3. EXTRACTIES 3.1. VLOEISTOF-VLOEISTOF EXTRACTIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3. EXTRACTIES 3.1. VLOEISTOF-VLOEISTOF EXTRACTIE"

Transcriptie

1 3. EXTRACTIES Vloeistof-vloeistof extracties zijn vaak één van de eerste stappen bij (bio)analytische bepalingen, naelijk bij de staalnae/voorbereiding, aar worden ook vaak tijdens de analyse aangewend (bv. bij derivatisaties; zie Hoofdstuk 5.8 en 6.3). Het onderliggende principe kot ook terug bij de theoretische benadering van chroatografie (zie Hoofdstuk 4). Bij de staalvoorbereiding is een andere extractie techniek, vaste fase extractie (solid phase extraction, SPE), ook erg populair, aar deze zal echter later besproken worden (Hoofdstuk 8) VLOEISTOF-VLOEISTOF EXTRACTIE Bij extracties worden twee vloeistoffen, die et elkaar niet engbaar zijn, saengebracht. Het analyt is voor de extractie opgelost in de eerste vloeistof. Bij biocheische analyses is dit noraliter de biologische atrix, welke eestal of voornaelijk uit water bestaat (bv. urine, plasa, weefsel hoogenaat, cel lysaat). Hieraan wordt een tweede vloeistof (of solvent), niet engbaar et de eerste, toegevoegd en het geheel wordt zeer goed geschud. Nadien laat en het engsel rusten o twee fasen te bekoen (wat door centrifugatie versneld kan worden). Het analyt zal zich hierbij verdelen tussen de twee solventen, en dit afhankelijk van zijn relatieve oplosbaarheid in beide fasen. De verhouding van de concentraties 4 van het analyt in de twee solventen wordt weergegeven door de partitiecoëfficiënt of distributiecoëfficiënt, K d. C s K d et C s = concentratie van het analyt in het solvent C C = concentratie van het analyt in de atrix Anorganische stoffen en polaire organische oleculen zullen vooral in de waterfase achterblijven; niet-polaire analyten zullen bij voorkeur partitioneren naar de organische fase. Bij lage K d waarden, kan en de extractie efficiëntie verhogen door de fase waarin het analyt zich bevindt te verwijderen en de extractie te herhalen. Indien eer dan drie successieve extracties nodig zijn, loont het de oeite, zeker uit praktisch/econoisch standpunt, o een ander solvent te zoeken. Voorbeeld: Extractie van lipiden volgens Bligh en Dyer 5 Dit is één van de basis procedures voor de analyse van lipiden. Een waterig staal (0.8 vol.) wordt geschud/geengd et 1 vol. chlorofor en vol. ethanol (dit geeft een éénfasisch engsel). Vervolgens wordt 1 vol. chlorofor en 1 vol. water toegevoegd (twee fasen) en het geheel geschud. 4 In verdunde oplossingen is de partitie coëfficiënt bij eerste benadering onafhankelijk van de concentraties. Het gebruik van activiteiten ipv. concentraties zou correcter zijn. 5 Bligh E.G. & Dyer W.J. (1959) A Rapid Method of Total Lipid Extraction and Purifikation. Can. J. Bioche. Physiol. 37,

2 Na centrifugatie worden de lipiden teruggewonnen in de onderste fase (voornaelijk chlorofor); suikers, ainozuren, zouten blijven in de water/ethanol fase. Welke principes werden hier aangewend? Voor- en nadelen? denaturatie + hydrofobe interacties opheffen; halogeen Distributiecoëfficiënten hebben betrekking tot een enkel species van het analyt, zonder rekening te houden et eventuele zijreacties. Ionisatie is één van de zijreacties die extracties negatief kunnen beïnvloeden. Voorkennis van het analyt zorgt ervoor dat deze eigenschap ook in positieve zin kan aangewend worden. Beschouwen we de extractie van een organisch zuur (), vanuit water naar ether. Wanneer de waterfase aangezuurd is (bv. et HCl) zodat ph < pk van, geldt de forule K d ether water Wanneer de waterfase echter niet is aangezuurd, zal dissociëren - H + + B - H B K a zodat er twee onafhankelijke evenwichten tijdens de extractie optreden, waarbij het dissociatie evenwicht enkel geldt voor de oleculen in de waterfase; het partitie evenwicht enkel voor de nietgedissocieerde oleculen. Bij extracties onder zulke condities is het eestal belangrijker o de hoeveelheid geextraheerd analyt te kennen, en niet zozeer de vor ervan. Dit wordt uitgedrukt in de distributieverhouding, D. Bij het voorbeeld van het organisch zuur wordt dit D ether B water D water K ether a H water D ether water 1 Ka H D 1 K d K H a Hieruit blijkt het belang van de ph : hoe lager deze, hoe dichter D de waarde van K d zal benaderen. Bij een analyte et een K a van 10-4 wordt 99 % van het analyt geextraheerd bij ph ; bij ph 4 (waar D aar de helft bedraagt van K d ) echter aar 50 % (tov. een niet geladen analyt et dezelfde K d ). Metaal coplexatie en ionparing zijn voorbeelden van andere zijreacties die extracties beïnvloeden. Voorbeeld : Extractie van vetzuren Bij soige defecten in itochondriale -oxidatie zullen iddellange vetzuren (CH 3 -(CH ) n -COOH, n= 6-1) opstapelen en de concentratie ervan zal in plasa en urine verhoogd zijn. Bij fysiologische ph zijn ze gedissocieerd (de pk van de carboxygroep schoelt rond 4). O deze vetzuren te isoleren 4

