Agendapunt : 1 Vaststellen diverse verordeningen in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ)

Transcriptie

1 Verslag van de Politieke Markt Deventer. Datum: 7 oktober 2009 Agendapunt : 1 Vaststellen diverse verordeningen in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ) Tijd : uur Locatie: raadzaal Voorzitter : C.J. Verhaar Griffier : mw. R. Weernekers Aanwezig : raadsleden: mw. H.G. Nijman-Visscher * (CU), J.C.M. Schaap (VVD), M. Yazici (CDA), A.M. Koot (APB), B. Eindhoven* (GL), mw. E.S. Mook-Matualatupauw (SP), mw. M. Viveen-van den Bosch (D66) en mw. M.J.L.A. Zweers (PvdA) college: wethouder mw. M.J.G. de Jager-Stegeman De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. In deze sessie van de politieke markt worden de diverse verordeningen in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ) vastgesteld. De voorzitter stelt de aanwezigen voor en geeft vervolgens het woord aan mevrouw Zweers Mevrouw Zweers bedankt de voorzitter. De PvdA is blij met het voorliggende voorstel. De fractie mist in dit voorstel dat jongeren een serieuze gesprekspartner zijn. Zij steunt het instellen van een apart orgaan voor jongeren onder de paraplu van de cliëntenraad. De PvdA staat achter de keus voor de procedurele variant waarbij de verordening het kader vormt en de uitwerking gestalte krijgt in het beleidsplan. Mevrouw Zweers vraagt de wethouder: - wanneer het plan klaar is; - of het werk/leeraanbod in ieder geval per 1 november op orde is; - op welke datum het platform jongeren van start gaat; - of helder wordt verwoord dat de stem van jongeren de doorslag geeft. De heer Schaap interrumpeert. Hij vindt het gezien de manier waarop de participatie is ingericht en welk doel ze dient, absurd om te veronderstellen dat jongeren niet aan het woord zouden komen. Mevrouw Zweers antwoordt dat zij duidelijk wil maken dat het niet alleen op papier moet staan, maar dat ook daadwerkelijk de wens van jongeren veel gewicht in de schaal legt. Verder vraagt mevrouw Zweers aandacht voor het belang van de inhoud en moderne vormgeving van de communicatie. Zij vraagt de wethouder hier jonge ondernemers voor in te schakelen. De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de heer Schaap. De heer Schaap bedankt hem. Zijn fractie stemt van harte in met de voorstellen die er nu liggen om van bijstand naar leren en werk te gaan. Hij vraagt de wethouder om een financiële schets. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan de heer Yazici. De heer Yazici bedankt hem. Het CDA vindt dit een prima voorstel. De heer Yazici vraagt duidelijk te communiceren bij welk loket jongeren moeten zijn. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan mevrouw Mook. * raadsopvolger

2 2 Mevrouw Mook bedankt de voorzitter. Hoewel van het Rijk opgelegd, is SP op voorhand niet tegen dit voorstel. Mevrouw Mook vraagt hoeveel WWB ers de afgelopen tijd aan een echte baan zijn geholpen en hoe beproefd het genoemde instrumentarium dan ook is. Zij vraagt ook welke instrumenten dan voor jongeren worden ingezet. De SP kiest voor een afzonderlijke verordening van cliëntenparticipatie voor jongeren. De fractie vraagt het college waar hij straks banen wil vinden voor de jongeren in de WIJ die vaak geen startkwalificatie hebben. Verder wil de fractie graag targets voor de dure re-integratiebureaus waarmee vaak ook slechte resultaten worden behaald. De heer Schaap interrumpeert. Hij vraagt mevrouw Mook welk alternatief zij heeft als de re-integratiebureaus niet mee mogen doen. Mevrouw Mook heeft niet gezegd dat ze niet mee mogen doen maar zij vindt wel dat er kritisch naar moet worden gekeken omdat er veel geld naar toe gaat. De heer Schaap begrijpt dat. Hij vraagt wat de weg dan wel moet zijn. Omdat het voorstel van bovenaf opgelegd is, vindt mevrouw Mook dat er veel kritischer naar moet worden gekeken. Het is jammer als veel geld aan iets wordt besteed, terwijl het geen resultaat heeft. Mevrouw Viveen interrumpeert. Zij begrijpt niet dat mevrouw Mook het er niet mee eens is omdat het van bovenaf opgelegd is. Het is toch positief als het Rijk geld ter beschikking stelt om jongeren te helpen? Mevrouw Mook merkt op dat zij niet heeft gezegd dat zij bij voorhand tegen dit voorstel is. Mevrouw Viveen begrijpt het niet en vraagt hoe mevrouw Mook dan geld wil krijgen van het Rijk. Mevrouw Mook vraagt zich af waarom zij dit niet vervelend kan vinden. Mevrouw Viveen begrijpt het verband hiertussen niet. Mevrouw Mook vindt dat er goed naar moet worden gekeken en duidelijke kaders moeten worden gesteld. Zij vraagt in hoeverre er nog sprake is van maatwerk als het college beslist over het traject (pagina 6). De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de heer Eindhoven. De heer Eindhoven bedankt hem. Zijn fractie stemt in met de voorgestelde verordeningen. De heer Eindhoven vraagt de wethouder waarom er niet gewoon een beleidsplan is. Ook wil hij weten hoe de daadwerkelijke begeleiding van jongeren in dit werk/leertraject nu plaats gaat vinden. De heer Eindhoven merkt in reactie op mevrouw Mook op dat deze wet voor alle jongeren tot 27 jaar is en niet alleen voor degenen zonder startkwalificatie. Hij vindt dat hoger opgeleide jongeren in het beleidsplan ook aandacht moeten krijgen. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan mevrouw Viveen. Mevrouw Viveen bedankt hem. D66 gaat akkoord met de voorliggende verordeningen. De fractie sluit zich aan bij de gestelde vragen. Mevrouw Viveen vraagt verder aandacht voor de communicatie naar de jongeren en dan met name degenen die thuis op de bank zitten en geen aanspraak doen op een uitkering. De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de heer Koot. De heer Koot zegt in reactie op mevrouw Viveen het toe te juichen als jongeren geen gebruik willen maken van een uitkering. Zijn fractie vindt dit een uitstekend plan. Inspraak van jongeren moet zoveel mogelijk gebeuren. Als de gemeente hier niets mee doet, is het zinloos. De heer Koot vraagt zich af waar de jongerenorganisaties nu zijn als ze zo graag willen meepraten en inspraak willen.

