Transcriptie en index van het register van verpondingen van de heerlijkheid Gendringen (SARA 0837, inventarisnummer 1) door: Willem Willemsen (2000)

Transcriptie

1 Transcriptie en index van het register van verpondingen van de heerlijkheid Gendringen (SARA 0837, inventarisnummer 1) door: Willem Willemsen (2000) Toelichting Het kohier van de verpondinge van Genderingen is een register dat gevat is in met perkament beklede borden verbonden door een perkamenten rug. Het register kan met twee veters worden dichtgeknoopt. Het register heeft in de tweede helft van de 20 e eeuw een restauratie ondergaan waarbij de perkamenten rug vervangen is. De borden zijn met het originele perkament bekleed. Voorts zijn de rafelige en zwakke papierranden met papierstroken verstevigd. Het register meet 22x31,5x5cm en telt 173 genummerde folio s waarop de inning van verponding per goed, gerubriceerd per plaats (dorp of buurtschap) is verantwoord. Op de linker pagina s (verso-zijde) zijn op de linker bovenhoeken de folionummers aangebracht. Op de linker pagina s staan de onroerende goederen met de eigenaren vermeld. Op de tegenoverliggende rechter pagina s staat de per goed, per jaar afgedragen verponding geregistreerd (naam betaler, datum betaling en het bedrag). Het betreft jaarlijkse aantekeningen van betalingen uit de jaren (over de jaren ) Om praktische redenen zijn in deze transcriptie de aantekeningen van de betalingen (dus de vermeldingen die in het register op de rechter pagina s te vinden zijn) direct vermeld onder het goed waarop deze betalingen betrekking hebben. Over de herkomst van dit register dat in 1980, toen de statische archieven van de toenmalige gemeente Gendringen onder het beheer kwamen van het toenmalige Streekarchivariaat Oost-Gelderland, reeds bij het gemeentearchief berustte, is bekend dat deze ooit door de provinciale archiefinspecteur de heer Beltjes bij het gemeentearchief werd gedeponeerd. In 2000 werd het register door W. Willemsen (later medewerker van het streekarchivariaat en Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers) getranscribeerd. Steekproefsgewijze controle rechtvaardigt (onder voorbehoud) de conclusie dat een minutieuze controle van de transcriptie geen noemenswaardige verbetering oplevert. Deze transcriptie wordt besloten met een uitgebreide index op de in het verpondingskohier vermelde persoonsnamen en toponymen (veldnamen e.d.). Onderstaande lijst geeft een overzicht van het gebied waarop het register betrekking heeft, (PB, december 2011) Verpondingen 1656 van de heerlijkheid Gendringen Folio 1 Folio 44 Folio 72 Folio 86 Folio 99 Folio 115 Folio 136 Genderingen (Gendringen) Wiecken (Wieken) Uhuir (Oer) Voorst Hunten en Versseleer (Varsselder) Mechelen (Megchelen) Breedenbroeck (Breedenbroek) 1

2 gulden De verpondinge van Genderingen bedraeght soo aen het comptoir tot Zutphen betaelt moet worden voor den jaere stuyver Dese verpondinge is bereeckent jaerlijckx met anderhalve pontschattinge ende 4 stuijvers opden gulden totten jaere 1659 inclues, ende voor de jaere 1660 is de selve vermindert tot 2 stuyvers op den gulden welcke hier continueert tot 1661 inclues 2

3 folio 1 Pontschattinge van Genderingen en de ondergehoorige boerschappen soo de selve betaelt woort voor den jaere 1657, 1658, ende Item 1660 ende 1661 anderhalff schattinge Genderingen Enckelschattinge mette op stuyvers ad 4 stuyvers op den gulden guld. - stuyv. Ketelerstede die abdisse van Elten toestendig soo Roeloft Heisters in pachtinge heeft groodt 4 mergen weylant 2½ mergen leemachtige grondt 7 guld. 15 stuyv. betaelt ¼ deel Betaelinge op de hier over gespecificeerde pontschattnge gedaen voor den jaere guld. --- stuyv. Jan Bitters alias Keteleer den 15 januari 1658 betaelt 16 guld. compt hier voor den jaere Rutger te Boekhorst den 7 april 1659 betaalt den 18 febr.1660 ontfangen ducatons facit 34 gld.13 st.stelle hier voor den jaere den 16 febr.1661 ontfangen voor den jaere /4 noch ontfangen voor dander perseelen 17 guld. 11.5/8 stuyv.op disse rente perseelen aengeteeckent 13 guld. 16.3/4 stuyv.de rest op den ander te stellen off te restitueren voor t huysgelt 3 guld. 12 stuyv. schit hier over 3.1/4 stuyv. den 1/11 marty 1662 ontfangen pro anno / Item dat ronde Kempken Evert op den Dijck toestendich groodt ½ mergen leemachtig betaelt 1/4 deel Jan Bitters van de 16 guld. supra hier pro anno Rutger te Boekhorst ut supra betaelt t jaer den 18 febr.1660 ontfangen ut supra pro anno pro anno /4 den 1 meert 1661 ontfangen voor den jaere / Roeloff Keteler van juffrouw Pavorts een stuck op Ketelers- Kamp groodt ½ mergen havich 3

4 betaelt 1/4 deel Jan Bitters per rest van hier boven noch Rutger ut supra betaelt ut supra pro anno 1659 betaelt pro anno ½ den 1 meert 1661 ontfangen pro anno ½ heeft betaalt 15 guld. 4 stuyv. schit hier 9 stuyv. over goed gedaen. 4

5 folio 2 Genderingen guld. stuyv. guld. stuyv ½ Twee stucken lants het Ossenslach ende Langenslach, die weduwe Beernt Ketelers pachterse toestendich de erffgen(amen) Diepenbroeck groodt mergen leemachtige cleij ½ aen den amptman het 4e (deel) betaelt Wessel Spaen den 19 Xbris 1659 in de rekeninge van Spaen goedt gedaen het jaer 1657 ende 1658 tot vide folio 155 vande jaere ende 1661 Beernt Bulen stede t' Convent van Sledenhorst toestendich pachter Nellis Bouwman groodt 4.1/4 mergen veltlant twee mergen weylandt halve cleij Nellis Bouwman den 1 april 1658 betaelt den 13 junij 1659 ontfangen het jaer 1658 tot den 28 febr betaelt voor t' jaer den 20 febr door Heijnrick Rijners betaelt 16 gulden stelle hier voor den jaere de overige 3 guld. 19 stuyv. gestelt folio 37 den 15 febr door Heijnrick Rijnders ontfangen 16 gulden 10 stuyv. stelle hier pro anno schit over 4 guld. 11 stuyv. dese gestelt folio 65 den 4/14 april 1663 ontfangen voor sijn 3 perseelen de anno guld 15.1/4 met het huysgelt Item heeft in pantschap van Jorden van den Padevoort een stuck landts op den Bruerdijck groodt ½ mergen gemeijn ½ Landt aen vader den 27 april 1663 door Engelbert Poor op sijne verpondinge de anno 1662 aen mijn huysvrouw be betaelt voor sijne perseelen 4 guld. overgeseth Gerrit Heister den 13/23 october 1658 betaelt op het jaer guld. 12 stuyv. stelle hier te ondersoecken wie dit lant heeft alsoo folio 16 Hiesters landt staet van Beul gecocht ende aldaer voor betaelt gestelt (Jan Duicker) dit moet van Engelbert Luchtenacker betaelt worden den 26 jullij 1659 door Engelbert betaalt 5 gulden rest noch mette opgelden ende executie 1 guld. 6 stuyv. tot