3 uit urine, zal en het staal aanzuren en de waterfase verzadigen et een zout (bv. NaCl). Hierna wordt een solvent (bv. ethylacetaat of diethylether) toegevoegd. Na schudden, verdelen de organische zuren zich in de organische fase; andere bestanddelen zoals suikers en ainozuren blijven in de waterfase. Door het toevoegen van het zout, wordt de extractie efficiëntie verhoogd. Tot welke ph oet en aanzuren? Is deze ethode ook geschikt voor plasa? In Tabel 3.4 zijn een aantal solventen opgesod die bij extracties gebruikt worden (en ook bij chroatografische scheidingen). De keuze ervan is niet arbitrair. Vooreerst oeten ze een bifasisch engsel geven (zie Tabel 3.5). Ook aanbevolen is het kookpunt na te gaan. Iers, vooraleer het analyt geeten of verder gescheiden kan worden, oet dit solvent eestal verwijderd worden (rotovap; drogen onder stikstof). Sos kan het extract direct verder verwerkt/geanalyseerd worden. In dit geval oet en de copatibiliteit van het extractie solvent et het solvent van de volgende toepassing nagaan (zie verder). Tenslotte zijn vele solventen toxisch (werk in afzuigkast; beperk blootstelling; keuze van inst toxische)! 5

4 Tabel 3.4. Solvent eigenschappen* FYSISCHE PARAMETERS solvent kookpunt vriespunt dichtheid dielectrische constante (Debye eenheden) diethylether ,708 4,3 carbon disulfide ,56,6 aceton ,785 0,7 chlorofor ,480 4,8 ethanol ,787 3,6 tetrahydrofuran ,884 7,6 diisopropylether ,74 3,9 carbon tetrachoride ,584, ethylacetaat ,895 6,0 ethanol ,785 4,3 benzeen ,874,3 acetonitril ,790 37,5 cyclohexaan ,774,0 isopropanol ,781 18,3 water ,000 78,5 dioxaan ,07, tolueen ,86,4 azijnzuur ,050 6, n-butanol ,806 17,5 N,N-diethylforaide ,945 34,8 diethyleenglykol ,100 37,7 * zie ook Tabel 3.5 en 4.3 6

5 xyleen water trichloroethyleen tolueen tetrahydrofuraan di-iso-propylether iso-propanol n-propanol pentaan ethylethylketone ethyl-1-butylether ethanol hexaan heptaan di-ethylether ethanol ethylacetaat dioxaan diethylsulfoxide diethylforaide dichloroethaan 1,-dichloroethaan cyclohexaan chlorofor butylacetaat n-butanol acetonitril aceton azijnzuur SOLVENT azijnzuur aceton acetonitril butylacetaat n-butanol chlorofor cyclohexaan 1,-dichloroethaan dichloroethaan diethylforaide diethylsulfoxide dioxaan ethylacetaat ethanol di-ethylether heptaan hexaan ethanol ethyl-1-butylether ethylethylketone pentaan n-propanol isopropanol di-iso-propylether tetrahydrofuraan tolueen trichloroethyleen water xyleen Niet engbaar Mengbaar Tabel 3.5. Mengbaarheid van solventen 7

6 4. CHROMATOGRAFIE 4.1. CHROMATOGRAFISCHE PRINCIPES Aan de hand van partitiechroatografie (zie.) zullen we nu een aantal eigenschappen en paraeters van een chroatografische scheiding uitleggen. Beschouwen we een sectie van een kolo obiele fase stationaire fase waarbij een stof X zich verdeelt tussen de gebonden en de obiele fase. Net zoals bij extracties, kan en een partitiecoëfficiënt definiëren als C s K waarbij C s = concentratie X in de stabiele fase (kologebonden fase) en C C = concentratie X in de obiele fase (loopvloeistof). O de scheiding tijdens een chroatografisch proces beter te visualiseren, vervangen we de kolosectie door een beker [zie in Figuur 4.1] waarin twee solventen (en waarbij en de onderfase als stationaire fase zou kunnen beschouwen; de bovenfase als de obiele fase). Bij evenwicht en bij K = 0,5 voor stof X, zal de concentratie van X in de bovenste fase twee aal hoger zijn dan in de onderste fase. Laten we nu de bovenste fase overbrengen naar een volgend recipiënt (waarin een nieuwe hoeveelheid onderfase aar zonder analyt) en bij het eerst recipiënt opnieuw een hoeveelheid bovenfase (ook zonder analyt) toevoegen. Na uitwisseling tussen beide fasen, zal X zich verdelen in beide bekertje volgens zijn K waarde. Met toeneend aantal overzettingen ontstaat een verdeling van het analyt over de verschillende recipiënten, die zal evolueren naar een Gauss-kurve. Vraag : Wat gebeurt er et een analyt et K = 0? Of indien K =? Hoe eer affiniteit het analyt heeft voor de onderfase, hoe trager het analyt zal voortschrijden over de verschillende bekers. Hoe eer affiniteit het analyt heeft voor de bovenfase, hoe sneller het zal verdwijnen uit de onderfase, en hoe dichter het zich bij de laatste beker zal bevinden. Beschouwen we nu de verdeling van twee analyten et verschillende partitiecoëfficiënt (K-waarden), zoals geïllustreerd in Figuur 4., voor analyten et K-waarde 0,5 en. Vraag : Welk analyt loopt voorop? 8

7 Figuur 4.1. Tegenstrooverdeling na 4 transfers en K=0,5. Figuur 4.. Grafische voorstelling van de verdeling na 4,8, en 19 transfers bij K = 0,5 en. 9

8 Naargelang het aantal recipiënten toeneet, worden de verschillen in snelheid van beweging sterker en scheiden de pieken zich eer en eer. Het vertragend effect van de grotere oplosbaarheid in de onderfase wordt dus duidelijker en geeft een scheiding van beide analyten. We onthouden hieruit reeds enkele principes: - een groot verschil in partitiecoëfficiënt tussen analyten zorgt voor een snellere scheiding - een toeneend aantal recipiënten verhoogt het scheidingsverogen van twee analyten et een verschillende K-waarde. - een hogere affiniteit voor de onderfase (hoge K-waarde) geeft een tragere transfer van het analyt Indien we het bekertje terug ruilen voor een kolosectie en de onderfase en bovenfase de stationaire, respectievelijke obiele fase worden van deze kolosectie, dan geldt : - hoe eer affiniteit het analyt heeft voor de stationaire fase (hoge K-waarde), hoe trager het zal verdwijnen uit deze sectie bij continue stroing van de obiele fase (en dus een laattijdigere elutie en een grotere retentietijd). In tegenstelling tot het voorbeeld et de bekers, is er bij kolochroatografie echter een continue transfer (en dit over een groter aantal bekers et een kleiner volue). Verschillen in K-waarden gaan dus leiden tot verschillen in tijdstip van elutie van de kolo. Het profiel van de elutie van de coponenten van de kolo (ogezet via een detector tot een signaal) noet en het chroatogra. Het chroatogra is de grafische voorstelling van de concentratie van het analyt in de loopvloeistof zoals zij van de kolo afkot [Figuur 4.3]. Figuur 4.3. Chroatographische scheiding en chroatogra. a. Scheiding van coponenten A en B tijdens kolochroatografie. b. Het detector signaal tijdens de verschillende elutietijdstippen in a. 30

