Sportparticipatie 2012 Volwassenen

Transcriptie

1 Sportparticipatie 2012 Volwassenen Onderzoek & Statistiek April 2013

2 2

3 Overzicht belangrijkste uitkomsten In het najaar van 2012 is de sportparticipatie van bewoners vann de gemeente s-hertogenbosch onderzocht. Het onderzoek is gehouden onder bewoners van 188 tot 84 jaar. Er is onder andere gekeken naar de sportparticipatie op basiss van verschillende achtergrondkenmerken, de mate van sporten in verenigingsverband, de tevredenheid over sportvoorzieningen en sport gerelateerd aan gezondheid van sporters en niet-sporters. Doel van het onderzoekk is het inzichtelijk maken wie aan sportactiviteiten deelnemen, waar en op welke wijze dit gebeurt. Met de uitkomsten van dit onderzoek kan de afdeling Sport en Recreatie van de gemeente s-hertogenbosch haar beleid waar nodig aanpassen. Sportparticipatie: 71% van de inwoners sport minimaal één keer per maandd Het aandeel sporters (71%)( in 2012 in de gemeente s-hertogenbosch is licht gestegen in vergelijkingg met 2010 (68%). Vooral de groepen inwoners met de achtergrondkenmerken laag opgeleiden, ouderen (65+ jaar), laag- en midden inkomen dragen bij aan deze stijging. De sportparticipatie verschilt per wijk. In is de sportparticipatie in Rosmalen Zuid en Empel het hoogst mett 81%. Het laagst in Noord (66%) en de Maaspoort (65%). Zie ook onderstaande figuur met hierin de sportparticipatie naar wijkk uitgesplitst.. Mannen, inwoners tussen jaar, autochtone Nederlanders, hoog opgeleiden, inwoners met een hoog inkomenn en inwonerss met een gezond gewicht sporten relatief meer. Dit was in 2010 ook al zo. Net als in voorgaande jaren is fitness conditie (31%) dee populairstee sport, gevolgd door fitness kracht (20%) en hardlopen/joggen/trimmen (20%). 35% van de inwoners van s-hertogenbosch behaalt zowel in de zomer als in de winter de beweegnorm. Figuur: Overzicht sportparticipatie inwonerss gemeente s-hertogenb bosch naar wijk 3

4 Sportvereniging: individualisering neemt verder toe Het alleen, ongeorganiseerd sporten is toegenomen tot 42% in 2012 (in 2010 was dit 40%). Het zelf organiseren, in groepsverband sporten is licht toegenomen tot 26%. In 2010 was dit aandeel nog 23%. Net als in 2010, sporten in 2012 vooral mannen, inwoners tussen jaar, autochtone Nederlanders, hoog opgeleiden, inwoners met een hoog inkomen en inwoners met een gezond gewicht relatief meer in verenigingsverband dan andere inwoners. Driekwart van de inwoners vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn om te sporten en te bewegen in verenigingsverband binnen de gemeente s-hertogenbosch. Sportvoorziening: Ruim 7 op de 10 inwoners is tevreden Van de inwoners is 71% tevreden over de sportvoorzieningen. Het percentage (ruim) voldoende/ goed is in 2012 licht afgenomen ten opzichte van De mogelijkheden om te sporten en bewegen in de openbare ruimte wordt door bijna 60% als (ruim) voldoende beoordeeld. Het aandeel (ruim) voldoende is in 2012 licht gestegen ten opzichte van In 2012 geeft 39% aan een bepaald soort sportvoorziening te missen. Meest genoemde sportvoorzieningen die vooral gemist worden, zijn sportvoorzieningen om te kunnen sporten in de openbare ruimte en sportvoorzieningen speciaal gericht op een bepaalde tak van sport. Daarnaast geeft 31% aan geen sportvoorzieningen te missen en 30% weet het niet of heeft geen mening. Sport & Welzijn: negen op de tien sporters heeft (zeer) goede tot uitstekende gezondheid Van de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch geeft 85% aan een (zeer) goede tot uitstekende gezondheid te hebben. Een lichte toename ten opzichte van voorgaande jaren. Inwoners uit de gemeente s-hertogenbosch weten in ruim de helft van de gevallen waar ze (waarschijnlijk) terecht kunnen voor informatie over sport en bewegen. Ten opzichte van 2010 is dit aandeel licht afgenomen. Van de inwoners geeft 38% aan wel eens aan vrijwilligerswerk te doen. Van deze vrijwilligers geeft 29% aan vrijwilligerswerk op het gebied van sport te doen. In 2010 was dit ook al de meest genoemde vorm van vrijwilligerswerk. 4

