Schoolontwikkelingsplan

Transcriptie

1 Schoolontwikkelingsplan

2 Jan Ploegerlaan 1a 1483 VR De Rijp Telefoon: Website: Schoolontwikkelingsplan Voorwoord Voor u ligt het schoolontwikkelingsplan (SOP) van De Balein. Dit plan is tot stand gekomen in overleg met het team en is getoetst door de medezeggenschapsraad. Het afgelopen schooljaar hebben directie en team gewerkt aan de ontwikkelthema s. Deze zijn geëvalueerd en bijgesteld voor het nieuwe schooljaar. Onze focus blijft gericht op lezen en vooral het begrijpend lezen. Onze school onderschrijft het belang van de 21e -eeuwse vaardigheden. Onder invloed van technologie is hier een toenemende behoefte aan. Dat heeft uiteraard gevolgen voor het onderwijs aan onze leerlingen. Naast taal en rekenen en de kernvakken, blijven de competenties samenwerken, creativiteit, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang. Een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding is voor onze leerlingen belangrijk. Wij moeten hierop inspelen om zodoende de leerlingen van nu voor te bereiden op de toekomst van later. De evaluatie van het schoolontwikkelingsplan , de verbeterpunten die naar voren zijn gekomen bij het maken van het schoolplan evenals de bevindingen van de inspectie (rapport d.d ) en de uitkomst van de tevredenheidsonderzoeken bij leerkrachten, ouders en leerlingen (d.d ) hebben we mede gebruikt als input voor dit schoolontwikkelingsplan. Aan het eind van dit schooljaar zullen we terugblikken of deze verbeterdoelen in voldoende mate zijn gerealiseerd. Tineke Butter Directeur

3 1.Sociaal emotionele ontwikkeling (Waarderingskader Inspectie: Schoolklimaat SK1 Veiligheid) Structureel aandacht besteden aan de sociaal-emotionele competenties van de leerlingen zodat er een prettig schoolklimaat heerst en de leerlingen een goede basis mee krijgen voor de toekomst. Leerkrachten besteden structureel en systematisch aandacht aan sociaal-emotionele ontwikkeling en borgen dit. Leerkrachten gebruiken structureel de methode Taakspel in alle groepen. Leerkrachten signaleren pestgedrag vroegtijdig en reageren hier adequaat op. Leerkrachten zijn er zich van bewust dat hun pedagogisch handelen en hun voorbeeldgedrag centraal staan. Leerkrachten hanteren de 10 gouden schoolregels. Deze zijn schoolbreed opgesteld en hangen zichtbaar in elke groep. Aan het begin van het schooljaar worden deze regels met de leerlingen besproken en indien nodig aangepast. In groep 1 t/m 8 wordt de methode Zien verder onderzocht om de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen in beeld te brengen. Aanvang van het schooljaar is er een teamscholing in Zien Scholing Zien: 750,- 2.Handelingsgericht werken (HGW), handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD) en ADI (Activerend Directe Instructie Model) (Waarderingskader Inspectie: Onderwijsproces OP3 didactisch handelen) Leerkrachten werken volgens het HGW-principe, ze denken en handelen vanuit hun pedagogisch optimisme; kijken naar kansen en proactief handelen. Leerkrachten zijn gericht op de specifieke onderwijsbehoeften van kinderen op drie niveaus. Kinderen zijn (mede) verantwoordelijk voor zijn/haar eigen ontwikkeling (eigenaarschap). HGW is een cyclische aanpak, die gekoppeld is aan een cascadeniveau (verschillende niveaus van zorg: zie Ondersteuningsprofiel De Balein) leerlingenzorg. Leerkrachten formuleren de onderwijsbehoeften van hun leerlingen in één groepsoverzicht op individueel- en groepsniveau. (Lezen, rekenen, begrijpend lezen en spelling) Leerkrachten maken hun groepsplan aan de hand van het overzicht onderwijsbehoeften en de toets scores. Leerkrachten differentiëren bij instructie en maken hierbij gebruik van het DIM. (Directe Instructie Model) Leerkrachten creëren eigenaarschap bij leerlingen door hun te laten kiezen voor een verkorte instructie en zelfstandig aan het werk te laten gaan. Leerkrachten houden bij de verwerking rekening met de verschillen tussen de leerlingen zowel naar inhoud als naar tempo. Leerkrachten voeren incidenteel gesprekken met kinderen. Leerkrachten analyseren de toets gegevens en verbinden hieraan conclusies en interventies. Ouders worden vanaf het eerste moment betrokken bij het opstellen van een handelingsplan. Leerkrachten stellen concrete doelen in het handelingsplan (SMART) en de acties worden geëvalueerd n.a.v. de gestelde doelen. Dit is te zien in de klassenmap. O.a. de methode gebonden toetsen, de toets kalender inclusief de cyclus van de groepsbesprekingen vormen het kader.

