen met zijn geschiktheden. De bediende die preventief te voet is gesteld kan bijvoorbeeld ingezet worden bij het begeleiden van diensttreinen of om lijnstudie te verwerven.

94 Bijlage 5-2- Preventieve onttrekking aan de veiligheidsfuncties Deze maatregel is van toepassing voor het veiligheidspersoneel van een IG of van de IB, andere dan het besturingspersoneel, dat een zware fout tegen de verkeersveiligheid heeft begaan of als dusdanig wordt beschouwd. Die bepaling is eveneens van toepassing wanneer het veiligheidspersoneel van een IG, of van de IB, een gedrag vertoont dat kan wijzen op alcoholmisbruik of op een gelijkaardige toestand die te wijten is aan het gebruik van drugs of hallucinatieverwekkende middelen (zie bijlage 6). De preventieve onttrekking aan de veiligheidsfuncties bestaat uit het toekennen, aan het betrokken veiligheidspersoneel, van nieuwe functies of van beperkte functies waardoor ze de verkeersveiligheid op de Belgische spoorweginfrastructuur niet meer in gevaar kunnen brengen.

95 -3- FOUTEN TEGEN DE VERKEERSVEILIGHEID Bijlage 5 TE NEMEN MAATREGELEN 1. DE PREVENTIEVE TEVOETSTELLING Alle besturingspersoneel van een IG dat, in de installaties van de IB, een zware fout tegen de veiligeid heeft begaan of als dusdanig wordt beschouwd (voorbijrijden van een gesloten stopsein, overdreven snelheid, ), moet preventief te voet gesteld worden en zijn geschiktheidsbrevet tot besturen moet onmiddellijk ingetrokken worden (zie rubriek 1.3.7). Het personeel van de IB mag echter de preventieve tevoetstelling van het besturingspersoneel niet bevelen, noch zijn vervanging eisen indien het duidelijk is dat de begane onregelmatigheid (het voorbijrijden van het gesloten stopsein, bv.) niet kan toegeschreven worden aan een fout van het besturingspersoneel. 2. OPHEFFEN VAN DE PREVENTIEVE TEVOETSTELLING De preventieve tevoetstelling kan slechts opgeheven worden door de gemachtigde openbare autoriteiten. Er kan slechts besloten worden tot opheffing van de preventieve tevoetstelling wanneer de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: de gemachtigde openbare autoriteiten hebben hun beslissing omtrent de conclusies uit het onderzoeksverslag meegedeeld; het betrokken veiligheidspersoneel werd geschikt bevonden door de geneeskundige dienst (arbeidsgeneeskundige dienst die het dossier van het betrokken personeel beheert); het betrokken besturingspersoneel slaagt voor een nieuwe certificatieproef die hun theoretische en praktische bekwaamheden voor het besturen van een spoorvoertuig controleert; een voldoende beoordeling van de lijnkennis van het betrokken besturingspersoneel; een voldoende beoordeling voor het besturen van spoorvoertuigen door het betrokken besturingspersoneel: * voor een bestuurder die houder is van een geschiktheidsbrevet van de bestuurders categorie A, B, C en D, tijdens een prestatie van minstens 4 uur; * voor een bestuurder die houder is van een geschiktheidsbrevet van de bestuurders categorie F, tijdens een prestatie met minstens 200 km traject. Wanneer er tot een dergelijke maatregel besloten wordt, moeten de gemachtigde openbare autoriteiten: de IG van het betrokken besturingspersoneel hierover inlichten; een afschrift van die beslissing zenden naar de IB en het DGVL-FODMV.

96 Bijlage PREVENTIEVE ONTTREKKING AAN DE VEILIGHEIDSFUNCTIES Al het veiligheidspersoneel dat geen besturingspersoneel is, en een zware fout tegen de verkeersveiligheid heeft begaan of als dusdanig wordt beschouwd, wordt preventief aan zijn veiligheidsfuncties onttrokken. 4. OPHEFFEN VAN DE PREVENTIEVE ONTTREKKING AAN DE VEILIGHEIDSFUNCTIES De preventieve onttrekking aan een veiligheidsfunctie kan slechts opgeheven worden door de gemachtigde openbare overheid. Tot opheffing van deze onttrekking kan slechts besloten worden wanneer de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: - de gemachtigde openbare overheid heeft zijn beslissing omtrent de conclusies uit het onderzoeksverslag meegedeeld; - het betrokken veiligheidspersoneel werd geschikt bevonden door de geneeskundige dienst (arbeidsgeneeskundige dienst die het dossier van het betrokken personeel beheert); - het betrokken veiligheidspersoneel voldoet aan een controle van hun vakkennis; Wanneer er tot een dergelijke maatregel wordt besloten, moeten de openbare autoriteiten: - de IG of de IB van het betrokken veiligheidspersoneel hierover inlichten; - een afschrift van die beslissing zenden naar de IB en het DGVL-FODMV.

