Vraagstelling: Hoe moet je omgaan met erfelijke ziekten als het gaat om nakomelingen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vraagstelling: Hoe moet je omgaan met erfelijke ziekten als het gaat om nakomelingen?"

Transcriptie

1 Profielwerkstuk door een scholier 4968 woorden 3 juni ,8 136 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Er bestaan verschillende soorten ziekten, een gewoon griepje of een ongeneeslijke ziekte. Veel ziekten zijn erfelijk bepaald, dat betekent dat mensen met een erfelijke ziekte die ziekte tijdens de zwangerschap aan hun kind doorgeven. Erfelijke ziekten kunnen op verschillende manieren ontstaan, daarover meer in het eerste hoofdstuk. Daarnaast hoeft een erfelijke ziekte niet altijd tot uiting te komen, je kunt ook drager zijn. Dat komt aan de orde in het tweede hoofdstuk. In het derde hoofdstuk staan vervolgens een aantal onderzoeken die tijdens de zwangerschap uitgevoerd kunnen worden om vast te stellen of het kind de erfelijke ziekte of aandoening zal hebben of niet. De kwestie erfelijke ziekten: wel of geen kinderen brengt veel met zich mee; moet je wel of geen onderzoek laten doen als je weet dat jij of je partner een erfelijke ziekte heeft? Wat doe je als blijkt dat je kind een erfelijke ziekte heeft? Wil je überhaupt wel kinderen krijgen als de kans groot is dat het kind een erfelijke ziekte zal hebben? Over al deze vragen zijn verschillende meningen. Ik heb aan verschillende mensen, mannen en vrouwen, gevraagd wat ze in zulke gevallen zouden doen. Tenslotte geef ik in het laatste hoofdstuk mijn eigen mening. Vraagstelling: Hoe moet je omgaan met erfelijke ziekten als het gaat om nakomelingen? - Sub: Hoe ontstaan erfelijke ziekten? - Sub: Op welke manieren kan een ziekte overgeërfd worden? - Sub: Als een echtpaar in verwachting is en weet dat ze een erfelijke ziekte hebben, hoe komen ze er dan achter of de nakomeling(en) de ziekte ook heeft / hebben? -> Soorten onderzoek naar afwijkingen van chromosomen. - Sub: Wat is de mening van verschillende mensen over kinderen krijgen met kans op een erfelijke ziekte, het laten doen van onderzoek tijdens de zwangerschap en draagmoederschap of adoptie? Chromosomen en afwijkingen Het menselijk lichaam bestaat uit miljarden cellen, al die cellen bevatten een celkern met daarin chromosomen. Chromosomen zijn de dragers van erfelijk materiaal, de genen. De combinatie van deze genen bepalen erfelijke eigenschappen, zoals bijvoorbeeld de haarkleur. Iedere celkern bevat 46 chromosomen die paren vormen, bij elkaar dus 23 paar chromosomen. Pagina 1 van 10

2 Eén paar chromosomen vormen de geslachtschromosomen, deze bepalen het geslacht. De geslachtschromosomen worden ook wel de X- en Y-chromosomen genoemd. Een meisje heeft twee X- chromosomen en een jongen een X- en een Y-chromosoom. De andere 22 chromosomenparen zijn vormen de lichaamschromosomen, of autosomen. Deze bepalen de bouw van het lichaam. Naast de gewone lichaamscellen heb je ook geslachtscellen, bij de vrouw zijn dat de eicellen en bij de man de spermacellen. Deze cellen bestaan uit 23 chromosomen in plaats van 46, ze vormen dus geen paren. Een geslachtscel heeft van ieder paar één chromosoom en als een eicel en een spermacel dan met elkaar versmelten, ontstaat er weer een cel met 46 chromosomen en dus 23 paar. Uit de ontstane cel kan zich een nieuw mens ontwikkelen die dus de helft van de chromosomen van de vader en de helft van de chromosomen van de moeder heeft meegekregen. Op deze manier krijgt het kind erfelijke eigenschappen van de vader en van de moeder, dit kunnen eigenschappen zijn zoals bijvoorbeeld de kleur ogen, of de kleur haar, maar ook afwijkingen van chromosomen kunnen doorgegeven worden. Die afwijkingen ontstaan doordat er duizenden genen op een chromosoom liggen, waardoor een fout in de vorm of in het aantal van de chromosomen verstrekkende gevolgen kan hebben. Bij één fout verandert er namelijk meteen een heel cluster van erfelijke eigenschappen, en dus niet maar één eigenschap. Afwijkingen kunnen veroorzaakt worden door het aantal chromosomen en door de structuur van de chromosomen. Een fout in het aantal chromosomen kan ontstaan doordat bij de aanmaak van geslachtscellen er 22 of 24 chromosomen in een geslachtscel terechtkomen in plaats van 23. Op zich maakt dat niet zoveel uit, maar als dan net een geslachtscel met 22 of 24 chromosomen samensmelt met een eicel, dan heeft de nakomeling een chromosoom te veel op te weinig. Een voorbeeld van te veel chromosomen is het syndroom van Down. Bij het syndroom van Down is er sprake van trisomie 21, dat betekent dat er 3 (tri) chromosomen (somie) 21 aanwezig zijn. Een ander voorbeeld is het syndroom van Turner. Daarbij is er sprake van te weinig chromosomen. Er is dan maar één geslachtschromosoom X aanwezig. Een fout in de structuur van de chromosomen kan op verschillende manieren gebeuren, er zijn meestal twee of meer chromosomen bij betrokken. - Deletie -> doordat er een stukje chromosoom is verdwenen, door bijvoorbeeld straling, mist het chromosoom een functioneel gebied waardoor genen die op die plaats zaten niet meer tot uiting kunnen komen. Een voorbeeld hiervan is het chi du chat syndroom. - Duplicatie -> een extra stukje chromosoom dat zichzelf kan verplaatsen en ergens in het gebied van het chromosoom terecht kan komen, of in een geheel ander chromosoom. Als er stukjes chromosoom waarop genen liggen die de celgroei stimuleren worden gedupliceerd, kan dit in combinatie met andere factoren leiden tot kanker. - Inversie -> een stukje chromosoom draait 180 waardoor de volgorde van de genen verandert. Deze afwijking heeft niet veel betekenis en veroorzaakt geen aandoening. - Insertie -> een stukje chromosoom wordt eruit geknipt en in een ander chromosoom geplaatst. Ook deze afwijking heeft niet veel betekenis en veroorzaakt geen aandoening. - Translocatie -> een deel van een chromosoom wisselt van plaats met een deel van een ander chromosoom, waardoor het chromosoompatroon afwijkend is. Dit kan spontaan of door overerving Pagina 2 van 10