9 4.. CHROMATOGRAFISCHE PARAMETERS Een eerste paraeter van partitiechroatografie, de partitiecoëfficiënt (ook distributiecoefficiënt genoed), werd reeds gedefinieerd C K C s hierbij is C s = de concentratie van het analyt in de stationaire fase en C = de concentratie van het analyt in de obiele fase. Het relatieve volue van de stationaire fase over de obiele fase wordt U genoed. V U V s hierbij is V s = het volue van de stationaire fase en V = het volue van de obiele fase. De totale hoeveelheid van het analyt in de stationaire fase is gelijk aan de concentratie in de stationaire fase C s aal het volue van de stationaire fase V s. De verhouding van het analyt over beide fasen wordt als k' benoed : k' C C s.v s.. V V K. V s K. U Piekparaeters Bij een chroatogra, et één of eerdere pieken, kunnen we volgende paraeters aanduiden: t R t 0 Figuur 4.4. Chroatogra en retentietijd. Retentietijd en capaciteitsfactor Bij de start van de injectie van het analyt begint de tijd op het chroatogra te lopen. Een stof die zich volstrekt niet partitioneert naar de stationaire fase en et de loopfase ee igreert geeft de nultijd aan. De nultijd t 0 is dus de tijd die de loopvloeistof nodig heeft o van het punt van injectie tot het einde van de kolo op de detector te passeren [Figuur 4.4]. Op dezelfde anier is V 0 gedefinieerd, het volue dat gedurende t 0 door de detector passeerde. In gaschroatografie noet en dit sos de gas-holdup tijd, bij vloeistofchroatografie het dood volue (void volue), of de solvent piek. 31

10 Het tijdstip waarop het axiu van de piek van het analyt doorkot, noet en de retentietijd, t R. De retentietijd van coponent A is t R (A). De aangepaste retentietijd t' (adjusted retention tie) is: t' R (A) = t R (A) - t 0 Deze paraeter duidt dus aan hoezeer het analyt tegengehouden wordt en vertraagd wordt op de kolo door de verdeling naar de stationaire fase. Indien we dit corrigeren voor het volue van de kolo aan de hand van de t 0 definiëren we de capaciteitsfactor k' (capacity factor; voor A). tr (A) - t0 k' t 0 Deze factor (zonder diensie!) weerspiegelt de capaciteit van de kolo o analyt A te weerhouden en is gerelateerd aan de verdelingscoëfficiënt C s. Vs k' K. U C. V Piekbreedte Onder ideale ostandigheden zal de elutie van een analyt een Gauss-verdeling volgen. De breedte van de elutiepiek, piekbreedte of W, wordt geeten ter hoogte van de basislijn vanuit de tangentiaallijn aan de zijkant van de piek [Figuur 4.5]. De totale hoeveelheid van analyt is evenredig aan de oppervlakte onder de piek. W zal beïnvloedt worden door de sterkte van de retentie. Een piek wordt dus gekenerkt door drie paraeters : de retentietijd t R, de piekhoogte h, en de piekbreedte W. Sos eet en de piekbreedte, d (of W/), op de halve piekhoogte [Figuur 4.5]. h d h/ Figuur 4.5. Chroatogra en piekbreedte Scheidingsparaeters Bij eerdere pieken in een chroatogra, kan en de scheiding tussen twee pieken aan de hand van volgende paraeters beschrijven: Relatieve retentietijd Beschouw een chroatografische scheiding van twee analyten A en B, analyt A heeft een retentietijd t R (A), analyt B heeft een retentietijd t R (B). Het belangrijkste verschil tussen coponent A en 3

11 coponent B is een verschil in de retentie op de kolo. Dit kan weergegeven worden door de relatieve retentietijd, t' t' R R (B) (A) Meestal neen we A als het analyt et de grootste retentietijd, zodat < 1. Delen we de teller en de noeer door t 0 dan bekoen we t' t' R R (B) (A) k' B k' A Dus is gelijk aan de verhouding van de capaciteitsfactoren. Gezien de capaciteitsfactor direct gerelateerd is aan de verdelingscoëfficiënt geeft de relatieve retentietijd het verschil weer in de partitie coëfficiënt K tussen stoffen A en B (als verhouding van K A en K B ). Resolutie In Figuur 4.6 zien we een scheiding van twee coponenten A en B. Bij een volledige scheiding tussen twee analyten zal het detectiesignaal terugkeren tot op de basislijn. Pieken die dichter bij elkaar elueren, zullen eer in elkaar overlopen. Bovendien, hoe breder de pieken, hoe sneller ze zullen overlappen. De scheiding tussen stof A en stof B wordt dus zowel bepaald door het verschil in retentietijden aar ook door de breedte van de elutiepieken. Het verschil in retentietijd, t R, is : t R = t R (B) - t R (B) = t B - t A a b c Figuur 4.6. Bepaling van R voor verschillende waarden van t R en W. Een goede scheiding is eveneens afhankelijk van de breedte van piek A en B, W A en W B. De resolutie, R s, wordt dan gedefinieerd als : 33