97 -1- ARGSI Bijlage 6 VASTSTELLING VAN TOESTANDEN DIE TE WIJTEN ZIJN AAN ALCOHOLMISBRUIK EN GELIJKAARDIGE TOESTANDEN Principe De straffen bepaald door de wetgeving op de openbare dronkenschap en het wegverkeer staan los van de maatregelen die de IB of de gemachtigde openbare overheden het veiligheidspersoneel van de IG (en van de IB) oplegt, wanneer ze in één van de hierna vermelde toestanden verkeren die nadelig kan zijn voor de normale uitvoering van de dienst op de Belgische spoorweginfrastructuur voor hun eigen veiligheid of voor die van anderen: staat van alcoholintoxicatie; staat van dronkenschap; een gelijkaardige staat ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen. DE TOESTANDEN DIE TE WIJTEN ZIJN AAN ALCOHOLMISBRUIK EN GELIJKAARDIGE TOESTANDEN (DRUGS, HALLUCINATIEVERWEKKENDE MIDDELEN) WORDEN BESCHOUWD ALS ZWARE FOUTEN TEGEN DE VERKEERSVEILIGHEID Vaststellingen met betrekking tot de toestand van het veiligheidspersoneel Alle leden van het veiligheidspersoneel van een IG of van de IB die belast zijn met een functie die betrekking heeft op de veiligheid van het spoorverkeer op de Belgische spoorweginfrastructuur, mogen slechts hun dienst aanvatten of voortzetten wanneer er op grond van hun toestand, verklaard kan worden dat ze in staat zijn om hun taken en functies in alle veiligheid uit te voeren. Om elke latere betwisting omtrent hun toestand (zie principe) te voorkomen, neemt het veiligheidspersoneel van de IB dat afgevaardigd werd om controleopdrachten uit te voeren, alsook de gemachtigde openbare overheden, de veiligheidsmaatregelen die nodig zijn voor de veiligheid van de Belgische spoorweginfrastructuur, zodra het gedrag van het veiligheidspersoneel van een IG of van de IB hun verdacht voorkomt. In geval van ongeval of bijna ongeval wordt al het personeel waarvan de verantwoordelijkeheid in het gedrang komt of zou kunnen komen, aan een alcoholtest onderworpen. Tegen het ondergaan van de test kan geen verzet aangetekend worden. Deze beschikkingen en maatregelen die er kunnen uit voortvloeien zijn zowel van toepassing op het veiligheidspersoneel van een IG (of van de IB) tijdens de uitvoering van de dienst, als deze die zich voor de dienst aanmelden. In alle gevallen moeten de verschillende maatregelen met alle mogelijke discretie toegepast worden.

98 ARGSI Bijlage 6-2-

99 -1- BEHEER VAN DE BEKWAAMHEDEN IN STABIELE OMSTANDIGHEDEN OP HET VLAK VAN DE INHOUD VAN DE FUNCTIES. Bijlage 7 Materieel Infrastructuur Personeelsbeleid Cultuur Functiebeschrijving Bekwaamheidsomschrijving Selectie Basisopleiding Onmiddellijke bevoegdheidsverklaring Bevoegdheidsverklaring Beroepsactiviteit Door de hiërarchie vastgelegde afwijking(en) Handelingen om het verschil weg te werken Periodieke evaluatie Afwijking? Ja Handelingen om het verschil weg te werken Neen Beroepsactiviteit

100 Bijlage 7-2- BEHEER VAN DE BEKWAAMHEDEN MET EVOLUTIE VAN DE INHOUD VAN DE FUNCTIES Beschrijving van de initiële functie Bekwaamheidsomschrijving Bevoegdheidsverklaring Evolutie van de functie - materieel - infrastructuur Nieuwe functiebeschrijving Bekwaamheidsomschrijving Bedienden die afwijken van de norm Afwijking? Neen Ja Opleiding (bijscholing) Beroepsactiviteit Evaluatie Positief Bevoegdheidsverklaring Negatief Intrekken bevoegdheidsverklaring Beroepsactiviteit Stopzetten beroepsactiviteit

