MAN OPBOUWRICHTLIJNEN TRUCK. PTO s Editie 2018 V2.0

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MAN OPBOUWRICHTLIJNEN TRUCK. PTO s Editie 2018 V2.0"

Transcriptie

1 MAN OPBOUWRICHTLIJNEN TRUCK PTO s Editie 208 V2.0

2 U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Engineering Vehicle Truck Application Engineering Dachauer Str. 667 D München info.manted@man.eu Fax: + 49 (0) Deze Nederlandstalige versie is een vertaling. In geval van twijfel of tegenstrijdigheden is de originele Duitse tekst geldig. Technische wijzigingen op basis van verdere ontwikkeling voorbehouden. 208 MAN Truck & Bus AG Nadruk, vermenigvuldiging of vertaling, hetzij volledig of gedeeltelijk, is zonder schriftelijke toestemming van MAN Truck & Bus AG niet toegestaan. Alle rechten, in het bijzonder volgens de wet op het auteursrecht blijven MAN uitdrukkelijk voorbehouden. Trucknology en MANTED zijn geregistreerde merken van MAN Truck & Bus AG. Voor zover benamingen merknamen zijn, worden deze ook zonder symbool ( ) beschouwd als door de betreffende rechthebbende geregistreerd. I Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

3 Inhoud.0 Algemene basisprincipes Berekening van vermogen en koppel Cardanasaansluiting op de PTO Aansluiting cardanas aan krachtafnemer bij MAN transmissies Regelen van het motortoerental ZDR-regeling via Tempomat-bedieningscomponenten Toerentalregeling met de ZDR-interface Starten en stoppen van de motor buiten de cabine Versnellingsbakblokkering en neutrale-standschakelaar Stationair en instationair bedrijf Regeneratie van het dieselroetfilter (DPF) Technische beschrijving van de PTO s MAN-PTO s V-riempoelie Aanbouwconsoles PTO op luchtcompressor Nokkenasaandrijving, PTO aan vliegwielzijde (SSNA) Ondersteuning van op de PTO aan vliegwielzijde aangebouwde hydraulische pompen PTO op tussenbak PTO s op de versnellingsbak Onderscheid Koppelingsafhankelijke PTO s Koppelingsspecifieke krachtafnemers op de ZF transmissie Koppelingsspecifieke krachtafnemers op de MAN transmissie Motorafhankelijke PTO s PTO s op versnellingsbak met WSK PTO s op automatische versnellingsbak ZF HP PTO s en intarders PTO s bij MAN HydroDrive PTO s op ZF-versnellingsbak (technische gegevens en tabellen) PTO s op EATON-versnellingsbak (technische gegevens en tabellen) Tenzij anders aangegeven: alle afmetingen in mm, alle gewichten en belastingen in kg. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 II

4 Deze opbouwrichtlijn is bedoeld voor professionele op- en ombouwfabrikanten. Daarom is voor deze opbouwrichtlijn de juiste achtergrondkennis vereist. Houd er rekening mee dat bepaalde werkzaamheden uitsluitend door gekwalificeerd personeel mogen worden uitgevoerd, om de kans op ongevallen te vermijden en de voor op- en ombouwwerkzaamheden vereiste kwaliteit te realiseren. Symbolen U vindt in deze opbouwrichtlijn de volgende symbolen: Informatie In dit voorschrift vindt u verdere informatie. Belangrijke aanwijzing Deze aanwijzing maakt u op mogelijke risico s op schade voor het voertuig attent. Milieuvoorschrift Een milieuvoorschrift geeft u informatie over milieubescherming. Waarschuwing Een waarschuwing maakt u attent om mogelijke risico s op ongevallen en verwondingen voor uzelf en andere personen. 2 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

5 .0 Algemene basisprincipes PTO s zijn de verbinding tussen de motor van het voertuig en de aggregaten die moeten worden aangedreven, zoals compressoren of hydraulische pompen. Een doordachte PTO-keuze en een degelijke controle van de montage-omstandigheden zijn van cruciaal belang voor een later probleemloos gebruik van het voertuig. In geval van vragen kan u bij MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ) terecht voor advies. Deze opbouwrichtlijnen voor PTO s vervangen niet de gebruiksaanwijzing van het voertuig. Informatie Het monteren van PTO s die niet door de fabrikant voor de betreffende voertuigconfiguratie worden aangeboden, gebeurt op de eigen verantwoordelijkheid van de monteur. PTO s kunnen op de volgende plaatsen, voor een deel gelijktijdig, zijn gemonteerd: Op de motor - aan de voorzijde van de motor (bijv. op het voorste krukasuiteinde via een tweegroefs V-riempoelie, directe montage van de pomp op de luchtcompressor) - aan de achterzijde van de motor (bijv. op het nokkenasuiteinde, aan vliegwielzijde) Op de versnellingsbak Op de tussenbak. Bij de keuze van de PTO moet met het volgende rekening worden gehouden: toegestane koppels draairichting stootfactoren levensduur kritisch toerental maximale lengte van de cardanas buighoek en montageruimte van de cardanas overbrenging type versnellingsbak (OD/DD) koeling (geen warmteophoping bij de PTO) montage en toegankelijkheid pompmontage instructies van de fabrikant van de PTO instructies van de fabrikant van de pomp instructies van de fabrikant van de cardanas. De fabrikanten van de PTO s hebben een eigen documentatie uitgegeven, waarin uitvoerige informatie te vinden is over: de juiste PTO-keuze de juiste toepassing het voorkomen en verhelpen van trillingen. Het voor de PTO toegestane maximale koppel kan alleen volledig worden benut wanneer er geen schokken en trillingen zijn. Dit is zelden het geval. Daarom moet in de praktijk bij de PTO-keuze rekening worden gehouden met stootfactoren. Met een schok wordt een snelle, sterke stijging van het koppel bedoeld, dat na zeer korte tijd opnieuw sterk daalt. Het quotiënt van het maximale en het minimale koppel wordt aangegeven als de schokcoëfficiënt. De dimensionering is afhankelijk van het grootst mogelijke koppel inclusief stootfactor. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 3

6 Het op de PTO opgenomen koppel mag het maximale koppel van de motor niet overschrijden. U kunt bij MAN (zie voor adres hierboven onder Uitgever ) motordiagrammen opvragen die informatie geven over vermogen en koppel. PTO s moeten tegen thermische overbelasting worden beschermd. Eventueel moet de door MAN aangeboden ventilator worden ingebouwd. Naast de ventilator zijn ook verschillende warmtewisselaars voor de koeling van de versnellingsbak en de PTO s verkrijgbaar. Op die manier kan bij afzonderlijke PTO-types een hogere vermoeiingssterkte worden bereikt. De door MAN aangeboden warmtewisselaaroplossingen kunnen achteraf worden ingebouwd. Voor de series TGL en TGM kan daarnaast de service-informatie nr a worden opgeroepen via de MAN After Sales Portal. Voor de series TGS en TGX is via het systeem VirtTruck op de MAN After Sales Portal een inbouwhandleiding beschikbaar. Eventueel is een voertuigparametrering noodzakelijk. Bij vragen over de door MAN aangeboden warmtewisselaaroplossingen kunt u contact opnemen met MAN (voor contactgegevens zie boven onder Uitgever ). Belangrijke aanwijzing Er mag zich geen warmte ophopen; onvoldoende warmte-afvoer leidt tot schade. Belangrijke aanwijzing Opmerking over de temperatuur van de versnellingsbakolie: De temperatuur van de versnellingsbakolie en van de PTO-olie mag tijdens het gebruik van de PTO 0 C niet overschrijden. Gedurende korte tijd (max. 30 minuten) is een piektemperatuur van max. 30 C toegestaan. Wanneer bij de controle van de olietemperatuur wordt vastgesteld dat de temperatuur te hoog is, moet voor extra koeling worden gezorgd (bijv. door inbouw van een ventilator). Wanneer door de montage van PTO s delen van de motorinkapseling moeten worden verwijderd, dan moeten die door eigen aangepaste delen worden vervangen. Er moet voor worden gezorgd dat de geluidsbelasting niet ontoelaatbaar hoog wordt. De instructies in het hoofdstuk Chassis wijzigen (in de brochures van de betreffende series), paragraaf Wijzigingen aan de motor moeten strikt worden nageleefd. PTO s zijn niet ontworpen voor radiale lagerbelastingen door ketting- of V-riemaandrijvingen. Daarom mogen kettingwielen of V-riempoelies niet rechtstreeks op de PTO worden gemonteerd. Wanneer aggregaten moeten worden aangedreven waarbij er gevaar voor overbelasting van de PTO bestaat, moet een overbelastingsbeveiliging worden ingebouwd. Dit geldt ook wanneer er maar af en toe koppelpieken optreden die de toegestane waarde overstijgen. Bij TG-voertuigen kunnen in een MAN-werkplaats via de standaardinterface toerental- en/of koppelbegrenzingen worden geconfigureerd en bedraad. Een gedetailleerde beschrijving van de interfaces, pinbezetting en informatie over de configuratie vindt u terug in de documentatie over de interfaces. Voor alle verwijzingen naar de draairichting geldt dat ze, zoals gebruikelijk in de machinebouw, betrekking hebben op de kijkrichting naar het asuiteinde, dus op de uitgaande zijde. Het toerental aan uitgaande zijde wordt berekend op basis van het toerental van de motor, vermenigvuldigd met de toerentalfactor van de betreffende PTO. Belangrijke aanwijzing Niet toegestaan zijn: Motortoerentallen < 800/min bij een PTO die is ingeschakeld en die onder belasting staat Even overbrengingsverhoudingen zoals :, :2, enz., omdat dan resonantietrillingen kunnen ontstaan. Bij motortoerentallen <800/min kunnen omwille van ongunstige omstandigheden in combinatie met cardanassen aan de PTO een hoge geluidsbelasting en trillingen ontstaan. 4 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

7 . Berekening van vermogen en koppel Om een PTO correct te kiezen zijn de volgende gegevens nodig van het aggregaat dat moet worden aangedreven: vereist vermogen, koppel draairichting inschakelduur het toerental schokcoëfficiënten. Het uitgangskoppel dat wordt vermeld bij koppelings- en motorafhankelijke PTO s die aan de versnellingsbak zijn gemonteerd, is gebaseerd op een nominaal toerental van 500 omw/min. aan de PTO. Bij een hogere toerental is het uitgangskoppel lager. Als constante wordt hier het uitgangsvermogen bij 500 omw/min. gebruikt. Formule 0: Berekening van het nominale uitgangsvermogen P [kw] = M [Nm] n PTO [min - ] 9552 P = nominaal uitgangsvermogen in kilowatt M = toegestaan uitgangskoppel volgens het gegevensblad n PTO = toerental PTO hier nominaal toerental van.500 omw/min Via die constante kan het beschikbare uitgangskoppel bij hogere toerentallen worden berekend. Formule 02: Berekening van het uitgangskoppel bij nominale toerentallen > 500 omw/min M max [Nm] = P [kw] 9552 n PTO [min - ] M max = toegestaan uitgangskoppel bij een toerental > 500 omw/min P = nominaal uitgangsvermogen in kilowatt (in vorige stap berekend) n PTO = nominaal toerental PTO hier werkelijke toerental MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 5

8 Parallel gebruik van twee afneempunten Als bij een koppelingsspecifieke krachtafnemer met twee afneempunten beide afneempunten tegelijkertijd worden gebruikt, dan mag de hulpas van de transmissie niet overbelast raken. Hierbij moet rekening worden gehouden met de overbrenging van de krachtafnemer en de transmissie. Als bijv. het afneemkoppel van het bovenste afneempunt compleet moet worden benut, resteert er voor het onderste afneempunt een koppel van minder dan de maximaal toegestane belastbaarheid ervan. Formule 03: Berekening van het resterende koppel op de hulpas f o MVR = M V - ٠ M o f v M o = afneemkoppel op het bovenste afneempunt M V = maximaal toegestaan afneemkoppel op de hulpas M VR = resterend koppel op de hulpas f o = toerentalfactor van het bovenste afneempunt f V = overbrenging van de hulpas Via het resterende koppel op de hulpas kan het op het onderste afneempunt maximaal afneembare afneemkoppel worden berekend. Formule 04: Berekening van het toegestane afneemkoppel op het tweede afneempunt f u M u = M VR ٠ f v M u = maximaal toegestaan afneemkoppel op het onderste afneempunt M VR = resterend koppel op de hulpas f u = toerentalfactor van het onderste afneempunt f V = overbrenging van de hulpas Als het afneemkoppel op het onderste afneempunt volledig wordt benut, kan het resterende maximaal toegestane afneemkoppel op het bovenste afneempunt analoog met de bovenstaande formules worden bepaald. De voor de berekening noodzakelijke waarden kunnen op onder de rubriek Krachtafnemer op transmissie worden bepaald. 6 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

9 .2 Cardanasaansluiting op de PTO Voor de cardanasaansluiting gelden de basisprincipes die zijn gedefinieerd in de paragraaf Cardanassen van het hoofdstuk Chassis wijzigen (in de brochures van de betreffende series). Voor de buighoeken gelden zowel voor kruiskoppelingen als voor homokinetische koppelingen de volgende voorwaarden: Buighoek 7, een tolerantie van + is toegestaan Absoluut hoekverschil tussen de buighoeken van een as, er moet worden gestreefd naar 0. Afbeelding 0: Geometrie cardanassysteem voor PTO s T_364_000007_000_G ) Versnellingsbak 2) Aggregaat 3+4) Flenzen moeten parallel zijn uitgelijnd 5) Buighoek MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 7

10 Bij het bepalen van de lengte van de cardanas moet rekening worden gehouden met een eventueel te monteren elastische koppeling. De vermelde waarden gelden zowel voor het vlakke als voor het ruimtelijke cardanassysteem. Bij het ruimtelijke cardanassysteem moet de ruimtelijk resulterende buighoek als basis worden genomen. Uitzonderingen op de vermelde waarden moeten uitdrukkelijk door MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ) worden goedgekeurd. Cardanassen die zijn aangebracht in het omgangs- en werkbereik van personen moeten bekleed of afgedekt zijn. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om individuele dwarsbalken aan te passen om een geleiding van de cardanas in een toegelaten hoek te garanderen. MAN biedt hiervoor eigen oplossingen aan. Bij de TGL/TGM-serie bestaat bijv. de mogelijkheid om een in de hoogte regelbare portaaldwarsbalk te monteren. Wanneer bij uitlevering één of meer PTO s op de versnellingsbak zijn gemonteerd, kan de e chassisdwarsbalk (portaaldwarsbalk) achter de versnellingsbak in de hoogte regelbaar uitgevoerd zijn. Op die manier kan bij het installeren van een cardanassysteem aan de PTO rekening worden gehouden met een toegestane maximale buighoek van 7 (+ tolerantie). In de standaardstand steekt de dwarsbalk met schroefkop tot 00 mm boven de bovenkant van het chassis uit. De in hoogte regelbare dwarsbalk kan ook achteraf worden ingebouwd (bijv. bij het achteraf monteren van een PTO). Wanneer geen van deze oplossingen in aanmerking komt, moeten de voorziene maatregelen vooraf door MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ) worden goedgekeurd. Afbeelding 02: In de hoogte regelbare portaaldwarsbalk bij PTO aan versnellingsbak x 4x 30 T_327_000003_000_G ) Rijrichting 8 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

11 .2. Aansluiting cardanas aan krachtafnemer bij MAN transmissies In afwijking van de in het vorige hoofdstuk beschreven, door ZF geproduceerde transmissies zijn er bij de koppelingsafhankelijke krachtafnemers bij de transmissie MAN TipMatic 2+2 de volgende wijzigingen.en. Beoordeling van de oneenparige beweging Voor een zo trillingsvrij mogelijke werking van de cardanasstreng moet op een juiste uitlijning van de kruiskoppelingen worden gelet: Afbeelding 03: cardanas Juiste rotatiestand van de cardanassen Verdraaide kruiskoppelingen De beoordeling van de oneenparige beweging wordt uitgevoerd aan de hand van een simpele formule, waarin de cardanasbuighoeken α en α 2 worden ingevuld. Bij de juiste uitlijning van de kruiskoppelingen luidt deze formule: Oneenparigheid= α 2 - α 2 2 Als de kruiskoppelingen verdraaid gemonteerd zijn, moet de volgende formule worden gebruikt: Oneenparigheid= α 2 + α 2 2 De oneenparigheid mag, om trillingsproblemen te voorkomen, niet groter zijn dan +25 en niet kleiner dan -25. De kruiskoppelingshoeken moeten groter zijn dan, omdat kleinere hoeken drukschade aan de kruiskoppelingen kunnen veroorzaken, wat leidt tot een kortere levensduur. De hoeken zijn juist ingesteld als α = α 2. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 9

