Evaluatieonderzoek Nieuw Zorgaanbod. Tussentijdse rapportage April 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatieonderzoek Nieuw Zorgaanbod. Tussentijdse rapportage April 2009"

Transcriptie

1 Evaluatieonderzoek Nieuw Zorgaanbod Tussentijdse rapportage April 2009

2 Praktikon Behavioural Science Institute Postbus 9104 Postbus HE Nijmegen 6500 HE Nijmegen tel tel fax fax Praktikon en Behavioural Science Institute / Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktikon en Behavioural Science Institute. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. 2

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen 2.1 Introductie 2.2 Methode 2.3 Resultaten 2.4 Discussie 7 Hoofdstuk 3 Tussentijds verslag ZonMW 3.1 Onderzoeksopzet en ingestroomde jongeren 3.2 Meetinstrumenten 3.3 Resultaten behandelverloop 3.4 Activiteiten periode september september Hoofdstuk 4 Follow-up resultaten 4.1 Procedure en meetinstrument follow-up onderzoek 4.2 Resultaten 4.3 Conclusie 32 Literatuur Bijlage: Behandelingschecklist Colofon

4 4

5 Hoofdstuk 1. Inleiding In oktober 2006 zijn Praktikon en de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van ZonMW gestart met het evaluatieonderzoek naar Nieuw Zorgaanbod. Nieuw Zorgaanbod is vanuit de provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontwikkeld zorgaanbod voor jongeren die tot voor kort op civielrechtelijke titel in een justitiële jeugdinrichting werden opgenomen. Deze jongeren vertonen zodanig ernstig probleemgedrag of moeten tegen zichzelf beschermd worden, dat plaatsing in een gesloten setting als enige mogelijkheid wordt gezien. Binnen de reguliere jeugdzorg was gesloten plaatsing vóór 2005 niet mogelijk. Omdat samenplaatsing van civielrechtelijke jeugdigen met strafrechtelijke jeugdigen door politiek en samenleving als toenemend onwenselijk werd gezien (zie is nader onderzoek gedaan naar de groep civielrechtelijk geplaatste jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen (Boendermaker, Eijgenraam, & Geurts, 2004). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het behandelaanbod voor deze doelgroep in de justitiële jeugdinrichtingen niet toereikend was. Tezamen met een vervolgonderzoek (Boendermaker, 2005) naar de randvoorwaarden voor een passend zorgaanbod voor crisisgeplaatste jongeren leidde dit in 2005 tot de ontwikkeling van een alternatief zorgaanbod voor deze doelgroep: het Nieuw Zorgaanbod. Voor de eerste nieuwe initiatieven, heeft het Ministerie van VWS ZonMW opdracht gegeven een methodiekontwikkeltraject en een onderzoek naar het effect van de behandeling uit te zetten. Adviesbureau van Montfoort heeft de methodiekontwikkeling voor zijn rekening genomen; Praktikon en de Radboud Universiteit Nijmegen het evaluatieonderzoek. De vier projecten Nieuw Zorgaanbod van het eerste uur doen mee aan het ontwikkeltraject en het evaluatieonderzoek: De Juiste Hulp (Hoenderloo Groep), Paljas Plus (Tender, BJ Brabant), De Koppeling (De Bascule, Spirit) en Hand in Hand (Harreveld, Horizon). Doel van het evaluatieonderzoek is het inzichtelijk maken van de effectiviteit van de vier projecten die gesloten jeugdzorg aanbieden aan jongeren met ernstige gedragsproblemen. Meer specifiek zijn de onderzoeksvragen: Hoe ziet de doelgroep eruit? Wordt het zorgaanbod in de praktijk ook vormgegeven zoals het theoretisch is bedacht? Leidt de hulp op korte en lange termijn tot de gewenste uitkomsten? Het onderzoek loopt door tot februari 2010, de eindrapportage voor ZonMW wordt medio mei 2010 verwacht. Daarnaast zal het evaluatieonderzoek uitmonden in een academisch proefschrift. Tussentijdse resultaten van het onderzoek worden regelmatig gepresenteerd aan de projectleiders van de vier projecten. Verder is er een eerste wetenschappelijk artikel geschreven en wordt jaarlijks aan ZonMW gerapporteerd over de voortgang van het onderzoek. Tezamen geeft dit een goed beeld van de tussenstand ten aanzien van de voortgang en de resultaten van het onderzoek. Daarom is besloten om de onderzoeksresultaten die op dit moment beschikbaar zijn, te bundelen en aan een breder publiek aan te bieden als tussenrapportage. In Hoofdstuk 2 is het wetenschappelijk artikel integraal opgenomen. Dit artikel geeft een beschrijving van de doelgroep van Nieuw Zorgaanbod op basis van dossieranalyses. In Hoofdstuk 3 is het tussentijdse verslag opgenomen dat afgelopen oktober 2008 aan ZonMW is gepresenteerd. In dit verslag worden de eerste resultaten beschreven van het behandelverloop; een beschrijving van de uitkomsten van de vragenlijsten bij opname van de jongeren in het Nieuw Zorgaanbod. In Hoofdstuk 4 worden de eerste resultaten van de follow-up meting 5

6 gepresenteerd. Dit is een weergave van de presentatie die aan de projectleiders is getoond op 5 maart

7 Hoofdstuk 2. Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen Dit hoofdstuk is ter publicatie aangeboden aan Pedagogiek Karin S. Nijhof, Coleta van Dam, Jan Willem Veerman, Rutger C. M. E. Engels & Ron Scholte 2.1 Introductie Tot voor kort konden jeugdigen met ernstig probleemgedrag op basis van een door de kinderrechter afgegeven machtiging tot gesloten plaatsing en een civielrechtelijke kinderbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling of voogdij) in een justitiële jeugdinrichting (JJI) worden geplaatst. Deze jongeren worden ook wel crisisgeplaatste jongeren of civielrechtelijk geplaatste jongeren genoemd. Zij worden niet geplaatst vanwege het plegen van een strafbaar feit, maar verkeren in een dusdanige zorgelijke opvoedingssituatie dat bescherming tegen zichzelf of tegen invloeden vanuit de omgeving genoodzaakt is ofwel de omgeving beschermd moet worden tegen de jongere. De betrokken jongeren maken het, in de woorden van Dorelijers (2004) zo bont dat de gezinsvoogd zich geen raad meer weet en een opname aanvraagt. Plaatsing in een justitiële jeugdinrichting vond plaats omdat voor sommige jongeren gesloten plaatsing noodzakelijk is voor hun eigen veiligheid dan wel voor die van de omgeving. Binnen de reguliere jeugdzorg was er geen beschikbaar aanbod voor deze doelgroep, omdat gesloten aanbod binnen de Wet op de Jeugdzorg niet mogelijk was. Plaatsing van deze civielrechtelijke jongeren in een justitiële jeugdinrichting was mogelijk door het in 2001 opgestelde voorlopige convenant crisisplaatsingen OTSpupillen in justitiële jeugdinrichtingen. Het doel van dit convenant was om jongeren die beschermd moesten worden tegen zichzelf dan wel tegen hun omgeving sneller gesloten te kunnen plaatsen. Aangezien er meer jongeren met een crisisplaatsing werden aangemeld dan dat er plaatsen beschikbaar waren, werden urgentiecriteria opgesteld. Jongeren die aan één van de criteria voldeden én een machtiging gesloten plaatsing van de kinderrechter (de kinderrechter stemt in met gesloten plaatsing) hadden, moesten binnen één week worden geplaatst in een justitiële jeugdinrichting. Een machtiging gesloten plaatsing kan gegeven worden als de jeugdige onder toezicht is gesteld (OTS), Bureau Jeugdzorg de voogdij heeft of wanneer degene die het gezag heeft toestemming geeft voor gesloten plaatsing. De urgentiecriteria zijn als volgt; 1. Slachtoffers van gedwongen prostitutie, 2. Slachtoffers van een seksueel misdrijf, 3. Slachtoffers van geestelijke of lichamelijke mishandeling, 4. Jongeren die beschermd moeten worden tegen zichzelf om verdere escalatie te voorkomen, 5. Jongeren die in één van de hiervoor genoemde situaties dreigen te raken, 6. Jongeren die beschermd moeten worden om verdere escalatie tegen de omgeving te voorkomen, en 7. Jongeren waarbij bemoeienis van de politie nodig is om verdere escalatie van geweld tegen de directe omgeving te voorkomen. 7

8 In 2002 is het voorlopig convenant omgezet in een definitief convenant. In het definitieve convenant staat ook vastgelegd dat de duur van de crisisgeplaatste jongeren maximaal zes weken mag zijn. Het gevolg van het convenant was een enorme toename van crisisgeplaatste jongeren in de justitiële jeugdinrichtingen. In een brief aan de Tweede Kamer geven de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van VWS aan dat in 2003 circa 2000 jeugdigen op basis van een civielrechtelijke titel in een justitiële jeugdinrichting verbleven en dat dit ongeveer de helft is van het totale aantal jeugdigen dat in een justitiële jeugdinrichting verblijft (Boendermaker, Eijgenraam & Geurts, 2004). De Minister van Justitie geeft opdracht om de situatie rondom deze civielrechtelijke crisisgeplaatste jongeren nader te onderzoeken. Uit dat onderzoek (Boendermaker, Eijgenraam & Geurts, 2004) bleek dat de plaatsing van civielrechtelijke jongeren in een justitiële jeugdinrichting om twee redenen ongewenst was. Ten eerste werden de crisisgeplaatste jongeren veelal alleen opgevangen en kregen ze niet de hulp die ze nodig hadden, wat er tevens toe leidde dat deze jongeren veelal onnodig lang in de justitiële jeugdinrichtingen verbleven. Ten tweede werd de gezamenlijke plaatsing van deze civielrechtelijke jongeren met strafrechtelijke jongeren als zeer ongewenst gezien vanwege het risico op imitatiegedrag (Dishion, McCord, & Poulin, 1999). Het advies naar aanleiding van dit onderzoek was om een alternatief aanbod te creëren van opvang, crisisinterventie en behandeling voor deze crisisgeplaatste jongeren die primair bescherming nodig hebben. Daarnaast werd geadviseerd de plaatsing van deze jongeren binnen de justitiële jeugdinrichtingen te beëindigen. De noodzaak tot een passend zorgaanbod voor crisisgeplaatste jongeren leidde in 2005 tot de ontwikkeling van een alternatief zorgaanbod: het Nieuw Zorgaanbod. Het Nieuw Zorgaanbod bestaat uit initiatieven vanuit de provinciaal gefinancierde jeugdzorg om jongeren met ernstige gedragsproblemen op te vangen. Voor de eerste nieuwe initiatieven, die vanaf 2005 zijn ontwikkeld en gestart, is door het Ministerie van VWS een methodiekontwikkeltraject en een onderzoek naar het effect van de behandeling uitgezet door respectievelijk Bureau van Montfoort en Praktikon/Radboud Universiteit Nijmegen. Omdat het wettelijk gezien nog niet mogelijk was jongeren binnen de reguliere jeugdzorg gesloten te plaatsen (ouders moesten hiervoor toestemming verlenen), heeft er in januari 2008 een wetswijziging plaatsgevonden binnen de Wet op de Jeugdzorg. Door de wetswijziging ontstond een nieuwe sector binnen de jeugdzorg: gesloten jeugdzorg, waarmee gesloten plaatsing en behandeling binnen de jeugdzorg mogelijk is geworden. Dit betekende ook dat de crisisgeplaatste jongeren, die eerst onder verantwoording van het Ministerie van Justitie vielen, overgingen naar de verantwoordelijkheid van het Ministerie van VWS. Omdat het vanuit de jeugdzorg ontwikkelde Nieuw Zorgaanbod niet voldoende capaciteit biedt om alle crisisgeplaatste jongeren uit de justitiële jeugdinrichtingen op te vangen, is tegelijkertijd met de wetswijziging besloten dat enkele justitiële jeugdinrichtingen overgaan naar de gesloten jeugdzorg. In 2010 mogen er geen civielrechtelijke jongeren meer in de justitiële jeugdinrichtingen zitten. Tot die tijd is er sprake van een overgangssituatie waarbij de civielrechtelijke jongeren zoveel mogelijk binnen de gesloten jeugdzorg geplaatste moeten worden volgens een plaatsingsprotocol. Daarbij zijn de eerder beschreven 7 ernstcategorieën weer leidend. Jongeren uit de categorieën 1 t/m 3 worden als de meest kwetsbare jongeren beschouwd, die beslist niet meer samengeplaatst mogen worden met strafrechtelijke jongeren. Voor de categorieën 4 t/m 7 geldt dat plaatsing bij voorkeur 8

9 geschiedt in de gesloten jeugdzorg. Als dat niet mogelijk is, mag de jongeren in een JJI geplaatst worden ( In Tabel 1 is te zien waar momenteel gesloten plaatsing binnen de jeugdzorg mogelijk is en welke justitiële jeugdinrichtingen over zijn gegaan dan wel binnen afzienbare tijd over zullen gaan naar gesloten jeugdzorg. De projecten Nieuw Zorgaanbod en de overgehevelde JJI s, hebben in 2008 een gezamenlijk streefbeeld ontwikkeld voor het nieuwe sectoronderdeel gesloten jeugdzorg. Daarbij hebben zij ook de nieuwe naam voor deze sector geïntroduceerd: Jeugdzorg Plus. Tot 2013 is het ministerie voor Jeugd en Gezin verantwoordelijk voor de gesloten jeugdzorg, vanaf 1 januari 2013 nemen de provincies deze verantwoordelijkheid over (Programmaministerie Jeugd en Gezin, informatiebrochure Gesloten Jeugdzorg, 2008) Onderzoek naar Nieuw Zorgaanbod In 2006 is gestart met de evaluatie van de projecten binnen Nieuw Zorgaanbod (NZA). Het hoofddoel van dit evaluatie-onderzoek is het inzichtelijk maken van de effectiviteit van vier projecten die gesloten jeugdzorg aanbieden aan jongeren met ernstige gedragsproblemen. Meer specifiek zal in het onderzoek ingegaan worden op drie vragen: hoe ziet de doelgroep eruit, in hoeverre wordt het zorgaanbod in de praktijk vormgegeven zoals het theoretisch is bedacht en leidt de hulp zowel op korte als op lange termijn tot de gewenste ontwikkelingen? De betrokken NZA-projecten in dit evaluatieonderzoek zijn De Juiste Hulp, Paljas Plus, Hand in Hand en De Koppeling (zie ook Tabel 1). Het eerste project dat van start is gegaan (november 2005) met het aanbieden van hulp aan jongeren met ernstige gedragsproblemen is De Juiste Hulp. Dit project wordt uitgevoerd binnen de Hoenderloogroep op de locaties Hoenderloo, Kop van Deelen en de Glen Mills School. Het Nieuw Zorgaanbod is binnen de bestaande groepen en hulpverlening vormgegeven. Zo zijn er meer opnameplekken gecreëerd en zijn de bestaande zorgprogramma s aangepast aan Nieuw Zorgaanbod. Geslotenheid van hulpverlening vindt hier plaats door middel van een natuurlijk isolement. Jongeren die hier binnenkomen worden afhankelijk van de geconstateerde problematiek binnen de bestaande leefgroepen geplaatst, waarbij jongens en meisjes in gescheiden groepen komen. Het tweede project Paljas Plus, gestart in december 2005, wordt uitgevoerd binnen twee instellingen en locaties: Bijzonder Jeugdwerk Brabant (BJ Brabant, Deurne, provinciale jeugdzorg) en Tender (locatie Oosterhout, provinciale jeugdzorg). Binnen dit project is er een samenwerkingsverband met Den Heyacker (justitieel), De Viersprong (GGz) en Bureau Jeugdzorg Brabant. 9

10 Tabel 1: Overzicht van instellingen waar jongeren met een machtiging gesloten plaatsing binnen de jeugdzorg kunnen worden geplaatst Projecten Leeftijd Capaciteit Startdatum Waar Locaties Aantal groepen Gemengd/ongemengd De Juiste Hulp November 2005 Hoenderloo Hoenderloogroep Verspreid over bestaande Beiden leefgroepen Wezep Glen Mills 2 Alleen jongens Hand in Hand December 2005 Harreveld Harreveld 1 Alleen jongens Alphen a/d Rijn Rijnhove 3 (1 leefgroep is momenteel Gemengd actief) Paljas Plus December 2005 Deurne BJ Brabant 4 Gemengd / ongemengd Oosterhout Lievenshove 3 Gemengd De Koppeling April 2007 Amsterdam n.v.t. 8² Gemengd / ongemengd Harreveld Alexandra¹ Januari 2008 Almelo n.v.t. 8 4 Gemengd / ongemengd Horizon Rotterdam n.v.t. Icarus¹ Januari 2008 Cadier en Keer n.v.t. 5 Alleen jongens Het Poortje¹ ³ / 2008 Groningen n.v.t. 12 Gemengd / ongemengd OGH¹ Januari 2008 Zetten n.v.t. 13 Gemengd / ongemengd De Heuvelrug¹ Januari 2009 Lindenhorst n.v.t. 6 6 Alleen meisjes Den Engh¹ Januari 2009 Den Dolder Den Dolder 10 leefgroepen Alleen jongens Januari 2009 Ossendrecht Ossendrecht 3 leefgroepen Alleen jongens 8 2 opleidingsschepen Jeugdzorg Extra / Den Haag n.v.t. 6 Gemengd / ongemengd Moeder & Kindhuis Zutphen n.v.t. Faseringen via trajecten Alleen meisjes Transferium Juli 2010 Heerhugowaard n.v.t. 10 Gemengd Rentray¹ Januari 2008 Eefde Besloten groep 4 Ongemengd Eefde Open groep 5 Ongemengd Eefde Buitengroep 3 Ongemengd Noot 1. Justitiële jeugdinrichtingen die zijn overgegaan naar jeugdzorginstellingen; Noot 2. De Koppeling heeft twee GGZ-groepen en zes jeugdzorggroepen; Noot 3. Doen wat werkt als onderdeel van Het poortje is ontstaan vanuit de jeugdzorg en al eerder gestart met de opvang van jongeren. Noot 4. Van de 8 leefgroepen zijn er twee groepen die jongeren met ernstige psychiatrische problematiek opvangen (FOBA), waar maximaal 6 jongeren per groep zitten. Jongens en meisjes zitten hier gemengd. De overige 6 leefgroepen zijn behandelgroepen voor alléén meisjes met een groepsgrootte van 10 jongeren per leefgroep. Noot 5. Van de 22 plaatsen heeft VWS er 5 ingekocht, de overige plaatsen vallen onder de AWBZ of zijn provinciale plekken. Noot 6. Van de 6 leefgroepen, zijn twee groepen bestemd voor LVG-meisjes. Noot 7. In 2010 starten de leefgroepen voor de LVG-jongeren met psychiatrische problematiek. Noot 8. Alle leefgroepen vangen jongeren op met LVG-problematiek. Zie voor verdere informatie ook 10

11 De twee locaties van Paljas Plus laten kleine verschillen in doelgroep zien. Over het algemeen zijn de jongeren die bij Tender binnenkomen (12-18+) jonger dan de jongeren die bij BJ Brabant binnenkomen (14-18+). Een ander verschil tussen beide locaties kan gevonden worden in de samenstelling van de groepen. Tender heeft drie gemengde leefgroepen, waarvan twee leefgroepen bestaan uit acht jongeren en één leefgroep bestaat uit 12 jongeren (fysiek opgesplitst in twee keer zes jongeren). BJ Brabant heeft vier leefgroepen, elk bestaande uit 9 jongeren, waarvan één meidengroep, één jongensgroep en twee gemengde leefgroepen. Het derde project betreft Hand in Hand, gestart in december Waar in de twee voorgaande projecten de behandeling plaatsvond op één en dezelfde locatie, kan de behandeling binnen Hand in Hand gezien worden als een samenwerkingsproject tussen Jongerenhuis Harreveld (justitiële -en jeugdzorg sector) en Horizon (locatie Rijnhove, Alphen aan de Rijn; provinciale jeugdzorg). Het eerste gedeelte van de behandeling zitten de jongeren gesloten op Harreveld, na een half jaar stromen ze in in het open gedeelte bij Horizon. Harreveld heeft in totaal 26 plaatsen om jongeren binnen de gesloten jeugdzorg op te vangen. De doelgroep richt zich alleen op jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar verspreid over één leefgroep op Harreveld en één leefgroep op Horizon. Daarnaast heeft Horizon nog twee gemengde groepen, die momenteel niet actief zijn. De Koppeling in Amsterdam heeft als laatste project binnen het onderzoek haar start gemaakt in april 2007, en is gelokaliseerd in het gebouw van voormalige JJI t Nieuwe Loyd. De Koppeling is een samenwerkingsverband van Altra (provinciale jeugdzorg), de Bascule (GGz) en Spirit (provinciale jeugdzorg). De Koppeling biedt opvang aan 64 jongeren verdeeld over acht groepen. Van deze acht groepen kunnen twee groepen geclassificeerd worden als GGZ-groepen, wat inhoudt dat bij deze jongeren een combinatie van gedragsstoornissen en psychiatrische problematiek is vastgesteld. De overige zes groepen zijn jeugdzorggroepen. Binnen de GGZ-groepen zitten jongens en meisjes gemengd, terwijl in de zes jeugdzorggroepen de jongens en meisjes gescheiden zitten. In de huidige studie zal onderzocht worden of de doelgroep zoals opgenomen binnen de vier projecten Nieuw Zorgaanbod overeenkomt met de door Boendermaker et al. (2004) beschreven doelgroep. In het hiernavolgende wordt een korte beschrijving gegeven van de resultaten van dat onderzoek Dossieronderzoek Boendermaker et al. (2004) In opdracht van het Ministerie van Justitie heeft het NIZW (Boendermaker et al., 2004) onderzoek gedaan naar de aard en omvang van crisisgeplaatste jongeren in de justitiële inrichtingen. Op basis van dossieronderzoek van een representatieve steekproef van 110 jongeren geven Boendermaker et al. (2004) een beschrijving van de jongeren die met een ondertoezichtstelling zijn opgenomen in een justitiële jeugdinrichting. Van de 110 jongeren is 50% jongen en 50% meisje. Ruim 60% van de jongeren is in Nederland geboren en bijna de helft van de jongeren woonde voor opname in een gezinssituatie (47%); 41% van de jongeren heeft broers en/of zussen. Van de 43% van de jongeren waarvan informatie over de relatie tussen de ouders bekend is, blijkt dat bij 18% de relatie tussen ouders slecht is en dat 9% van de jongeren geen contact heeft met één van beide ouders (gescheiden ouders). 11

12 Hulpverleningsgeschiedenis Voordat een jongere werd opgenomen, was er vaak al veel hulp aan vooraf gegaan (77%). Van deze jongeren is 73% al eerder opgenomen geweest in een residentiële instelling, 62% heeft eerder ambulante hulp gehad, 6% heeft eerder daghulp gehad en 14% heeft wel eens in een pleeggezin gezeten. Sommige jongeren hebben een combinatie van verschillende vormen van hulp gehad. Probleemgedrag jongere Wat betreft externaliserend gedrag vertoont 57% van de jongeren antisociaal gedrag en 56% vertoont agressief gedrag. Verder blijkt dat 45% van de jongeren delicten heeft gepleegd ofwel politiecontacten heeft gehad, waarbij het type delict onduidelijk is. De meest voorkomende diagnose volgens de DSM-criteria is oppositioneel opstandig gedrag (64%). Wat betreft internaliserende problematiek, constateren Boendermaker et al. dat 36% van de jongeren depressieve klachten heeft en 26% aan suïcide denkt of heeft een poging gedaan en/of automutileert. Verder blijkt dat 56% van de jongeren comorbiditeit vertoont van externaliserend en internaliserende probleemgedrag. Ander veelvoorkomend probleemgedrag binnen de doelgroep is het vertonen van risicovol middelengebruik. Van de 110 jongeren blijkt 11% softdrugs te gebruiken, 8% harddrugs, 6% zowel soft- als harddrugs en bij 4% van de jongeren is sprake van alcoholmisbruik. Risicofactoren in de omgeving De crisisgeplaatste jongeren groeien veelal op in een risicovolle omgeving. Zo werd 15% van de jongeren blootgesteld aan ernstige ruzies in het gezin en werd 21% van de jongeren mishandeld. In 14% van de gezinnen slaat de jongere zelf ouders en/of broertjes en zusjes. Daarnaast komt naar voren dat bijna 12% van de jongeren in de prostitutie zit dan wel dat er vermoedens zijn van prostitutie. Problematiek van ouders Niet alleen de jongeren vertonen probleemgedrag, maar vaak ook de ouders. Geconstateerd werd dat 15% van de jongeren een verslaafde ouder heeft, aan alcohol dan wel aan drugs. De conclusie van Boendermaker et al. (2004) is dat de crisisgeplaatste jongeren in de justitiële jeugdinrichtingen een groep jongeren betreft met ernstige gedragsstoornissen, die in de helft van de gevallen ook internaliserende problematiek vertoont. Daarnaast komen de jongeren uit gezinsituaties die problematisch zijn. Het gaat dus niet alleen om een moeilijke doelgroep, maar ook om een zeer kwetsbare groep jongeren gezien de risicofactoren die bij deze jongeren aanwezig zijn. Eerdere hulpverlening heeft niet het gewenste resultaat laten zien, waardoor deze doelgroep te moeilijk is voor het huidige, niet-justitiële hulpverleningsaanbod (Boendermaker et al., 2004). In de huidige studie wordt onderzocht in hoeverre de werkelijke groep binnen Nieuw Zorgaanbod overeenkomt met de beschreven doelgroep van Boendermaker et al. (2004). 12

13 2.2 Methode Procedure en meetinstrument Voor het evaluatieonderzoek zullen de dossiers van alle in het Nieuw Zorgaanbod opgenomen jongeren worden geanalyseerd om inzicht te krijgen in kenmerken van de doelgroep van Nieuw Zorgaanbod vóór opname. Om de dossiers te kunnen scoren is een nieuw scoringsschema ontwikkeld dat gebaseerd is op bestaande scoringsschema s (SDI; Flipse, 2000; Veerman & Tates, 1989). Deze dossierinformatie vormde de basis voor het nieuw te ontwikkelen instrument, vanaf nu Scoringsschema Nieuw Zorgaanbod (SDI-NZA) genaamd. Het SDI-NZA is een instrument dat vraagt naar demografische gegevens van kinderen, jongeren en gezinnen die zijn aangemeld voor pedagogische hulp. Omdat binnen de bestaande scoringschema s vragen omtrent specifieke probleemgedragingen van jongeren ontbraken, zijn extra items toegevoegd uit de signaleringslijst van Orobio de Castro (2002) en uit de resultaten van het onderzoek van Boendermaker et al. (2004). In het Scoringsschema Nieuw Zorgaanbod wordt informatie uit de dossiers gescoord op de volgende gebieden: algemene gegevens, hulpverleningsgeschiedenis, dagbesteding, diagnostische gegevens jongere, problematisch gedrag jongere, aanvullende gegevens ouders en opvoedingsomgeving. Om de betrouwbaarheid van het Scoringsschema Nieuw Zorgaanbod vast te stellen zijn door twee onderzoekers vijf dezelfde dossiers gescoord met een eerste conceptversie van het nieuwe scoringsschema. Naar aanleiding van deze eerste scoring, heeft een aantal aanpassingen plaatsgevonden. Vervolgens zijn door dezelfde twee onderzoekers weer vijf dossiers gescoord. Op basis daarvan zijn de laatste veranderingen aangebracht. De aanpassingen betroffen met name het vereenvoudigen van de vragen in het scoringsschema en het toevoegen van antwoordmogelijkheden. Vervolgens hebben de twee onderzoekers onafhankelijk van elkaar tien dezelfde dossiers gelezen en gescoord aan de hand van het definitieve scoringsschema. Achteraf is per dossier de onderlinge overeenstemming berekend. Deze was steeds 80% of hoger. Dat betekent dat de betrouwbaarheid van het scoren voldoende was. Voor het scoren van de dossiers zijn vervolgens studentassistenten ingeschakeld. De studentassistenten zijn getraind door één van de onderzoekers. Om de onderlinge betrouwbaarheid te bepalen is dezelfde procedure gevolgd als bij de onderzoekers. De student-assistenten en één onderzoeker hebben onafhankelijk van elkaar tien dezelfde dossiers gelezen en gescoord aan de hand van het scoringsschema. Daarna is de betrouwbaarheid bepaald door de percentages overeenstemming te berekenen. Deze waren steeds 80% of hoger, wat inhoudt dat de studentassistenten voldoende betrouwbaar scoren Onderzoeksgroep De onderzoeksgroep voor de huidige studie bestaat uit alle jongeren die vanaf de start van het Nieuw Zorgaanbod tot januari 2008 zijn opgenomen binnen de vier projecten. In totaal gaat het dan om 317 jongeren met een gemiddelde leeftijd van (Sd = 1.32), waarvan 63% jongens en 37% meisjes. Van de 317 jongeren is 22% opgenomen bij De Juiste Hulp, 39% bij Paljas Plus, 13% bij Hand in Hand en 27% bij De Koppeling. Als gekeken wordt naar het geboorteland van de jongeren, komt naar voren dat 87% in 13

14 Nederland is geboren. Van de ouders blijkt 58% van de moeders en 45% van de vaders in Nederland te zijn geboren. Wat betreft de relatie tussen de ouders blijkt dat 51% geen relatie heeft of gescheiden is, 29% is gehuwd dan wel samenwonend en voor de overige 5% geldt dat ze een andere relatievorm hebben (bijv. LAT-relatie). Het aantal kinderen in de gezinnen waarvan de jongeren afkomstig zijn, is 2.04 (SD = 1.45). In 85% van de gezinnen van de jongeren is de biologische moeder aanwezig en in 54% is de biologische vader aanwezig. 2.3 Resultaten Hulpverleningsgeschiedenis Van de 317 jongeren was de woonsituatie vóór plaatsing binnen Nieuw Zorgaanbod voor 79% een andere zorgvorm, 16% kwam vanuit de thuissituatie, 4% was zwervend voor opname en 1% van de jongeren kwam uit een andere vorm van zorg. In Tabel 2 is voor de 79% van de jongeren die een andere zorgvorm ontvingen te zien om welke zorgvorm het ging. Tabel 2. Zorgvorm vóór opname binnen Nieuw Zorgaanbod. Zorgvorm Frequentie % Justitiële jeugdinrichting Residentiële instelling Pleeggezin 11 4 Open crisisopvang 11 4 Ambulante hulp 2 1 Overig 3 1 Noot. Onder overig valt 1 jongere met de zorgvorm GGz behandeling, 1 jongere met observatiediagnostiek 24-uurs en 1 jongere met de zorgvorm zorgaanbieder deeltijd Probleemgedrag jongeren Jongeren die in de gesloten jeugdzorg terecht komen, komen daar vanwege het vertonen van probleemgedrag. Dit kan op meerdere gebieden naar voren komen. Uit de dossiers blijkt dat 98% van de jongeren externaliserend probleemgedrag als agressiviteit en opstandig gedrag laat zien. Meer specifiek blijkt dat 70% van de jongeren politiecontacten heeft gehad. In Tabel 3 staat weergegeven welk type delicten deze jongeren pleegden. Daarnaast vertoont 42% fysiek geweld tegen gezinsleden. Naast externaliserend probleemgedrag vertoont 67% ook internaliserende problematiek zoals depressie, onzekerheid en angstig gedrag. Bij de meerderheid (62%) van de jongeren is een diagnose volgens de DSM-classificatie vastgesteld. Van deze jongeren zijn de meest voorkomende diagnoses oppositioneel-opstandig gedrag (37%), gedragsstoornis (30%) en ADHD (28%). Andere voorkomende psychiatrische stoornissen zijn ouder-kindrelatieprobleem (15%), hechtingsstoornis (12%), depressie (8%), aan autisme verwante stoornis (7%), aanpassingsstoornis (5%) en cannabismisbruik (3%). De psychiatrische stoornissen die binnen de doelgroep minder dan vijf keer voorkomen, zijn hier buiten beschouwing gelaten. Naast het probleemgedrag dat de jongeren vertonen, laten ze ook risicovolle gedragingen zien. De 14

15 dossieranalyses tonen aan dat 41% van de jongeren rookt, 18% laat problematisch alcoholgebruik zien, 59% gebruikt softdrugs en 17% gebruikt harddrugs. Tabel 3. Gepleegde delicten opgesplitst naar delicttype volgens de dossieranalyse. Type delict % Vermogensdelicten 80 Geweldsdelicten 71 Vernieling/vandalisme/brandstichting 30 Zedendelicten 4 Anders 14 Geen delicten Risicofactoren in de omgeving Risicofactoren voor het ernstige probleemgedrag van de jongeren kunnen op meerdere gebieden gevonden worden. Zo worden binnen het gezin veel problemen ervaren. Ruim 30% is slachtoffer van mishandeling (geestelijk, lichamelijk danwel seksueel) door ouders, broers of zusjes. Ook de stabiliteit en kwaliteit van de opvoedingsomgeving (bijv. leefsituatie en opvoedingsfiguren), laten te wensen over. Van de jongeren komt 23% uit een stabiele opvoedingsomgeving, 39% uit een behoorlijk instabiele opvoedingsomgeving en 35% uit een sterk instabiele opvoedingsomgeving. Met de kwaliteit van de opvoedingsomgeving wordt bedoeld in hoeverre de opvoedingssituatie van de jongere bedreigend is voor zijn/haar ontwikkeling (bvb. langdurig werkloos gezinslid, grote verschillen in opvoedingsstijl, hevige ouderlijke ruzies, verwaarlozing, desorganisatie na echtscheiding, pedagogisch onvermogen, alcoholisme van ouders, psychiatrisch gestoorde ouders). De dossiers geven aan dat maar 5% van de jongeren zich voor opname in een niet bedreigende opvoedingssituatie bevond. Daarentegen komt 17% uit een licht bedreigende, 34% uit een matig bedreigende, 35% uit een ernstig bedreigende, en 6% uit een zeer ernstig bedreigende opvoedingsomgeving. Daarnaast heeft 42% van de jongeren (ernstige) traumatische gebeurtenissen meegemaakt, 22% is getuige geweest van geweld tussen ouders, 12% is seksueel misbruikt door derden (personen buiten het gezin). Een laatste mogelijke reden voor het probleemgedrag van deze doelgroep kan worden gevonden in de vriendengroep. Ruim 60% van de jongeren bevindt zich in een risicovolle vriendenkring, waarmee wordt bedoeld dat hun vrienden zich bezig houden met criminele activiteiten. Hiermee samenhangend valt op dat relatief veel jongeren (20%), vooral meisjes, contacten hebben met loverboys ofwel een potentieel risico liepen om slachtoffer te worden van een loverboy dan wel in de prostitutie hebben gezeten. Daarnaast laat 50% van alle jongeren seksueel grensoverschrijdend gedrag zien Problematiek van ouders Niet alleen de jongeren laten problemen zien, ook hun ouders vertonen een veelzijdigheid aan problematiek. Zo blijkt uit de dossieranalyse dat 13% van de moeders lichte psychische of lichamelijke problemen heeft en 36% zware (psychiatrische) problematiek laat zien. Voor de vaders liggen deze percentages op respectievelijk 6% en 17%. Ook verslavingsproblematiek is aanwezig bij de ouders van deze doelgroep. Van de moeders laat 5% alcoholmisbruik zien, 3% drugsmisbruik en 15

16 2% van de moeders is zowel verslaafd aan alcohol als aan drugs. Voor de vaders geldt dat 4% verslaafd is aan alcohol, 4% aan drugs en 3% aan beiden. Naar aanleiding van de dossieranalyses kan geconcludeerd worden dat de jongeren die in het kader van Nieuw Zorgaanbod zijn opgenomen een diversiteit aan problematiek vertonen die zich op meerdere gebieden voordoet. Naast de problematiek die de jongeren vertonen, zijn er ook problemen te constateren bij de ouders, in de opvoedingsomgeving en binnen de vriendengroep Vergelijking doelgroep Boendermaker et al. (2004) en Nieuw Zorgaanbod Als een vergelijking wordt gemaakt tussen de doelgroep beschreven door Boendermaker et al. (2004) en de werkelijk opgenomen doelgroep binnen Nieuw Zorgaanbod dan blijken er vooral significante verschillen naar voren te komen (zie Tabel 4). Tabel 4. Vergelijking doelgroep Boendermaker et al. (2004) en Nieuw Zorgaanbod. Categorieën Variabelen Boendermaker et al. (2004) (N = 110) Nieuw Zorgaanbod (N = 317) Hulpverlening Eerdere hulpverlening gehad 77% 79% 0.12 Probleemgedrag Externaliserende problemen 57% 98% *** jongere Politiecontacten 45% 70% 21.33*** Geweld gezinsleden 14% 42% 28.92*** DSM-diagnose ODD 64% ODD 37% 23.70*** Internaliserende problemen 56% 67% 3.93** Suïcide/automutilatie 26% 36% 20.32*** Gebruik softdrugs 11% 59% 75.87*** Gebruik harddrugs 8% 17% 5.09** Alcoholmisbruik 4% 18% 13.72*** Risicofactoren Mishandeling 21% 30% 3.35* omgeving Prostitutie 12% 20% 3.62* Problematiek ouders Verslaving (drugs-alcohol) 15% 22% 2.21 Noot: De χ²-toets is gedraaid op basis van frequenties. *** p <.001, ** p <.05, * p <.10. Op twee variabelen is geen significant verschil te constateren. In beide studies hebben evenveel jongeren eerdere hulpverlening gehad en hebben de jongeren in gelijke mate te maken met verslavingsproblematiek van ouders. χ² 2.4 Discussie De hoofdvraag in deze studie was of de doelgroep van Nieuw Zorgaanbod te vergelijken is met de beschreven doelgroep volgens Boendermaker et al. (2004). Uit de resultaten blijkt dat de onderzoeksgroep in de studie van Boendermaker et al. (2004) en de onderzoeksgroep binnen Nieuw Zorgaanbod overeenkomen qua percentages jongeren die eerdere hulpverlening hebben gehad en jongeren die te maken hebben met een verslaafde ouder(s). Echter, op de meeste probleemgebieden lijken significante verschillen naar voren te komen tussen beide onderzoeksgroepen. Volgens de dossiers laten de jongeren binnen het Nieuw Zorgaanbod (98%) beduidend vaker externaliserende problematiek zien dan de jongeren uit de studie van Boendermaker et al. (57%). Tevens hebben jongeren binnen Nieuw Zorgaanbod vaker politiecontacten op 16

17 hun naam staan (70% versus 45%). Ook de percentages gebruik van fysiek geweld tegen gezinsleden verschillen van elkaar; in de studie van Boendermaker et al. komt naar voren dat 14% geweld gebruikt en in de huidige studie ligt dit percentage op 42%. Het verschil in softdruggebruik is opvallend te noemen. Volgens de dossiers in de studie van Boendermaker et al. (2004) gebruikt 11% van de jongeren softdrugs, terwijl uit de dossiers van de jongeren binnen Nieuw Zorgaanbod blijkt dat 59% sofdrugs gebruikt. Wat betreft harddrugs zijn de verschillen minder groot, 8% en 18%, maar ook hier vertoont de doelgroep van Nieuw Zorgaanbod significant meer drugsgebruik. Ten slotte komt uit de studie van Boendermaker et al. (2004) naar voren dat de meest voorkomende diagnose volgens de DSM een oppositioneel opstandige gedragsstoornis is (ODD). Dit is tevens de meest voorkomende stoornis binnen Nieuw Zorgaanbod. Maar de percentages van beide studies zijn weer verschillend. ODD komt in de studie van Boendermaker et al. (2004) bij 64% van de jongeren voor en bij jongeren binnen Nieuw Zorgaanbod is ODD bij 37% gediagnosticeerd. Ook als het gaat om internaliserende problematiek vertonen de jongeren binnen Nieuw Zorgaanbod meer problemen en ook de risicofactoren in de omgeving vertonen meer problematiek. Het onderzoek van Boendermaker et al. (2004) had als doel om de crisisgeplaatste jongeren in de opvanginrichtingen in beeld te krijgen. Naar aanleiding van dit onderzoek is Nieuw Zorgaanbod van start gegaan. De door Boendermaker et al. (2004) beschreven doelgroep vormde de richtlijn voor de ontwikkeling van Nieuw Zorgaanbod. De huidige studie heeft zich gericht op een vergelijking van de twee onderzoeksgroepen en dan blijken er vooral verschillen te vinden. Met name wat betreft externaliserende problemen, politiecontacten, geweld in het gezin en het gebruik van softdrugs lijkt de doelgroep van Nieuw Zorgaanbod meer problematiek te vertonen dan de doelgroep uit de studie van Boendermaker et al.(2004). Er kunnen verschillende verklaringen worden gegeven voor de geconstateerde verschillen in de doelgroep tussen de studie van Boendermaker et al. (2004) en de huidige studie. Ten eerste hebben Boendermaker et al. (2004) alle jongeren die op civielrechtelijke titel in de justitiële jeugdinrichtingen zaten, betrokken in haar onderzoek. Van deze jongeren was voor een deel plaatsing binnen gesloten jeugdzorg nodig en voor een deel van de jongeren niet. Het is mogelijk dat alleen de jongeren met de ernstigste problemen terecht zijn gekomen binnen Nieuw Zorgaanbod en dat voor de lichtere gevallen toch eerder voor een andersoortige oplossing is gekozen (bijv. ambulant, regulier residentieel). Daarnaast komt de doelgroep die door Boendermaker et al. (2004) is beschreven uit de opvanginrichtingen en komen de jongeren die binnen Nieuw Zorgaanbod zijn opgenomen uit zowel de opvang- als de behandelinrichtingen. Het is mogelijk dat jongeren die al in een behandelinrichting zijn opgenomen ernstiger probleemgedrag vertonen dan de jongeren die in de opvanginrichtingen verblijven. Daardoor is het mogelijk dat de doelgroep van het Nieuw Zorgaanbod ernstiger probleemgedrag heeft dan de groep die Boendermaker et al. (2004) beschrijven. Ook kan er sprake zijn van een zogenaamde aanzuigende werking. Boendermaker et al. (2004) onderzochten de potentiële doelgroep voor het Nieuw Zorgaanbod die op dat moment in de opvanginrichtingen verbleef, terwijl er op dat moment geen alternatief zorgaanbod in reguliere jeugdzorg aanwezig was. Op het moment dat er wel zorgaanbod beschikbaar is voor een doelgroep die normaliter tussen wal en schip valt, kan het zijn dat jongeren wel aangemeld worden voor het Nieuw Zorgaanbod, die voorheen niet aangemeld werden voor de crisisopvang in de JJI s. Opname in een JJI kan dan nog een stap te ver 17

18 zijn, waar opname binnen de gesloten jeugdzorg wel passend word gevonden. Dat kan verklaren waarom er toch verschillen zijn tussen de potentiële doelgroep zoals onderzocht door Boendermaker et al. (2004) en de daadwerkelijke doelgroep die binnen het Nieuw Zorgaanbod is opgenomen. Toch is het opvallend dat de doelgroep Nieuw Zorgaanbod ernstigere externaliserende problematiek laat zien dan de door Boendermaker et al. (2004) beschreven doelgroep. In het plaatsingsprotocol gesloten jeugdzorg wordt immers voorrang gegeven aan plaatsing van de meest kwetsbare jongeren binnen de Jeugdzorg Plus, waar het Nieuw Zorgaanbod deel van uitmaakt. Het gaat om de categorieën 1 t/m 3, slachtoffers van gedwongen prostitutie, seksueel misbruik en geestelijke en lichamelijke mishandeling. Het is dan opmerkelijk dat de doelgroep Nieuw Zorgaanbod zulke forse externaliserende problematiek laat zien. Dat zou eerder verwacht worden bij de ernstcategorieën 4 t/m7 waarbij het externaliserende gedrag meer aan de orde is. Betekent dit dat de ernstcategorieën 1 t/m3 niet zoveel voorkomen en dat de plaatsen dus opgevuld kunnen worden met de categorieën 4 t/m 7, of wordt de verkeerde doelgroep opgenomen, of hebben deze kwetsbare jongeren daarnaast ook forse gedragsproblematiek? Is het onderscheid in de categorieën van het plaatsingsprotocol dan wel zo duidelijk en praktisch hanteerbaar? Ten slotte is het ook van belang te noemen dat in beide onderzoeken verschillende instrumenten zijn gebruikt om dossiers te analyseren. Het is mogelijk dat dat tot verschillende resultaten heeft geleid. De voornaamste implicatie die onze bevindingen hebben, is dat ons onderzoek aantoont dat jongeren die binnen Nieuw Zorgaanbod worden opgenomen een vrij homogene groep is met forse gedrags- en opvoedingsproblematiek. Dit heeft consequenties voor de behandeling die de jongeren dienen te krijgen, maar heeft ook consequenties in randvoorwaardelijke zin (personeel, omgeving). De forse externaliserende, maar vooral ook de comorbiditeit van de problematiek (externaliserend en internaliserend), vraagt om veel kennis bij het personeel omtrent psychopathologie bij jongeren en hoe hier mee om te gaan in de dagelijkse praktijk. Daarnaast vraagt de externaliserende problematiek om een omgeving die voldoende kan inspringen op de mate van begrenzing en bescherming van de jongeren. De comorbiditeit van de problematiek hangt tevens samen met slechte behandelingsprognoses, zoals bekend is uit eerdere onderzoek (Dorelijers, 2000). Beide studies geven een beeld van een groep jongeren, waarbij op meerdere gebieden problemen gesignaleerd worden. Deze veelzijdigheid aan problematiek maakt het waarschijnlijk moeilijk deze jongeren een passende behandeling te geven. De behandeling zal zich moeten richten op meerdere gebieden, waarbij gedacht kan worden aan de jongere zelf, het gezin, en de vriendengroep. De inmiddels ontwikkelde methodiek van Nieuw Zorgaanbod is er op gericht om problemen op meerdere gebieden te verbeteren met als uiteindelijk doel dat de jongere weer thuis dan wel zelfstandig kan gaan wonen (Bureau van Montfoort, 2008). In toekomstig onderzoek zal de effectiviteit van het Nieuw Zorgaanbod geëvalueerd worden. 18

19 Hoofdstuk 3. Tussentijds verslag ZonMW Het tussentijds verslag voor ZonMW beslaat de periode oktober 2007 tot en met september In dit tussentijdse verslag wordt ingegaan op de eerste resultaten afkomstig uit de vragenlijsten die bij opname worden afgenomen (behandelverloop). Alle cijfers en percentages zijn geactualiseerd. Vragenlijsten worden afgenomen bij de jongere, ouder en mentor. Door meerdere informanten naar informatie over de jongere te vragen, wordt een zo duidelijk mogelijk beeld verkregen van de problematiek van de jongeren. De keuze voor de af te nemen instrumenten is gebaseerd op het dossieronderzoek en het rapport van Boendermaker (2005). In onderstaande wordt kort de onderzoeksopzet besproken en de aantallen ingestroomde jongeren per project tot en met september Voorts worden per meetmoment (aanvangsmeting, behandelverloop en eindmeting) de in het onderzoek gebruikte meetinstrumenten opgenoemd. Vervolgens worden de resultaten van de 1e meting van de vragenlijsten bij opname besproken. Tot slot wordt aangegeven welke activiteiten verder zijn uitgevoerd in de beschreven projectperiode. 3.1 Onderzoeksopzet en ingestroomde jongeren Het doel van het evaluatieonderzoek is inzicht te krijgen in de effectiviteit van de vier projecten die het Nieuwe Zorgaanbod vormgeven (Hoenderloo Groep, Paljas Plus, Hand in Hand, De Koppeling). Bij alle jongeren die in de vier projecten zijn ingestroomd wordt een aanvangsmeting en een eindmeting afgenomen. Van een deel van de jongeren (opname vanaf 1 mei 2007) worden gegevens over het behandelverloop verzameld. De aanvangsmeting bestaat uit dossieranalyse en de eindmeting bestaat uit een followup meting en het nagaan van registreerde politiecontacten. Aanvankelijk was in de onderzoeksopzet alleen een follow-up meting gepland voor jongeren waarvan we ook over gegevens van het behandelverloop beschikken. Omdat we nu voorzien dat de onderzoeksgroep te klein wordt, is besloten om bij alle ingestroomde jongeren een telefonische follow-up meting af te nemen. Inmiddels zijn er in de vier projecten 522 jongeren opgenomen (Hoenderloo: 112; Paljas Plus: 203; Hand in Hand: 62; De Koppeling: 145). Van 462 jongeren zijn nu de dossiers gescoord (89%). In de afgelopen periode zijn 371 jongeren uitgestroomd. De eerste resultaten m.b.t. bereikbaarheid en bereidwilligheid van jongeren om mee te doen aan de follow-up zijn veelbelovend (zie Hoofdstuk 4). Vanaf 1 mei 2007 zijn 339 jongeren ingestroomd waarvan het behandelverloop gemeten wordt. Dit houdt in dat 183 jongeren alleen meedoen aan de aanvangs- en eindmeting en waarvan dus geen behandelverloop wordt gemeten. 19

20 3.2 Meetinstrumenten Aanvangsmeting Dossieranalyse: Scoringsschema Demografische Informatie Nieuw Zorgaanbod Voor de aanvangsmeting is een scoringsschema ontwikkeld waarmee demografische gegevens en aanvangsproblematiek zoals genoemd in de dossiers van de jongeren gescoord kunnen worden. Als uitgangspunt voor het scoringsschema is gebruik gemaakt van het bestaande scoringsformulier SDI, ofwel Scoringsschema Demografische Informatie. Het SDI is in 1989 ontwikkeld om op betrouwbare wijze demografische gegevens en gegevens uit de voorgeschiedenis uit dossiers te kunnen scoren (Veerman & Tates, 1989). Inmiddels is er een vernieuwde versie van de SDI (Flipse, 2000). Het SDI vraagt naar demografische gegevens van kinderen, jongeren en gezinnen die aangemeld zijn voor pedagogische hulp. Het SDI bestaat grotendeels uit vragen die ook voor de SRJV-registratie verplicht zijn ( en is daarnaast aangevuld met extra vragen omtrent de samenstelling van de gezinnen. Het SDI is voor het onderzoek Nieuw Zorgaanbod aangevuld met vragen die betrekking hebben op probleemgedragingen van jongeren en ouders. Deze vragen zijn ontleend aan de signaleringslijst voor risicofactoren van Orobio de Castro (2002) en het rapport van Boendermaker (2005) over de problematiek van de doelgroep van Nieuw Zorgaanbod. Dit heeft geleid tot het SDI-Nieuw Zorgaanbod Behandelverloop Om het behandelverloop te meten worden bij jongeren, ouders en mentoren verschillende vragenlijsten afgenomen op verschillende momenten in de behandeling (begin, tussentijds, vertrek). In onderstaande worden deze per informant beschreven. Jongere Gedragsproblemen Gedragsproblemen zijn gemeten aan de hand van de Youth Self Report (YSR; Achenbach, 1991). De YSR is een gedragsvragenlijst die kan worden afgenomen bij jongeren in de leeftijd van 11 tot 18 jaar. De lijst bestaat uit 113 vragen naar gedragsen emotionele problemen. De vragen omvatten 8 syndroomschalen, waaruit weer een score op externaliserend probleemgedrag, internaliserend probleemgedrag en een totale probleemscore kan worden berekend. Delictgedrag De delictvragenlijst gebruikt in dit onderzoek bestaat uit drie delictcategorieën gebaseerd op de WODC-vragenlijst van Van der Laan (2005), namelijk vernieling / openbare orde delicten, vermogensdelicten en agressie- en geweldsdelicten. In de vragenlijst wordt middels 26 items gevraagd naar gepleegde delicten in het afgelopen jaar en tevens naar de frequentie waarmee die delicten zijn gepleegd. 20

21 Druggebruik Met betrekking tot softdrugs (wiet) en harddrugs (XTC, cocaïne, hallucinogene paddenstoeltjes, amfetamine en heroïne) wordt gevraagd naar de frequentie van gebruik (zie ook Peilstations-onderzoek 2003 van het Trimbos Instituut). Alcoholgebruik Alcoholgebruik is gemeten aan de hand van twee vragen. De eerste vraag is afkomstig uit het Peilstations-onderzoek (2003) van het Trimbos Instituut. De jongeren is gevraagd Hoe vaak heb je de afgelopen 4 weken vijf of meer drankjes gedronken bij één gelegenheid, waarop geantwoord kon worden van 1 = iedere dag tot 6 = nooit. Daarnaast is tevens gekeken naar het verschil in drinkgedrag doordeweeks en in het weekend. Hierbij ging het er vooral om om binge-drinkers eruit te halen. De jongeren moesten antwoord geven op de vraag Als je drinkt, hoeveel glazen alcohol drink je dan?, welke tweemaal moest worden beantwoord; eenmaal voor doordeweeks en eenmaal voor in het weekend. De keuze in antwoorden was 1 = 11 glazen of meer per dag, 2 = 7 tot 10 glazen per dag en 3 = minder dan 7 glazen per dag. Voor jongens geldt dat het drinken van 11 of meer glazen gezien kan worden als binge drinking, voor meisjes gaat dit op bij zeven of meer glazen alcohol (Szmigin, Griffin, Mistral, Bengry-Howell, Weale, & Hackley, 2008). Meegemaakte gebeurtenissen De Life Events Scale (LES) is gebruikt om meegemaakte gebeurtenissen te meten. Deze vragenlijst bestaat uit 41 items die zowel vragen naar of de jongere de gebeurtenis heeft meegemaakt als in hoeverre ze de gebeurtenis als vervelend hebben ervaren. De psychometrische eigenschappen van deze vragenlijst zijn goed (Williamson, Birmaher, Ryan, Shiffrin, Lusky, Protopapa, Dahl & Brent, 2003). Naast deze lijst zijn er nog vijf extra gebeurtenissen toegevoegd. Deze vragen zijn: ik verloor mijn baan, ik werd anders behandeld vanwege mijn ras/huidskleur, ik had hulp nodig voor mijn kind, maar kon het niet krijgen, iemand die ik goed kende, werd mishandeld door zijn/haar vriend(in), en ik werd anders behandeld vanwege mijn seksuele voorkeur. Zelfbeeld Zelfbeeld wordt gemeten door gebruik te maken van de Rosenberg Self Esteem Scale (Rosenberg, 1965). Deze vragenlijst bestaat uit 10 items die beantwoord kunnen worden op een vijf-punts-schaal (sterk mee eens sterk mee oneens). Psychopathie De Nederlandse versie van Youth Psychopathic traits Inventory (YPI; Andershed, Kerr, Stattin & Levander, 2001; Das & De Ruijter, 2002) is gebruikt om psychopathische trekken te meten bij de jongeren. De vragenlijst bestaat uit 50 items Deze 50 items vormen samen 10 subschalen, welke weer 3 dimensies meten. Deze 3 dimensies zijn grandiose/manipulative, callous/unemotional en impulsive/irresponsible. Coping De Utrechtse Coping Lijst (UCL) van Scheurs en Van der Willige (1988) is gebruikt om de copingstijl van de jongeren te meten. Het doel van de UCL is het vaststellen van karakteristiek copinggedrag in situaties waarin iemand geconfronteerd wordt met 21

Hoofdstuk 2. Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen

Hoofdstuk 2. Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen Hoofdstuk 2. Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen Dit hoofdstuk is ter publicatie aangeboden aan Pedagogiek Karin S. Nijhof, Coleta van Dam, Jan Willem Veerman,

Nadere informatie

Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen *

Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen * Nieuw Zorgaanbod: Gesloten jeugdzorg voor adolescenten met ernstige gedragsproblemen * Ka r i n S. N i j h o f 1, Co l e ta va n D a m 2, J a n W i l l e m Ve e r m a n 2, R u tg e r C. M. E. E n g e l

Nadere informatie

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 839 Jeugdzorg Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 maart 2010

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun kans op een goede terugkeer

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Voor wie is JeugdzorgPlus? Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun

Nadere informatie

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG Lectoraat LVB en jeugdcriminaliteit Factsheet 7 - december 2015 Expertisecentrum Jeugd Hogeschool Leiden Crimineel gedrag en school onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG Door: Paula

Nadere informatie

Pilot. Crisistrajecten Jeugdzorg Plus

Pilot. Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Tussenrapportage Effectiviteitsonderzoek Coleta van Dam Marc Delsing Pilot Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Tussenrapportage Effectiviteitsonderzoek Praktikon B.V. Postbus

Nadere informatie

De gevolgen scheiding (strafciviel) voor behandeling en beleid. Christian van Dam, 27 mei 2010

De gevolgen scheiding (strafciviel) voor behandeling en beleid. Christian van Dam, 27 mei 2010 De gevolgen scheiding (strafciviel) voor behandeling en beleid Christian van Dam, 27 mei 2010 Organisatie Sinds 1 januari heten wij Avenier, ontstaan uit een fusie tussen Jongerenhuis Harreveld en JPC

Nadere informatie

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon

Nadere informatie

Seksueel gedrag van meisjes binnen de gesloten jeugdzorg: Doelgroepkenmerken en functioneren na behandeling

Seksueel gedrag van meisjes binnen de gesloten jeugdzorg: Doelgroepkenmerken en functioneren na behandeling Karin S. Nijhof, Ron H.J. Scholte, Coleta van Dam, Rutger C.M.E. Engels & Jan W. Veerman Seksueel gedrag van meisjes binnen de gesloten jeugdzorg: Doelgroepkenmerken en functioneren na behandeling SAMENVATTING

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

Naar een nieuw perspectief. M.A.Gelsing GZ-psycholoog behandelcoördinator

Naar een nieuw perspectief. M.A.Gelsing GZ-psycholoog behandelcoördinator Naar een nieuw perspectief M.A.Gelsing GZ-psycholoog behandelcoördinator Naar een nieuw perspectief Vragen naar aanleiding van Casus Omar Behandelvisie: perspectief van de jongere en doelrealisatie Doelgroeponderzoek

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus drang en dwang in de jeugdzorg

Jeugdzorg Plus drang en dwang in de jeugdzorg Foto: Martijn Beekman Nieuw zorgaanbod voor jeugdigen met ernstige gedragsproblemen Jeugdzorg Plus drang en dwang in de jeugdzorg Door Leonieke Boendermaker 8 Het besluit om onder toezicht gestelde jongeren

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus Samenwerkende gemeenten Regio West Friesland Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec Inhoud 1. JeugdzorgPlus... 3 1.1Inleiding... 3

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier. voor. Zorgprogramma Doen wat werkt

Aanmeldingsformulier. voor. Zorgprogramma Doen wat werkt Aanmeldingsformulier voor Zorgprogramma Doen wat werkt Dit formulier na invulling indienen bij: Meldpunt Doen wat werkt Postbus 70013 9704 AA Groningen telefax: 050-5331667 NB: Alleen de (gezins)voogd

Nadere informatie

Evaluatie Nieuw Zorgaanbod

Evaluatie Nieuw Zorgaanbod Evaluatie Nieuw Zorgaanbod Gesloten jeugdzorg voor jongeren met ernstige gedragsproblemen Coleta van Dam, Karin Nijhof, Ron Scholte en Jan Willem Veerman Eindrapport Evaluatie Nieuw Zorgaanbod Gesloten

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90312

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid t enschap rg welzijn obilit eit n beleids- Het ITSmaakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE

Nadere informatie

Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs

Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs Een verkenning van de doelgroep en de werkwijze Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. Drs. H. Leloux-Opmeer Inhoudsopgave Introductie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 200 200 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 200 200 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 0 2 XP DEN HAAG T 070 40 79 F 070 40 7 4 www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Divisie Kinderen en Jeugdigen. Orthopsychiatrie & Ambulante forensische zorg

Divisie Kinderen en Jeugdigen. Orthopsychiatrie & Ambulante forensische zorg Divisie Kinderen en Jeugdigen Orthopsychiatrie & Ambulante forensische zorg Mad or Bad? Jongeren met problematiek of problematische jongeren? René Cardynaals 2010 Mikx Sedna (Rita vd Elzen, Odette de Theije)

Nadere informatie

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem)

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Praktikon 2016 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024 3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024 3611152 www.bergop.info 2016

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

AANMELDFORMULIER HORIZON, LOCATIE PRISMA

AANMELDFORMULIER HORIZON, LOCATIE PRISMA AANMELDFORMULIER HORIZON, LOCATIE PRISMA Algemene informatie Gelegen in het Gelderse dorp Harreveld biedt Prisma observatietrajecten (16 weken, handelingsgerichte diagnostiek / geen PO) en behandeltrajecten

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Pleeggrootouders maken het verschil

Pleeggrootouders maken het verschil Pleeggrootouders maken het verschil Indeling presentatie Kader onderzoek Opzet en verloop onderzoek Resultaten Conclusies Discussie Onderzoeksvraag Wat zijn de ervaringen van grootouders wanneer zij als

Nadere informatie

Doelgroepanalyse Centrum voor Trauma en Gezin

Doelgroepanalyse Centrum voor Trauma en Gezin Doelgroepanalyse Centrum voor en Gezin Efua Campbell & Inez Berends December 2013 PI Research is gevraagd om voor het Centrum voor en Gezin van de Bascule een doelgroepanalyse uit te voeren. Aan de hand

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Lucres Nauta-Jansen onderzoeker kinder- en jeugdpsychiatrie VUmc Casus Ronnie jongen van 14, goed en wel in de puberteit onzedelijke handelingen bij 5-jarig

Nadere informatie

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en drugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel Samenvatting Annelies Kepper Violaine Veen Karin Monshouwer

Nadere informatie

Factsheet Jeugdzorg Plus Instroomgegevens

Factsheet Jeugdzorg Plus Instroomgegevens Factsheet Jeugdzorg Plus Instroomgegevens 2016-1 Wat is Jeugdzorg Plus Er is een categorie jongeren waarvan sprake is van een ernstige ontwikkelbedreiging dat onontkoombare hulp noodzakelijk is. Het gaat

Nadere informatie

Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s?

Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s? Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s? Leonieke Boendermaker / expertisecentrum jeugdzorg Utrecht, 8-6-2006 NIZW Jeugd Doel jeugdstrafrecht Vergelden én voorkomen Schuld als maatstaf voor straf (vergelding)

Nadere informatie

Een jeugd van tegenwoordig

Een jeugd van tegenwoordig Een jeugd van tegenwoordig Vrijdag 1 maart 2013 Damessociëteit Bodegraven-Reeuwijk Speciale onderwijstrajecten voor jongere die dreigen uit te vallen uit het reguliere middelbare onderwijs Progamma Wie

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie

Multi Systeem Therapie Multi Systeem Therapie Onder (voorwaardelijke) machtiging van de kinderrechter Een opname-verkortende of opname-vervangende behandeling bij ernstige gedragsproblemen Informatie voor: Ouders, kinderrechters,

Nadere informatie

Evaluatie onderzoek. IOG-Erger Voorkomen

Evaluatie onderzoek. IOG-Erger Voorkomen Evaluatie onderzoek IOG-Erger Voorkomen Tussentijds verslag C. van Dam J.W. Veerman Evaluatie onderzoek IOG-Erger Voorkomen Tussentijds verslag Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

ONTSTAAN DOEL WERKGEBIED. De Taskforce werd in 2009 opgericht op initiatief van de provincie Limburg. Het wegwerken en weghouden van wachtlijsten

ONTSTAAN DOEL WERKGEBIED. De Taskforce werd in 2009 opgericht op initiatief van de provincie Limburg. Het wegwerken en weghouden van wachtlijsten TASKFORCE ONTSTAAN De Taskforce werd in 2009 opgericht op initiatief van de provincie Limburg DOEL Het wegwerken en weghouden van wachtlijsten WERKGEBIED De gehele provincie Limburg DEELNEMERS HUIDIGE

Nadere informatie

Tevredenheid en effectiviteit bij. Crisistrajecten Jeugdzorg Plus

Tevredenheid en effectiviteit bij. Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Tevredenheid en effectiviteit bij Crisistrajecten Jeugdzorg Plus Verslag van een pilot bij Rentray Coleta van Dam Annemarie Wattel Jan Willem Veerman Tevredenheid en effectiviteit bij Crisistrajecten

Nadere informatie

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST 2011 Tabellen alcoholgebruik jongeren Staphorst Nooit alcohol gedronken ja 33,3% 37,6% 74,4% 12,7% 35,3% nee 66,7% 62,4% 25,6% 87,3% 64,7% Drink bier ja 67,8%

Nadere informatie

Onderzoek Pilotprojecten campussen

Onderzoek Pilotprojecten campussen Onderzoek Pilotprojecten campussen 1. Beschrijving projecten en doelgroep B. Bieleman J. Snippe M. Boendermaker M. Hofman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

Nadere informatie

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld? Werkt de aanpak van kindermishandeling en? Eerste resultaten van een grootschalig onderzoek: hoe vaak komen kindermishandeling en voor? En hoe ernstig is het geweld? INLEIDING EERSTE FACTSHEET Werkt de

Nadere informatie

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Analyse van de informatie in de dossiers van de jeugdrechtbank met focus op minderjarigen met psychiatrische stoornissen.

Analyse van de informatie in de dossiers van de jeugdrechtbank met focus op minderjarigen met psychiatrische stoornissen. Analyse van de informatie in de dossiers van de jeugdrechtbank met focus op minderjarigen met psychiatrische stoornissen Sofie Merlevede 1 Jeugdrechtbank dossiers Belang van de dossiers Beslissingsprocessen

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) 3a Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling najaar 2005 van volwassenen tot 65 jaar in Zuid-Holland Noord met betrekking tot de geestelijke

Nadere informatie

Wij zijn er voor jongeren. In de regio Rotterdam-Rijnmond

Wij zijn er voor jongeren. In de regio Rotterdam-Rijnmond Wij zijn er voor jongeren In de regio Rotterdam-Rijnmond 2 3 Kiezen voor de Viersprong De Viersprong is gespecialiseerd in diagnose en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en gedragsproblemen. Al

Nadere informatie

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE-

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- 4. JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- ZONDHEmSZORG. Soms rijst bij hulpverleners binnen de sector van de jeugdhulpverlening een vermoeden dat een kind slachtoffer is (geweest) van ritueel

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

FACTSHEET PLEEGZORG 2012 FACTSHEET PLEEGZORG 2012 In Nederland worden veel kinderen door familieleden of bekenden opgevoed wanneer dat door omstandigheden in de thuissituatie niet mogelijk is. Bij deze informele zorg is geen jeugdzorg-

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen JiO 9 maart 2015 Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen Driehuis en gezinshuizen bij Spirit: doelgroep driehuis: kinderen

Nadere informatie

LATER IN LISSE? De invloed van verlengde sluitingstijden op het alcoholgebruik van uitgaanspubliek. Rapportage

LATER IN LISSE? De invloed van verlengde sluitingstijden op het alcoholgebruik van uitgaanspubliek. Rapportage LATER IN LISSE? De invloed van verlengde sluitingstijden op het alcoholgebruik van uitgaanspubliek Rapportage LATER IN LISSE? De invloed van verlengde sluitingstijden op het alcoholgebruik van uitgaanspubliek

Nadere informatie

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5 A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Elk Bureau Jeugdzorg heeft een Advies-

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Gebundelde krachten. Brochure voor verwijzers

Gebundelde krachten. Brochure voor verwijzers Gebundelde krachten Brochure voor verwijzers 2 Schakenbosch Gebundelde krachten Schakenbosch, behandelcentrum Jeugdzorgplus LVB Voor jongeren van 12 tot 18 jaar met een lichte verstandelijke beperking

Nadere informatie

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ]

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ] 24- uursbehandeling [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ] In het noorden en oosten van Nederland behandelen en begeleiden wij kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

Doorstromers en civiele crisisplaatsingen

Doorstromers en civiele crisisplaatsingen Doorstromers en civiele crisisplaatsingen Twee groepen jeugdigen vergeleken Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland Inhoudsopgave Voorwoord................................................ 5

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders.

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Onderzoeksrapport Hou vol! Geen alcohol Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Suzanne Mares, MSc Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Prof. Dr. Rutger Engels Inleiding

Nadere informatie

RTL Nederland T.a.v. mevrouw H. van Yperen Postbus TV HILVERSUM. Geachte mevrouw Van Yperen,

RTL Nederland T.a.v. mevrouw H. van Yperen Postbus TV HILVERSUM. Geachte mevrouw Van Yperen, RTL Nederland T.a.v. mevrouw H. van Yperen Postbus 15016 1200 TV HILVERSUM Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DVC-2795469 mw. G.P. Idsinga (070) 340 52 15 Onderwerp Bijlage{n) Uw brief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Van probleemmeisje naar delinquente vrouw?

Van probleemmeisje naar delinquente vrouw? Van probleemmeisje naar delinquente vrouw? Criminele carrières van residentieel behandelde meisjes van -3 jaar Juni, 9 Thessa Wong Catrien Bijleveld Anne-Marie Slotboom VU Amsterdam Wie zijn de meisjes?

Nadere informatie

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Infosheet Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Tijdig ingrijpen betekent voorkomen dat een de fout ingaat. Wie wil dat niet? Dat is dan ook precies wat deze infosheet beoogt: inzicht

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V.

Nadere informatie

16. Statistische analyse Meldpunt

16. Statistische analyse Meldpunt 16. Statistische analyse Meldpunt Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik.

Nadere informatie

GGZ aanpak huiselijk geweld

GGZ aanpak huiselijk geweld GGZ aanpak huiselijk geweld Wat is er nodig en wat helpt Jeannette van Borren Mei 2011 Film moeder en zoon van Putten Voorkomen van problemen is beter en goedkoper dan genezen Preventieve GGZ interventies

Nadere informatie

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders Voorlopige Resultaten Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld INLEIDING Stijgend aantal gedetineerde vrouwen (100%) Weinig bekend

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Factsheet Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2015

Factsheet Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2015 Factsheet Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2015 Wat is Jeugdzorg Plus Er is een categorie jongeren waarvan de normale ontwikkeling dermate wordt bedreigd dat onontkoombare hulp noodzakelijk is. Het gaat

Nadere informatie

Wij zijn er voor jongeren. vanuit de regio Amsterdam

Wij zijn er voor jongeren. vanuit de regio Amsterdam Wij zijn er voor jongeren vanuit de regio Amsterdam 2 3 Kiezen voor de Viersprong De Viersprong is gespecialiseerd in diagnose en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en gedragsproblemen. Al onze

Nadere informatie

Effectrapportage STOP De Waarden Training 9. A. van Duijvenbode J.W. Veerman

Effectrapportage STOP De Waarden Training 9. A. van Duijvenbode J.W. Veerman Effectrapportage STOP47 2007 De Waarden Training 9 A. van Duijvenbode J.W. Veerman Effectrapportage STOP47 2007 De Waarden Training 9 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg

Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg Evidence based practice 1. Invoeren bewezen effectieve interventies; 2. Wetenschappelijk onderzoeken veelbelovende eigen interventies; 3. Consolideren

Nadere informatie

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling De Jeugdpeiling is een instrument met als doel op systematische wijze ontwikkelingen en trends in riskante gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Hierbij is de aandacht gericht op gedrag met betrekking

Nadere informatie

de behandelaar of huisarts mee te sturen. In deze verklaring moet het volgende worden vermeld: een

de behandelaar of huisarts mee te sturen. In deze verklaring moet het volgende worden vermeld: een Toelichting bij aanvraagformulier AWBZ-indicatie (PGB/ZIN) U dient deze aanvraag bij Bureau Jeugdzorg in, omdat u uw kind in aanmerking wilt laten komen voor zorg die bekostigd wordt op basis van de Algemene

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

Wij zijn er voor jongeren. vanuit de regio Amsterdam

Wij zijn er voor jongeren. vanuit de regio Amsterdam Wij zijn er voor jongeren vanuit de regio Amsterdam 2 3 Kiezen voor de Viersprong De Viersprong is gespecialiseerd in diagnose en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en gedragsproblemen. Al onze

Nadere informatie

Perspectief in Pleegzorg:

Perspectief in Pleegzorg: Perspectief in Pleegzorg: hoe lang zoekend en hoe snel biedend? Peter van den Bergh Pleegzorg Laatste 20 jaar populair Verdubbeling van het aantal plaatsingen Weinig onderzoek naar effectiviteit Veel retrospectief

Nadere informatie

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017 Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland Jaarcijfers 2017 Eind 2017 is het Centrum Seksueel Geweld (CSG) in de regio Amsterdam- Amstelland twee jaar op weg. Het CSG Amsterdam-Amstelland is één van

Nadere informatie

Gebundelde krachten. Brochure voor verwijzers

Gebundelde krachten. Brochure voor verwijzers Gebundelde krachten Brochure voor verwijzers 2 Schakenbosch Gebundelde krachten Schakenbosch, behandelcentrum Jeugdzorgplus LVB Voor jongeren van 12 tot 18 jaar met een lichte verstandelijke beperking

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

JEUGDIGE ZEDENDELINQUENTEN - DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks. Hoofd Jeugd De Waag Den Haag UVA Adviseur Harreveld

JEUGDIGE ZEDENDELINQUENTEN - DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks. Hoofd Jeugd De Waag Den Haag UVA Adviseur Harreveld JEUGDIGE ZEDENDELINQUENTEN - DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks Hoofd Jeugd De Waag Den Haag UVA Adviseur Harreveld ONDERWERPEN Typologie Recidive Risicotaxatie Behandeling MEISJES ALS DADER Relatief klein

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 4 jaar Jongerenmonitor In 0 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Kinderen, ouderen en het huisverbod

Kinderen, ouderen en het huisverbod Een korte introductie Bureau voor beleidsonderzoek, advies en detachering Kinderen, ouderen en het huisverbod Alle relevante beleidsthema s, van arbeid, onderwijs en zorg tot criminaliteit & veiligheid

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Wachtdagen

Nadere informatie

Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, gedragsdeskundige Stefanie Meijs, senior gezinsmanager

Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, gedragsdeskundige Stefanie Meijs, senior gezinsmanager Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, gedragsdeskundige Stefanie Meijs, senior gezinsmanager Jeugdbescherming Ieder kind veilig Intensief Systeemgericht Casemanagement

Nadere informatie