Gemeentebestuur Sint-Genesius-Rode UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD. vergadering van 12/05/2016

Transcriptie

1 Gemeentebestuur Sint-Genesius-Rode UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD vergadering van 12/05/2016 Aanwezig: de heer ROLIN P., burgemeester-voorzitter; mw. VAN ROMPUY-WINDELS, de heren LIBERT, DE VLEESCHOUWER, DELACROIX en van der STRATEN WAILLET, schepenen; mw. SOBRIE, mw. STONE-WILMES, de heren STOFFELS Bruno, STOFFELS Raf, DE SPIEGELEER, KUCZYNSKI, CARLY, mw. de HALLEUX, mw. de PRET-LIENART, mw. PARSA, de heren De BECKER, DE COCK, mw. GAUTHIER, de heren NANGA, WAHBA, mw. GRIEB-LOUVEAUX, mw. HELLINCKX-CORTVRIENDT, raadsleden; de heer DEVISCH B., gemeentesecretaris. Afwezig: mw. HERINCKX en de heer VOETS, raadsleden Het verslag van de voorgaande openbare vergadering wordt goedgekeurd met 23 ja. DE RAAD: AGENDA: GOEDKEURING REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS. Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135 2; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij het decreet van 10 november 2005 en bij het decreet van 18 april 2008, het decreet van 9 december 2011, het decreet van 22 februari 2013; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, gewijzigd bij het besluit van 2 december 2005; Gelet op de omzendbrief B.B. 2208/05 van 27 juni 2008 betreffende wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, bij decreet van 18 april 2008 Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op artikel 42; Gelet op de vernieuwingen aan de begraafplaats; Overwegende dat het noodzakelijk is het gemeentereglement op de begraafplaats, vastgesteld door de Gemeenteraad in vergadering van en de aanvulling dd , aan te passen; Gaat over tot de stemming waaraan 23 leden deelnemen en dewelke als uitslag geeft: 23 ja en BESLIST EENPARIG: ALGEMEEN REGLEMENT BEGRAAFPLAATS HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN.

2 Artikel 1: De gemeentelijke begraafplaats is toegankelijk: - Alle dagen toegankelijk voor voetgangers van 8:00 uur tot 17:00 - Met de auto en met het bewijs van het gemeentebestuur enkel op woensdagnamiddag van 13 tot 16 uur en vrijdagvoormiddag van 8:00 tot 11:00 Het is verboden: - de begraafplaats te betreden met een voertuig, uitgezonderd personen met een toelating van de burgemeester. Bij iedere vraag van de verantwoordelijken van de begraafplaats moeten betrokkenen deze toelating kunnen voorleggen, zo niet, wordt ook hen de toegang met voertuig verboden. Zo n toelating moet schriftelijk aangevraagd worden bij de burgemeester, een attest van een geneesheer of een mindervalidenkaart dient bijgevoegd te worden. (reden waarom). - vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering van mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. - de laatste week voor en de eerste week na Allerheiligen, grafstenen te plaatsen of te reinigen. - te fietsen op de begraafplaats. Artikel 2: De gemeente is niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen of voor diefstallen die gepleegd worden op de begraafplaats. Artikel 3: Personen die de rust en orde op de begraafplaats verstoren en/of handelingen verrichten in strijd met de eerbied voor de doden wordt de toegang tot de begraafplaats verboden. Het college van burgemeester en schepenen kan een toegangsverbod opleggen. Artikel 4: De begraving van stoffelijke overschotten is mogelijk: - van maandag tot en met donderdag: van 09:00 uur tot 15:00 uur. - op vrijdagen: van 09:00 uur tot 14:00 uur. - op zaterdagen: van 09:00 uur tot 14:00 uur. Hiervoor zal een toeslag gevraagd worden. (zie belastingreglement: toeslag van 200 euro) Op wettelijke feestdagen en officiële sluitingsdagen van de gemeente (lijst te raadplegen op de gemeentelijke website) is een begraving niet mogelijk - tot 3 dagen voor Allerheiligen zijnde tot 28 oktober Er moet vooraf een toelating tot begraven bekomen zijn van het gemeentebestuur. De gemeentelijke diensten moeten minstens drie werkdagen vooraf verwittigd worden. Het gemeentebestuur beslist over de datum en het uur van de begraving. Om de kwaliteit van de plechtigheden te kunnen garanderen, zal minimaal rekening gehouden worden met één uur speling tussen opeenvolgende begravingen. Het is de verantwoordelijkheid van de begrafenisondernemer om het stoffelijk overschot te bezorgen en te plaatsen op de voorziene schragen.