4 Leerkrachtgedrag nog meer centraal stellen in het zoeken naar afstemming en in het inspelen op de (specifieke) onderwijsbehoeften. De klas is optimaal ingericht met herkenbare routines ondersteunend aan het HGW en DIM. De opstelling van de tafels stimuleert samenwerkend leren, geeft ruimte en rust om te werken en in elke klas staat een instructietafel. (Afhankelijk van de wijze van organiseren en klassenmanagement) Leerkrachten voeren structureel gesprekken met kinderen met als doel de leerling (mede) verantwoordelijk te maken voor zijn/haar eigen ontwikkeling. Schoolontwikkelingsplan Leerkrachten zijn inhoudelijk goed op de hoogte van de leerlijnen en zetten deze in bij het maken van groepsplannen bij het vakgebied lezen, rekenen, spelling en begrijpend lezen. De directie en de IB-er voeren klassenbezoeken uit, bespreken dit na en begeleiden leerkrachten waar nodig. De bevindingen worden in het MT overleg besproken waarna opbrengsten worden geformuleerd. Voor eventuele inhoudelijke ondersteuning wordt (beperkt) de onderwijsassistent ingezet. De leerkrachten worden gestimuleerd om good practice met elkaar te delen. De doorgaande lijn m.b.t. organisatie en klassenmanagement in kaart brengen en afstemmen tijdens studiemomenten. De directie en de IB-er volgen de ontwikkeling in alle groepen en zij bewaken de doorgaande lijn. Studiedag hele team nog nader te bepalen 3.Leerlingenzorg (Waarderingskader Inspectie: Kwaliteitszorg en ambitie Ka1 kwaliteitszorg ) Vroegtijdig signaleren welke leerlingen extra zorg nodig hebben en de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen systematisch volgen en analyseren. Leerlingenzorg is gebaseerd op de individuele zorgroute. HGW-HGPD (handelingsgerichte proces diagnostiek)vormen het uitgangspunt van denken en handelen. De IB-er maakt de toets kalender. Waar mogelijk maken we gebruik van elkaars expertise. Leerkrachten betrekken ouders vroegtijdig bij de (extra) ondersteuning van hun kind. Voor lezen, rekenen, spelling, begrijpend lezen en eindtoets worden trendanalyses gemaakt. De groepsbesprekingen en/of leerling-besprekingen worden gehouden na de toetsen van Cito LVS. Aan het einde van het schooljaar wordt de totale leerlingenzorg geëvalueerd. Deze evaluatie wordt opgenomen in een zorgverslag door de IB-er. De aandachtspunten leveren bouwstenen op voor het zorgplan van het volgend schooljaar. Het structureel gebruik maken van elkaars expertise verder uitbreiden. Op basis van analyses wordt de aard van de zorg bepaald. Voor leerlingen met een specifieke behoefte (een of meer eigen leerlijnen) een ontwikkelingsperspectief (zit in Top dossier ) vaststellen. (Vanaf groep 6) Volgen of de leerlingen met een ontwikkelingsperspectief zich ontwikkelen conform het gestelde in het Top dossier en naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes maken. Werken met ontwikkelingsperspectieven vanuit een vast format waarin aspecten m.b.t. evaluatie van de voortgang zijn opgenomen. We beschikken over een meerjarenoverzicht van de eindopbrengsten, gekoppeld aan een analyse, conclusie en (uitgevoerde) interventies. Aan het einde van het schooljaar wordt het totale proces van de leerlingenzorg geëvalueerd. De leerkrachten maken zichtbaar in de klassenmap wat er aan extra zorg aan leerlingen wordt gegeven, wanneer dit is en wanneer en of dit wordt afgesloten.

