DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN 6 DEEL 3: BEHEERSOVEREENKOMSTEN VLM 11
|
|
- Damian Baert
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Inhoud Blz. DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 1. BODEMBREED RIJKER BODEMLEVEN UNIEKE KANS VOOR LANDBOUW ONDERZOEKSDOELEN BODEMBREED IN LIMBURG... 5 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN 6 1. ALGEMEEN MOGELIJKE EROSIEBESTRIJDINGSMAATREGELEN Sterk erosiegevoelige percelen Matig erosiegevoelige percelen Licht erosiegevoelige percelen DEEL 3: BEHEERSOVEREENKOMSTEN VLM WELKE MAATREGELEN KUNT U NEMEN? Remediërende maatregelen Brongerichte maatregelen DE VERGOEDINGEN WAAR KUNT U EEN BEHEEROVEREENKOMST EROSIEBESTRIJDING SLUITEN? EEN BEHEERPLAN OP MAAT VAN UW BEDRIJF VRAAG UW BEHEEROVEREENKOMST TIJDIG AAN OPMERKING MEER WETEN?... 16
2 2 DEEL 4: EROSIEBESTRIJDING DOOR MIDDEL VAN VERSCHILLENDE GRONDBEWERKINGEN EROSIEPROEF WINTERTARWE NA SUIKERBIETEN Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Proefplan EROSIEPROEF WINTERTARWE NA CICHOREI Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Proefplan EROSIEPROEF WINTERTARWE NA KORRELMAÏS Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Proefplan EROSIEPROEF IN SUIKERBIETEN Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Proefplan EROSIEPROEF IN CICHOREI Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Proefplan EROSIEPROEF IN KORRELMAÏS Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Proefplan... 37
3 3 7. NIET-KERENDE TEELTTECHNIEK AARDAPPELEN Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen : Uitgevoerde grondbewerkingen AARDAPPELDREMPELS Proefopzet Perceelsgegevens Foto s aanleg BODEMVOCHTMETINGEN Proefopzet Meetmethode Resultaten Besluit DEEL 7 : LANGE TERMIJNPERCELEN 46 DEEL 8: PRODUCTEN EN ACTIEVE STOFFEN HERBICIDEN FUNGICIDEN INSECTICIDEN VARIA... 60
4 4 DEEL 1: Interregproject BodemBreed 1. BodemBreed BodemBreed streeft een duurzaam grondgebruik in de landbouw na. Tientallen landbouwers in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Belgisch en Nederlands Limburg werken er aan mee. Over drie jaar moet duidelijk zijn hoe zij in hun dagelijkse bedrijfsvoering de natuurlijke krachten van de bodem beter kunnen benutten. De Europese Unie financiert het onderzoek met euro en ook de Vlaamse Boerenbond, de Vlaamse Overheid, de deelnemende provincies, de Nederlandse lltb en het Waterschap Roer en Overmaas steken er tijd en geld in. Arvalis, PIBO campus, PPO en Hooibeekhoeve nemen een deel van de praktische uitvoering voor hun rekening. 2. Rijker bodemleven Duurzame landbouw, via zogeheten niet-kerende grondbewerking, leidt tot een betere bodemstructuur, een rijker bodemleven en ook tot een hogere opbrengst. De bodem is een complex geheel, waarbij vruchtbaarheid, weerbaarheid en biodiversiteit van de bodem nauw met elkaar samenhangen. In het huidige Vlaamse en Nederlandse beleid worden de verschillende bodemaspecten nog te vaak afzonderlijk belicht. Niet ploegen kan water- en modderoverlast en het uitspoelen van nutriënten naar grond- en oppervlaktewater beperken. Maar dit roept nog tal van praktische vragen op over alternatieve vormen van bewerking en het optimale gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. 3. Unieke kans voor landbouw BodemBreed is een unieke kans om door een slimme combinatie van theorie en praktijk concrete resultaten in de landbouw te boeken. We zullen reeds op korte termijn de vruchten van dit project plukken: minder modder- en wateroverlast en minder gebruik van meststoffen en mogelijk ook van gewasbeschermingsmiddelen.
5 5 4. Onderzoeksdoelen De onderzoeksdoelen van BodemBreed zijn inhoudelijk sterk met elkaar verweven. De bestaande kennis en inzichten van de bodem als samenhangend geheel worden samengebracht. Daarnaast worden ook de leemten in de kennis opgevuld en worden praktische vragen vanuit de landbouwsector beantwoord. Het globale resultaat dat beoogd wordt is een toename van bodemmanagement in de bedrijfsvoering. Alle relevante informatie zal beschikbaar komen op de website 5. Bodembreed in Limburg Concreet zal BodemBreed in Limburg belicht worden vanuit PIBO- Campus en de provincie Limburg. De provincie Limburg betaalt euro mee voor het welslagen van dit interreg project. PIBO-Campus heeft in het kader van BodemBreed een perceel ter beschikking waar er gedurende 5 jaar proeven opgedaan kunnen worden in het kader van erosiebestrijding in het algemeen en BodemBreed specifiek. Het perceel betreft een 10 ha groot stuk met een uniforme helling. Dit perceel werd onderverdeeld in 6 kleinere percelen waarop een teeltrotatie werd vooropgesteld. Ieder perceel werd onderverdeeld in verschillende objecten waar verschillende grondbewerkingen op werden toegepast. Zo kan de invloed van de grondbewerking beoordeeld worden in de loop van de tijd. Hierbij gaat speciale aandacht uit naar onkruiddruk, ziektegevoeligheid, erosiegevoeligheid, bewerkbaarheid, bodemverdichting en infiltratiecapaciteit. De teelten die opgenomen zijn in de teeltrotatie zijn de meest voorkomende teelten in de streek met name tarwe, suikerbieten, cichorei en korrelmaïs.
6 6 DEEL 2: MTR-randvoorwaarden 1. Algemeen Naast de beheerseisen uit de 19 richtlijnen en verordeningen, maakt ook de goede landbouw- en milieuconditie deel uit van de randvoorwaarden. Om de landbouwgronden in goede landbouw- en milieuconditie te houden moeten de landbouwers de volgende maatregelen nemen m.b.t. bodemerosie. Bodemerosie vermindert de bodemvruchtbaarheid en de opbrengsten op lange termijn, draagt bij tot het ontstaan van modderstromen en overmatige ruimings- en baggerspecie. Op basis van gegevens uit een wetenschappelijk model gebruikt door afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie kunnen de erosiegevoelige percelen in 3 klassen opgedeeld worden, met name sterk, matig en licht erosiegevoelig. De beschikbare gegevens in verband met de erosiegevoeligheid van een bepaald perceel worden voorgedrukt op de verzamelaanvraag. Dit geeft voor de landbouwer reeds een indicatie over waar er mogelijke erosiebestrijdingsmaatregelen kunnen worden genomen. Op de sterk erosiegevoelige percelen is de landbouwer verplicht minstens één erosiebestrijdingsmaatregel toe te passen. Voor de matig erosiegevoelige percelen wordt de landbouwer aanbevolen om minstens één erosiebestrijdingsmaatregel toe te passen. Deze erosiebestrijdingsmaatregelen moeten er voor zorgen dat betekenisvolle afspoeling van water en bodemdeeltjes van het perceel voorkomen en/of beperkt wordt.
7 7 2. Mogelijke erosiebestrijdingsmaatregelen Via de verzamelaanvraag wordt de landbouwer geïnformeerd over de erosiegevoeligheid van elk perceel. Er zijn drie mogelijke erosiegevoeligheidsklassen: sterk, matig en licht Sterk erosiegevoelige percelen Op de sterk erosiegevoelige percelen moet de landbouwer verplicht minstens één erosiebestrijdingsmaatregel nemen. Voor een landbouwgrond waarvoor de landbouwer een beheersovereenkomst inzake weidevogelbeheer of het omzetten van akkerland in meerjarig grasland heeft afgesloten of afsluit, is voldaan aan deze verplichting. In functie van de teelt zijn de volgende maatregelen mogelijk: het perceel onder permanente bedekking houden (onder permanente bedekking hoort: grassen, grasklaver, klaver, vlinderbloemigen, faunabraak, bebossing, pitfruit en noten); indien wintergranen geteeld worden: - de bodem niet langer dan 3 maanden onbedekt laten (hiertoe wordt indien nodig een groenbedekker, tussenteelt of mulch van korrelmaïs gebruikt) en - inzaaien volgens de richting die best aansluit bij de hoogtelijnen als het perceel in deze richting langer is dan 100 meter. Voor een landbouwgrond waarvoor de landbouwer de beheersovereenkomst erosie afgesloten heeft of afsluit is voldaan aan deze verplichtingen. indien zomergranen of vlas geteeld worden: - een bodembedekking (groenbedekker, tussenteelt of mulch van korrelmaïs) voorzien die niet meer dan 2 weken voor de zaaidatum wordt ondergewerkt en - inzaaien volgens de richting die best aansluit bij de hoogtelijnen als het perceel in deze richting langer is dan 100 meter.