6 betaelt den 4e januari 1661 ontfangen het jaer ditto op het jaer stuyv. ende den 25 guld per rest de anno 60 tot ½ den 17 junij 1662 ontfangen pro anno 1661 boven t'opgelt ½ 6

7 folio 3 Genderingen guld. stuyv. guld. stuyv Item die Snoeijslege Evert op den Dijck Evert Bulen toestendich groodt ses mergen leemachtige ende ten deel cley Wanner Imminck int outboeck betaelt het jaer Dirck Bulen den 10 junij 1659 betaelt het jaer folio 154 betaelt het jaer Item het jaer 1660 betaelt den 21 januari 166(1) ontfangen pro anno Driesse maetien Crop toestendich groodt 1.3/4 cleijlandt Willem van Pluren den 11/21 januari 1658 op den jaere 1657 betaelt op sijne perseelen 20 gulden den 6/16 maij noch ontfangen 9 gulden 7 stuyvers stelle hier folio 153 betaelt het jaer 1658 tot folio 153 betaelt het jaer 1659 tot Item betaelt het jaer 1660 tot ½ is pro anno 1661 betaelt met ½ Een halft bouwinge Crop tot Zutphen toestendich waer Willem van Pluren pachter groodt 5 mergen hooch veltlandt 4 mergen seer leemich weijlant Jan Bister modo Jan Mom den 5 augustus 1658 betaelt den 6 meert 1659 door Jan Mom betaelt Jan Mom heeft volgens s'lants resolutie van allen sijn perseelen tot 20 gulden 16.1/4 stuyv. rest 2 guld. 5 stuyv. fol. 156 ontfangen het jaer 1659 met fol. 156 ontfangen het jaer 1660 tot Item ontfangen het jaer

8 folio 4 Genderingen guld. - stuyv. guld. - stuyv. Noch drij stucken lants op den Oldenaer gelegen d'erffgen:(aemen) Steentiens toestendich soo Wijer Theunissen in pachtinge modo Lammert Bruijll ghehadt groodt 2 mergen guld. op huijsgelt gestelt ende hiervoor wij op ende pentgelt doorstreecken blijft hier 3 stuyv. ende folio 23 / 6 stuyvers Willem Soenekens pro anno ½ mergen den 17 februari 1663 ontfangen Jan Mistant als:(alias) Bovelt 0½ mergen den 5 guld. ontfangen pro stuyv. vide folio (171) 30 hier achter ergo hier door streecken het 4e deel op vaders memori gestelt Willem Soenekens den 1 september 1659 betaelt 4 guld. 1 stuyv. den 4 Xbris 1660 noch ontfangen 3 gulden 3 stuyv. is voorden jaere 1657 ende rest 19 stuyv. opgelt gepent en pot den 12 augusti 1661 fol.66 ontfangen 4 guld. stelle hier per rest van aldaer 28 stuyv. gepent 1 pot den 28 october 1661 ontfangen 4 guld. 1 stuyv. stelle hier pro anno ende pro anno guld. 17 stuyv. rest pentguld. ende opgelt den 7 januari 1662 noch ontfangen 3 guld. 15.1/4 stuyv. opt huijsgelt 30 stuyv. blijft /4 den 23 februari 1662 noch ontfangen pro anno /4 (M) van hier onder voor 1/4 der mergens soo Heijnrick van Borcken noch heeft stelle hier 27 stuyv. om op het stuck soo Heijnrick van Borckum noch heeft aen te teeckenen ende heeft den 1 jullij 1661 noch betaelt pro anno /4 stuyv Noch een stuck op vaders memori het 4e deel Heijnrick van Borckum den 27 meert 1658 goedt gedaen het jaer 1657 tot den 10 october 1659 goedt gedaen het jaer Heijnrick den 24 jullij 1660 ontfangen 3 guld. 3 stuyv. stelle hier op sijn huijsgelt 18 stuyv. de rest folio den 1 jullij 1661 ontfangen pro anno ½ vide folio 171 pro anno 1661 ergo hier door gedaen tot ½ 8

9 Op den Meulenacker d'erffgen(aemen) Steentiens toestendich eenen mergen veltlant Jan ten Ham den 21 februari 1659 betaelt ditto hett jaer 1658 tot den 16 meert 1660 betaelt het jaer den 12 februari 1662 ontfangen voor de jaere 1660 bij aftreeckening ende pro anno stuyv. noch tot 3 stuyv. pro anno ½ Noch de ermen Ter Borcht een stuck lants soo Wijer Theunissen in pachtinge gehadt heeft 3/4 mergen veltlant dit soude Heijnrick van Sweer Cueper gecocht hebben dan moet op een ander staen alsoo Heijnricx lant maer 1/4 mergens is ende door de weduwe Ansum hier neven is goedt gedaen NB. dess 27 stuyv. van Heijnrick van Borckum hier boven gestelt tot dat ick het stucxken van een 4e deel mergens vinde om alsdan daerop aen te teeckenen Heijnrick van Borckum den 27 meert 1658 goedt gedaen het jaer 1657 tot ½ den 10 october 1659 goedt gedaen het jaer ½ De weduwe Scholtus Ansum dit in haer reeckeninge gebracht totten jaere

10 folio 5 Genderingen guld. stuyv Een bouwinge de Abdisse tot Elten toestendich Cortbeeck betaelt sijn 4e deel Jan Mom betaelt sijn 4e deel guld. stuyv. Jan Mom d'een helft den 7/17 januari 1658 ontfangen Gerrit Cortbeeck d'ander den 14/24 ditto op rekening betaelt den 31 maij ontfangen van Gerrit ½ ½ den 18 januari 1659 door Gerrit Cortbeeck ontfangen op den jaere guld. 10 stuyv. den 9 junij noch ontfangen 18 guld.11 stuyv. is t samen voor t jaer Jan Mom den 6 martij 1659 betaelt het jaer Gerrit den 14 februari 1660 betaelt 22 guld. noch tot ½ Jan Mom ditto folio 156 betaelt Gerrit den 3 januari 1661 betaelt 30 guld.stelle hier voorden jaere 1660 voor sijn helft /4 door Mom betaelt d ander helft folio /4 door Gerrit ende Jan betaelt het jaer 1661 tot ½ Een Kempken met een aenschoodt Beernt int Issel den 11 Xbris 1658 int niewboeck betaelt den 26 april 1659 ontfangen het jaer 1658 tot de weduwe Luchtenacker den 22 meert 1660 betaelt den 14 maij 1661 betaelt den 25 februari 1662 ontfangen pro anno De selve pastoirije de Hemaetscamp De weduwe Luchtenackers den 9 junij 1658 int Niewboeck betaelt stelle hier den 26 april 1659 ontfangen het jaer 1658 tot den 22 meert 1660 betaelt het jaer 1659 met den 14 maij 1661 ontfangen het jaer 1660 tot /4 den 25 februari 1662 ontfangen pro anno /4 10