12 Buighoeken en toegestaan afneemkoppel Te grote cardanasbuighoeken beperken het max. toegestane afneemkoppel van de krachtafnemer. Het max. toegestane afneemkoppel mag alleen worden afgenomen als de cardanasbuighoek niet groter is dan 7. Bij grotere cardanasbuighoeken wordt het max. toegestane afneemkoppel beperkt tot de in het onderstaande diagram aangegeven waarde. Afbeelding 04: Diagram: hoogst mogelijk koppel van de krachtafnemer 00% = hoogst mogelijk koppel van de krachtafnemer. T_39_000003_000_D 0 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

13 2.0 Regelen van het motortoerental Over het algemeen is het van de motor gevraagde vermogen niet constant; niet bij het rijden en niet bij het gebruik van aggregaten. De variërende vermogensbehoefte bij constant werktoerental moet door het veranderen van de ingespoten hoeveelheid brandstof worden gecompenseerd. Bij constant toerental geldt dus: minder vermogen - minder brandstof meer vermogen - meer brandstof. Afhankelijk van de opbouw en de toepassing van het voertuig wordt van de PTO en daardoor ook van de motor een minimaal, constant of maximaal toerental gevraagd. Meestal moet gelijktijdig aan meerdere eisen worden voldaan. Bij alle MAN-dieselmotoren worden het toerental en de belasting geregeld met EDC (EDC= Electronic Diesel Control). Ingrepen door het opbouwbedrijf gebeuren via de ZDR-interface (ZDR= Zwischendrehzahlregelung, tussentoerentalregeling). De ZDR kan ook via de KSM-module (KSM= Kundenspezifisches Steuermodul, klantspecifieke regelmodule) worden aangestuurd. Ingestelde toerentallen worden ook onder belasting gehandhaafd. De regelkwaliteit is altijd beter dan bij mechanische regelsystemen. Lagere toerentallen leiden bij het gebruik van een PTO niet per definitie tot een lager verbruik of een lagere geluidsbelasting. De motoren zijn geoptimaliseerd voor bepaalde bedrijfsomstandigheden die een economische en geluidsarme werking garanderen. 2. ZDR-regeling via Tempomat-bedieningscomponenten MAN-vrachtwagens en MAN-trekkers zijn uitgerust met een Tempomat-hendel voor de rijsnelheidsregeling. De Tempomat-functies kunnen ook via de knoppen op het multifunctionele stuurwiel worden geregeld. Bij snelheden <= 20 km/uur kan op die manier ook het motortoerental worden geregeld zonder in te grijpen in de ZDR-interface. Met de Memory-knop (Afbeelding 05 pos. / Afbeelding 06 pos. ) kan een constant toerental worden ingesteld. Met de bedieningsrichtingen + en - wordt een werktoerental tussen de hoogste en de laagste toerentalgrens ingesteld, dat tot het activeren van de Off-knop (Afbeelding 05 pos. 2 / Afbeelding 06 pos. 2) of andere uitschakelvoorwaarden (bijv. intrappen van het rempedaal) constant wordt gehouden. De toerentalwaarde kan met de Memory-knop permanent worden opgeslagen (knop in Afbeelding 05, pos., 2 seconden indrukken) en ook na een motorstop en/of een tussentijdse rit door kort indrukken van de Memory-knop (Afbeelding 05, pos. ) worden opgeroepen. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0

14 Afbeelding 05: Plaats en werking van de Tempomat-hendel T_255_00000_000_G 2 ) Memory-knop 2) Off-knop Afbeelding 06: Plaats en werking van het multifunctionele stuurwiel 2 ) Memory-knop 2) Off-knop T_464_000003_000_G 2 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

15 2.2 Toerentalregeling met de ZDR-interface Het EDC-regelapparaat kan worden geprogrammeerd voor de individuele aanpassing van de motorregeling bij het gebruik van PTO s. Het volgende kan worden ingesteld: Snelheden (bijv. verlaging van de topsnelheid bij het gebruik van een PTO) Tussentoerentallen Toerentalgrenzen bij gebruik van tussentoerentalregelingen (bijv. voor aggregaatbescherming) Regelgedrag en regelkarakteristiek Schakelvoorwaarden. Ingrepen vanuit de opbouwbesturing (bijv. schakelcommando s voor het instellen van een tussentoerental) en de registratie van de bedrijfstoestand aan opbouwzijde (bijv. parkeerrem, neutrale stand van de versnellingsbak, PTO-schakelaar) gebeuren via de ZDR-interface. Om gebruik te kunnen maken van de programmeerfuncties is de volgende informatie nodig: ZDR-interface (2000-series L2000, M2000 en F2000) Interface voor tussentoerentalregeling in voertuighoofdprocessor ZDR in FFR (standaard bij alle voertuigen van de TG-serie) Klantspecifieke regelmodule KSM (optie, standaard bij voertuigen van de TG-serie). Informatie Een gedetailleerde beschrijving van de FFR- en KSM-interface met toepassingsvoorbeelden en actuele documentatie over de hardware- en software-uitvoering vindt u terug in de brochure Interfaces TG. Houd er rekening mee dat bij uitlevering enkel de interface, maar geen bekabeling aanwezig is. Branchespecifieke parameters kunnen al in de fabriek worden geprogrammeerd wanneer de MAN-verkoper op tijd door het opbouwbedrijf wordt geïnformeerd over de gewenste waarden. Wijzigingen achteraf kunnen tegen vergoeding via het diagnosesysteem MAN-cats worden uitgevoerd. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 3

16 2.3 Starten en stoppen van de motor buiten de cabine Voor een aantal opbouwsystemen is het nodig dat de voertuigmotor ook buiten de cabine kan worden gestart of gestopt. Onafhankelijk van de regeling voor het tussentoerental (zie hierboven) biedt MAN een voorbereiding voor het starten en stoppen van de motor achter op het chassis aan. De inbouw van dit pakket gaat altijd gepaard met het volgende: Neutrale-standschakelaar van de versnellingsbak; de motor kan alleen worden gestart wanneer er geen versnelling is ingeschakeld Detectie van het parkeerremsignaal; de motor kan alleen worden gestart wanneer de parkeerrem is geactiveerd Startblokkeerrelais; een motor die al draait kan niet nog een keer worden gestart. De interface kan ook achteraf worden ingebouwd, maar hiervoor is wel een gedetailleerde kennis van de elektrische installatie resp. het elektronisch systeem en van het MAN-boordnet nodig. Wij raden daarom aan deze af fabriek te bestellen. De aansluitkabel is achter op het chassis ingerold. Wanneer tijdens gebruik het voertuig niet mag worden verplaatst, adviseren wij ook nog een versnellingsbakblokkering aan te brengen (zie hoofdstuk Versnellingsbakblokkering en neutrale-standschakelaar ). Voor de TGL/TGM-serie en de TGS/TGX-serie die momenteel beschikbaar zijn, wordt naast de voorbereiding achter op het chassis ook een voorziening voor het starten en stoppen van de motor onder de voorklep aangeboden. De werking is identiek aan de voorbereiding achter op het chassis. Er is echter geen kabelbundel naar de achterzijde van het chassis geplaatst. Bij start- en stopvoorzieningen die door het opbouwbedrijf zelf zijn ontwikkeld, moeten de instructies in de afzonderlijke documentatie over de interfaces strikt worden nageleefd. 4 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

17 2.4 Versnellingsbakblokkering en neutrale-standschakelaar Bij bepaalde types van voertuigen/opbouwsystemen moet worden gegarandeerd dat de PTO enkel kan worden ingeschakeld wanneer er geen versnelling is ingeschakeld. Dit is mogelijk met behulp van een neutrale-standschakelaar. Door middel van een versnellingsbakblokkering wordt ook geanticipeerd op het omgekeerde geval, namelijk dat een bepaalde versnelling niet kan worden geschakeld, wanneer er reeds een PTO is ingeschakeld. De MAN-versnellingsbakblokkering werkt als een exclusieve OF-schakeling, d.w.z. of de versnelling of de PTO kan worden ingeschakeld, maar niet allebei tegelijk. Bij voertuigen met een handgeschakelde versnellingsbak gebeurt de versnellingsbakblokkering mechanisch; bij voertuigen met automatische versnellingsbak (TipMatic) gebeurt de versnellingsbakblokkering via software-parameters. Waarschuwing Wij raden aan om het voertuig uit te rusten met een versnellingsbakblokkering wanneer het voertuig voorzien moet zijn van een toerentalregeling en/of een motorstart buiten de cabine en het voertuig niet kan of mag worden verplaatst. Afbeelding 07: Versnellingsbakblokkering bij handgeschakelde versnellingsbak ) Versnellingsbakblokkering T_327_00000_000_G Als er achteraf een mechanische schakelblokkering wordt geïnstalleerd, moet voordat het voertuig in bedrijf wordt gesteld de werking als volgt worden gecontroleerd: Transmissie bevindt zich in de neutraalstand Bij de blokkeerklep moet voorraadlucht aanwezig zijn als de krachtafnemer geactiveerd is Controle van de wegrijversnellingen - Versnelling inschakelen als de versnelling niet ingeschakeld kan worden, werking in orde - Versnelling 2 inschakelen als de versnelling niet ingeschakeld kan worden, werking in orde - Versnelling 3 inschakelen als de versnelling niet ingeschakeld kan worden, werking in orde - Versnelling 4 inschakelen als de versnelling niet ingeschakeld kan worden, werking in orde - Versnelling R inschakelen als de versnelling niet ingeschakeld kan worden, werking in orde Als er een versnelling ingeschakeld kan worden werking niet in orde Materieel voorschrift De uitvoerende werkplaats is verantwoordelijk voor een vakkundige montage en de functiecontrole van de schakelblokkering. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 5

18 2.5 Stationair en instationair bedrijf Waarschuwing Wij raden aan om het voertuig uit te rusten met een versnellingsbakblokkering wanneer het voertuig voorzien moet zijn van een toerentalregeling en/of een motorstart buiten de cabine en het voertuig niet kan of mag worden verplaatst. Standaard zijn PTO s aan het uiteinde van de versnellingsbak instationair uitgevoerd. Dit wil zeggen dat de PTO ook tijdens het rijden in startversnelling kan worden gebruikt. Wanneer de versnellingsbakblokkering wordt geactiveerd, wordt de PTO overgeschakeld naar stationair bedrijf. De PTO kan dan enkel in stilstand worden gebruikt. Wanneer meer dan één PTO is gemonteerd, kunnen die zowel als stationaire of instationaire PTO worden geconfigureerd. Wanneer een stationair geconfigureerde PTO in werking is, is het niet mogelijk om een versnelling in te schakelen, onafhankelijk van het feit of een andere, als instationair geconfigureerde PTO aanwezig of in werking is. Wanneer enkel instationair geconfigureerde PTO s in werking zijn, kan een startversnelling worden ingeschakeld en kan het voertuig worden bewogen. Inschakelen van een versnelling en van versnelling veranderen is enkel mogelijk wanneer het voertuig stilstaat. 2.6 Regeneratie van het dieselroetfilter (DPF) Afhankelijk van het gebruik van het voertuig is een regelmatige regeneratie van het dieselroetfilter nodig. In het dieselroetfilter (DPF) worden de roetdeeltjes verzameld en in CO 2 omgezet. Dit proces wordt regeneratie genoemd. Hiervoor is een hoge uitlaatgastemperatuur voor het DPF nodig. De regeneratie vindt normaal gesproken automatisch plaats tijdens het rijden en wordt niet opgemerkt. In specifieke gevallen, bijvoorbeeld het verhuren van voertuigen met telescoopplatform, kan het zinvol zijn om een regeneratie van het DPF te kunnen uitvoeren, ook als dat nog niet nodig is. Voor voertuigen van de series TGL en TGM heeft MAN hiervoor een oplossing die achteraf kan worden ingebouwd. De betreffende werkwijze en aanvullende instructies zijn beschreven in de service-informatie 609TA. Bij voertuigen die overwegend stationair worden gebruikt en normaal gesproken van buiten de cabine uit worden bediend, bestaat de mogelijkheid een melding over een noodzakelijke regeneratie van het DPF als zendbericht via de opbouw-can aan de bedieningseenheid te sturen en daar te laten weergeven. Gedetailleerde informatie is te vinden in de elektrische interfacebeschrijving van de klantspecifieke regelmodule (KSM) vanaf stap 2. 6 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

19 3.0 Technische beschrijving van de PTO s Informatie Wij wijzen erop dat de PTO-uitvoeringen die in de opbouwrichtlijnen worden beschreven, eventueel niet af fabriek ter beschikking staan. De lijst met PTO s die standaard verkrijgbaar zijn, vindt u terug in de meest recente versie van onze verkoopdocumentatie. Met het oog op een wijziging in het gebruik van het voertuig of een stijging van de doorverkoopwaarde adviseren wij om het voertuig uit te rusten met een elektrische voorbereiding voor de latere montage van een PTO. 3. MAN-PTO s MAN produceert zelf de volgende PTO s: V-riempoelie, motorafhankelijk, zie paragraaf 3.. voor beschrijving PTO op tweecilinder-luchtcompressor, motorafhankelijk, zie paragraaf 3..2 voor beschrijving PTO op nokkenas of PTO aan vliegwielzijde, motorafhankelijk, zie paragraaf 3..3 voor beschrijving PTO op tussenbak, al naargelang de schakelstand afhankelijk van de motor, van de versnellingsbak of van de afgelegde afstand, zie paragraaf 3..4 voor beschrijving. 3.. V-riempoelie Op het voorste krukasuiteinde kan bij motor D08 een tweegroefs V-riempoelie worden gemonteerd met een werkdiameter van dw = Ø 242 mm. Deze poelie wordt af fabriek gebruikt in combinatie met een hydraulische pomp, in rijrichting gezien rechts ingebouwd. Bovendien bevindt zich op de krukas van voertuigen met airconditioning een multi-v-riempoelie met een werkdiameter van dw = Ø 224,8 mm voor de aandrijving van de airco-compressor. L2000 / M2000: Bij de uitvoering met airconditioning bevindt zich op deze aftakplaats de compressor van de airconditioning. TGL/TGM: Airconditioning en PTO kunnen worden gecombineerd. Als overbrenging kunnen smalle V-riemen volgens DIN 7753 (airco-compressor) of volgens internationale norm ISO 2790 worden gebruikt. Om het vermogen te berekenen moeten de instructies van DIN 7753, deel 2 of van de fabrikant van de V-riem worden gevolgd. MAN kan af fabriek verschillende door V-riemen of multi-v-riemen aangedreven aggregaten leveren. Dit zijn vooral hydraulische pompen. Het volledige gamma vindt u terug in onze verkoopsystemen. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 7

20 Afbeelding 08: Hydraulische pomp aan een D08-motor T_327_000002_000_G ) Hydraulische pomp Tabel 0: Technische gegevens van hydraulische pompen voor aandrijving via V-riempoelie Motortype Toerentalcoëfficiënt Hydraulische pomp D08,75 Hydraulische pomp Hydraulische tandempomp Volume per omwenteling in cm³ Druk bij constant gebruik in bar , De af fabriek geleverde hydraulische pompen worden bevestigd aan het motorcarterjuk. Andere aggregaten kunnen ook aan het motorcarterjuk worden bevestigd, wanneer het gewicht van het aggregaat niet meer dan kg bedraagt. 8 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