3 3 De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan mevrouw Nijman. Mevrouw Nijman bedankt hem. De CU vindt dit een prima voorstel om mee van start te gaan. Zij vindt ruimte in de wet voor maatwerk belangrijker dan het optuigen van een cliëntenraad. Zij vraagt de wethouder of er zicht is op de verdeling van jongeren met of zonder startkwalificatie en welke capaciteit hierop wordt gezet. De CU ziet met belangstelling uit naar het beleidsplan en zij wenst de wethouder veel succes. De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de wethouder mevrouw De Jager voor beantwoording van de vragen. Mevrouw De Jager bedankt hem. Verder bedankt zij voor de complimenten die zij door zal geven aan de ambtenaren. Zij geeft aan dat Deventer het maximale voor jongeren wil doen. Op dit moment krijgen 170 jongeren een werk/leeraanbod van de gemeente. Tijdens de behandeling van het beleidsplan zal mevrouw De Jager aangeven waar ze vandaan komen. Het getal 700 is een omrekening van de landelijke voorspelling van jongeren. De wethouder streeft er naar eind van dit jaar een concreet beleidsplan klaar te hebben met daarin een link naar het actieplan Jeugdwerkloosheid. Zij antwoordt op de vraag van mevrouw Zweers dat het werk/leeraanbod nu al zo specifiek mogelijk op orde is. Dit komt ook in het beleidsplan. De gemeente probeert het jongerenloket in januari operationeel te hebben. De wethouder ziet er op toe dat jongeren ook werkelijk erbij worden betrokken. Zij zal de tip van mevrouw Zweers om jonge ondernemers in te schakelen, meenemen en veel aandacht geven aan het communicatiegedeelte in het beleidsplan. Jongeren zullen op een moderne manier, bijvoorbeeld via de sms-methode, worden aangesproken. In antwoord op de heer Schaap zegt de wethouder te proberen in december de kosten zo helder mogelijk te hebben. De bedoeling is vooral aan de voorkant goede inzet te plegen. In antwoord op de vraag van de heer Yazici over het jongerenloket, zegt de wethouder toe goed te kijken naar deze specifieke doelgroep zodat een goed werk/leeraanbod gemaakt kan worden. De wethouder deelt mee dat de nieuwe teammanager en het UWV bezig zijn met het opzetten van een Werkplein. Dit is een laagdrempelige rotonde voor het vinden van werk. Zij wil hier één helder fysiek loket voor hebben, dat gemakkelijk te vinden is voor jongeren, ook de kwetsbaren. De heer Schaap interrumpeert. Hij merkt op dat een digitaal loket goed aansluit bij de doelgroep. De wethouder antwoordt dat het de bedoeling is om beiden te realiseren. De wethouder deelt de opvatting van mevrouw Mook over de dure re-integratiebureaus. In de Stedendriehoek wordt kritisch bewaakt dat er geen geld naar toe gaat als het niets oplevert. De wethouder antwoordt de heer Eindhoven dat in het kader van WIJ zeer kritisch moet worden gekeken of de juiste mensen op de juiste plaats zitten. Als het aantal jongeren hoger wordt dan 170, zal het een uitdaging zijn om ze allen goed te begeleiden. De wethouder antwoordt mevrouw Viveen dat onwillige jongeren niet worden gedwongen maar wel geprikkeld om hun talenten te gebruiken. De cliëntenraad kan uitvallers oppikken. Mevrouw Viveen merkt op dat zij niet bedoelde dwang te gaan gebruiken. Zij is benieuwd hoe de jongeren moeten worden bereikt die zich niet melden. De wethouder antwoordt dat het roc leerlingen die van school af gaan volgt als ze dat zelf willen. De gemeente zou deze informatie met inachtneming van de privacyregels dus kunnen gebruiken. De wethouder zegt toe op de vraag van de heer Koot, om jongeren zoveel mogelijk mee te laten spreken. Het is fijn dat meerdere gemeentes en twee provincies de WIJ en het aanvalsplan Jeugdwerkloosheid kunnen inzetten. De wethouder antwoordt mevrouw Nijman dat zij vindt dat maatwerk en cliëntenraad beide moeten worden ingezet. De heer Yazici interrumpeert. Hij zegt dat er iedere keer een prachtig rapport ligt, maar hij wil duidelijke resultaten van deze wet zien. De heer Schaap interrumpeert. Hij denkt dat er straks in het beleidsplan helderheid over de doelstellingen, inspanningen en resultaten moet komen.

4 4 De voorzitter concludeert dat inmiddels de tweede termijn is begonnen. Na de heer Yazici reageert niemand meer. De voorzitter informeert of het stuk behandelrijp is voor de volgende gemeenteraad. De heer Schaap gaat hiermee akkoord. Het kan als hamerstuk worden behandeld. Alle fracties sluiten zich aan bij de heer Schaap. De voorzitter wenst de wethouder succes hiermee. Hij bedankt ieder voor zijn of haar bijdrage en sluit de vergadering.

5 5 Agendapunt : 2 Verkeersplan Keizerslanden Tijd : Locatie: Burgerzaal Voorzitter : mw. J. Lamberts-Grotenhuis Griffier : J.E. Nijkamp Aanwezig : raadsleden: B. Rolloos (VVD), mw. G. Lutje Hulsik (L-H), R.S. de Geest (PvdA), A. Emens (ADB), W. de Jong (CU), M.W.H. Elferink (APB), E. van Brink* (SP), mw. G. Tomruk-Kisi (GL), R.G.C. Crommelin* (CDA) en J.K. Muntinga* (D66) college: wethouder M.P. Swart De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen, met name de studenten, welkom. Zij constateert dat niemand gebruik wil maken van het spreekrecht. De voorzitter merkt op dat er al heel veel inspraak heeft plaatsgevonden betreffende dit plan. Dat is verwerkt in een reactienota en dat is weer verwerkt in het voorliggende plan. De raadsleden wordt gevraagd of zij voor dit plan zijn en welke items van dit plan nog besproken moeten worden. De heer Rolloos is het eens met het plan maar wil nog enkele zaken ter discussie stellen, zoals de kruising Hogehondstraat/Margijnenenk, de fietsverbinding door het centrumgebied en de nog openstaande eindjes van het plan. Mevrouw Lutje Hulsik meldt dat haar fractie het niet eens is met het verkeersplan. Daarmee wordt de aandacht afgeleid van de knip in de Karel de Grotelaan. Zij wil verder van de wethouder weten wat er gaat gebeuren met het winkelcentrum Keizerslanden. Zij wil ook nog een opmerking maken over realisatie van de 1400 woningen. De heer Emens zegt dat zijn fractie zich globaal kan aansluiten bij de vorige spreker. Zijn fractie is, zoals al eerder gemeld, tegen het hele plan. Met dit plan wordt het verkeer van de Karel de Grotelaan afgehaald. Spreker vindt dat een schijnoplossing. Hij vindt verder dat, als het winkelcentrum niet doorgaat, de aftakking van de Karel de Grotelaan niet nodig is. De heer De Geest meldt dat zijn fractie graag - naast de punten die al genoemd zijn nog twee punten uit het plan wil bespreken. Zo moet er nog gesproken worden over draagvlak en over het sluipverkeer na de knip. De heer Elferink is positief gestemd over het plan maar wil voordat hij een definitief oordeel zal geven de beraadslagingen van vanavond afwachten. Mevrouw Tomruk is voor het verkeersplan, waarin veiligheid voor de omgeving voorop staat. Naast de eerder genoemde zaken wil spreekster de bypass ter hoogte van de Roelandflat en het kruispunt Hogehondstraat/Hanzetracé aan de orde stellen. De voorzitter constateert dat het om dezelfde kruising gaat als de heer Rolloos eerder aan de orde stelde. De heer De Jong meldt dat zijn fractie in beginsel positief staat ten opzichte van de plannen, maar wil nog enkele zaken aan de orde stellen, zoals de vormgeving van de Karel de Grotelaan en het Hanzetracé. Met name gaat het daarbij om de rotondes. Ook de conflictpunten van het fietspad met het winkelend publiek, het ontsluiten van de flat door het winkelcentrum en het ontbreken van uiteindelijke keuzes voor bepaalde problemen wil hij nog aan de orde stellen.