8 8 Voor een landbouwgrond waarvoor de landbouwer de beheersovereenkomst erosie afgesloten heeft of afsluit is voldaan aan deze verplichtingen. Indien een andere (= erosiegevoelige) teelt geteeld wordt: - a) de bodem in ieder geval niet langer dan 2 maanden onbedekt laten voorafgaand aan het inzaaien van het hoofdgewas en - b) daarnaast eveneens één van de volgende maatregelen toe passen: de bodem niet bewerken; de bodem alleen met een niet-kerende bodembewerking bewerken voor de inzaai van de bodembedekker of de tussenteelt en de hoofdteelt direct inzaaien; de bodem niet of oppervlakkig met een nietkerende bodembewerking bewerken voor de inzaai van de bodembedekker of de tussenteelt en daarnaast de bodem zeer oppervlakkig (een ruw zaaibed achterlatend) bewerken voor de inzaai van de hoofdteelt; een buffervoorziening van 10 m³ voorzien of een dammetje van 0,5 m hoog onderaan het perceel over een lengte van minimaal ¼ van de omtrek van het perceel. - Indien onderaan het sterk erosiegevoelige perceel een weide is gelegen, is eveneens aan de verplichting onder b voldaan. - Indien de percelen in de hellingsrichting langer zijn dan 300 meter worden ze best onderbroken door een grasstrook van minstens vijf meter evenwijdig met de benedengrens van het perceel. Voor een landbouwgrond waarvoor de landbouwer een beheersovereenkomsten erosie afgesloten heeft of afsluit, is voldaan aan verplichting b.
9 Matig erosiegevoelige percelen Voor deze percelen wordt de landbouwer aanbevolen om minstens één van de volgende maatregelen te nemen: het perceel onder permanente bedekking houden (onder permanente bedekking hoort: grassen, grasklaver, klaver, vlinderbloemigen, faunabraak, bebossing, pitfruit en noten) indien wintergranen geteeld worden: - inzaaien volgens de richting die best aansluit bij de hoogtelijnen als het perceel in deze richting langer is dan 150 meter. indien zomergranen of vlas geteeld worden: - de bodem niet langer dan 3 maanden onbedekt laten (hiertoe wordt indien nodig een groenbedekker, tussenteelt of mulch van korrelmaïs gebruikt) en - inzaaien volgens de richting die best aansluit bij de hoogtelijnen als het perceel in deze richting langer is dan 150 meter. Indien een andere (= erosiegevoelige) teelt geteeld wordt: - de bodem sowieso niet langer dan 2 maanden onbedekt laten voorafgaand aan het inzaaien van het hoofdgewas; en - daarnaast eveneens één van de volgende maatregelen toe passen: geen bodembewerking toepassen; de bodem alleen met een niet-kerende bodembewerking bewerken; de hoofdteelt direct inzaaien; de bodem slechts oppervlakkig bewerken voor de inzaai van de hoofdteelt; een grasbufferstrook van minimaal 5 m breed langs de benedengrens van het perceel voorzien; een buffervoorziening van 10 m³ voorzien of een dammetje van 0,5 m hoog onderaan het perceel over een lengte van minimaal ¼ van de omtrek van het perceel.
10 10 Indien het perceel in de hellingsrichting langer is dan 400 meter, wordt het best onderbroken door een grasstrook van minstens vijf meter breed evenwijdig met de benedengrens van het perceel Licht erosiegevoelige percelen De licht erosiegevoelige percelen worden enkel ter informatie meegedeeld. Enkel indien het perceel in de hellingsrichting langer dan 500 meter is, wordt aangeraden deze met een grasbufferstrook van minstens vijf meter breed te onderbreken of een grasbufferstrook onderaan het perceel te voorzien.
11 11 DEEL 3: Beheersovereenkomsten VLM 1. Welke maatregelen kunt u nemen? 1.1. Remediërende maatregelen De maatregelen aanleg en onderhoud van grasbufferstroken, aanleg en onderhoud van grasgangen en aanleg en onderhoud van dam met erosiepoel zijn remediërende maatregelen. Ze vangen in eerste instantie afspoelende bodemdeeltjes op en verzachten zo de gevolgen van bodemerosie Aanleg en onderhoud van grasbufferstroken en grasgangen Praktisch: Creëer grasbufferstroken of grasgangen door stroken landbouwgrond in te zaaien met een toegelaten grasmengsel of door bestaande grasstroken in stand te houden. Bespreek vooraf met uw bedrijfsplanner welk mengsel het meest geschikt is. - Breng vóór 1 mei de grasgangen of grasbufferstroken tot stand op percelen die gebruikt worden als akker. - Gras inzaaien in jaarlijkse teeltrotatie is toegestaan. - Behoud de grasmat gedurende de overeenkomst als aaneengesloten geheel. Zo zorgt u ervoor dat de grasgangen en de grasbufferstroken hun efficiëntie niet verliezen. Ontstaat er tijdens de overeenkomst een ploegvoor of -wal langs de grasbufferstroken of grasgangen, dan moet u die verwijderen. - Gebruik geen bestrijdingsmiddelen; plaatselijke bestrijding van distels mag wel. - Sla geen mest op in de grasgangen of grasbufferstroken. Bijkomend voor grasbufferstroken - Leg de grasbufferstroken aan op de nuttigste plek van het perceel, zo evenwijdig mogelijk met de hoogtelijnen. - Zorg ervoor dat de breedte van de grasbufferstrook een veelvoud van 3m is. Hoe breed uw grasbufferstrook wordt, is afhankelijk van de verwachte hoeveelheid op te vangen sediment; 21 m is een maximum.
12 12 Bijkomend voor grasgangen - Leg de grasgangen aan in droge valleien, daar waar het afstromende water van nature samenkomt en de helling afstroomt. - Zorg ervoor dat de breedte van de grasgang een veelvoud van 3 m is. Hoe breed uw grasgang wordt, is afhankelijk van de te verwachten hoeveelheid water die door de grasgang kan stromen. Een grasgang is minimum 9 en maximum 30 m breed. Verder - Het perceel waarop u de grasbufferstrook of grasgang inzaait of in stand houdt, moet u vijf jaar lang (de looptijd van de beheerovereenkomst) op 1 januari in gebruik hebben. U toont dit aan via de verzamelaanvraag. - De grasbufferstrook of grasgang zelf moet u vijf jaar (de looptijd van de beheerovereenkomst) ononderbroken in gebruik hebben. U toont dit aan via de verzamelaanvraag Aanleg en onderhoud van een aarden dam met erosiepoel Praktisch: - Graaf een erosiepoel van maximum 50 cm diep. - Bouw met de uitgegraven grond een dam stroomafwaarts, ofwel onderaan (op de rand van) uw perceel, ofwel op het perceel. Leg de aarden dam over de hele lengte op hetzelfde peil aan. Een rechte lijn aanhouden is niet verplicht. - Zaai de aarden dam en de erosiepoel in met een toegelaten grasmengsel. Bespreek vooraf met uw bedrijfsplanner welk mengsel het meest geschikt is voor de grasmat. - Zorg ervoor dat de grasmat gedurende de looptijd van de overeenkomst een ononderbroken geheel vormt. - Gebruik geen bestrijdingsmiddelen in de erosiepoel of op de aarden dam; plaatselijke bestrijding van distels mag wel. Verder: - Het perceel waarop u de aarden dam met erosiepoel aanlegt, moet u vijf jaar lang (de looptijd van de beheerovereenkomst) op 1 januari in gebruik hebben. U toont dit aan via de verzamelaanvraag. - De aarden dam met erosiepoel zelf moet u vijf jaar (de looptijd van de beheerovereenkomst) ononderbroken in gebruik hebben. U toont dit aan via de verzamelaanvraag.
13 Brongerichte maatregelen De maatregelen niet-kerende bodembewerking en directe inzaai zijn brongerichte maatregelen. Het zijn technieken die de oorzaken van bodemerosie bij de bron aanpakken, dus op het perceel zelf. Ze verbeteren de bodemstructuur van het perceel waardoor de bodem beter bestand is tegen de kracht van de regen en het afstromende water Niet-kerende bodembewerking Praktisch: - U bent vrij de percelen te kiezen waarop u de techniek toepast, zolang het maar om erosiegevoelige percelen gaat. - Bewerk de bodem gedurende het betrokken kalenderjaar enkel nietkerend. Verder: - In uw beheerovereenkomst worden een minimale en een maximale oppervlakte vastgelegd. U duidt elk jaar in de verzamelaanvraag voor minstens de minimale oppervlakte percelen aan. - U hebt het perceel dat u niet kerend bewerkt het volledige kalenderjaar in eigen gebruik. U toont dit aan via de verzamelaanvraag Directe inzaai Praktisch: - U bent vrij de percelen te kiezen waarop u de techniek toepast, zolang het maar om erosiegevoelige percelen gaat. - Bewerk de bodem niet gedurende het betrokken kalenderjaar. - Zaai elke teelt in de vegetatieresten van de vorige oogst of van een groenbedekker, zonder eerst een zaaibed te maken. Verder: - In uw beheerovereenkomst worden een minimale en een maximale oppervlakte vastgelegd. U duidt elk jaar in de verzamelaanvraag voor minstens de minimale oppervlakte percelen aan. - U hebt het perceel waarop u deze techniek toepast het volledige kalenderjaar in eigen gebruik. U toont dit aan via de verzamelaanvraag.