21 3... Aanbouwconsoles Voor naderhand inbouwen van aggregaten die via een V-riemaandrijving aan de voorkant van de motor worden aangedrevn, is bij motoren van het type D08 als fabrieksoplossing een aanbouwconsole beschikbaar. Naderhand inbouwen is mogelijk. D08-motoren met emissiestandaard EURO 5, EEV en EURO 6 (zonder SCR only Technologie) MAN artikelnummers en montage-instructies voor naderhand inbouwe zijn weergegeven op tekening Deze tekening is verkrijgbaar bij MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ). D08-motoren met emissiestandaard EURO 6 met SCR only Technologie MAN artikelnummers en montage-instructies voor naderhand inbouwe zijn weergegeven op tekening Deze tekening is verkrijgbaar bij MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Achteraf inbouwen bij motoren met emissiestandaard EURO 6 met SCR only technologie is lasteriger, omdat daarvoor het oliecarter moet worden vervangen. Daarom wordt aanbevolen om deze uitvoering rechtstreeks af fabriek te bestellen. Bij beide varanten gelden de volgende raamvoorwaarden: Max. toel. opgenomen vermogen: 0 kw max. gewicht aggregaat (incl. tussenplaat): 40 kg Raadpleeg de genoemde tekeningen voor meer informatie. Afbeelding 09: Bevestigingsbeugel D08 SCR only T_026_00000_000_G MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 9

22 3..2 PTO op luchtcompressor Bij 6-cilindermotoren van de D28-serie (series F2000, E2000 en TGA tot bouwjaar 2003) met tweecilinderluchtcompressor is het mogelijk om hydraulische pompen via een flens rechtstreeks op het voorste uiteinde van de luchtcompressor te monteren. Afbeelding 0: Afbeelding links: Positie PTO op voorste uiteinde van tweecilinder-luchtcompressor bij motor D28 Euro 3 Afbeelding rechts: Voorbeelden van hydraulische pompen op voorste uiteinde van tweecilinder-luchtcompressor bij motor D28 Euro T_327_000004_000_G T_327_000005_000_G ) Dynamo 2) Koelmediumcompressor airco cabine 3) PTO op tweecilinder-luchtcompressor 4) Individuele pomp 5) Pomp voor hydraulische besturing 6) Tandempomp MAN kan af fabriek verschillende hydraulische pompen monteren op het voorste uiteinde van de luchtcompressor. Voor meer informatie over het verkoopprogramma in uw land kunt u contact opnemen met de MAN-verkoper of de MAN-vestiging (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Tabel 02: Technische gegevens van hydraulische pompen voor montage op luchtcompressor bij motor D28 Motortype Toerentalcoëfficiënt Hydraulische pomp D28,5 Volume per omwenteling in cm³ Druk bij constant gebruik in bar Hydraulische pomp Hydraulische tandempomp Bij 6-cilindermotoren van de D20/D26-serie (series TGA, TGS en TGX) met een- en tweecilinderluchtcompressor is het mogelijk om hydraulische pompen via een flens rechtstreeks op het voorste uiteinde van de luchtcompressor te monteren. Hiervoor is een luchtcompressor met een tweede uitgaande as nodig. De tweede uitgaande as kan niet achteraf worden gemonteerd. Bij een montage achteraf moet de luchtcompressor worden vervangen. Er is een voorbereiding voor latere aanbouw van pompen op de luchtcompressor verkrijgbaar; deze kan bij de fabriek worden besteld. 20 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

23 Voor het aanbouwen van niet af fabriek geleverde en vrijgegeven hydraulische pompen moet de beschikbare ruimte door het opbouwbedrijf worden gecontroleerd. 3D-Modellen voor controle van de inbouwruimte zijn bij MAN verkrijgbaar (zie voor het adres hierboven onder Uitgever ). MAN kan af fabriek verschillende hydraulische pompen monteren op het voorste uiteinde van de luchtcompressor. Voor meer informatie over het verkoopprogramma in uw land kunt u contact opnemen met de MAN-verkoper of de MAN-vestiging (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Tabel 03: Technische gegevens van hydraulische pompen voor montage op luchtcompressor bij motor D20/D26 Motortype Toerentalcoëfficiënt Hydraulische pomp D20 en D26,94 Hydraulische pomp Hydraulische tandempomp Volume per omwenteling in cm³ Druk bij constant gebruik in bar , , ,5 230 De eencilinder-luchtcompressor levert het volgende koppel: Aftakpunt onder: max. 80 Nm Tabel 04: Technische gegevens van hydraulische pompen voor montage op tweecilinderluchtcompressor bij motor D20/D266 Motortype Toerentalcoëfficiënt Hydraulische pomp D20 en D26,94 Hydraulische pomp Hydraulische tandempomp Volume per omwenteling in cm³ Druk bij constant gebruik in bar , ,5 230 De tweecilinder-luchtcompressor levert het volgende koppel: Aftakpunt onder: max. 80 Nm Informatie Bij 6-cilinder motoren uit de serie D38 kunnen er geen hydraulische pompen op de luchtcompressor worden aangebouwd.. Let op: bij uitlevering van het voertuig zijn de hydraulische pompen op de luchtcompressor niet verbonden met de uitgaande as van de luchtcompressor. Daarvoor moeten eerst de meeneemschijven wordt gebruikt die zich in het voertuig bevinden. Op die manier wordt drooglopen van de pomp en eventuele schade als gevolg daarvan vermeden. In optie is bij MAN een hydraulische installatie met dubbel circuit (bijv. voor gebruik van een sneeuwploeg en strooier) verkrijgbaar. Bij voertuigen met MAN HydroDrive is aan de onderste uitgaande as de voedingspomp voor de hydrostatische aandrijving gemonteerd. Het monteren van een extra hydraulische pomp is in dat geval niet mogelijk. Bij voertuigen die zijn uitgerust met Air Pressure Management (APM) - dus met automatische uitschakeling van de luchtcompressor - is momenteel het monteren van PTO s aan de luchtcompressor niet mogelijk. Voor eventuele wijzigingen verwijzen we naar onze verkoopsystemen. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 2

24 3..3 Nokkenasaandrijving, PTO aan vliegwielzijde (SSNA) Het aftakpunt bevindt zich aan het achterste uiteinde van de motor. Deze PTO s zijn niet schakelbaar. Het opbouwbedrijf kan echter wel een elektromagnetische koppeling in het cardanassysteem monteren. De PTO op nokkenas is leverbaar voor motoren met code D28 (series F2000, E2000 en TGA tot bouwjaar 2003). De SSNA is leverbaar voor de 6-cilinder motoren met code D38 (serie TGX), D20/D26 (serie TGA, TGS/TGX) en D08 (serie TGL en TGM). Achteraf monteren van de SSNA is niet mogelijk. Voor de motoren D38/D20/D26 is een voorbereiding voor de SSNA verkrijgbaar. De bijbehorende adapters voor aansluiting op de cardanas of voor rechtstreekse montage van de pomp kunnen dan eenvoudig achteraf worden gemonteerd. Bij de uitvoeringen voor rechtstreekse montage van een pomp moet met het volgende rekening worden gehouden: Bij aanbouw van aggregaten (bijv. hydraulische pompen) op de SSNA mag het betreffende maximale gewichtsmoment niet worden overschreden. Bij het berekenen van het gewichtsmoment moet met het gewicht van de pomp, de appendages, de slangen en de aanwezige hydrauliekolie rekening worden gehouden. Aggregaten met een hoger gewichtsmoment moeten op gepaste wijze worden ondersteund. Opmerkingen over de ondersteuning van op de PTO aan vliegwielzijde aangebouwde hydraulische pompen vindt u in hoofdstuk Belangrijke aanwijzing Vóór montage van de pomp moet de as/naaf-verbinding uitvoerig met hoogtemperatuurvet volgens MAN-fabrieksnorm MAN 284 Li-H2 worden ingevet. Er mag geen metaalhoudende pasta (koper, aluminium, enz.) worden gebruikt. 22 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

25 Milieuvoorschrift Opgelet! Het flensoppervlak voor de pompaansluiting is behandeld met beschermende was. Vooraleer de pomp wordt gemonteerd, moet dit oppervlak met een in de handel verkrijgbaar reinigingsmiddel op basis van oplosmiddelen (bijv. terpentine) worden gereinigd. De plaatselijk geldende voorschriften voor afvalverwerking moeten strikt worden nageleefd. Toegang tot de MAN-fabrieksnormen is mogelijk via Registreren is vereist. Bij de uitvoeringen met aftakflens moet met het volgende rekening worden gehouden: Er moet beslist worden gelet op de maximaal toegelaten buighoek van de cardanas van 7 (zie ook paragraaf Cardanasaansluiting op PTO ) en op een schok- en trillingsvrij bedrijf. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om individuele dwarsbalken aan te passen om een geleiding van de cardanas in een toegelaten hoek te garanderen. MAN biedt hiervoor eigen oplossingen aan. Wanneer geen van deze oplossingen in aanmerking komt, moeten de voorziene maatregelen vooraf door MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ) worden goedgekeurd. Bij MAN zijn op de SSNA passende elastische dubbele flenskoppelingen verkrijgbaar. Bij de aandrijving van aggregaten met een hoge stootfactor Mmax / Mmin 2 moeten deze beslist worden ingebouwd. Verder wordt deze flenskoppeling aanbevolen voor alle andere opbouwsystemen om geluiden, resonanties en overbelasting tegen te gaan. De dubbele flenskoppeling moet tussen de PTO en het aan te drijven aggregaat (aan aggregaatzijde) worden gemonteerd. Gegevens van een PTO SSNA bij motor D38: Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-B (2-gats) met 300 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding ) Pompaansluiting, profiel met inwendige vertanding ANSI B92., 5T, 6/32 DP Toerental =,42 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal nominaal koppel 300 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 420 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 23

26 Afbeelding : SSNA bij motor D38 voor rechtstreekse montage van een pomp 46 ± 0,5 2,5 365 Ø 0,6 G8 69 T_327_000030_000_G ) Midden krukas Uitvoering voor directe pompmontage volgens DIN ISO 4 met 400 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 2): Pompaansluiting, profiel met vertanding DIN ISO 4 8x32x36 Toerental =,42 x motortoerental Toegelaten gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met appendages, bijv. hydraulische slangen, hydrauliekolie, enz.) Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal nominaal koppel 400 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 570 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 2: SSSNA bij motor D38 voor rechtstreekse montage van een pomp (DIN ISO 4) B 80 (40.7) (53) A 80 A B T_327_00004_000_G ) Midden krukas 24 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

27 Gegevens van een PTO op nokkenas bij motor D28 (zie Afbeelding 3): Flens Ø 00 6-gats 8 mm Toerental =,075 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste nokkenasaftakking Maximaal nominaal koppel 600 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 720 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 3: PTO op nokkenas bij motor D28 5 T_327_000006_000_G ) Midden krukas Gegevens van een PTO SSNA bij motor D20 en D26: Uitvoering met 650 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 4): Flens Ø 00 6-gats 8 mm Toerental =,233 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Bij toepassingen met een stootfactor >2 moet de door MAN aangeboden elastische flenskoppeling aan aggregaatzijde worden gemonteerd. Maximaal nominaal koppel 650 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 720 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 25

28 Uitvoering met 870 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 4) Flens Ø 00 6-gats 8 mm Toerental =,233 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Het is van cruciaal belang dat de door MAN aangeboden elastische flenskoppeling aan aggregaatzijde wordt gemonteerd. Maximaal nominaal koppel 870 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 950 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 4: SSNA bij motor D20 en D26 met aftakflens ,7 ) Midden krukas T_327_000007_000_G Uitvoering voor directe pompmontage volgens DIN ISO 4 met 400 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 5) Pompaansluiting, profiel met vertanding DIN ISO 4 8x32x36 Toerental =,233 x motortoerental Toegelaten gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met appendages, bijv. hydraulische slangen, hydrauliekolie, enz.) Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal nominaal koppel 400 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 570 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). 26 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

29 Afbeelding 5: SSNA bij motor D20 en D26 voor rechtstreekse montage van een pomp 80 2, T_327_00003_000_G ) Midden krukas MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 27

30 Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-A (2-gats) met 00 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 6) Pompaansluiting, profiel met inwendige vertanding ANSI B92., 9 T, 6/32 DP Toerental =,233 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal nominaal koppel 00 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 40 Nm bij kortstondig Afbeelding 6: SSNA bij motor D20 en D26 voor rechtstreekse montage van een pomp (SAE-A) 06.4 ± Ø 82.6 G8 60 T_327_000032_000_G ) Midden krukas 28 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

31 Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-B (2-gats) met 300 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 7) Pompaansluiting, profiel met inwendige vertanding ANSI B92., 3 T, 6/32 DP Toerental =,233 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal nominaal koppel 300 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 420 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 7: SSNA bij motor D20 en D26 voor rechtstreekse montage van een pomp (SAE-B) 46 ±0,5 2,5 336 Ø 0,6 G8 60 T_327_000033_000_G ) Midden krukas Gegevens krachtafnemer bij vliegwiel SSNA bij motor D5: Variant met 870 Nm max. afneemkoppel bij continubedrijf (zie Afbeelding 8) Flens Ø 00 6 gaten 8 mm Toerental =,27 x motortoerental Draarichting gelijk aan motordraairichting, in de rijrichting gezien links Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens de opbouw van het toerental zijn tijdelijk ook toerentallen mogelijk < 800 /min, waarbij er op moet worden gelet dat het maximaal toegestane koppel niet wordt overschreden door toerentalafwijkingen. De inbouw aan de kant van het aggregaat van de af fabriek aangeboden elastische flenskoppeling is dwingend vereist. Maximaal toelaatbare toerentalversnelling 800 (t/min)/s Maximaal nominaal toerentalkoppel 870 Nm bij continubedrijf Maximaal piekkoppel 000 Nm voor korte bedrijfsperioden (een korte bedrijfsperiode is gedefineerd als max. 3 min per bedrijfsuur). MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 29

32 Afbeelding 8: SSNA bij motor D5 met flens uitgaande as ( ) 69 88,3 342 T_327_000047_000_G ) Midden krukas 30 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

33 Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-A (2-gats) met 00 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 9) Pompaansluiting, tandnaafprofiel ANSI B92., 9 T, 6/32 DP Toerental =,27 x motortoerental Toelaatbaar gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met instrumenten bijv. hydraulische slangen, hydraulische olie enz.) Draarichting gelijk aan motordraairichting, in de rijrichting gezien links Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens de opbouw van het toerental zijn tijdelijk ook toerentallen mogelijk < 800 /min, waarbij er op moet worden gelet dat het maximaal toegestane koppel niet wordt overschreden door toerentalafwijkingen. Maximaal nominaal toerentalkoppel 00 Nm bij continubedrijf Maximaal piekkoppel 40 Nm voor korte bedrijfsperioden (een korte bedrijfsperiode is gedefineerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 9: SSNA bij motor D5 met flens uitgaande as (SAE-A) ( ) 69 7,5 342 T_327_000048_000_G ) Midden krukas Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-B (2-gats) met 300 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 20) Pompaansluiting, tandnaafprofiel ANSI B92., 3 T, 6/32 DP Toerental =,27 x motortoerental Toelaatbaar gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met instrumenten bijv. hydraulische slangen, hydraulische olie enz.) Draarichting gelijk aan motordraairichting, in de rijrichting gezien links Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens de opbouw van het toerental zijn tijdelijk ook toerentallen mogelijk < 800 /min, waarbij er op moet worden gelet dat het maximaal toegestane koppel niet wordt overschreden door toerentalafwijkingen. Maximaal nominaal toerentalkoppel 300 Nm bij continubedrijf Maximaal piekkoppel 420 Nm voor korte bedrijfsperioden (een korte bedrijfsperiode is gedefineerd als max. 3 min per bedrijfsuur). MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 3

34 Afbeelding 20: SSNA bij motor D5 voor directe pompaanbouw (SAE-B) ( ) 69 78,5 342 T_327_000049_000_G ) Midden krukas 32 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