6 6 De heer Muntinga s fractie staat positief tegenover het plan. Hij sluit zich verder aan bij de opmerkingen die al gemaakt zijn. De heer Crommelin wil nog graag de verkeersstudies van 2007 en 2008 bespreken en wil nog iets zeggen over het proces, onder andere over de inspraak van bewoners. De heer Van Brink vindt het een sympathiek plan, maar vindt ook dat er nog wat zaken moeten gebeuren. Zo wil spreker nog opmerkingen maken over de busroute. De voorzitter constateert een groot aantal bespreekpunten en stelt als eerste de kruising Hogehondstraat/Margijnenenk aan de orde. De heer Rolloos merkt op dat er op die plek al een groot probleem is met de doorstroming en dat daardoor veel sluipverkeer de kruising ontloopt. Hij stelt dan ook voor om de doorstroming op de kruising te bevorderen en om de aanpak van deze kruising synchroon te laten lopen met het realiseren van de knip. Door de afsluiting van de Karel de Grotelaan zal een deel van het verkeer zich elders een weg gaan zoeken, waardoor de bewuste kruising extra belast wordt. Daarvoor moet niet gewacht worden op de herijking van de hoofdwegenstructuur, vindt spreker. Mevrouw Tomruk is het ermee eens dat de kruising met deze plannen overbelast wordt. Zij pleit voor extra maatregelen voor fietsers en openbaar vervoer. Zij merkt verder op dat deze aanpassingen buiten het kader van de wijkvernieuwing vallen. Ook is er nog geen geld voor gereserveerd. De heer Emens geeft een voorbeeld van een schijnoplossing. In de Koning Wenzelstraat moeten verkeersremmende maatregelen worden genomen, zo staat in het plan. Dat wil echter niet zeggen dat er geen verkeer meer door de straat zal rijden. Hij is het dan ook met de voorgaande sprekers eens dat de genoemde kruising eerder aangepakt moet worden. De heer Crommelin wil weten welke maatregelen op die kruising genomen worden. Ondanks de drukte loopt het verkeer nu prima door, afgezien van de fietsers die van de Margijnenenk af moeten slaan naar de Herman Boerhaavelaan. Spreker wil weten of dat aangepast wordt. De heer De Geest is het eens met de heer Rolloos om de aanpak van die kruising mee te nemen in deze plannen en vraagt een reactie van de wethouder. Spreker wil verder graag meer informatie over de dekking van de potentiële oplossing. Mevrouw Lutje Hulsik vindt ook dat het plan doorspekt is met verkeersremmende maatregelen die weinig problemen oplossen. Wethouder Swart merkt op dat in het verkeer vaak alles met alles te maken heeft. Het mag echter niet de bedoeling zijn dat Keizerslanden moet wachten totdat alle andere problemen in de stad opgelost zijn. Hij benadrukt dat er veel met mensen van Keizerslanden gesproken is en na een gedegen inspraak van hen is een idee ontstaan van hoe het eruit moet komen te zien. Hij is het met de heer Rolloos eens dat, als je wilt dat er minder verkeer in de woonwijken rijdt, je de doorstroming op de hoofdwegen moet verbeteren. Maar dat betekent meer dan alleen maar de aanpak van deze kruising. Hij is het er verder mee eens dat met de aanpak van deze knip ook de bewuste kruising moet worden aangepakt, omdat er anders veel sluipverkeer gaat ontstaan. De bewoners vragen echter om een andere aanpak. Zij vragen om eerst de wijk goed in te richten, verkeersluw te maken, en daarna pas aandacht te schenken aan de hoofdwegen. Hij benadrukt dat daar in deze plannen rekening mee is gehouden. De heer Emens vindt dat de bewoners de aandacht voor de knik hebben afgeleid door zaken aan de orde stellen die voor hun deur gebeuren. De knik blijft echter een groot vraagstuk en daar moet ook aandacht voor blijven.

7 7 De heer Rolloos vindt de stelling van de heer Emens achterhaald. Daarover is in 2007 al een besluit genomen. Bovendien is er nu veel draagvlak voor dit plan. Als je al die zaken weer ter discussie gaat stellen, schiet het nooit op. De heer Van Brink heeft niet van de wethouder gehoord of de kruising wordt aangepakt als de knip is gerealiseerd of dat deze twee zaken tegelijk worden aangepakt. Wethouder Swart beaamt dat hij dat niet gezegd heeft. Deze zaken horen echter thuis bij een andere portefeuillehouder. Hij zegt toe erop terug te komen na consultatie van de wethouder die daarover gaat. De heer Crommelin vraagt of de wethouder dan ook terugkomt op de oplossingsrichtingen waaraan gedacht wordt. Wethouder Swart benadrukt dat deze zaken, inclusief de financiën, onderdeel zijn van de herijking van de hoofdwegenstructuur. Wethouder Berkelder zal dat dit jaar nog aan de orde stellen. De voorzitter constateert dat de wethouder schriftelijk nog enkele vragen beantwoordt. Zij stelt vervolgens de positie Keizerslanden/winkelcentrum aan de orde in combinatie met het fietsen door het centrum. De heer Emens vindt ook dat deze zaken bij elkaar horen, want als de plannen voor het winkelcentrum doorgaan, is het ook zaak om aan de fietsers te denken. Zo kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan een fietstunnel om kruisend verkeer te voorkomen. Verder is, als de uitbreiding van het winkelcentrum niet doorgaat, de knip niet nodig. Wethouder Swart meldt dat de vaststelling van de hoofdwegenstructuur de aanleiding voor de knip was. Anders zou er heel veel verkeer over de Karel de Grotelaan de stad in rijden. De knip gaf vervolgens ruimte om het winkelcentrum uit te breiden. Als die uitbreiding niet doorgaat, is het natuurlijk niet opportuun om de verkeerssituatie op de Karel de Grotelaan op de huidige manier in stand te houden. Bij de uitbreiding van het winkelcentrum wordt samengewerkt met een commerciële projectontwikkelaar. Daarover vinden nu onderhandelingen plaats. Het is een goede plek voor een winkelcentrum en een goede plek om een investering te doen. De wethouder gaat er dan ook vanuit dat het gaat lukken. Daarvoor is het nodig dat dit project geen onderdeel uitmaakt van de herstructurering. Het geld dat daarvoor ter beschikking staat, moet terechtkomen in de wijken en moet niet ten behoeve van investeerders worden aangewend. Mevrouw Lutje Hulsik stelt voor om dat goed te communiceren met de bewoners, want zij zijn van mening dat de knip nodig is in verband met de uitbreiding van het winkelcentrum. Wethouder Swart is het daarmee eens. Mevrouw Lutje Hulsik is blij met dit antwoord van de wethouder. De voorzitter concludeert dat de wethouder ervan uitgaat dat de onderhandelingen met de projectontwikkelaar positief verlopen. Zij stelt vervolgens het fietsen door dat gebied aan de orde. Mevrouw Tomruk wil aandacht vragen voor de oversteekbaarheid van de weg en de veiligheid van de fietsers op dat kruispunt en hoe het conflict tussen de belangen van het winkelend publiek en die van de fietsers voorkomen kan worden. De heer Muntinga sluit zich bij deze wens aan en vraagt de wethouder om toe te zeggen dat het fietspad gescheiden aangelegd wordt van de route van het winkelend publiek. De heer De Jong meldt dat deze zaken al in het voorstel staan. Iedereen, zowel bewoners als college, is het daarmee eens. Hij vraagt de wethouder waarom dit nog niet verder is uitgewerkt, zodat duidelijk is wat de plannen zijn. Dat geldt voor meer zaken, aldus spreker.