12 R s tr (B) - tr (A) tr WB WA WB WA Een goede scheiding tot op de basislijn vereist een resolutie groter of gelijk aan 1,5. Bij een resolutie gelijk aan 1 is er een kleine overlapping zoals te zien [Figuur 4.6 b] en bij een resolutie van inder dan 1 wordt deze overlapping onaanvaardbaar hoog [Figuur 4.6 a] Kolo-afhankelijke paraeters Het is duidelijk dat de hierboven beschreven paraeters, zowel de piekparaeters zelf als de resolutie, afhankelijk zullen zijn van de kolo. Of algeener oschreven, deze paraeters zijn bij elke vor van chroatografie afhankelijk van de fysische en cheische eigenschappen van stationaire fase. De twee belangrijkste begrippen hierbij zijn de theoretische plaat en plaathoogte. Theoretische plaat De efficientie van een kolo wordt traditioneel uitgedrukt aan de hand van het aantal theoretische platen (N). Eén theoretische plaat kan en beschouwen als het kleinste stukje van een kolo (volue van stationaire fase plus bijgaande obiele fase) waarin één volledige uitwisseling plaatsvond. In een kolo bevinden zich dus N successieve theoretische platen achter elkaar. De grootte van één theoretische plaat is niet gekend, aar et behulp van de piekparaeters t R en W kan en N berekenen als volgt: t R t R N of t R 4t R N 16 (gegeven 6 dat W=4) W W Vaak is het akkelijker de piekbreedte 7 bij halve hoogte te eten (bv. bij onvolledige scheiding), vandaar volgende vergelijking:.355 t N d R tr d Hieruit volgt dat N ogekeerd evenredig is et de zoneverbreding (eer platen, betere scheiding, sallere pieken) [Figuur 4.7]. Hoe groter N, hoe efficiënter de kolo. 6 Wanneer een staal wordt ingespoten op een kolo zal dit initiëel een scherpe dunne zone et rechthoekige aflijning zijn, die tijdens het doorlopen van de kolo een Gauss kurve aanneet. De piekverbreding kan en dus uitdrukken als de variantie ( ) en de basis van de piek als 4. 7 De piekbreedte bij halve hoogte bij een Gauss verdeling is gelijk aan

13 Figuur 4.7. Verband tussen aantal platen en piekvor. Tijdens de beweging doorheen de kolo zullen de initieel scherp afgelijnde concentratieverschillen van het aangebrachte staal (weergegeven in stippellijn) vervagen en een Gauss verdeling aanneen. De vor ervan is afhankelijk van N. Theoretische plaathoogte De theoretische plaathoogte (HETP; height equivalent to a theoretical plate), het volue van de kolo waarin een volledige uitwisseling en partitionering geschiedt, kan en berekenen uit de kololengte L en het aantal theoretische platen N (of de piekparaeters). HETP L N L 16 W t R HETP weerspiegelt de eigenschappen van de kolo die bijdragen tot het scheidend verogen (voor het bestaande systee van kolo, loopvloeistof en analyt!). Hoe kleiner de theoretische plaathoogte, hoe kleiner de piekbreedte, hoe groter het aantal theoretische platen voor een gegeven lengte van de kolo, en hoe beter het scheidend verogen van de kolo. Vraag : Hoeveel bedraagt de theoretische plaathoogte HETP bij goede koloen (N = tot per )? enkele µ. Terwijl N nuttig is de efficientie van verschillende koloen te vergelijken, kan HETP gebruikt worden o de efficientie van een kolo onder verschillende condities te vergelijken. HETP wordt kleiner als de efficientie verhoogt, wat eestal gebeurt bij kleinere partikels 8 en inder visceuze vloeistoffen. De ideale HETP (of H) waarde is nul, aar er zijn een drietal factoren die H beïnvloeden. 1. analyten (oleculen) volgen verschillende 'rando' wegen et verschillende lengte doorheen de kolo (ook bij een lege kolo!), wat leidt tot piekverbreding. Bij koloen et een niethoogene pakking (HPLC-koloen et korrels; gepakte GC-koloen) zal deze diffusie, bekend als Eddy diffusie, eer uitgesproken zijn [Figuur 4.8]. 8 O de kolo efficiëntie onafhankelijk van de partikelgrootte te bestuderen, gebruikt en sos de gereduceerde plaathoogte h = HETP/µ 35

14 . oleculen diffunderen van hoge naar lage concentraties, en deze diffusie zal zowel voor- als achterwaarts optreden tijdens het igreren door de kolo (longitudinale diffusie). Het diffusie effect wordt uiteraard inder indien de obiele fase sneller beweegt [Figuur 4.9]. 3. het concept 9 van de theoretische plaat is gebaseerd op een volledige uitwisseling tussen de obiele en de stationaire fase. Een evenwicht kan wel zeer vlug bereikt worden, aar echter nooit oniddellijk. De continue beweging van de obiele fase zorgt voor afwijkingen : C s /C zal kleiner zijn dan K bij de kop van de piek (leading zone), en groter dan K bij de staart van de piek (trailing zone). [Figuur 4.8]. Dit fenoeen, bekend als weerstand tegen assaoverdracht, zal ook tot bandverbreding in beide richtingen leiden. Hoe groter de vloeisnelheid, hoe inder tijd het analyt heeft o te equilibreren tussen obiele en stationaire fase en hoe breder de theoretische plaat wordt. Figuur 4.8. Scheatische voorstelling van piekverbreding veroorzaakt door Eddy-diffusie. obiele fase stationaire fase Figuur 4.9. Concentratieprofielen doorheen een zone van een chroatografische kolo. a. ideale situatie; b. bandverbreding door longitudinale diffusie; c. bandspreiding veroorzaakt door trage equilibratie tussen de fasen. Deze drie factoren opereren in of eer onafhankelijk, en het finale effect op de piekbreedte is dus afhankelijk van hun soatie : 9 Martin A.J.P. & Synge R.L.M. (1941) A New For of Chroatogra Eploying Two Liquid Phases. 1. A Theory of Chroatography.. Applikation to the Micro-deterination of the Higher Monoaino Acids in Proteins. Bioche. J. 35, ; Nobelprijs scheikunde 195 voor de ontwikkeling en theoretische benadering van verdelingschroatografie. 36

