Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding... 2 Termen / Definities van termen / Nieuwe terminologie... 3 Instellingen: Tips voor overstappers... 7 Help bij de Help-functie... 8 Projectbewerking... 9 Paginabewerking Schemabewerking Objectbewerking Verwerkingen Stamgegevens Artikelbeheer Verbindingen Macro's Apparaatselectie Revisiebeheer Bemating Zoekfunctie Backup Nieuwe pictogrammen Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 1

2 Inleiding Inleiding Geachte gebruiker, Het team van EPLAN Software & Service is verheugd u als klant te mogen begroeten. Deze handleiding bevat informatie die u helpt bij de overstap van EPLAN 21 naar EPLAN Electric P8 of naar een van de varianten hiervan. Deze informatie wordt in tabellen weergegeven, zodat u de benodigde wijzigingen / uitbreidingen snel kunt vinden. Eerst volgt enige informatie over de algemene opbouw van het programma en de algemene bediening daarvan: Voor vrijwel elk dialoogvenster zijn er voorgedefinieerde filters (uitzondering: pagina-navigator (= browser)), die kunnen worden geselecteerd en geactiveerd. Bovendien kunt u zelf filters maken. De gebruikersinterface kan aan de eisen en wensen van gebruikers worden aangepast: interface als werkomgeving opslaan; werkbalken aanpassen, vrij samenstellen en uitbreiden met "acties"; deze geconfigureerde werkbalken kunnen dan via de export- en importfuncties aan andere gebruikers ter beschikking worden gesteld. De sneltoetsen kunnen worden gewijzigd. In dialoogvensters kan het snelmenu ook via de knop opgeroepen. worden P8 heeft een lineaire functie Ongedaan maken / Opnieuw uitvoeren. Er kan dus steeds alleen de laatste (en dan de voorlaatste etc.) stap ongedaan worden gemaakt. U kunt niet de laatste 3 stappen ongewijzigd laten en de vierde stap ongedaan maken. In P8 is de definitie van gebruikergedefinieerde eigenschappen via PRO-bestanden niet meer mogelijk. 2 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

3 Termen / Definities van termen / Nieuwe terminologie Termen / Definities van termen / Nieuwe terminologie In de volgende afbeelding wordt de opbouw van onderdelen aan de hand van een relais nader uitgelegd: Onderdeel (relais K1) Component (Relais- hulpblok) Functie (Spoel - maakcontactvermogen - hulpcont.) Schemasymbool / montagetekening Symbolen uit symboolbibliotheek Term in EPLAN 21 / P8 Onderdelen Component Definitie Logische elektrotechnisch of Fluidtechnisch samenwerkende eenheden die met een onderdeelcode (ODC) worden benoemd: M1, K1, X1, XS1, W1. Een deel van het apparaat dat niet verder kan worden uitgesplitst, bijvoorbeeld een motor, klem, steker, hulpblok, kabel. Aan een component kan een artikelnummer worden toegekend en de component kan op de montageplaat grafisch worden weergegeven. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 3

4 Termen / Definities van termen / Nieuwe terminologie Term in EPLAN 21 / P8 Onderdeelklasse in EPLAN 21 -> Functiedefinitie Symbool in EPLAN 21 -> Functie Hoofd- / nevenelement in EPLAN 21 -> Hoofd- / nevenfunctie Instantie in EPLAN 21 -> Schemasymbool Symbool Grafische instantie in EPLAN 21 -> Grafische weergave Eigenschapsinstantie in EPLAN 21 -> Eigenschapsplaatsing Browser in EPLAN 21 -> Paginanavigator Navigator in EPLAN 21 -> Onderdelen-navigator Definitie De functiedefinitie is een voordefinitie van functies die voor het systeem beschikbaar zijn. De functiedefinitie bepaalt welke functies in het project kunnen worden gebruikt en hoe deze functies zich normaal gesproken gedragen. Dat betekent dat u in het schema altijd functies plaatst, en geen componenten! De hoofdfunctie vertegenwoordigt het onderdeel en alleen hieraan kan een artikel worden toegekend. Via het artikel wordt ook de apparaatdefinitie bij de hoofdfunctie opgeslagen. Een grafisch element voor de weergave van een functie. Als de functie in het schema wordt geplaatst (weergegeven door een symbool op een schemapagina), dan spreken we van een schemasymbool. De functie bevat de logische gegevens en het symbool de grafische gegevens. Een schemasymbool heeft een onderdeelcode, aansluitcodes etc. Een gewoonlijk genormeerde afbeelding die een (elektrische) functie weergeeft. 4 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