101 - 1 - ATTEST VAN CERTIFICATIE VAN BESTURINGSPERSONEEL Eerste certificatie / hercertificatie / bijkomende certificatie (1) (2) Attest nr.:... /... Bijlage 8 (nl) Ondergetekende(n) bevestig(t)(en) dat: Mevrouw / Mijnheer (1):. (naam en voornaam); geboren op (3): (geboortedatum), te (3):..... (plaats); personeelsnummer (3):... (personeelsnummer of identificatienummer); nummer identiteitskaart:.. ; taalrol: Nl Fr Eng D; in dienst van : (onderneming en werkzetel); houder van brevetnr: (indien de kandidaat over een brevet beschikt); een certificatieproef, met betrekking tot de reglementering en de veiligheidsprocedures van toepassing op de Belgische spoorweginfrastructuur, beperkt tot de hieronder aangeduide bevoegdheden, ondergaan heeft met het doel bekwaam erkend te worden, binnen de gestelde limieten, spoorvoertuigen te besturen op de Belgische spoorweginfrastructuur. Code categorie Code bijzondere baanvakken Code type dienst A S E B T HKM C W HKV D X HST F Y Z AUTO Verkeerszone op de Belgische spoorweginfrastructuur (4) Verplicht in te vullen: Nederlandstalig grondgebied Franstalig grondgebied Ganse net De kandidaat is geslaagd/niet geslaagd (1) voor het theoretisch gedeelte (5) van de certificatieproef en de evaluatie voor het wisselen van mededelingen met het personeel van de IB. De kandidaat is geslaagd/niet geslaagd (1) voor het praktisch gedeelte (5) van de certificatieproef. Plaats: Datum: Plaats: Datum: Handtekening, naam en graad juryleden: Handtekening, naam en graad juryleden: (1) Schrappen wat niet past. (2) Een bijkomende certificatie wijzigt de geldigheidsdatum van het geschiktheidsbrevet niet. (3) Slechts invullen indien het een eerste certificatie betreft. (4) Het tweetalig gebied Brussel hoort zowel bij het Nederlandstalige als bij het Franstalige grondgebied. (5) De details over de theoretische en de praktische proef bevinden zich op de keerzijde Verplicht in te vullen. Bericht 42N / 2003

102 Bijlage 8 (nl) - 2-1) Theoretische proef: Opmerkingen / vaststellingen / vragen (1)(*): Punten... /... / / / / / / / / / / / / / / / / / Paraaf van de juryleden: Totaal behaalde punten: / 2) Evaluatie van de talenkennis Verplicht in te vullen: (Wisselen van mededelingen met de diensten van de IB volgens de aanduidingen op de voorzijde) Opmerkingen / vaststellingen / vragen (1): Paraaf van de juryleden: Totaal behaalde punten: / 3) Praktische proef: Opmerkingen / vaststellingen / vragen (1): Paraaf van de juryleden: Totaal behaalde punten: / (1) Het aantal vragen is niet beperkt. De certificeerder kan gebruik maken van een lijst met vragen en deze bij dit attest voegen, de lijst wordt ondertekend door alle juryleden. (*) Onvoldoende op één van de met een * gemerkte vragen, heeft een onvoldoende voor het theoretische deel van de certificatieproef tot gevolg. Bericht 42N / 2003

103 - 1 - COMPETENCE CERTIFICATE OF DRIVING STAFF First certification / renewal / extra certification (1) (2) Certificate n :... /... Bijlage 8 (eng) The undersigned hereby confirm(s) that: Ms/M (1): (surname and first name); born on (3):... (date of birth), in (3):..... (location); staff number (3): (staff number or identification number); ID card number:.. ; language: Eng Fr D G; employed by: (company and post); holder of license n (when the candidate has a license); has taken a certification test regarding rules and safety procedures which apply to the Belgian railway infrastructure, limited to the qualifications hereafter, in order to be authorized to drive railway vehicles on the Belgian railway infrastructure within the applied limits. Category code Code special line sections Code type of service A S E B T HKM C W HKV D X TGV F Y Z AUTO Circulation zone on the Belgian railway infrastructure (4) Fill in compulsorily: Dutch territory French territory Overall network The candidate passed/did not pass (1) the theoretical part (5) of the certification test and the evaluation of the communication exchange with the staff of the IM The candidate passed/did not pass (1) the practical part (5) of the certification test. Location: Date: Location: Date: Signature, name and rank of the members of the jury: Signature, name and rank of the members of the jury: (1) strike out whichever is not applicable. (2) an extra certification does not change the validity date of the ability certificate. (3) fill out only for a first certification. (4) the bilingual Brussels area is part of both the Dutch and the French territory. (5) details regarding the theoretical and practical test are on the back Fill in compulsorily. Bericht 42N / 2003

104 Bijlage 8 (eng) - 2-1) Theoretical test: Remarks/conclusions/questions (1)(*): Points... /... / / / / / / / / / / / / / / / / / Initials of the members of the jury: Points total: / 2) Evaluation of the knowledge of the language(s) Fill in compulsorily: (Communications exchange with the services of the IM according to the specifications on the recto side) Remarks/conclusions/questions (1): Initials of the members of the jury: Points total: / 3) Practical test: Remarks/conclusions/questions (1): Initials of the members of the jury: Points total: / (1) the number of questions is not limited. The certifier may use a list with questions and add it to this certification. Such list is signed by all members of the jury (*) unsatisfactory marks for one of the questions marked with *, implies failing for the theoretical part of the certification test. Bericht 42N / 2003