3 Wanneer de afspraak betreffende de begraving niet wordt nagekomen of vanaf 30 minuten vertraging zal zonder voorafgaandelijke verwittiging een tarief aangerekend worden, vastgesteld in het gemeentelijk belastingsreglement, per uur dat de oorspronkelijk vastgestelde tijd overschreden wordt. De begravingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor de begraving in tijdelijke grond, concessies volle grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium, columbariummuur of urneveld. HOOFDSTUK 2: KISTING EN VERVOER VAN STOFFELIJKE OVERSCHOTTEN Artikel 5: In geval van een lijkomhulsel anders dan een kist, zal door de begrafenisondernemer een draagberrie voorzien worden om het stoffelijk overschot te kunnen verplaatsen en begraven. HOOFDSTUK 3: BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS Artikel 6: Lijkbezorging op de gemeentelijke begraafplaats is kosteloos voor personen gedomicilieerd in de gemeente op sterfdatum en voor personen die minstens 10 jaar in de gemeente hebben gewoond, ongeacht hun verblijfplaats op het ogenblik van overlijden. Voor de personen die vreemd zijn aan de gemeente is lijkbezorging op de gemeentelijke begraafplaats mogelijk mits betaling van de opgelegde tarieven. HOOFDSTUK 4: WIJZE VAN BEGRAVEN - CONCESSIES Artikel 7: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd concessies te verlenen en verlengen die betrekking hebben op: 1 een perceel grond 2 een grafkelder 3 een urnenkelder 4 een columbariumnis Het verlenen van een concessie houdt geen verhuring noch een verkoop in. Een concessie is niet overdraagbaar. Artikel 8: De mogelijkheden tot begraven die verleend worden zijn: Voor niet-gecremeerde lichamen: - tijdelijk graf voor 1 persoon van 10 jaar - concessie in volle grond voor max. 2 personen voor 30 jaar, hernieuwbaar tegen betaling. - concessie met grafkelder voor max. 2 personen voor 30 jaar, hernieuwbaar tegen betaling. Voor gecremeerde lichamen: - tijdelijke nis voor 1 asurne in volle grond voor 10 jaar. - tijdelijke nis voor 1 asurne in het columbarium voor 10 jaar. (binnen) - tijdelijke urnekelder voor 1 asurne in het urneveld voor 10 jaar. - concessie in columbarium (buiten) voor 2 asurnen voor 30 jaar, hernieuwbaar tegen betaling. - concessie in urneveld voor max. 2 asurnen voor 30 jaar, hernieuwbaar tegen betaling. - asverstrooiingen op strooiweiden (eventueel strooivijver) zijn gratis.