35 Gegevens van een PTO SSNA bij motor D08: De SSNA is bij de TGL/TGM-series enkel mogelijk met C-cabine of met dubbele cabine. Bij voertuigen vanaf emissienorm Euro 6 is de SSNA onafhankelijk van de cabine verkrijgbaar. Uitvoering tot Euro 4 (zie Afbeelding 2): Flens Ø 00 6-gats 8 mm Toerental =,95 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Maximaal nominaal koppel 300 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 350 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Uitvoering tot Euro 5 (zie Afbeelding 2): Flens Ø 00 6-gats 8 mm Toerental =,29 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Bij toepassingen met een stootfactor >2 moet de door MAN aangeboden elastische flenskoppeling aan aggregaatzijde worden gemonteerd. Maximaal nominaal koppel 600 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 720 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 2: Gegevens SSNA bij 6-cilinder motor D08 Ø84±0. Ø8, T_327_000024_0002_G ) Midden krukas MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 33

36 Uitvoeringen vanaf Euro 6: Uitvoering met aftakflens (zie Afbeelding 2): Flens Ø 00 6-gats 8 mm Toerental =,29 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Bij toepassingen met een stootfactor > 2 moet de door MAN aangeboden elastische flenskoppeling aan aggregaatzijde worden gemonteerd. Maximaal nominaal koppel 600 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 720 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-B (2-gats) (zie Afbeelding 22): Pompaansluiting, profiel met inwendige vertanding ANSI B92. (diameter van de naaf naar keuze 7/8 of, zie Afbeelding 23 en Tabel 05) Toerental =,29 x motortoerental Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal toegestane acceleratie in het zwaartepunt van de pomp 20 g Maximaal toegestane steunmoment op het tussenstuk: 50 Nm Maximale zwaartepuntsafstand van de aansluitflens: 60 mm Maximaal koppel 320 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 380 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 22: Uitvoering voor rechtstreekse aansluiting van een pomp volgens SAE-B bij 6-cilinder motor D08 46 l max = 60mm.. m T_327_000034_000_G ) Midden krukas 34 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

37 Afbeelding 23: Overzicht naafprofielen A ISO 30 Ø84 A T_327_000035_000_G Tabel 05: Naafprofielen Nominale diameter Pitch (module) P Ingrijphoek Aantal tanden Z 7/8 6/ / MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 35

38 3..4 Ondersteuning van op de PTO aan vliegwielzijde aangebouwde hydraulische pompen Een steun van de rechtstreeks op de SSNA gemonteerde hydraulische pomp op de transmissie is onder de hierna genoemde voorwaarden en alleen bij voertuigen van de reeksen TGS en TGX met motor D20, D26 of D38 toelaatbaar. Belangrijke aanwijzing Het gewichtsmoment van de hydraulische pomp (incl. olievulling, slangen en appendages) mag ook bij ondersteuning niet meer dan 50 Nm bedragen. Het maximaal toegestane uitgangskoppel blijft onveranderd 400 Nm bij continu gebruik (570 Nm voor kortstondig gebruik; maximaal 3 minuten per bedrijfsuur). Opmerkingen: Alleen de vrijgegeven bevestigingspunten voor montage van de ondersteuning mogen worden gebruikt. De opbouwfabrikant is verantwoordelijk voor een constructieve configuratie van de ondersteuning. De ondersteuning moet aan weerszijden plaatsvinden. Een houder die de pomp bijv. alleen aan de linkerzijde ondersteunt, is niet toegestaan. Er moet worden voorkomen dat de ondersteuning contact maakt met andere, deels bewegende voertuigonderdelen. De pomp moet door de ondersteuning exact horizontaal worden uitgelijnd. Er moet worden gezorgd voor een vervormingsvrije aanbouw. Een axiale krachtoverdracht naar de PTO is niet toegestaan. De lengte van de schroeven en de schroefdraad voor bevestiging van de ondersteuning op de versnellingsbak moet zodanig worden gekozen, dat er geen schade aan de versnellingsbak ontstaat. Schroefdraadboringen op de handgeschakelde versnellingsbak (ZF 6S Ecosplit Schroefdraadboringen op de koppelingsklok (bij voorkeur gebruiken) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 34 mm Aanhaalmoment max. 240 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt. 36 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

39 Schroefdraadboringen op de handgeschakelde versnellingsbak (ZF 6S Ecosplit) Schroefdraadboringen op het versnellingsbakhuis (naar keuze) Eisen aan de schroefverbinding Eis Inschroefdiepte Schroefdraad (pos.-3) Waarde Zie tekening zie tekening () M8, 8 mm (2) M8, 22 mm (3) M2, 22 mm 2 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt.. 3 Schroefdraadboringen op de automatische TipMatic versnellingsbak (ZF 2AS AS Tronic) Schroefdraadboringen op de koppelingsklok (in rijrichting rechts) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 34 mm Aanhaalmoment max. 240 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 37

40 Schroefdraadboringen op de automatische TipMatic versnellingsbak (ZF 2AS AS Tronic) Schroefdraadboringen op de koppelingsklok (in rijrichting links) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 34 mm Aanhaalmoment max. 240 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt. Schroefdraadboringen op de automatische TipMatic versnellingsbak (ZF 2AS AS Tronic) Schroefverbinding op de koppelingsklok (naar keuze) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Aanhaalmoment 50 Nm Schroefdraad (pos.) M0 De schroeven moeten een lengte hebben van in serie vervaardigde schroeven plus de materiaaldikte van de houder Schroefkwaliteit als van in serie vervaardigde schroef De houder mag slechts binnen het schroefoppervlak liggen. De versnellingsbak moet op olielekkage bij de schroefverbinding worden gecontroleerd. 38 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

41 Schroefdraadboringen in de geautomatiseerde TipMatic-transmissie (ZF 2TX TraXon) Schroefverbinding op het versnellingsbakhuis Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 25 mm Aanhaalmoment max. 225 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten bouten met voldoende treksterkte worden gebruikt Schroefdraadboringen in de geautomatiseerde TipMatic-transmissie (ZF 2TX TraXon) Schroefverbinding op het koppelingshuis Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Schroefdraad (pos.) M2 x,5 De houder moet gemaakt zijn van staa - Max. materiaaldikte 4mm - Lak met laagdikte 30µ - Geen KTL-coating (vanwege koppelafname) - Alternatief zink-nikkelcoating Voor de schroefverbinding mogen max. twee bouten worden gebruikt De losgedraaide bouten DIN960 M2 x,5 x 95 Z 300HV 0.9 MAN83 B (met geïntegreerde ring) moeten vervangen worden door twee bouten DIN960 M2 x,5 x MAN83 B (zonder ring) MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 39

42 3..5 PTO op tussenbak Bij de tweegangs-uitvoering van de tussenbak (met schakelbare terreinoverbrenging) kan in aanvulling op de aftakplaatsen voor voor- en achterassen een flens voor een PTO worden gemonteerd. Raadpleeg Tabel 08+ Tabel 09. voor tussenbakken waarop een PTO mogelijk is. De aftakplaats ligt aan de achterzijde van de tussenbak (zie Afbeelding 25+Afbeelding 26). De PTO kan onafhankelijk van de schakeling van de versnellingsbak en de aanvullende terreinversnelling in de tussenbak worden geschakeld. De PTO op de tussenbak kan ook bij een stilstaand voertuig worden gebruikt. Daarvoor moet een versnelling zijn ingeschakeld en moet de tussenbak in neutrale stand staan. Voertuigen met geautomatiseerde TipMatic-versnellingsbak ZF AS Tronic (2 AS-versnellingsbak) Bij voertuigen met 480 PS EURO 6-motor (D2676LF45) en automatische versnellingsbak (ZF AS Tronic) kan via de MAN-service de stationaire bediening van een PTO op de tussenbak worden gerealiseerd. Daarvoor is een parametrering van het voertuig en inbouw van een gewijzigde DNR-schakelaar nodig. Meer informatie hierover kan bij MAN worden aangevraagd (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Wij adviseren u om de af fabriek verkrijgbare olie/water-warmtewisselaar in te bouwen om de versnellingsbakolie te koelen. ZF TraXon (2 TX-versnellingsbak) Bij voertuigen vanaf maart 208 kan bij alle emissieniveaus zowel het stationaire als het niet-stationaire gebruik van een PTO op de tussenbak worden gerealiseerd (voor het niet-stationaire gebruik moeten andere factoren, zoals het toerentalverzoek, worden ingecalculeerd en gecontroleerd). Versnellingsbakken met een oudere softwareversie kunnen eventueel worden geüpdatet. Informatie hierover kan bij MAN worden aangevraagd (zie het adres hierboven onder Uitgever ). 40 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

43 Bij nieuwe voertuigen die standaard met een tussenbak zijn uitgevoerd, kan er op speciaal verzoek van de klant (KSW) een PTO op de tussenbak met schakelaar voor de neutrale stand worden besteld. Bij bestaande voertuigen die achteraf met een tussenbak-pto moeten worden uitgerust, kan de betreffende kabelboom achteraf worden ingebouwd en kan er een parametrering worden uitgevoerd. We adviseren de af fabriek beschikbare olie/water-warmtewisselaar voor het koelen van de versnellingsbakolie te monteren. De PTO op de tussenbak wordt geactiveerd via de interface PTO. Daardoor kan er slechts één extra koppelingsafhankelijke PTO bij het uiteinde van de versnellingsbak worden gebruikt. Inschakelen van de PTO op de tussenbak DNR-schakelaar op Neutraal (N) zetten Signaal Tussenbak in neutrale stand vereist PTO I activeren Als de motor stationair draait en het signaal PTO actief aanwezig is, wordt in de versnellingsbak de prise-directe (2e versnelling bij DD, e versnelling bij OD) ingeschakeld Rijkoppeling wordt automatisch gesloten Zowel het stationaire als het niet-stationaire gebruik kan worden geparametreerd. Bij stationaire parametrering kan de PTO alleen met aangetrokken handrem worden geactiveerd. Uitschakelen van de PTO op de tussenbak Er zijn twee mogelijkheden om de PTO op de tussenbak uit te schakelen: PTO I uitschakelen (koppeling gaat open, versnellingsbak schakelt in Neutraal) Rempedaal intrappen (drempelwaarde rempedaal 65% ingetrapt), koppeling gaat open, versnellingsbak schakelt in Neutraal Start/stop-functie motor bij gebruik van de PTO op de tussenbak Motorstop Motor gaat uit Koppeling gaat open Versnellingsbak schakelt in Neutraal Motorstart Motor start Nagaan of aan de inschakelvoorwaarden is voldaan Als er aan de inschakelvoorwaarden is voldaan, wordt weer de prise-directe ingeschakeld en wordt de koppeling gesloten. Beschrijving van de interface voor het achteraf inbouwen van een tussenbak met PTO-functie bij versnellingsbak TX. Hieronder vindt u de beschrijving van de elektrische interface voor het achteraf inbouwen van een tussenbak met PTO-functie bij versnellingsbak TX. De hier beschreven omvang is geen standaarduitrusting van het voertuig en moet volledig achteraf worden ingebouwd. Als voorbereiding adviseren we verkoopcode 308CB (elektrische voorbereiding voor het achteraf inbouwen van een PTO) mee te bestellen en overeenkomstig het volgende schakelvoorbeeld aan te passen. De beschreven functionaliteit kan in voertuigen met en zonder vierwielaandrijving worden geïnstalleerd. De parametrering en de bekabeling van de voertuigelektronica moeten altijd door een MAN onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 4

44 Belangrijke aanwijzing Gelijktijdig gebruik van de krachtafnemer op de MAN-tussenbak en van koppelingsafhankelijke krachtafnemers op het uiteinde van de transmissie (MAN TipMatic/ZF TraXon) is slechts beperkt mogelijk. De mogelijke combinaties zijn weergegeven in de volgende tabel. De tabel moet per rij worden gelezen. Alle genoemde opties moeten na elkaar worden gecontroleerd om de mogelijkheid van de gewenste variant te controleren. Tabel 06: controlematrix krachtafnemer op tussenbak bij tussenbak Man TipMatic / ZF TraXon PTO op tussenbak (Transmissie MAN TipMAtic / ZF TraXon) PTO op tussenbak aangedreven over transmissieconstante K PTO op tussenbak aangedreven over transmissieconstante K2 SSNA Koppelafhankelijke PTO op transmissie-einde Parallel gebruik PTO op tussenbak en koppelafhankelijke PTO op transmissie-einde Weer te geven Niet weer te geven Toelaatbaar voor houthakkersbedrijf * De krachtafnemer op de tussenbak moet op het transmissie-einde worden beveiligd tegen parallelgebruik met de koppelafhankelijke PTO. Gebruik van de PTO op de tussenbak via transmissieconstante K Even versnelling bij OD-transmissies (versnelling 2) Oneven versnelling bij OD-transmissies (versnelling ) Serie software, via KSW te bestellen Gebruik van de PTO op de tussenbak via transmissieconstante K2 oneven versnelling bij OD-transmissies (versnelling, directe versnelling) even versnelling bij OD-transmissies (versnelling 2, directe versnelling) Software alleen via klantendienst beschikbaar 42 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

45 Afbeelding 24 toont een schakelvoorbeeld voor de bekabeling op een voertuig zonder vierwielaandrijving. Voor voertuigen met vierwielaandrijving moet de bekabeling aan de hand van de KSW-documentatie van het betref- fende type worden geconfigureerd. Deze kan bij MAN worden aangevraagd (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Afbeelding 24: Schakelvoorbeeld voor voertuigen zonder vierwielaandrijving T_99_000032_0002_Z A24 PTM (Power Train Manager) Terugmelding / status PTO S237 Schakelaar PTO op tussenbak 2 PTO op tussenbak K Relais status PTO op tussenbak 3 Schakelaar voor neutrale stand tussenbak K2 Relais neutraalstandschakelaar 4 Schakelklep PTO K3 Relais PTO op tussenbak V Diode 5 Tussenbak met PTO en schakelaar voor de neutrale stand De schakelaar voor de PTO op de tussenbak (S237) heeft artikelnummer en de contacten voor de PTM hebben artikelnummer MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 43

46 Tabel 07: kabels en stekkers Aansluitstekker Kabelnummer Functie X996/ X996/ PTO -verzoek bijv. voor verzoek van de opbouw op dit punt mag geen last worden aangesloten. PTO -status/terugmelding (vereist voor PTO-weergave in het voertuig en verlaging van de luchtvering indien aanwezig) 4087 Neutrale stand tussenbak 4050 Controlelampje PTO Voeding klem Schakelaar PTO Aanwijzingen voor het gebruik van de PTO op de tussenbak Aansluiting magneetklep (bediening van de PTO) maximale belasting 2 A Gebruik van de PTO op de tussenbak in de achteruitversnelling bij een stilstaand voertuig is niet toegestaan. De oliepomp van de tussenbak voert alleen bij gebruik in de vooruitversnellingen olie aan. Om ervoor te zorgen dat de benodigde oliedruk voor de smering aanwezig is, moet de tussenbak voorafgaand aan de belaste werking ca. minuut lang zonder belasting bij 000 omw/min worden gebruikt. Om voldoende smering tijdens de belaste werking te garanderen, moet het toerental van de PTO minimaal 800 omw/min bedragen. Bij lage temperaturen moet de aandrijflijn voorafgaand aan het gebruik door te rijden met het voertuig worden warmgereden. De tussenbak mag worden gebruikt tot een omgevingstemperatuur van -40 C. Belangrijke aanwijzing Bij gebruik van de PTO in achterwaartse versnelling is geen toevoer van olie gegarandeerd, waardoor de tussenbak kan worden beschadigd. Momenteel wordt bij de keuze van een PTO op de tussenbak automatisch een extern koelpakket voor de koeling van de versnellingsbakolie gemonteerd. Onafhankelijk van het gebruik geldt het volgende: De PTO draait alleen als een versnelling is ingeschakeld. De draairichting van de PTO in vooruitversnelling is linksom. Tabel 08: PTO op tussenbak voor series die niet langer worden gebouwd, technische gegevens Tussenbak Serie Inbouw-tekening Tussenbak G000-2 G700-2 G73 G G253 L2000, M2000L/M F2000, E2000 / TGA F2000, E2000 / TGA Transmissie op de weg Transmissie op ruw terrein ,06, ,007,652 0,98,583 Toerentalcoëfficiënt PTO Toegelaten koppel PTO [Nm], Flens Ø [mm] Kruisvertanding Ø 55 4-gats M2x, 5x45 44 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