8 8 De heer Crommelin sluit zich aan bij mevrouw Tomruk en de heer Muntinga. Het staat niet helder in de stukken dat de fietsers op de Zevensterroute op een goede manier gescheiden worden van het winkelend publiek. Dat is belangrijk voor de veiligheid, zeker gezien het grote aantal scholieren op die route. Hij vraagt dan ook om enige verduidelijking van de wethouder. De heer Emens vraagt over welk deel van de route wordt gesproken, temeer omdat in de oude plannen de route dwars door het winkelcentrum heen loopt. De voorzitter constateert dat iedereen het over hetzelfde deel van de route heeft. De heer Rolloos stelt voor om conflicten tussen fietsers en het winkelend publiek te voorkomen door het oversteken van winkelend publiek zoveel mogelijk te beperken. Spreker vraagt de wethouder om dat verder uit te werken. Wethouder Swart merkt op dat tijdens de inspraak niet veel over dit probleem gesproken is. In de verdere discussies is dit wel een heel belangrijk thema gebleken waar een oplossing voor gevonden moet worden. Als het Hanzetracé het verkeer goed moet kunnen afwikkelen, moet je ervan uitgaan dat er veel auto's op die plek kunnen doorrijden. Tegelijkertijd moeten fietsers er veilig kunnen oversteken. Een gelijkvloerse kruising met een brede middenberm is op korte termijn een goede oplossing, maar op den duur zullen er conflicten ontstaan, zowel op het gebied van capaciteit als op het gebied van veiligheid. Het betreft een kruising van een hoofdfietsweg met een hoofdautoweg. Een oplossing voor het probleem vergt dan ook een grote operatie. Met de provincie is afgesproken om dit thema aan te kaarten binnen het Grotestedenbeleid. In Deventer is nooit een rondweg om de stad aangelegd. In Deventer loopt de weg door de stad heen. Dat levert deze problemen op, zoals de kruisingen met hoofdfietswegen. De wethouder is het ermee eens dat in het winkelcentrum een oplossing gevonden moet worden waarbij fietsers gewoon kunnen doorrijden en het winkelend publiek gewoon kan lopen. Een probleem is daarbij de aanwezigheid van vier monumentale bomen. Het college wil die bomen in stand houden. Hij benadrukt dat het niet mogelijk is om nu al alles concreet in te vullen. Daarmee is het probleem inderdaad nu nog niet opgelost. Dat moet in een ontwerpfase gebeuren. Bovendien is er nog geen geld beschikbaar voor de uitvoering van de plannen. Maar het is wel de bedoeling om de plannen uit te voeren. De heer Rolloos meldt dat hij met zijn opmerkingen eisen heeft willen stellen aan het nog op te stellen ontwerp. De heer De Jong vraagt de wethouder of hij streeft naar een ongelijkvloerse kruising. Wethouder Swart is blij met de kaders die de heer Rolloos aangeeft en benadrukt dat het winkelend publiek niet in conflict mag komen met de fietsers. De voorzitter constateert een grote eenstemmigheid over deze stelling en gaat ervan uit dat de wethouder de opdracht op deze manier ook oppakt. Zij vraagt de wethouder om te schetsen hoe de verdere procedure wat betreft de losse eindjes eruit ziet. De heer De Jong maakt bezwaar tegen de samenvatting van de voorzitter. Spreker wil alsnog van de wethouder weten waarom er op sommige vlakken geen keuzes zijn gemaakt. Zo is er ook nog het alternatief van een rotonde op de bewuste kruising. Spreker vindt dat een gemotiveerde keuze in dit plan had moeten worden opgenomen. De heer Elferink meldt dat in het rapport staat dat deze zaken conform de landelijke richtlijnen uitgewerkt worden. Mevrouw Tomruk meldt dat voor de bypass ter hoogte van de Roelandflat twee mogelijkheden zijn. Daar is ook nog geen beslissing over genomen.