4 Kinderperk Gecremeerde of niet-gecremeerde lichamen max. 30 jaar gratis (kinderen tot 16 jaar) Tijdelijke concessies kunnen niet verlengd worden volgens de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten. Foetusweide/sterretjesweide Op de foetusweide, zogenaamd sterretjesweide, kunnen foetussen na een zwangerschap van maximum 26 weken begraven worden. Één van beide ouders moet woonachtig zijn te Sint-Genesius-Rode. Er kan een sterretje aangekocht worden via het gemeentebestuur ter herdenking van de foetus voor max. 30 jaar. Artikel 9: De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Een concessie kan aangekocht worden vóór een overlijden heeft plaatsgevonden. Een bijbegraving in een bestaande concessie, zal enkel toegestaan worden als er op het moment van de bijbegraving geen procedure van verwaarlozing loopt op de concessie en het grafherkenningsteken op een correcte manier wordt onderhouden, indien dit niet het geval is zal de bijbegraving geweigerd worden. De bijbegraving is betalend zie belastingsreglement dd. 12/05/2016. Artikel 10: Hernieuwing van een concessies kan voor dezelfde termijn en tegen betaling verkregen worden voor zover er geen procedure van verwaarlozing ingesteld is voor deze concessies en de graftekens op een correcte manier onderhouden wordt. (zie gemeentelijk belastingsreglement). De aanvraag tot hernieuwing kan gebeuren door de aanvrager of zijn nabestaanden en kan enkel aangevraagd worden gedurende het laatste lopende jaar van de oorspronkelijke termijn, aan het college van burgemeester en schepenen. Iedere hernieuwing van welke concessie ook, betekent ook het goed onderhouden van de concessie en het grafteken. Bij nalatigheid hiervan kan de hernieuwing van de concessie ten allen tijde stopgezet worden, na aanplakking aan het graf en bij de ingang van de begraafplaats gedurende één jaar, eventueel met verwittiging van de familie. De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 11: Veraste lichamen worden onmiddellijk na de aankomst op de begraafplaats verstrooid of bijgezet in een columbariumnis of urnenkelder. Niet-veraste stoffelijke overschotten worden begraven. De toezichter/grafmaker staat in voor de begraving, bijzetting of verstrooiing. Indien de onmiddellijke asverstrooiing, teraardebestelling of bijzetting in een columbarium of urnenkelder onmogelijk is, hetzij door gevallen van heirkracht, hetzij door weers- of familiale omstandigheden, moet het niet-veraste stoffelijk overschot of de asurne naar een mortuarium, een wachtkelder of wachtnis. Artikel 12: Het onderhoud van de graven en nissen op de gemeentelijke begraafplaats rust op de nabestaanden. Artikel 13: In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis, wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders: a) geen aanspraak maken op enige vergoeding; b) hebben de concessiehouders slechts recht op het bekomen van een perceel van dezelfde grootte, op dezelfde begraafplaats of op een andere begraafplaats binnen de gemeente.

5 Dit recht is ondergeschikt aan het indienen van een aanvraag tot overbrenging welke moet worden ingediend: - door enige belanghebbende - voor de datum van de terugneming. Artikel 14: Wanneer een grafconcessie om welke reden ook een einde neemt, worden de niet weggenomen graftekens en de nog bestaande ondergrondse constructies, na het verstrijken van de door het college van burgemeester en schepenen vastgestelde termijn, eigendom van de gemeente. Artikel 15: Wanneer de asurne, op vraag van de concessiehouder, wordt verwijderd uit een graf of columbarium of urneveld met het oog op thuisbewaring, wordt de concessie gedurende een periode van twee jaar vrij gehouden. Na deze periode vervalt de concessie. De terugbetaling van de resterende jaren van de concessie niet mogelijk. Voor tijdelijke begravingen is dit niet van toepassing. Artikel 16: De bouw van grafkelders, urnengraven of urnenkelders (inclusief betonnen afdekplaat) gebeurt door toedoen van het gemeentebestuur. HOOFDSTUK 5: GRAVEN EN GRAFTEKENS TIJDELIJKE BEGRAVINGEN EN CONCESSIE VOLLE GROND Artikel 17: De afmetingen van een concessies in volle grond zijn 1m x 2m. Er wordt een zijdelingse afstand gelaten tussen de graven van 40 cm. De rijen worden aangelegd volgens het algemeen plan van de begraafplaats. De diepte van de kuil wordt bepaald op minimum twee meter, derwijze dat twee achtereenvolgende begravingen op dezelfde plaats kunnen geschieden. Boven de bovenste doodskist of lijkwade bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm. Artikel 18: De afmetingen van een tijdelijk graf in volle grond zijn 1 m x 2 m. Er wordt een zijdelingse afstand gelaten tussen de graven van 40 cm. De rijen worden aangelegd volgens het algemeen plan de begraafplaats. Bij een tijdelijk graf in volle grond moet iedere eerste begraving, verast of niet-verast stoffelijk overschot horizontaal in een afzonderlijke grafkuil begraven worden op een minimum diepte van 3 m teneinde op termijn drie verschillende begravingen kunnen uit te voeren. Artikel 19: Het is verboden om een tijdelijk graf, toegestaan vanaf de inwerkingtreding van het onderhavig reglement, na het verstrijken van de vooropgestelde termijn van 10 jaar, om te zetten in een concessie. Artikel 20: De graftekens voor de tijdelijke graven en concessie in volle grond moeten overeenstemmen met volgende normen: A. materialen: hout of natuurstenen, met uitsluiting van alle andere materialen. B. afmetingen: (voor alle graven): 1. Kruisen verplichte afmetingen: hoogte 80 cm breedte 60 cm dikte van balken 10 cm x 15 cm 2. Grafstenen:

6 a. platliggende: maximum 120 cm x 70 cm x 10 cm dikte boven de grond, met een minimum van 80 cm x 70 cm x 10 cm dikte boven de grond, deksteen inbegrepen. b. opstaande: maximum 80 cm x 70 cm x 10 cm. c. indien een platliggende steen gecombineerd wordt met een opstaand achterstuk, dienen de afmetingen vermeld onder a en b geëerbiedigd te worden. De opstaande steen wordt desgevallend op het platliggend gedeelte geplaatst, teneinde de beoogde eenvormigheid te bekomen. Het kopstuk van de grafsteen dient zich te bevinden op een afstand van 1,45 m, te rekenen vanaf de rand van het verharde voetpad. GRAFKELDERS De grafstenen voor concessies met grafkelder moeten overeenstemmen met: 1. Materialen Hout of natuurstenen, met uitsluiting van alle andere materialen. 2. Afmetingen 1 m x 2 m x 10 dikte boven de grond, deksteen inbegrepen. Artikel 21: De gewone kelders bevatten maximum twee boven elkaar gelegen vakken, met een vrije hoogte van elk 0,80 m. De oppervlakte van een gewone (gemetste) kelder bedraagt 1,10 m x 2,50 m = 2,75 m². Het bergen van asurnen in kelders gebeurt als volgt: 1 urne per vak. (zoals bij niet-veraste lichamen). De oppervlakte van een geprefabriceerde kelder bedraagt 1 m x 2,35 m = 2,35 m Artikel 22: De rijen voorbehouden aan de kelders mogen niet onderbroken worden. Bij een gelijktijdige aankoop van meerdere grafkelders heeft de aanvrager het recht om te vragen dat hoger genoemde grafkelders zich naast elkaar op dezelfde rij bevinden. Artikel 23: Het grafteken en de kelder moeten behouden blijven gedurende de tijd van de concessie. ASVERSTROOIING Artikel 24: Bij aankomst van de asurne op de begraafplaats wordt deze door de gemeentelijke aangestelde geopend en wordt de as met een speciaal toestel op de daartoe voorbestemde strooiweide (of strooivijver) verspreid. Dit toestel wordt enkel door de gemeentelijke aangestelde bediend. In geval van uitzonderlijke familiale of weersomstandigheden kan de asverstrooiing uitgesteld worden. In overleg met de familie wordt een nieuwe datum afgesproken, zo de familie de wens heeft uitgesproken aanwezig te zijn bij de verstrooiing. In afwachting van de asverstrooiing wordt de as in de gemeentelijke wachtnis bewaard gedurende een termijn die in onderling overleg wordt vastgesteld waarna de as verstrooid wordt.