5 Term in EPLAN 21 / P8 Projectgegevensdialoogvensters (voor klemmen, kabels etc.) in EPLAN 21 -> Navigators Montageplaten in EPLAN 21 -> Schakelkastopbouw Potentiaalklemmen, apparaateindklemmen in EPLAN 21 -> Potentiaalaansluitingen, apparaataansluitingen Stekerstroken in EPLAN 21 -> Stekers Instellingen Verbindingsdefinitiepunt Termen / Definities van termen / Nieuwe terminologie Definitie Deze worden op een centrale plaats beheerd. Voor de meeste instellingen bestaan er standaardschema's, die u niet kunt bewerken. Zo zijn er bijvoorbeeld schema's voor labels, nummeringsinstellingen voor onderdelen, kabels etc., werkomgevingen etc. Bovendien kunt u voor deze instellingen gebruikergedefinieerde schema's maken. Met een verbindingsdefinitiepunt worden er aan één of meerdere daardoor lopende verbindingen eigenschappen toegekend die afwijken van de eigenschappen die bij de potentiaal of het project zijn vooringesteld. Via een verbindingsdefinitiepunt kan alle informatie die een verbinding kan bevatten, worden vastgelegd (inclusief de grafische weergave van de verbinding). Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 5

6 Termen / Definities van termen / Nieuwe terminologie Term in EPLAN 21 / P8 Potentiaaldefinitiepunt Artikeldefinitiepunt Controleroutine in EPLAN 21 -> Controleprocedure Definitie Met een potentiaaldefinitiepunt worden er aan één of meerdere daardoor lopende verbindingen potentiaaleigenschappen toegekend die afwijken van de eigenschappen die in het project bij een potentiaalaansluiting of een afbreekpunt zijn vooringesteld. Het artikeldefinitiepunt is een speciaal object, waarbij (net als bij elke hoofdfunctie) maximaal 50 artikelen op een positie in het schema kunnen worden opgeslagen. Een controle die via een menuopdracht kan worden opgeroepen en die geselecteerde pagina's of alle pagina's van een project controleert op onvolkomenheden en ontwerpfouten. De projectmeldingen die tijdens een controleprocedure worden gegenereerd, worden door het zogeheten meldingenbeheer in een databank opgeslagen en in een meldingsdialoogvenster in een tabel weergegeven. ==> Nog consequentere scheiding tussen symbolen (grafisch) en elektrotechnische functies (logisch). In P8 kan dezelfde functie bij verschillende weergaven (bijvoorbeeld in het schema en op overzichtspagina's) verschillende (en zelfs tegenstrijdige) gegevens hebben. worden gegevens op het schema en in het overzicht automatisch gesynchroniseerd en zijn altijd identiek. 6 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

7 Instellingen: Tips voor overstappers Instellingen: Tips voor overstappers Om voor gebruikers van EPLAN 5 of EPLAN 21 de overstap naar de actuele EPLAN-versie te vereenvoudigen, kan in de instellingen van EPLAN Electric P8 worden gedefinieerd dat bij bepaalde bewerkingsacties automatisch een dialoogvenster verschijnt met speciale opmerkingen en informatie: Opties > Instellingen > Gebruiker > Beheer > Tips voor overstappers. Schakel het selectievakje Tips voor overstappers activeren in, en geef uw voorkennis (EPLAN 5 of EPLAN 21) aan door het betreffende selectievakje in te schakelen. Zodra u een bewerkingsactie uitvoert waaraan een dergelijke overstap-tip is toegekend, wordt dit dialoogvenster automatisch geopend en na een bepaalde in te stellen tijd automatisch weer gesloten. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 7

8 Help bij de Help-functie Help bij de Help-functie De Help-pagina's zijn thematisch in hoofdstukken samengevoegd. De meeste hoofdstukken zijn onderverdeeld in de volgende subhoofdstukken, die u aan hun pictogrammen kunt herkennen: Pictogram / subhoofdstuk Betekenis / Subhoofdstuk: Basisprincipes Bevat achtergrondinformatie. / Subhoofdstuk: Werkwijze Hier wordt stap voor stap aangegeven hoe u het programma bedient. Deze onderwerpen zijn bijzonder geschikt als u tot de doelgroep beginners behoort. / Subhoofdstuk: Referentie Bevat beschrijvingen van individuele dialoogvensterelementen. De pagina's van het subhoofdstuk kunt u o.a. via de contextafhankelijke Help ([F1] binnen het dialoogvenster) oproepen. 8 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

9 Projectbewerking Projectbewerking Vernieuwingen in EPLAN Electric P8 Nieuwe projecten maken Projectgegevens beheren en bewerken Projecthiërarchie: kan naderhand worden gewijzigd. Betekenis Met behulp van een Wizard (ondersteund door het programma): Project > Nieuw (Wizard) of op basis van een basisproject (alle pagina's die zich in het basisproject bevinden, worden als voorinstelling overgenomen): Project > Nieuw In speciale dialoogvensters, de zogeheten Navigators. Zo kunnen bijvoorbeeld onderdelen, kabels of verbindingen vanuit deze dialoogvensters worden genummerd. Projectstructuur, paginastructuur, onderdeelstructuur etc.: kan alleen onder bepaalde voorwaarden worden gewijzigd. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 9

10 Paginabewerking Paginabewerking Dialoogvenster Browser Paginabewerking: wijzigingen opslaan via Pagina > Opslaan Muiswiel met voorgedefinieerd scrollgedrag Pagina-navigator Paginabewerking: wijzigingen worden direct opgeslagen. U hoeft deze wijzigingen dus niet apart op te slaan, en daarom is in het programma hiervoor ook geen menuopdracht beschikbaar! Muiswiel met instelbaar scrollgedrag (zoals CAD (standaard) of als tekstverwerking). Nieuwe paginatypen: Schemapagina enkellijnig (voor de enkellijnige weergave) Kabelweergaveschema Extern document Stekeraansluitlijst. 10 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

11 Schemabewerking Schemabewerking De gegevens worden volledig logisch gericht beheerd. Het model kan vele inconsistente (tussen)stadia van het schema niet opslaan. Daarom moet het systeem steeds ingrijpen als er iets "onlogisch" wordt ontdekt en moet het de gegevens weer consistent maken. Twee coördinatensystemen Symboolselectie: voorbeeld van het geselecteerde symbool Eigenschapsteksten van symbolen: de individuele eigenschapsteksten zijn geplaatst zoals dat op het tabblad "Weergave" is gedefinieerd. Bij wijzigingen van de teksten passen de afstanden mogelijk niet meer, zodat deze "handmatig" moeten worden verplaatst door gebruik te maken van blokeigenschappen. Eigenschap "Weergaveformaat ODC" Inconsistente (tegenstrijdige) tussenstadia zijn niet van invloed op het werk, omdat het systeem niet noodzakelijkerwijs iets wijzigt. Er is dus een betere ondersteuning voor grafisch gericht werken. De gebruiker kan zelf bepalen of hij grafisch of logisch gericht wil werken en kan deze werkwijze tijdens het ontwerpen naar believen wijzigen. Drie coördinatensystemen: grafisch, elektrotechniek en Fluidtechniek. Symboolselectie: voorbeeld van meerdere geselecteerde symbolen. Eigenschapsteksten van geplaatste functies: de weergave-instellingen worden centraal gedefinieerd, in het dialoogvenster Eigenschappen <...>, tabblad Weergave. Individueel geplaatste eigenschappen kunnen met elkaar worden gedockt en zo een gemeenschappelijk blok vormen. Hierdoor kunnen bij een verplaatsing alle (gewenste) teksten in één keer worden verplaatst en wordt voorkomen dat meerregelige tekst met andere tekst overlapt. "Weergegeven ODC" Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 11

12 Schemabewerking Hoofdelement definiëren Een schemasymbool wordt een hoofdfunctie door op het tabblad Symbool- / functiegegevens van het eigenschappendialoogvenster het selectievakje Hoofdfunctie in te schakelen. 12 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