3 gebeuren. Dragers van een chromosoomtranslocatie hebben 10 tot 20% kans op een miskraam of een kind met aangeboren afwijkingen. Manieren van overerving Er zijn verschillende manieren waarop erfelijke eigenschappen (in dit geval erfelijke ziekten (en aandoeningen)) kunnen worden doorgegeven aan nakomelingen. Het is niet zo dat een bepaalde erfelijke ziekte op verschillende manieren kan worden overgeërfd; elke erfelijke ziekte heeft een eigen manier van overerving. Er zijn vijf verschillende manieren van overerving, dus er zijn wel erfelijke ziekten die op dezelfde manier kunnen worden overgeërfd. Voor de ene ziekte zijn er bijvoorbeeld twee aangedane genen nodig (van beide ouders één) om de ziekte tot uiting te brengen en voor een andere ziekte maar één. Ook zijn er ziekten die geslachtsgebonden zijn. De verschillende manieren van overerving staan hieronder kort beschreven, met daarbij per manier een voorbeeld van een ziekte die op die manier kan worden overgeërfd. Bij de beschrijvingen staat elke keer een tabelletje met de mogelijke kruisingen van de genen. Zo n tabelletje zit als volgt in elkaar: de twee betreffende genen van de vrouw vul je op de bovenste regel in (naast elkaar) en de twee betreffende genen van de vrouw vul je op de twee regels daaronder in (onder elkaa)r Nu kun je de genencombinaties van de nakomelingen bepalen door het tabelletje in te vullen. Er komen vier combinaties uit, hierboven genummerd met a t/m d. Deze combinaties vind je door het gen van de man en het gen van de vrouw naast elkaar te zetten. Autosomaal dominante overerving Autosomaal dominante overerving kan leiden tot een kind met aandoening als één ouder is aangedaan. Er is één aangedaan gen nodig om de aandoening over te brengen. Het syndroom van Alagille is een voorbeeld van autosomaal dominante overerving. Het Alagille syndroom wordt ook wel het Watson-Alagille syndroom of het Arteriohepatische dysplasie genoemd. Het Alagille syndroom is een ziekte waarbij verschillende organen betrokken kunnen zijn. Het opvallendste symptoom is de geelzucht die ontstaat doordat de gal onvoldoende door de lever kan worden uitgescheiden. Verder kan er een tekort aan vetoplosbare vitamines (A, D, E en K) ontstaan. Naast afwijkingen in de lever kunne er ook afwijkingen voorkomen aan hart en bloedvaten. Daarnaast zijn er ook verschillende skeletafwijkingen van met name het gezicht en de wervelkolom Naast bovengenoemde klachten, wordt de diagnose bevestigd door genetisch onderzoek. Daarnaast kan er ook een diagnose worden gesteld door middel van een pathologisch onderzoek. Daarbij wordt er een stukje lever weggenomen (biopt) en onderzocht door een patholoog. De behandeling is symptomatisch en hangt uiteraard af van de ernst van de ziekte. Belangrijk is de zorg voor een goede groei van de kinderen. Bijna altijd is hiervoor een dieet nodig. Met name moet hierbij gelet worden op de vetten, de calorieën, de vetoplosbare vitaminen etc. De meeste kinderen hebben iets nodig tegen de jeuk. Slechts in enkele gevallen is een levertransplantatie nodig. Voor een aantal kinderen is behandeling van hun hartafwijking nodig, soms door operaties. Automsomaal recessieve overerving Autosomaal recessieve overerving kan leiden tot een kind met aandoening als beide ouders drager zijn. Er Pagina 3 van 10

4 zijn dus twee aangedane genen nodig om de aandoening over te erven. Een voorbeeld van een ziekte die autosomaal recessief wordt overgeërfd is Cystic Fibrosis. Een andere naam voor Cystic Firbosis is Taaislijmziekte. Cystic Fybrosis is een aangeboren ziekte waarbij er iets mis is met de water- en zouthuishouding van cellen. Hierdoor wordt er een taai, dik slijm geproduceerd. Dit taaie slijm (taaislijmziekte) is dan ook de oorzaak van de klachten, namelijk terugkerende longontstekingen en problemen met de voedselvertering. Daarnaast hebben Cystic Fybrosis-patiënten een verhoogde kans op suikerziekte en zijn mannelijke Cystic Fybrosis-patiënten onvruchtbaar door het ontbreken van de zaadleiders. De diagnose wordt gesteld door middel van een zweettest. Daarbij wordt er in zweet de zoutconcentratie gemeten, die verhoogd is bij Cystic Fybrosis-patiënten. Daarnaast is genetisch onderzoek mogelijk. Cystic Fybrosis is niet te genezen maar met behandeling kan er een betere kwaliteit van leven ontstaan. De behandeling van Cystic Fibrosis bestaat grofweg uit drie onderdelen: - Het voorkomen en bestrijden van luchtweginfecties met behulp van medicatie en fysiotherapie. - Het behandelen van verteringsstoornissen en het op peil houden van de voedingstoestand door middel van het geven van energierijke voeding. - Het bevorderen van de algemene conditie door middel van training. In Nederland wordt 1 op de kinderen geboren met Cystic Fybrosis. X-gebonden (recessief) Recessief x-gebonden is geslachtsgebonden: de vrouw kan alleen drager zijn, een man drager of patiënt. Het fragiele X syndroom is een voorbeeld van X gebonden recessieve overerving. Dit syndroom is een erfelijke ontwikkelingsstoornis, waardoor kenmerkende gedragsstoornissen en een lichte tot matige verstandelijke handicap ontstaan. Bij de geboorte zijn er geen afwijkingen zichtbaar. Ook tijdens de kinderjaren zijn meestal geen zichtbare afwijkingen aanwezig. Vaak is het laat beginnen met praten de eerste aanwijzing dat er iets mis is. Het gedrag is vaak overactief, men kan slecht geconcentreerd de aandacht bij iets houden, zijn verlegen, kunnen moeilijk contact met anderen maken en er ontstaan gemakkelijk woede-uitbarstingen. Tijdens de puberteit gaan de typische gelaatskenmerken meer tot uiting komen en opvallen: lang gezicht met fors voorhoofd, grote oren en forse kin. Tijdens en na puberteit lijkt de groei versneld op te treden, waardoor ook de typische gelaatskenmerken opvallender worden: groter hoofd, forse onderkaak en kin, lang gezicht, hoog en breed voorhoofd en grote en vaak afstaande oren. Bij jongens groeien de testikels verder uit dan gewoonlijk. Vaak is het steunweefsel (bindweefsel) afwijkend van structuur waardoor het minder steun geeft. Daardoor is de beweeglijkheid van bijvoorbeeld de vingers groter. De diagnose fragiele X syndroom kan op basis van het gedrag en de uiterlijke kenmerken worden vermoed. Maar het bewijs zal door middel van genetisch onderzoek moeten worden geleverd. Er is geen genezing mogelijk, desondanks kan er wel behandeld en begeleid worden om eventuele complicaties en symptomen te verminderen. X-gebonden (dominant) Dominant x-gebonden is geslachtsgebonden: een vrouw kan patiënt zijn, een mannelijke foetus is niet levensvatbaar. Alleen meisjes of vrouwen kunnen zijn aangedaan, een man kan de aandoening niet hebben omdat een Pagina 4 van 10