11 folio 6 Genderingen Vier stucken landts Heijnrick van Milligen toestendich de weduwe pro anno 1661 betaelt 16½ stuyv. Luchtenacker den 14 maij 1661 betaelt 16½ stuyv. Luchtenacker haer 4e deel de anno 60 Beernt Robers solvit 14 stuyv. Beernt Robers sijn 4e deel Scholte betaelt sijn 4e deel Steven Cooper solvit 9 stuyv. pro anno 1661 alleen rest 4 stuyv. Beernt Scholten solvit 9 stuyv. pro anno 1660/1662 debet Beernt Roberts van 1 stuck Jorgen Pelser de anno 1662 ad 13 stuyv. de anno 1660 Heijnrick Stoverinck den 4 jullij 1658 op sijne perseelen betaelt,-9 guld. 12½ stuyv. modo Beernt Roberts de weduwe Luchtenacker den 9 junij 1658 fol.5 betaelt Beernt Scholten den 20 januari 1659 betaelt Beernt Roberts voorde helft betaelt de weduwe Luchtenacker betaelt t jaer 1658 tot Beernt Scholten pro anno 1658 betaelt Beernt Roberts den 8 augusti 1659 betaelt sijn aenpaert Beernt Scholten pro anno 1659 betaelt. item de weduwe Luchtenacker tsamen Beernt Roberts den 16 januari 1661 (...) Scholten debet de rest modo Steven Cooper de anno Idem S. Anthonis Beernt (Roberts) int Issel ontfangen het jaer den 26 aprill 1659 ontfangen t jaer 1658 tot de weduwe Luchtenacker den 22 meert 1660 betaelt t jaer den 14 maij 1661 betaelt het jaer ½ den 25 februari 1662 ontfangen pro anno ½ Een stuck lants Roeloft Cock aen vader het 4e deel Jan ten Ham/de smidt int outboeck ontfangen het jaer Jan ten Ham den 12 januari 1660 betaelt den 16 meert 1660 ontfangen het jaer

12 Frederick Spaen den 11 junij 1661 door Goort te Boeckhorst op des selfs pontschattinge betaelt 4 ducatons stelle hier ½ de anno 1661 vide fol ½ Tassemaet weijlandt betaelt 1/4 deel Jan Bitters alias Keteler den 7/17 maij betaelt Rutger te Boeckhorst den 7 april 1659 betaelt t'jaer den 18 februari 1660 fol. primo betaelt het jaer dese fol. primo betaelt pro anno 1660 tot /4 Frederick Spaen de anno 1661 vide folo / Keusters maetien aen vader het 4e deel den 14 junij 1662 ontfangen op sijne perseelen betaelt door sijn vrouw 7 guld. 19½ stuyv. Beernt Heijcamp heeft betaelt het jaer den 3 augusti 1659 ontfangen 4 guld. opgelt tot 5 stuyv. affgetrokken blijft blijft 3 guld. 15 stuyv. stelle hier pro anno den 1 junij 1660 ontfangen 12 stuyv. den 2 september 1660 noch ontfangen 6 guld. 9 stuyv. stelle hier pro anno den 28 maij 1661 ontfangen 4 guld. stelle hier pro anno ½ den 5 september 1662 ontfangen pro anno 1661 boven t' opgelt 2---9½ Beernt debet van naer weijde van het hoorsten de anno 1658 (?) met Jan Bister gehadt 16½ stuyv. 12

13 folio 7 Genderingen ½ Twee stucken lants De weduwe Luchtenacker int nieu boeck fol.3 betaelt ½ de weduwe den 15 junij 1659 betaelt het jaer ½ den 22 meert 1660 ontfangen pro anno den 14 maij 1661 ontfangen /9 den 25 februari 1662 ontfangen voorden jaer / Een weijde int Costerbroeck (Jan Hertiens)(joncker?) Beull den 4/14 maij 1658 betaelt den 10 janwarij 1659 ontfangen het jaer 1658 tot den 21 februari 1660 ontfangen voorden jaere den 7 junij 1661 door Goort te Boeckhorst betaelt op sijne perseelen 3 ducatons stelle hier pro anno ½ den 11 jullij 1663 voorden jaere 1661 betaelt 7---8½ Een weijde genaenpt Ostmanslach Jan Mom den 7/17 januari 1658 betaelt den 20 october 1658 noch ontfangen pro anno den 6 martij 1659 ontfangen het jaer 1658 tot fol.156 ontfangen het jaer 1659 met fol.156 betaelt het jaer /4 item het jaer / /4 Noch een cleijn weijcken int Ooster broeck Jan Hertiens joncker Bogel heeft betaelt voorden jaere 1657 den 6 Xbris /4 item pro anno /4 item pro anno /4 ende voorden jaere 1660 tot 22 stuyv. den guld /8 rest 2 guld 11.1/4 stuyv. volle quitinge betaelt den 11jullij 1663 betaelt pro anno ½ Aanhangsel Ich ondergeschreeven bekenne ontfange te hebben uyt handen van d. Heer Leonard de Raet Hoog Graefflicker Berghsen Rentmeester de somme van twintich gulden hollans in minderinge van seecker assegnatie van Jan Wielenhorst 13

14 ten behoeve van Jan Freericks van Rees Actum Gendringen 14 junij Anno 1659 Jan Hartiens 20:-:- Nota dat ick dese 20 gulden aen Gerrit Ansum hebbe goedt gedaen soo Jan Fredericx noch hadde te pretenderen t'selve in rekenings van Jan Hertiens door te doen 14

15 folio 8 N.B. dese 15½ affgeschreven ergo gecorrigeert op ½ ( ) Bronckhorster Wals den 13 junij 1659 door Frans te Boeckhorst ontfangen dese gestelt in hunne reeckeningh ergo hier door gedaen George Rochelingh ende Gerrit Ansum de anno 1657 halft in hunne reeckeningen goedt gedaen het jaer 1657 tot ½ George Rocheling de anno 1658 heel in sijne reeckeningh goedt gedaen het jaer 1658 tot ½ Item in de selve reeckeningh goedt gedaen het jaer 1659 tot ½ Item is mede in hunne reeckeninge goedt gedaen aen het jaer (1661) en Die hooge weijde rest (10 stuyver bij abues) dese den 6 augusti 1663 goedtgedaen Thomas Pithaen pro anno 1661 de helft den 24 januari van Beernt den 5 september 1662 ontfangen pro anno Beernt Heijcamp den 27 meert 1658 betaelt Thomas Pithaen den 5 julli ontfangen pro anno ditto voorden jaere 1658 betaelt Beernt folio 6 overbetaelt 21 stuyv. den 6 Xbris 1659 noch 32 stuyv.noch ontfangen pro anno 1658 tot Thomas Pithaen den 20 Xbris 1660 betaelt folio 6 door Beernt betaelt 7 guld. 1 stuyv. stelle hier pro anno ende op jaer 1660 aftgetrocken 12 stuyv. opgelt over betaelt 3 stuyv. 24 maij 1661 folio 6 betaelt 1 guld. 10½ stuyv. den 9 januari 1661 noch tot den 7 martij 1660 door Pithaen betaelt dander helft de anno Noch vier stucken die Lape stucken genaempt Jan betaelt sijn 4e deel Steven Cooper op den jaere 1660 betaelt ende pro anno 15