9 9 De voorzitter antwoordt dat dat zo meteen aan de orde komt. Zij stelt vervolgens de realisatie van 1400 woningen aan de orde. Mevrouw Lutje Hulsik meldt dat in het concept van 25 november 2008 uitgegaan werd van de realisatie van 1400 woningen. Deze plannen bevatten slechts 1200 nieuwe woningen. Spreekster vraagt om een reactie van de wethouder Wethouder Swart antwoordt dat spreekster daar door een collega in een andere sessie over is geïnformeerd. Dit onderwerp valt buiten deze plannen. De voorzitter oppert dat het is opgenomen omdat het voedingsgebied voor Keizerslanden ook wel voor Steenbrugge kan gelden. Vervolgens stelt zij dat het onderwerp draagvlak al aan de orde is geweest. De inspraakreacties zijn verwerkt en daarmee is het draagvlak gegroeid. Zij vraagt vervolgens de heer De Geest om een nadere uitleg van zijn vraag. De heer De Geest vindt een groot draagvlak een randvoorwaarde voor instemming met de plannen. Daar is eerder al via een motie om gevraagd. Die randvoorwaarde is gekoppeld aan het tegengaan van sluipverkeer. Spreker vraagt dan ook om een toelichting op het verbeterde draagvlak in combinatie met het sluipverkeer. Hij wil weten wat het college heeft gedaan om het draagvlak te verbeteren, in welke mate dat draagvlak verbeterd is en of bewoners tevreden zijn met de maatregelen om sluipverkeer tegen te gaan. De heer De Geest vindt dat het draagvlak inderdaad vergroot is, onder andere omdat eerdere opmerkingen van de bewoners verwerkt zijn in de plannen. Spreker vindt dat echter nog onvoldoende. Hij wil van de wethouder weten of het gaat om een nadrukkelijke verbetering, omdat niet alle opmerkingen zijn verwerkt in de plannen. Zo staat erin dat de verkeerstoename niet zo groot zal zijn, zodat volstaan kan worden met andere oplossingen. Spreker wil weten of die oplossingen de instemming hebben van de bewoners. De heer Crommelin is het ermee eens dat de kou uit de lucht is. In het rapport staat dat de verdere procedure voorziet in nog meer inspraak van de bewoners. Spreker wil daar graag meer informatie over van de wethouder. De heer De Jong meldt dat er na het versturen van de stukken slechts één bewonersreactie is gekomen. Die was ook nog mild van toon. Hij vraagt de heer De Geest daarop te reageren. De heer De Geest heeft die reactie ook ontvangen, maar zegt erbij dat het niet geven van reacties niet automatisch betekent dat het draagvlak groot is. Hij vraagt dan ook om een onderbouwde reactie van de wethouder. Wethouder Swart meldt dat de bewoners, wat betreft het denken over de wijk, een omslag hebben gemaakt. Met het aanbrengen van de knip, de aanleg van een park, goede maatregelen in de woonstraten en een randweg eromheen kan het een heel leuke wijk worden. Daar zijn in Nederland goede voorbeelden van te vinden. Echter, problemen op straatniveau, dat wat bij de voordeur van de bewoners gebeurt, zijn nog niet aan de orde geweest. Dat moet bewaakt worden tijdens het verdere proces. De buurt heeft er nadrukkelijk voor gekozen om eerst de wijk aan te pakken en daarna pas de verkeersmaatregelen in het kader van de hoofdwegenstructuur. Het draagvlak zal toenemen als de gemeente nu ook gaat waarmaken wat zij belooft. Als er nu niets gebeurt, zal het draagvlak verdwijnen. De wethouder benadrukt dat veel zaken met elkaar samenhangen, maar het is belangrijk voor het draagvlak om nu een begin te maken, zodat de straten in de buurten veilig worden. Daarvoor heeft de raad ook al geld beschikbaar gesteld. De heer Emens herhaalt dat er weinig reacties zijn gekomen. Hij zegt dat bewoners bang zijn voor een toename van het verkeer in de buurt. De heer De Geest vraagt de wethouder of de grootte van het draagvlak afhankelijk is van de verdere uitwerkingen om sluipverkeer te weren.

10 10 Wethouder Swart bestrijdt dat. Het draagvlak is op dit moment het hoogst mogelijke. Omdat te behouden, moet daar ook daadwerkelijk gestart worden met de uitvoering. De heer De Geest is het daarmee eens, maar wil weten in hoeverre bewoners de oplossingsrichtingen die voorliggen, delen. Wethouder Swart benadrukt dat die oplossingsrichtingen in hoge mate gedeeld worden. De heer Crommelin herhaalt zijn vraag over het toekomstige traject. De knelpunten bevinden zich links en rechts van de Karel de Grotelaan. Hij vraagt de wethouder om in hoofdlijnen aan te geven welke oplossingen mogelijk zijn. Wethouder Swart antwoordt dat na accordering van dit voorstel een verdere uitwerking - in samenwerking met de bewoners - zal plaatsvinden op deelgebieden. De precieze planning daarvan is nog niet beschikbaar. De heer Elferink vindt dat de stappen die gezet gaan worden, goed gecommuniceerd moeten worden met de bewoners. Wethouder Swart antwoordt verder, op de vraag van de heer Rolloos, dat een begeleidingscommissie kan adviseren het draagvlak te vergroten of het niet te verliezen, maar zegt erbij dat het draagvlak onder de mensen zelf gecreëerd moet worden. De heer Emens stelt dat een aantal zaken met betrekking tot de hoofdstructuur, zoals de fietsroute door het winkelcentrum, nog verder uitgewerkt moet worden. Verder stelt hij voor om de kruising waarover gesproken is uit deze plannen te halen, zodat ook zijn fractie voor dit voorstel kan stemmen. Verder wil spreker weten wanneer het werk in de buurt daadwerkelijk gestart wordt. Wethouder Swart is geen voorstander van het schrappen van delen van het plan. Enkele onderdelen moeten inderdaad nog verder worden uitgezocht en hij kan zich voorstellen dat fracties om die reden daar nog niet mee akkoord kunnen gaan. Maar de wethouder geeft aan dat een fractie dat in een stemverklaring kan aangeven. De voorzitter constateert dat dit onderwerp voldoende is besproken en stelt de bypass aan de orde die GroenLinks wil bespreken. Mevrouw Tomruk geeft aan dat in het verkeersplan twee mogelijkheden worden aangegeven voor het noordelijk deel van de Van Hetenstraat. Dat staat aangegeven op pagina 13 van het verkeersplan. De eerste mogelijkheid is het herinrichten van parkeerplaatsen. In de tweede mogelijkheid wordt de doorgaande route geïntegreerd in de ontsluiting van het parkeerterrein. Deze mogelijkheid is nog niet verder uitgewerkt. Die laatste mogelijkheid heeft de voorkeur van GroenLinks. De heer De Jong is het met GroenLinks eens. Wethouder Swart meldt dat over die tweede mogelijkheid nog gesproken wordt met de bewoners en ondernemers van het winkelcentrum. Mevrouw Tomruk is blij dat de bewoners daarbij worden betrokken, maar zegt erbij dat de bewoners al reacties hebben gegeven. Deze zijn zorgvuldig beantwoord en de reactie is vastgelegd in de reactienota. De heer De Geest vindt dat GroenLinks met deze reactie geen keuze meer overlaat aan de bewoners. Mevrouw Tomruk antwoordt dat de voorkeur van GroenLinks een alternatief is voor het afsluiten van de Karel de Grotelaan.