47 Afbeelding 25: PTO op tussenbak T_327_000008_000_G ) Indicatieschakelaar PTO (PTO ingeschakeld, contact gesloten) (maakcontact) 2) Persluchtaansluiting IV M2x.5/6 diep 3) Stuurbekrachtigingspomp 4) Indicatieschakelaar neutrale stand (bij neutrale stand gesloten) (maakcontact) 5) Indicatieschakelaar terreinversnelling (in terreinversnelling contact geopend) (verbreekcontact) 6) PTO 7) Aansluiting snelheidsmeter (bajonet aansluiting achteras) 8) Olieaftapopening SW 22 9) Olievulopening en oliepeilcontrole SW 22 Tabel 09: PTO op tussenbak voor huidige series, technische gegevens Tussenbak Serie Inbouw-tekening Tussenbak Transmissie op de weg Transmissie op ruw terrein G73 TGS ,007,652 G253 TGS ,98,583 Toerentalcoëfficiënt PTO Toegelaten koppel PTO [Nm], Flens Ø [mm] Kruisvertanding Ø 55 4-gats M2x, 5x45 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 45

48 Afbeelding 26: PTO op tussenbak T_327_000009_000_G ) Ingang 2) PTO 3) Uitgang naar vooras 4) Uitgang naar achteras De MAN-PTO op de tussenbak is: afhankelijk van de versnellingsbak wegafhankelijk. Toepassing afhankelijk van de versnellingsbak: Als de PTO op de tussenbak nodig is bij een stilstaand voertuig, moet de schakeling van de tussenbak in de neutrale stand worden gezet. De overbrengingsverhouding bij stilstaand voertuig wordt weergegeven door het inschakelen van een willekeurige versnelling in de versnellingsbak. Daardoor komt de overbrenging van de PTO bij stilstaand voertuig overeen met de betreffende versnellingsoverbrenging van de tussenbak. 2. Toepassing afhankelijk van de weg: Hulpwerktuigen die afhankelijk van de afgelegde afstand een bepaald aantal toeren moeten maken, moeten worden aangedreven door een wegafhankelijke PTO. Aangezien met de tussenbak zowel de groepen van de weg- als de terreinversnellingen worden weergegeven, zijn dus met de wegafhankelijke PTO twee verschillende overbrengingen te selecteren. Het wegafhankelijke gebruik van de PTO is afhankelijk van: de overbrenging van de tussenbak (geselecteerde weg- of terreinversnelling) de overbrenging van de aandrijfas(sen) de bandenmaat. Een maat voor de overbrenging is de opgave van het aantal PTO-omwentelingen per meter afgelegde weg, resp. als reciproque waarde de afgelegde wegafstand in meters per PTO-omwenteling. De tussenbak of het toerental van de motor staat bij de wegafhankelijke toepassing in geen enkel oorzakelijk verband met de overbrenging van de PTO. 46 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

49 3.2 PTO s op de versnellingsbak 3.2. Onderscheid PTO s kunnen onderscheiden worden op basis van: de gebruiksduur - kortstondig gebruik < 30 min - kortstondig gebruik < 60 min - continu gebruik >= 60 min. de afhankelijkheid van de krachtstroom - koppelingsafhankelijke PTO - motorafhankelijke PTO Koppelingsafhankelijke PTO s Koppelingsspecifieke krachtafnemers op de ZF transmissie Via de hoofdas (ook wel de ingaande as van de versnellingsbak) wordt bij draaiende motor en ingeschakelde koppeling al een tandwielpaar van de versnellingsbak aangedreven. Daardoor draait de secundaire as van de versnellingsbak mee. Wanneer de koppeling wordt ingetrapt, blijft door de inwendige weerstand van de versnellingsbak de secundaire as staan. In deze bedrijfstoestand kan de PTO worden ingeschakeld. Als het voertuig af fabriek met twee koppelingsafhankelijke PTO s wordt geleverd, is de bovenste positie PTO aan PTO toegewezen. PTO 2 is bezet door de onderste positie PTO. Afbeelding 27: Bezetting posities PTO s 2 T_327_000042_000_G ) PTO I altijd BOVEN 2) PTO II altijd ONDER MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 47

50 De overbrengingsverhouding tussen motor en versnellingsbak wordt bepaald door de overbrenging van het tandwielpaar hoofdas naar secundaire as. Wanneer PTO s met dezelfde constructie op verschillende versnellingsbakken zijn gemonteerd, dan hebben die door de verschillende basisoverbrengingen van de versnellingsbakken verschillende toerentalcoëfficiënten (f). Koppelingsafhankelijke PTO s die aan het uiteinde van de versnellingsbak zijn gemonteerd kunnen - wanneer de bijbehorende elektrische voorbereiding aanwezig is - achteraf worden aangebouwd. Zonder de elektrische voorbereiding is de bekabeling achteraf veel lastiger. Voor gedetailleerde informatie over de uit te voeren werken en de kosten moet u contact opnemen met de MAN-service. Voor vragen over de configuratie van de PTO kunt u contact opnemen met MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Afbeelding 28: Voorbeeld: versnellingsbak koppelingsafhankelijke ZF-PTO T_327_00000_000_G ) Motor 2) Versnellingsbak 3) Voertuigaandrijving 4) Pomp 5) PTO NH/ 48 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

51 Schakeling: De PTO s worden pneumatisch geschakeld door een schakelklep en een persluchtcilinder met druk aan één zijde, die in de PTO-behuizing is ondergebracht. Afbeelding 29: Schakeling ZF-PTO s I O I O ) Sensor I/O 2) Perslucht 3) PTO-uitgang 4) Luchtketel 5) Schakelklep 6) AAN - bepaling over Veerkracht 7) UIT - bevestiging over Perslucht Gebruik: 3 4 T_327_0000_000_G 7 De PTO s kunnen zowel bij stilstaand (rijkoppeling gesloten) als bij rijdend voertuig worden gebruikt. Het in- en uitschakelen moet gebeuren terwijl het voertuig stilstaat. Wanneer koppelingsafhankelijke PTO s tijdens het rijden worden gebruikt, mogen geen schakelacties worden uitgevoerd. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 49

52 Bij TipMatic-versnellingsbakken staan bij ingeschakelde PTO de versnellingen ter beschikking die in de volgende tabel worden opgegeven. De versnellingen kunnen enkel worden geschakeld terwijl het voertuig stilstaat. Schakelen tijdens het rijden is niet mogelijk. Tabel 0: Beschikbare versnellingen bij TipMatic- en TraXon-versnellingsbakken en actieve PTO s Type versnellingsbak Vooruit Rijrichting Achteruit DD-versnellingsbakken (DirectDrive), 3, 5 OD-versnellingsbakken (Overdrive) 2, 4 2 TraXon OD-versnellingsbakken bieden de mogelijkheid om PTO NH/4c optioneel via verkoopcode in een uitvoering speciaal voor kippers te bestellen. Hierbij wordt wanneer met de rijbereikschakelaar naar de handgeschakelde modus geschakeld en er een startversnelling wordt ingeschakeld het lage toerentalcoëfficiënt ingeschakeld. Hierdoor kan de eerste versnelling worden geselecteerd om te starten, wat bijvoorbeeld het storten van grind vergemakkelijkt. Deze functie kan ook achteraf worden geparametreerd. Tabel : Beschikbare versnellingen bij TraXon-versnellingsbakken en een actieve PTO NH/4 met kipperoptie Type versnellingsbak Vooruit Rijrichting Achteruit Kipperoptie voor TraXon OD-versnellingsbakken (Overdrive), 3, 5 De volgende veiligheidsvoorschriften moeten in acht worden genomen: De PTO mag enkel bij geopende koppeling (handgeschakelde versnellingsbakken) of bij rijbereikschakelaar in neutrale stand (TipMatic versnellingsbakken) worden in- of uitgeschakeld! Het ontkoppelen moet gebeuren wanneer de motor stationair draait. De PTO mag pas worden ingeschakeld wanneer de secundaire as stilstaat. Wanneer de secundaire as niet stilstaat, is er een ratelend geluid te horen bij het inschakelen van de PTO. Uitlooptijden variëren afhankelijk van de bedrijfstoestand en kunnen bij handgeschakelde versnellingsbakken door kort te synchroniseren, bij voorkeur in de ste versnelling, worden verkort. Bij TipMatic-versnellingsbakken kan het, afhankelijk van het systeem, enkele seconden duren voordat de PTO na het commando wordt geactiveerd. Opgelet: als het voertuig stilstaat, valt de luchtdruk in het systeem weg. Hierdoor wordt de klauwkoppeling via de drukveer die in de schakelcilinder is ingebouwd, ontkoppeld. Zodra de luchtdruk na het starten van de motor weer stijgt, wordt er opnieuw automatisch ontkoppeld. Bij draaiende motor leidt dit tot schade aan de schakelvertanding en daardoor tot een kortere levensduur van de PTO. Daarom moet de PTO altijd worden uitgeschakeld wanneer het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt (bijv. s nachts). 50 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

53 PTO-code: De laatste positie van de PTO-code, dus de letter b of c, geeft het type aansluiting aan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: Uitvoering b Basisuitvoering voor cardanasaandrijving, flens volgens DIN ISO Uitvoering c Eenvoudigste en meest gebruikelijke type voor directe montage van pompen. Het aansluiten van de pomp gebeurt volgens ISO 7653 resp. BNA NF, R7-02 (bijv. Meiller axiale plunjerpomp). Afhankelijk van de constructie van de PTO kan uitvoering c worden omgebouwd tot uitvoering b en omgekeerd. Voor meer informatie over de uitvoerbaarheid en de nodige werken kunt u contact opnemen met MAN (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Afbeelding 30: PTO aansluitvarianten a b 0758 T_327_00002_000_G Bij de directe montage van pompen op een PTO in uitvoering c moet het opbouwbedrijf ervoor zorgen dat het maximale toegelaten gewichtsmoment niet wordt overschreden door de hydraulische pomp (met montagedelen zoals hydraulische slangen, hydrauliekolie enz.). Zie voor gewichtsmomenten hoofdstuk PTO s aan ZF-versnellingsbakken resp PTO s aan EATONversnellingsbakken. De afdichting tussen de pomp en de PTO moet gebeuren met twee radiale dichtingsringen (D + D2) en een ontluchting (E) tussen de dichtingsringen (zie Afbeelding 3). De dichtring aan PTO-zijde (D) moet de versnellingsbak met de door MAN /ZF goedgekeurde olie afdichten. De dichtring aan pompzijde (D2) moet de pomp met hydraulische olie afdichten. De ontluchtingsopening moet steeds optimaal functioneren (niet overschilderen, afsluiten of door vuil laten verstoppen). MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 5

54 Belangrijke aanwijzing De dichtingen moeten hittebestendig tot 20 C zijn. De ontluchting moet ervoor zorgen dat geen versnellingsbakolie wordt onttrokken en dat geen hydraulische olie in de versnellingsbak kan komen. Milieuvoorschrift Bij een olielek aan (E) moet onmiddellijk het volledige systeem worden gecontroleerd. Afbeelding 3: Afdichting tussen pomp en PTO D2 D E D = Dichtring aan PTO-zijde D2 = Dicthring aan pompzijde E = ontluchtingsopening T_327_00003_000_G Afbeelding 32: Maximaal gewichtsmoment van pompen bij directe montage a [m] ) Zwaartepunt F G [N] T_327_00004_000_G Formule 05: Maximaal gewichtsmoment op PTO M G = a F G Hierin: M G = maximaal gewichtsmoment bij directe montage van de pomp in [Nm] a = afstand tussen zwaartepunt van de pomp en pompflensvlak in [m] F G = pompgewicht inclusief alle op de pomp gemonteerde appendages in [N] 52 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

55 Koppelingsspecifieke krachtafnemers op de MAN transmissie Bij een draaiende motor en ingeschakelde koppeling wordt via de hoofdas (ook wel primaire as) al een tandwielpaar van de versnellingsbak aangedreven. Daardoor loopt de tussenas mee. Als de koppeling wordt ingedrukt, blijft de tussenas door de interne weerstanden in de versnellingsbak staan. In deze bedrijfsmodus kan de PTO worden ingeschakeld. De overbrengingsverhouding tussen motor en versnellingsbak wordt bepaald door de overbrenging van het tandwielpaar hoofdas naar tussenas en de ingebouwde PTO-module. Afhankelijk van de bestelde PTO is of de snelle, of de langzame PTO-module ingebouwd. De PTO-module bestaat uit het aandrijfwiel en de aandrijfas. Beide posities zijn in onderstaande tekening schematisch weergegeven. Bij MAN krachtafnemers zijn twee toerentalfactoren beschikbaar. Af fabriek is altijd de langzamere toerentalfactor geparametreerd. Door een voertuigparametrering kan achteraf op de snellere toerentalfactor worden overgeschakeld. De gebruiker kan niet naar believen tussen de toerentalfactoren schakelen, bijv. door middel van een schakelaar. Bij krachtafnemers met twee uitgaande assen worden beide uitgaande assen op de snellere toerentalfactor overgeschakeld. Afbeelding 33: Voorbeeld: Versnellingsbakschema koppelingsafhankelijke MAN-PTO Krachtstroom in de langzame splittergroep Krachtstroom in de snelle splittergroep ) Hoofdas 2) Tussenas 3) Aandrijfwiel PTO 4) Aandrijfas PTO 5) PTO 4 T_327_000043_000_G MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 53

56 Als identieke PTO s op verschillende versnellingsbakken zijn gemonteerd, hebben deze vanwege de verschillende basisoverbrengingen van die versnellingsbakken verschillende toerentalfactoren (f). De op de versnellingsbak gemonteerde koppelingsafhankelijke PTO s kunnen naderhand worden uitgebreid. Het is aan te bevelen om PTO s en elektrische voorbereidingen voor PTO s zo mogelijk af fabriek te bestellen. Zonder de elektrische voorbereiding kost het achteraf bekabelen aanzienlijk meer tijd en moeite. Meer gedetailleerde informatie over tijd en kosten is op te vragen bij uw MAN-servicebedrijf. U vindt een gedetailleerde handleiding voor het achteraf inbouwen van koppelingsafhankelijke PTO s bij de versnellingsbak MAN TipMatic 2+2 op het MAN After Sales Portal in het systeem VirtTruck. Vragen over de configuratie van de PTO kunt u stellen aan MAN (zie voor het adres hierboven onder Uitgever ). Verandering draairichting: Bij de krachtafnemers MAN 670PF kan de draairichting van het onderste afneempunt (flens) van rechts- naar linksdraaiend worden aangepast. Daarvoor moet het onderste deel van de behuizing worden gedemonteerd en 80 gedraaid weer worden gemonteerd. Let er hierbij op dat de flens daardoor verder omlaag en meer naar het midden van het voertuig komt te staan. Afbeelding 34: Verandering draairichting T_327_000044_000_G 54 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

57 Schakelen: De bediening van de PTO s gebeurt pneumatisch via een schakelklep en een aan één zijde onder druk gezette persluchtcilinder die in de behuizing van de PTO is geïntegreerd. Afbeelding 35: Schakelen van MAN-PTO s I O I O ) Sensor I/O 2) Persluchtaansluiting 3) Versnellingsbakuiteinde 4) Persluchtreservoir 5) Schakelklep 6) UIT - Terugstelling via veerkracht 7) AAN - Inschakeling via perslucht Gebruik: 4 T_327_0000_000_G De PTO s kunnen worden gebruikt bij een stilstaand (rijkoppeling gesloten) en rijdend voertuig. Het in- en uitschakelen moet plaatsvinden bij een stilstaand voertuig. Als tijdens het rijden koppelingsafhankelijke PTO s worden gebruikt, mogen er geen schakelprocessen worden uitgevoerd. De uitlooptijden verschillen per bedrijfsmodus. Bij MAN TipMatic-versnellingsbakken kan het afhankelijk van het systeem enkele seconden duren tot de PTO na het inschakelen wordt geactiveerd. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 55