105 - 1 - ATTESTATION DE CERTIFICATION DU PERSONNEL DE CONDUITE Certification initiale / recertification / certification complémentaire (1) (2) Attestation n.:... /... Bijlage 8 (fr) Le(s) soussigné(s) confirme(nt) que: Madame / Monsieur (1):.... (nom et prénom); né(e) le (3):... (date de naissance), à (3):..... (lieu); numéro personnel (3): (numéro personnel ou numéro d indentification); numéro de carte d identité:.. ; rôle linguistique: Nl Fr Eng D; au service de: (nom de l entreprise et siège social); détenteur du brevet N : (si le candidat détien déjà un brevet); a subi ce jour l épreuve de certification portant sur ses connaissances de la réglementation et des procédures de sécurité applicables sur l infrastructure ferroviaire belge, limitées au(x) niveau(x) de compétence sollicité(s) ci-dessous, afin d étre reconnu(e) apte, dans les limites des compétences reconnues, à conduire des engins ferroviaires sur l infrastructure ferroviaire belge. Code catégorie(s) Code dispositions particulières Code type(s) de service A S E B T HKM C W HKV D X TGV F Y Z AUTO Zone(s) de circulation sur l infrastructure ferroviaire belge (4) A compléter obligatoirement: Territoire francophone Territoire néerlandophone Réseau entier Le candidat a réussi / n a pas réussi (1) la partie théorique de l épreuve (5) de certification et l évaluation de ses connaissances linguistiques portant sur l échange de communications avec le personnel du gestionnaire de l infrastructure. Le candidat a réussi / n a pas réussi (1) la partie pratique de l épreuve (5) de certification. Lieu: Date: Lieu: Date: Signature, nom et grade des membres du jury: Signature, nom et grade des membres du jury: (1) Biffer ce qui ne convient pas. (2) La certification complémentaire ne modifie pas le date de validité du brevet d aptitude à la conduite. (3) A compléter uniquement s il s agit d une certification initiale. (4) La région bilingue de Bruxelles inclut les territoires francophone et néerlandophone. (5) Les détails relatifs aux épreuves théorique et pratique sont précisés au verso A compléter obligatoirement. Bericht 42N / 2003

106 Bijlage 8 (fr) - 2-1) Epreuve théoriques: Remarques / constatations / questions (1)(*): Points... /... / / / / / / / / / / / / / / / / / Paraphe des membres du jury: Total des points obtenu: / 2) Evaluation des connaissances linguistiques A compléter obligatoirement: (Echange des communications avec les services du GI selon les indications reprises au recto) Remarques / constatations / questions (1): Paraphe des membres du jury: Total des points obtenu: / 3) Epreuve pratiques: Remarques / constatations / questions (1): Paraphe des membres du jury: Total des points obtenu: / (1) Le nombre de questions n est pas limité. Ces questions peuvent être présentées sous forme de liste(s) à annexer à la présente attestation. (*) En cas d échec à une question précédée d un astérisque, il est considéré comme un échec général à la partie théorique de l épreuve de certification. Bericht 42N / 2003

107 - 1 - NACHWEIS EINER BEFÄHIGUNGSPRÜFUNG FÜR FAHRPERSONAL Erste Befähigungsprüfung/Wiederholungsbefähigungsprüfung / Zusatzbefähigungsprüfung (1) (2) Nachweis Nr.:... /... Bijlage 8 (d) Unterzeichnende(r) bescheinig(t)(en) dass: Frau / Herr (1):... (Name und Vorname); geboren am (3):. (Geburtsdatum), in (3):..... (Ort); Personalnummer (3):..... (Personal- oder Identifikationsnummer); Personalausweisnummer:... ; Sprache: Nl Fr Eng D; im Dienst von : (Unternehmen und Unternehmenssitz); Inhaber des Diploms Nr.:..... (wenn der Kandidat über ein Diplom verfügt); eine Befähigungsprüfung im Bereich der auf dem belgischen Schienennetz geltenden Vorschriften und Sicherheitsbestimmungen im Rahmen der hiernach beschriebenen Befugnisse abgelegt hat, um innerhalb der festgelegten Einschränkungen anerkannter Triebfaharzeugführer auf dem belgischen Schienennetz zu werden. Kategoriecode Code für besondere Streckenabschnitte Dienstcode A S E B T HKM C W HKV D X TGV F Y Z AUTO Verkersgebiet auf dem Belgischen Schienennetz (4) Ausfüllen verpflichtet: Niederländischsprachiges Gebiet Französischsprachiges Gebiet Komplettes Netz Der Kandidat hat den theoretischen Teil (5) der Befähigungsprüfung und die Prüfung im Nachrichtenaustausch mit dem personal der Infrastrukturverwaltung bestanden/nicht bestanden (1). Der Kandidat hat den praktischen Teil (5) der Befähigungsprüfung bestanden/nicht bestanden (1). Ort: Datum: Ort: Datum: Unterschrift, Name und Dienstgrad des Jurymitglieds: Unterschrift, Name und Dienstgrad des Jurymitglieds: (1) Unzutreffendes streichen. (2) Durch eine Zusatzbefähigungsprüfung ändert sich das Gültigkeitsdatum des Befähigungsnachweises nicht. (3) Nur auszufüllen, wenn es sich um eine erste Befähigungsprüfung handelt. (4) Das zweisprachige Gebiet Brüssel gehört sowohl zum niederländischsprachigen als auch zum französischsprachigen Gebiet. (5) Die Einzelheiten zu der theoretischen und der praktischen Prüfung befinden sich auf der Rückseite Ausfüllen verpflichtet. Bericht 42N / 2003