16 /9 Jan Coesvelt den 16 maij 1661 betaelt Lubbert Giskens Jan ten Norseleer den 24 maij 1661 op den jaer 1660 betaelt /9 item 1661 (kantschrift) modo Wessel Spaen Lubbert Giskens pachter pro anno 1662 Jan ten Norseleer den 13 maij 1658 betaelt voor 1 Lappestuck Coendert Duicker den Coesvelder den 5 februari 1661 betaelt voorde jaeren ende 1659 jaerlix 6.3/4 compt hier /4 Steven Cooper aen sijne rekeninge goedt gedaen ½ Den Coesvelder van hier boven pro anno /4 Jan ten Norseleer den 13 junij 1659 betaelt t jaer Steven Cooper den 5 januari 1660 betaelt t jaer ½ Jan ten Norseler den 18 jullij 1660 betaelt 7 stuyv. den Coesvelder ut supra pro anno 59 tot 13.3/4 Steven den 16 januari 1661 goedt gedaen ½ Jan Stam noch een stuck lants op den Steenacker stuyvers Culemborgh haer 4e deel Willem sijn 4e deel Beernaert Vos seijt dit stucxken op den Steen acker te moeten betaelen voor Pluren de anno 1659 ende 1660 den 19 januari 1661 door Beernt betaelt pro anno ½ stuyvers pro anno /9 stuyv. den 19 februari 1663 pro anno /4 Willem van Pluren folio 3 betaelt stelle hier ½ Claes van Culemborgh den 27 april 1658 betaelt ½ Willem folio 151 betaelt het jaer 1658 tot ½ Claes van Culenborgh den 17 februari 1659 betaelt ½ de weduwe Culenborgh den 23 februari 1660 betaelt ½ Willem heeft betaelt het jaer 1659 tot ½ de weduwe folio 103 betaelt pro anno /9 den 18 april 1662 ontfangen van weduwe pro anno /9 16

17 folio Jan Idinck een weijcken genaempt Greve Coelaecxken Lubbert Giskens heeft betaelt het jaer 1657 tot den 1 april 1659 ontfangen het jaer den predicant ter Sluijs de anno 1659 Jacob Bertels ende Jorgen Aloffs den 12 meert 1661 ontfangen 7 guld. 18 stuyv. opgelt tot 14 stuyv. affgetrocken blijft Jasper Bouwman Jorgen Alloffs den 11 januari 1662 door eenen schoeljongen gependen 5 guld. den 10 october 1662 noch door Steven Cooper met het gelt van de publicatie betaelt 7 guld. 17½ stuyv.noch tot met het opgelt Aende Genderingse gemeijnte gelegen een weijcken den Graeft van Bergh toestendich Jan opt Loe den 25 jullij 1659 int outboeck betaelt vier guld. 13 stuyv. stelle hier voorden jaere ende opden jaere 1658 per rest van aldaer 17 stuyv. noch tot den 4 september 1660 ontfangen den 4e deel laten corten t' jaer den 11 junij 1661 opden jaere 1660 betaelt 1---2½ den 7 augusti 1663 ontfangen 1 guld.16 stuyv. ditto noch 19½ stuyv. pro anno 1660 ende Een weijde genaempt die Geer De weduwe Bulen betaelt het jaer de weduwe heeft betaelt het jaer 1658 vide fol fol. 154 betaelt het jaer (pro anno 1659)fol. 154 betaelt het jaer 1660 tot vide fol. 154 pro anno Schurkens Issel weijlant de erffgenaemen Aeltien Teijlers groodt 1.1/4 mergens Isselgrondt betaelt het4e deel Willem te Boeckhorst den 18 januari 1658 fol. 14 ontfangen 5 guld. compt per rest den 13 october 1658 noch ontfangen Jan Driessen den 25 jullij 1659 ontfangen het jaer den 5 Xbris 1660 ontfangen pro anno den 23 october 1661 ontfangen pro anno /4 Willem te Boeckhorst fol. 169 betaelt /4 17

18 Idem een stucxken lants Heijnrick Valckenhoven wever heeft betaelt Jan ten Norseler den 13 junij 1659 betaelt Jan ten Norseler den 18 jullij 1660 ontfangen een spinnewiel goedt gedaen tot 50 stuyv. Cleefs den 24 maij 1661 ontfangen pro anno /4 den 12 maij 1662 ontfangen /4 18

19 folio Gerrit Stubbeler een halff bouwinge die van Belheim toestendich weijlandt groodt 10 mergen bouwlant 5.3/4 mergens twee mergen goeden cleij (rest 33.5/9 stuyv.) Aloff Adriaens den 25 meert 1658 betaelt den 11 jullij 1658 ontfangen 6 guld. 17 stuyv. den 4/14 augusti 1658 noch ontfangen 25 guld. 1 stuyv. den 22 9bris door Steven Ariaens betaelt 10 guld.10 stuyv. noch tot ½ den 11 april 1659 ontfangen op het jaer guld. 8 stuyv. den 1 jullij 1659 noch ontfangen 29 guld. 10 stuyv. opgelt aff te trecken den 17 Xbris noch 8 guld. 8½ noch ontfangen jaer 1658 tot den 22 junij 1660 ontfangen 19 guld. 14 stuyv. den 26 9bris noch tot ½ Gerrit Stubbeler voor sich een stuck landts inden Veltacker gelegen groodt ander halff vierendeel mergens 0---7½ pro anno guld. 9.1/8 Idem betaelt het jaer 1657, 1658 het jaer 1659 aen eenich mest int bongaerten gelevert goedt gedaen item 1660 den 22 jullij 1661 ontfangen 12 guld. 3 stuyv. den 1 september 1661 door mij huijsvrouw ontfangen 13 guld. f rest met het opgelt 20 guld. 9 stuyv. pro anno 1660 betaelt 20 guld /4 over betaelt 6 stuyv. den 8 jullij 1662 ontfangen 24 guld. den 10 september / ontfangen 12 guld. 18 stuyv. noch ontfangen pro anno 1661 tot /4 Aloff Adriaens den helft betaelt /4 Philips van Roden d ander helft den 28 jullij 1659 betaelt /4 (0)--- 13½ Gerrit Stubbeler een stuck Aloff betaelt het jaer /4 Aloff pro anno 1659 den 5 9bris 1662 ontfangen /4 ditto pro anno 1660 ende 1661 voorden helft 13½ compt...iet pro anno ½ 19