58 PTO-aanduiding: De laatste positie van de PTO-code, dus de letter P of F, geeft het type aansluiting aan. Te onderscheiden zijn: Uitvoering F Basisuitvoering voor cardanasaandrijving met flens Voorbeeld: N-uiteinde MAN 660F Uitvoering P Eenvoudigste en meest gebruikelijke type voor rechtstreekse montage van pompen. Voorbeeld: N-uiteinde MAN 650P De pompaansluiting vindt plaats volgens ISO 7653 resp. BNA NF, R7-02 (bijv. Meiller-axiaalplunjerpomp). De uitvoering P kan afhankelijk van het type PTO worden omgebouwd naar de uitvoering F en omgekeerd. Informatie over de uitvoerbaarheid en de tijd en kosten daarvan kunt u bij MAN opvragen (zie voor het adres hierboven onder Uitgever ). Afbeelding 36: Aansluitvarianten PTO s a b T_327_00002_000_G Bij de rechtstreekse montage van pompen in de uitvoering P dient het montagebedrijf ervoor te zorgen, dat het maximaal toegestane gewichtsmoment van een rechtstreeks gemonteerde pomp met aangebouwde onderdelen (bijv. hydraulische slangen, hydraulische olie, etc.) niet wordt overschreden. Zie voor gewichtsmomenten hoofdstuk PTO s op MAN-versnellingsbak. 56 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

59 Afbeelding 37: Maximaal gewichtsmoment van pompen bij rechtstreekse montage a [m] F G [N] T_327_00004_000_G ) Zwaartepunt Formule 06: Maximaal gewichtsmoment op de PTO Waarin: M G = a F G M G = maximaal gewichtsmoment bij rechtstreekse montage van pomp, in [Nm] a = afstand van het zwaartepunt van de pomp tot het vlak van de pompflens, in [m] F G = pompgewicht inclusief alle op de pomp gemonteerde armaturen (bijv. hydraulische slangen, hydraulische olie, etc.), in [N] MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 57

60 3.2.3 Motorafhankelijke PTO s PTO s met de typeaanduiding NMV zijn motorafhankelijk. Deze PTO s zijn direct verbonden met de krukas van de motor, zie Afbeelding 38. Ze zijn berekend op continu gebruik en een hoog vermogen. Het schakelen werkt via een ingebouwde, hydraulisch bediende lamellenkoppeling. Daardoor kan de aftakplaats van de NMV onder belasting worden in- en uitgeschakeld. Een zware schokbelasting kan leiden tot schade aan de lamellenkoppeling van de NMV en aan de rijkoppeling, en tot onherstelbare schade aan de PTO! De werking van de NMV is dan wel onafhankelijk van de rijkoppeling, maar schokken werken via het aandrijvingssysteem op de gesloten rijkoppeling door. Ook hierdoor kan schade ontstaan. Wanneer de opbouw voor meer dan 0% van de totale gebruiksduur in stilstand (versnellingsbak in neutrale stand) wordt gebruikt, kan dit leiden tot schade aan de voordempers van de rijkoppeling. Het gaat daarbij uitsluitend om voertuigen waarvan de opbouw wordt aangedreven door de NMV bijv. zuigbaggers, betonpompen, houthakmachines. Wanneer deze schade zich voordoet, bestaat de mogelijkheid om een koppelingsmeeneemschijf zonder voordemper te monteren. Deze koppelingsmeeneemschijf zonder voordemper is bij nieuwe voertuigen als speciale uitrusting verkrijgbaar. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij MAN (adres zie hierboven onder Uitgever ). De opgegeven uitgangstoerentallen zijn richtwaarden voor ongelijkvormigheidsgraad, d.w.z. voor een schok- en trillingsvrije werking. Bij kritische toepassingen (bijv. bij houthakkers) is de voorafgaande toestemming van MAN vereist (zie het adres hierboven onder Uitgever ). Wanneer het risico op overbelasting van de PTO door een te groot opgenomen vermogen aanwezig is, kan het motorkoppel d.m.v. parameterinstellingen worden begrensd. Door het aanwezige sleepkoppel van de lamellenkoppeling draait de aftakflens van de NMV ook in uitgeschakelde toestand. Dit restkoppel bedraagt bij een motortoerental van 300 omw/min en een bedrijfstemperatuur van 40 C ca. 0 Nm. Stilstand is pas gewaarborgd als het tegenkoppel van het aan te drijven aggregaat > 0 Nm is. Hiermee moet vooral rekening worden gehouden bij het aandrijven van lichtlopende aggregaten (bijv. bij centrifugaalpompen voor de brandweer). Momenteel wordt bij de keuze van de NMV automatisch een warmtewisselaar gemonteerd die de versnellingsbakolie via het koelwater van de motor koelt. Voor veeleisende toepassingen en een permanent hoog opgenomen vermogen is een externe koelinstallatie met afzonderlijke warmtewisselaar voor de versnellingsbakolie verkrijgbaar. Afbeelding 38: ZF-PTO s schematische voorstelling van de versnellingsbak NMV T_327_00005_000_G ) Motor 2) Koppeling 3) Versnellingsbak 4) Aftakflens NMV22 58 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

61 De NMV kan zowel bij stilstaand als bij rijdend voertuig worden gebruikt. Zodra de motor draait, is de NMV klaar voor gebruik, maar hij kan pas vanaf 800 /min worden belast. De krachtoverbrenging naar de PTO gebeurt volledig onafhankelijk van de rijkoppeling. Er zijn twee basistypen: NMV30E bij ZF-Ecomid-versnellingsbak 6S09 (voertuigserie M2000L/M) en NMV22 bij de ZF-Ecosplit-versnellingsbak 6S 252 OD. Beide zijn met twee verschillende overbrengingen leverbaar: NMV30E: NMV22: Toerentalcoëfficiënt f =,03 n mot, waarbij 400 Nm max. koppel Toerentalcoëfficiënt f =,47 n mot, waarbij 400 Nm max. koppel Toerentalcoëfficiënt f = 0,98 n mot, waarbij 2000 Nm max. koppel Toerentalcoëfficiënt f =,55 n mot, waarbij 300 Nm max. koppel Belangrijke aanwijzing Minimumtoerenal bij bedrijf: Bij PTO s onder belasting is een toerental van de motor onder 800 /min niet toegelaten. Bij een te lage oliedruk kan de koppeling slippen. Door de warmte die daardoor ontstaat kan de koppeling worden beschadigd. Voor een bedrijfstoerental van 800 omw/min tot 200 omw/min is een roterende massa van het aggregaat (massatraagheidsmoment) op de PTO nodig van > 0,4 kgm2. Als de roterende massa van het aggregaat/het massatraagheidsmoment van het aggregaat niet bekend is bij de opbouwfabrikant, moet voor de PTO een bedrijfstoerental van > 200 omw/min worden gekozen, zodat het toerental hoger is dan het resonantietoerental. Gebruik binnen of boven de ontkoppelingsgrens is ideaal, zie Afbeelding 39. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 59

62 Afbeelding 39: ZF-PTO NMV 22, invloed van de roterende massa van het aggregaat op het resonantietoerental Het resonantiebereik moet in elk geval worden vermeden! N = 0,98 x N mot 000 Toerental [ /min ] Resonantiebereik J > 0,3 kgm 2, Standaardtoepassing Aggregaat massatraagheid [ kgm 2 ] N =,55 x N mot Toerental [ /min ] Resonantiebereik J > 0,3 kgm 2, Standaardtoepassing Aggregaat massatraagheid [ kgm 2 ] Resonantiebereik Ontkoppelingsgrens T_327_00006_000_G 60 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

63 Afbeelding 40: ZF-PTO NMV inschakeltoerental boven massatraagheidsmoment aan aftakflens NMV 30E Maximaal toegelaten schakelkoppel ca Nm Toegelaten inschakeltoerental bij maximaal 3 schakelingen/min max. 800 max NMV 22 Maximaal toegelaten schakelkoppel ca Nm Toegelaten inschakeltoerental bij maximaal 3 schakelingen/min Toegelaten motortoerental [ min - ] n Ab =,03 Toegelaten motortoerental [ min - ] max Massatraagheidsmoment op aftakflens moment op J [kgm 2 Massatraagheids- ] J [kgm 2 ] aftakflens 800 n Ab =,45 n Ab =, PTO s op versnellingsbak met WSK n Ab = 0,98 T_327_00007_000_G Dankzij het gebruik van een Wandler-Schalt-Kupplung (WSK - koppelomvormer met koppelingsplaat) kan schokvrij worden gestart en op de centimeter nauwkeurig worden gemanoeuvreerd, ook bij hoge treingewichten en nagenoeg zonder slijtage. Dankzij de hydrodynamische koppelomvormer kan eenvoudig worden gestart bij hoge belasting. De omvormeroverbruggingskoppeling zorgt na het vragen van voertuigaandrijfkoppel voor een rechtstreekse mechanische verbinding tussen aandrijfzijde en aftakzijde en verhoogt op die manier het rendement van het aandrijvingssysteem. De opbouwtoestand voor PTO s op het uiteinde van de versnellingsbak wordt door het gebruik van een WSK niet gewijzigd. Doordat de WSK breder is, verschuift de opbouwpositie wel achteruit, in de richting van het uiteinde van het chassis. Koppelingsafhankelijke PTO s op versnellingsbakken met WSK verschillen qua functie, werking en gebruik van PTO s op versnellingsbakken zonder WSK. Tot ongeveer 000 /min is de omvormer open, d.w.z. er is geen mechanische verbinding tussen aandrijfzijde en aftakzijde. Wanneer op een versnellingsbak met WSK een koppelingsafhankelijke PTO wordt gemonteerd, moet er beslist rekening mee worden gehouden dat door het gebruik in het omvormerbereik er niet altijd sprake is van een constante overbrengingsverhouding. Door de werking van de hydrodynamische koppelomvormer kan ondanks gelijkblijvend motortoerental het teruggelopen PTO-toerental op grond van slip in de omvormer aan vrij grote variaties onderhevig zijn. Het PTO-toerental zou theoretisch zelfs tot nul kunnen teruglopen wanneer door de PTO-belasting de slip in de omvormer zo groot wordt dat er geen vermogen meer kan worden overgebracht. Bij stationair bedrijf van de PTO kan dit effect door de inbouw van een zogenaamde overbruggingsschakeling worden tegengegaan. Daarmee wordt na het inschakelen van de PTO de overbruggingskoppeling automatisch gesloten. Hierdoor is er een mechanische verbinding tussen de motor en de PTO gemaakt en is er sprake van een constante overbrengingsverhouding. De overbruggingsschakeling kan enkel worden ingebouwd in combinatie met een schakelblokkering van de versnellingsbak, die voorkomt dat bij ingeschakelde PTO per ongeluk een versnelling kan worden ingeschakeld. Bij instationair bedrijf van de PTO moet rekening worden gehouden met de slip in de omvormer en de daaruit resulterende variaties van het toerental en het uitgangskoppel. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 6

64 3.2.5 PTO s op automatische versnellingsbak ZF HP De automatische versnellingsbakken met omvormer ZF HP 500, ZF HP 590 en ZF HP 600 kunnen met maximaal 2 motorafhankelijke PTO s worden geleverd. PTO-uitvoeringen D0, D02 en D05 kunnen zowel links als rechts van de hoofdaftakflens worden gemonteerd. Uitvoering D05 met recht rondsel kan bovendien in een hoek alfa van 60, 20 en 300 gedraaid worden gemonteerd. De draairichting is afhankelijk van de montageplaats (links of rechts van de hoofdas van de versnellingsbak). Daarbij moet erop worden gelet dat PTO s D0 en D02 die links van de hoofdaftakflens zijn gemonteerd ( uur-positie) rechtsom draaien, en PTO s D0 en D02 die rechts van de hoofdaftakflens zijn gemonteerd ( uur-positie) linksom draaien. Afbeelding 4: Montageposities en draairichtingen voor PTO s D0 en D02 A B A B uur positie uur positie T_327_00008_000_G PTO D05 is voorzien van een recht rondsel. Daardoor draait de links van de hoofdaftakflens gemonteerde PTO linksom en de rechts van de hoofdaftakflens gemonteerde PTO rechtsom. Afbeelding 42: PTO D05 met recht rondsel T_327_00009_000_G 62 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

65 Om die reden wordt de montagepositie samen met de PTO-code genoemd. Bijvoorbeeld: D02c links voor links van de hoofdas. Informatie Opgelet! Hiermee wordt de montagepositie op de versnellingsbak bedoeld, niet de draairichting.. De PTO s op de HP-versnellingsbak kunnen onder belasting worden geschakeld en kunnen onafhankelijk van de schakelstand van de versnellingsbak worden gebruikt. PTO s kunnen zowel tijdens het rijden als bij stilstand worden geschakeld en gebruikt. Bij het inschakelen van de PTO moet rekening worden gehouden met de toegelaten schakeltoerentallen. Afbeelding 43: Toegelaten schakeltoerental bij max. 3 schakelingen/min Toegelaten motortoerental n Mot [min -l ] D05.4 n Ab = 2,2 x n Mot D05.3 n Ab =,43 x n Mot D0/02 n Ab = 0,97 x n Mot T_327_000020_000_G Roterende traagheid J [kg - m 2 ] aan aftakflens Bij alle door MAN ingebouwde HP-versnellingsbakken is het mogelijk om PTO s achteraf aan te bouwen. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's Editie 208 V2.0 63

66 3.2.6 PTO s en intarders De ZF-intarder is een in de versnellingskast ingebouwde secundaire retarder (een hydrodynamische extra rem). De intarder is verkrijgbaar voor versnellingsbakken 2AS... en 6S... en heeft geen invloed op het gebruik van eventuele PTO s op het uiteinde van de versnellingsbak. Afbeelding 44: TipMatic-versnellingsbak met intarder (IT3) T_327_00002_000_G ) Besturing voor intarder 3 2) Intarder 3 3) TipMatic versnellingsbak 4) Warmtewisselaar (RVS) Voor veel PTO s die in combinatie met een intarder kunnen worden gemonteerd, is een adapterset nodig, of het gaat daarbij om speciale PTO s. Bovendien moet bij alle MAN TipMatic-versnellingsbakken met intarder 2 of intarder 3 een adapterplaat met onderdeelnummer worden gemonteerd als achteraf een PTO van het type NH/4c gemonteerd wordt. Afbeelding 45: PTO-uitvoering N22/0 met en zonder intarder N22/0 (zonder intarder) N22/0 (met intarder) T_327_000022_000_G 64 Editie 208 V2.0 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 207 V2.0 Engineering the Future since 758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Engineering Vehicle Truck

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V1.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V1.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 207 V.0 Engineering the Future since 758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Engineering Vehicle Truck

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2014 V1.0. Engineering the Future since 1758. MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2014 V1.0. Engineering the Future since 1758. MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2014 V1.0 Engineering the Future since 1758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Technical Sales Support

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2015 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2015 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 205 V2.0 Engineering the Future since 758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Technical Sales Support

Nadere informatie

MAN opbouwrichtlijnen truck

MAN opbouwrichtlijnen truck MAN opbouwrichtlijnen truck PTO-varianten voor MAN-versnellingsbak Uitgave 09/2016 Engineering the Future - since 1758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (hierna MAN genoemd) Technical

Nadere informatie

UITGEVER. MAN Nutzfahrzeuge AG Afdeling ESC Engineering Services Consultation (voorheen TDB) Dachauer Str. 667 D - 80995 München. E-Mail: esc@man.

UITGEVER. MAN Nutzfahrzeuge AG Afdeling ESC Engineering Services Consultation (voorheen TDB) Dachauer Str. 667 D - 80995 München. E-Mail: esc@man. PTO S UITGEVER MAN Nutzfahrzeuge AG Afdeling ESC Engineering Services Consultation (voorheen TDB) Dachauer Str. 667 D - 80995 München E-Mail: esc@man.eu Fax: + 49 (0) 89 1580 4264 Technische wijzigingen

Nadere informatie

ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE

ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE 1. Toepassingsgebied. Gebruikte begrippen en afkortingen. Geldende richtlijnen en normen. Besteladres.