13 Objectbewerking Objectbewerking Veel acties (nummeren, labelen,...) beïnvloeden in het algemeen het gehele project. Slepen & neerzetten binnen EPLAN op bepaalde plaatsen mogelijk (bij het verplaatsen van elementen in de grafische editor, tussen het artikelbeheer en het schema) Complex kopieergedrag (kopieermodi): werkwijze met nietgeïnstantieerde elementen Werkwijze met indirecte eigenschappen Alle acties (nummeren, labelen,...) beïnvloeden alleen de geselecteerde elementen; kunnen via selectievakjes naar het gehele project worden uitgebreid. Slepen & neerzetten binnen P8 uitgebreid (door het slepen & neerzetten van een pagina vanuit de pagina-navigator wordt een paginamacro gemaakt) en bovendien slepen & neerzetten van buitenaf (Verkenner). Vereenvoudiging van het verwijderen kopieergedrag: aparte acties "Terugboeken" en "Verwijderen". Terugboeken verwijdert het schemasymbool uit het schema. De functie met alle in het schema toegekende gegevens blijven bij het apparaat behouden, onafhankelijk van de werkelijke artikelgegevens. Verwijderen verwijdert volledig. Er ontstaan geen niet-geplaatste functies. Het kopiëren en verwijderen heeft alleen effect op de geselecteerde objecten. Indirecte eigenschappen zijn alleen via blokeigenschappen toegankelijk. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 13

14 Verwerkingen Verwerkingen Geen genereringen, omdat de gegevens strikt vanuit logisch gericht standpunt worden opgeslagen. Alle kruisverwijzingen, klemmengegevens, verbindingsgegevens etc. zijn gegevenstechnisch steeds online en actueel. De gegevens zijn echter nog niet verwerkt en de verwerkingen moeten specifiek worden gegenereerd en geactualiseerd. Kruisverwijzingen, potentiaalkruisverwijzingen, klemmen, stekers,... zijn altijd online en hoeven nooit te worden gegenereerd. De enige uitzondering vormen de verbindingsgegevens: de generering en actualisering van de (logische) verbindingsgegevens moet ook in P8 door de gebruiker worden gestart. Dat betekent dat ook alle logische gegevens die op verbindingen zijn gebaseerd (potentiaaltracering / -inkleuring, verbindingsnummering, kabels / aders, kabelschema's,...), pas kunnen worden gegenereerd of geactualiseerd als eerst de verbindingsgegevens zijn geactualiseerd. (Dit gebeurt bij veel acties automatisch.) 14 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

15 Stamgegevens Stamgegevens Modus met één databank / Modus met meerdere databanken. De stamgegevens kunnen direct in het project zijn opgeslagen (één databank) of in een aparte centrale databank zijn opgeslagen (die ook voor andere projecten kan worden gebruikt). Stamgegevens bewerken: in de browser worden alle stamgegevens weergegeven en kunnen daar worden bewerkt. Alle stamgegevens bevinden zich in een stamgegevenspool, in een centrale directory die tijdens de installatie is gemaakt en met de meegeleverde gegevens is gevuld. Het onderhoud en de uitbreiding van de stamgegevens vindt plaats in deze centrale pool. Hiervoor zijn speciale tools beschikbaar. Alle gebruikte stamgegevens worden zonder uitzondering in het project opgeslagen. Een project is dus altijd volledig en kan geheel zelfstandig worden gebruikt. Het project kan (met zijn stamgegevens) uit het archief of door een andere gebruiker worden ingelezen, zonder (via de stamgegevens) ander projecten te beïnvloeden. Stamgegevens bewerken: in de pagina-navigator worden alleen projecten (en geopende stamgegevensbladen) weergegeven. De stamgegevens worden met behulp van speciale editors bewerkt (bijvoorbeeld de formuliereditor en de symbooleditor). Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 15

16 Artikelbeheer Artikelbeheer Het artikelbeheer gebruikt geen Unicode. Functie "Artikelsymbolen automatisch op montageplaten plaatsen"... Volledig Unicode-compatibel. Voor het artikelbeheer en de selectie kan een eigen weergavetaal worden gekozen, die onafhankelijk is van de (project)weergavetaal die op dat moment in P8 wordt gebruikt.... vervallen; in plaats daarvan: Componenten op DIN-rails plaatsen. 16 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

17 Verbindingen Verbindingen Netwerkgebaseerde verbindingen... Verbindingen coderen... vervallen. Verbindingsnummering Gewijzigde werkwijze bij verbindingen: gebruik van verbindingsdefinitiepunten (zie Definities van termen) Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 17

18 Macro's Macro's zijn er alleen macro's (= venstermacro's in P8) en paginamacro's; deze kunnen in de databank of als bestand worden opgeslagen. Macrovarianten... In P8 zijn er daarnaast ook venstermacro's, macroprojecten en macrovakken.... vervallen en worden vervangen door de definitie van tijdelijke aanduiding-objecten. 18 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

19 Apparaatselectie Apparaatselectie "Gedefinieerde onderdelen"... Aparte relaiskeuze, stekerkeuze... vervallen en worden vervangen door apparaten, waarbij apparaten echter op elk moment kunnen worden gewijzigd. De relaiskeuze (relaisselectie) is geïntegreerd in de apparaatselectie en wordt vanuit het tabblad Artikel van het eigenschappendialoogvenster van een functie gestart. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 19

20 Revisiebeheer Revisiebeheer Revisie Revisiebeheer Vergelijkingsproject Werken met vergelijkingsprojecten. Bovendien biedt P8 voor het werken met revisies de mogelijkheid om een revisiestatus te bevriezen (d.w.z. het project af te sluiten) en in de revisie verder te werken. 20 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

21 Bemating Bemating NC-bemating vervallen; in plaats hiervan zijn er nieuwe bematingstypen, zoals doorlopende bemating, oplopende bemating, hoekbemating en cirkelbemating. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 21

22 Zoekfunctie Zoekfunctie Functie Zoeken en vervangen Vereenvoudigde bediening en aanvullende weergave in resultatenlijsten. 22 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

23 Backup Backup Generering van een archiefbestand Uitgebreide mogelijkheden: aanvullend opslaan, veilig opslaan en archiveren. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 23

24 Nieuwe pictogrammen Nieuwe pictogrammen In de Onderdelen-navigator worden logische projectgegevens weergegeven: Pictogram Pictogram Betekenis Geen plaatsing Geplaatst ---- Projectstructuurniveau (normonafhankelijke weergave) ---- Projectstructuurniveau (voortekenweergave) ---- Kenletter ---- Onderdelen Meerlijnige hoofdfunctie, weergavetype "Meerlijnig" Enkellijnige hoofdfunctie, weergavetype "Enkellijnig" Meerlijnige nevenfunctie Enkellijnige nevenfunctie, weergavetype "Enkellijnig" ---- Nevenfunctie, weergavetype "Paarkruisverwijzing" ---- Nevenfunctie, overzichtsplaatsing, weergavetype "Overzicht" Bovenliggende hoofdfunctie Bovenliggende functie ---- Functiesjabloon Apparaatkast, PLC-kast (hoofdfunctie) Apparaatkast, PLC-kast (nevenfunctie) Afscherming (hoofdfunctie) Afscherming (nevenfunctie) Kabeldefinitie (hoofdfunctie) 24 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21

25 Pictogram Pictogram Betekenis Nieuwe pictogrammen Kabeldefinitie (nevenfunctie) Stekerdefinitie (hoofdfunctie) Stekerdefinitie (nevenfunctie) Klemmenstrookdefinitie (hoofdfunctie) Klemmenstrookdefinitie (nevenfunctie) ---- Artikelplaatsing, weergavetype "Schakelkastopbouw" of "Gedetailleerde schakelkastopbouw" ---- Artikelen In de boomweergave van de Pagina-navigator wordt met een pictogram aangegeven om welk type pagina het gaat: Pictogram Betekenis Meerlijnige schemapagina Enkellijnige schemapagina Schemapagina voor de Fluid-techniek Grafische pagina (paginatypen "Tekening", "Schakelkastopbouw" en "Overzicht") Automatisch gegenereerde pagina (alle verwerkingen: overzichten, lijsten en schema's) Pagina met niet nader bepaald "Extern document". Als het programma op de computer is geïnstalleerd, wordt het bijbehorende pictogram weergegeven; als dat niet het geval is, wordt het hier afgebeelde "neutrale" pictogram weergegeven. Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21 25

26 Nieuwe pictogrammen In de boomweergave van het Projectbeheer wordt met een pictogram aangegeven of een project is ingepakt of veilig is opgeslagen: Pictogram Betekenis Het project is ingepakt. Om het project in EPLAN uit te pakken, dubbelklikt u op de projectnaam. Het project wordt teruggezet en in de pagina-navigator weergegeven. Het project is voor externe bewerking veilig opgeslagen. U kunt het project als alleen-lezen in EPLAN openen. 26 Aanwijzing voor overstappers EPLAN 21