20 Philips van Roden debet d ander helft de anno 1658,59,60,61 den 30 jullij 1663 betaelt noch ½ Item een stuck lants aen vader het 4e deel extra ordinair Heijnrick Seuekers weduwe betaelt het jaer den 21 9bris 1659 ontfangen voorden jaere (i)den 16 februari 1664 ontfangen 18 stuyv. compt pro anno Arent s 'Greven ende voor t' jaer rest de anno 1661 overgeseth in libro 3. folio Baldermaet Philips betaelt sijn 4e deel tot 27 stuyv. Vide folio 20 Philips van Roden heeft voorden jaere 1660 betaelt sijn 4e als hier neven te sien tot 4 guld.19 stuyv. ende vande Amptman hier over ontfangen rest alsoo 10 guld. 13 stuyv. ende 21 stuyv. opgelt en 8 stuyv. executie ƒ 12 guld. 1 stuyv. hierop door Philips voorden amptman betaelt 2 guld. gepent een os, noch gepent den 30 maij 1662 door den soon van Philips betaelt 3 guld. Philips van Roden den 26 jullij 1658 betaelt 9 guld. opgelt den 19 october 1658 ontfangen 13 guld 14 stuyv. hier rest 24 stuyv. opgelt wete 4 stuyv. den 13 junij 1659 ontfangen opt jaer guld. den 17 Xbris noch 5 guld. 12 stuyv. den 27 junij 1660 ontfangen 4 guld. waer mede betaelt het jaer 1659(8) affgetrocken t'opgelt ende (waete?) facit den amptman Ansum de anno 1659 opde reeckeninge vande weduwe betaelt de anno /4 deel den heer Amptman betaelt den 25 maij 1661 voor des selfs quota 4 guld. 4 stuyv. Philips van Roden debet de rest den 9 maij 1661 betaelt 3 guld 18 stuyv. den 13 augusti 1661 door Philips noch betaelt 20 stuyv. en 2 stuyv. opgelt voor sijn 4e 20

21 folio Een cleijn kempken inde Vicarije toe Embrick Een weijcken in Jan Caters Vicarije De selve weduwe van dese perseelen het 4e deel aen vader betaelt /8 Goort Smidt een stuck int velt Oswolt Cortbeeck een kempken lants de landtschap van Zutpen toestendich /8 Compt hier voor het Grees 6 guld. 12 stuyv. voor Aeltien Bockers thintien pro annno 1661 voor t'laet vijt Raesfelts bouwinge /4 voor sijn huijs /4 vande voormelde perseelen hier boven / /9 Heijnrick Ticheleer als:(alias) Stoverinck heeft folio 36 int outboeck betaelt opden jaere guld. 12 stuyv. mette 8 guld. 13 stuyv. op heden den 8 meert 1659 betaelt waer van folio 66 hebbe gestelt voor het jaer 1657 ende 58, 8 guld.6 stuyv. blijft hier noch voor alle dese perseelen opde jaere den 27 junij 1659 ontfangen 5 guld. 19½ stuyv. stelle hier /8 ditto affgerekent ende bevinde betaelt te wesen tot het jaer 1658 voor dese volgende perseelen tot /8 den 21 meert 1660 ontfangen 8 guld. 16 stuyv. compt hier voorden jaere /8 den 26 augusti 1661 ontfangen 2 ducatons compt (Idem) pro anno 1660 boven 11 stuyv. opgelt /8 den 21 maij 1662 ontfangen vijff guld. den 26 junij 1662 ontfangen 7 guld. stelle hier pro anno /8 den 10 april 1663 ontfangen pro anno guld. 17½ stuyv. Idem / /

22 /9 12 Idem /9 14.4/ Hierop ut supra betaelt 12 guld. rest alsoo met het opgelt voorden jaere 1661, 8 guld.2 stuyv. den 4 septembris 1662 door Jan te Boeckhorst ontfangen 6 guld. 2 stuyv. den 31 Xbris noch 2 guld. 22

23 folio Johannes Rochelingius Pastor Den Predicant vande Sluijs den 15 september 1659 betaelt Jacob Coopman den 27 jullij 1658 betaelt den predicant de anno 1659 den 29 junij 1660 ontfangen den 13 junij 1661 ontfangen voorde jaere den 12 jullij 1662 ontfangen voorden jaere Noch een stuck landts int velt gelegen Rochlinio toestendich modo Dirck te Boeckhorst Dirck te Boeckhorst den 1 jullij 1659 in rekeninge gebracht ditto mede berekent t'jaer den 5 Xbris 1662 berekent pro anno ditto pro anno /4 item pro anno / Een weijde Hoppenslach Rochlinio toestendich Heijnrick Geerlicx den 5 augusti 1658 betaelt 9--9 den 12 februari 1659 ontfangen 60 guld. 16 stuyv. stelle hier de rest overgeseth den 10 februari 1660 ontfangen 't jaer van t'gene folio 114 ontfangen hebben stelle hier pro /4 rest 1 guld. 12½ stuyv. den 27 junij 1662 affgerekent stelle hier ½ ende voor den jaere den 14 meert 1663 door Gerlicx betaelt op alle sijn perseelen van den jaere guld. 12 stuyv. overgeseth in libro 3 folio Een weijde genaempt Hoppen- Broeckhuijs pro anno guld. 17 stuyv. Jan Wintiens heeft den 10e junij 1662 noch betaelt 5 guld. den 11 october 1662 noch ontfangen tot stuyv. facit pro anno Gerrit Bertels dese voorden jaere 1657 betaelt tot gepent gepent den 4 junij 1660 ontfangen het jaer 1658 tot

24 den 20/10 9bris 1660 aen mijn huijsvrouw betaelt 15 guld. gepent noch gepent het peert aenden pael geleijt den 7 junij 1661 ontfangen 12 guld. 12 stuyv. facit pro anno 1659 sonder tgene op dander perseelen gestelt is Jan Schut den 21 februari 1661 betaelt pro anno ½ Gerrit Bertels in sijne reeckeninge goedt gedaen d'ander helft 7---8½ pro anno 1661 vide hier over Gerrit debet in de vercoopinge vande meulder als aldaer te sien(?) 15.5/8 stuyv. betaelt Jan Schut alias Wintiens pro anno 1661 heel den 23 januari 1662 ontfangen 20 guld. op sijn perseelen nota dat Gerrit Bertels sustineert dat Jan Wintiens het jaer 1660 heel moet betaelen in sulcken geval de betalinge van Gerrit op sijn ander perseelen te stellen sijn geaccordeert 24

25 folio 13 Genderingen ½ Wessel Spaen in pantschap vande weduwe Blanckesweert het 4e deel in vaders memori goedt gedaen ut inf /4 Wessel spaen deen helft in sijne rekeninge goedt gedaen tot /4 Gerrit Stubbeler modo Aloff Ariaens dit moet Spaen heel betaelen alsoo fol. 10 d'ander helft betaelt wort den 19 Xbris 1659 in Spaens rekeninge dese aen mij goedt gedaen tot ½ nota in Spaens reeckeninge te sien oft de helft vande jaeren 1653 tot 1656 inclues sijn betaelt alsoo de selve fol. 8 int oudtboeck openstaen is berekent rest de anno 1659 vide fol /8 Wessel Spaen noch een stuck het 4e deel ut supra Wessel spaen in sijn rekening goedt gedaen /8 den 19 Xbris 1659 goedt gedaen /8 vide ut supra /4 Noch op den Scheijdelwech ad idem betaelt haer 4e deel Claes van Culenborg de weduwe betaelt /4 den 17 februari 1659 ontfangen /4 den 23 februari 1660 ontfangen het jaer 1659 tot /4 den 2 martij 1661 fol. 103 betaelt t'jaer 1660 stelle hier den /4 den 18 april 1661 ontfangen pro anno / Vrouw van Raesfelt het voorste pant vanden bosch De heere van Soelen, offt Anneke rest de anno guld.6 stuyv. ende het jaer 1657 heel dese betaelt naer luijt der reeckening van Heer van Alblasserdam Anneken heeft den 15 februari 1660 in haer reeckening gestelt t jaer D' heer capiteijn Louwick de anno 1659 ende 1660 door mevrouw vanden Louwick per obligatie de dato 17 februari