Nadere informatie

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem Algemeen Algemeen De volgende componenten voor het bedienen van hydraulische uitrusting kunnen af fabriek worden besteld: De volgende componenten zijn beschikbaar: Bedieningshendel Hydraulische olietank

Nadere informatie

AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN

AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN Deze aanvullende informatie wordt afwijkend gepubliceerd dan de regelmatige updatecycli als er belangrijke wijzigingen in de opbouwrichtlijnen plaatsvinden.

Nadere informatie

Maximale belasting binnen koppelbereik (Nm) Brandweerwagen, waterpomp X X Brandweerwagen, "water tender"

Maximale belasting binnen koppelbereik (Nm) Brandweerwagen, waterpomp X X Brandweerwagen, water tender Algemene informatie over bestellen Algemene informatie over bestellen Bestel krachtafnemers en elektrische voorbereidingen voor krachtafnemers rechtstreeks bij de fabriek. Achteraf aanbrengen is erg duur.

Nadere informatie

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie Algemene informatie EK-krachtafnemers worden mechanisch aangedreven door het vliegwiel. Algemene informatie Informatie over hoe krachtafnemers kunnen worden gecombineerd vindt u in het document Krachtafnemercombinaties.

Nadere informatie

Technologie die werkt en vooruitgaat. ZF-Duodrive: de hydrostatische aandrijving

Technologie die werkt en vooruitgaat. ZF-Duodrive: de hydrostatische aandrijving Technologie die werkt en vooruitgaat. ZF-Duodrive: de hydrostatische aandrijving Tegenwoordig worden vrachtwagens niet enkel gebruikt om van A naar B te rijden, maar ook om werkzaamheden op lage snelheid

Nadere informatie

Motortoerentalregeling tijdens kiepen. Achtergrondinformatie

Motortoerentalregeling tijdens kiepen. Achtergrondinformatie Achtergrondinformatie Achtergrondinformatie Om het manoeuvreren met het voertuig te vergemakkelijken wanneer een haakarm of kiepplatform wordt gebruikt, kan het wenselijk zijn om tijdelijk het motortoerental

Nadere informatie

Activeren van een EK-krachtafnemer via BWS. Algemene informatie. Veiligheidsvoorwaarden. Permanente veiligheidsvoorwaarden

Activeren van een EK-krachtafnemer via BWS. Algemene informatie. Veiligheidsvoorwaarden. Permanente veiligheidsvoorwaarden Algemene informatie Algemene informatie De functie EK-krachtafnemer activeren is bedoeld voor het activeren voor de door het vliegwiel aangedreven krachtafnemer vanaf de bestuurdersplaats en/of vanaf de

Nadere informatie

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE F I A T D U C A T O 2. 0 M u l t i j e t 2 E u r o 6 MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE Versie Motorcode 250A2000 De volgende carrosserieversiecode en sleutel zijn een voorbeeld dat voor alle carrosserieversiecodes

Nadere informatie

MAN Truck & Bus nv/sa Technical Data TGL. 12.210 4x2 BL. Versnellingsbak. ZF 6AS-850, geautomatiseerde versnellingsbak Tipmatic, 6 overbrengingen

MAN Truck & Bus nv/sa Technical Data TGL. 12.210 4x2 BL. Versnellingsbak. ZF 6AS-850, geautomatiseerde versnellingsbak Tipmatic, 6 overbrengingen TGL 12.210 4x2 BL Motor D0834LFL52 151 KW/206 PK 830 Nm bij 1400 t/min Maximaal toegelaten massa Ophanging vooraan Ophanging achteraan ZF 6AS-850, geautomatiseerde versnellingsbak Tipmatic, 6 overbrengingen

Nadere informatie

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen Algemene informatie Algemene informatie Dit document beschrijft aan welke vereisten moet worden voldaan tijdens de installatie van en andere werkzaamheden aan een hydraulisch systeem dat wordt aangedreven

Nadere informatie

motor D16K euro 6 Nettovermogen volgens: EC 582/2011 D16K750 D16K650 D16K550 D16K550 Motortoerental (t/min)

motor D16K euro 6 Nettovermogen volgens: EC 582/2011 D16K750 D16K650 D16K550 D16K550 Motortoerental (t/min) motor Dk euro 6 motor D16K euro 6 Vermogen/koppel Vermogen/koppel Nettovermogen volgens: EC 582/2011 Nettovermogen volgens: EC 582/2011 Vermogen (pk) Koppel (Nm) Vermogen (pk) Koppel (Nm) 950 5 850 530

Nadere informatie

Activering krachtafnemer automatische transmissie

Activering krachtafnemer automatische transmissie Functie Functie De functie is bedoeld voor het activeren van de krachtafnemer vanaf de bestuurdersplaats en van buiten de cabine. De krachtafnemer wordt geregeld door de BCI-regeleenheid (communicatie-interface

Nadere informatie

Lijst met opmerkingen Motor. Bestelformulier

Lijst met opmerkingen Motor. Bestelformulier Motor Bestelformulier Bestelformulier Het bestelformulier is bedoeld voor gebruik bij het bestellen van parameterafstellingen bij een Scania werkplaats uitgerust met SDP3. Datum Besteld door/contactpersoon

Nadere informatie

De GM-serie is zowel in vorm als inhoudelijk vernieuwd en is klaar om de uitdaging aan te gaan met een moderne markt in de vermogensklasse tot 55 pk.

De GM-serie is zowel in vorm als inhoudelijk vernieuwd en is klaar om de uitdaging aan te gaan met een moderne markt in de vermogensklasse tot 55 pk. De toegevoegde waarde in termen van technische eigenschappen komt van de nieuwe 3- en 4-cilinder Yanmar motoren met vermogen van 35 tot 54 pk, die worden gemonteerd in de 40-45-50-55 modellen. Het 55 model

Nadere informatie

Origineel vervangende onderdelen

Origineel vervangende onderdelen Voordelige alternatieven voor de meest uiteenlopende automerken! Bijzonder interessant en toepasbaar op de meest voorkomende voertuigen binnen het reguliere wagenpark. WAECO is een van de leidende leveranciers

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

4 Het selecteren van reductoren

4 Het selecteren van reductoren Rendement van SEW-reductoren Het selecteren van reductoren.1 Rendement van SEW-reductoren Het rendement van reductoren wordt in hoofdzaak bepaald door wrijving in de vertanding en de lagers. U dient er

Nadere informatie

Krachtafnemers voor toepassingen. Algemene informatie

Krachtafnemers voor toepassingen. Algemene informatie Algemene informatie Afhankelijk van de gebruikte carrosserie-uitrusting en systemen kunnen verschillende soorten krachtafnemers worden gebruikt. Dit document geeft voorbeelden van verschillende krachtafnemers

Nadere informatie

NEW TCD-A New Holland Serie TCD-A tractoren Modellen TC27DA, TC40DA en TC45DA

NEW TCD-A New Holland Serie TCD-A tractoren Modellen TC27DA, TC40DA en TC45DA NEW TCD-A New Holland Serie TCD-A tractoren Modellen TC27DA, TC40DA en TC45DA NEW TCD-A Stijlvolle werkpaarden die de bestaande normen verleggen. Er zijn weinig compacte tractoren die zowel de sterke prestaties

Nadere informatie

AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN

AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN Deze aanvullende informatie wordt afwijkend gepubliceerd dan de regelmatige updatecycli als er belangrijke wijzigingen in de opbouwrichtlijnen plaatsvinden.

Nadere informatie

SPROEIAGGREGAAT HANDLEIDING. Spezialmaschinen 270.0409 -- 07 / 2004 -- NEDERLAND. Änderungsstand: Index 0 NL P05

SPROEIAGGREGAAT HANDLEIDING. Spezialmaschinen 270.0409 -- 07 / 2004 -- NEDERLAND. Änderungsstand: Index 0 NL P05 SPROEIAGGREGAAT HANDLEIDING Änderungsstand: Index 0 NL P05 270.0409 -- 07 / 2004 -- NEDERLAND 1 Deze uitgave Bij de aankoop van deze kantenaanlijmmachine hebt u gekozen voor een model met een individuele

Nadere informatie

TM 3215/3265. Uw professionele veelzijdige partner

TM 3215/3265. Uw professionele veelzijdige partner TM 3215/3265 Uw professionele veelzijdige partner Krachtig & betrouwbaar Bij de tractoren van Iseki zit al het vakmanschap in één enkele machine: de ISEKI TM serie bestaat uit twee modellen met hydrostatische

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE SbS_Inst_102_00286_NL 23-04-2007 10:43 Pagina 20 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE ALVORENS DE KOELKAST TE INSTALLEREN WATERAANSLUITING ELEKTRISCHE AANSLUITING NIVELLEREN VAN DE KOELKAST INSTALLATIE VAN

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel NL Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel 1 Beste klanten, Bedankt voor uw keuze! We hebben alles gedaan om te zorgen dat dit product voldoet aan uw eisen

Nadere informatie

DAF, a World of Applications Waste & Environmental Transport

DAF, a World of Applications Waste & Environmental Transport DAF, a World of Applications Waste & Environmental Transport DAF, a World of Applications DAF voertuigconcepten LF Distributie Stedelijk CF XF Nationaal Lange afstand Rij-afstand DAF cabine-overzicht DAF

Nadere informatie

PRODUCT-INFO Olieniveausensoren generatie 2

PRODUCT-INFO Olieniveausensoren generatie 2 PRODUCT-INFO Olieniveausensoren generatie 2 Continue meting van het motorolieniveau in het statische en dynamische bereik Compacte sensorarchitectuur met een multi-chip-module Geïntegreerde temperatuursensor

Nadere informatie

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Serie SCK MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing voor

Nadere informatie

Technische gegevens. De ComfortClass 500.

Technische gegevens. De ComfortClass 500. Technische gegevens. De ComfortClass 500. S 511 HD S 511 HD 3.195 S 516 HD 5.005 Draaicirkel 17.468 Draaicirkel 21.010 2.265 2.785 1.350 10.465 S 515 HD 6.090 13.115 S 517 HD 6.090 Draaicirkel 21.256 Draaicirkel

Nadere informatie

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding): Algemene informatie over stroomverbruik Algemene informatie over stroomverbruik BELANGRIJK! Om beschadiging van de accu te voorkomen, moet de laadcapaciteit van de dynamo worden aangepast aan het stroomverbruik.

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

Activeren voetplaat volgens EN Functie

Activeren voetplaat volgens EN Functie De functie is een klantoptie voor vuilniswagens met een voetplaat. Als de voetplaat wordt geactiveerd aan de hand van deze beschrijving, beschermt de functie personeel op de voetplaat. De functie voldoet

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing - NL - 4-traps drukverminderingsklep met optische controlelamp

Gebruiksaanwijzing - NL - 4-traps drukverminderingsklep met optische controlelamp stapleranbaugeräte forklift truck attachments équipements hydrauliques heftruck voorzetapparatuur Gebruiksaanwijzing 4-traps drukverminderingsklep met optische controlelamp - NL - 4-StufenDruckventil/11/07-Ver.NL01-NL1

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

Compact tractor ST318

Compact tractor ST318 Compact tractor ST318 ST321 ST324 ST329 ST333 Shibaura Dieselmotoren - waarop u kunt vertrouwen - Milieuvriendelijk De Shibaura dieselmotoren gemonteerd in de ST-serie trekkers zijn uitermate milieuvriendelijk.

Nadere informatie

TGS Euro 6 Infoblad. MAN Truck & Bus b.v. Sales Support TGS Euro 6 Infoblad < 1 >

TGS Euro 6 Infoblad. MAN Truck & Bus b.v. Sales Support TGS Euro 6 Infoblad < 1 > TGS Euro 6 Infoblad < 1 > TGS Asconfiguratie Bouw Bouw Kipper Bouw m, n, u n, u m, n 06S: 18.320 480 4x2 BLS 08S: 18.320 480 4x2 BLS-TS 10S: 18.320 480 4x2 LLS 13S: 18.320 480 4x2 LLS-U 22S: 18.320 480

Nadere informatie

Krachtafnemer in de aandrijflijn activeren. Functie

Krachtafnemer in de aandrijflijn activeren. Functie Functie Functie De functie is bedoeld voor het activeren van de krachtafnemer vanaf de bestuurdersplaats en van buiten de cabine. De krachtafnemer wordt geregeld door de BCI-regeleenheid. Voor een correcte

Nadere informatie

Krachtafnemer in aandrijflijn via BWS. Algemene informatie over de functie. Bediening met voertuig in beweging en stilstaand voertuig

Krachtafnemer in aandrijflijn via BWS. Algemene informatie over de functie. Bediening met voertuig in beweging en stilstaand voertuig Algemene informatie over de functie Algemene informatie over de functie De krachtafnemer in de aandrijflijn wordt hoofdzakelijk gebruikt als er om heel veel vermogen wordt gevraagd. Het voordeel is dat

Nadere informatie

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311 Bestnr. 18 49 05 Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

Automatische transmissie

Automatische transmissie Automatische transmissie TRANSMISSIEHENDEL H3916 De CommandShift transmissie kan als automaat en als handbak worden gebruikt. Automatische bediening Normaal staat de transmissie op 'automatisch'. Nadat

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

4700, MF 5700 & MF 6700

4700, MF 5700 & MF 6700 4700, MF 5700 & MF 6700 75-130 pkmf VAN MASSEY FERGUSON 02 www.masseyferguson.com MF 4700, MF 5700 & MF 6700 Nieuwe normen. Hoge verwachtingen. HET WERELD- EN MERKSYMBOOL - Als de meest prestigieuze naam

Nadere informatie

Regeling rijhoogte. Handmatige rijhoogteregeling. Functies voor rijhoogteregeling via BICT

Regeling rijhoogte. Handmatige rijhoogteregeling. Functies voor rijhoogteregeling via BICT Functies Functies Het is mogelijk om de rijhoogte van voertuigen met luchtvering te verhogen of te verlagen door de hoeveelheid lucht in de luchtbalgen te regelen. De rijhoogteregeling kan bijvoorbeeld

Nadere informatie

DE NIEUWE VOLVO FM METHAAN-DIESEL. Een doorbraak voor gasaangedreven zware voertuigen

DE NIEUWE VOLVO FM METHAAN-DIESEL. Een doorbraak voor gasaangedreven zware voertuigen DE NIEUWE VOLVO FM METHAAN-DIESEL Een doorbraak voor gasaangedreven zware voertuigen HOGE PRESTATIES, ZEER EFFICIËNT - ÉN EEN DUURZAME OPLOSSING De introductie van de Volvo FM Methaan-Diesel betekent

Nadere informatie

6,5% minder verbruik. MAN EfficientLine 2. De zuinigste MAN nu nog zuiniger. www.man-trucks.nl

6,5% minder verbruik. MAN EfficientLine 2. De zuinigste MAN nu nog zuiniger. www.man-trucks.nl MAN EfficientLine 2 De zuinigste MAN nu nog zuiniger 6,5% minder verbruik www.man-trucks.nl MAN EfficientCruise De basis voor een grote besparing Door koppeling van GPS data aan de cruise control is het

Nadere informatie

SC + /SPC + /TPC + haakse vertragingskasten Sterke prestaties bij lage overbrengingen

SC + /SPC + /TPC + haakse vertragingskasten Sterke prestaties bij lage overbrengingen alpha SC + /SPC + /TPC + haakse vertragingskasten Sterke prestaties bij lage overbrengingen Stil Nauwkeurig Krachtig SC + /SPC + /TPC + haakse vertragingskasten Uw voordelen: Hoog vermogen bij lage overbrengingen

Nadere informatie

STUURBEKRACHTIGING MOTOR 2-TRAPS LUCHTFILTER

STUURBEKRACHTIGING MOTOR 2-TRAPS LUCHTFILTER STUURBEKRACHTIGING - Hydraulische stuurbekrachtiging voor moeiteloos manoeuvreren - Perfecte draaicirkel MOTOR - Betrouwbare, sterke en robuuste motor - Vermogen van 23, 27 en 29 pk - Zuinig in gebruik

Nadere informatie

HOLLE AS AXIAAL PLUNJERMOTOREN Met vaste opbrengst En regelbaar

HOLLE AS AXIAAL PLUNJERMOTOREN Met vaste opbrengst En regelbaar HOLLE AS AXIAAL PLUNJERMOTOREN Met vaste opbrengst En regelbaar MOTOR MET VAST SLAGVOLUME TYPE HF De HANSA TMP axiaal plunjermotoren van het type HF zijn hydrostatisch gebalanceerde motoren met een extreem

Nadere informatie

Finnik Autorapport Volkswagen Golf Variant 2.0 TDI Highline

Finnik Autorapport Volkswagen Golf Variant 2.0 TDI Highline 9-THS-70 Finnik Autorapport Volkswagen Golf Variant 2.0 TDI Highline Deze Volkswagen Golf Variant komt uit 2009, werd geleverd van 01-09-2008 tot 31-10-2009 en kostte toen 35.255,-. Deze geïmporteerde

Nadere informatie

Efficiëntie ontmoet performance. MAN TGX met nieuwe D38-motoren.