108 Anlage 8 (d) - 2-1) Theoretische Prüfung: Bemerkungen / Feststellungen / Fragen (1)(*): Noten... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... /... / Sichtvermerk der Jurymitglieder:: erzielte Gesamtnoten: / 2) Bewertung der sprachenkenntnisse Ausfüllen verpflichtet: (Nachrichtenaustausch mit den Dienststellen der Infrastrukturverwaltung - gemäß den Angaben auf der Vorderseite) Anmerkungen / Feststellungen / Fragen (1): Sichtvermerk der Jurymitglieder:: erzielte Gesamtnoten: / 3) Praktische Prüfung: Anmerkungen / Feststellungen / Fragen (1): Sichtvermerk der Jurymitglieder:: erzielte Gesamtnoten: / (1) Es gibt keine zahlenmäßige Begrenzung der Fragen. Der Prüfer kann sich einer Liste von Fragen bedienen und diese vorliegendem Nachweis beifügen. Die Liste wird von allen Jurymitgliedern unterzeichnet. (*) Eine ungenügende Note für eine der mit * gekennzeichneten Fragen, bedeutet eine ungenügende Note für den theoretischen Teil der Befähigungsprüfung. Bericht 42N / 2003

109 - 1 - Bijlage 9 GESCHIKTHEIDSBREVET TOT BESTUREN X 9 BEHEERDER VAN DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR GESCHIKTHEIDSBREVET TOT BESTUREN OP DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Brevetnr : Mevr./Mr.: geboren op : is bekwaam, binnen de perken van bijlage 1 en 2 bij dit attest, op het Belgische spoorwegnet te rijden. Werkgever: IG: Dit brevet is geldig tot : Brussel, In naam van de beheerder van de spoorweginfrastructuur (naam en handtekening) De houder dient op elk verzoek zijn identiteit te bewijzen. DIENST HOMOLOGATIE PERSONEEL BUREAU N.424 FRANKRIJKSTRAAT BRUSSEL BELGIË Code Categorie zegel A Bestuurder spooraangeslotene / werkplaats / station B Bestuurder werktuigen / werktreinen uitsluitend op buiten dienst gestelde sporen C Bestuurder werktuigen / werktreinen D Rangeerbestuurder F Treinbestuurder Code Toegelaten lijnen of baanvakken met bijzondere eigenschappen Zegel S Uitsluitend op grensbaanvakken T Lijn 0 de noord-zuid verbinding W Lijn 36 baanvak Ans-Luik X Lijnen uitgerust met TVM 430 Y Lijnen uitgerust met TBL 2/3 Type dienst : AUTO / E / HKM / HKV / HST / Z Bereden grondgebied: NL / FR / NL+FR / FR+NL Geschiktheidsbrevet tot vergezellen van een goederentrein en / of een werktrein.... (benaming van de IG) LOGO GESCHIKTHEIDSBREVET TOT VERGEZELLEN VAN GOEDERENTREINEN EN / OF WERKTREINEN OP DE BELGISCHE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Nr. attest : Mevr./Mr.: Geboren op : is bekwaam tot vergezellen op het Belgische spoorwegnet, binnen de perken van het HOMOLOGATIE VAN VEILIGHEIDSPERSONEEL Naam van de houder:. Voornaam van de houder:... Identificatienr. (NMBS) : Nr. identiteitskaart (niet NMBS) :. Dit attest is geldig tot:....,de In naam van de infrastructuurgebruiker (Naam en handtekening) De houder dient op elk verzoek zijn identiteit te bewijzen.

110 Bijlage Geschiktheidsbrevet tot vergezellen van reizigerstreinen. 1) Treinbegeleider NMBS - Nederlandstalig. 2) Treinbegeleider NMBS Franstalig. ** ** 3) Treinbegeleider aangrenzende netten Nederlandstalig (NS). 4) Treinbegeleider aangrenzende netten Anderen (EUKL-SNCF-CFL-DB).