11 11 De voorzitter constateert dat GroenLinks met haar reactie slechts een richting aangeeft voor het maken van een keuze uit de twee mogelijkheden. Zij constateert verder dat het onderwerp voldoende besproken is en geeft het woord aan de heer De Jong voor zijn vraag over de vormgeving van de rotonde. De heer De Jong vraagt waarom het ontwerp van de rotonde niet verder is uitgewerkt. Wethouder Swart antwoordt dat het verkeerskundig beter is om met een - ongelijkvloerse - kruising te werken. Een rotonde met fietspaden eromheen, is ook heel ingewikkeld. De heer De Jong is het eens met deze oplossing als daarvoor de benodigde middelen gevonden kunnen worden. De voorzitter sluit dit onderwerp af en geeft het woord aan de heer Crommelin over de ontsluiting van de flat. De heer Crommelin merkt op dat door het afbreken van de flat ruimte ontstaat. Er moeten 64 appartementen worden herbouwd. Verder zijn er een fietsroute en een ingang voor een parkeervoorziening gepland en wordt ook het winkelcentrum uitgebreid naar die plek toe. Spreker vraagt zich af of dat allemaal mogelijk is op die plek. Wethouder Swart antwoordt dat het winkelcentrum en de parkeervoorziening alleen maar vanaf de westkant bereikt kunnen worden. Alleen het fietsverkeer gaat door het centrum. Dat laatste is inderdaad een probleem en daar moet een goede oplossing voor gevonden worden. Dat is al eerder besproken. Zowel het autoverkeer als het busverkeer wordt eromheen geleid. De heer Crommelin wil de verdere detaillering van de plannen afwachten, maar waarschuwt ervoor dat, als je meer gaat bouwen dan je sloopt, er per saldo minder ruimte overblijft. De voorzitter sluit dit onderwerp af geeft het woord aan de SP over het busvervoer. De heer Van Brink merkt op dat er nu wéér een busverbinding komt waarin een kronkel zit, terwijl busreizigers rechtstreeks naar het centrum vervoerd willen worden. Hij vraagt de wethouder om redenen aan te geven waarom deze verbinding omgelegd moet worden. De bus kan ook via de Karel de Grotelaan langs de rand van het winkelcentrum rijden. Wethouder Swart antwoordt dat dat een heel onrustige verkeersafwikkeling tot gevolg heeft. Bovendien komt de bus met deze plannen langs alle plekken waar veel reizigers verwacht worden. Dat is veel belangrijker dan dat de route een kaarsrechte lijn is. De voorzitter constateert dat beiden de buslijn zo dicht mogelijk langs het centrum willen. Zij stelt voor om de verdere uitwerking van het plan af te wachten. Zij vraagt vervolgens de heer Crommelin wat hij concreet wil weten over de studies. De heer Crommelin vindt het positief dat er meerdere routes door het gebied komen. Dat geeft per saldo minder verkeersdruk. Maar het verkeer zal enorm toenemen als Steenbruggen erbij betrokken wordt, zo waarschuwt spreker. De heer Van Brink merkt op dat er geen verkeerstellingen zijn gehouden. Alle plannen zijn gebaseerd op basis van modellen. Spreker is dan ook bang dat de plannen gebaseerd zijn op drijfzand. Wethouder Swart antwoordt dat je slechts verkeersbewegingen kunt tellen die er nu daadwerkelijk ook zijn, terwijl de plannen gebaseerd zijn op toekomstige verkeersbewegingen. Die plannen moet je baseren op goede modellen. Een harde wetenschap is dan de capaciteit van een weg; minder zeker is welke keuzes mensen gaan maken. Het lastige van voorspellen is dat de toekomst onzeker is, zo filosofeert de wethouder.

12 12 De heer Van Brink vindt dat het belangrijk is te weten hoeveel verkeer er nu rijdt. Wethouder Swart antwoordt dat voortdurend gecontroleerd wordt of het verkeersmodel, dat voor de hele gemeente geldt, nog wel overeenkomt met de werkelijkheid. De voorzitter constateert dat niemand meer het woord hierover wil voeren. De wethouder zal schriftelijk binnen een week nog enkele antwoorden verstrekken. Als de fracties akkoord zijn met de beantwoording, kan het onderwerp als hamerstuk worden behandeld in de raadsvergadering, zo stelt zij. Als dat niet het geval is, kan er nog over gedebatteerd worden in de raadsvergadering. Mevrouw Lutje Hulsik herhaalt dat haar fractie tegen deze plannen is en wil wachten op de verdere uitwerking. De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.

13 13 Agendapunt : 3 Afvalplan Deventer Tijd : uur Locatie: raadzaal Voorzitter : J. Goejer Griffier : mw. R. Weernekers Aanwezig : raadsleden: A. Emens (ADB), H.G. Jansen (CDA), mw. H.G. Nijman-Visscher* (CU), T.W. Stegink (APB), T.R. Poppens (VVD), mw. E.S. Mook-Matualatupauw (SP), mw. M. Viveen-van den Bosch (D66), R.J.O. Jansen* (GL) en J.P.H.M. Pierey (PvdA) college: wethouder G.A.J. Berkelder ambtelijke ondersteuning: P. ten Voorde (RS-SI-GB), A. Otten (RS-SI-MM) en M. Westerhoff (Circulus) inspreker: dhr. Zandbelt De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. In deze sessie van de politieke markt wordt het Afvalplan Deventer besproken. Hij stelt de aanwezigen voor en nodigt de inspreker, de heer Zandbelt uit om het woord voeren. De heer Zandbelt spreekt in op persoonlijk titel. Hij woont geheel naar zijn zin in het buitengebied tussen Lettele en Schalkhaar. Helaas gooien veel mensen afval in de natuur en dit stoort de heer Zandbelt uitermate. Hij probeert evenals een aantal anderen via wijkaanpak Lettele, onbetaald een stuk van de weg schoon te houden. De heer Zandbelt vindt dat uit de stukken blijkt dat er veel geld aan het opruimen van afval wordt besteed. Hij mist echter het onderdeel voorlichting en bewustwording rond de grote hoeveelheid zwerfafval. Regelmatig vindt hij halfvolle bierblikjes langs de weg en soms vliegen de vuilniszakken met inhoud door de lucht als de maaier de bermen maait. Het zit de heer Zandbelt ontzettend hoog en hij vraagt de raad dringend hier iets aan te gaan doen. De voorzitter bedankt hem. Hij vraagt de raadsleden of zij vragen hebben aan de heer Zandbelt. Hij geeft het woord aan de heer Pierey. De heer Pierey waardeert het als de heer Zandbelt zelf afval opruimt in het buitengebied. Hij vraagt hoe de hoeveelheid zich ontwikkelt. De heer Zandbelt antwoordt dat het gedurende de drie jaar dat hij opruimt, niet minder wordt. Gemiddeld raapt hij twee prulletjes per dag op en na het weekend soms wel een hele vuilniszak vol. Dit doet niet alleen de jeugd maar het zijn ook wielrenners die gemakkelijk hun flesje weggooien. Hij vraagt de voorzitter opnieuw hier niet alleen naar te luisteren maar er ook wat aan te gaan doen. De voorzitter merkt op dat wellicht een van de raadsleden het meeneemt. Hij geeft het woord aan de heer Emens. De heer Emens had dezelfde vraag als de heer Pierey. De voorzitter bedankt hem. Hij bedankt de heer Zandbelt voor zijn inspraak. Hij geeft het woord aan de heer Stegink die inmiddels is aangeschoven. De heer Stegink vraagt of de heer Zandbelt de indruk heeft uit de stukken dat er voldoende wordt gedaan aan het bestrijden van zwerfaval. De heer Zandbelt antwoordt dat hij niets in de stukken hiervan heeft gezien. De voorzitter vindt dit een duidelijk antwoord. Hij geeft het woord aan de heer Jansen.