Efficiëntie ontmoet performance. MAN TGX met nieuwe D38-motoren. Efficiëntie ontmoet performance. MAN TGX met nieuwe D38-motoren. Performance in een nieuwe dimensie. In deze brochure zijn deels uitvoeringen afgebeeld die niet tot de standaarduitvoering behoren. 2. Fahrerhaus

Nadere informatie

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE De veilige & compacte oplossing! OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE Voor het aansturen van roldeuren en rolhekken welke tegen een valbeweging beveiligd moeten zijn en waar een beperkte montageruimte aanwezig

Nadere informatie

Finnik Autorapport Volkswagen Golf 1.9 TDI Trendline

Finnik Autorapport Volkswagen Golf 1.9 TDI Trendline 44-RR-LF Finnik Autorapport Volkswagen Golf 1.9 TDI Trendline Deze Volkswagen Golf komt uit 2005, werd geleverd van 01-05-2004 tot 30-11-2007 en kostte toen 24.388,-. Deze originele Nederlandse personenauto

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Hydraulische vetsmeerpomp HP- met stalen reservoir De BEKA-MAX vetsmeerpomp HP- is hydraulisch aangedreven en heeft de mogelijkheid tot maximaal onafhankelijke uitgangen. Standaard wordt de pomp met één

Nadere informatie

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage. Instructie handleiding MINIBEL Luchtgordijnen Waarschuwingsadvies symbolen Attention, Gevaar, Waarschuwing! Gevaarlijke stroom of hoge voltages! Kans op verwondingen! Gevaar! Sta niet onder de hangende

Nadere informatie

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen Algemeen Algemeen Koelvloeistof kan worden gebruikt voor het verwarmen van externe elementen. Voorbeelden: gesloten opbouw, kraancabines en gereedschapskisten. Warmte wordt onttrokken aan de stroom in

Nadere informatie

Motor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 kg KUBOTA WIELLADER

Motor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 kg KUBOTA WIELLADER Motor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 KUBOTA WIELLADER KRACHTIG, SOEPEL EN VEELZIJDIG Kubota heeft een nieuwe lijn wielladers in het assortiment van 1000 tot 2800. Deze nieuwe RT-serie is ontworpen

Nadere informatie

Bestnr Temperatuur datalogger EL-USB-1

Bestnr Temperatuur datalogger EL-USB-1 Bestnr. 12 25 71 Temperatuur datalogger EL-USB-1 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

druk 1 1TH 084070 NSN 2320-17-122-6055 PROJECTNUMMER 084070 TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB95.480 TAKEL

druk 1 1TH 084070 NSN 2320-17-122-6055 PROJECTNUMMER 084070 TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB95.480 TAKEL druk 1 1TH 084070 NSN 30-17-1-6055 PROJECTNUMMER 084070 TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB5.480 TAKEL Vastgesteld door de Directeur Defensie Materieel Organisatie voor deze Hoofd Logistieke

Nadere informatie

TGL Euro 6 Infoblad TGL Euro 6 Infoblad < >

TGL Euro 6 Infoblad TGL Euro 6 Infoblad < > TGL Euro 6 Infoblad < 1 > TGL EURO 6 Trekker Bouw Bouw n n 4x2 4-cilinder: 6-cilinder: N13: 8.150 220 4x2 BL N12: 8.250 4x2 BL N15: 12.180 220 4x2 BL N14: 12.250 4x2 BL Via MAN qul (Truck Modification

Nadere informatie

Brandstofkoeler aansluiten en luchtinlaat koeling verbeteren

Brandstofkoeler aansluiten en luchtinlaat koeling verbeteren Algemene informatie over de behoefte aan een brandstofkoeler Algemene informatie over de behoefte aan een brandstofkoeler Wanneer voertuigen met HPI- en PDE-systemen stationair worden gebruikt met een

Nadere informatie

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 TD-1 PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 1. Toepassingen De detector kan temperatuur meten en worden gebruikt om informatie te tonen over: Te lage temperatuur, bijv. in kassen, bloemenwinkels,

Nadere informatie

GOED REMMEN. BETER RIJDEN. INTARDER!

GOED REMMEN. BETER RIJDEN. INTARDER! GOED REMMEN. BETER RIJDEN. INTARDER! 1 2 ZUINIGHEID EN VEILIGHEID hebben bij het transport van goederen de hoogste prioriteit. Een veeleisende gevarieerde topografie, druk verkeer evenals kostendruk en

Nadere informatie

Bestnr SHURflo 8000 Industriële pomp

Bestnr SHURflo 8000 Industriële pomp Bestnr. 53 76 21 SHURflo 8000 Industriële pomp Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen Koelvloeistof kan worden gebruikt voor het verwarmen van externe elementen. Voorbeelden: gesloten opbouw, kraancabines en gereedschapskisten. Warmte wordt onttrokken aan de stroom in het cilinderblok en

Nadere informatie

Naam:.. Klas: Datum:..

Naam:.. Klas: Datum:.. Naam:.. Klas: Datum:.. Vragen over motoren: 1 Wat is een rootscompressor? Een Roots type supercharger of Rootsblower vindt zijn toepassing in auto's en vrachtwagens in alternatief van een turbolader. Een

Nadere informatie

y Verwarming op brandstof 87

y Verwarming op brandstof 87 Klimat 5 1 y Verwarming op brandstof 87 912-B, 912-D Op. no. 87516 01- Benzine 30618 095-1 Diesel 3730 340-1 20000 excl. automaat Benzine 30618 095-1 Er is een nieuwe generatie verwarming geïntroduceerd

Nadere informatie

Vari-Met CDI module Handleiding V1.0

Vari-Met CDI module Handleiding V1.0 Gefeliciteerd met de aankoop van uw Vari-Met CDI module! Wij hopen dat u vele veilige en comfortabele kilometers zal maken met deze CDI module. De Vari-Met CDI is een digitale CDI in tegenstelling tot

Nadere informatie

Kit code: KT XTI Configuratie: Kit inhoud: Geschikt voor:

Kit code: KT XTI Configuratie: Kit inhoud: Geschikt voor: Kit code: KT XTI 9580 Configuratie: 750 Kit inhoud: Aantal Code Omschrijving 1 FO8RAPID XTI Module Rapid XTI 1 FRCT06D Draadboom Rapid XTI Geschikt voor: Fabrikant Fendt Fendt LET OP!! Model 714, 716,

Nadere informatie

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten Hete onderdelen Hete onderdelen WAARSCHUWING! De temperatuur in het uitlaatsysteem van een vrachtwagen kan bij hoge werkbelasting oplopen tot meer dan 500 C. Het plaatsen van carrosserie-uitrusting dicht

Nadere informatie

KNIKLADERS Een flexibele en compacte alleskunner

KNIKLADERS Een flexibele en compacte alleskunner Team TOBROCO Industrielaan 2, 5061 KC Oisterwijk Tel.: +31 (0)13-5211212 Fax: +31 (0)13-5234045 Internet: www.tobroco-giant.com E-Mail: info@tobroco.com D267 D337T D337T X-TRA KNIKLADERS Een flexibele

Nadere informatie

ContiTech: Tips van experts voor vervangen van distributieriemen

ContiTech: Tips van experts voor vervangen van distributieriemen ContiTech: Tips van experts voor vervangen van distributieriemen Gedetailleerde instructies voor Audi A3 1.8-liter T met motorcode ARZ ContiTech toont hoe fouten bij de vervanging van riemen kunnen vermeden

Nadere informatie

Inleiding. airconditioning, alsook industriële installaties.

Inleiding. airconditioning, alsook industriële installaties. 00 Inleiding Belparts levert een uitgebreid gamma gemotoriseerde regelafsluiters, speciaal ontwikkeld voor de regeling van hydraulische circuits in centraal verwarmingsinstallaties, sanitair installaties,

Nadere informatie

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

Verwarmingselement. Building Technologies Division

Verwarmingselement. Building Technologies Division 7 923 Verwarmingselement AGA63 Verwarmingselement voor toepassing op SKP... en SKL servomotoren. De AGA63 breidt het toepassing gebied uit voor de servomotoren bij lage of sterk wisselende omgevingstemperaturen.

Nadere informatie

Zuigercompressoren. met benzine- of dieselmotoren. voor geheel onafhankelijke perslucht. Benzine-diesel aangedreven compressoren.

Zuigercompressoren. met benzine- of dieselmotoren. voor geheel onafhankelijke perslucht. Benzine-diesel aangedreven compressoren. Zuigercompressoren met benzine- of dieselmotoren voor geheel onafhankelijke perslucht Benzine-diesel aangedreven compressoren.indd 1 25-9-2012 15:34:26 Veelzijdige motoraangedreven voor geheel onafhankelijke

Nadere informatie

CORAL 1050 VIGILO Oliehydraulische verzinkbaren palen. Cilindervormige stalen paal Ingebouwde hydraulische groep. Coral 1080 versie ø 100 mm

CORAL 1050 VIGILO Oliehydraulische verzinkbaren palen. Cilindervormige stalen paal Ingebouwde hydraulische groep. Coral 1080 versie ø 100 mm CORAL 1050 1080 VIGILO 2250 2280 Oliehydraulische verzinkbaren palen Cilindervormige stalen paal Ingebouwde hydraulische groep 1050 versie ø 100 mm slag 500 mm 1080 versie ø 100 mm 2250 versie ø 200 mm

Nadere informatie

Bewaakt op afstand activeren van noodstopfunctie

Bewaakt op afstand activeren van noodstopfunctie Benaming Benaming De functie Bewaakt op afstand activeren van noodstopfunctie (motorstop 2) wordt gebruikt om de motor buiten de cabine af te zetten. Dit is een veiligere functie dan Op afstand activeren

Nadere informatie

Componenten van de aandrijfketting

Componenten van de aandrijfketting Componenten van de aandrijfketting Perfect vertand voor uw succes. De inhoud van deze brochure is wettelijk niet bindend en is uitsluitend bedoeld ter informatie. In zoverre wettelijk geoorloofd is de

Nadere informatie

TGM Euro 6 Infoblad TGM Euro 6 Infoblad < >

TGM Euro 6 Infoblad TGM Euro 6 Infoblad < > TGM Euro 6 Infoblad < 1 > TGM Asconfiguratie Trekker Bouw Bouw n n 4x2 N16: 19.5": 15.250 290 4x2 BL N18: 22.5": 18.250 340 4x2 BL Via MAN Voertuig Ombouw Centrum N16: 19.5": 12.250 290 4x2 BL N26: 19.5":

Nadere informatie

Tweeassige trekkers juli 2008

Tweeassige trekkers juli 2008 Tweeassige trekkers juli 2008 Inhoud Inleiding 5 1 Veiligheid en milieu 1.1 Lekkage van brandstof, olie of koelvloeistof 1.2 Wettelijke regels 7 7 7 2 Starten, wegrijden en stoppen 2.1 Starten 2.2 Wegrijden

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER Voertuigverwarmingen Technische documentatie GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER NL Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen Hoofdstuk Naam hoofdstuk Inhoud hoofdstuk Pagina 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 84 46 08 LightBoy DIGI 12V Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck Koppelinrichtingen TG Editie 2016 V1.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck Koppelinrichtingen TG Editie 2016 V1.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck Koppelinrichtingen TG Editie 2016 V1.0 Engineering the Future since 1758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Technical

Nadere informatie

Smoorkleppen PN6, PN10, PN16

Smoorkleppen PN6, PN10, PN16 4 136 Smoorkleppen PN6, PN10, PN16 VKF46... Smoorkleppen voor inbouw tussen flenzen Nominale druktrappen PN6, PN10, PN16 Voor inbouw tussen flenzen PN6, PN10, PN16 volgens ISO7005 Dichtsluitend volgens

Nadere informatie

TXG 237. De compacte allrounder voor de professionele gebruiker

TXG 237. De compacte allrounder voor de professionele gebruiker TXG 237 De compacte allrounder voor de professionele gebruiker TXG 237, de allrounder De Iseki TXG 237 biedt u een veelvoud aan inzetmogelijkheden. Denk eens aan werken met een voorlader, frontbezem, frontschuif

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Algemene beschrijving en hydraulisch schakelschema Algemene beschrijving De hydraulisch aangedreven vetpomp BEKA HAMAX Systeem 2 wordt voornamelijk gebruikt voor het smeren van hydraulische hamers en alle

Nadere informatie

Finnik Autorapport Hyundai Elantra 2.0i-16V Dynamic

Finnik Autorapport Hyundai Elantra 2.0i-16V Dynamic 17-PZ-HR Finnik Autorapport Hyundai Elantra 2.0i-16V Dynamic Deze Hyundai Elantra komt uit 2005, werd geleverd van 01-08-2003 tot 31-12-2006 en kostte toen 18.670,-. Deze originele Nederlandse personenauto

Nadere informatie

Finnik Autorapport Mercedes-Benz E-klasse Estate 200 CDI Bns Class

Finnik Autorapport Mercedes-Benz E-klasse Estate 200 CDI Bns Class 75-LTZ-8 Finnik Autorapport Mercedes-Benz E-klasse Estate 200 CDI Bns Class Deze Mercedes-Benz E-klasse Estate komt uit 2010, werd geleverd van 21-11-2009 tot 31-03-2013 en kostte toen 56.962,-. Deze originele

Nadere informatie

CONSUMENTENPRIJSLIJST. Technische specificaties OPEL ASTRA.

CONSUMENTENPRIJSLIJST. Technische specificaties OPEL ASTRA. CONSUMENTENPRIJSLIJST Technische specificaties OPEL ASTRA. Per 51 januari maart 2014 2018 5-deurs Sports Tourer BUITENAFMETINGEN in mm Lengte 4370 4702 Breedte met uitgeklapte / ingeklapte buitenspiegels

Nadere informatie

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16 36 Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 6 VVG... Armatuur brons CC9K (Rg5) DN 5...DN 0 k vs 5...25 m 3 /h Vlak afdichtende buitendraadaansluiting G B volgens ISO 228/ Koppelingsets ALG 2 met draadaansluiting

Nadere informatie

SXG 216 /323 /326. Krachtige en betrouwbare dieselzitmaaiers

SXG 216 /323 /326. Krachtige en betrouwbare dieselzitmaaiers SXG 216 /323 /326 Krachtige en betrouwbare dieselzitmaaiers Krachtig & betrouwbaar Bij de zitmaaiers van Iseki zit al het vakmanschap in één enkele machine: uitmuntende wereldvermaarde technologie van

Nadere informatie

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Veiligheidsvoorzieningen Beschermingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd resp. geopend na stilstand van de dumper met geactiveerde parkeerrem, uitschakelen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing GRASZAADBOX DELTA

Gebruiksaanwijzing GRASZAADBOX DELTA Gebruiksaanwijzing GRSZDBOX DELT Inhoud 1. LGEMENE INFORMTIE...... hoofdstuk Inleiding.......................... 1.1 Specificaties....................... 1.2 Toepassing van graszaadbox.......... 1.3 Veiligheid.........................

Nadere informatie