14 14 2. De vergoedingen In ruil voor het uitvoeren van deze maatregelen, ontvangt u jaarlijks een vergoeding van de overheid. De hoogte van de vergoeding hangt af van het pakket. Aanleggen en onderhouden van grasstroken Aanleggen van grasbufferstroken met teeltbeperking (gewassen niet sterk erosiegevoelig zijn) Aanleggen van grasbufferstroken zonder teeltbeperking (telen erosiegevoelige gewassen toegelaten) Aanleggen van grasgangen /ha grasbufferstrook 455 /ha grasbufferstrook /ha grasgang perceelsrand Aanleggen van grasgangen /ha grasgang Aanleggen en onderhouden van een aarden dam en een erosiepoel (grasland) Dammen lager dan 0,4 meter 0,70 /strekkende meter Dammen tussen 0,4 en 0,75 meter 1,90 /strekkende meter Dammen hoger dan 0,75 meter 3,40 /strekkende meter Aanleggen en onderhouden van een aarden dam en een erosiepoel (akkers) Dammen lager dan 0,4 meter 1 /strekkende meter Dammen tussen 0,4 en 0,75 meter Dammen hoger dan 0,75 meter 2,6 /strekkende meter 4,40 /strekkende meter Brongerichte maatregelen Niet-kerende bodembewerking Directe inzaai 80 /ha 200 /ha
15 15 Belangrijk! - De maximale oppervlakte (die gelijk is aan 1,5 maal de minimale oppervlakte) vormt de bovengrens voor het berekenen van de vergoeding. - Op sterk erosiegevoelige percelen moet u als gevolg van de randvoorwaarden maatregelen nemen om erosie te bestrijden. De beste methode is het perceel permanent bedekt houden. Gewassen die sterk erosiegevoelig zijn (zoals aardappelen of maïs), worden best niet verbouwd op deze percelen. Sluit u een beheerovereenkomst op een sterk erosiegevoelig perceel, dan ontvangt u geen vergoeding als u een sterk erosiegevoelig gewas verbouwt in een bepaald jaar. - Slechte weersomstandigheden bij het oogsten kunnen leiden tot structuurbederf van de bodem. In zo n geval kunt u vragen om af te zien van de directe inzaai of de niet-kerende bodembewerking. Stemt de VLM in met uw verzoek, dan mag u de bodem kerend bewerken. U ontvangt dan geen vergoeding voor dat perceel in dat jaar. 3. Waar kunt u een beheerovereenkomst erosiebestrijding sluiten? Beheerovereenkomsten om erosie te bestrijden zijn alleen op erosiegevoelige percelen mogelijk. Laat u adviseren door uw bedrijfsplanner. Op deze percelen zullen de maatregelen efficiënt worden ingezet om uw inspanningen zo goed mogelijk te laten renderen en de kans op succes zo groot mogelijk te maken. 4. Een beheerplan op maat van uw bedrijf De juiste beheerovereenkomst(en) kiezen voor uw bedrijf: het is geen peulenschil. Het komt erop aan de juiste maatregelen op de juiste plaats te nemen, en daarvoor zijn kennis en maatwerk nodig. De VLM stelt een team van bedrijfsplanners ter beschikking. Zij helpen u om uit te zoeken welke beheerovereenkomsten aangewezen zijn voor uw bedrijf. Meer info: zie contactgegevens
16 16 5. Vraag uw beheerovereenkomst tijdig aan Bent u van plan een beheerovereenkomst te sluiten? Houd er dan rekening mee dat uw aanvraag geëvalueerd moet worden. Dien uw aanvraag ruim op voorhand in bij de VLM. U kunt geen beheerovereenkomsten sluiten via de verzamelaanvraag. Beheerovereenkomsten starten altijd op 1 januari van het kalenderjaar en hebben een looptijd van vijf jaar. 6. Opmerking Wanneer een beheersovereenkomst niet-kerende bodembewerking of directe inzaai wordt afgesloten dan zal dit in de toekomst per kalenderjaar bekeken worden i.p.v. per teeltjaar. Tijdens dit kalenderjaar mag de bodem ENKEL niet-kerend bewerkt worden. Wanneer door bijvoorbeeld slechte weersomstandigheden bij het oogsten het niet mogelijk is de bodem niet-kerend te bewerken kunt u afzien van de nietkerende bodembewerking of directe inzaai. Wanneer de VLM instemt met uw verzoek dan mag u de bodem kerend bewerken. U ontvangt dan weliswaar geen vergoeding voor dat perceel in dat jaar. 7. Meer weten? Overtuigd van de voordelen van beheerovereenkomst? U kunt op elk moment persoonlijk advies inwinnen bij onze bedrijfsplanners. Toegespitst op uw situatie en op maat van uw bedrijf. Deze service is gratis en vrijblijvend. U kunt terecht bij de Dienst Plattelandsbeheer van onze provinciale afdelingen: VLM Limburg Koningin Astridlaan Hasselt Tel.: Fax: VLM Vlaams-Brabant Diestsevest Leuven Tel.: Fax:
17 17 DEEL 4: EROSIEBESTRIJDING DOOR MIDDEL VAN VERSCHILLENDE GRONDBEWERKINGEN 1. Erosieproef wintertarwe na suikerbieten 1.1. Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: Kerend, beperkte diepe en ondiepe grondbewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemverdichting, onkruiddruk, ziektenaantasting, opbrengst en kwaliteit Perceelsgegevens a Voorvrucht: Suikerbieten b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: 350 korrels/m² d Ras: Premio e Onkruidbestrijding: Naopkomst: Othello 1,2 l/ha + Hussar ultra 50 cc f Bemesting: Minerale stikstof: - Stikstofindex: 134 (lager dan normaal) - Stikstofbehoefte: 193 E N/ha - Stikstofgift: 193 EN/ha 1 e fractie: 80 EN/ha bij uitstoeling e fractie: 60 EN/ha bij de stengelstrekking e fractie: 53 EN/ha bij het laatste blad g Halmverkorter: CCC 0,75 l/ha, Moddus 0,25 l/ha h Graanhaantje + bladluizen: Patriot 0,2 l/ha i Fungiciden: - Bladbehandeling: Venture 1,5 l/ha Aarbehandeling: Allegro 1l/ha
18 18 j Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 45 Zware leem ph-kcl 7,1 6,7-7,3 Gunstig C in % (humus) 1,6 1,2 1,6 Normaal Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Tamelijk hoog Calcium (Ca) Tamelijk hoog Natrium (Na) 2,4 3,2 6,4 Tamelijk laag Boor (B) Aangelegde objecten nr Objecten Ploegen Ploegen 2 3 Diepe grondbewerking Beperkte grondbewerking Diepwoeler ( 25 cm diep ) + Cultivator (16 cm) Cultivator ( 16 cm diep ) Rotoreg + zaaimachine Rotoreg + zaaimachine Rotoreg + zaaimachine 1.4. Waarnemingen Opkomsttellingen De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten # planten/m² % Opkomst 1 Ploegen ,7 2 Diepe grondbewerking + beperkte grondbewerking ,1 3 Beperkte grondbewerking
19 Tarwe na cichorei Tarwe na korrelmaïs Ziektetellingen 19 Tot op heden werd er geen visueel waarneembaar verschil vastgesteld tussen de verschillende objecten bodembewerking. De ziektedruk van de voornaamste bladziekten in wintertarwe was laag in de leemstreek. Dit is te verklaren door het extreem droge voorjaar Proefplan Ploegen Cultivator + diepwoeler cultivator 24m 24m 24m
20 20 2. Erosieproef wintertarwe na cichorei 2.1. Proefopzet Er worden de grondbewerkingen ploegen en niet kerende grondbewerking met elkaar vergeleken. De niet kerende grondbewerking wordt nog opgedeeld in een diepe- en een ondiepe bodembewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemverdichting, onkruiddruk, ziekten-aantasting, opbrengst en kwaliteit Perceelsgegevens a Voorvrucht: cichorei b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: 350 korrels/m² d Ras: Premio e Onkruidbestrijding: - Naopkomst: Othello 1,2 l/ha + Hussar ultra 50 cc Tegen cichorei opslag : Allié star 35 g/ha f Bemesting: Minerale stikstof: - Stikstofindex: 134 (lager dan normaal) - Stikstofbehoefte: 193 E N/ha - Stikstofgift: 193 EN/ha 1 e fractie: 80 EN/ha bij uitstoeling e fractie: 60 EN/ha bij de stengelstrekking e fractie: 53 EN/ha bij het laatste blad g Halmverkorter: CCC 0,75 l/ha, Moddus 0,25 l/ha h Graanhaantje + bladluizen: Patriot 0,2 l/ha i Fungiciden: - Bladbehandeling: Venture 1,5 l/ha Aarbehandeling: Allegro 1 l/ha
21 21 Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 45 Zware leem ph-kcl 7,1 6,7-7,3 Gunstig C in % (humus) 1,6 1,2 1,6 Normaal Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Tamelijk hoog Calcium (Ca) Tamelijk hoog Natrium (Na) 2,4 3,2 6,4 Tamelijk laag Boor (B) Aangelegde objecten nr Objecten Beperkte grondbewerking Diepe grondbewerking Cultivator ( 16 cm diep ) Diepwoeler (25 cm) + cultivator (16 cm) 3 Ploegen Ploegen Rotoreg + zaaimachine Rotoreg + zaaimachine Rotoreg + zaaimachine 2.4. Waarnemingen Opkomsttellingen De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten # planten/m² % Opkomst 1 Ploegen ,3 2 Diepe grondbewerking ,7 3 Cultivator ,7