5 mannelijke foetus dan niet levensvatbaar is. Een voorbeeld van een ziekte die meestal X gebonden dominant is, is het Syndroom van Alport. Het syndroom van Alport is een erfelijke aandoening waarbij een afwijking optreedt in de aanmaak van een bepaald type bindweefsel. Hierdoor ontstaat al op jonge leeftijd een stoornis in de functie van de nieren. Deze stoornis neemt toe totdat de nieren uiteindelijk helemaal niet meer functioneren. Bovendien is er sprake van een in ernst toenemend dubbelzijdig gehoorverlies. In zeldzame gevallen kunnen er oogafwijkingen - uitpuilende ogen - ontstaan. De diagnose wordt gesteld naar aanleiding van de klachten en urineonderzoek, en wordt bevestigd door onderzoek van nierweefsel. Het is belangrijk om bij toenemende dubbelzijdige doofheid de urine te onderzoeken, op onder andere aanwezigheid van bloed en eiwit. Een aangeboren aandoening is niet te genezen. De behandeling richt zich voor zover mogelijk op vermindering en verlichting van klachten. Overwogen kan worden om een niertransplantatie te ondergaan. Er is echter wel een verhoogde kans op afstoting. Deze ziekte bestaat ook in een autosomale recessieve vorm van overerving, maar die vorm is veel zeldzamer. Multifactoriële overerving Bij multifactoriële overerving wordt een aangedaan gen door andere factoren actief. Als je een aangedaan gen bezit, moet deze dus eerst actief gemaakt worden door factoren zoals bijvoorbeeld roken, hormonen, uv-straling en alcohol wil de aandoening tot uiting komen. Dit kan tijdens de zwangerschap gebeuren. Een voorbeeld van een ziekte die multifactorieel overgeërfd wordt, is het Potter syndroom. Andere benamingen van deze ziekte zijn: Potter sequentie, Oligohydramnios sequentie en Renaal non-dysfunctie syndroom. Het Potter syndroom is een zeldzame aangeboren aandoening, waarbij het kind karakteristieke gelaatskenmerken heeft, de longen niet goed ontwikkeld zijn en de nieren niet goed functioneren of helemaal niet aanwezig zijn. Dit komt omdat er te weinig vruchtwater is, waarin de foetus in de baarmoeder beweegt. Een foetus maakt in de baarmoeder grotendeels zijn eigen vruchtwater door bestaand vruchtwater op te drinken en dat weer uit te plassen, wat het dan weer "opdrinkt". Omdat de nieren van een foetus met het Potter syndroom niet goed functioneren maakt het ook niet zijn eigen vruchtwater wat uiteindelijk fataal is. Bijna alle pasgeborenen met de Potter sequentie overlijden binnen 24 uur. Soms leven de kinderen enkele dagen of weken. Tijdens de zwangerschap is er weinig vruchtwater aanwezig en de foetus groeit niet hard genoeg. Vaak is er sprake van een stuitligging. Dit zijn kenmerken die de verloskundige tijdens de zwangerschap kunnen wijzen op het Potter syndroom. Als er een echo gemaakt wordt, is de blaas meestal niet te zien. Vaak is die afwezig of erg klein. Ook heeft de foetus geen nieren of afwijkende nieren, waardoor ze niet goed functioneren. Er is geen behandeling voor het Potter syndroom. Ongeveer 2 op de pasgeborenen heeft het Potter syndroom. Bij jongens komt het vaker voor dan bij meisjes. Pagina 5 van 10

6 Soorten onderzoek naar afwijkingen van chromosomen Als er bij een zwangerschap een verhoogde kans bestaat dat er een kind met een aangeboren afwijking wordt geboren, kan er onderzoek worden gedaan naar eventuele afwijkingen van chromosomen. De belangrijkste onderzoeken die hiervoor mogelijk zijn, staan hieronder beschreven. De vruchtwaterpunctie (amniocentese) Cellen uit het vruchtwater kunnen via een vruchtwaterpunctie worden onderzocht op eventuele chromosoomafwijkingen. Bij een vruchtwaterpunctie wordt via een naald vruchtwater uit de baarmoeder afgenomen. Een vruchtwaterpunctie vindt meestal plaats in ongeveer de zestiende week van de zwangerschap. De uitslag is ongeveer 3 weken na het onderzoek beschikbaar, maar dit verschilt per persoon, omdat de cellen uit het vruchtwater worden gekweekt (de cellen vermeerderen zich) en de kweekperiode is niet bij iedereen hetzelfde. Bijna altijd kan er een betrouwbare uitslag worden gegeven (als er genoeg vruchtwater is afgenomen), maar heel zelden kunnen de chromosomen niet onderzocht worden. Als dit zo is, is dat na 10 tot 14 dagen duidelijk en kan er een tweede vruchtwaterpunctie overwogen worden. Het risico van een vruchtwaterpunctie is zeer klein, namelijk een kans van 0,3% op een late miskraam. De vlokkentest (chorionbiopsie) Om een eventuele chromosoomafwijking te kunnen constateren, kun je een vlokkentest laten uitvoeren. Bij een vlokkentest neemt de gynaecoloog enkele chorionvlokken weg. De naam vlokkentest komt van de vorm van het chorionweefsel dat de placenta vormt, dat ziet er namelijk vlokkig uit. Er wordt meestal een duizendste deel van de totale hoeveelheid placentaweefsel weggenomen, zo n 20 tot 50 milligram. Bij een vlokkentest wordt de foetus niet beschadigd. Een vlokkentest kan op twee manieren plaatsvinden, via de schede (vaginaal) of via de buikwand (abdominaal). Deze twee manieren staan een stukje verderop beschreven. Een vlokkentest wordt na de tiende week van de zwangerschap uitgevoerd. Voorheen werd de vlokkentest ook voor de tiende week uitgevoerd, maar in het verleden zijn aangeboren afwijkingen van ledematen en het gelaat beschreven na vlokkentesten die voor de tiende week werden uitgevoerd. Er is aangetoond dat er na de tiende week geen verhoogde kans bestaat op deze aangeboren afwijkingen. De uitslag van een vlokkentest is meestal binnen twee weken bekend, soms kan er geen uitslag gegeven worden omdat er te weinig weefsel is afgenomen. Als dit het geval is, kan een vruchtwaterpunctie worden voorgesteld. De betrouwbaarheid van een vlokkentest is iets minder groot dan de betrouwbaarheid bij een vruchtwaterpunctie. Dit komt doordat bij 1 tot 2% van de zwangerschappen een chromosoomafwijking wordt ontdekt die mogelijk alleen in de placenta aanwezig is. Het risico van een vlokkentest is een kans van 0,5% op een miskraam (naast de kans van 2% om als 11 weken zwangere vrouw een miskraam te krijgen voor de 16e zwangerschapsweek). De kans op een miskraam kan groter zijn bij vrouwen die bloedverlies hebben tijdens de zwangerschap, bij hen wordt een vlokkentest daarom ook afgeraden. Er zijn twee varianten van de vlokkentest: via de schede (vaginaal) en via de buikwand (abdominaal). Voor een vaginale vlokkentest is het bijna altijd nodig om een volle blaas te hebben. En voor een abdominale vlokkentest is het meestal niet nodig om een volle blaas te hebben en wordt er Pagina 6 van 10