15 H = aandeel van niet-gelijke aandeel diffusie over de weglengten + kololengte + aandeel van niet-evenwicht Eddy diffusie longitudinale diffusie assa transfer Dit kan zelfs in een atheatische forule gegoten worden, de Van Deeter vergelijking 10, in een vereenvoudigde vor als volgt : B H HETP A C.µ µ A,B, en C kan en beschouwen als constanten voor een welbepaalde kolo (aar elke constante ovat verschillende experientele paraeters specifiek voor het type van chroatografie en zijn coplexer dan hier getoond). De ter µ is de geiddelde lineaire (vloei)snelheid. Deze wordt uitgedrukt in afstand/tijd (c/seconde) 11, en is evenredig et het debiet van de obiele fase (volue/tijd; l/inuut) gerelateerd naar het oppervlakte van de kolo waarover deze obiele fase vloeit. De constante A, de Eddy-diffusie coëfficiënt, is afhankelijk van de grootte en uniforiteit van de partikels of van de packing van het koloateriaal. Kleine, unifore partikels geven een kleine A constante. Voor goede koloen ligt A eestal dicht bij nul. De B ter of de oleculaire diffusiefactor weerspiegelt de diffusie en dispersie van oleculen in de obiele fase (indien deze zou blijven stilstaan), en is gerelateerd et de diffusie over de kololengte. B is vooral van belang bij GC waar door de inherente Brownsiaanse bewegingen dispersie van het analyt in de gasfase 1 optreedt. Onthou dat B ogekeerd evenredig is et de vloeisnelheid van de obiele fase. De ter C of de weerstand tegen assaoverdracht, is een coplexe vergelijking in functie van de geoetrie van de stationaire fase, de distributiecoëffiënt, en de diffusiesnelheden in beide fasen. Beerk dat C recht evenredig is et µ. De relatieve contributie van de factoren A,B en C is afhankelijk van het type chroatografie (gaschroatografie of vloeistofchroatografie), van het type kolo (capillaire kolo versus partikel kolo) en van de aard van de packing. Deze constanten kan en experienteel bepalen, aar de factor die het akkelijkste controleerbaar is, is de vloeisnelheid. Let wel op, de vloeisnelheid kot in de Van Deeter vergelijking voor op twee plaatsen. Bij te hoge snelheid zal bandverbreding ontstaan door beperkte assaoverdracht tussen de obiele en stationaire fase geven. Bij te trage snelheid zal de longitudinale diffusie doineren bij de bepaling van H. Een optiale loopsnelheid ( opt ) waarbij de theoretische plaathoogte het kleinste is (H opt ) en bijgevolg de resolutie het best, kan en grafisch [Figuur 4.10] en experienteel afleiden. 10 De Van Deeter vergelijking werd afgeleid door een groep Nederlandse petroleucheisten. 11 Bij GC; bij kolochroatografie wordt µ eestal in c/hr uitgedrukt. 1 Diffusie in vloeistoffen is ongeveer 10 5 trager dan in gas. 37

16 H H GC B µ C.µ A H opt LC vloeisnelheid, µ µ opt vloeisnelheid, µ Figuur Grafische voorstelling van de Van Deeter vergelijking. De resolutievergelijking De resolutie van twee coponenten is afhankelijk van de relatieve retentietijd, de capaciteitsfactor k en het aantal theoretische platen N. Men kan de volgende resolutievergelijking afleiden: R s N 16-1 k' k' 1 Deze resolutievergelijking geeft bijgevolg de sleutels waardoor we de scheiding van twee stoffen ten opzichte van elkaar kunnen verhogen. - het aantal theoretische platen verhogen door (ofwel een langere kolo, ofwel een kolo et een kleinere theoretische plaat) - de fysische en scheikundige eigenschappen van het chroatografisch systee aanpassen zodat de relatieve partitie tussen obiele fase en stationaire fase beïnvloed wordt. Dit heeft een invloed op enerzijds de k -waarden en anderzijds op de -waarde (stationaire en/of obiele fase aanpassen; teperatuur veranderen). 38

Cursus HPLC. Deel 1. Cursus HPLC 1

Cursus HPLC. Deel 1. Cursus HPLC 1 Cursus HPLC Deel 1 Cursus HPLC 1 Inleiding HPLC FPLC CE GLC = High Performance Liquid Chromatografie = Fast Proteine Liquid Chromatografie = Capillaire Electroforese (scheiding van componenten m.b.v. spanningsverschil)

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1 Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1 Opgave 1 a Welke voordelen heeft een capillaire kolom ten opzichte van een gepakte kolom? Veel betere scheiding: hoger schotelgetal b Welk nadeel is aan een capillaire

Nadere informatie

Van STIP chromatografie naar SPE extractie is een kleine stap...

Van STIP chromatografie naar SPE extractie is een kleine stap... Van STIP chromatografie naar SPE extractie is een kleine stap... Als het verhaal in het vorige extract begrepen is dan klinkt de titel van dit hoofdstuk niet zo vreemd. Uitgelegd is dat de zure/neutrale

Nadere informatie

Vast-vloeistof extractie met een Soxhlet-apparaat en vloeistof-vloeistof extractie met een scheitrechter

Vast-vloeistof extractie met een Soxhlet-apparaat en vloeistof-vloeistof extractie met een scheitrechter Vast-vloeistof extractie met een Soxhlet-apparaat en vloeistof-vloeistof extractie met een scheitrechter Extractie Men spreekt van extractie als men uit een vast of vloeibaar mengsel één van de componenten

Nadere informatie

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes. Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking

Nadere informatie

Dunnelaagchromatografie

Dunnelaagchromatografie Dunnelaagchromatografie Inleiding Chromatografie is de scheiding van een mengsel van twee of meerdere stoffen door verdeling tussen twee fasen, waarbij één fase bewegend is (mobiel) en de andere stationair.

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak

Nadere informatie

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid Bepaling van de elektrische geleidbaarheid april 2006 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/004 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 2.1 SPECIFIEKE GELEIDBAARHEID, ELEKTRISCHE GELEIDBAARHEID (γ)... 3 2.2

Nadere informatie

Scheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D>

Scheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D> Scheikunde Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C 6 H 12 O 6 ) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0

Nadere informatie

Meten en Maken 1. Toets Harris 26-04-2010

Meten en Maken 1. Toets Harris 26-04-2010 Meten en Maken 1 Toets Harris 26-04-2010 Deze toets bestaat uit vier opgaven die even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad. Dit maakt

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten

Nadere informatie

Chemie 2001 Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C6H1206) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0 liter

Nadere informatie

ANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID

ANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID 1 TOEPASSINGSGEBIED GELEIDBAARHEID Deze procedure beschrijft de bepaling van de elektrische geleidbaarheid in water (bijvoorbeeld grondwater, eluaten, ). De beschreven methode is bruikbaar voor alle types