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.231 Sectie 81 911/52466 41.231:homologatiepersoneel / homologationpersonnel@b-rail.be N.231/5.3/3665/RF/BS/BS Brussel

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/54480 N.232.1/2.4.1.4/N.5116 Brussel, 15 januari 2002 BERICHT 12N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.1/046039 Brussel, 10 november 2004 BERICHT 37N/2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK CAPACITEITSBEHEER - DIENSTREGELINGEN Bureau N.221 Sectie 83 911/54134 N.221/901072/713AT/N.5953 Brussel, 25 april 2002 BERICHT 21N/2002 ALGEMEEN

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Belgische veiligheidsinstantie van de spoorwegen Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen voor de aanvraag tot erkenning als centrum belast met de medische en/of psychologische onderzoeken

Nadere informatie

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN A. WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden die aan een bestuurder rangeringen kunnen worden toevertrouwd

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

VR DOC.0291/1

VR DOC.0291/1 VR 2018 3003 DOC.0291/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

VR DOC.0078/1

VR DOC.0078/1 VR 2017 0302 DOC.0078/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE 0. Reglementaire basis Artikel 23.1.1 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 voor de

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari 2017 De prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd in

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) aan de spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede

Nadere informatie

1 van 5 9-7-2009 21:21 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31995L0019 Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII

1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII KONINKRIJK BELGIË Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen HANDLEIDING VOOR HET BEKOMEN VAN EEN TOELATING OF BESLISSING VAN DE VEILIGHEIDSINSTANTIE BETREFFENDE STRUCTURELE SUBSYSTEMEN In

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 C(2018) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.3.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Mevrouw en Mijnheer de Burgemeester via de Provinciegouverneurs, de Hoge Ambtenaar van de Brusselse

Nadere informatie

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van ) Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië (Inwerkingtreding 01-12-2014, gepubliceerd

Nadere informatie

Praktische handleiding

Praktische handleiding Belgische veiligheidsinstantie van de spoorwegen Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen voor de aanvraag tot erkenning als centrum belast met de medische en/of psychologische onderzoeken

Nadere informatie

Goedkeuring te hechten aan het hiernavolgende Algemeen reglement Toelagen Gemeentebestuur Schoten.

Goedkeuring te hechten aan het hiernavolgende Algemeen reglement Toelagen Gemeentebestuur Schoten. Besluit: Enig artikel Goedkeuring te hechten aan het hiernavolgende Algemeen reglement Toelagen Gemeentebestuur Schoten. Algemeen reglement Toelagen Gemeentebestuur Schoten DEEL I: ALGEMEEN Art. 1 Het

Nadere informatie

WIJZIGINGEN AAN TE BRENGEN AAN ARAD 06 DEEL I EN II

WIJZIGINGEN AAN TE BRENGEN AAN ARAD 06 DEEL I EN II NMBS-Holding Brussel, 16. Directie Strategie & Coördination VEILIGHEID EN MILIEU Bureau: H-VM.02 Sectie: 26/2 Tel.: 911/52062 Distributie: Typelijst: T17.010 Reserve: 20 Bericht 4 H-VM 2012 WIJZIGINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Praktische gids. nationale vergunning van bestuurder

Praktische gids. nationale vergunning van bestuurder 1 / 20 Praktische gids voor het aanvragen van een nationale vergunning van bestuurder 1. VOORWOORD... 2 2. INLEIDING... 2 3. DEFINITIES... 2 4. WETTELIJKE BASIS... 3 5. PRINCIPES... 4 6. CATEGORIEËN VAN

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/035 BERAADSLAGING NR 11/026 VAN 5 APRIL 2011 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

1.3. Ongevallen waarvoor geen onderzoek dient te worden uitgevoerd - Samenstelling van het ongevallendossier

1.3. Ongevallen waarvoor geen onderzoek dient te worden uitgevoerd - Samenstelling van het ongevallendossier A.R.A.D. ONDERZOEKSVERSLAG 1. ALGEMEENHEDEN 1.1. Voorafgaande opmerking 1.2. Ongevallen waarvoor een onderzoek moet uitgevoerd worden 1.3. Ongevallen waarvoor geen onderzoek dient te worden uitgevoerd

Nadere informatie

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012

Taken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012 27/02/2012 2 Afgifte, vernieuwing, wijziging en intrekking van de veiligheidscertificaten voor spoorwegondernemingen Deel A : voor de spoorwegonderneming die haar allereerste activiteit in België opstart.

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 5. De externe diensten voor technische controles op de werkplaats Omzetting in Belgisch recht van de Europese

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg. Titel 6. Laboratoria

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg. Titel 6. Laboratoria Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 6. Laboratoria Art. II.6-1.- Voor de toepassing van deze titel, wordt verstaan onder: 1 laboratorium: laboratorium

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2 KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart CIRCULAIRE CIR/EQUIP-02 Datum 06/84 Uitgave : 2 Betreft : Goedkeuring van de recipiënten vervaardigd in het buitenland

Nadere informatie

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 2. De gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Omzetting in Belgisch

Nadere informatie

Advies nr. 2007/2 houdende de levering van opleidingsdiensten aan het rijdend personeel.

Advies nr. 2007/2 houdende de levering van opleidingsdiensten aan het rijdend personeel. DIENST REGULERING VAN HET SPOORWEGVERVOER EN VAN DE EXPLOITATIE VAN DE LUCHTHAVEN BRUSSEL-NATIONAAL Advies nr. 2007/2 houdende de levering van opleidingsdiensten aan het rijdend personeel. Gelet op artikel

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017. 1. Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017. 1. Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017 Deze prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9.

Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9. Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002

Nadere informatie

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van ) ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK ARGENTINIË (Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd

Nadere informatie

Supervisieplan 2013. Koninkrijk België Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen

Supervisieplan 2013. Koninkrijk België Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen Supervisieplan 2013 Eenheid Supervisie City Atrium - Vooruitgangstraat 56-1210 Brussel Versie 1 Datum 4/04/2013 Patrick Froidbise - Lokaal 4B29 Tel: 02 277 39 34 - Fax:02.277.40.55 e-mail: patrick.froidbise@mobilit.fgov.be

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 57 van 25 oktober 2002 over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de beveiliging

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid in een welzijnsperspectief. Ludo Smeekens

Spoorwegveiligheid in een welzijnsperspectief. Ludo Smeekens in een welzijnsperspectief Ludo Smeekens Veiligheidsfuncties op het spoor Vanuit 2 invalshoeken Welzijn op het Werk Corporate Prevention Services: Op het snijpunt van 2 invalshoeken Externe Dienst voor

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 1 van 18 november 1996 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Beslissing n 2018-03-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1) NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK DOEL VAN DE OPRICHTING Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES Bijlage 1 Algemene Voorwaarden SFF Page 1 of 8 Inhoudstafel 1- Definities en afkortingen... 3 2- Referentiekader... 3 3- Verplichtingen... 4 3.1. Algemene verplichtingen...

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2008, meer bepaald artikel 42; Gelet op de wet van 25 juni 1993

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz.

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz. 1991L0440 NL 13.09.1991 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020

CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 CONTRACT NMBS RAIL RELATED SERVICES TOEGANG TOT DE INSTALLATIES EN DIENSTEN IN DE STATIONS Dienstregeling 2020 TUSSEN: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, naamloze vennootschap van publiek

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

U vindt hieronder een algemene herhaling van de bovenvermelde reglementering :

U vindt hieronder een algemene herhaling van de bovenvermelde reglementering : , 28 februari 2014 E5 Reglementering betreffende ambulante en kermisactiviteiten Mevrouw de burgemeester, Mijnheer de burgemeester, E5/2014/000952 Ik werd gecontacteerd door verschillende Beroepsfederaties

Nadere informatie

Deel II Organisatie PBW. Het betreft de documenten bepaald in : - titel I hoofdstuk III van de CODEX; - titel II hoofdstuk I van de CODEX.

Deel II Organisatie PBW. Het betreft de documenten bepaald in : - titel I hoofdstuk III van de CODEX; - titel II hoofdstuk I van de CODEX. ARAD 06 Deel II Organisatie PBW Titel III Opstellen en bijhouden van documenten Hoofdstuk I Op het niveau van het hoofd van dienst PBW 151 1. WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Onder de documentatie PBW vermeld

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 15/2019 van 16 januari 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG); Advies nr. 15/2019 van 16 januari 2019 1/6 Advies nr. 15/2019 van 16 januari 2019 Betreft: Adviesaanvraag betreffende een (vrije vertaling) ontwerp van Besluit van de Waalse Regering houdende de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT

ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL 550 - TUCHTREGLEMENT BIJLAGE III BESTRAFFING VAN DE FOUTEN TEGEN DE VEILIGHEID VAN HET VERKEER. A. INBREUKEN OP DE REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

(Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch Staatsblad: 29 oktober 2010)

(Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch Staatsblad: 29 oktober 2010) Administratieve Schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Quebec (Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch

Nadere informatie

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009)

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009) Administratieve schikking Betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay (Inwerking getreden op 1 augustus

Nadere informatie

HOOFDSTUK 07 MEDISCH ONDERZOEK

HOOFDSTUK 07 MEDISCH ONDERZOEK HOOFDSTUK 07 MEDISCH ONDERZOEK INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. MEDISCH ONDERZOEK GROEP 1...2 1. Voor wie en op welk moment... 2 1.1 Bij het theoretisch examen... 2 1.2 Bij de aanvraag van het voorlopig rijbewijs

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 10 juli 2018 Annuleert en vervangt de kennisgeving van 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S. 06.08.2004) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van [28 maart 2007 tot

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT DEFINIËRING VAN DE FUNCTIE, DE OPDRACHTEN EN HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE

Nadere informatie

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg, Administratieve schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de Sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, ondertekend te Brussel op 5 juli 1971

Nadere informatie

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010 verscheen het nieuw koninklijk besluit (KB) van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende

Nadere informatie

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XVIII

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XVIII WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Boek XVIII Inhoud BOEK XVIII. - Maatregelen voor crisisbeheer... 3 TITEL 1. - Reglementering in crisistijd... 3 TITEL 2. - Opeising in crisistijd... 3 TITEL 3. - Gemeenschappelijke

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving.