7 met behulp van een echo gecontroleerd waar de placenta ligt. Er zijn verschillende situaties waarin overwogen kan worden om een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest te laten doen: - Als één van de ouders lijdt aan een erfelijke ziekte of drager is van een erfelijke ziekte - Als één van de ouders drager is van een geslachtsgebonden ziekte - Als er een verhoogd risico is op bepaalde erfelijke ziekten die in vruchtwater aantoonbaar zijn - Als er eerder een kind met een erfelijke of niet-erfelijke chromosoomafwijking (bijvoorbeeld mongolisme) is geboren - Als de aanstaande moeder 36 jaar of ouder is Naast de vruchtwaterpunctie en de vlokkentest zijn er ook de triple-test en de meting van de nekplooi. De triple-test Vanaf de 15e zwangerschapsweek kan de triple-test worden verricht. Hierbij wordt de hoeveelheid van bepaalde merkstoffen in het bloed van de moeder gemeten. Eén van deze stoffen betreft het eiwit alfafoetoproteïne (AFP). Deze test voorspelt of het kind het Syndroom van Down zal hebben. In enkele gevallen kan de test resulteren op een verhoogde kans op een open rug bij de baby. Meting van de nekplooi De meting van de nekplooi is een echoscopisch onderzoek dat nog niet zo vaak wordt gebruikt. Hierbij wordt tussen de 10e en 14e zwangerschapsweek de dikte van de nekplooi van de foetus gemeten. In de nek is dan vaak een klein beetje vocht aanwezig, dit schilletje vocht is gewoonlijk niet meer dan 3 mm dik. Als de nekplooi dikker blijkt dan gebruikelijk, is de kans groter dat het kind een aangeboren afwijking heeft. Het kind kan een chromosoomafwijking zoals bijvoorbeeld het Syndroom van Down hebben of een aangeboren afwijking zoals hartafwijkingen. Deze test is niet erg betrouwbaar omdat een verdikte nekplooi ook bij gezonde kinderen voorkomt en er kunnen tijdens de meting gemakkelijk fouten worden gemaakt. Daarnaast is het zo dat als het kind een normale nekplooi heeft, het toch een chromosoom- of andere aangeboren afwijking heeft. Er zit aan al deze onderzoeken nog wel één maar vast, namelijk dat je geen volledige garantie hebt op een gezond kind (na een onderzoek dat uitwees dat het kind gezond zal zijn). Er wordt namelijk onderzoek gedaan naar bepaalde aandoeningen, maar het kind kan natuurlijk altijd een andere aandoening hebben (wel of niet erfelijk). Er wordt dus geen onderzoek gedaan naar alle mogelijke aandoeningen. Mini-onderzoek Ik heb naar verschillende mensen een bericht gestuurd met daarbij een document waarin een drietal vragen over erfelijke ziekten. Hieronder staat deze tekst. Er zijn veel verschillende ziekten, daarvan zijn er ook veel erfelijk. Dit betekent dat ze bij zwangerschap kunnen worden doorgegeven aan de nakomelingen. Er zijn verschillende manieren van overerving, dat betekent dat niet alle erfelijke ziekten worden doorgegeven aan alle nakomelingen die een paar krijgt. Pagina 7 van 10

8 Maar wat doe je als je kinderen wilt en weet dat de kans bestaat dat je kind een erfelijke ziekte/aandoening kan krijgen? (omdat jijzelf of je partner een erfelijke ziekte heeft, of drager is van een erfelijke ziekte) - Laat je tijdens de zwangerschap wel of geen onderzoek doen om erachter te komen of de baby een erfelijke ziekte/aandoening zal krijgen? (bijvoorbeeld of het kind een (ongeneesbare) ziekte heeft, of gehandicapt zal zijn) - Als je een onderzoek hebt laten doen en de uitslag is dat het kind een erfelijke ziekte/aandoening zal krijgen, wat doe je dan? (voor zover je iets kunt doen, want de uitslag kun je niet veranderen) - Als je graag een kind wilt en weet dat het kind een erfelijke ziekte/aandoening zal krijgen, zou je dan toch zelf kinderen willen krijgen of kies je liever voor draagmoederschap of adoptie van een kind? Van de meeste mensen waarin ik dit document gestuurd heb, heb ik antwoord terug gekregen. Alle antwoorden heb ik bij elkaar gezet en vergeleken; wat er t meest geantwoord werd bij de vragen. Hieronder nogmaals de vragen met daaronder de verwerkte antwoorden. Wat doe je als je kinderen wilt en weet dat de kans bestaat dat je kind een erfelijke ziekte/aandoening kan krijgen? (omdat jijzelf, of je partner een erfelijke ziekte heeft, of drager is van een erfelijke ziekte) Laat je tijdens de zwangerschap wel of geen onderzoek doen om erachter te komen of de baby een erfelijke ziekte/aandoening zal krijgen? (bijvoorbeeld of het kind een (ongeneesbare) ziekte heeft, of gehandicapt zal zijn) Het meest gegeven antwoord op deze vraag was ja, bijna iedereen zou wel onderzoek laten doen om erachter te komen of de baby een erfelijke ziekte of aandoening zal krijgen. Wel hangt het bij velen af van de ernst; als het een niet zo ernstige ziekte betreft, zouden ze waarschijnlijk geen onderzoek laten doen. De meest gegeven reden voor het laten doen van onderzoek is dat je jezelf kunt voorbereiden op een kind met een ziekte of aandoening, en eventueel ook aanpassingen thuis kunt aanbrengen. Sommigen wisten niet of ze wel of geen onderzoek zouden laten doen, omdat het voor hun afhangt van de ernst van de ziekte en de kans op de ziekte, als de kans erg klein zou zijn, dan niet. Als je een onderzoek hebt laten doen en de uitslag is dat het kind een erfelijke ziekte/aandoening zal krijgen, wat doe je dan? (voor zover je iets kunt doen, want de uitslag kun je niet veranderen) In eerste instantie zegt bijna iedereen dat het afhangt van de soort ziekte, hoe ernstig de ziekte is bijvoorbeeld. Als het een ziekte is waarbij het kind een normaal en leuk leven kan hebben (eventueel met behulp van medicijnen) dan zou bijna iedereen het kind houden en zich voorbereiden (als dat nodig is). Bij ernstigere ziekten zijn er een aantal die het kind weg zouden laten halen (abortus, indien nog mogelijk) omdat het kind anders te afhankelijk is en niet voor zichzelf kan zorgen, wat tot een niet zo leuk leven zal lijden. Anderen zeggen dat het ook afhangt van de situatie waarin jij en/of je kind zit. Als je als ouder een drukke baan hebt en dus weinig/geen tijd hebt om voor een kind met een handicap of ziekte te zorgen, Pagina 8 van 10