26 betaelt voorden jaere Ende voorden jaere 1660 ende 1661 jaerlijckx ½ ½ Noch de vrouwe van Raesfelt Riesmaet Noch den Haese Winckel Anneken van Sevecoten in haere reeckeninge vanden 15 februari 1660 goedt gedaen voor dese 2 perseelen voorden jaere /4 voorden jaere /4 dese moet niet meer wesen als 5 guld. 17 stuyv. in des selfs reeckeninge gestelt voorden jaere (..idem) den 15 junij 1661 ontfangen het jaer 1660 tot /4 Item ontfangen het jaer /4 26

27 folio 14 Genderingen Evert opden Dijck een Cater stede nota dat vande jaere 1653 is geabiseert de opstuyv. van dese stede tot 9 stuyv. jaerlix facit 4 (guld. 1 stuyv. den 23 maij 1663 dese aen mij voldaen tot ergo doorstreecken) Jan Rijnders den 1 april 1658 betaelt het jaer den 24 junij 1659 ontfangen den 19 februari 1660 ontfangen het jaer den 18 maij 1661 ontfangen voorden jaere /4 den 12 april 1662 ontfangen pro anno / Idem in pachtinge een vicarije Idem ditto betaelt 1 guld. 0½ stuyv. noch tot den 24 junij 1659 ontfangen den 15 februari 1660 ontfangen het jaer 1659 niet) den 18 maij 1661 voorden jaere 1660 ontfangen den 12 april 1662 ontfangen pro anno Idem een camp landts Cluten Uhuir De weduwe Geurt Lijen oft Jan van Heijll den 3 junij 1658 betaelt op dese 3 poste 9 guld. den 23 ontfangen noch ontfangen 6 guld. 5 stuyv. opgelt tot 23 stuyv. affgetrocken ende fol guld. 8 stuyv. gestelt blijft hier den 16 junij 1659 ontfangen 6 guld. 7 stuyv. rest noch 19 stuyv. fol. 27 int outboeck (idem) den 22 jullij 1659 ontfangen 13 guld.8½ stuyv. stelle hier de rest op d'ander perseelen gestelt ende huijsgelt noch ontfangen Slepershorst ad. idem (dit staat na Munsterslach) nota debet noch vande Heijligen thint fol. 27 int outboeck Jan van Heill den 16 februari 1660 anno

28 betaelt voor Cluten Vhuir ende slepershorst heeft Een stuck Munsterslach Willem van Pluren debet van Munsterslach solvit fol Jan van Heil den 9 meert 1661 betaelt pro anno den 10 junij 1661 ontfangen 5 guld. 12 Willem betaelt 4---2½ den 8 april 1662 door Jan van Heil betaelt 7 guld. stelle hier Willem pro anno 1661 betaelt Een Genderingse Vicarije weijde Willem ter Boeckhorst in pachtinge Aenden Ulftsen dijck Ijsselgrondt groodt twee mergen aen vader het 4e deel Willem te Boeckhorst den 18 januari betaelt 5 guld.hier quitantie gegeven den 30 meert 1659 ontfangen den 10 februari 1660 ontfangen t'jaer 1659 tot den 25 maij 1661 aen mijn huijsvrouw betaelt 4 guld. stelle hier pro anno fol. 169 betaelt pro anno Lumpken van Pluren een stuck in den velt acker Dirck te Boeckhorst den 1 jullij 1659 in rekeninge gevalideert het jaer 1657 ende 1658 tot den 5 Xbris 1662 in reeckeninge goedt gedaen t'jaer ende voorden jaere /4 ende voorden jaere /4 28

29 folio 15 Genderingen Noch een stucxken op te Ooster velt Dirck te Boeckhorst den 1 jullij 1659 berekent tot ditto mede het jaer den 5 Xbris 1662 berekent 't jaer ditto t jaer 1660 tot ditto voorden jaere Noch een stucxken opt Duijster straetien aen vader het 4e deel Willem te Boeckhorst betaelt het jaer den 30 meert 1659 ontfangen den 10 februari 1660 ontfangen t'jaer den 25 maij 1661 fol.14 ontfangen 4 guld. stelle hier pro anno /4 fol. 169 pro anno 1661 betaelt /4 idem betaelt het jaer 1657 tot Een stuck aende Gracht idem ut supra ut supra betaelt den 10 februari 1660 betaelt t'jaer den 25 maij 1661 van hier boven 5.3/4 stuyv. noch tot /4 ut supra betaelt pro anno / Noch den heere van Braeckels Caterstede Beernt ten Broeck den 27e april 1658 betaelt den 9 junij noch int outboeck tot den 26 april 1659 ontfangen 3 guld. 16 stuyv. noch ontfangen tot den 8 augusti 1660 ontfangen 5 guld. 13 stuyv. den 5 januari 1661 ontfangen per rest de anno den 20/30 augusti 1661 ontfangen pro anno den 18 april 1662 ontfangen 6 guld. den 21 jullij tot ½ Noch heeft Jan Tulen idem den 9 junij ut supra betaelt 0---4½ 29

30 ontfangen het jaer 1658 tot 0---4½ ut supra betaelt het jaer ½ ut supra betaelt voorden jaere /8 den 21 jullij 1662 ontfangen pro anno / Elbert Stammen van den heer van Braeckel een Caterstede Arent Knist den 5 februari 1658 betaelt den 18 januari 1659 ontfangen rest 1/4 stuyv. den 14 februari 1660 ontfangen 12 guld. 10 stuyv. hier den 11 januari 1661 ontfangen 15 guld. opde jaere 1660 nota fol. 66 rest de anno 59-2 guld. 5 stuyv. stelle hier den 11 januari 1662 ontfangen pro anno guld. stelle hier pro anno

31 folio 16 Genderingen Vrouw Padevoort weijde opde aen vader het 4e deel Wessel Spaen debet het jaer 1654 als int oudtboeck fol. 10 is inde reeckeninge de anno 1661 voldaen Den Scholtus Duijs de anno 1657 ende 1658 in sijne reeckeninge gestelt compt voor 2 jaeren Jan ten Ham halff de anno 1659 den 16 meert 1660 betaelt Heijnrick Verheijen d'andere helft den 1 meert 1660 betaelt Scholtus Duijs de anno 1660 is in sijne reeckening gebracht tot Jan seijt dit niet te moeten betaelen debet den Scholtus Item gestelt in des selfs reeckeninge de anno 1661 gestelt ergo hier vijtgetro- cken Noch een camp bij het huijs twee mergen savich landt het 4e deel ut supra NB. dat de rest van de hier over gespecifoceerde 40 guld. is gestelt op huijsgelt van de Ovelgunne ende Camermans huijs De vrouw van Gent int oudtboeck fol. 10 door Nellis Bouwman betaelt 30 guld. compt hier per rest van aldaer 10.1/4 stuyv. ende den 8 augusti 1659 ontfangen 20 guld. 14 stuyv. compt hier pro anno 1657 ende overt hier 14 guld. 0.1/4 stuyv. dese gestelt op haer huijsgelt den 14 februari 1661 ontfangen 40 guld. compt hier pro anno ende op de jaere Een weijde inde Pastoirije tot Genderingen De weduwe Gerrit van Mael den 26 jullij 1659 door den Scholtus Duijs betaelt 9 guld. 18 stuyv. opgelt compt voorde jaere 1657 ende Jan van Coesvelt de anno 1659 den 5 februari 1661 betaelt dan hebbe hier in goedt gedaen t'gene aen t'graduen in mijn manuael fol. 27 verso verdint...(?) heeft, maer debet 31