7 COLUMBARIUM Artikel 25: Het columbarium voorziet tijdelijke nissen (binnen) en concessies (buiten). Tijdelijke columbariumnissen worden verleend voor een termijn van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van bijzetting van de urne, waarbij de inschrijving in het begravingsregister als bewijs geldt. Een geconcedeerde nis kan maximum 2 urnen bevatten. De asresten worden in een standaard- of sierurne bewaard. Als de termijn in het columbarium om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats van de begraafplaats. Artikel 26: Het is verboden om een tijdelijke columbariumnis, toegestaan vanaf de inwerkingtreding van onderhavig reglement, na het verstrijken van de vooropgestelde termijn van 10 jaar, om te zetten in een concessie. Artikel 27: Het aanbrengen van een herdenkingsplaatje gebeurt door de verantwoordelijke van de begraafplaats, na het invullen van een aanvraagformulier bij het gemeentebestuur. Het herdenkingsplaatje wordt vervaardigd door een door het gemeentebestuur aangeduide firma tegen de prijs vermeld in het belastingsreglement dd. 12/05/2016. Het is niet toegelaten om op of aan de nissen van het columbarium (binnen of buiten) op eigen initiatief, bloemen, foto s, sierstukken, constructies of andere versiersels te plaatsen of te hangen. Op de nis mag een kleine foto en/of vaasje (volgens vastgelegde afmetingen, 6X8 cm voor de foto en 11 cm voor het vaasje) aangebracht worden, vervaardigd door een door het gemeentebestuur aangeduide firma tegen de prijs vermeld in het belastingsreglement dd. 12/05/2016 Dit gebeurt door de verantwoordelijken van de begraafplaats. Zij worden allemaal op dezelfde hoogte en plaats op de gedenksteen aangebracht. Alle andere voorwerpen zijn verboden en dienen door de familie verwijderd te worden of worden van ambtswege weggenomen. URNEVELD Artikel 28: Een nis in het urneveld kan maximum 2 urnen bevatten voor wat de concessies betreft. Een nis in het urneveld kan maximum 1 urne bevatten voor wat de tijdelijke urnekelders betreft. Tijdelijke urnekelders in het urneveld worden verleend voor een termijn van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van bijzetting van de urne, waarbij de inschrijving in het begravingsregister als bewijs geldt. Als een concessie in het urneveld, om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats van de begraafplaats. Artikel 29: Het is verboden om een tijdelijke urnekelder, toegestaan vanaf de inwerkingtreding van onderhavig reglement, na het verstrijken van de vooropgestelde termijn van 10 jaar, om te zetten in een concessie in het urneveld. Artikel 30: Het aanbrengen van een herdenkingssteen gebeurt door de verantwoordelijke van de begraafplaats, na het invullen van een aanvraagformulier bij het gemeentebestuur.

8 De herdenkingssteen wordt vervaardigd door een door het gemeentebestuur aangeduide firma tegen de prijs vermeld in het belastingsreglement dd.12/05/2016 Het is niet toegelaten om langs de afdekplaten van het urnenveld beplantingen aan te brengen of andere voorwerpen te plaatsen. De eventuele foto s of vaasjes die men op de urnesteen plaatst mogen niet hoger zijn dan 25 cm. Er wordt gestreefd om een zekere eenvoud en sereniteit uit te stralen HOOFDSTUK 6: PLAATSING + ONDERHOUD VAN GRAFTEKENS Artikel 31: Het onderhoud van de graven rust op de nabestaanden. Het verzuimen van degelijk onderhoud wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde; die akte blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot de afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven, indien het een geconcedeerde concessie betreft, kan het college een einde stellen aan het recht op de concessie. Artikel 32: De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Artikel 33: Het plaatsen van graftekens op de begraafplaats kan enkel gebeuren na voorafgaandelijke afspraak met en onder toezicht van de verantwoordelijke van de begraafplaats, enkel op maandag en ten vroegste 9 maanden na de teraardebestelling dit om latere verzakkingen te voorkomen Verkeerd geplaatste grafmonumenten. Gedenktekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementeringen dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De betrokkene(n), indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Wanneer geen opdrachtgevers gekend zijn, zal een bericht worden uitgehangen, gedurende een periode van 6 maanden, aan de ingang van de begraafplaats en aan de verkeerd geplaatste grafzerk. Bij gebrek aan herstel, binnen een periode van 6 maanden, na de ingebrekestelling of na de aanplakking van het bericht zal de verwijdering van het grafmonument in opdracht van het gemeentebestuur plaatsvinden. De kosten van deze verwijdering en de eventuele kosten van beschadiging bij de uitvoering van de werken, zullen ten laste gelegd worden van de gekende opdrachtgever(s) en/of van de concessiehouder. De briefwisseling wordt aangetekend verstuurd. De verbouwing of wegneming van graftekens gebeuren onder toezicht van het college van burgemeester en schepenen of zijn aangestelde. Er mag geen materiaal achtergelaten worden. Artikel 34: De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven. Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naar gelang de behoeften. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder.