22 maïs Tarwe na suikerbieten Ziektetellingen 22 Tot op heden werd er geen visueel waarneembaar verschil vastgesteld tussen de verschillende objecten bodembewerking. De ziektedruk van de voornaamste bladziekten in wintertarwe was laag in de leemstreek. Dit is te verklaren door het extreem droge voorjaar Proefplan Cultivator Cultivator + Diepwoeler Ploegen 24m 24m 48m Grasstrook
23 23 3. Erosieproef wintertarwe na korrelmaïs 3.1. Proefopzet Er worden de grondbewerkingen ploegen en niet kerende grondbewerking met elkaar vergeleken. De niet kerende grondbewerking wordt nog opgedeeld in een diepe- en een ondiepe bodembewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemverdichting, onkruiddruk, ziekten-aantasting, opbrengst en kwaliteit Perceelsgegevens a Voorvrucht: korrelmaïs b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: 350 korrels/m² d Ras: Premio e Onkruidbestrijding: Naopkomst: Othello 1,2 l/ha + Hussar ultra 50 cc Tegen cichorei opslag : Allié star 35 g/ha f Bemesting: Minerale stikstof: - Stikstofindex: 134 (lager dan normaal) - Stikstofbehoefte: 193 E N/ha - Stikstofgift: 193 EN/ha 1 e fractie: 80 EN/ha bij uitstoeling e fractie: 60 EN/ha bij de stengelstrekking e fractie: 53 EN/ha bij het laatste blad g Halmverkorter: CCC 0,75 l/ha, Moddus 0,25 l/ha h Graanhaantje + bladluizen: Patriot 0,2 l/ha i Fungiciden: - Bladbehandeling: Venture 1,5 l/ha Aarbehandeling: Allegro 1 l/ha
24 24 Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 45 Zware leem ph-kcl 7,1 6,7-7,3 Gunstig C in % (humus) 1,6 1,2 1,6 Normaal Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Tamelijk hoog Calcium (Ca) Tamelijk hoog Natrium (Na) 2,4 3,2 6,4 Tamelijk laag Boor (B) Aangelegde objecten nr Objecten Ploegen Ploegen 2 3 Diepe grondbewerking Beperkte grondbewerking Diepwoeler (25 cm) + cultivator (16 cm) Cultivator (16 cm) Rotoreg + zaaimachine Rotoreg + zaaimachine Rotoreg + zaaimachine De oogstresten van de korrelmaïs zijn geklepeld Waarnemingen Opkomsttellingen De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten # planten/m² % Opkomst 1 Ploegen ,4 2 Diepe grondbewerking Beperkte grondbewerking ,6
25 Tarwe na suikerbieten Maïs Graaf Ziektetellingen 25 Tot op heden werd er geen visueel waarneembaar verschil vastgesteld tussen de verschillende objecten bodembewerking. De ziektedruk van de voornaamste bladziekten in wintertarwe was laag in de leemstreek. Dit is te verklaren door het extreem droge voorjaar Proefplan Cultivator Cultivator + Diepwoeler Ploegen 48 m 24 m 24 m Grasstrook
26 26 4. Erosieproef in suikerbieten 4.1. Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: ploegen, schijfeg tijdens de winterperiode, vaste tand cultivator tijdens de winterperiode en beperkte nietkerende grondbewerking in het voorjaar. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemvocht in het voorjaar, onkruiddruk, ziektenaantasting, rooibaarheid, opbrengst en procent suiker Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: Gedeeltelijke herzaai c Zaaiafstand: 19,6 x 45 cm d Ras: Angeliqua e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: niet-kerend: Glyfosaat 4 l/ha Vooropkomst: pyramine 2 l/ha Naopkomst: (B = Betanal, Tr = Tramat, G = Goltix) 1 e Betanal Elite 0,75 l/ha + G 0,75 l/ha + uitvloeier 0.3 l/ha e B 0,75 l/ha + G 0,75 l/ha + Treto 500 0,25 l/ha + Frontier 0,75 l/ha + aminoplant 0,5 l/ha e B 0,75 l/ha + Treto 500 0,25 l/ha + Frontier elite 1 l/ha + Fusilade 0,25 l/ha + uitvloeier 0,5 l/ha e B 0,75 l/ha + Frontier Elite 1 l/ha + Fusilade 0,25 l/ha + Tr 0,25 l/ha + aminoplant 0,5 l/ha + uitvloeier 0,3 l/ha e B 0,75 l/ha + Tr 0,25 l/ha + Frontier 1 l/ha + uitvloeier 0,5 l/ha + aminoplant 0,5 l/ha e B 0,75 l/ha + Tramat 0,25 l/ha + Frontier 1 l/ha + Boor 1 l/ha + Vegelux 0,3 l/ha
27 27 f Bemesting: - Organische bemesting: 15 ton/ha varkensdrijfmest Groenbemester: mosterd, phacelia, bladrammenas, bruine mosterd en japanse haver (alles matig ontwikkeld) Chemische stikstof: - stikstofindex:150 (normaal) - stikstofbehoefte: 150 E N/ha - rijbemesting (reductie): 120 E N/ha g Insectenbestrijding: zaaizaadbehandeling met Poncho Beta Analyse van de toegediende mest Analyse-uitslag ph 7.5 Beoordeling Gem. Samenstelling Droge stof laag 82.6 Organische stof zeer laag 55.8 Totale stikstof 6.10 tamelijk laag 8.6 Minerale stikstof 3.72 tamelijk laag 5.5 Fosfor (P 2 O 5 ) 2.47 zeer laag 4.2 Kalium (K 2 O) 3.56 gem. 4.8 Natrium (Na 2 O) 1.52 samenstelling gem. 1.3 Calcium (CaO) 2.17 samenstelling zeer laag 3.3 Magnesium (MgO) 1.23 zeer laag 1.7 h Ontledingsuitslag van de bouwlaag: Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl ,3 Gunstig C in % (humus) 1,2 1,2 1.6 Normaal Fosfor (P) Normaal Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Tamelijk hoog Natrium (Na) 3,0 3,1 6,2 Tamelijk laag Boor (B) 0,27 0, Laag
28 nr Aangelegde objecten Objecten Zonder voorbewerking winter Voorbewerking schijfeg winter Voorbewerking vaste tand winter Datum bewerking Winterperiode / Ploegen Type bewerking voorjaar 1 x Canadese Eg + 2 x Compactor Afslepen akker + 1 x Canadese eg + 2 x Compactor Datum bewerking Voorjaar /03/ /03/11 In objecten 2,3 en 4 werd op groenbemester geklepeld, vlak voor de bodembewerking 4.4. Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten % Opkomst Zonder voorbewerking winter Voorbewerking schijfeg winter Voorbewerking vaste tand winter % Bodembedekking* 92,6 % % 90,9 % % 90,4 % % 4 Ploegen 90,6 % 0 % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester
29 Cichorei Maïs Onkruidtellingen Het verschil in onkruiddruk tussen de 4 objecten is tot op heden verwaarloosbaar. Dit kan mogelijk nog veranderen tijdens het verdere verloop van het groeiseizoen en wordt dus verder opgevolgd Proefplan 24m geen winterbewerking 24m schijveneg 24m cultivator 24 m geploegd 24m 24m 24m 24m Grasstrook
30 30 5. Erosieproef in cichorei 5.1. Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: ploegen, schijfeg tijdens de winterperiode, vaste tand cultivator tijdens de winterperiode. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie,bodemvocht in het voorjaar, onkruiddruk, ziekte aantasting, rooibaarheid, en opbrengst Perceelsgegevens a Voorvrucht: wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 9,6 cm x 45 cm d Ras: Melci e Onkruidbestrijding: - Voor de zaai: niet-kerend: Glyfosaat 4 l/ha Bonalan 9 l/ha Vooropkomst: asulox 0,5 l/ha + kerb 1,25 l/ha + Legurame 2 l/ha Naopkomst: (S = Safari; Tr = Trend; DG = Dual Gold;L = Legurame) 1 e S 5 g/ha + Kerb 0,25 l/ha + aminosol 0,5 l/ha e S 10 g/ha + Kerb 0,25 l/ha + DG 0,05 l/ha + Trend 0,1 l/ha e S 10 g/ha + Kerb 0.25 l/ha + Tramat Flow 0,05 l/ha + Trend 0,1 l/ha e S 10 g/ha + DG 0,15 l/ha + Trend 0.1 l/ha + aminsol 0,5 l/ha e S 10 g/ha + DG 0,2 l/ha + Frontier 0,2 l/ha + Trend 0,1 l/ha e S 10 g/ha + DG 0,1/ha + Frontier 0,1 l/ha + Aminosol 0,5 l/ha e Frontier 0.2 l/ha + DG 0.05 l/ha f Bemesting: - Groenbemester: mosterd, phacelia, bladrammenas, bruine mosterd en japanse haver (alles matig ontwikkeld) Minerale stikstof: Stikstofindex: 150 (normaal) Stikstofgift: 39 E N/ha
31 31 g Ontledingsuitslag van de bouwlaag : Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl ,3 Tamelijk laag C in % (humus) 1.1 1,2 1.6 Tamelijk laag Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 2.0 3,1 6,1 Laag Boor (B) , Tamelijk laag 5.3. Aangelegde objecten nr Objecten Bodembewerkingen 1 Ploegen 2 3 Schijveneg tijdens winterperiode Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Klepelen Ploegen Afslepen Opentrekken veereg x compactor Klepelen Schijveneggen Opentrekken veereg x compactor Klepelen Vaste tand cultivator Opentrekken veereg x compactor Objecten 2 en 3 zijn aangelegd om na te gaan hoe we ook zonder ploegen de bodem voldoende snel kunnen laten opdrogen in het voorjaar.
32 5.4. Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembekking De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten % Opkomst % Bodembedekking* 1 Ploegen 100 % 0 % 2 Schijveneg tijdens winterperiode 96,2 % % 3 Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode 97,4 % % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Het verschil in onkruiddruk tussen de 3 objecten is tot op heden verwaarloosbaar. Dit kan mogelijk nog veranderen tijdens het verdere verloop van het groeiseizoen en wordt dus verder opgevolgd.