32 noch daegen graevens dese 4 daegen goedt gedaen aen arbijt in Hunten ende noch den 30 jullij 1663 door de weduwe Coesvelt betaelt pro anno 1661 pentgelt 8 stuyv. (sonder opgelt ) De erffgen(amen) Beull een stucxken dit lant soude door Jan Beull aen Gerrit Heister ondergegeven sijn ende is t'gene den selve folio 2e altijt heeft betaelt compt hier Gerrit Heister den 22 jullij 1659 ontfangen den 15 januari 1661 ontfangen 5 guld. stelle hier pro anno den 10 janwari 1662 ontfangen voorden jaere ½ den 6 9bris 1662 ontfangen voorden jaere ½ ½ Willem te Boeckhorst een weijcken in Verselaer Heijnricxken Bulen betaelt het jaer 1657 tot 3---7½ de weduwe heeft fol.154 betaelt het jaer ½ fol.154 betaelt het jaer ½ item heeft betaelt het jaer /9 Dirck Bulen heeft betaelt pro anno /9 32

33 folio 17 Genderingen Den Dillendonck Willem Duicker toestendich 1½ mergen leemige cleij betaelt 1/4 deel guld. - stuyv. Jan Duicker den 2 maij 1658 betaelt den 31 meert 1659 ontfangen 2 guld.17 stuyv. den 13 junij noch ontfangen 3 guld.3 stuyv. noch 3 guld. blijft hier pro anno den 14 februari 1660 ontfangen 3 guld.12 stuyv. den 31 Xbris noch 4 guld. 16 stuyv. stelle hier pro anno den 2 meert 1661 opden jaere 1660 betaelt /4 den 9 maij 1662 ontfangen pro anno / De Erffgen(amen) Beull 2 stucxkens op het achtercamp vanden Bruerdijck Dirck Lanckman den 30 9bris 1658 betaelt den 20 9bris 1659 ontfangen den 12 maij 1661 ontfangen het jaer den 5 septembris 1661 ontfangen het jaer /4 den 13 septembris 1662 ontfangen voorden jaere /4 idem de anno 1662 de anno 1663 debet h:(heer) van Boehel Overgorder maet Merten der Wilt nota naer te sien oft het 4e deel van allen perselen aenden amptman betaelt de anno 1661 vide folio 159 is noch eers naer te reeckeren Evert te Wilt int outboeck betaelt het jaer 1657 tot den 22 jullij 1659 betaelt 4 guld.16½ stuyv. dese gestelt fol.35 den 23 jullij 1659 door de meijt van jonge Steen Mulder betaelt (opgelt 9.3/4 stuyv.) Jan te Boeckhorst den 14 9bris 1660 betaelt 5 guld. den 3 junij 1661 noch ontfangen pro anno 1659 tot Jan toe Boeckhorst de anno 1660 gepent in october 1661 aen mijn huijsvrouw betaelt 3 ducatons stelle hier pro anno /4 dit perseel wort in rekeninge voor abues ingebrocht Evert heeft noch een weijcken bijde Embrichten voetpat te ondersoecken van de 3 ducatons affgetrocken pent ende opgelt de rest gestelt op de andere perseelen 33

34 den 25 junij 1662 ontfangen 10 guld. 9stuyv. stelle hier pro anno /4 wilt dit op sijn perseelen gestelt hebben ende versoeckt hier op executie gegeven Idem Merten een cleijn weijcken nota dit soude het Driessematien wesen soo Willem van Pluren gebruickt is abues De heer van Braeckel een weijcken op die melt aenden Cruijsmaet pachter Willem Duicker 1 mergen savige cleij het 4e deel in vaders memori Nota inde reeckeninge te sien oft het jaer 1656 is voldaen alsoo t'selve int oudtboeck openstaet fol.11 vinde t, selve in geen reeckeninge Wessel Spaen den 19 Xbris 1659 inde reeckeninge goedt gedaen ditto betaelt het jaer 1658 tot vide folio ½ Jan Stammen heeft in pachtschap van Heijnrick van Millingen een stuck inden veltacker 1/3 deel mergens het 4e deel als boven idem goedt gedaen int outboeck tot in rekeninge goet gedaen het jaer 1658 vide ut supra ½ ½ 34

35 folio 18 Genderingen De erffgen:(amen) Beull Dirck Grevinck als:(alias) langman den 30 9bris den 1 jullij 1659 ontfangen t'gene op d'ander perseelen gestelt hebben den 20 9bris 1659 ontfangen het jaer 1658 tot den 6 9bris 1660 ontfangen pro anno den 5 septembris 1661 ontfangen pro anno den 13 septembris 1662 pro anno 1661 ontfangen idem de anno 1662 H:(heer) van Bokel debet de anno Beernt Grevinck een derden deel int vorste Osmanslach Jan Mom den 20 october 1658 betaelt den 6 martij 1659 ontfangen het jaer fol.156 betaelt het jaer dese ut supra betaelt voor het jaer 1660 tot 2---9½ vide fol. 156 de anno ½ Item een weijde den Dillendonck Frederick Spaen de anno 1661 Willem van Pluren toestendich vide fol. 157 betaelt 6 guld. 3.3/4 Jan Mom pro anno 1662 fol. 156 Saloman Lockinck betaelt het jaer 1657 tot den 21 februari 1659 ontfangen het jaer 1658 tot den 3 october op het 4e deel van sijn perseelen ontfangen 5 ducatons dese gestelt op allen sijn perseelen de rest gerestitueert den 14 februari 1660 ontfangen het jaer 1659 tot den 14 maij 1661 door Salomon betaelt het jaer 1660 f / I Item een weijde Oostman slach Steven Ariaens de anno 1657 int outboeck betaelt den 21 septembris 1659 betaelt 5 guld. den 14 januari 1660 ontfangen

36 den 11 januari 1661 ontfangen het jaer 1659 tot den 11 october 1661 ontfangen voorden jaere 1660 boven t'opgelt den 3 jullij 1662 ontfangen 7 guld.15 stuyv.den 27 october 1662 noch tot Steven heeft een obligatie gegeven van 26 guld. 6 stuyv. waer mede het jaer 1661 van alle perseelen is doorgedaen Beernt Schillinck een weijde die Horst genaempt Heijnrick van Borckum den 27 meert 1658 goedt gedaen het jaer 1657 tot door haer Ex.(cellen)tie. beesten beweijt t' selve in rekeninge te brengen compt voorden jaere Jacob Coopman den 9 januari 1661 ontfangen het jaer rest vanden perseelen de anno 1658 ende 59 van Jacob Coopman van opgelt 63 stuyv. den 22 9bris 1661 ontfangen pro anno 1660 boven t' opgelt den 20 jullij 1662 ontfangen pro anno 1661 boven t' opgelt