5 Scholing (of expertise IB-er) aanbieden tijdens studiemomenten met betrekking tot het maken van het Top dossier en het werken met eigen leerlijn. (Vanaf groep 6). Consultaties bij elkaar en door het managementteam. Scholing IB er en directie Top dossier: 1000,- 4. Zelfstandig werken / Pedagogisch handelen/coöperatieve werkvormen (Waarderingskader Inspectie: Schoolklimaat SK2 stimulerend leerklimaat) en De leerlingen zijn in staat enige tijd leerstof op hun eigen niveau te verwerken zonder daar hulp van de leerkracht voor nodig te hebben. De leerlingen zijn in staat op een gestructureerde manier samen te werken aan een leertaak met een gezamenlijk doel. (coöperatieve werkvormen) Kinderen leren van en met elkaar. Leerkrachten zijn in staat om tijdens zelfstandig werken kinderen apart of in kleine groepjes extra begeleiding te bieden aan de hand van het groepsplan of een HGPD. Op schoolniveau zijn/worden eenduidige afspraken m.b.t. de regels m.b.t. zelfstandig werken gehanteerd. (Gebruik time-timer, koptelefoon hulpkaartjes) Deze regels worden in het begin van het schooljaar besproken met eventuele nieuwe collega s. Er wordt gewerkt met basisstof en extra aandacht voor extra taken (Verrijkingsstof). Leerkrachten zorgen voor een goed klassenmanagement met heldere regels en afspraken. Hierbij is er sprake van een doorgaande lijn. Leerkrachten betrekken de leerlingen actief bij de lessen en stimuleren een proactieve houding. Leerkrachten laten leerlingen waar mogelijk samenwerken en elkaar ondersteunen. Leerlingen worden in staat gesteld hun eigen werk te plannen. (Eigenaarschap). Leerkrachten zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving. Leerkrachten leren de leerlingen doelmatig plannen. Collegiale consultaties, van en met elkaar leren. Filmbeelden maken van (coöperatieve) werkvormen en samen bekijken (teamleren). Klassenbezoeken door directie en IB-er. IB-er en directie volgen de ontwikkeling in alle groepen en bewaken de doorgaande lijn. Bespreken tijdens de teamvergadering. Uit formatie: 1000,- 5. Zelfregulerend leren (Waarderingskader Inspectie: Onderwijsproces OP1 Aanbod, Schoolklimaat SK2 Stimulerend leerklimaat, Kwaliteitszorg en ambitie KA1: kwaliteitszorg) Welke eigenschap is het meest bepalend is voor hoe goed een kind het op school doet? Interesse, intelligentie, motivatie en doorzettingsvermogen. Uit literatuur blijkt dat er één eigenschap van het kind zelf is die er qua invloed op leerprestaties en schoolsucces met kop en schouders boven uitsteekt. Die eigenschap is: zelfregulatie. Zelfregulatie is het vermogen om goede keuzes te maken uit de eigen gedragsmogelijkheden. Zelfregulatie kun je bevorderen. Dit is een aanleiding voor onze school om verder onderzoek te doen naar zelfregulatie en het stimuleren daarvan.

6 We gaan de mate onderzoeken waarin een leerling z n eigen gevoelens en gedrag weet te sturen. Het kind: Kan de bevrediging van bepaalde behoeftes uitstellen Weet om te gaan met spanningen en stress, driften te beheersen Kan zich door obstakels heen op een bepaald doel blijven richten Materialen Literatuur over dit onderwerp 750,- Presentatie over dit onderwerp 750,- (zie ook presentatie Eva Mul) De leerlingen leert zich niet snel af te laten leiden en kan langere tijd de aandacht aan iets geven. Hij kan lagere tijd luisteren en kan instructies volgen om een taak uit te voeren. Zoeken naar een valide instrument om dit te meten. De leerkrachten gaan bij elkaar in de klas kijken. Het item wordt geagendeerd op de teamvergadering. Het management team houdt vinger aan de pols. 6. (Meer)begaafdheid (Waarderingskader Inspectie: Kwaliteitszorg en ambitie KA1: kwaliteitszorg) Oog hebben voor talenten van kinderen in de meest brede zin van het woord. Tegemoet komen aan de specifieke behoeften en talenten van (meer)begaafde leerlingen, zowel op intellectueel als op sociaal-emotioneel en creatief gebied. D.m.v. de inzet extra leerkracht woensdag om de week voorzien in een onderwijsbehoefte van kinderen, waarbij (meer)begaafde kinderen in staat gesteld worden om op gezette tijden met andere kinderen te werken aan een stukje didactische uitdaging. (Meer)begaafde leerlingen de mogelijkheid bieden om zichzelf via onderzoeksvragen leerstof eigen te maken op hun niveau en naar hun eigen interesse.( Leren leren. ) Werken met de plusleerlingen is een onderdeel van de zorgstructuur binnen onze school. Leerlingen worden gescreend middels het Baleinprotocol. (Coördinatie IB-er + Brenda Grossouw ) Brenda werkt 1 keer in de 2 weken met de (meer)begaafde leerlingen in de vorm van verstrekken en coördineren van plusopdrachten. Onderwerpen in de plusklas worden aangeboden vanuit interesse van kinderen n.a.v. een kindgesprek met Brenda. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong zijn in kaart gebracht. (Niveau I+) De IB-er geeft de leerkracht van groep 1-2 adviezen hoe hiermee om te gaan en begeleidt de betreffende kleuters in eerste instantie. De doorgaande lijn wordt bewaakt middels goede overdracht. De namen van de plus leerlingen worden opgenomen in het zorgverslag. (IB-ers) De inzet voor de plus leerlingen wordt gebruikt als aanzet tot verrijking van het onderwijspakket, waarbij de opdrachten in de klas kunnen worden afgemaakt, zodat deze kinderen door een gedifferentieerd aanbod voldoende worden uitgedaagd. De plus leerlingen maken een vertaling

7 naar de kinderen in de eigen groep, dan wel in andere groepen in de vorm van lessen, spellen, werkbladen, tentoonstellingen, presentaties enz. Voor de betreffende leerlingen wordt de aparte aanpak in het groepsplan omschreven. ICT inzetten in relatie met het ontwikkelen van talenten. Brenda Grossouw en de IB-er nemen tijdens studiemomenten het team mee in het traject van de plus leerlingen. Extra leerkracht woensdag om de week ochtend: 5000,- Materiaal )o.a. van de kleuteruniversiteit) : 2000,- 7. ICT (Waarderingskader Inspectie: Onderwijsproces OP1 Aanbod OP2 Zicht op ontwikkeling) De leerlingen zijn in staat om op een verantwoorde en effectieve wijze om te gaan met de aanwezige tablets en computers. ICT inzetten in relatie met het ontwikkelen van talenten. De leerlingen werken dagelijks met de tablets. Er wordt gewerkt met licenties en jaarlijks wordt geïnventariseerd welke licenties gebruikt blijven worden en in welke mate deze nog voldoen aan onze wensen. Jaarlijks wordt geïnventariseerd welke behoeften er bij de leerkrachten zijn m.b.t. geschikte computersoftware behorende bij de vakgebieden. Aanschaf en invoering van methodegebonden software krijgt en heeft prioriteit. Het gebruik van verschillende instructiematerialen voor het touchscreen wordt onderzocht door de (externe )ICT- coördinator en waar mogelijk ingevoerd en begeleid. De ICT- er maakt handleidingen voor de verschillende onderdelen zodat iedereen hier zelfstandig mee aan de slag kan. matig en gestructureerd omgaan met de diverse licenties zodat er een doorgaande lijn in lesaanbod en 21e eeuwse vaardigheden ontstaat. Het gebruik van de tablets integreren in het totale lesaanbod. Meer kennis en kunde vergaren m.b.t. de inhoud van computerprogramma s van kinderen. Tijdens studiemomenten verzorgen leerkrachten workshops m.b.t. ICT. (Snappet). Tijdens werkoverleg worden ervaringen uitgewisseld, keuzes worden bepaald respectievelijk herzien en verdere vervolgtrajecten worden vastgesteld. Uitwisseling van gebruikerservaring is en blijft hier essentieel. Aanschaf grotere tablets groepen 6 en 7 en aanschaf chromebooks groep 8 : 4000, - 8. Wetenschap en techniek (Waarderingskader Inspectie: Onderwijsproces OP1 Aanbod, Schoolklimaat SK2 Stimulerend leerklimaat) Leerlingen stimuleren om ontdekkend en onderzoekend te leren. Stimuleren van een onderzoekende houding en creativiteit. Op verschillende niveaus (met gemeenten, instellingen, scholen van het VO,