33 houtkant Suikerbieten Proefplan geploegd cultivator schijveneg 41 m 24 m 24 m Grasstrook
34 34 6. Erosieproef in korrelmaïs 6.1. Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: ploegen, schijfeg tijdens de winterperiode, vaste tand cultivator tijdens de winterperiode en beperkte nietkerende grondbewerking in het voorjaar. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, onkruiddruk, ziekteaantasting en opbrengst Perceelsgegevens 1. Voorvrucht: Wintertarwe 2. Zaaidatum: Zaaidichtheid: korrels/ha 4. Ras: Ricardinio 5. Onkruidbestrijding: - Voor de zaai: zonder bodembewerking in winterperiode: Glyfosaat 3 l/ha Naopkomst: Calaris 1,25 l/ha + Samson 0,3 l/ha + Clio Elite 1 l/ha Bemesting: - Organische bemesting: 15 ton/ha varkensdrijfmest Groenbemester: mosterd, phacelia, bladrammenas, bruine mosterd en japanse haver (alles matig ontwikkeld) Voorjaarsbemesting: - varkensdrijfmest : 15 ton /ha Chemische N: vloeibare N 39 %: 60 EN Analyse van de mest Analyse-uitslag Beoordeling Gem. Samenstelling Droge stof 51 Tamelijk laag 79 Organische stof 32,3 Tamelijk laag 53 Totale stikstof 6,2 Gemiddeld 7.8 Minerale stikstof 4,3 Gemiddeld 5.0 Fosfor (P 2 O 5 ) 3,17 Gemiddeld 4 Kalium (K 2 O) 5,2 Gemiddeld 4.6 Natrium (Na 2 O) 2,29 Zeer hoog 1.2 Calcium (CaO) 1,81 Tamelijk laag 3.1 Magnesium (MgO) 1.29 Gemiddeld 1.6
35 Aangelegde objecten nr Objecten Bodembewerkingen 1 Geploegd Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Schijveneg tijdens winterperiode Zonder voorbewerking tijdens winterperiode Klepelen Ploegen Afslepen Opentrekken veereg Rotoreg + zaaimachine Klepelen Vaste tand cultivator Opentrekken veereg Rotoreg + zaaimachine Klepelen schijfeggen Opentrekken veereg Rotoreg + zaaimachine Klepelen Opentrekken veereg Rotoreg + zaaimachine
36 Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembekking De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten % Opkomst % Bodembedekking* 1 Ploegen 99 % 0 % 2 Vaste tand Cultivator tijdens 99,1 % % winterperiode 3 Schijveneg tijdens winterperiode 100 % % 4 Zonder voorbewerking tijdens winterperiode 100 % % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Het verschil in onkruiddruk tussen de 4 objecten is tot op heden verwaarloosbaar. Dit kan mogelijk nog veranderen tijdens het verdere verloop van het groeiseizoen en wordt dus verder opgevolgd.
37 Suikerbieten wintertarwe Proefplan 24 m geploegd 24m cultivator 24m schijveneg 24m geen winter bewerking Grasstrook
38 38 7. Niet-kerende teelttechniek aardappelen Proef in samenwerking met het Landbouwcentrum aardappelen (PCA), de Vlaamse overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (Ir. A. Demeyere) Proefopzet Vergelijking van een vastkokend ras (Cilena) voor de versmarkt bij kerende (ploegen) en niet-kerende teelttechniek op gebied van groei, ziekteaantasting, productie, tarra en economische waarde per ha. De proef gebeurt in 4 herhalingen Perceelsgegevens 1. Voorvrucht: wintertarwe, gevolgd door gele mosterd 2. Ploegen (winter) + afslepen + cultivator, rotoreg 3. Pootdatum: Onkruidbestrijding rassen: - vooropkomst: Defi 3 l/ha + Artist 2 kg/ha (proef) naopkomst: a. Titus 20 g/ha + Sencor 150 g/ha + uitvloeier 0,5 l/ha b. Titus 20 g/ha + Sencor 150 g/ha + uitvloeier 0,5 l/ha Bemesting: Injectie van 15 m 3 varkensdrijfmest op de tarwestoppel Mestontleding : Analyse-uitslag Beoordeling Gemiddelde samenstelling Droge stof Laag 82.6 Organische stof Laag 55.8 Totale stikstof 4.94 Tamelijk laag 8.6 Minerale stikstof 3.88 Tamelijk laag 5.5 Fosfor ( P2O5 ) 0.98 Zeer laag 4.2 Kalium ( K2O ) 3.52 Tamelijk laag 4.8 Natrium ( Na2O ) 1.13 Gemiddeld 1.3 Calcium ( CaO ) 0.82 Zeer laag 3.3 Magnesium ( MgO ) 0.39 Zeer laag 1.7
39 39 Groenbemester gele mosterd ( matig ontwikkeld ) Injectie van 15 m 3 varkensdrijfmest ( voor zaaibedbereiding) Mestontleding : Analyseuitslag Beoordeling Gemiddelde samenstelling Droge stof 73 Gemiddeld 79 Organische stof 49 Gemiddeld 53 Totale stikstof 6.5 Gemiddeld 7.8 Minerale stikstof 3.7 Tamelijk laag 5.0 Fosfor ( P2O5 ) 4.7 Gemiddeld 4.0 Kalium ( K2O ) 5.7 Gemiddeld 4.6 Natrium ( Na2O ) 1.60 Tamelijk hoog 1.2 Calcium ( CaO ) 3.84 Gemiddeld 3.1 Magnesium ( MgO ) 2.00 Tamelijk hoog 1.2 Ontledingsuitslag bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 35 Lichte Leem ph-kcl 6.4 6,5 7,0 Gunstig C in % (humus) 1.3 1,2 1,6 Normaal Fosfor (P) Normaal Kalium (potas) (K) Normaal Magnesium (Mg) Tamelijk hoog Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 2.0 3,4 6,7 Laag Boor (B) Toepassing kalium: 300 E K 2 O N-bodemanalyse in het voorjaar - Stikstofindex: 218 (normaal) - Stikstofadvies: 103 eenheden/ha 55 uit drijfmest op de akker in het voorjaar E bij fungiciden behandeling
40 40 6. Fungicidenbehandeling tegen aardappelziekte Datum Product Dosis per ha Bravo 2,25 l/ha Revus 0,6 l/ha Revus 0,6 l/ha Revus 0,6 l/ha Shirlan 0,4 l/ha 7. Insecticidenbehandeling Bestrijding van de Coloradokever Tracer 0.05 l/ha Bestrijding van de bladluizen ( toprol) Teppeki 0.16 kg/ha Beide insecticiden sparen de nuttige vijanden!! 7.3. Waarnemingen : Onkruidtellingen : Vanaf het poten tot op heden konden we geen verschil in onkruiddruk merken tussen het object niet-kerende bodembewerking en het object ploegen. De onkruiddruk in beide objecten verschilde niet veel met andere jaren, maar de zeer droge bodemomstandigheden hebben er voor gezorgd dat de bodemherbiciden hun werk niet voor 100 % hebben kunnen doen. Hierdoor stellen we nu vast dat geen van beide percelen voldoende onkruidvrij is.
41 Uitgevoerde grondbewerkingen Niet- kerende teeltechniek - Na de oogst van de wintertarwe drijfmestinjectie met bouwlandinjector Hierna 1 bewerking met de cultivator. - Gevolgd door de inzaai van gele mosterd. (diepwoeler met zaaicombinatie in 1 werkgang) - Eind december werd de gele mosterd (die zich ontwikkeld had tot een normaal gewas) geklepeld. - Begin januari werd de grond bewerkt met de cultivator (bevroren grond). - In het voorjaar werd het perceel na het vollevelds toedienen van drijfmest oppervlakkig bewerkt met de cultivator. - Voor het poten werd de grond bewerkt met een veereg (diepte 10 cm) - Hierna werd de grond bewerkt met de rotorkopeg Kerende teeltechniek (ploegen) - Na de oogst van de wintergerst drijfmestinjectie met bouwlandinjector. - Hierna 1 bewerking met de cultivator. - Gevolgd door de inzaai van gele mosterd. (diepwoeler met zaaicombinatie in 1 werkgang) - Eind december werd de gele mosterd (die zich ontwikkeld had tot een normaal gewas) geklepeld. - In het voorjaar werd het perceel na het vollevelds toedienen van drijfmest geploegd. - Voor het poten werd de grond bewerkt met een veereg (diepte 10 cm) - Hierna werd de grond bewerkt met de rotorkopeg
42 42 8. Aardappeldrempels 8.1. Proefopzet Bij de teelt van aardappelen treedt er vaak erosie op, zeker indien door het frezen ruggen worden opgebouwd met een zeer fijne bodemstructuur (weinig kluiten). In het kader van het Interregproject Bodembreed werd daarom op een aantal percelen kleine drempels aangelegd tussen de ruggen. Op een 5 tal percelen in het Zuiden van Limburg werd van het aardappelperceel meestal een gedeelte met en een gedeelte zonder drempels aangelegd. Aardappeldrempels zijn kleine verhogingen van ongeveer 8 cm die bij het frezen van de ruggen tussen de aardappelruggen worden aangelegd. Doel ervan is de afstroom van water te beperken en daardoor de erosie te verminderen. De afstand tussen de verschillende drempels bedraagt gemiddeld 110 cm, maar kan eenvoudig worden aangepast Perceelsgegevens Perceel PIBO: zie rassenproef Perceel in Kanne: Niet kerend bewerkt Aantal percelen van landbouwer Daniël Castermans ( s Gravenvoeren) 8.3. Foto s aanleg
43 43 9. Bodemvochtmetingen 9.1. Proefopzet Wanneer de bodem niet-kerend wordt bewerkt stapelt zich er organische stof op in de bovenste bodemlaag. Daarnaast wordt de capillaire werking van de bodem minder verstoord. Bijgevolg wordt het idee vaak geopperd dat bij een niet-kerende bodembewerking de grond beter in staat is om vocht vast te houden in vergelijking met ploegen. In het suikerbietenperceel zijn daarom verschillende grondstalen genomen om het bodemvochtgehalte van de verschillende bewerkingen te bepalen (kerend vs niet-kerend). Dit werd gedaan kort na de zaai (relatief veel vocht in de bodem) en na een lange periode met relatief weinig neerslag Meetmethode Per bewerking werden telkens een groot aantal stalen genomen. Elk staal is daarenboven onderverdeeld in 3 lagen (0-10 cm, cm en cm). De verschillende bodemmonster (9 per bewerking) worden zo snel mogelijk na de staalname gewogen. De bodemmonsters worden gedroogd in een oven bij 105 C. De droge monsters worden vervolgens opnieuw gewogen. Het vochtgehalte van het bodemmonster is dan de massa van het verdampte water gedeeld door de massa van de ovendroge grond. Het volume van het bodemmonster is in dit geval niet relevant.
