Bestemmingsplan Kerkplein, Arnhem. Onderzoek naar de inpasbaarheid voor de realisering van een complex op het Kerkplein in Arnhem

Transcriptie

1 Onderzoek naar de inpasbaarheid voor de realisering van een complex op het Kerkplein in Arnhem Status definitief Versie 004 Rapport M R001 Datum 22 oktober 2015

2 k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx Bestemmingsplan Kerkplein, Arnhem Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Arnhem Postbus HA ARNHEM Dhr. B. Lagerberg Project Onderzoek bebouwing bestemmingsplan Kerkplein Betreft Onderzoek milieuaspecten bestemmingsplan Uw kenmerk - Rapport M R001 Datum 22 oktober 2015 Versie 004 Status definitief Uitgevoerd door Informatie Auteur Verantwoordelijk Verwerkt door DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Van Pallandtstraat GM Arnhem Postbus AD Arnhem A.M.A. (Adrienne) Maassen - van 't Hullenaar hl@dgmr.nl MSc H.D. (Herman) Jager HJA@dgmr.nl ing. M.H.M. (Michel) van Kesteren ks@dgmr.nl HL/BRA 2

3 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Situatie Omgeving Nieuwbouw 5 3. Vaststelling inpasbaarheid en onderzoekplicht ruimtelijke ordening Omgevingstype Richtafstand Invloed beoogde milieubelastende functies op milieugevoelige bestemmingen (1) Invloed milieubelastende functies op het nieuwe complex (2) Invloed milieubelastende functies binnen het plangebied (3) 9 4. Wettelijk kader Geluid Luchtkwaliteit Uitgangspunten Weg- en verkeersgegevens Wegkenmerken luchtkwaliteit Rekenpunten Modellering Rekenresultaten Wegverkeer nieuwbouw Wegverkeer bebouwing overzijde Turfstraat Geluidsbeleid gemeente Arnhem Luchtkwaliteit Conclusie 21 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Uitgangspunten en invoergegevens bronnen Invoergegevens toetspunten en gebouwen Rekenresultaten geluid Rekenresultaten luchtkwaliteit 3

4 1. Inleiding De gemeente Arnhem studeert op het plan om de inrichting van het Kerkplein aan te passen. In het midden van het plein zal een complex worden gerealiseerd met verschillende centrumfuncties, zoals wonen, een filmhuis, horeca en andere commerciële activiteiten. Om het complex te kunnen realiseren moet het huidige bestemmingsplan worden gewijzigd. Hiervoor dient in het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgesteld te worden of de voorgenomen functies passen in de omgeving. Het onderzoek bestaat uit de volgende drie onderdelen: Vaststellen onderzoekplicht op basis van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. Akoestisch onderzoek wegverkeer. Onderzoek luchtkwaliteit. Vaststellen onderzoekplicht bestemmingsplan Het vaststellen van de onderzoekplicht op basis van de invloed van de diverse functies in relatie tot de omgeving bestaat uit drie onderdelen: 1 De invloed die de beoogde milieubelastende functies in het bestemmingsplan Bebouwing Kerkplein (filmhuis, horeca) hebben op de milieugevoelige bestemmingen in de directe omgeving. 2 De invloed die de milieubelastende functies in de directe omgeving (op basis van de planologische mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan) hebben op het milieugevoelige gedeelte van het plangebied. 3 De invloed die de milieubelastende functies hebben op de milieugevoelige functies binnen het plangebied zelf. Akoestisch onderzoek wegverkeer Het onderzoek van het wegverkeerslawaai richt zich op de wegen waarvoor op basis van de Wet geluidhinder een geluidszone is vastgesteld. Daarnaast wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook het wegverkeerslawaai als gevolg van de 30 km/u wegen berekend, die direct aan het plangebied grenzen. Op basis van de emissie van de voertuigen op deze wegen wordt de geluidsbelasting op de gevel van het nieuwe complex berekend. Deze waarden worden voor de wettelijke geluidszone vervolgens getoetst aan de Wet geluidhinder en voor de 30 km/u wegen aan het geluidsbeleid van de gemeente Arnhem. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx Onderzoek luchtkwaliteit De luchtkwaliteit wordt voor het jaar 2026 vastgesteld, inclusief de verkeerstoename van het project. Hiervoor wordt bepaald hoe hoog de concentraties NO 2 PM 10 en PM 2,5 ten gevolge van het wegverkeer zijn. Deze concentraties worden vervolgens getoetst aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer. Daarnaast wordt de invloed van het plan op de luchtkwaliteit bepaald met een NIBM-toets. 4

5 2. Situatie 2.1 Omgeving Het plangebied ligt aan de zuidelijke kant van het centrum en is onderdeel van het project zuidelijke binnenstad. Het complex wordt gebouwd ten noorden van de Turfstraat, aan de voorzijde van de Eusebiuskerk in Arnhem. In figuur 1 is de ligging van het plangebied met een groene cirkel aangegeven. figuur 1: overzichtskaart projectbeschrijving binnenstad zuid Het plangebied ligt binnen de geluidszone (150 meter afstand) van de wegen Trans en Eusebiusplein, die onderdeel zijn van het zuidelijke deel van de centrumring. De maatgevende wegen bij het bouwblok zijn echter de Rodenburgstraat, Broerenstraat en Turfstraat, waarvoor uitgegaan wordt van een maximum snelheid van 30 km/u. 2.2 Nieuwbouw Het plangebied ligt binnen het gebiedstype Centrum volgens het gemeentelijk geluidsbeleid. Uitgangspunt voor de hoogte van het complex is minimaal 12 meter en maximaal 16 meter. Er worden circa tien parkeerplaatsen op het binnenterrein gerealiseerd die gebruikt worden de bewoners van de woningen. De overige voertuigen worden geparkeerd in de omgeving op bestaande parkeerplekken. Voor de nieuwbouw van het complex wordt rekening gehouden met een flexibele indeling. Als uitgangspunt komen er de volgende functies in het complex: Commercieel (Horeca A, B en C en detailhandel) gezamenlijk maximaal m 2. Horeca E (hotels/jeugdherberg etc.) maximaal 80 slaapplaatsen. Filmhuis maximaal 400 stoelen. Wonen (stadswoningen/appartementen). 5