9 dan zouden ze het kind niet willen houden. En als het kind door de aandoening/ziekte in een situatie zou komen waarin het niet zelf kan leven en erg afhankelijk is, zouden ze het kind het leven niet willen aandoen (om het zo maar te zeggen). Er waren ook veel mensen die zeiden dat ze het kind absoluut zouden houden, omdat ze eerder al bewust voor een kind hebben gekozen. Je kunt de situatie meestal ook niet meer veranderen, dus kun je er beter het beste van maken. Als je graag een kind wilt en weet dat het kind een erfelijke ziekte/aandoening zal krijgen, zou je dan toch zelf kinderen willen krijgen, of kies je liever voor draagmoederschap of adoptie van een kind? Bijna iedereen heeft niet direct een antwoord, omdat het natuurlijk heel erg van de situatie afhangt. Velen zouden toch kiezen voor adoptie als de kans (erg) groot is dat ze zelf een kind met een ziekte/aandoening zullen krijgen. Bijna niemand kiest voor draagmoederschap, want daarbij heb je natuurlijk de emoties van de draagmoeder. De meesten zeggen wel dat het bij adoptie wel zo moet zijn dat het geadopteerde kind niet weet dat het niet z n eigen ouders zijn, omdat dat ook weer voor de nodige problemen zorgt als het kind ouder wordt. Er waren er ook die het helemaal niet wisten, omdat ze zelf niet in de situatie zitten. Een paar zeiden helemaal geen kinderen te willen (als er kans is op een ernstige ziekte of aandoening), zij willen alleen een kind van zichzelf, en geen kind van een ander. Eigen mening Zelf heb ik natuurlijk ook een mening over het verhaal rondom erfelijke ziekten en aandoeningen. Al is het moeilijk om echt een goed antwoord te geven op bijvoorbeeld de vragen uit het mini-onderzoek dat ik heb gehouden. Je zit zelf namelijk niet in zo n situatie (zoals anderen er ook bij zeiden (in het mini-onderzoek)). Als je zelf in zo n situatie verkeert, ben je verplicht om een keuze te maken (tenzij je het over je heen laat komen en het allemaal vanzelf wel merkt (wat niet veel mensen zullen doen denk ik)). Als je zelf niet in de situatie verkeert en ook helemaal niet bezig bent met het krijgen van kinderen, dan is het erg moeilijk om een antwoord te geven. Zoals velen al zeiden in het mini-onderzoek, zeg ik ook in eerste instantie dat het erg afhangt van de soort ziekte die overgeërfd kan worden. Vragen als: is het een ernstige ziekte? Heeft het kind maar een bepaalde tijd te leven? Zal het kind veel medicijnen moeten gebruiken? Kan het kind met de ziekte leven? Wat is de reactie van de omgeving op mensen met de betreffende ziekte? etc. Al deze vragen kun je niet van tevoren beantwoorden en dat maakt het geven van een antwoord op dit moment erg moeilijk. Je kunt pas echt een antwoord geven als je weet om welke ziekte het gaat. Daarnaast vind ik de kans op de ziekte ook erg belangrijk. Als de kans maar heel erg klein is, dan zou ik het risico wel durven nemen. Maar dan zou ik tijdens de zwangerschap wel een test laten doen, zodat ik zekerheid heb. Ik wil niet opeens voor een verrassing komen te staan. Stel dat bovenstaande even niet van toepassing is (dus dat ik ondanks de ernst en kans van de ziekte toch heb besloten een kind te willen) en dat ik midden in een zwangerschap zit en een test heb laten doen met de uitslag dat het kind een ziekte/aandoening zal hebben. Het eerste wat ik dan zou doen, is mezelf voorbereiden. Ik zou overal informatie vandaan halen over de betreffende ziekte/aandoening en me laten informeren. En als het nodig is zou ik thuis aanpassingen aanbrengen. Ik zou er in ieder geval nooit over nadenken om het kind af te staan of iets dergelijks omdat ik het door de ziekte/aandoening niet wil. Ik heb Pagina 9 van 10

10 er indertijd zelf voor gekozen om zwanger te raken (terwijl ik wist dat de mogelijkheid op een erfelijke ziekte/aandoening bestond), dus dan vind ik dat ik niet zomaar kan zeggen weg ermee, ik wil het kind niet. Dat zou ik nogal hard vinden. Als ik weet dat het kind een (grote) kans heeft op een (ernstige) erfelijke ziekte/aandoening en ik niet het risico wil lopen om een kind met de betreffende ziekte/aandoening te krijgen, zou ik absoluut niet voor draagmoederschap of adoptie kiezen. Draagmoederschap vind ik geen goede oplossing omdat je er een andere vrouw bij moet betrekken die niet emotieloos is en vanaf de geboorte (en daarvoor waarschijnlijk ook al) moedergevoelens zal krijgen. Als de draagmoeder dan zegt het kind heel erg graag zelf te willen houden, kun je haar niet dwingen (vind ik) om het kind toch af te staan, omdat dat de afspraak is. Die optie valt voor mij dus zeker af. Adoptie vind ik ook niks, dan adopteer je een kind van een ander, vaak een kind van ouders die niet voor hem/haar kunnen zorgen. Het kind komt er (waarschijnlijk) op den duur achter dat hij niet bij zijn eigen ouders is (op welke manier dan ook) en dat zorgt ook voor mogelijke problemen. Dan kun je natuurlijk ook een kind uit een Derdewereldland adopteren, meestal een arm en kansloos kindje. Op zich is dat goed omdat je het kind ermee helpt, maar het belangrijkste punt van kinderen krijgen vind ik dat het een kind van jezelf moet zijn. Een kind moet iets zijn van twee mensen samen die er bewust voor gekozen hebben om iets van hun samen te hebben. Ik vind dat je daarvoor geen geadopteerd kind kunt nemen, dat is niet van jezelf. Dan ben je meer een oppas (vind ik) dan dat je voor je eigen kind zorgt. Ik zou dus duidelijk alleen een kind van mezelf willen hebben, en absoluut geen kind van een ander. Er is ook nog een andere mogelijkheid om het probleem van erfelijke ziekten/aandoeningen op te lossen, namelijk als de vader degene is met de erfelijke ziekte/aandoening. Als alleen de vader besmet is met een bepaalde ziekte, dan zou je er ook voor kunnen kiezen om een donor te nemen. Op deze manier ontloop je de kans op de mogelijkheid dat de man de ziekte overerft op het kind. Maar daarbij vind ik weer dat het niet je eigen kind is, het komt van een andere man, dus ik zou ook nooit voor een donor kiezen. Ook niet als de man helemaal geen kinderen zou kunnen krijgen, maar dat is weer een heel ander punt. (Deze optie stond overigens niet in het mini-onderzoek) Bronvermelding Naast de mening van verschillende mensen (bedankt!), heb ik de volgende websites gebruikt voor het maken van mijn profielwerkstuk: Pagina 10 van 10

Verklarende Woordenlijst

Verklarende Woordenlijst 12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst 12 Verklarende woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 Gesteund door EuroGentest, NoE

Nadere informatie

7,1. Praktische-opdracht door een scholier 2146 woorden 17 juni keer beoordeeld

7,1. Praktische-opdracht door een scholier 2146 woorden 17 juni keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2146 woorden 17 juni 2002 7,1 61 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Deze praktische opdracht gaat over prenatale DNA-diagnostiek. Dit onderwerp is afgeleid van de opdracht

Nadere informatie

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo 12-12-2016 607 Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo Elke zwangere in Almere mag gebruik maken van 2 echo-onderzoeken: een termijnecho in het begin van

Nadere informatie

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo Elke zwangere in Almere mag gebruik maken van 2 echo-onderzoeken: een termijnecho in het begin van de zwangerschap

Nadere informatie

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening?

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening? prenatale screening Inhoudsopgave In het kort 3 Wat is prenatale screening? 3 Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? 3 Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale screening plaats? 3 Wie

Nadere informatie

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosoomafwijkingen Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosomen In het lichaam zitten heel veel cellen. De cellen zijn de bouwstenen

Nadere informatie

Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap Afdeling Verloskunde/Gynaecologie In het kort De meeste kinderen worden gezond geboren, maar een

Nadere informatie

Onderzoek naar de gezondheid van je kindje... 2 Er zijn vijf soortem prenatale testen:... 2 Combinatietest Down-, edwards-, patausyndroom...