44 Resultaten 1.1 Vochtgehalte (%) kort voor de zaai perceel suikerbieten ( 23 maart 2011 ) 0-10 cm 20,65 Ploegen cm 22,25 21, cm 22,90 Vaste tand cultivator 0-10 cm 22, cm 21,89 22, cm 23, cm 20,88 Schijveneg cm 22,34 21, cm 22, Vochtgehalte (%) + bulkdensiteit (g/cm³) 1 maand na het zaaien ( perceel suikerbieten ) Bewerking Vochtgehalte bulkdensiteit Ploegen 23,11 1,07 Vaste tand 23,12 1,14 Schijveneg 22,22 1,13 Geen winterbewerking 23,89 1,19
45 bodemvochtgehalte (%) op 20 mei 2011,na lange periode van droogte (perceel suikerbieten) 0-10 cm 15,8 Ploegen cm 17,6 17, cm 18, cm 16,6 Niet-kerend cm 18,1 17, cm 16,3 1.4 Vochtgehalte (%) op 20 mei 2011, na lange periode van droogte (perceel aardappelen) 0-10 cm Ploegen cm 14, cm 0-10 cm Niet-kerend cm 14, cm 9.4. Besluit Uit deze resultaten kan besloten worden dat de verschillen in bodemvochtgehalte tussen een kerende en niet-kerende bodembewerking nihil zijn. Bijgevolg kan op basis van deze resultaten aangenomen worden dat de veronderstelling dat een niet-kerende grondbewerking meer vocht zou vasthouden verworpen kan worden en dit zowel wanneer er voldoende vocht in de bodem aanwezig is als na een droge periode. Belangrijk is hierbij te vermelden dat het ploegen tijdens de wintermaanden is uitgevoerd. Het suikerbietenperceel eind november en het aardappelperceel begin januari.
46 46 Deel 7 : Lange termijnpercelen In diverse onderzoeken is het positieve effect van niet kerende of ploegloze bodembewerking inzake erosiebestrijding bewezen. Op percelen die niet kerend worden bewerkt bevinden, zich dikwijls gewasresten waardoor na hevige regenbuien de bodem minder snel wegspoelt. Naast het positieve effect van niet kerende bodembewerking op de erosiegevoeligeheid van een perceel worden in het BodemBreed onderzoek Langtermijnpercelen ook andere effecten van niet kerende bodembewerking onderzocht. Het interregproject Bodembreed langetermijnpercelen heeft als doelstelling de invloed van niet kerende bodembewerking nagaan op de diverse bodemchemische, bodemfysische en bodembiologische kenmerken. Op vier percelen in Vlaams-Brabant waarop reeds lange tijd zowel kerende als niet-kerende bodembewerking werd een vergelijkende staalname uitgevoerd naar de diverse kenmerken die de kwaliteit van een landbouwbodem bepalen. Deze inleiding geeft kort toelichting bij een aantal belangrijke parameters die werden onderzocht met het oog op een goede bodemkwaliteit voor de teelt van diverse akkerbouwgewassen. Een belangrijke indicator voor de bodemkwaliteit is het gehalte aan organische stof. Figuur 1 toont het resultaat van de meting van het organische stof gehalte op de percelen Kortrijkdrop en Nieuwe stal waarop al geruime tijd een zone kerend en een zone niet kerend wordt bewerkt. In dit geval is het organische stof gehalte hoger in de laag van 20 tot 30 cm in het niet kerend bewerkte gedeelte. In de toplaag van 0 tot 10 cm is het verschil beperkt. De verschillen tussen de kerend en de nietkerende behandeling zijn te klein om te spreken van een statistisch significant verschil.
47 g/cm³ g/cm³ % C % C 47 Kortrijkdorp Kessel Lo Geploegd Niet Geploegd Nieuwe stal Huldenberg Geploegd Niet Geploegd cm cm cm Bodemlaag cm cm cm Bodemlaag Figuur 1: Organische stof gehalte op het kerende en niet kerende gedeelte van het perceel Kortrijkdorp in Kessel-Lo en perceel Nieuwe stal in Huldenberg. (Metingen maart 2011) Naast de verdeling van de organische stof, zal jaarlijks ploegen zorgen dat de toplaag van de bodem minder vast ligt. Onder deze toplaag kan zich echter een ploegzool vormen. Onder niet kerende bodembewerking was de dichtheid van de bodem op de proefvelden hoger in de bouwvoor zoals weergeven in Figuur 2, maar in de niet kerende behandeling werd geen ploegzool waargenomen met de penetograaf terwijl dit wel het geval was in de geploegde behandeling voor het perceel Hangar. De metingen met de penetrograaf worden getoond in Figuur Bulkdensiteit Hangar Kessel-lo Geploegd Niet-Geploegd Bulkdensiteit Nieuwe Stal Kessel-lo * Geploegd Niet-Geploegd * cm cm cm Figuur 2: Bulkdensiteit (g/cm³) in de bouwvoor gemeten op twee graanpercelen voorjaar * duidt een significant verschil aan cm cm cm
48 Aantal regenwormen/m² 48 Figuur 3: Penetografie op twee graanpercelen voorjaar 2010 Niet kerende bodembewerking heeft een positieve invloed op het bodemleven. Ploegen zal de gangen en de habitat van onder andere regenwormen afbreken waardoor de regenwormpopulatie daalt. Op de proefvelden is dan ook zichtbaar (Figuur 4) dat op drie van de vier proefvelden meer regenwormen werden geteld op de niet kerende behandeling. Regenwormen zijn belangrijk omdat ze instaan voor de vertering van organisch materiaal en de opbouw van organische stof. De gangen van de regenwormen zorgen bovendien voor een verhoogde infiltratie waardoor minder erosie optreedt Geploegd Niet Geploegd Nieuwe stal Hangar Lange Weide Kortrijkdorp Figuur 4: Het aantal regenwormen op de vier proefpercelen in de geploegde en de niet geploegde behandeling. De tellingen werden uitgevoerd in het najaar van Het effect van niet kerende bodembewerking op de infiltratiecapaciteit van de bodem is wisselend. Enerzijds zal de infiltratie toenemen omdat bestaande macroporiën minder worden verstoord, anderzijds ligt de bouwvoor iets vaster waardoor het water minder snel in de bodem dringt.
49 49 De infiltratiesnelheid werd gemeten op de proefvelden (Figuur 5) en op het perceel Lange Weide was de infiltratiesnelheid hoger in de niet geploegde behandeling, op de andere proefpercelen was dit net andersom Infiltratiesnelheid (mm/uur) * Geploegd Niet-Geploegd * Nieuwe Stal Hangar Kortrijkdorp Lange weide Figuur 5: Infiltratiesnelheid (mm/uur) op de proefvelden, gemeten in mei * duidt een significant verschil aan Algemeen wordt aangenomen dat op percelen onder niet kerende bodembewerking dezelfde opbrengst kan worden gehaald als op geploegde percelen. In sommige gevallen is zelfs sprake van een verhoogde opbrengst omdat de bodemstructuur gevrijwaard wordt. In 2010 was op de proefvelden de opbrengst gelijk of zelfs hoger in de niet kerende behandeling (Tabel 1). Tabel 1: Opbrengst na Niet kerende bodembewerking. Opbrengst (Ton/ha) Nieuwe stal, Wintertarwe Hangar, Wintergerst Kortrijkdorp, maïs (Korrel) Geploegd Niet Geploegd Pieter Janssens, Jan Bries Bodemkundige Dient van België W. De Croylaan 48 Tel: info@bdb.be
Eindverslag BodemBreed Teeltjaar 2009 2010. vzw PIBO - Campus
Eindverslag BodemBreed Teeltjaar 2009 2010 vzw PIBO - Campus 1. Cichorei...5 1.1 Perceelsgegevens...5 1.2 Aangelegde objecten...6 1.3 Waarnemingen...8 1.3.1 Opkomsttelling en percentage bodembedekking...8
Nadere informatieRandvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE
Randvoorwaarden Erosie Dienst land en Bodembescherming Departement LNE Context Erosie 100,000 ha 2,000,000 ton bodem/jaar 400,000 ton slib/jaar naar waterlopen na 10 jaar erosiebeleid : beleidsindicator
Nadere informatieGroenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!
Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij
Nadere informatieEROSIEBESTRIJDING VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN
EROSIEBESTRIJDING In vele streken in Vlaanderen is bodemerosie op akkers een groot probleem. Op ongeveer 13% van de akkerbouwpercelen zou jaarlijks 5 tot 10 ton vruchtbare landbouwgrond per ha verloren
Nadere informatieBodemerosie: oorzaken en oplossingen. Jan Vermang, Martien Swerts, Petra Deproost Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming
Bodemerosie: oorzaken en oplossingen Jan Vermang, Martien Swerts, Petra Deproost Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Wat is bodemerosie? Bodemerosie = belangrijke bron van sediment in oppervlaktewater!!
Nadere informatieGroenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!
Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij
Nadere informatieRandvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming
Randvoorwaarden erosie Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Randvoorwaarden Erosie: Wat kunnen we doen? Bodem bedekt houden Teelt die jaar rond volledige bedekking
Nadere informatieBODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters
BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek
Nadere informatieVoorstelling resultaten
Voorstelling resultaten Interregproject BodemBreed en ILVO-proefpercelen Greet Ruysschaert Studiedag erosie: niet-kerende bodembewerking 27 augustus 2013 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid
Nadere informatieRandvoorwaarde - erosiebestrijding /
Randvoorwaarde - erosiebestrijding / 1.01.2016 Sinds de invoering van de randvoorwaarden in 2005, zijn landbouwers verplicht om op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid maatregelen te treffen om
Nadere informatieWitloofwortelteelt op erosiegevoelige percelen
Witloofwortelteelt op erosiegevoelige percelen Sinds 2014 zijn er nieuwe regels voor het beheer van erosiegevoelige percelen. Dit bracht op deze percelen ernstige gevolgen met zich mee voor erosiegevoelige
Nadere informatieErosiebestrijding in de randvoorwaarden. Riemst 20 juni 2017 Maarkedal 29 juni 2017
Erosiebestrijding in de randvoorwaarden Riemst 20 juni 2017 Maarkedal 29 juni 2017 Erosiebestrijdingsmaatregelen in de randvoorwaarden Inhoud: Inleiding Nieuwe regelgeving vanaf 2016 Voorbeelden rotaties
Nadere informatieBEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)
- 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn
Nadere informatieStikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?
Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses
Nadere informatieMaaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1
Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond
Nadere informatieNieuwe erosieregelgeving randvoorwaarden. Lierde 17/3/2016 Bart Debussche
Nieuwe erosieregelgeving randvoorwaarden Lierde 17/3/2016 Bart Debussche Nieuwe erosiebestrijdingsmaatregelen in de randvoorwaarden Inhoud: Historiek Nieuwe regelgeving vanaf 2016 Erosiegevoeligheid percelen:
Nadere informatieNIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN
NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN Vandergeten J.P. & Vanstallen M. Prov. Vlaams-Brabant - Tollembeek 2 NKG & Erosiebestrijding wordt vanaf het eerste jaar waargenomen dubbel effect: - op niveau
Nadere informatie9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )
9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen (-) V. De Blauwer (PCA), D. Cauffman (PIBO-Campus), P. Vermeulen (VTI), L. Serlet (Proclam) Samenvatting Aangezien aardappelen op ruggen geteeld
Nadere informatieBereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans
Demetertool Vlaanderen is open ruimte Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans LNE Groenbedekker Gele mosterd De online Demetertool
Nadere informatieSTRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN
STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN Gert Van de Ven (Hooibeekhoeve/LCV) Koen Vrancken (PIBO Campus vzw) Jill Dillen (BDB) Mathias Abts (Departement Landbouw en Visserij) In het buitenland wordt
Nadere informatieONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010
0 RAPPORT BODEMBREED INTERREG ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010 Zand Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: maart 2011 Versie: 1 Opgesteld: Hooibeekhoeve, Gert Van de
Nadere informatieErosiebestrijding in Vlaams-Brabant Stefanie Bourgeois - provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen
) EROSIEGEVOELIGHEID EN GEVOLGEN erosiegevoeligheid zeer sterk Erosiegevoeligheid gemeenten Vlaanderen Bron: ALBON, 009 sterk medium weinig zeer weinig Erosiebestrijding in Vlaams-Brabant Stefanie Bourgeois
Nadere informatieErosiebeleid in Vlaanderen. Annelies Gorissen, Karel Vandaele, Jo Lammens en Peter Priemen Provinciaal Steunpunt Land & Water
Erosiebeleid in Vlaanderen Annelies Gorissen, Karel Vandaele, Jo Lammens en Peter Priemen Provinciaal Steunpunt Land & Water Actoren Sensibiliseren en stimuleren Beheersovereenkomsten (VLM) VLIF-steun
Nadere informatieBEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)
BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen
Nadere informatieOnderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking
Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking Greet Ruysschaert Agriflanders, 16 januari 2015 Studiedag Erosie Prosensols Mesam Niet-kerende bodembewerking en erosie Reeds > 14
Nadere informatieStefan Muijtjens. keukentafel, demo s, studiegroepen & waardenetwerken.
Stefan Muijtjens Ploegloze bodembewerking(ruim 15 jaar ervaring) Bedrijfseconomische begrotingen(rentabiliteit, rendement per ha of per uur, liquiditeit) Stadslandbouw & lage input landbouw Werkvormen:
Nadere informatieMogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014
Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 1 Doel Mogelijkheid nagaan om een ploegloze teelt uit te voeren bij uitzaai van fijne zaden na inwerken van een groenbedekker. Nagaan wat de impact is
Nadere informatie4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI
4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende
Nadere informatieDiepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/
STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren
Nadere informatieBoerenexperiment No 4 aanvulling
Boerenexperiment No 4 aanvulling Aardappels op zware grond, aanvulling op rapport Aanvulling en Resultaten en ervaringen van de groenbemestervelden op zware klei, najaar 2012 Achtergrond De toepassing
Nadere informatieBODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?
BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,
Nadere informatiePRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB
PRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB Inleiding: Niet-kerende bodembewerking 2 NKG = zonder bodem te keren Diepe NKG VTT (vereenvoudigde teelttechniek) Directzaai Voordelen
Nadere informatieErosiebestrijding: meer dan sediment uit de waterlopen houden
Erosiebestrijding: meer dan sediment uit de waterlopen houden : De verdoken schakel in het waterbeleid. Sediment samen aanpakken biedt vele kansen. Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Sediment
Nadere informatieEROSIEBESTRIJDING. een algemene toelichting. Catherine Puype Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek
EROSIEBESTRIJDING een algemene toelichting Catherine Puype Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Erosiebestrijding in de praktijk 1. Voorstelling steunpunt Erosie 2. Erosieproblematiek
Nadere informatieNieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.
Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Op de zandgrond in Zuidoost Brabant heeft er in 2012 een boerenexperiment met NKG plaatsgevonden op een perceel aardappelen met als
Nadere informatieWat is niet-kerende bodembewerking? Resultaten Interreg-project Prosensols
Jan Vermang Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Studiedag Erosie: niet-kerende bodembewerking, 27 augustus 2013 Ruraal Netwerk
Nadere informatieKansen voor NKG op zand
Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk
Nadere informatie22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot
22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt
Nadere informatieInhoud. DEEL 2: AARDAPPELEN 24 1 RASSENPROEF Proefopzet Perceelsgegevens...24
- 1 - Inhoud INHOUD...1 DEEL 1: SUIKERBIETEN 4 1 RASSENPROEF SUIKERBIETEN...4 1.1 Proefopzet...4 1.2 Perceelsgegevens...4 1.3 Waarnemingen...7 2 WAARNEMINGSVELDEN EN SITUATIE VAN DE BIETEN...8 2.1 Inleiding...8
Nadere informatieAan de slag met erosie
Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging 2004-2006 Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 325115105
Nadere informatieGOMEROS: teelt van groenten en maïs op erosiegevoelige percelen
GOMEROS: teelt van groenten en maïs op erosiegevoelige percelen Studiedag Ruraal netwerk Maarkedal 29 juni 2017 Overzicht Proefveldresultaten maïs Niet-kerende bodembewerking en strip-till Vollevelds zaaien
Nadere informatieVragen en opmerkingen erosieklassen 2017
Vragen en opmerkingen erosieklassen 2017 VRAAG 1: De inkleuring van percelen volgens de potentiële bodemerosiekaart stemt niet altijd overeen met de werkelijkheid. Waarom zijn percelen bijvoorbeeld paars
Nadere informatieGOMEROS Groenten en maïs op erosiegevoelige percelen
GOMEROS Groenten en maïs op erosiegevoelige percelen 21 februari 2018 Oudenaarde 27 februari 2018 Ophasselt Boeren op een helling Gebruikersgroep: leden Gebruikersgroep: waarnemers LCV/Hooibeekhoeve Bodemkundige
Nadere informatieCCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt
CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt Doelstelling: Inzicht in nutriëntenbehoefte en analyses (bodem, blad, plantsap, nitraatresidu) bij de biologische teelt van kleinfruit
Nadere informatieDonderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Start werking erosiecoördinatoren - Bertem
Donderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Start werking erosiecoördinatoren - Bertem Geachte schepen De Muylder, Geachte mevrouw Meesschaert,
Nadere informatieErosieklas 2019 Vlaamse Ardennen
Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen 5 maart 2019 Erosiecafé s 2018 Algemeen overzicht Heuvelland/Zwevegem 2 ondernemersgroepen goed bodemzorg ism Leader kleine kemmelbeek Vlaamse Ardennen 2 erosieklassen
Nadere informatieHUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN
HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen
Nadere informatieGroenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek
Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek Bram Van Nevel Bram.van.nevel@inagro.be 051/27.33.47 Waarom groenbedekkers? 1. Restnitraat 2. Verhogen bodemvruchtbaarheid 3. Verlagen
Nadere informatieTOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.
TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk
Nadere informatieOrganische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1
Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf
Nadere informatieinagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW
inagro ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW Code van goede praktijk bodembescherming advies gehalte en zuurtegraad 2 Toelichting resultaten MTR_versie 2011 ORGANISCHE KOOLSTOF Organische stof en in de
Nadere informatieVraag en antwoord over de erosiemaatregelen vanaf 2016 (versie 01/01/2018)
ALGEMEEN Vraag en antwoord over de erosiemaatregelen vanaf 2016 (versie 01/01/2018) V: Hoe gebeurt de indeling in de verschillende teeltgroepen: wordt er strikt gekeken naar de inzaaidatum of wordt per
Nadere informatieDEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers
DEMETERtool in de praktijk Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers Slotevenement 7 maart 2016 Landbouwbedrijven 50 bedrijven (10 per provincie) op vrijwillige basis verschillende types landbouwbedrijf
Nadere informatieTOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.
TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk
Nadere informatieErosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus
Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus Proefveldgegevens (p. 69) Voorvrucht: suikerbieten Werkzaamheden Zaai: 27/4/ 17 en 02/05/ 17 Ras:
Nadere informatieBewerken. Bewerken en inwerken van groenbemesters. Groenbemesters Wageningen University & Research
Bewerken Bewerken en inwerken van groenbemesters Gewasbescherming Robuust Optimaal Economisch Natuurlijk Groenbemesters 2019 1 10 Bewerken van groenbemesters Groenbemesters kunnen op veel verschillende
Nadere informatieBert Purnot Luc Engelborghs. Probleemstelling
Probleemstelling Groenteteelt: relatief hoge verliezen van nutriënten naar milieu (relatief beperkte bewortelingsdiepte) Nitraat: zeer mobiel en snelle uitspoeling Monitoringsnetwerk VMM = MAP-meetpunten
Nadere informatieStudiedag NKB: Inleiding
Wat is bodemerosie Gevolgen Instrumenten Liesbeth Vandekerckhove Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Studiedag niet-kerende bodembewerking,
Nadere informatieToestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België
BODEMVRUCHTBAARHEID Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België Stan Deckers Piet Ver Elst Wegwijs in de bodemvruchtbaarheid van de Belgische akkerbouw- en weilandpercelen (2004-2007) Inhoud
Nadere informatieAan de slag met erosie
Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging (2006) Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 325115105
Nadere informatieFractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven
Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt
Nadere informatie1 : WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 2 : WINTERTARWE 14 2.1 RASSENPROEF WINTERTARWE LCG... 14
-1-1 : WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 1.1.1 Proefopzet... 5 1.1.2 Perceelsgegevens... 5 1.1.3 Waarnemingen... 6 1.1.4 Eigenschappen per ras... 8 1.2 FUNGICIDENPROEF WINTERGERST... 10 1.2.1
Nadere informatieAan de slag met erosie
Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging (2005) Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 5115105
Nadere informatieGrondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot
Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt
Nadere informatieStudienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?
Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Annemie Elsen BDB Inhoud Belang van organische stof in de bodem meten
Nadere informatieVoorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus
Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus Situering project Doelstelling project Focus op achteruitgang van de bodem door intensieve productiesystemen
Nadere informatieOp weg naar een efficiëntere bemesting
Op weg naar een efficiëntere bemesting Op weg naar een efficiëntere bemesting Aanleiding Relevantie en bedoeling Project: aanpak en stand van zaken Taak I: Informatie- en sensibiliseringscampagne Taak
Nadere informatieDEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN
DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN 3 JUNI 2014 Doel: Nitraatresidu in maïs beperken via een verdere optimalisatie
Nadere informatieVraag en antwoord over de erosiemaatregelen vanaf 2016 (versie 19/04/2016)
Vraag en antwoord over de erosiemaatregelen vanaf 2016 (versie 19/04/2016) ALGEMEEN V: Hoe gebeurt de indeling in de verschillende teeltgroepen: Wordt er strikt gekeken naar de inzaaidatum of wordt per
Nadere informatieDOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw
DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse
Nadere informatieAanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie
Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project
Nadere informatieKoester de Koolstof en verbeter de bodemkwaliteit door toepassing van houtsnippers
Koester de Koolstof en verbeter de bodemkwaliteit door toepassing van houtsnippers Mia Tits 1 en Brecht Lammens 2 1 Bodemkundige Dienst van België 2 Agrobeheercentrum Eco² Bodemkwaliteit en belang van
Nadere informatieAardappeldrempeltjes in de strijd tegen erosie en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen
Aardappeldrempeltjes in de strijd tegen erosie en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen Uitbreiding erosiemaatregelen Vanaf 2014 gingen bijkomende erosiemaatregelen in voege. De erosiebestrijdingsmaatregelen
Nadere informatieDOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw
DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse
Nadere informatieWaarom een groenbedekker zaaien? WAT TE ZAAIEN NA DE MAÏSOOGST. Gert Van de Ven. Geert Haesaert, Joos Latré
WAT TE ZAAIEN NA DE MAÏSOOGST Gert Van de Ven Geert Haesaert, Joos Latré Inleiding Met de maisoogst in zicht, dringt zich ook weer de keuze van de groenbedekker aan. De zaai van een groenbedekker levert
Nadere informatieVanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :
Vanggewas na maïs Informatie en productenoverzicht Lid van : 2 Vanggewas na maïs Een vanggewas is een groenbemestingsgewas dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen,
Nadere informatieMeerjarig proefopzet bodembeheer
Meerjarig proefopzet bodembeheer Koen Willekens, Bart Vandecasteele, Alex De Vliegher, Greet Ruysschaert, Bert Van Gils, Bert Reubens, Johan Van Waes Eenheid Plant, Teelt en Omgeving Studiedag Bioforum
Nadere informatielandbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17
landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef
Nadere informatieLandgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren
Landgebruik en bodemkwaliteit 60-20 - 20 Jan de Wit Nick van Eekeren Grasland Bouwland Huidige landbouwontwikkeling naar controle just in time, precisiebemesting,. Dit vraagt ook om risico-beheersing,
Nadere informatievan harte welkom Koolstof Kringlopen
van harte welkom Koolstof Kringlopen 1 Programma 13:30 Opening met lezing 14:00 Instructie geleide rondgang 14:15 Geleide rondgang 16:45 Actieve demonstratie machines Afsluiting met drankje & snack Koolstof
Nadere informatieHet beste tijdstip om grasland te vernieuwen
Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...
Nadere informatieGroenbemester als vervanging vals zaaibed
Groenbemester als vervanging vals zaaibed Onkruidonderdrukking door groenbemesters 24 januari 2019, Wiepie Haagsma Onkruidbeheersing in de praktijk Vruchtwisseling en gewaskeuze Hoofdgrondbewerking Teeltwijze
Nadere informatieWaarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?
Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Gera van Os Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (WUR) Bodembeheer Waterbeheer Diepe sporen als gevolg van
Nadere informatieStudienamiddag Bodemkundige Dienst van België. Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?
Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Annemie Elsen BDB Bodemkundige Dienst van België Studienamiddag Meten
Nadere informatieProgramma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update
Meer rendement door opbrengstverhoging Marco Bom Wieringerwerf, 27 januari 2015 Programma Meer rendement door opbrengstverhoging GBM-update grote variatie Opbrengsten in de praktijk 2013 inuline wortel
Nadere informatieTOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR
TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR 2014 - Deze toelichting heeft geen rechtswaarde en kan niet als dusdanig ingeroepen
Nadere informatieProefresultaten suikerbieten en cichorei. Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens
Proefresultaten suikerbieten en cichorei Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens Cichoreiproeven vzw PIBO campus 2018 Chemische onkruidbestrijding 10 objecten en 1 controle Bemestingsvensters Nulbemesting
Nadere informatieBereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans
Demetertool Vlaanderen is open ruimte Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans LNE Groenbedekker Gele mosterd De online Demetertool
Nadere informatieDoel van het onderzoek
Doel van het onderzoek Compost is een veel gebruikte bodemverbeteraar in meerdere teelten. Diverse soorten zijn verkrijgbaar, waarbij aan sommige soorten middels extra doorgroeien met micro-organismen,
Nadere informatieTeeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)
Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke
Nadere informatieNiet-kerende bodembewerking als erosiebestrijding
PROEFVERSLAG Niet-kerende bodembewerking als erosiebestrijding Proefnummer: LMLWAT18MAZ_TT02 Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO Ieperseweg 87, Rumbeke uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87
Nadere informatieBeter Bodembeheer de diepte in
Beter Bodembeheer de diepte in 6 april 2017 Nijkerk Partners in PPS Duurzame Bodem: LTO Nederland, NAV, Brancheorganisatie Akkerbouw (Penvoerder), Agrifirm, IRS, Suiker Unie, AVEBE, CZAV, NAO, Bionext
Nadere informatieErosie: wat, waar en vooral wat doe je eraan?
Erosie: wat, waar en vooral wat doe je eraan? Martien Swerts 1, Petra Deproost 1 en Jan Vermang 2 1 Afdeling Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO) 2 Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en Projecten
Nadere informatie5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet
5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet 1. Inleiding In het 5b-gebied Westhoek-Middenkust selecteerden we 10 percelen, zie figuur 1 op pagina 2. Op elk perceel is een 10 are groot proefvlak afgebakend
Nadere informatie-1- BEZOEKERSGIDS 2014-2015 1 :WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5
-1- Inhoud BEZOEKERSGIDS 2014-2015 1 :WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 1.1.1 Proefopzet... 5 1.1.2 Perceelsgegevens... 5 1.1.3 Waarnemingen... 7 1.1.4 Eigenschappen per ras... 10 1.2 FUNGICIDENPROEF
Nadere informatieToepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.
Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot
Nadere informatieAgrobiodiversiteit in Vlaanderen Hoe ondersteunt, stimuleert en verplicht de overheid hierin?
Agrobiodiversiteit in Vlaanderen Hoe ondersteunt, stimuleert en verplicht de overheid hierin? Abts Mathias Departement Landbouw en Visserij Inhoudstafel * Inleiding: wat is duurzame landbouw? * Verplichtingen
Nadere informatieInfomoment niet-kerende bodembewerking & aardappeldrempels
Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen Infomoment niet-kerende bodembewerking & aardappeldrempels Maandag 5 september 2016 I 13.30u - 16.30u Lamonstraat I 9690 Kluisbergen Programma 13.30u Verwelkoming
Nadere informatie1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven
MAP V Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Normen voor stikstofbemesting Normen voor fosforbemesting 1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Gebieden waar de nitraatconcentraties in
Nadere informatie1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016
1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016 Jan Bries, Davy Vandervelpen Wendy Odeurs, Jens Bonnast Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan
Nadere informatie