14 14 De heer Jansen CDA vraagt aan de heer Zandbelt of het plaatsen van afvalbakken zou kunnen helpen. De heer Zandbelt is daar 100% zeker van. Hij vertelt dat de afvalbak bij de picknickplaats bij het Overijssels kanaal in brand is gestoken. De gemeente plaatst hier geen nieuwe bak omdat het grond van de recreatiegemeenschap is. Deze laatste heeft echter geen mogelijkheden om te legen. De heer Zandbelt hangt er iedere keer een plastic zak en leegt die thuis. De heer Jansen CDA vraagt de heer Zandbelt of de gemeente moet stimuleren dat burgers het schoonhouden van een stukje van het buitengebied of straat voor hun rekening moeten nemen. De heer Zandbelt denkt van wel. Dit zou via wijkaanpak kunnen gebeuren. Bewustwording wordt zo ook gestimuleerd. De voorzitter bedankt hem nogmaals voor zijn inspraakreactie. Hij vraagt de raadsleden aan te geven of zij voor of tegen dit plan zijn en of zij discussiepunten hebben. Hij geeft het woord aan de heer Emens. De heer Emens is in principe voor dit afvalplan. Hij wil van gedachten wisselen over de onderstaande punten. 1. het ophalen van kunststof 2. de vermindering van 1000 kg afval 3. het zwerfafval 4. het plaatsen van een prullenbak op de picknickplaats. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan de heer Poppens. De heer Poppens bedankt de voorzitter. Zijn fractie kan zich in dit plan vinden. Hij wil nog verder spreken over de onderstaande punten. 1. diftar; 2. de tegenstrijdigheid in het plan dat enerzijds kunststof afvalbakken worden toegevoegd en anderzijds minder bovengrondse containers in de straat komen; 3. de betekenis van verbetering van het serviceniveau; 4. de zwerfafvalproblematiek, gelinkt aan diftar. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan mevrouw Viveen Mevrouw Viveen vindt het zoveel mogelijk scheiden van afval prima. Zij heeft de onderstaande bespreekpunten. 1. de vermindering van 1000 naar 300 kg is niet acceptabel; 2. de aanpak van zwerfafval in recreatiegebieden en het buitengebied wordt gemist. De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de heer Stegink. De heer Stegink wil ook wel graag afvallen. Hij vraagt dieper in te gaan op: 1. het leggen van een relatie tussen dit plan en de visie Duurzaam Deventer; 2. de inzameling van verenigingen. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan mevrouw Mook. Mevrouw Mook sluit zich aan bij de genoemde punten. Zij is benieuwd naar de rol van bedrijven. De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de heer Pierey. De heer Pierey vraagt naar de gft-financiën en de regie. De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan de heer Jansen CDA.

15 15 De heer Jansen CDA bedankt hem. Hij heeft onderstaande punten. 1. Wat is de inzet van de handhaving. 2. Wanneer is Deventer in de linkerbovenhoek van het schema op pagina 6? De voorzitter bedankt hem. Hij geeft het woord aan mevrouw Nijman. Mevrouw Nijman zal na de discussie aangeven of zij voor of tegen is. Haar punten zijn al genoemd. De voorzitter bedankt haar. Hij geeft het woord aan de heer Jansen (GL) De heer Jansen GL steunt het plan ook. Hij voegt de onderstaande discussiepunten toe. 1. de mogelijkheden tot versnelling in het plan; 2. Een afvaldepot in herstructureringswijken; 3. werkgelegenheid. De voorzitter vraagt om kort en bondig te formuleren en hij stelt voor te beginnen met het punt kunststof dat door velen is genoemd. Hij geeft het woord aan heer Emens. De heer Jansen CDA interrumpeert. Dat hij dit punt niet heeft genoemd, wil niet zeggen dat hij nu niet zal reageren. De heer Emens zegt dat ADB op geen enkele manier voorstander is van meer milieuonvriendelijke bakken in de stad voor het verzamelen van plastic behalve de ondergrondse containers. De fractie vindt het een uitstekend alternatief om dit onder te brengen bij degenen die nu ook een deel van het afval ophalen. De heer Emens vraagt wie het kostenplaatje heeft gemaakt. Misschien kan het goedkoper maar hij wil voor hetzelfde bedrag de stad niet vervuilen met oranje bakken. De heer Jansen CDA zegt dat Sallcon het nu ophaalt. De heer Emens antwoordt dat Sallcon het oud papier en het blik ophaalt. Het voorstel om Circulus het plastic te laten ophalen, vindt hij mede in het kader van de werkgelegenheid geen goed idee. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Viveen. Mevrouw Viveen vindt dat eerst moet worden geëvalueerd hoe het huis aan huis ophalen in de proefwijken verloopt, voordat besloten wordt oranje bakken te plaatsen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pierey. De heer Pierey merkt op dat hij het erg laat vindt om nu over dit onderwerp te praten terwijl het per 1 januari a.s. moet zijn ingevoerd. Zijn fractie wil onder geen voorwaarde een brengsysteem naar ontsierende bovengrondse bakken. Tijdens de buitengewoon succesvolle proef met het ophalen in verschillende wijken is zelfs nog meer afval opgehaald. De PvdA is voorstander van dit groene en linkse systeem en wil dit net als de heer Emens combineren met een werkgelegenheidsproject. De voorzitter geeft het woord aan de heer Jansen GL. De heer Jansen GL is ook voorstander van ophalen van kunststof door partijen die nu ook al glas ophalen. Zijn fractie steunt ook een onderzoek naar alternatieven. De heer Pierey interrumpeert. Hij sprak niet van een onderzoek maar van daadwerkelijk uitvoeren. De heer Jansen GL is het daar mee eens maar vindt dat de wethouder de tijd moet krijgen om met een goed voorstel te komen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Jansen CDA.