5 Inhoudsopgave Overzicht belangrijkste uitkomsten Inleiding Aanleiding en doel Methodiek Leeswijzer Sportparticipatie Sportparticipatie gemeente s-hertogenbosch Sportparticipatie uitgesplitst naar gebied Sportparticipatie naar achtergrondkenmerken Top 10 van populairste sporten Beweegnorm Sportvereniging Ongebonden en gebonden sporten Sporten in verenigingsverband naar achtergrondkenmerken Tevredenheid over mogelijkheden om te sporten in verenigingsverband Sportvoorziening Tevredenheid kwaliteit sportvoorzieningen Tevredenheid over mogelijkheden om te sporten in open ruimte Sportvoorzieningen in beeld Sport & Welzijn Gezondheid sporters en niet-sporters Informatie over sport en bewegen Vrijwilligerswerk en sport

6 6

7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In het najaar van 2012 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek voor de zesde keer onderzoek gedaan naar de sportparticipatie van de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de afdeling Sport en Recreatie. Doel van het onderzoek is het inzichtelijk maken wie aan sportactiviteiten deelnemen, waar en op welke wijze dit gebeurt. Met de uitkomsten van dit onderzoek kan de afdeling Sport en Recreatie haar beleid monitoren en eventueel bijsturen. Het onderzoek is wederom gedaan volgens de landelijke Richtlijn Sportonderzoek (RSO). In deze richtlijn zijn afspraken gemaakt over de (basis)vraagstelling van onderzoek naar sportdeelname en de presentatie van de gegevens 1. Binnen het kader van dit onderzoek onderscheiden sporters zich van niet-sporters door minimaal maandelijks te sporten. In het rapport is vermeld wanneer dit van toepassing is. Daarnaast kan er eenvoudig vergeleken worden met onderzoeken uit het verleden. Het onderzoek is eerder uitgevoerd in 2001, 2004, 2006, 2008, 2010 en Methodiek In het najaar van 2012 zijn vragenlijsten verstuurd naar inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch tussen de 18 en 84 jaar. In totaal hebben mensen de vragenlijst ingevuld; de respons is dus 21%. Voor het verzamelen van de gegevens is gebruik gemaakt van een vragenlijst die, zowel schriftelijk als digitaal, ingevuld kon worden. Uiteindelijk zijn er in totaal schriftelijk 423 vragenlijsten ingevuld en digitaal zijn er ingevuld. De resultaten van het onderzoek naar sportparticipatie 2012 worden gerapporteerd naar de twaalf wijken van de gemeente s-hertogenbosch. Daarnaast zijn er vier aandachtsgebieden apart meegenomen. Het gaat om de volgende gebieden: Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Hambaken, Boschveld/Deuteren en Schutskamp/Kruiskamp. Daarnaast zijn de uitkomsten van eerdere onderzoeken (jaren 2008 en 2010) meegenomen. Hierdoor is het mogelijk de uitkomsten voor de gemeente als geheel te vergelijken door de jaren heen. Om over- of ondervertegenwoordiging van een bepaald gebied, leeftijd of geslacht te voorkomen, worden de uitkomsten gewogen. Hierdoor worden alle uitkomsten evenredig meegenomen in de totale analyse en ontstaat er op die manier een nauwgezetter beeld voor de gemeente s- Hertogenbosch. Mochten uitkomsten significant verschillen met de vorige meting dan is dit bij de beschreven ontwikkeling in de tekst expliciet vermeld. In de tabel zal dit worden aangegeven met een pijltje naar boven (significant toegenomen) of beneden (significant afgenomen). 1.3 Leeswijzer In dit onderzoek worden verschillende aspecten met betrekking tot sporten in s-hertogenbosch beschreven. Na dit inleidende hoofdstuk komt in hoofdstuk 2 de sportparticipatie aan bod. Onder meer de achtergrondkenmerken, de top 10 van meest populaire sporten en de beweegnorm worden in dit hoofdstuk behandeld. In hoofdstuk 3 wordt er ingegaan op sporten in verenigingsverband, waarbij inzichtelijk wordt welke groepen inwoners dit vooral doen én of de huidige mogelijkheden om in verenigingsverband te sporten toereikend zijn. De tevredenheid met de kwaliteit van sportvoorzieningen en mogelijkheden om te sporten in de openbare ruimte wordt beschreven in hoofdstuk 4. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 de invloed van sport op het welzijn van mensen beschreven. Hier wordt onder meer de vraag beantwoord of sporters zich gezonder voelen en waar ze terecht kunnen voor informatie over sport en bewegen. 1 Zie voor meer informatie over de RSO-richtlijn: 7

8 8

9 2. Sportparticipatie Het is voor de gemeente s-hertogenboschh van belang om inzicht te t verkrijgen in de sportparticipatie van de bevolking én hoe deze zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. o Sportparticipatie wordt gedefinieerd volgens de Richtlijn Sportdeelname (RSO): het aantal respondenten dat minimaal 12 keer (maandelijks) per jaar sport ten opzichte van het totale aantal respondentenr n. 2.1 Sportparticipatie gemeente s-hertogenbosch In sport 71% van de bewoners van de gemeente s-hertogenbosch minimaal maandelijks. In 2010 was dit aandeel sporters 68%. Het percentage van 2012 is gelijk aan dat van In de jaren 2004 en 2001 lag het percentage iets onder dit niveau. Ter vergelijking: het landelijk gemiddelde voor sportparticipatie is volgens het laatst bekende cijfer 65% (data 2008). Figuur 2.1: Aandeel sporters in de gemeente s-hertogenbosch,

10 2.2 Sportparticipatie uitgesplitst naar gebied In was de sportparticipatie in Rosmalen Zuid en Empel het hoogst met 81%. Dit wil zeggen dat ruim 4 op de 5 bewoners uit deze wijken minimaal maandelijks sport. In 2010 was de sportparticipatie in Rosmalen Zuid ook het hoogst. Ten opzichte van het gemiddelde van heel s-hertogenbosch scoren de meeste wijken minimaal gelijk off beter dan het gemiddelde van 71% % (aangegeven met de grijze lijn in figuur 2.2). De wijken Rosmalen Noord (66%), Noord (65%) en de Maaspoort (65%) scoren onder het gemiddelde van s-hertogenbosch. Het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren valt positief op met een aandeel a sportparticipatie van 75%. Aandachtsgebied De Hambaken valt in negatieve zin op. 55% van de inwoners zegt minimaal maandelijks te sporten. De sportparticipatie voor de gemeente s-hertogenbosch door de tijd heenn is al behandeld in hoofdstuk 2.1. Aanvullend kan opgemerkt dat de percentages minimaal wekelijks en minimaal maandelijks sporten door de jaren heen licht zijn toegenomen. Daarnaast is het opvallend dat ruim de helft van de bewoners van v Rosmalen Zuid (56%) en het aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad (55%) minimaal wekelijks w sport. Dit aandeel is het laagst in Noord (31%). Aandachtsgebied De Hambaken (33%) scoort ook laag. De Hambaken ligt in de wijk Noord en deze lage scores hebben,, uiteraard, invloed op elkaar. Figuur 2.2: Sportparticipatie naar gebied 10

11 2.3 Sportparticipatie naar achtergrondkenmerken Behalve verschillen tussen de wijken en aandachtsgebieden, zijn er ook verschillen in sportparticipatie naar achtergrondkenmerken te ontdekken. Net zoals in 2010 (en 2008) bevinden zich in 2012 onder mannen, inwoners tussen jaar, autochtone Nederlanders, hoog opgeleiden, inwoners met een hoog inkomen en inwoners met een gezond gewicht relatief meer sporters (minimaal maandelijks) dan bij andere groepen inwoners van de gemeente s-hertogenbosch. Naast de huidige stand van zaken is ook te zien in welke groepen de sportparticipatie het meest is veranderd ten opzichte van Ten opzichte van 2010 zijn alle percentages, uitgesplitst naar achtergrondkenmerken van de groepen inwoners, gelijk gebleven of (licht) gestegen. Met uitzondering van laag opgeleiden zijn de verschillen in percentages niet significant. Het meest opvallend, naast de significante stijging van laag opgeleiden, is de stijging van de sportparticipatie onder ouderen (65+ jaar); het aandeel oudere sporters is toegenomen van 52% naar 58%. Daarnaast is de stijging van de sportparticipatie van inwoners met een laag- en midden inkomen ook opvallend te noemen. De stijging van de te lichte inwoners wordt buiten beschouwing gelaten vanwege het lage aantal respondenten. Figuur 2.3: Percentage sporters naar achtergrondkenmerken (minimaal maandelijks) Kenmerk Geslacht Man 74% 70% 70% Vrouw 69% 66% 66% Leeftijd jaar 77% 73% 70% jaar 66% 64% 65% 65+ jaar 58% 52% 54% Etniciteit Autochtonen 73% 70% 72% Westerse allochtonen 71% 69% 63% Niet-westerse allochtonen 51% 47% 48% Opleiding Laag 56% 47% 50% Midden 72% 72% 72% Hoog 81% 80% 78% Netto inkomen Laag 58% 53% 50% Midden 72% 67% 67% Hoog 81% 81% 79% BMI Te licht 2 69% 47% 62% Gezond gewicht 76% 73% 74% Overgewicht 69% 67% 64% Ernstig overgewicht 52% 48% 50% Totaal s-hertogenbosch 71% 68% 68% = significante stijging t.o.v. vorige meting 2 Het percentage is gebaseerd op 30 respondenten; dit aantal is te laag om uitspraken over te doen. Volledigheidshalve is het wel opgenomen in de tabel. 11

12 2.4 Top 10 van populairste sporten Net als in voorgaande jaren is fitness conditie de populairste sport, gevolgd door hardlopen/joggen/trimmen en fitness f kracht. Fitness conditie is tenn opzichte van 2010 en 2008 licht gestegen; van 30% naar 31%. Fitness kracht is relatief het meest gestegen; vann 16% in 2010 tot 20% in Ook het aandeel zwemmers is lichtt gestegen; van 10% in naar 12% in De overige sporten uit de top 10 zijn (nagenoeg) gelijk gebleven qua aandeel ten opzichte van Ten opzichte van 2010 is aerobics/ steps uit de top 10 gevallen en is golf (weer)) teruggekeerd in deze top 10 van meest favoriete sporten. Figuur 2.4: De top tien meest favoriete sporten 12

13 2.5 Beweegnorm Bewegen is belangrijk voor een goede gezondheid. Om dit te meten is de beweegnorm ontwikkeld. Je voldoet aan de beweegnorm wanneer jee minimaal vijf dagen perr week een half uur matig intensief beweegt. Onder matig intensieff bewegen vallen activiteiten waardoor de ademhaling en hartslag licht gaan stijgen, zoals fietsen, goed doorstappen, het gras maaien, traplopen, dansen, etc. Beweegnorm zomer en winter In voldoet de helft van de inwoners van de gemeente s-hertogenboschh in de zomer aan de beweegnorm. In de winter is dit percentage lager; dan wordt dee beweegnorm door 36% van de inwoners behaald. De percentages in 2010 en 2008 lagen rond hetzelfde niveau. Beweegnorm totaal In totaal blijkt 35% van de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch (zowel sporterss als nieten in 2008 sporters) de beweegnorm zowel in de zomer als in de winter te halen. In 2010 was dit 37% was dit eveneens 35%. Sportparticipatie en beweegnorm Er is een verschil te zien in het behalen van de beweegnormm tussen sporters (die minimaal maandelijks sporten) en niet-sporters (die niet of nauwelijks sporten). Ruim de helft (54%) van de sporters haalt de beweegnorm in de zomerr tegen 40% van de niet-sporters. tussen sporters en niet-sporters. De Ook in de winter blijkt er een verschil te zijn in het behalen van de beweegnorm beweegnorm voor sporters is 38% en niet-sporters is 32%. Deze percentages komen nagenoeg overeen met die van Alleen in is er een uitzondering zichtbaar; daar is het percentage sporters en niet-sporters in de winter nagenoeg gelijk. Figuur 2.5: Sportparticipatie en hett behalen van de beweegnorm zomer en winter 13

14 Leeftijdsgroep en beweegnorm Als we de beweegnorm uitsplitsten naar leeftijdsgroep, zien we ookk hier verschillen. Inwoners van 18 tot en met 64 jaar voldoen in vergelijking met inwoners van 65 jaarr en ouder (ouderen) vaker aan de beweegnorm, zowel in de zomer als winter. In onderstaande figuur is voor de volledigheid ook de vergelijking met s-hertogenbosch gemiddeld meegenomen. In behaalt ruim de helft (51%) van dee inwoners van 18 tot en met 64 jaar de beweegnorm in de zomer. De beweegnorm in de zomer wordt door 46% van de ouderen behaald. Ook in de winter blijkt er een verschil te zijn in het behalen van de beweegnorm tussen inwoners vann 18 tot en met 64 jaar en ouderen. De beweegnorm voor inwonerss van 18 tot en met 64 jaar is 37% enn voor ouderen 31%. Het aandeel jarigen dat in de zomer de beweegnorm haalt, komt (nagenoeg) overeen met dat van voorgaande jaren. Het aandeel jarigen dat deze beweegnorm in de winter haalt, is afgenomen van 40% (2010) naar 37% (2012). Het aandeel 65-plussers dat voldoet aan de beweegnorm in de zomer óf in de winter, is door de jaren heen licht afgenomen.. Figuur 2.6: Leeftijdsgroep en het behalen van de beweegnorm zomer en winter 14

15 3. Sportvereniging Sporters kunnen hun sportt beoefenen op verschillende manieren. m Bijvoorbeeld bij een sportvereniging of sportclub, of als deelnemer aan een evenement, zoals een sportvakantie, bedrijfssport of een georganiseerd toernooi. Een sporter kan ook ongeorganiseerd sporten. Dit kan alleen, maar ook in groepsverband. We spreken in het vervolg vann gebonden (als lid of deelnemer) en ongebonden sporters (ongeorganiseerdrd of zelf georganiseerd). Iemand kann zowel gebonden als ongebonden sporten. 3.1 Ongebonden en gebonden sporten Het aandeel ongebonden sporters is ten opzichte van 2010 toegenomen. Zowel het alleen, ongeorganiseerd sporten als zelf georganiseerd, in groepsverband sporten is toegenomen. Het aandeel sporters dat alleen, ongeorganiseerd sport is toegenomen tot 42% in De trend van de individualisering lijkt daarmee door te zetten. De top 10 van dee meest favoriete sporten (zoals beschreven in het vorige hoofdstuk) bestaat ook vooral uit sportenn die individueel beoefend kunnen worden. Het zelf georganiseerd, in groepsverband sporten is licht toegenomen tot 26%. In 2010 was dit aandeel nog 23% %. Het aandeel sporters in commercieel verband is licht toegenomen tot t 29%; in 2010 was dit 28%. Het aandeel sporters in ander verband is in 2012 gestegen tot 20% %; in 2010 was dit 18% %. Van de gebonden sporten is alleen het aandeel sporters in verenigingsverband licht afgenomen tot 31%. In 2010 was dit 33%. Figuur 3.1: Percentage sporterss dat in (on)gebonden verband sport (meer antwoorden mogelijk) 15

16 3.2 Sporten in verenigingsverband naar achtergrondkenmerken Voor de gemeente is het van belang inzicht te krijgen welke groepen inwoners in verenigingsverband sporten. Daarom wordt er aan de hand van achtergrondkenmerken gekeken of er verschillen bestaan wat sporten in verenigingsverband betreft. Net als in 2010 (en 2008) sporten vooral mannen, inwoners tussen jaar, autochtone Nederlanders, hoog opgeleiden, inwoners met een hoog inkomen en inwoners met een gezond gewicht relatief meer in verenigingsverband dan andere groepen inwoners van de gemeente s-hertogenbosch. In figuur 3.2 is af te lezen in welke groepen het sporten in verenigingsverband het meest is veranderd ten opzichte van de vorige meting in De meeste percentages van de verschillende groepen inwoners zijn (licht) gedaald. Ook het totaal voor de gemeente s-hertogenbosch is licht gedaald. Dit wil zeggen dat inwoners over het algemeen minder zijn gaan sporten in verenigingsverband. De groep inwoners die sporten in verenigingsverband met een midden opleiding én de groep inwoners met een hoog inkomen zijn significant afgenomen. De groep inwoners met een ernstig overgewicht is afgenomen van 27% tot 20%. Ook de groep niet-westerse allochtonen is afgenomen van 23% in 2010 tot 18% in Alleen de groep inwoners die sporten in verenigingsverband met een laag inkomen is gestegen. De groep inwoners die te licht zijn laten we buiten beschouwing vanwege de lage absolute aantallen respondenten in die groep. Figuur 3.2: Percentage sporten in verenigingsverband naar achtergrondkenmerken Kenmerk Geslacht Man 36% 40% 38% Vrouw 26% 28% 29% Leeftijd jaar 35% 39% 37% jaar 28% 30% 31% 65+ jaar 21% 23% 22% Etniciteit Autochtonen 32% 36% 37% Westerse allochtonen 26% 27% 30% Niet-westerse allochtonen 18% 23% 15% Opleiding Laag 24% 21% 23% Midden 30% 39% 34% Hoog 36% 40% 40% Netto inkomen Laag 23% 23% 24% Midden 32% 33% 30% Hoog 36% 43% 44% BMI Te licht 3 32% 26% 31% Gezond gewicht 34% 34% 35% Overgewicht 28% 32% 32% Ernstig overgewicht 20% 27% 21% Totaal s-hertogenbosch 31% 34% 33% = significante daling t.o.v. vorige meting 3 Het percentage is gebaseerd op 30 respondenten; dit aantal is te laag om uitspraken over te doen. Volledigheidshalve is het wel opgenomen in de tabel. 16

17 3.3 Tevredenheid over mogelijkheden om te sporten in verenigingsverband Driekwart van de inwoners van de gemeente s-hertogenboschh vindt dat er (ruim) voldoende mogelijkheden zijn om te sporten en te bewegen in verenigingsverband binnen de gemeente s- Hertogenbosch. Negen procent geeft aan deze mogelijkheden onvoldoende tee vinden en 16% weet het niet of heeft geen mening.. Deze percentages zijn nagenoeg gelijk g aan dee meting in Ten opzichte van 2008 is het aandeel (ruim) voldoende licht verbeterd. Figuur 3.3: Tevredenheid over de mogelijkheden om te sporten en te bewegen in verenigingsverband 17

18 18

19 4. Sportvoorziening Om te kunnen sporten maken mensen veelal gebruik van voorzieningen. Naast de aanwezigheid en het gebruik van sportvoorzieningen, speeltt de kwaliteit van deze voorzieningev en een belangrijke rol. Aan de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch zijn daarom vragen gesteld die betrekking hebben op de mogelijkheden om te sporten in de openbare ruimte en over de kwaliteit van de sportvoorzieningen. 4.1 Tevredenheid kwaliteit sportvoorzieningen Ruim 7 op de 10 inwoners van de gemeente s-hertogenboschh beoordeeltt de kwaliteit van de sportvoorzieningenn in de gemeente als (ruim) voldoende of goed. Zes Z procent van de inwoners vindt de kwaliteit matig tot onvoldoende, terwijl bijna een kwart (23%) aangeeft het niet te weten. Het percentage (ruim) voldoende/ goed in 2012 is licht afgenomen ten opzichte van 2010, maar hoger dan in Figuur 4.1: Tevredenheid over de kwaliteit van sportvoorzieningen 4.2 Tevredenheid over mogelijkheden om te sporten in open ruimte De mogelijkheden om te sporten en bewegen in de openbare ruimte binnen de gemeente s- Hertogenbosch wordt door bijna 60% van de inwoners als (ruim) voldoende beoordeeld. Een kwart van de inwoners beoordeelt de mogelijkheden om te sporten in de openbare ruimte als matig of onvoldoende. Zeventien procent de inwoners weet het niet of heeft geen mening. Het aandeel (ruim) voldoende is in 2012 (verder) gestegen ten opzichte van 2010 en Figuur 4.2: Tevredenheid over de mogelijkheden om te sporten/bewegen in de openbare ruimte 19

20 4.3 Sportvoorzieningen in beeld In 2012 geeft 39% van de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch aan een bepaald soort sportvoorziening te missen. Daarnaast geeft 31% aan geen sportvoorziening tee missen en 30% weet het niet of heeft geen mening. Ten opzichtee van 2010 is het aandeel inwoners dat sportvoorzieningen mist (licht) gestegen. Figuur 4.3: Mist u een bepaald soort sportvoorziening? Sportvoorzieningenn die vooral gemist worden, zijn sportvoorzieningen om te kunnen sporten in de openbare ruimte (15%) en sportvoorzieningen speciaall gericht op een e bepaaldee tak van sport (11%). In waren dit ook de twee meest genoemde antwoorden. 20

21 5. Sport & Welzijn Er wordt verondersteld dat sportdeelname een positief effect heeftt op de gezondheid en het welzijn van mensen. Om dit na te gaan zijn in 2012 (net als in 2010 en 2008) vragenn over sport en welzijn gecombineerd. Op deze manier is het mogelijk om een vergelijking te makenn in de tijd voor onder meer de gezondheid van sporters. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk gekekenn naar de mate waarin mensen weten waar ze terechtt kunnen voor informatie over sport en e bewegen, de mate waarin sport een roll speelt binnen vrijwilligerswerk en hoe vaak dit vrijwilligerswerk gemiddeldd gedaan wordt. 5.1 Gezondheid sporters en niet-sporters Van de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch geeft 85% aan een (zeer) goede tot uitstekende gezondheid te hebben. Een lichte afname ten opzichte van voorgaande jaren.. Van de inwoners die sporten (minimaal 12 keer per jaar) geeft 90% aan een (zeer) goede tot uitstekende gezondheid te hebben. Dit is in vergelijking met 2010 een lichte daling. Van de niet-sporters, dat wil zeggen inwoners die minder dan 12 keer per jaar aan sport doen, geeft 72% aan een (zeer) goede tot uitstekende gezondheid te hebben. Een lichte daling ten opzichte van 2010 (en 2008). Figuur 5.1: Percentage inwoners met (zeer)) goede/uitstekende gezondheid, sporters en niet-sporters 21

22 5.2 Informatie over sport en bewegenn Ruim de helft van de inwoners uit de gemeente s-hertogenbosch weet waar ze (waarschijnlijk) terechtt kunnen voor informatie over sport en bewegen. Ten opzichte van 2010 en 2008 is dit aandeel afgenomen. Dertien procent weet niet waar men terecht kan voor informatie, maar zou dit wel willen weten. Een lichte stijging ten opzichte van Ongeveer 1 op de 3 inwoners geeft aan geen behoefte te hebben aan informatie over sport en bewegen. Dit percentage is ten opzichte van 2010 licht afgenomen. Figuur 5.2: Weet u waar u terecht kunt voorr informatie over sport enn bewegen? 22

23 5.3 Vrijwilligerswerk en sport Aan de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch is gevraagd óf, en zo jaa op welk gebied men wel eens vrijwilligerswerk doet. In totaal geeft 38% aan wel eenss aan vrijwilligerswerk te doen. In 2010 was dit nog 33%. Van deze vrijwilligers geeft 29% aan vrijwilligerswerk opp het gebied van sport te doen. In 2010 was dit ook al de meest genoemde vorm van vrijwilligerswerkk (32%). Dit geeft aan dat sport, naast het zelf beoefenen ervan, ook op een ander manier van maatschappelijk belang is. Van de sport vrijwilligers geeft 61% van de inwoners minimaal één keer per week aan vrijwilligerswerk op het gebied van sport tee doen. Ten opzichte van 2010 (48%) een flinke stijging. Bijna 40% doet zelfs vaker dan één keer per week aan vrijwilligerswerk in In vergelijking met 2010 is dit percentage hoger; het percentage was toen 34%. In figuur 5.3 is alleen het huidige jaar 2012 meegenomen. Door andere a antwoordcategorieën in de vragenlijst van 2010 zijn niet alle antwoorden vergelijkbaar. Sport komt wel voor als antwoordcategorie in beide vragenlijsten. Figuur 5.3: Op welk gebied doet u wel eenss aan vrijwilligerswerk? 23