8 provinciale overheid en bedrijven, ouders, Wetenschap en Techniek verankeren in het leerprogramma zodat Wetenschap en techniek ingebed wordt in ons onderwijsaanbod. Het thema techniek komt aan de orde tijdens de technieklessen. Technieklessen worden in elke groep gegeven; er worden techniekmomenten (techniekweek) ingeroosterd. In het team overleggen en uitwisselen van ervaringen. De techniekcoördinator Kees Dekker bewaakt het proces en legt contacten met o.a. bedrijven, beroepen en vervolgopleidingen, gemeentes etc. Alle thema s en domeinen rondom Wetenschap en Techniek worden in doorlopende leerlijnen behandeld. Overleg in het team over planning, aanpak en evaluatie. Zoeken naar mogelijkheden om groepsdoorbrekend te werken m.b.t. techniek. De techniekcoördinator legt contacten met de collega techniekscholen: de Zevensprong en het Klimduin. Tijdens studiemomenten inhoudelijk aan de slag gaan met het team o.l.v. de techniek coördinator. Inschakelen van externe expertise. Inschakelen van expertise van de collega techniek scholen. Uren van de techniekcoördinator Materiaal: 1500,- 9. Invoering en borging nieuwe muziekmethode (Waarderingskader Inspectie: Onderwijsproces OP3 didactisch handelen) : De school heeft een doorlopende leerlijn muziek voor de groepen 1 t/m 8 : Een keer in de twee weken staat muziekonderwijs op het programma. Materialen: Muziekmethode ,- per jaar De materiële kosten, muziekinstrumenten etc. 700,- Vorig schooljaar zijn wij gestart met de nieuwe muziekmethode: Zing. Dit schooljaar komt hiervan een evaluatie. Het management team houdt vinger aan de pols bij de afspraken over muziek. Twee leerkrachten inventariseren wat er nodig is voor deze methode en zorgen voor de aanschaf. 10. Literatuur en Media educatie (Waarderingskader Inspectie: Onderwijsresultaten OR2 sociale en maatschappelijke competenties) : De leerlingen verdiepen zich in o.a. de collectie van het museum om zo kennis te ontwikkelen over het verleden van de omgeving. Zij worden vaardig in de toepassing van de discipline nieuwe media (film) in de overdracht naar publiek. (in aansluiting op het programma techniek.

9 : Door middel van het project Film het verleden onderzoeken de leerlingen van de bovenbouw van de Balein in samenwerking met het museum In t Houten Huis de geschiedenis van Schermereiland en geven zij vorm aan het ambassadeurschap van het museum. Materialen: Aanschaf ipad 500,- per jaar divers 1000,- Leerlingen verdiepen zich in de collectie van het museum om zo kennis te ontwikkelen over het verleden van hun omgeving. Leerlingen werken met de discipline nieuwe media in combinatie met techniek. Leerlingen leren hun talenten en creativiteit ontwikkelen als onderzoeker, filmer, scriptschrijver Leerlingen leren samenwerken zowel op afspraken als op uitvoeringniveau. In de opeenvolgende jaren (groep 6, 7 en 8) worden er vaardigheden ontwikkeld bij leerlingen, resulterend in de samenstelling en vormgeving van een tentoonstelling voor groep 8. Stichting Cultureel erfgoed op school: M. Geveling Bureau Cultuur Primair Museum in t Houten Huijs De directeur en de leerkrachten doen de evaluaties met de bovenstaande partijen. Daarin worden (nieuwe) afspraken gemaakt en bestaande zaken geborgd.