Nadere informatie

Vragen. Ijkingstoets bio-ingenieur 1 juli pagina 1/9

Vragen. Ijkingstoets bio-ingenieur 1 juli pagina 1/9 Ijkingstoets bio-ingenieur juli 209 - pagina /9 Vragen. Op hoeveel manieren kan je de letters van het woord STOEL rangschikken? A. 20 B. 60 C. 30 D. 5 2. Gegeven de functie ƒ : R R met als grafiek onderstaande

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M? Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing

Nadere informatie

Bepaling van de totale organische koolstof (TOC) en/of de opgeloste organische koolstof (DOC) in water

Bepaling van de totale organische koolstof (TOC) en/of de opgeloste organische koolstof (DOC) in water Bepaling van de totale organische koolstof (TOC) en/of de opgeloste organische koolstof (DOC) in water september 2009 Pagina 1 van 5 WAC/III/D/050 INHOUD 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES...

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Theorie GC. http://www.nano2.nl/theoriegc.pdf versie: 050515 2005 Frans Killian

Theorie GC. http://www.nano2.nl/theoriegc.pdf versie: 050515 2005 Frans Killian Theorie GC http://www.nano2.nl/theoriegc.pdf versie: 050515 2005 Frans Killian INHOUD blz. 1 Chromatografie 2 2 Vloeistofchromatografie 2 3 Gaschromatografie 2 4 De opbouw van de gaschromatograaf 3 5 De

Nadere informatie

Chromatografische experimenten met een SPE kolom

Chromatografische experimenten met een SPE kolom Chromatografische experimenten met een SPE kolom Frans Killian, juni 2007 www.nano2.nl/spe.pdf Kleine Solid Phase Extraction kolommetjes voor preparatieve vloeistofchromatografie zijn te koop met verschillende

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Inleiding Zowel door natuurlijke processen (vulkanische activiteit, bosbranden en biologische processen) als menselijke activiteiten (industrie, landbouw en verkeer) zijn verscheidene organische stoffen

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen

Nadere informatie

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit de hand en wetenschappers schatten dat er jaarlijks

Nadere informatie

Opgave 1. Opgave 2. Bereken het chloorgehalte in de droge grond in μg/kg.

Opgave 1. Opgave 2. Bereken het chloorgehalte in de droge grond in μg/kg. Hoofdstuk 2 Monstervoorbehandeling bladzijde 1 Opgave 1 Bij de meting van chloorhoudende verbindingen in grond weeg je 2,05 g vochtige grond af. Dit wordt met aceton en petroleumether geëxtraheerd en ingedampt

Nadere informatie

Capillaire gaschromatografie

Capillaire gaschromatografie 1 2 Voordelen van een smalle piek: Hoge resolutie, maximaal gebruik van het scheidend vermogen van de kolom. Eenvoudige integratie, begin en einde van piek zijn makkelijk te herkennen. Lagere detectiegrenzen

Nadere informatie

Bio-farmaceutische bepaling van geneesmiddelen Deel IIc, vervolg

Bio-farmaceutische bepaling van geneesmiddelen Deel IIc, vervolg Bio-farmaceutische bepaling van geneesmiddelen Deel IIc, vervolg H. Lingeman Afdeling Analytische Chemie en Toegepaste Spectroscopie Vrije Universiteit De Boelelaan 1083, 1081 HV Amsterdam Vervolg 2.8

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Chromatografische analyse van kleine metabolieten in biologische matrixen Metabolieten zijn kleine moleculen (doorgaans < 1 kda) die het moleculair fundament van het leven vormen en het resultaat zijn

Nadere informatie

6. Oplossingen - Concentratie

6. Oplossingen - Concentratie 6. Oplossingen - Concentratie 1. Opgeloste stof Oplosmiddel Oplossing Een oplossing is een homogeen mengsel (oplossing) van een vloeistof (oplosmiddel of solvent) en een (of meer) andere stoffen (opgeloste

Nadere informatie

9 Stugheid en sterkte van materialen.

9 Stugheid en sterkte van materialen. 9 Stugheid en sterkte van aterialen. Onderwerpen: - Rek. - Spanning. - Elasticiteitsodulus. - Treksterkte. - Spanning-rek diagra. 9.1 Toepassing in de techniek. In de techniek ko je allerlei opstellingen

Nadere informatie

Examen C.I.T. - Eerste zit 2002-2003. Theorie

Examen C.I.T. - Eerste zit 2002-2003. Theorie Examen C.I.T. - Eerste zit 2002-2003 Theorie Geef van alle grootheden de betekenis en de dimensie!!! 1. Destillatie Deze vraag handelt over een multicomponentrectificatie. - Definieer de begrippen sleutelcomponenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +

Nadere informatie

Capillaire gaschromatografie

Capillaire gaschromatografie 1 2 3 Bij kwalitatieve analyse op basis van retentietijd methode wordt de retentietijd van de onbekende component (t r(c) ) vergeleken met de retentietijd van een z.g. standaard (t r(st) ). Indien t r(c)

Nadere informatie

Geleidbaarheid. Ministerieel besluit van 29 jan Belgisch Staatsblad van 18 feb 2015

Geleidbaarheid.  Ministerieel besluit van 29 jan Belgisch Staatsblad van 18 feb 2015 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie april 2006 CMA/2/I/A.2 Inhoud INHOUD 1 Toepassingsgebied 3 2 Definities 3 2.1 Specifieke geleidbaarheid,

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden Vraag 1 Welke van volgende formules stemt overeen met magnesiumchloriet? MgCl Mg(ClO 2 ) 2 Mg(ClO 3 ) 2 Mg3(ClO 3 ) 2 Optie A: Hier is wat kennis over het periodiek systeem der elementen

Nadere informatie

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN vwo Massaspectrometrie en IR-spectrometrie OPGAVE 1 MTBE is een stof die aan benzine wordt toegevoegd voor een betere verbranding (de klopvastheid wordt vergroot). Door middel