6 Mogelijk verandert de samenstelling van de functies bij het maken van het definitieve plan. In figuur 2 is het potentiele bebouwingsgebied met een oranje vierkant op de plankaart aangegeven. figuur 2: kaart toekomstig bestemmingsplan Kerkplein (juli 2015) k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx

7 3. Vaststelling inpasbaarheid en onderzoekplicht ruimtelijke ordening Bij het wijzigen van een bestemmingsplan, moet in het kader van de Wro voor de verschillende milieuaspecten worden vastgesteld of de functies geen onevenredig negatief effect op elkaar hebben. Daarvoor wordt met behulp van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering bepaald voor welke milieuaspecten het plan inpasbaar is en welke onderdelen nader moeten worden onderzocht. Het onderzoek naar de invloed van de diverse functies in relatie tot de omgeving bestaat uit drie onderdelen: 1 De invloed die de beoogde milieubelastende functies in het bestemmingsplan Bebouwing Kerkplein (filmhuis, horeca, etc.) hebben op de milieugevoelige bestemmingen in de directe omgeving. 2 De invloed die de milieubelastende functies in de directe omgeving (op basis van de planologische mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan) hebben op het milieugevoelige gedeelte van het plangebied. 3 De invloed die de milieubelastende functies hebben op de milieugevoelige functies binnen het plangebied zelf. 3.1 Omgevingstype De beoordeling van de invloed van de milieufuncties is afhankelijk van het omgevingstype. Er wordt in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering een onderscheid gemaakt tussen een rustig omgevingstype (rustige woonwijken en buitengebied) en een gemengd gebied. In dit onderzoek wordt uitgegaan van het omgevingstype gemengd gebied, omdat er in de omgeving van het Kerkplein een sterke functiemenging is van winkels, horeca, andere maatschappelijke functies en wonen. 3.2 Richtafstand In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering wordt de onderzoekplicht vastgesteld op basis van richtafstanden. De richtafstand geeft per milieuaspect aan binnen welke straal er nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Voor beide omgevingstypen gelden verschillende afstanden. De richtafstanden zijn niet bindend, maar geven een goede indicatie naar de inpasbaarheid van verschillende functies. In tabel 1 staan de richtafstanden voor de lagere milieucategorieën weergegeven. tabel 1: standaard richtafstanden per milieucategorie milieucategorie richtafstand rustig omgevingstype richtafstand omgevingstype gemengd gebied 1 10 meter 0 meter 2 30 meter 10 meter meter 30 meter meter 50 meter 3.3 Invloed beoogde milieubelastende functies op milieugevoelige bestemmingen (1) De omgeving van het Kerkplein wordt zowel gebruikt voor wonen als voor diverse commerciële functies. In bijlage 1 van de VNG-publicatie staan de richtafstanden per functie aangegeven, voor het rustige omgevingstype. In tabel 2 staan de richtafstanden voor de beoogde functies ten opzichte van de milieugevoelige bestemmingen voor een gemengd gebied. 7

8 tabel 2: richtafstand beoogde milieubelastende functies functie richtafstand met correctie gemengd gebied (m) milieu categorie geur stof geluid gevaar filmhuis detailhandel (algemeen) hotel of pension restaurant café/bar De afstand van het complex tot een dichtstbijzijnde bestaande woning is 16 meter. Uit de gegevens van de tabel blijkt dat voldaan wordt aan de richtafstanden voor alle milieuaspecten, omdat de kortste afstand 10 meter is voor het onderzoeken van het geluidsaspect voor het plaatsen van een filmhuis. Er is daarom geen nader onderzoek nodig voor het realiseren van deze functies op de geplande locatie. 3.4 Invloed milieubelastende functies op het nieuwe complex (2) Er zijn diverse functies in de omgeving die invloed kunnen hebben op het nieuw te bouwen complex. De woningen in het gebouw zijn milieugevoelige bestemmingen, waardoor getoetst moet worden of voldaan wordt aan de richtafstand tot de aanwezige functies. In tabel 3 staan de richtafstanden voor een gemengd gebied van een aantal functies die zijn toegestaan op het Kerkplein en omgeving op basis van het bestemmingsplan 2. tabel 3: richtafstand milieubelastende functies omgeving Kerkplein functie milieu richtafstand met correctie gemengd gebied (m) categorie geur stof geluid gevaar supermarkt detailhandel (algemeen) bibliotheek restaurant zakelijke dienstverlening café/bar Op basis van de richtafstanden uit de VNG-publicatie is geen nader onderzoek nodig voor de realisering van woningen nabij de omliggende commerciële functies. De kortste afstand van het complex tot de grens van de inrichting met een milieubelastende functie is ongeveer 7 meter (grens terras tot noordgevel). Deze twee panden die het dichtst bij het complex liggen hebben de bestemming centrum II met de toevoeging horeca B, C 1, waarvoor in een gemengd gebied geen onderzoek naar de milieuaspecten nodig is. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx De bedrijven die in de verdere omgeving van het Kerkplein liggen hebben een minimale afstand van 14 meter tot het complex. Bedrijven die op basis van de bestemming centrum van verschillende vigerende bestemmingsplannen zijn toegestaan, zijn over het algemeen zakelijke dienstverlening, winkels en horeca bedrijven categorie A. Voor de realisering van het complex in de buurt van deze bedrijven hoeft op basis van de VNG-publicatie geen nader onderzoek te worden gedaan. In panden met een soortgelijke centrum bestemming zijn commerciële activiteiten met een hoge milieubelasting niet toegestaan. 1 Gemeente Arnhem, (2005), Bestemmingsplan binnenstad en singels 8