Onderzoek naar de gezondheid van je kindje... 2 Er zijn vijf soortem prenatale testen:... 2 Combinatietest Down-, edwards-, patausyndroom... Contents Onderzoek naar de gezondheid van je kindje.... 2 Er zijn vijf soortem prenatale testen:... 2 Combinatietest... 2 Down-, edwards-, patausyndroom... 2 Uitslag... 2... 3 Betrouwbaarheid... 3... 3

Nadere informatie

Nekplooimeting. gecombineerd met vroege bloedtest in de zwangerschap mogelijk tot 13 6/7 weken zwangerschapsduur. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Nekplooimeting. gecombineerd met vroege bloedtest in de zwangerschap mogelijk tot 13 6/7 weken zwangerschapsduur. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Nekplooimeting gecombineerd met vroege bloedtest in de zwangerschap mogelijk tot 13 6/7 weken zwangerschapsduur Afdeling Verloskunde/Gynaecologie In het kort Deze folder geeft informatie over de echoscopische

Nadere informatie

Maatschap Gynaecologie. Nekplooimeting en serumtest

Maatschap Gynaecologie. Nekplooimeting en serumtest Maatschap Gynaecologie Nekplooimeting en serumtest Datum en tijd U wordt (dag) (datum) om uur verwacht. Plaats Op de dag van de afspraak meldt u zich op de polikliniek Verloskunde/Gynaecologie. Volgt u

Nadere informatie

Inleiding 2 Wat is prenatale screening? 2 2. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale

Inleiding 2 Wat is prenatale screening? 2 2. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale Inleiding De meeste kinderen worden gezond geboren, maar een klein percentage (ongeveer 3 tot 4%) van alle kinderen heeft bij de geboorte een aangeboren aandoening, zoals het Down-syndroom ('mongooltje')

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING. Versie 1.5. Verantwoording

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING. Versie 1.5. Verantwoording Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING Versie 1.5 Datum Goedkeuring Verantwoording 01 03 2006 NVOG Inhoudsopgave Algemeen...1 Wat is prenatale screening?...1

Nadere informatie

Combinatietest. Echo en bloedonderzoek bij 11-14 weken zwangerschap

Combinatietest. Echo en bloedonderzoek bij 11-14 weken zwangerschap Combinatietest Echo en bloedonderzoek bij 11-14 weken zwangerschap Aangeboren aandoeningen komen relatief weinig voor: 96 van de 100 zwangerschappen eindigen in de geboorte van een volkomen gezond kind.

Nadere informatie

Er zijn twee onderzoeken mogelijk: 1. Met de combinatietest wordt onderzocht of er een verhoogde kans bestaat dat uw ongeboren kind Downsyndroom

Er zijn twee onderzoeken mogelijk: 1. Met de combinatietest wordt onderzocht of er een verhoogde kans bestaat dat uw ongeboren kind Downsyndroom Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen INHOUD 1. Wat leest u in deze brochure? 2. Onderzoek naardownsyndroomen lichamelijke afwijkingen 2.1 Onderzoek naar Downsyndroom 2.2 Onderzoek

Nadere informatie

Prenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down

Prenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down Prenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down Albert Schweitzer ziekenhuis polikliniek Gynaecologie april 2012 Pavo 0530 Inleiding Iedere ouder wenst

Nadere informatie

Gynaecologie/Verloskunde

Gynaecologie/Verloskunde Gynaecologie/Verloskunde Prenatale diagnostiek in de zwangerschap Inleiding De meeste kinderen zijn bij de geboorte gezond. Bij 3% van alle pasgeborenen wordt er een aangeboren afwijking vastgesteld. Een

Nadere informatie

Auteur: A. Franx Redacteur: dr. E. Bakkum Bureauredacteur: Jet Quadekker

Auteur: A. Franx Redacteur: dr. E. Bakkum Bureauredacteur: Jet Quadekker 1 Prenatale screening Onderzoek naar aangeboren aandoeningen in het begin van de zwangerschap Commissie Patiënten Voorlichting NVOG I.s.m. Erfocentrum en VSOP Auteur: A. Franx Redacteur: dr. E. Bakkum

Nadere informatie

Prenatale screening: de combinatietest. Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down, Edwardssyndroom en Patausyndroom

Prenatale screening: de combinatietest. Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down, Edwardssyndroom en Patausyndroom Prenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down, Edwardssyndroom en Patausyndroom Inleiding Iedere ouder wenst een gezond kind. Helaas worden soms

Nadere informatie

Uw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede)

Uw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede) Uw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede) Deze folder is bedoeld voor mensen die samen met hun partner een kind willen krijgen

Nadere informatie

de combinatietest NT meting en eerste trimester serumtest inhoudsopgave voorwoord

de combinatietest NT meting en eerste trimester serumtest inhoudsopgave voorwoord de combinatietest NT meting en eerste trimester serumtest inhoudsopgave Voorwoord Aangeboren afwijkingen waarop getest wordt Wat is het Down syndroom? De combinatietest (NT-meting en eerste trimester serumtest)

Nadere informatie

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening Fragiele-Xsyndroom Een erfelijke aandoening Het fragiele-x-syndroom is, een erfelijke aandoening, die gepaard gaat met een verstandelijke handicap, op autisme gelijkend gedrag en dikwijls bepaalde uiterlijke

Nadere informatie

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap Echoscopie tijdens de zwangerschap Echoscopie tijdens de zwangerschap Deze folder geeft algemene informatie over echoscopie tijdens de zwangerschap. Iedere zwangere vrouw krijgt standaard 2 echo-onderzoeken

Nadere informatie

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap Echoscopie tijdens de zwangerschap Haarlem Deze folder geeft algemene informatie over echoscopie tijdens de zwangerschap. Iedere zwangere vrouw krijgt standaard 2 echo-onderzoeken aangeboden: een termijnecho

Nadere informatie

Risicoberekening voor TRISOMIE 21 in het eerste trimester

Risicoberekening voor TRISOMIE 21 in het eerste trimester Risico op trisomie 21 Centrum Menselijke Erfelijkheid Risicoberekening voor TRISOMIE 21 in het eerste trimester Hoewel de meeste baby s gezond zijn, heeft elke baby een kleine kans op een lichamelijke

Nadere informatie

Prenatale screening. Gynaecologie en verloskunde

Prenatale screening. Gynaecologie en verloskunde Prenatale screening Gynaecologie en verloskunde Wat is prenatale screening? De meeste kinderen worden gezond geboren. Een klein percentage (3 4 %) heeft echter bij de geboorte een aangeboren aandoening.

Nadere informatie

Vruchtwateronderzoek bij zwangerschap

Vruchtwateronderzoek bij zwangerschap Vruchtwateronderzoek bij zwangerschap Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is vruchtwateronderzoek... 1 Wie komt in aanmerking voor een vruchtwaterpunctie... 2 Wanneer wordt de punctie gedaan... 2 Wie voert

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie Afsluitende les Leerlingenhandleiding DNA-onderzoek en gentherapie Inleiding In de afsluitende les DNA-onderzoek en gentherapie zul je aan de hand van een aantal vragen een persoonlijke en kritische blik

Nadere informatie

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap Echoscopie tijdens de zwangerschap Echoscopie tijdens de zwangerschap Deze folder geeft algemene informatie over echoscopie tijdens de zwangerschap. Iedere zwangere vrouw krijgt standaard 2 echo-onderzoeken

Nadere informatie

Controles tijdens de zwangerschap

Controles tijdens de zwangerschap Controles tijdens de zwangerschap Tijdens de zwangerschap worden de volgende onderzoeken uitgevoerd: Beoordelen van de groei van de baarmoeder Bij elk bezoek wordt de groei van de baarmoeder nagegaan.

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

IVV: Stilleestekstproef: structuur van een medische tekst

IVV: Stilleestekstproef: structuur van een medische tekst www. IVV: Stilleestekstproef: structuur van een medische tekst Inleiding In dit gedeelte wordt er getest of je in staat bent om op (zeer) korte termijn de essentiële elementen uit een wetenschappelijke

Nadere informatie

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Een miskraam betekent vrijwel altijd een teleurstelling voor een vrouw en haar partner. Al snel zal de vraag naar de oorzaak gesteld worden; na een tweede miskraam

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

6,3. Proef door een scholier 2004 woorden 19 april keer beoordeeld. Wat is het Down Syndroom?

6,3. Proef door een scholier 2004 woorden 19 april keer beoordeeld. Wat is het Down Syndroom? Proef door een scholier 2004 woorden 19 april 2002 6,3 48 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is het Down Syndroom? Elke cel bestaat uit 2 delen: de kern en het cytoplasma. In de kern bevinden zich de chromosomen.

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

Tabel 1: Kans op het krijgen van een kind met het syndroom van Down uitgezet tegen de leeftijd.

Tabel 1: Kans op het krijgen van een kind met het syndroom van Down uitgezet tegen de leeftijd. De Nekplooimeting Inleiding Elke zwangere hoopt op een gezonde baby. Helaas worden er soms kinderen geboren met een lichamelijke en/of een verstandelijke handicap. Met behulp van een echo-onderzoek (de

Nadere informatie

ERFELIJKHEID EN ZIEKTE. H.H. TAN, arts 2015

ERFELIJKHEID EN ZIEKTE. H.H. TAN, arts 2015 ERFELIJKHEID EN ZIEKTE H.H. TAN, arts 2015 1B ERFELIJKHEID EN ZIEKTE 2 DNA (Desoxyribo Nucleïnezuur (acid)) - Bestaat uit 2 nucleotide ketens, - Bevat 4 basen: A = adenine C = cytosine - Is opgerold tot

Nadere informatie

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum

Nadere informatie

Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek 462.0402 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Afwegingen en mogelijke keuzen 1.2 Het berekenen van de zwangerschapsduur Prenatale diagnostiek bij erfelijke en aangeboren afwijkingen 2 Wie komt in aanmerking voor

Nadere informatie

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het 1 Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het kort 2 Cystic Fibrosis = CF = Taaislijmziekte Cystic

Nadere informatie

Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek Informatie over onderzoeken naar aangeboren afwijkingen In deze brochure vindt u informatie over diverse onderzoeksmogelijkheden naar aangeboren afwijkingen tijdens de zwangerschap. Het is niet nodig om

Nadere informatie

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent

Nadere informatie

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen

Nadere informatie

Afwegingen bij de keuze voor ICSI. Polikliniek Gynaecologie Route 48

Afwegingen bij de keuze voor ICSI. Polikliniek Gynaecologie Route 48 Afwegingen bij de keuze voor ICSI Polikliniek Gynaecologie Route 48 0 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder

Nadere informatie

Kinderwens spreekuur Volendam

Kinderwens spreekuur Volendam Kinderwens spreekuur Volendam Voor wie is deze folder? Deze folder is voor mensen afkomstig uit Volendam met kinderwens. Wat is het kinderwens spreekuur? Het spreekuur is een samenwerking tussen de afdelingen

Nadere informatie

Hematologie. Hemofilie B Leyden

Hematologie. Hemofilie B Leyden Hematologie Hemofilie B Leyden Hematologie Deze brochure is bedoeld voor patiënten met en draagsters van hemofilie B Leyden. Hemofilie type B Leyden is een variant van hemofilie B. Bij hemofilie B is

Nadere informatie

ONDERZOEK IN VLOKKEN OF VRUCHTWATER BIJ ECHOAFWIJKINGEN

ONDERZOEK IN VLOKKEN OF VRUCHTWATER BIJ ECHOAFWIJKINGEN ONDERZOEK IN VLOKKEN OF VRUCHTWATER BIJ ECHOAFWIJKINGEN ONDERZOEK IN VLOKKEN E VRUCHTWATER BIJ ECHOAFWIJKINGEN Afdeling Genetica UMCG 2 Onderzoek in vlokken of in vruchtwater bij echoafwijkingen. U bent

Nadere informatie

ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie

ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie Inhoudsopgave Algemeen Voor wie is ICSI? Hoe verloopt een ICSI-behandeling? Welk onderzoek is nodig voor een ICSI-behandeling? De kans op zwangerschap na een

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Mongolisme

Werkstuk Biologie Mongolisme Werkstuk Biologie Mongolisme Werkstuk door een scholier 2108 woorden 2 juni 2003 6,4 35 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding: We hebben gekozen voor het onderwerp mongolisme. Mongolisme is een geestelijk

Nadere informatie

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie Vlokkentest en vruchtwaterpunctie U overweegt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te laten doen. Of u heeft in overleg met uw arts besloten om een van deze onderzoeken te ondergaan. In deze folder vindt

Nadere informatie

Prenataal testen met de NIPT

Prenataal testen met de NIPT INFORMATIEFOLDER Prenataal testen met de NIPT voor zwangeren met verhoogd risico op een kind met down-, edwards-, of patausyndroom Deze folder hoort bij een wetenschappelijke studie (TRIDENT-1 studie)

Nadere informatie

Prenatale screening Down

Prenatale screening Down Gynaecologie / Verloskunde Prenatale screening Down algemene informatie Inhoud Wat leest u in deze brochure? Onderzoek naar Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen Onderzoek naar Downsyndroom Wat is Downsyndroom?

Nadere informatie

intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)

intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) patiënteninformatie intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) ICSI is een afkorting van intracytoplasmatische sperma-injectie. ICSI is een vorm van reageerbuisbevruchting. Bij een ICSI-behandeling brengt

Nadere informatie

Prenataal onderzoek Informatie over de combinatietest, 20 weken echo, vlokkentest, vruchtwaterpunctie en geavanceerd ultra geluid onderzoek (G.U.O.

Prenataal onderzoek Informatie over de combinatietest, 20 weken echo, vlokkentest, vruchtwaterpunctie en geavanceerd ultra geluid onderzoek (G.U.O. Prenataal onderzoek Informatie over de combinatietest, 20 weken echo, vlokkentest, vruchtwaterpunctie en geavanceerd ultra geluid onderzoek (G.U.O.) Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis Inhoudsopgave

Nadere informatie

Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen

Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. 1 Inleiding Uit bloedonderzoek is gebleken dat u bloedgroep

Nadere informatie

Vlokkentest of vruchtwaterpunctie

Vlokkentest of vruchtwaterpunctie Vlokkentest of vruchtwaterpunctie U overweegt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te laten doen. Of u heeft in overleg met uw arts besloten om een van deze onderzoeken te ondergaan. In deze folder vindt

Nadere informatie

6. Chromosomen. Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek.

6. Chromosomen. Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek. Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek. 6. Chromosomen Deze vervangende basisstof gaat over de invloed die erfelijkheid kan hebben op je leven. Je denkt in de opdrachten na over je

Nadere informatie

Zwangerschap en rhesusfactoren. Informatie over bloedgroepen en antistoffen

Zwangerschap en rhesusfactoren. Informatie over bloedgroepen en antistoffen Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen 1 Inleiding Uit bloedonderzoek is gebleken dat u bloedgroep rhesus D-negatief of rhesus c-negatief heeft. Uw verloskundig zorgverlener

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Syndroom van Turner

Werkstuk Biologie Syndroom van Turner Werkstuk Biologie Syndroom van Turner Werkstuk door een scholier 2866 woorden 24 januari 2008 6,7 30 keer beoordeeld Vak Biologie Syndroom van Turner Inleiding Ons onderwerp is het syndroom van Turner.