Nadere informatie

Verslag practicum composieten Kevin Kanters & Bastiaan de Jager. Inhoudsopgave

Verslag practicum composieten Kevin Kanters & Bastiaan de Jager. Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding. 3 2. Trekstaven. 4 2.1. Berekeningen trekstaven. 4 2.2. Meetresultaten trekstaven. 7 3. Buigbalken. 8 3.1. Berekeningen buigbalken. 8 3.2. Meetresultaten buigbalken. 10 4. Coposiet

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden Blootstelling aan contaminanten kan gebeuren door het inslikken van verontreinigde grond. Grond kan samen met voedsel ingenomen worden. Daarnaast krijgen

Nadere informatie

Practicum 1: bepalen enzymactiviteit

Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij practicum 1 Versie 2012-2013 In deze module ga je een experiment uitvoeren. In dit experiment moet je de verschillende

Nadere informatie

Meetonzekerheid bij de bepaling van de dichtheid van een cent

Meetonzekerheid bij de bepaling van de dichtheid van een cent Novubandproef 4-M01 ersie 0.1 Len 2010 Meetonzekerheid bij de bepalin van de dichtheid van een cent (bij Systeatische natuurkunde wo4 1.6) Benodid ateriaal: Hollandse cent, of eventueel een ander untstuk

Nadere informatie

De bepaling van anti-epileptica met behulp van solid phase extractie.

De bepaling van anti-epileptica met behulp van solid phase extractie. De bepaling van anti-epileptica met behulp van solid phase extractie. Hai Holthuysen Laboratorium apotheek Viecuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg Tegelseweg 210, 5912 BI Venlo hholthuysen@viecuri.nl

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014 Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/214 Vraag 1. Soortelijke warmte ( heat capacity or specific heat ) De soortelijke warmte geeft het vermogen weer van een systeem om warmte op te nemen. Dit

Nadere informatie

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur Vermeld op elk blad duidelijk je naam, studierichting, en evt. collegekaartnummer! (TIP: lees eerst alle vragen rustig

Nadere informatie

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat). Mest verwerken Dierlijke mest is vaak vloeibaar en bevat onder andere ammoniak en ammoniumzouten. Men kan uit deze drijfmest ammoniumsulfaat maken dat als meststof kan dienen. Omdat de prijs van kunstmest

Nadere informatie

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van de elektrische geleidbaarheid Versie november 2016 WAC/III/A/004 Inhoud INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED 3 2 DEFINITIES 3 2.1 Specifieke

Nadere informatie

MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN

MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN OEFENZITTING 1 1. De reactie tussen calciet (vaste stof; alkalisch) en (gas; zuur) is: Waarvoor bij en totale druk; is de in de atmosfeer die in evenwicht staat met de oplossing,

Nadere informatie

Studiedag : Ionenanalyse. Woensdag 24 november 2004 Hotel Serwir Koningin Astridlaan Sint-Niklaas

Studiedag : Ionenanalyse. Woensdag 24 november 2004 Hotel Serwir Koningin Astridlaan Sint-Niklaas Studiedag : Ionenanalyse Woensdag 24 november 2004 otel Serwir Koningin Astridlaan 57 9100 Sint-Niklaas Ionenchromatografie Principes en concepten E. Jooken Ion Paar hromatografie Is mogelijk met standaard

Nadere informatie

Wat is elektrische stroom? Geleiden samengestelde stoffen in vaste toestand de elektrische stroom wel of niet?

Wat is elektrische stroom? Geleiden samengestelde stoffen in vaste toestand de elektrische stroom wel of niet? Hoe komt het dat de sporter elektrolyten uit zijn lichaam verliest tijdens het sporten? Wat is elektrische stroom? Wanneer is een stof geleidend voor de stroom? Waarom zijn metalen geleidend in vaste toestand?

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs van 5 een kiloeterprijs

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties Eerste-graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs

Nadere informatie

UITLOGING VAN ANORGANISCHE COMPONENTEN MET DE ENKELVOUDIGE SCHUDTEST

UITLOGING VAN ANORGANISCHE COMPONENTEN MET DE ENKELVOUDIGE SCHUDTEST UITLOGING VAN ANORGANISCHE COMPONENTEN MET DE ENKELVOUDIGE SCHUDTEST 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure is nieuw. Deze ethode beschrijft de uitloging uit vaste stoffen et een deeltjesgrootte kleiner

Nadere informatie

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1978, TWEEDE TIJDVAK, opgaven

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1978, TWEEDE TIJDVAK, opgaven EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1978, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Acetylglycine 1978-II(I) Vele endotherme reacties verlopen alleen als men aan de stoffen die men wil laten reageren energie toevoert. Toevoeren van energie

Nadere informatie

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 05 November 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/60571 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Bio-farmaceutische bepaling van geneesmiddelen

Bio-farmaceutische bepaling van geneesmiddelen Bio-farmaceutische bepaling van geneesmiddelen Hoe doen we dit? Deel IIa H. Lingeman, Vrije Universiteit, Amsterdam Zoals in Deel I van deze serie is aangegeven begint de ontwikkeling van een vloeistofchromatografische

Nadere informatie

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter september 2011 Pagina 1 van 5 WAC/III/D/002 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Maar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal.

Maar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal. -09-5 Bijlage voor Stabiel Heelal. --------------------------------------- In deze bijlage wordt onderzocht hoe in mijn visie materie, ruimte en energie zich tot elkaar verhouden. Op zichzelf was de fascinatie

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Farmacodynamie: het concept

Farmacodynamie: het concept Farmacodynamie: het concept effect Wat is farmacodynamie dosis-respons modellen het "alles-of-niets" model het lineair model het sigmoidaal model concentratie de invloed van de tijd 3A-1 Wat is farmacodynamie?