9 3.5 Invloed milieubelastende functies binnen het plangebied (3) Eveneens is de onderlinge invloed van de functies binnen het plangebied op elkaar onderzocht, omdat deze functies zowel milieubelastend als milieugevoelig zijn. In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering staan in bijlage 4 de bedrijven die geschikt zijn voor functiemenging met woningen. De bedrijven worden in de publicatie ingedeeld in de volgende categorieën: Categorie A: weinig milieubelastende bedrijven die aanpandig aan woningen kunnen worden gevestigd. Eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding van woning en bedrijven zijn voor deze categorie toereikend. Categorie B: activiteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgevoerd. Voor scheiding met woningen zijn extra bouwkundige afscheidingen nodig. Categorie C: activiteiten als onder categorie B, waarbij vanwege de relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen. In tabel 4 staat voor de voorgenomen functies in het complex de categorie voor functiemenging uit de publicatie aangegeven. tabel 4: categorie functiemenging per geplande bedrijfsactiviteit functie categorie filmhuis c detailhandel (algemeen) a restaurant a café/bar a Uit de bepaling van de functiemenging blijkt dat de voorgenomen functies categorie A, inpasbaar zijn als de eisen uit het Bouwbesluit voor het scheiden van bedrijven en woningen worden aangehouden. Een filmhuis valt onder categorie C, waardoor zowel nadere voorzieningen moeten worden getroffen voor de scheiding van het filmhuis met de woningen, als een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur moet worden gerealiseerd. Daarnaast wordt in de VNG-publicatie als voorwaarde aangegeven dat laad- en of loswerkzaamheden in de dagperiode moeten worden uitgevoerd en dat er alleen kleinschalige bedrijvigheid mag plaatsvinden Conclusie inpasbaarheid Op basis van de toetsing van het plan aan de VNG-publicatie is het mogelijk om verschillende woon- en commerciële functies op de voorgenomen locatie op het Kerkplein te realiseren. Op basis van de publicatie hoeft er geen nader onderzoek naar milieuaspecten te worden uitgevoerd, voor het realiseren van beperkt milieubelastende centrumfuncties of een filmhuis. Voor het bouwen van een filmhuis en woonfuncties in één complex, moeten bouwkundige voorschriften in het bestemmingsplan worden opgenomen. 9

10 4. Wettelijk kader 4.1 Geluid Wet geluidhinder algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) biedt het wettelijk kader voor de toegestane geluidsbelasting vanwege wegen bij geluidsgevoelige bestemmingen, waaronder woningen/appartementen. De Wet geluidhinder is slechts van toepassing voor zover het gaat om geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone van een weg. Binnen deze zone wordt de geluidsbelasting berekend. Geluidsgevoelige bestemmingen Geluidsgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder zijn woningen, geluidsgevoelige terreinen en geluidsgevoelige gebouwen. Binnen de zone van de te onderzoeken wegen en spoorwegen moeten de geluidsbelastingen op deze bestemmingen worden berekend en moet worden beoordeeld of deze aan de wettelijke normen voldoen. Geluidsbelasting De geluidsbelasting (L den-waarde) wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de volgende geluidsniveaus: Het equivalente geluidsniveau (L eq) over de dagperiode ( uur). Het equivalente geluidsniveau (L eq) over de avondperiode ( uur), verhoogd met 5 db. Het equivalente geluidsniveau (L eq) over de nachtperiode ( uur), verhoogd met 10 db Wegverkeerslawaai Geluidszones In artikel 74 uit de Wet geluidhinder zijn de geluidszones gedefinieerd. De geluidszones zijn te beschouwen als aandachtsgebieden of onderzoeksgebieden. Wegen die geen zone hebben en waarop de Wet geluidhinder dus niet van toepassing is, zijn: Wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied. Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. Grenswaarden wegverkeerslawaai De hoogst toelaatbare geluidsbelasting (voorkeurswaarde) voor de geluidsbelasting afkomstig van wegverkeer voor nieuwe woningen bedraagt 48 db. In bepaalde gevallen kunnen door het bevoegd gezag hogere waarden vastgesteld worden. De maximaal toegestane hogere waarde bedraagt 63 db voor binnenstedelijke situaties/wegen (artikel 83 lid 2 Wgh). k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx Aftrek op de berekende resultaten Voor zover geen sprake is van specifieke omstandigheden wordt de berekende geluidsbelasting verminderd met de aftrek ex artikel 110g van de Wet geluidhinder alvorens toetsing aan de grenswaarden plaatsvindt. De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.4 van het Reken- en meetvoorschrift geluid In het onderzoek is een aftrek van 5 db op de rekenresultaten toegepast. 10

11 4.1.3 Beleidsregels geluid Arnhem Algemeen De gemeente Arnhem heeft het geluidsbeleid vastgesteld met daarin beleidsregels voor hogere waarden. Deze regels zijn de lokale uitwerking van de bevoegdheden van burgemeester en wethouders, voor het vaststellen van hogere waarden voor geluid ten gevolge van wegverkeer. In het beleidsplan geluid van de gemeente Arnhem is de gebiedstype-indeling van het Structuurplan 2010 opgenomen. Bij elk gebiedstype uit het structuurplan horen indicatieve milieukwaliteiten. Deze passen bij de ruimtelijke kenmerken van het gebied en de mogelijkheden om duurzaamheid, leefbaarheid en ecologie te behouden en te verbeteren. In de afzonderlijke beleidsnota s voor externe veiligheid en geluid worden deze indicatieve kwaliteiten aan de hand van milieunormen nader ingevuld. Het plangebied valt conform het structuurplan 2010 binnen het gebiedstype Centrum. Hierbij horen de volgende ambitie-, incidentele en plafondwaarden: Ambitie: redelijk rustig geluidsbelasting tot 48 db. Incidenteel: (redelijk) onrustig geluidsbelasting tot 58 db. Plafond: (zeer) lawaaiig geluidsbelasting meer dan 63 db. Bij de afweging over het toekennen van een hogere waarde worden ook ontwerp-specifieke kenmerken betrokken. Afhankelijk van de hoogte van de geluidsbelasting worden eisen gesteld. 30 km/uur wegen In navolging van een aantal uitspraken van de Raad van State kiest de gemeente Arnhem ervoor om ook het geluidsaspect van 30 km/uur-wegen te onderzoeken. Dit betekent dat ook voor 30 km/uur-wegen een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd, indien de geluidsbelasting mogelijk meer dan 48 db zal bedragen. Er wordt dan aansluiting gezocht in de normen van de Wet geluidhinder, waarbij voor een binnenstedelijke situatie een maximaal toelaatbare hogere grenswaarde van 63 db geldt. Ook wordt daarbij de aftrek van 5 db conform artikel 110g Wet geluidhinder toegepast: de motivatie hierachter is het feit, dat bij snelheden van 30 km/uur of lager de geluidsemissie met name wordt veroorzaakt door het motorgeluid. Bandengeluid is dan minder van belang. De mogelijkheden om motoren stiller te maken hebben een groter effect op de geluidsbelasting dan de mogelijkheden om het bandengeluid verder te reduceren. Juist ten aanzien van het motorgeluid is een toekomstige geluidsreductie meer te verwachten. Binnenniveau Bij de nieuwbouw van woningen zullen mogelijk geluidswerende maatregelen getroffen moeten worden om aan de wettelijke eisen voor het binnenniveau te voldoen. Dit betekent dat ook voor 30 km/uurwegen een gevelonderzoek moet worden uitgevoerd, als de geluidsbelasting meer dan 48 db na aftrek van 5 db conform artikel 110g Wet geluidhinder zal bedragen. 11

12 4.2 Luchtkwaliteit Algemeen Bij Wet van 11 oktober 2007 (tot wijziging van de Wet milieubeheer) zijn normen (grenswaarden en plandrempels) vastgesteld voor onder andere de concentraties zwaveldioxide (SO 2), stikstofdioxide (NO 2), zwevende deeltjes (fijnstof PM 10), koolmonoxide (CO) en benzeen (C 6H 6) in de lucht. Deze normen zijn vastgelegd in de Wet milieubeheer en gebaseerd op de waarden in de tot voor kort van kracht zijnde Europese Kaderrichtlijn en dochterrichtlijnen voor luchtkwaliteit. Een grenswaarde geeft de kwaliteit aan, die op een aangegeven tijdstip ten minste moet zijn bereikt. De voor dit onderzoek relevante grenswaarden zijn in tabel 5 weergegeven. tabel 5: grenswaarden Wet milieubeheer grenswaarde stof type norm zwevende deeltjes jaargemiddelde concentratie in ug/m3 40 (PM10) 24-uursgemiddelde dat 35 keer per jaar overschreden mag worden in ug/m3 50 zwevende deeltjes jaargemiddelde concentratie in ug/m3 25 (PM2,5) stikstofdioxide jaargemiddelde concentratie in ug/m3 40 (NO2) uurgemiddelde dat 18 keer per jaar overschreden mag worden in ug/m3 200 Op 11 juni 2008 is de nieuwe Europese Richtlijn betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (20 mei 2008) gepubliceerd. Daarmee zijn de oude kaderrichtlijn en de dochterrichtlijnen komen te vervallen. Een belangrijke toevoeging in de nieuwe Europese richtlijn is een grenswaarde voor het meest schadelijke fijnstof, PM 2,5, waarop het bevoegd gezag vanaf 1 januari ook moet toetsen Wet milieubeheer Op 15 november 2007 is de zogenoemde Wet luchtkwaliteit, hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Wm), in werking getreden ter vervanging van het Besluit luchtkwaliteit In deze wet is gestreefd naar meer flexibiliteit als het gaat om de koppeling van luchtkwaliteitseisen en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze flexibiliteit is met name terug te vinden in een verdeling in projecten die wel (IBM) of niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtkwaliteit. NIBM-projecten hoeven niet langer getoetst te worden aan de grenswaarden. Tegelijk met het inwerking treden van het nieuwe hoofdstuk 5 in de Wet milieubeheer zijn nieuwe besluiten en regelingen van kracht geworden. Alle regelingen onder het Besluit luchtkwaliteit 2005 zijn hiermee komen te vervallen. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) In het Besluit niet in betekenende mate bijdragen en de daarop gebaseerde Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is geregeld welke projecten niet meer getoetst hoeven te worden. De definitie van NIBM betreft 3% van de grenswaarde. Projecten, die maximaal 3% van de grenswaarde (= 1,2 µg/m 3 voor zowel NO 2 als PM 10) bijdragen aan de lokale luchtkwaliteit vallen onder de definitie van NIBM en hoeven niet meer getoetst te worden aan de grenswaarden uit de Wm. De 3%-bijdrage is in de Regeling NIBM voor bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woningbouwlocaties, omgezet in eenduidige kengetallen, die de criteria vormen of wel of niet sprake is van een NIBM-project. 12

13 Hiervoor is een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt (NIBM) aan de concentratie van een stof in de buitenlucht. Deze is gebaseerd op de Rekenmethode Regeling beoordeling luchtkwaliteit De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 bevat voorschriften over metingen en berekeningen om de concentratie en depositie van luchtverontreinigende stoffen vast te stellen. Verder schrijft de regeling voor dat er een plan moet worden opgesteld met maatregelen, als de grenswaarden worden overschreden. In de regeling zijn gestandaardiseerde rekenmethodes opgenomen om concentraties van diverse luchtverontreinigende stoffen te kunnen berekenen. Deze gestandaardiseerde rekenmethodes geven resultaten die rechtsgeldig zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie standaardrekenmethoden met ieder een toepassingsgebied waarbinnen gebruik mag worden gemaakt van de betreffende methode. Standaard rekenmethode 1 (SRM1) en 2 (SRM2) zijn, elk met hun eigen randvoorwaarden, geschikt voor het in kaart brengen van het effect van voertuigbewegingen op de luchtkwaliteit langs wegen. Een uitwerking van de voorschriften uit deze regeling is te vinden in de Handreiking meten en rekenen luchtkwaliteit. In artikel 35 en bijlage 5 van de regeling is de hoogte van de zogenaamde (zeezout)aftrek voor fijnstof vastgelegd. De regeling staat een plaats afhankelijke aftrek voor de jaargemiddelde norm voor fijnstof toe. De aftrek varieert van 1 tot 5 microgram per kubieke meter (µg/m 3 ) en betreft het aandeel zeezout. Formeel mag de zeezoutaftrek pas worden toegepast als sprake is van een overschrijding van de grenswaarde. 13

14 5. Uitgangspunten 5.1 Weg- en verkeersgegevens De verkeersgegevens zijn aangeleverd door de gemeente Arnhem (RVMK) en betreffen het peiljaar 2024 waarbij rekening is gehouden met de herinrichting van de zuidelijke binnenstad. De etmaalintensiteiten zijn opgehoogd met een groei van 1% per jaar, naar het peiljaar 2026 (10 jaar na realisatie). Naast de autonome verkeersgroei van de bestaande wegen wordt in dit onderzoek ook rekening gehouden met de verkeersaantrekkende werking van het plan. In dit onderzoek wordt uitgegaan van een mogelijke invulling van het complex, omdat de verdeling van de functies nog niet definitief is vastgesteld (het is een flexibel bestemmingsplan waarbij functies elkaar nog kunnen vervangen). Als bijvoorbeeld het filmhuis niet doorgaat, kunnen hier meer woningen worden gerealiseerd. In de onderstaande tabel is het extra verkeer bepaald voor een representatieve invulling van het complex, zie ook bijlage 1.1. Hierbij is gebruik gemaakt van de CROW-publicatie Kerncijfers parkeren en verkeersgeneratie 317. In het bestemmingsplan zijn meer functies toegestaan dan feitelijk mogelijk zijn in de nieuwe bebouwing. Bij de berekening van de verkeersaantrekkende werking is uitgegaan van een mogelijke invulling met functies die een grote verkeersaantrekkende werking hebben. tabel 6: verkeersaantrekkende werking bestemming uitgangspunt verkeersgeneratie appartementen, 20 stuks 6 verkeersbewegingen per appartement 120 filmhuis 9,7 per 100 m2 (400 stoelen) 116 winkelpanden 500 m 2 bvo 28,6 auto s per 100 m 2 bvo 143 horeca 500 m 2 bvo 6 auto s per 100 m 2 bvo 30 hotel/hostel geen verkeersgeneratie 0 bevoorrading filmhuis 1 per dag 1 bevoorrading winkels 1/3 per 100 m 2 bvo 2 totaal 412 De bezoekers van het complex parkeren in de parkeergarages Broerenstraat en Rozet, op het parkeerterrein aan de Trans en aan de Turfstraat. Er wordt verwacht dat de bezoekers zich gelijkmatig verdelen over de drie grote parkeerplaatsen, omdat Broerenstraat en Trans dichtbij liggen en Rozet de voordeligste garage is. De parkeerplaatsen en rijroute over de Markt zijn niet opgenomen, omdat deze volgens de huidige plannen zullen verdwijnen. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx De verkeerstoename is evenredig verdeeld over de verschillende wegvakken in de omgeving op basis van logische vertrek- en aankomstroutes, zie ook bijlage 1.1. In tabel 7 zijn de verkeersgegevens weergegeven, waarbij voor de bovengenoemde wegvakken de intensiteiten uit het RVMK, met en ook zonder het extra verkeer door het plan zijn opgenomen. Een volledig overzicht hiervan staat in bijlage 1.3. De volgende wegdektypen zijn in tabel 7 opgenomen: 1 Dicht asfalt beton (DAB). 2 Geluidsreducerend wegdek dunne deklaag A (DDA). 3 Elementenverharding, gelegen in keperverband (Klinkers). 14

15 tabel 7: verkeersgegevens 2026 Etmaalintensiteit [mvt/etm] wegvak herinrichting [mvt/etm] verkeersaantrekkende werking complex herinrichting met complex [mvt/etm] wegdek snelheid (km/uur) Trans DAB 50 km/uur Trans DAB 50 km/uur Weerdjesstraat DDA 50 km/uur Eusebiusplein DDA 50 km/uur Oranjewachtstraat DAB 50 km/uur Walburgstraat Klinkers 30 km/uur Rodenburgstraat Klinkers 30 km/uur Rodenburgstraat Klinkers 30 km/uur Rodenburgstraat Klinkers 30 km/uur Turfstraat Klinkers 30 km/uur Turfstraat Klinkers 30 km/uur Vossenstraat Klinkers 30 km/uur Broerenstraat Klinkers 30 km/uur Kleine Oord Klinkers 30 km/uur 5.2 Wegkenmerken luchtkwaliteit De verkeersgegevens zijn aangevuld met kenmerken die van belang zijn voor het onderzoek naar de luchtkwaliteit. In tabel 8 zijn deze wegkenmerken opgenomen. tabel 8: gegevens wegen onderzoek luchtkwaliteit straat wegtype snelheid (km/uur) bomenfactor Trans normaal 30 km/uur 1.00 Weerdjesstraat normaal 30 km/uur 1.00 Eusebiusplein normaal 30 km/uur 1.00 Walburgstraat 01 normaal 20 km/uur 1.00 Rodenburgstraat 01 normaal 20 km/uur 1.00 Turfstraat 01 streetcanyon 20 km/uur 1.00 Turfstraat 02 streetcanyon 20 km/uur 1.00 Broerenstraat normaal 20 km/uur Rekenpunten De geluidsbelasting en luchtkwaliteit zijn berekend met behulp van toetspunten. De punten zijn geplaatst op iedere verdieping van alle gevels van het complex, waar geluidsgevoelige functies worden gerealiseerd. In figuur 3 staat een afbeelding van de toetspunten. De volledige gegevens van de punten staan in bijlage

16 figuur 3: ligging rekenpunten 5.4 Modellering Geluid De berekeningen van de geluidsbelasting afkomstig van het wegverkeer zijn verricht met het door DGMR ontwikkelde computerprogramma Geomilieu (versie 2.61) dat is gebaseerd op het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, standaardrekenmethode II. In de berekening wordt met alle factoren die van belang zijn rekening gehouden, zoals afstandsreducties, reflecties, afschermingen, bodem- en luchtdemping, helling- en kruispuntcorrecties. Er is gerekend met één reflectie en een sectorhoek van twee graden. Er is nabij het bouwplan geen kruising aanwezig die wordt geregeld door een verkeersregelinstallatie (VRI). De rekenmodellen zijn ingevoerd ten opzichte van het Rijksdriehoekscoördinatenstelsel. Gezien de stedelijke omgeving waarin de ontwikkeling plaatsvindt, is uitgegaan van een standaard akoestisch hard bodemgebied. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx Luchtkwaliteit De bijdrage van de relevante omliggende wegen is bepaald met de STACKS-module in Geomilieu (versie 2.61) waarmee de luchtkwaliteit als gevolg van het stedelijk verkeer kan worden berekend. Tevens is dit programma geschikt om de luchtkwaliteit in complexe situaties te berekenen. De berekeningen zijn uitgevoerd met de emissiecijfers en achtergrondconcentraties van De achtergrondconcentraties zijn in 2016 hoger dan in 2026, waardoor de worstcase situatie wordt onderzocht. Het immissiegebied in het model ligt op rijksdriehoekscoördinaten. Op basis van de rijksdriehoekscoördinaten wordt rekening gehouden met de lokale achtergrondconcentraties. Voor de berekeningen is uitgegaan van de gemiddelde meteorologische condities. Er wordt geen zeezoutcorrectie toegepast. 16

17 6. Rekenresultaten 6.1 Wegverkeer nieuwbouw In de onderstaande tabel zijn de geluidsbelastingen (L den) op de verschillende gevels van het nieuw te bouwen complex weergegeven voor de Trans en het Eusebiusplein (centrumring, alleen de wettelijk gezoneerde wegen). De resultaten zijn inclusief de aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder en zijn weergegeven op een hoogte van 13.5 meter, omdat daar de hoogste niveaus zijn berekend. Een volledig overzicht van de (onafgeronde) rekenresultaten staat in bijlage 3. tabel 9: geluidsbelasting (incl. aftrek artikel 110g Wgh) centrumring (in db L den) toetspunt gevelzijde hoogte (m) Trans en Eusebiusplein (centrumring) zuidgevel zuidgevel zuidgevel westgevel westgevel Uit de bovenstaande tabel en bijlage 3.1 blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 db uit de Wgh vanwege het wegverkeer op de Trans en het Eusebiusplein niet overschreden wordt. Er hoeft daarom geen hogere waarde te worden vastgesteld. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn ook de geluidsniveaus vanwege de 30 km/uurwegen berekend. Deze waarden (met aftrek van 5 db conform artikel 110g Wet geluidhinder, inclusief het extra verkeer) bedragen maximaal: 59 db vanwege de Kleine Oord/Broerenstraat/Turfstraat/Walburgstraat. 52 db vanwege de Rodenburgstraat. 6.2 Wegverkeer bebouwing overzijde Turfstraat Voor de woningen van het plan Paradijs aan de overzijde van de Turfstraat is een tweetal situaties in beeld gebracht: 1 Situatie 2026 met herinrichting van de zuidelijke binnenstad, zonder plan. De geluidsbelasting ter plaatse van deze woningen is dan 58 db inclusief aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder. 2 Situatie 2026 met herinrichting binnenstad, met plan (gebouw 15 meter hoog en extra verkeersbewegingen). Ter plaatse van de woningen is de geluidsbelasting dan maximaal 59 db. Er is geen toename van het geluidsniveau op de woningen als gevolg van de verkeersaantrekkende werking van het nieuwbouwplan. Door reflecties van het geluid in het nieuwe gebouw wordt echter de geluidsbelasting bij de bebouwing aan de overzijde 1 db hoger. Bij het ontwerp van het gebouw wordt derhalve aangeraden om een zodanige gevelopbouw te realiseren, dat deze geluidsreflecties naar de overzijde zo min mogelijk plaatsvinden. 17

18 6.3 Geluidsbeleid gemeente Arnhem Nieuwbouw Het geluid vanwege de zoneplichtige wegen Trans en het Eusebiusplein (centrumring) voldoet aan de ambitiewaarde van de gemeente Arnhem (geluidsklasse redelijk rustig, verkeerslawaai tot 48 db). De geluidsniveaus vanwege de 30 km/uur-wegen Rodenburgerstraat en Kleine Oord/Broerenstraat/ Turfstraat/Walburgstraat zijn maximaal 59 db na aftrek van 5 db conform artikel 110g Wet geluidhinder. Als het zoneplichtige wegen zouden zijn geweest, zou uit de toetsing aan de normen van de Wet geluidhinder blijken dat deze geluidsbelasting voldoet aan de maximaal toelaatbare hogere grenswaarde. Ook op grond van het gemeentelijk beleid is deze waarde toegestaan, deze voldoet aan de plafondwaarde (lawaaiig). Als voor het complex een hogere grenswaarde zou moeten worden vastgesteld (hetgeen nu niet het geval is), zou bij de afweging over het toekennen van deze hogere waarde ook specifieke criteria worden betrokken. Dit in het kader van een goede ruimtelijke ordening: Indien mogelijk bronmaatregelen. Indien mogelijk de afstand tot de geluidsbron en de nieuwe woningen vergroten. Het stedenbouwkundig ontwerp vorm geven waarbij zoveel mogelijk afscherming voor het achterliggende gebied ontstaat. Indien mogelijk in het overdrachtsgebied een afscherming realiseren. Akoestisch onderzoek bij omgevingsvergunning bouwen. Geluidsaspecten vanaf eerste ontwerpstadium bij de ontwikkeling betrokken. Minimaal één verblijfsruimte aan de geluidsluwe zijde. Geluidsluwe buitenruimte creëren (tuin of balkon). Het toepassen van een bronmaatregel (bijvoorbeeld stille elementenverharding of een dunne deklaag) past niet in de visie van de herinrichting. Meer afstand houden tot de geluidsbron is ook niet gewenst, er is te weinig ruimte hiervoor beschikbaar op het Kerkplein. Een gevelonderzoek moet worden uitgevoerd. Uit dit onderzoek naar de geluidwering van de gevels zal moeten blijken of de vereiste karakteristieke geluidwering (G A;k) voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. Hierbij mag de karakteristieke geluidwering van de gevel niet kleiner zijn dan het verschil tussen de berekende geluidsbelasting en 33 db, met een minimum van 20 db. De in bijlage 3.3 opgenomen ongecorrigeerde gecumuleerde geluidsbelastingen kunnen hierbij als uitgangspunt worden aangehouden. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx Bestaande bouw Ter plaatse van de woningen aan de overzijde (Paradijs) is de geluidsbelasting maximaal 59 db. In het akoestisch onderzoek voor het bestemmingsplan om de bouw van deze woningen mogelijk te maken is uitgegaan van een veel lagere verkeersintensiteit met een steenmastiek asfalt als wegdek: de geluidsbelasting was toen minder dan 48 db. Het verhoogde geluidsniveau wordt veroorzaakt doordat de verkeerssituatie, het wegdek van diverse wegen door de herinrichting van de zuidelijke binnenstad worden gewijzigd en de situering van het nieuwe gebouw. Er is geen toename van het geluidsniveau als gevolg van de verkeersaantrekkende werking van het complex. In het (nog uit te voeren) akoestisch onderzoek inzake de herinrichting van de wegen in de zuidelijke binnenstad wordt aangeraden om maatregelen voor de hoge geluidsbelasting in de omgeving te onderzoeken. 18

19 6.4 Luchtkwaliteit Verkeersaantrekkende werking Uit de rekenresultaten van de NIBM-tool (versie PM) blijkt dat, uitgaande van een maximale toename van 414 motorvoertuigen per etmaal, de bijdrage van het extra verkeer niet in betekenende mate is. In onderstaande figuur is een weergave van de ingevulde NIBM-tool opgenomen. figuur 4: NIBM-berekening Op basis van de handleiding van deze tool is vastgesteld, dat deze voor de officiële beoordeling van de luchtkwaliteit niet mag worden gebruikt voor dit onderzoek, omdat de indeling van de weg verandert Concentratieberekening Aangezien door het plan een streetcanyon gecreëerd wordt is aanvullend een concentratieberekening naar de luchtkwaliteit uitgevoerd. In tabel 9 is de concentratie stikstofdioxide (NO 2), fijnstof (PM 10) en zeer fijnstof (PM 2,5) weergegeven voor het nieuw te bouwen complex en de woningen gelegen aan de overzijde van de straat. De berekeningen zijn uitgevoerd op een afstand van 10 meter van de rand van de weg, of dichterbij als op kortere afstand woningen gelegen zijn. Uitgangspunt zijn de verkeersgegevens voor 2026 en de achtergrondconcentraties en emissiefactoren voor De resultaten kunnen hiermee als worstcase beschouwd worden. Een volledig overzicht van de (onafgeronde) rekenresultaten staat in bijlage 4. 19

20 tabel 10: jaargemiddelde concentratie en 24-uursgemiddelde overschrijding stikstofdioxide (NO 2) fijnstof (PM 10) en zeer fijnstof (PM 2,5) toetspunt gevelzijde stikstofdioxide (NO2) fijnstof (PM10) (PM2,5) jaargem. 24-uur gem. jaargem. 24-uur gem. jaargem. (ug/m3) (ug/m3) (ug/m3) (ug/m3) (ug/m3) 002 zuidgevel zuidgevel zuidgevel bestaand Uit de rekenresultaten blijkt dat de grenswaarden van 40 ug/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO 2) en fijnstof (PM 10) niet worden overschreden. De maximale waarde voor NO 2 is 26 ug/m 3 en voor PM ug/m 3. Voor zeer fijnstof (PM 2,5) geldt een maximale concentratie van 25 ug/m 3, die met een berekende waarde van 15 ug/m 3 ook niet wordt bereikt. De grenswaarde van het 24-uursgemiddelde wordt voor NO 2 niet overschreden en voor PM keer per jaar. Voor PM 10 mag de grenswaarde van de 24-uursgemiddelde concentratie maximaal 35 keer worden overschreden. Hierdoor voldoet de luchtkwaliteit voor alle stoffen aan de grenswaarden van de Wet milieubeheer. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx

21 7. Conclusie In opdracht van de gemeente Arnhem heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een onderzoek verricht naar de inpasbaarheid van een nieuwbouwproject op het Kerplein in Arnhem. Op deze locatie wordt een nieuw complex gerealiseerd met verschillende centrumfuncties, waaronder wonen, winkels en een filmhuis. Voor deze ontwikkeling wordt het bestemmingsplan gewijzigd. De indeling van het complex is nog niet definitief vastgesteld, waardoor voor de milieuaspecten de voorgenomen invulling is onderzocht. Het onderzoek bestaat uit het vaststellen van de onderzoeksplicht in het kader van de Wro, een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting van het wegverkeer en een onderzoek naar de luchtkwaliteit als gevolg van het verkeer. Vaststellen onderzoeksplicht Wro Op basis van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering is onderzocht of de voorgenomen functies op de geplande locatie kunnen worden gerealiseerd. Hierbij is op basis van toetsing aan de richtafstanden vastgesteld dat er geen nader onderzoek naar milieuaspecten hoeft plaats te vinden voor het realiseren van beperkt milieubelastende centrumfuncties of een filmhuis. Voor het bouwen van een filmhuis en woonfuncties in één complex, moeten bouwkundige voorschriften in het bestemmingsplan worden opgenomen. Akoestisch onderzoek wegverkeer Nieuwbouw De geluidsbelasting van de zoneplichtige wegen ter plaatse van het bouwblok voldoet aan de voorkeurswaarde van 48 db uit de Wet geluidhinder. Er hoeft derhalve geen procedure tot het vaststellen van een hogere grenswaarde doorlopen te worden. De geluidsniveaus ten gevolge van de direct aangrenzende 30 km/u wegen is in de nieuwe situatie maximaal 59 db na aftrek van 5 db conform artikel 110g Wet geluidhinder op de gevel van het nieuwe complex. Bestaande bebouwing Er is voor deze woningen een geluidsniveau van 59 db berekend, als gevolg van het verkeer van de aangrenzende 30 km/u wegen. Deze hoge geluidsbelasting wordt vooral veroorzaakt door de hoge verkeersintensiteit en het wegdektype (elementenverharding). Daarnaast is er ten gevolge van de geluidsreflectie in het nieuwe gebouw, een toename van de geluidsbelasting van 1 db op de woningen (Paradijs) aan de overzijde van de straat. Gemeentelijk beleid en goede ruimtelijke ordening Op grond van het gemeentelijk beleid is de hoge geluidsbelasting ter plaatse van de nieuwbouw toegestaan. Als voor het complex een hogere grenswaarde zou moeten worden vastgesteld (hetgeen nu niet het geval is), zou in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook specifieke criteria worden betrokken. 21

22 Volgens het gemeentelijk beleid zal bij de indeling van het bouwplan in ieder geval aandacht moeten worden geschonken aan de volgende punten: Gevelonderzoek aanleveren bij omgevingsvergunning bouwen. Minimaal één verblijfsruimte aan de geluidsluwe zijde. Geluidsluwe buitenruimte creëren (tuin of balkon). Luchtkwaliteit De toename van emissie door de realisering van het complex levert een niet-in-betekenende-matebijdrage aan de luchtkwaliteit. Berekeningen van de luchtkwaliteit zijn zonder en met de verkeersaantrekkende werking van het plan uitgevoerd. Zowel in de huidige als in de toekomstige situatie is er geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarden van NO 2 en PM 10. Er wordt daarom voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit. p.o. ing. M.H.M. (Michel) van Kesteren DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx

23 Bijlage 1 Titel Uitgangspunten en invoergegevens bronnen k:\doc\m\2015\086100\m r001v4.docx

24 M Onderzoeken milieubelasting bestemmingsplan Kerkplein Bijlage 1.1 Verkeersaantrekkende werking Ontwikkelingsmogelijkheid Oppervlakte detailhandel m2 500 Oppervlakte horeca m2 500 Hotel/Hostel 80 slaapplaatsen 0 Filmhuis maximaal 400 stoelen 1 zitplaats 3 m Aantal appartementen 20 Verkeersaantrekkende werking (1) Aantal Appartementen: 6 voertuigbewegingen per dag 120 Filmhuis: 9,7 Per 100m2 oppervlakte (Max. centrum en sterk stedelijk) 116 Horeca: 6 per 100m2 oppervlakte 30 Hotel/hostel: 2,5 per 10 kamers (3* hotel centrum sterk sted.) 0 Winkelpanden: 28,6 per 100m2 oppervlakte (hoofdwinkelstadscentrum) 143 Vrachtwagens winkels (1/3 p.d. 100m2) en bioscoop (1 p.d.) 3 Totale verkeerstoename omgeving door complex 412 Voertuigverdeling overige voorzieningen drie parkeergarages Aantal voertuigen Totale verkeerstoename naar parkeergarages 289 Verkeerstoename per parkeerplaats (Rozet, Broerenstraat en Trans) 96 Verkeerstoename bewoners die van en naar complex rijden en vrachtaanvoer winkels 123 Extra voertuigbewegingen per wegdeel (2) Aantal voertuigen Rodenburgstraat 01 Turfstraat 01 en 02 en Walburgstraat 61 Rodenburgstraat 02 en Trans 02, Beekstraat, Vossenstraat, Nieuwe Oeverstraat 96 Weerdjesstraat 01, Trans 01, Eusebiusplein en Oranjewachtstraat 193 Nijmeegseweg 48 Bepaling richtafstand (m) Kortste afstand complex tot milieugevoelige bestemming 16 Kortste afstand milieugevoelige bestemming tot complex 7 1: Bron: CROW (2012), 317 Kerncijfers parkeren en verkeersgeneratie.

25

26 M Bestemmingsplan Kerkplein te Arnhem Bijlage 1.3 Verkeersgegevens 2026 met extra verkeer plan Model: Groep: VL2026 met herinrichting - met plan (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Naam Omschr. Wegdek V(LV(D)) V(LV(A)) V(LV(N)) V(MV(D)) V(MV(A)) V(MV(N)) V(ZV(D)) V(ZV(A)) V(ZV(N)) Totaal aantal %Int(D) %Int(A) 001 Rodenburgstraat 04 SMA-NL Walburgstraat Elementenverharding in keperverband Trans 01 Referentiewegdek Broerenstraat Elementenverharding in keperverband Oranjewachtstraat SMA-NL Walburgstraat Elementenverharding in keperverband Weerdjesstraat 02 Referentiewegdek Eusebiusplein Dunne deklagen A Rodenburgstraat 03 Elementenverharding in keperverband Turfstraat 01 Elementenverharding in keperverband Rodenburgstraa t02 Elementenverharding in keperverband Rodenburgstraat 01 Elementenverharding in keperverband Weerdjesstraat 01 Dunne deklagen A Trans 02 Elementenverharding in keperverband Kleine Oord Elementenverharding in keperverband Trans 03 Elementenverharding in keperverband Turfstraat 02 Elementenverharding in keperverband Geomilieu V :20:02

27 M Bestemmingsplan Kerkplein te Arnhem Bijlage 1.3 Verkeersgegevens 2026 met extra verkeer plan Model: Groep: VL2026 met herinrichting - met plan (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Naam %Int(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) Geomilieu V :20:02

28 M Bestemmingsplan Kerkplein te Arnhem Bijlage 1.4 Lijst wegen luchtkwaliteit Model: Groep: VL2026 met herinrichting - met plan (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Naam Omschr. Wegtype V Breedte Hscherm Vent.F Can. H(L) Can. H(R) Can. br Hweg Fboom Totaal aantal 007 Walburgstraat Normaal Trans 01 Normaal Broerenstraat Normaal Oranjewachtstraat Normaal Walburgstraat Normaal Weerdjesstraat 02 Normaal Eusebiusplein Normaal Rodenburgstraat 03 Normaal Turfstraat 01 Canyon Rodenburgstraa t02 Normaal Rodenburgstraat 01 Normaal Weerdjesstraat 01 Normaal Trans 02 Normaal Kleine Oord Normaal Trans 03 Normaal Turfstraat 02 Canyon Geomilieu V :52:36

29 Bijlage 2 Titel Invoergegevens toetspunten en gebouwen

30

31 M Bestemmingsplan Kerkplein te Arnhem Bijlage 2.2 Toetspunten wegverkeer Model: Groep: VL2026 met herinrichting - met plan (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel 001 zuidgevel 0.00 Relatief Ja 002 zuidgevel 0.00 Relatief Ja 003 zuidgevel 0.00 Relatief Ja 004 zuidgevel 0.00 Relatief Ja 005 zuidgevel 0.00 Relatief Ja 006 zuidgevel 0.00 Relatief Ja 007 westgevel 0.00 Relatief Ja 008 westgevel 0.00 Relatief Ja 009 westgevel 0.00 Relatief Ja 010 westgevel 0.00 Relatief Ja 011 noordgevel 0.00 Relatief Ja 012 noordgevel 0.00 Relatief Ja 013 noordgevel 0.00 Relatief Ja 014 noordgevel 0.00 Relatief Ja 015 oostgevel 0.00 Relatief Ja 016 oostgevel 0.00 Relatief Ja 017 oostgevel 0.00 Relatief Ja 018 oostgevel 0.00 Relatief Ja 019 oostgevel 0.00 Relatief Ja 20 Toetspunt 1 overzijde straat 0.00 Relatief Ja 21 Toetspunt 2 overzijde straat 0.00 Relatief Ja 22 Toetspunt 3 overzijde straat 0.00 Relatief Ja Geomilieu V :24:31

32 M Bestemmingsplan Kerkplein te Arnhem Bijlage 2.3 Toetspunten luchtkwaliteit Model: Groep: VL2026 met herinrichting - met plan (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Naam Omschr. 002 zuidgevel 004 zuidgevel 006 zuidgevel 20 Toetspunt 1 overzijde straat 21 Toetspunt 2 overzijde straat 22 Toetspunt 3 overzijde straat Geomilieu V :08:46