37 folio 19 guld.-stuyv Idem een stucxken bij het Lasarus huijs gelegen 1/ Heijnrick van Borcken den 27 martij 1658 goedt gedaen het jaer 1657 tot den 10 october 1659 goedt gedaen het jaer den 24 jullij 1660 ontfangen het jaer 1659 tot den 1 jullij 1661 ontfangen het jaer 1660 tot /4 dese fol. 171 aengeteeckent voorden jaere 1661 tot / Idem twee stucxkens op den Boonendael 1/4 mergens leemich landt Jan Colenbrander den 12/22 october 1658 ontfangen den 8 augusti 1659 betaelt het jaer gepent Jacob Coopman anno 1658 den 22 9bris 1661 ontfangen pro anno de anno 1660 Ick ergo pro anno /4 stuyv. pro anno 1661 voor mij ergo voldaen pro anno / Een camp landts op den Bruerdijck Schillinck toestendich Peeter Schillinck per obligatie goedt gedaen het jaer idem de anno 1658 dese gestelt inde reecckeninge de dato 5 april 1662 tot George Rochelingh de anno 1659 dese voorde helft betaelt tot 36 stuyv. inde reeckeninge van Ansum per anno 1659 tot Ansum in des selfs reeckeninge de anno 1660 ende Georg Richeling debet d'ander helft de anno 1660 ende 1661 fol. 157 door Rocheling goedt gedaen de helft de anno 60 ende Een weijde idem toestendich hier van soude 1 mergen wesen tot last vande geestel(ijke) vicarije idem ut supra goedt gedaen het jaer Peeter Schillinck de anno 1658 in des selfs reeckeninge den 5 april Thomas Pithaen de anno 1659 betaelt 2 guld. 1 stuyv. Meester Jacob 2 guld. 1 stuyv. Cracht Hutinck 1 mergen den 13 9bris 1660 betaelt pro anno stuyv. facit, pro anno 1659 't samen

38 8 en stuyv. Cracht fol. 34 betaelt 17 guld. 12 stuyv. stelle hier pro anno stuyv. den 7 meert 1662 ontfangen door Pithaen 37 stuyv. debet noch 1 guld. 15 stuyv Meester Jacob den 16 jullij 1662 betaelt pro anno 1660 ende (1---13) Thomas Pithaen den 24 januari 1663 pro anno 1660 en 61 per rest Den Dillendonck Jonr.(jonkheer) Vogel toestendich 2½ mergen In vaders specificatie het 4e deel Jonr. Vogel toe de Wilt in reecken(inge) van Jonr. Vogel beloeft te voldoen het jaer ende 1661 volgens de selve reeckeninge ergo hier vijt getrocken voorden jaere voorden jaere ende voorden jaere /4 als mede voor /4 38

39 folio Geurt Smidt het Grees in vaders specificatie Heijnrick Stoverick heeft betaelt het jaer 1657 tot item betaelt het jaer den 21 meert 1660 betaelt 8 guld. 16 stuyv. blijft hier per rest /9 den 23 october 1660 ontfangen 8 guld. 6 stuyv. compt hier opgelt aff- getrocken /4 den 26 augusti 1661 ontfangen fol.11 schit aldaer over 4.7/9 stuyv. den 15 october 1661 ontfangen 5 guld. 14 stuyv. den 9 januari /9 stuyv. f staet fol. 11 ergo hier voldaen pro anno vide fol.24 int nieuwboeck De erffgen(amen)beull van die geestel(ijke) tot Genderingen een weijcke op de Bruerdijck Jan Bolant den 26 junij 1658 betaelt den 21 jullij 1659 betaelt 23 stuyv. den 24 septembris 1659 ontfangen tot den 22 februari 1660 ontfangen 7 guld. 17½ stuyv. hier pro anno den 14 junij 1661 ontfangen pro anno /4 den 17 junij 1662 op sijn perseelen de anno 1661 betaelt 6 guld. 13 stuyv. opgelt tot 12 stuyv. affgetrocken blijft 6 guld. 1 stuyv. stelle hier / De erffgen(amen) Beull Jan Duicker heeft betaelt het jaer 1657 tot item betaelt het jaer ontfangen den 15 januari den 2 meert 1661 betaelt 9.3/4 stuyv. den 5 9bris noch pro anno 1660 tot ½ den 9 maij 1662 ontfangen pro anno ½ Geurt Grollinck eenige perseelen tot de Gendringhsche pastorije gehoorende NB.dit op Baldermaet hier voor fol. 10 op den jaer 1660 betaelt is als aldaer genoteert ende rest vande jaere 1660 het opgelt ende executie affgetrocken 7 guld. 9 stuyv. den 10/20 octobris 1660 gepent

40 ende voorden jaere 1661 met het opgelt in octobris 1662 gepent drio 29 den 22/12 octobris 1662 door Dirck van Pluren van wegen Willem Cloecken ontfangen 16 guld. ditto van wegen Philips van Roden den 6 maij 1663 gepent den 7 ditto door Nieuwenhuijs betaelt ½ ½ door de weduwe van Roden betaelt 2---4½ Lammert Bruijll den 25 meert 1658 betaelt voorde helft Peeter te Boeckhorst d'ander helft betaelt Lammert Bruijl den 10/20 Xbris 1658 betaelt het jaer Peter den 8 meert 1659 betaelt 24 stuyv. noch tot Peeter te Boeckhorst den 20 junij 1660 betaelt noch doorde soon Lambert Bruijll den 25 junij 1660 ontfangen voorden jaere Peeter den 14 maij 1661 betaelt pro anno ½ Lammert den 31 maij 1661 betaelt pro anno ½ Lambert heeft betaelt op reeckeninge de anno ½ Peeter den 5 septembris 1662 betaelt 13 den 15 septembris 1662 ontfangen 2---5½ rest 1½ stuyv. opgelt

41 folio 21 Genderingen Hans Hoemoet in pacht een weijde inde Bruerdijck tot een Embricxse vicarije gehoorende het 4e deel aen vader bewesen guld-stuyv. Steven Cooper in sijne rekeninge goedt gedaen t jaer den 5 januari 1660 ontfangen het jaer den 11 februari 1660 aen een bant vanden draeghton ende brugh ankers goedt gedaen 2 guld. 12 stuyv. noch goedt gedaen aen speck haecken ende t'beslaen vant peert tot 12 Xbris guld. 14 stuyv. stelle hier den 5 februari 1661 opden jaere 1660 betaelt den 10 octobris 1662 betaelt Jan Kell een weijde die Nattemaet Jan Mom den 20 octobris 1658 betaelt het jaer den 6 martij 1659 ontfangen het jaer 1658 tot fol. 156 betaelt het jaer 1659 met fol. 156 betaelt het jaer vide fol. 156 pro anno Jan Kell een stucxken opden Steenacker ½ mergen savich lant Willem van Pluren fol.3 betaelt fol.151 betaelt het jaer 1658 tot fol. supra betaelt het jaer item betaelt het jaer Het Bergerlentien Jan Kell het 4e deel in vaders reeckeninge Den heere Amptman Herten in vaders Reecken.(inge) gestelt ½ Heijnrick van Millingen een stucxken opden Oldenaer pachter Jan Kel 41