9 Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. Artikel 35: Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn. Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbaar glas. De bloemen en de planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zal de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Rond en op de graven mogen geen afsluitingen, omheiningen, aanplantingen of andere materialen aangebracht worden, behalve door het gemeentebestuur zelf, in het kader van ingroening. De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. Artikel 36: De werken uitgevoerd in strijd met de bepalingen van vorige artikels, worden geschorst op bevel van de burgemeester die de afbraak op kosten van de belanghebbenden kan bevelen. Bij niet-naleving van deze regelgeving kan een sanctie opgelegd worden of bij herhaaldelijke overtredingen de firma de toegang tot de begraafplaats verboden worden. HOOFDSTUK 7: ONTGRAVINGEN Artikel 37: Ontgravingen van niet veraste lichamen uit tijdelijke graven zullen slechts toegelaten worden na het verstrijken van de vooropgestelde 10 jaar begraving, en dit enkel voor overbrenging naar een concessie of naar begraafplaatsen buiten de gemeente. In geval van een concessie mag men om hygiënische redenen slechts na 10 jaar en tot max. 20 jaar na overlijden ontgraven. Artikel 38: De aanvraag moet schriftelijk gebeuren door de naaste familieleden van de overledene(n) of door enig belanghebbende tenminste 1 maand op voorhand. Behalve op bevel van de rechterlijke macht moet de burgemeester voor elke ontgraving zijn toestemming geven. De ontgraving gebeurd door een firma aangesteld door de gemeente. De kosten van de ontgraving worden door de aanvrager gedragen. Artikel 39: Bij ontgravingen wordt de begraafplaats afgesloten voor bezoekers gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van de ontgraving. Het uur van ontgraving wordt vastgesteld door de verantwoordelijken van de begraafplaats. Van 15 oktober tot en met 11 november worden geen ontgravingen verricht. Naast de van ambtswege aangestelden, mogen familieleden of door hen daartoe aangestelde personen, bij de ontgraving aanwezig zijn. Artikel 40: Indien de staat van de opgegraven kist zulks vereist, doet de burgemeester ze vernieuwen of legt hij elke maatregel op, nodig om de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid te vrijwaren. Artikel 41: Met uitzondering van de ontgravingen bevolen door de rechterlijke macht en de ontgravingen genoodzaakt door de bestemmingsverandering van de begraafplaats, zijn de ontgravingen onderworpen aan de betaling van een taks zoals bepaald in de tariefverordening geldig op het ogenblik van de aanvraag.

10 HOOFDSTUK 8: ALGEMENE INFORMATIE Artikel 42: Het afscheid nemen van het stoffelijk overschot gebeurt op de plaats aangeduid door de grafdelvers, dit uit veiligheidsoverwegingen. Wanneer men bij het neerlaten van de kist aanwezig wenst te zijn is men verplicht een veilige afstand, opgelegd door de grafmakers, te bewaren. HOOFDSTUK 9: OVERGANGSMAATREGEL Artikel 43: Voor de tijdelijke graven vanaf 01/01/2007 tot aan de datum van het inwerking treden van dit reglement zal een overgangsmaatregel gelden. De nabestaanden die het graf nog wensen te behouden, kunnen op het moment van het einde van de 10 jaar kosteloos begraven, beslissen om een concessie aan te kopen en het stoffelijke overschot te laten ontgraven. Zij kunnen de concessie aankopen en de ontgraving verkrijgen aan 50% van de in het retributiereglement vastgelegde prijzen. HOOFDSTUK 10: SLOTBEPALING. Artikel 44: Onverminderd de toepassing van de artikelen 315, eerste alinea, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek, worden de inbreuken op de bepalingen van deze verordening bestraft met de straffen bepaald in artikel 315, tweede alinea, van bedoeld wetboek. Artikel 45: Voorgaand algemeen reglement dd en alle aanvullingen en wijzigingen aan het algemeen reglement op de begraafplaats worden opgeheven bij inwerkingtreding van dit reglement. Artikel 46: Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement zijn verboden. Uitzonderingen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 47: Dit reglement treedt in werking vanaf 1 september Artikel 48: Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Aldus gedaan en beraadslaagd in vergadering, datum als supra. De secretaris, (g) B. DEVISCH VANWEGE DE RAAD: De voorzitter, (g) P. ROLIN De gemeentesecretaris, VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT : De burgemeester