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving. Eerste hulp Met de publicatie van het KB van 15.12.10 betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan de werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden, in het BS van 28.12.10,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/133 BERAADSLAGING NR 10/078 VAN 9 NOVEMBER 2010 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

EDTC. Gewijzigd door :

EDTC. Gewijzigd door : 29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats. Belgisch Staatsblad 2 december 1999 Gewijzigd door : KB van 09/01/11 BS van

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/085 BERAADSLAGING NR. 18/048 VAN 8 MEI 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE FEDERALE

Nadere informatie

ARPS bundel 501. een diploma van het algemeen secundair onderwijs (of gelijkwaardig);

ARPS bundel 501. een diploma van het algemeen secundair onderwijs (of gelijkwaardig); ARPS bundel 501 TITEL III - DEEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN TREINBESTUURDER A. WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden die aan een treinbestuurder kunnen worden toevertrouwd

Nadere informatie

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, vervat in het artikel 30 van de wet van 22 juli 1953, heeft deze norm, goedgekeurd door de

Nadere informatie

INTERNE AUDIT: ALGEMENE PRINCIPES VOOR DE ORGANISATIE EN DE UITVOERING

INTERNE AUDIT: ALGEMENE PRINCIPES VOOR DE ORGANISATIE EN DE UITVOERING BELAC 3-03 Rev 5-2017 INTERNE AUDIT: ALGEMENE PRINCIPES VOOR DE ORGANISATIE EN DE UITVOERING De versies van documenten van het managementsysteem van BELAC die beschikbaar zijn op de website van BELAC (www.belac.fgov.be)

Nadere informatie

- zijn afgevaardigde: de Directeur-generaal van de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde;

- zijn afgevaardigde: de Directeur-generaal van de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde; Koninklijk besluit van 31 maart 1992 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden alsmede de criteria voor de uitrusting en werking van de laboratoria en diensten bedoeld in artikel 148decies, 1, 6, tweede

Nadere informatie

TITEL I - Algemene bepalingen

TITEL I - Algemene bepalingen Administratieve schikking houdende de modaliteiten van toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Australië (Inwerking getreden op 1 juli 2005 Belgisch

Nadere informatie

Commissie voor de Juridische Beoordeling van nieuwe wapens en nieuwe middelen of methodes van oorlogvoering. Tf Redactionele overheid DG Jur

Commissie voor de Juridische Beoordeling van nieuwe wapens en nieuwe middelen of methodes van oorlogvoering. Tf Redactionele overheid DG Jur DEFENSIE Blz. 1 / 9 ALGEMENE DIRECTIE JURIDISCHE STEUN SPECIFIEKE PROCEDURE Commissie voor de Juridische Beoordeling van nieuwe wapens en nieuwe middelen of methodes van Tf Redactionele overheid DG Jur

Nadere informatie

Formulier 2015 (Aanvraag loonkosten/kosten voor diensten 2014)

Formulier 2015 (Aanvraag loonkosten/kosten voor diensten 2014) Aanvraagformulier voor tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor de kosten voor diensten voor twee of meerdere artsen die deel uitmaken van een groepering Dit formulier moet opgestuurd worden naar het

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

1 van :40

1 van :40 1 van 5 30-12-2013 21:40 Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen (Tekst geldend op: 30-12-2013) Besluit van 3 december 2004, houdende nadere regels over de bedrijfsvergunning

Nadere informatie

Werkinstructie. WIT VA Nr 1 2013. OTW Operator Travaux Werken. Directie Infrastructuur

Werkinstructie. WIT VA Nr 1 2013. OTW Operator Travaux Werken. Directie Infrastructuur 26/09/2011 OTW Operator Travaux Werken Werkinstructie I-I.6 Infra Operaties Bureau Infra Methodes Bureau Reglementaire Voorschriften Infra Operaties Bureau Certificaties Infra INFRA-WIT-64-1301 VA Directie

Nadere informatie

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen

Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Werkingscriteria en modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen Versie 30/05/07 Referenties :

Nadere informatie

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3) Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 351

BIJZONDER BESTEK NR. 351 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 351 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht betreft de aanpassing van de elektrische installaties

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari Berekening van de minuten vertraging

NETVERKLARING. Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari Berekening van de minuten vertraging NETVERKLARING Bijlage B.10 Prestatieregeling van toepassing vanaf 1 januari 2017 1. Berekening van de minuten vertraging De infrastructuurbeheerder registreert de storingen en wijst de veroorzaakte en

Nadere informatie

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III EERSTE ONTHAALBEDIENDE

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III EERSTE ONTHAALBEDIENDE 50 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III EERSTE ONTHAALBEDIENDE A. WERKZAAMHEDEN Activiteiten betreffende de verkoop en de informatie in verband met het binnenlands

Nadere informatie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten 1/9 Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het Glasbedrijf, betreffende de vervoerkosten Artikel 1. TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Deze collectieve arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders.

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Beslissing D-2018-01-S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1. Voorwerp en wettelijke basis... 3 2. Feiten en retroacta...

Nadere informatie