Nadere informatie

Over de triple-test Gynaecologie

Over de triple-test Gynaecologie Over de triple-test Gynaecologie Locatie Hoorn/Enkhuizen Over de triple-test De triple-test - een bloedonderzoek rond de 15e zwangerschapsweek - geeft een indruk van de kans op een kind met het Downsyndroom.

Nadere informatie

Chromosoomafwijkingen

Chromosoomafwijkingen 16 Chromosoomafwijkingen Januari 2008 Gest e un d do or E urog ent e st, No E ( N et w o rk of Excellence ) contract nr.512148, gesteund door EU-FP6 Illustraties: Rebecca J Kent www.rebeccajkent.com rebecca@rebeccajkent.com

Nadere informatie

Informatie voor patiënten en hun familie

Informatie voor patiënten en hun familie 16 Chromosoomafwijkingen Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en Marloes Brouns-van Engelen, Erfocentrum, Woerden, Nederland. Gesteund door EuroGentest, NoE ( Network of Excellence ) contract nr.512148,

Nadere informatie

Werkstuk ANW Gentherapie

Werkstuk ANW Gentherapie Werkstuk ANW Gentherapie Werkstuk door een scholier 2605 woorden 27 april 2003 5,8 40 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Het onderwerp dat wij hebben gekozen is: genezen met gentherapie. Wij hebben voor

Nadere informatie

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek? Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud

Nadere informatie

Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek Prenatale diagnostiek Inleiding Prenataal betekent voor de geboorte. Diagnostiek is onderzoek waarbij wordt vastgesteld of een bepaalde aandoening wel of niet aanwezig is. Prenatale diagnostiek is onderzoek

Nadere informatie

Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek Prenatale diagnostiek Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is prenatale diagnostiek? 3 Wie komt in aanmerking voor prenatale diagnostiek? 3 Welke

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Infobrochure. Prenatale screening. Dienst: Gynaecologie-verloskunde Tel: mensen zorgen voor mensen

Infobrochure. Prenatale screening. Dienst: Gynaecologie-verloskunde Tel: mensen zorgen voor mensen Infobrochure Prenatale screening Dienst: Gynaecologie-verloskunde Tel: 011 826 100 mensen zorgen voor mensen 2 Downsyndroom (trisomie 21) De meeste pasgeborenen zijn gezond. Elke baby heeft echter een

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen

Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen Definitieve versie 13-3-2007 1 INHOUD 1. Wat leest u in deze brochure? 2. Onderzoek naar Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen 2.1 Onderzoek

Nadere informatie

Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen. Algemene informatie

Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen. Algemene informatie Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen Algemene informatie Inhoud Wat leest u in deze brochure? Onderzoek naar Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen Onderzoek naar Downsyndroom

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Miller Dieker syndroom

Kinderneurologie.eu.   Miller Dieker syndroom Miller Dieker syndroom Wat is het Miller Dieker syndroom? Het Miller Dieker syndroom is een aandoening waarbij kinderen specifieke afwijkingen aan de hersenen hebben wat leidt tot een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

De Vlokkentest. Informatie voor patiënten en hun familie

De Vlokkentest. Informatie voor patiënten en hun familie 12 De Vlokkentest Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies

Nadere informatie

Prenataal testen met de NIPT

Prenataal testen met de NIPT ALGEMENE INFORMATIEFOLDER Prenataal testen met de NIPT Deze folder hoort bij een wetenschappelijke studie (TRIDENT-studie) van de Nederlandse Universitair Medische Centra 2014 www.meerovernipt.nl 1 In

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus

Nadere informatie

Zwanger worden: via de natuurlijke weg of zijn er andere mogelijkheden?

Zwanger worden: via de natuurlijke weg of zijn er andere mogelijkheden? 21 mei 2011 Zwanger worden: via de natuurlijke weg of zijn er andere mogelijkheden? Drs. Inge Smeets PGD arts en arts-onderzoeker Maastricht Universitair Medisch Centrum Themamiddag Jong en BRCA Borstkankervereniging

Nadere informatie

Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek Prenatale diagnostiek Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2014 pavo 0586 Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is prenatale diagnostiek? 3 Wie komt in aanmerking voor prenatale diagnostiek? 3 Welke aandoeningen

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project

Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project Leerdoelen Inzicht hebben in de drie belangrijkste patronen van overerving

Nadere informatie

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.

Nadere informatie

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke

Nadere informatie

De Vruchtwaterpunctie

De Vruchtwaterpunctie 12 De Vruchtwaterpunctie Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital, Londen; Royal College of Obstetricians and Gynaecologists www.rcog.org.uk/index.asp?pageid=625

Nadere informatie

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Pallister-Killian?

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Pallister-Killian? Het syndroom van Pallister-Killian Wat is het syndroom Pallister-Killian? Pallister-Killian syndroom is een syndroom veroorzaakt door een chromosoomafwijking. Kinderen met het syndroom van Pallister-Killian

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

De Vruchtwaterpunctie

De Vruchtwaterpunctie 12 De Vruchtwaterpunctie Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital, Londen; Royal College of Obstetricians and Gynaecologists www.rcog.org.uk/index.asp?pageid=625

Nadere informatie

Recessieve overerving

Recessieve overerving 12 Recessieve overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 G e s t

Nadere informatie

diabetes en zwangerschap

diabetes en zwangerschap OLVG, locatie Oost diabetes en zwangerschap Bij diabetes (suikerziekte) is er te veel suiker (glucose) in uw bloed: de bloedsuikerspiegel is te hoog. Diabetes kan al bestaan voordat u zwanger bent, diabetes

Nadere informatie

NIPT. Nascholing Counseling NIPT

NIPT. Nascholing Counseling NIPT NIPT Dr. Diane Van Opstal, Laboratoriumspecialist Klinische Genetica, Erasmus MC Dr. Maarten Knapen, gynaecoloog-perinatoloog Erasmus MC en medisch directeur SPSZN Nascholing Counseling NIPT Disclosure

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden door een scholier 1762 woorden 24 januari 2003 7,2 298 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom. www.kinderneurologie.eu

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom. www.kinderneurologie.eu Het foetaal alcohol syndroom Wat is het foetaal alcohol syndroom? Het foetaal alcohol syndroom is een combinatie van aangeboren afwijkingen bij een baby die veroorzaakt zijn door alcohol gebruik van de

Nadere informatie

diabetes en zwangerschap

diabetes en zwangerschap diabetes en zwangerschap Inhoud Inleiding 3 1 Wat is diabetes? 3 2 Vormen van diabetes 3 3 Onderzoek 4 4 Behandeling 5 5 Zwangerschap 5 6 Wat betekent diabetes voor uw baby? 6 7 De bevalling 7 8 Na de

Nadere informatie

Preïmplantatie Genetische Diagnostiek

Preïmplantatie Genetische Diagnostiek Preïmplantatie Genetische Diagnostiek (bijlage bij de brochure IVF) in samenwerking met 1 Inhoud Voor wie is PGD? 3 Hoe verloopt een PGD-behandeling? 3 Wat zijn de kansen? 5 Wat kan er onderzocht worden?

Nadere informatie

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben.

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben. XXX-syndroom Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben. Hoe wordt het XXX-syndroom ook wel genoemd? Het XXX-syndroom

Nadere informatie