16 16 De heer Jansen (CDA) bedankt hem. Hij is jaloers op de uitstekend werkende verzamelpunten die in Duitsland de afgelopen twintig à dertig jaar zijn opgebouwd. Voordat overgegaan wordt tot het ophalen van kunststof wil het CDA eerst graag laten uitzoeken of een combinatie met het ophalen van glas en blik gemaakt kan worden. De voorzitter geeft het woord aan de heer Poppens. De heer Poppens bedankt hem. Het maakt de VVD niet zoveel uit wie het ophaalt, als het maar efficiënt gebeurt. Daarbij vindt de fractie het geschikt werk voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Het verminderen van bovengrondse afvalcontainers vindt de VVD heel belangrijk. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stegink. De fractie van de heer Stegink is groot voorstander van ophalen maar daarbij moet worden opgelet dat het plastic niet wegwaait. Mevrouw Viveen interrumpeert. Zij merkt op dat het aangeboden wordt in plastic zakken langs de straat. De heer Stegink vindt dat als gekozen wordt voor ophalen, het overal moet gebeuren en niet alleen in de stad. De heer Jansen CDA interrumpeert. Hij heeft gevraagd naar een combinatiemogelijkheid. De heer Stegink veronderstelt dat in de buitengebieden waarschijnlijk alleen met containers op verantwoorde wijze kan worden opgehaald. Hij betwijfelt of dit een duurzame oplossing is. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Nijman. Mevrouw Nijman vindt dat het haalsysteem mensen meer bewust maakt van de hoeveelheid afval die ze maken. De voorzitter geeft het woord aan de wethouder, de heer Berkelder. De wethouder bedankt de heer Zandbelt voor zijn bijdrage. Hij zegt toe de problematiek bij de picknickplaats op te gaan lossen. Behalve over de hoeveelheid afvalbakken, horen alle vragen over afvalbakken bij reiniging. De wethouder zegt toe binnen een week een nader voorstel inclusief een kostenplaatje te doen. Hij merkt nog op dat Circulus de perswagen levert en de Sallcon-medewerkers zorgen voor het laden daarvan. De heer Pierey interrumpeert. Volgens hem staan de kosten al in de stukken. De wethouder wil deze duidelijker schetsen. De heer Emens begrijpt niet dat de wethouder een oplossing zoekt in een combinatie. De wethouder antwoordt dat Circulus een speciale perswagen heeft en Sallcon niet. Die is noodzakelijk om het volume van het plastic te verminderen. Mevrouw Viveen interrumpeert. Zij vraagt de wethouder of hij het ermee eens is eerst het ophalen te proberen voordat oranje bakken in de stad worden geplaatst. De wethouder antwoordt dat de raad binnen een week het voorstel heeft zodat hij kan besluiten voor ophalen, ook al is het duurder. De voorzitter concludeert dat dit volgende week woensdag is, zodat de fracties het nog in hun fractievergadering kunnen bespreken.

17 17 De wethouder vult aan dat het dan in de raad kan worden afgehandeld. De voorzitter stelt dat dit punt voldoende is behandeld. Hij geeft het woord aan de heer Emens over het afvaldepot en de vermindering van de 1000 kg. De heer Emens wil de 1000 kg handhaven. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Viveen. Mevrouw Viveen onderschrijft de opmerking van de heer Emens omdat zij verwacht dat er meer zwerfafval komt als het aantal kilo s wordt verlaagd. Ook vindt zij het een slecht signaal naar burgers als zij voor het brengen van afval worden afgestraft. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Mook. Mevrouw Mook sluit zich bij de vorige sprekers volledig aan. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pierey. De heer Pierey is het hier ook mee eens. Het is perfect als mensen zoveel mogelijk afval gescheiden naar de milieustraat brengen De voorzitter geeft het woord aan de heer Poppens De heer Poppens is nieuwsgierig naar de aanleiding voor verlaging van het aantal kilo s. Er is sprake van een tegenstrijdigheid van het uitgangspunt minder kosten voor de burger. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stegink. De fractie van de heer Stegink vindt verlaging onacceptabel. Hij vraagt naar de nieuwe locatie van de milieustraat. De voorzitter geeft het woord aan de heer Jansen GL. De heer Jansen GL vindt dat mevrouw Viveen het heel mooi heeft verwoord. De voorzitter geeft het woord aan de heer Jansen (CDA). De heer Jansen CDA is erg geïnteresseerd in de financiële redenen om te verlagen. Hij merkt op dat het grofvuil nu in ieder geval op de juiste plaats komt. De voorzitter geeft het woord aan de wethouder. De wethouder zegt dat het zwerfafval in de buurgemeenten die 300 kg hanteren, niet hoger is dan in Deventer. De hoeveelheid bedrijfsafval, vooral van de bouw, is in Deventer wel significant lager. Dat komt omdat de individuele burger zelf zijn bouwafval moet afvoeren en niet de aannemer. De burger leent daarvoor de pasjes van de buren. Afvoeren via de burger is duur en als dit wordt gehandhaafd, komt de gemeente nooit linksboven in het schema te staan. In het voorstel zal de wethouder uitleggen dat de milieustraat blijft op de bestaande locatie. Op dit moment is hij echter veel te klein en bepaald afval moet naar een locatie van Circulus. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stegink. De heer Stegink denkt dat het uitlenen van pasjes te ondervangen is door ze persoon- of huishoudengebonden te maken.

18 18 De wethouder had de buurman gevraagd voor hem te rijden. De heer Stegink heeft daar niets op tegen. De wethouder zegt dat de raad het voorstel krijgt voor een nieuwe milieustraat en eventueel daaraan gekoppeld een voorstel voor vermindering van kilo s zodat hij een afweging kan maken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Emens. De heer Emens merkt op dat zijn fractie juist had gepromoot om afval van de buren mee te nemen zodat er minder zwerfafval ontstond. Volgens de wethouder hebben buurgemeenten met 300 kg geen last van zwerfafval en Deventer met 1000 kg ook niet, behalve het punt waar de heer Zandbelt terecht aandacht voor heeft gevraagd. De heer Jansen CDA denkt dat 500 kg ook voldoende is voor burgers. De wethouder kan zich voorstellen dat een volgend college hierop uitkomt. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pierey. De heer Pierey vraagt om een financiële onderbouwing als het 1000 kg blijft. De wethouder vindt dat onnodig en wil dat niet in een week overhaast doen. De heer Pierey zegt dat de raad misschien wel behoefte heeft er een uitspraak over te doen. De wethouder kan dit niet binnen een week doen. De heer Stegink vraagt wat de raad nu precies moet besluiten. De wethouder antwoordt dat de raad moet besluiten over containers en afval. Verder is dit een kadernota met de grote lijnen waarin op onderdelen nog een nadere uitwerking komt vanwege de gestelde vragen. De voorzitter vult aan dat als in de uitwerking blijkt dat de financiële consequenties botsen met de kaders die vandaag of over twee weken worden vastgesteld, de raad kan heroverwegen. De heer Poppens merkt op dat dit zeker moet gebeuren omdat ook tarieven moeten worden vastgesteld. Mevrouw Nijman interrumpeert. Zij vindt het heel onoverzichtelijk worden. De heer Pierey vraagt wat nu precies wordt besloten. Of het besluit moet worden genomen dat de kadernota de zoekrichting is om te verlagen van 1000 naar 300 kg. Of dit besluit wordt niet genomen. De heer Pierey stelt duidelijk dat wat hem betreft geen kader wordt gesteld in deze nota om naar 300 kg te gaan. De wethouder is het hiermee eens. De voorzitter bevestigt dat de raad hiermee de toezegging van de wethouder heeft. De raad kan in de volgende raadsbehandeling nog verder hierop reageren. Hij geeft het woord aan de heer Jansen CDA. De heer Jansen CDA vraagt de wethouder vaart te maken met de inzameling van kunststof en de ondergrondse opberging. De wethouder zegt dat de raad apart over de verlaging naar 300 kg mag besluiten.