computernetwerken - antwoorden

Transcriptie

1 2015 computernetwerken - antwoorden F. Vonk versie

2 inhoudsopgave datacommunicatie het TCP/IP model protocollen netwerkapparatuur Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding NietCommercieel GelijkDelen 3.0 Unported licentie De afbeelding op het voorblad is verkregen via INFOwrs. Copyright 2010 INFOwrs Serviços em informatica

3 datacommunicatie opgave 2.3 a) waar b) waar c) niet waar; Met alleen IP kom je er niet als je het internet wilt laten werken. Het is dus niet het belangrijkste protocol. Feitelijk is er geen belangrijkste protocol. d) waar e) waar g) niet waar; Het kan wel dat er maar 1 protocol in een laag zit maar dat is meer uitzondering dan regel. In de Transport Laag zitten bijvoorbeeld bijna altijd zowel TCP als UDP. i) niet waar; Hardware abstractie wil zeggen dat je ervoor zorgt dat de gebruiker van hard- of software niet de specifieke eigenschappen en interfaces van de hardware hoeft te kennen. De gebruiker kan met de hard- of software op een voor hem/haar logische manier omgaan

4 het TCP/IP model opgave 3.2 a) niet waar; Het OSI model bestaat uit 7 lagen, het TCP/IP model bestaat uit 4 lagen (al zijn er mensen die vinden dat het er 5 zijn). b) waar c) waar d) niet waar; Foutherstel in de Transport Laag is optioneel. Alleen TCP verzorgt foutherstel, UDP niet. e) waar g) waar i) niet waar; IP is het Internet Protocol en zit in de Internet Laag van TCP/IP. j) niet waar; TCP is het Transmission Control Protocol en zit in de Transport Laag van TCP/IP

5 protocollen opgave 4.1 a) waar b) niet waar; Pakketten worden door routers doorgestuurd op basis van bestemming en drukte op de uitgaande lijnen van de router (load balancing). Afhankelijk van wanneer een pakket dus verstuurd wordt kan een andere route gekozen worden voor dat pakket als dat betekent dat de belasting van het netwerk beter verdeeld wordt. c) niet waar; IP is hier niet verantwoordelijk voor. Dat alles aankomt is de verantwoordelijkheid van de hogere lagen. In sommige gevallen wordt dit zelfs niet in de Transport Laag geregeld (als daar bijvoorbeeld UDP wordt gebruikt). d) waar e) niet waar; Dat IPv4 uit 4 bits bestaat is toeval. De 4 in de naam zegt niets over het aantal bits. IPv6 bestaat uit 128 bits en dat zijn 16 bytes. g) niet waar; UDP is een protocol dat je gebruikt voor snelheid en het controleert daarom niet of pakketten ook daadwerkelijk aankomen. Dat kost namelijk tijd. TCP zorgt hier wel voor. i) waar j) niet waar; In tegenstelling tot UDP zorgt TCP ervoor dat pakketten ook daadwerkelijk aankomen en is daarom betrouwbaarder dan UDP. k) waar l) waar opgave 4.2 Het is het beste om het HTTPS protocol te gebruiken. Aangezien je klant hier persoonlijke gegevens doorgeeft is het slim om deze zo veilig mogelijk te versturen. opgave 4.4 In de mediaspeler kun je niet veel anders dan het IP adres van de NAS zetten. Aangezien je niet weet hoe lang de NAS uitstaat kun je niet garanderen dat de NAS steeds hetzelfde IP adres krijgt als je de router er dynamisch een IP adres aan laat toekennen. Daarom is het verstandig de NAS een vast (fixed/static) IP adres te geven. Een alternatief zou zijn om de leasetijd van IP adressen in de router op een heel lange tijd (of oneindig als je router dat ondersteunt) te zetten. Dit kan in een klein thuisnetwerk omdat je daar toch nooit je hele IP range benut

6 opgave 4.5 a) waar b) niet waar; HTTP kan ook werken op UDP. c) niet waar; HTTP werkt zowel met URLs maar ook met niet URLs. Daarom zeggen we dat HTTP in het algemeen werkt met URIs. URL is een specifiek soort adres, URI is een algemenere term. d) niet waar; Strikvraag. Je gebruikt HTTPS maar dat is feitelijk niets anders dan HTTP bovenop TLS of SSL. e) niet waar; Je hebt DNS juist nodig om de vertaling van IP adres naar een voor mensen logische (host/server) naam te maken en omgekeerd. f) niet waar; Strikvraag. DHCP maakt het wel mogelijk maar garandeert het niet. Een gebruiker kan een apparaat aansluiten dat hij/zij een vast IP adres geeft en dan kun je dus weldegelijk dubbele IP adressen krijgen op een netwerk. g) niet waar; DHCP en DNS zitten in de Applicatie Laag van TCP/IP. Ze maken gebruik van TCP en UDP uit de Transport Laag. i) niet waar; Een automatisch uitgedeeld IP adres kan ook voor onbepaalde tijd zijn al wordt dit niet vaak gebruikt. Dus in de praktijk is het antwoord op de vraag eigenlijk "waar". j) niet waar; DHCP gebruikt IP via UDP. k) waar - 5 -

7 netwerkapparatuur opgave 6.1 a) niet waar; Een NIC staat voor Network Interface Controller en kan ook geïntegreerd zitten op bijvoorbeeld het moederbord van een PC. b) waar c) waar d) niet waar; Een switch is actief en stuurt frames door op basis van MAC adressen. e) niet waar; Een switch gebruikt MAC adressen een router gebruikt IP adressen. g) waar h) niet waar; Een switch gebruikt MAC adressen een router gebruikt IP adressen. i) waar j) waar k) waar l) waar - 6 -