Nadere informatie

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1 Uitwerking exaen natuurkunde 009 (tweede tijdvak) Opgave Optische uis. Teken eerst de verbindingslijn tussen de punten P en Q (lichtstraal in nevenstaande figuur). Deze rechte lijn is ongebroken en gaat

Nadere informatie

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Versie juni 2017 WAC/III/D/002 1 TOEPASSINGSGEBIED Deze

Nadere informatie

Pesticidenanalyse: methodevertaling van bodem naar appel. Marina Vanhecke Lab 4 U

Pesticidenanalyse: methodevertaling van bodem naar appel. Marina Vanhecke Lab 4 U Pesticidenanalyse: methodevertaling van bodem naar appel Marina Vanhecke Lab 4 U Kerncijfers KHLim 6000 studenten en 700 personeelsleden 4 campussen 6 departementen 30 bacheloropleidingen + 11 masters

Nadere informatie

Fysische Chemie en Kinetiek 2009-2010

Fysische Chemie en Kinetiek 2009-2010 Fysische Chemie en Kinetiek 009-010 Deeltentamen 01 3 oktober 009, 9:00-1:00 Naam: Studentnummer: Dit is de enige originele versie van jouw tentamen. Het bevat dit voorblad en de opgaven. Waar nodig word

Nadere informatie

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie

1 Efficient oversteken van een stromende rivier

1 Efficient oversteken van een stromende rivier keywords: varia/rivier/rivier.tex Efficient oversteken van een stromende rivier Een veerpont moet vele malen per dag een stromende rivier oversteken van de ene aanlegplaats naar die aan de overkant. De

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude model:

Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude model: Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude odel Elektronen in kristallen, ofwel elektronenstructuur, tegenhanger van de geoetrische structuur.

Nadere informatie

Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom

Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom E Olijslager en R Langen Klinisch Farmaceutisch Laboratorium TweeSteden ziekenhuis Dr. Deelenlaan 5, 5042 AD Tiiburg. EOlyslager@zamb.tsz.nl Inleiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19049 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19049 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19049 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lindenburg, Petrus Wilhelmus Title: New electromigration-driven enrichment techniques

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

Verzameling oud-examenvragen

Verzameling oud-examenvragen Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een

Nadere informatie

Oplossingen Scheikunde van 2001

Oplossingen Scheikunde van 2001 www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen

Nadere informatie

b In plaats van een CN-kolom gebruikt men een C-18-kolom. Stationaire fase minder polair: retentietijd langer.

b In plaats van een CN-kolom gebruikt men een C-18-kolom. Stationaire fase minder polair: retentietijd langer. Hoofdstuk 20 Hoge druk vloeistofhromatografie (HPLC) bladzijde 1 pgave 1 In welke volgorde elueren de onderstaande omponenten bij normal phase? a otaanzuur C 7H 15CH langste apolaire staart: alkyl met

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden Vraag 1 Zet een kruisje in de tabel bij de juiste scheidingsmethode(n). Er kan meer dan één antwoord per stelling goed zijn. De component met de grootste

Nadere informatie

TECHNIEKBLAD 17. Zeoliet adsorptie

TECHNIEKBLAD 17. Zeoliet adsorptie 89 TECHNIEKBLAD 17 Zeoliet adsorptie Synoniemen, afkortingen en/of procesnamen n.v.t. Verwijderde componenten - KWS - Solventen - NH 3 Principeschema 90 Procesbeschrijving Zeoliet is een aluminiumsilicaat

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 14 Chemische processen bladzijde 1 Opgave 1 Wat denk je, zijn de volgende processen continuprocessen of batch-processen? a productie van verschillende soorten medicijnen b productie van verschillende

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 3

Antwoorden hoofdstuk 3 Antwoorden hoofdstuk 3 1. Drie voorbeelden van een verbinding zijn water, een zout en bijvoorbeeld ammoniak. 2. Kaliumbromide een zuivere stof omdat kalium en broom in een verbinding zitten. 3. Hier vind

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Minimum-Maimumproblemen (versie 11 augustus 2008) Inleiding In heel wat vraagstukken gaan we op zoek naar het maimum of het minimum van een zekere grootheid.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een 1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten

Nadere informatie

m = = ρ ρ V V V V R4 m in kg en V in m 3 hoort bij ( coherent) ρ in kg/m 3 m in g en V in ml hoort bij ( coherent) ρ in g/ml

m = = ρ ρ V V V V R4 m in kg en V in m 3 hoort bij ( coherent) ρ in kg/m 3 m in g en V in ml hoort bij ( coherent) ρ in g/ml Reflectievraen versie 21 Per edachte..1 R1 R2 1 d is elijk aan 1 c en daaro heb je de nijin te zeen dat 1 k/d elijk is aan 1 k/c. Het is dus eienlijk eer slordiheidsfout dan een denkfout. Model: 1 k/d

Nadere informatie

Tentamen Scheidingstechnologie: MSTTSCT 01-07-201114:00-17:00

Tentamen Scheidingstechnologie: MSTTSCT 01-07-201114:00-17:00 Tentamen Scheidingstechnologie: MSTTSCT 01-07-201114:00-17:00 Het tentamen bestaat uit vijf open vragen (met subvragen). Vermeld naam en studienummer op ieder ingeleverd vel. Vermeld eenheden bij numerieke

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN FEB Exaen D0H1A 7/01/014 NAAM... Prof. Margriet Van Bael Conceptuele Natuurkunde et technische toepassingen Deel OEFENINGEN Instructies voor studenten Noteer je identificatiegegevens (naa, studentennuer)

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes

WATER. Krachten tussen deeltjes WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Van aardgas naar methanol

Van aardgas naar methanol Van aardgas naar methanol Van aardgas naar methanol J.A. Wesselingh G.H. Lameris P.J. van den Berg A.G. Montfoort VSSD 4 VSSD Eerste druk 1987, 1990, 1992, 1998, licht gewijzigd 2001 Uitgegeven door: VSSD

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Arbeid om de condensator op te laden Bij het opladen van een condensator moet arbeid geleverd worden om lading te verplaatsen van de ene plaat naar de andere. Als er nog

Nadere informatie

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08 Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08 Vraag 1. Toestandssom De toestandssom van een systeem is in het algemeen gegeven door de volgende uitdrukking: Z(T, V, N) = e E i/k B T. i a. Hoe is de

Nadere informatie

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel. Tentamen Elektriciteit en Magnetisme 1 Woensdag 20 juni 2012 09:00-12:00 Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar. Maak elke opgave

Nadere informatie

Intermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION-

Intermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION- Intermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION- DIPOOLINTERACTIE EN HYDRATATIE, DIPOOL-DIPOOLINTERACTIE, WATERSTOFBRUG, LONDONINTERACTIE Paragrafen of subparagrafen

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie