Nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie 2010 bij volwassenen
|
|
- David Bosmans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tijdschr. voor Geneeskunde, 67, nr , 2011 doi: /TVG DE PRAKTIJK Nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie 2010 bij volwassenen P. VAN BOXSTAEL 1, 4, B. VANTROYEN 2, P. VANBRABANT 1, 3 Samenvatting Op 18 oktober 2010 verschenen nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie (CPR). Deze werden gepubliceerd in het kader van de vijfjaarlijkse vernieuwingscyclus van reanimatierichtlijnen opgesteld door de European Resuscitation Council (ERC); ze zijn gebaseerd op het consensusdocument van het International Liaison Committee on Resuscitation (ILCOR). Dit artikel belicht de veranderingen en gelijkenissen met de reanimatierichtlijnen van 2005 over basic life support en advanced life support. De richtlijnen van 2010 kunnen gedownload worden van het internet ( Inleiding Op 18 oktober 2010 verschenen nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie (CPR). Deze verschenen in het kader van de vijfjaarlijkse vernieuwingscyclus van reanimatierichtlijnen opgesteld door de European Resuscitation Council (ERC) en zijn gebaseerd op het consensusdocument van het International Liaison Committee on Resuscitation (ILCOR). Deze richtlijnen kunnen gedownload worden van het internet ( Dit artikel belicht de veranderingen en gelijkenissen met de ERC-richtlijnen 2005 (tabel 1). Veel van de aanbevelingen uit die richtlijnen blijven onveranderd in Enerzijds doordat er geen studies met nieuwe gegevens gepubliceerd zijn en anderzijds doordat nieuwe studies de reeds gepubliceerde gegevens bevestigen. Veranderingen in de chain of survival, basic life support (BLS) en advanced life support (ALS) bij volwassenen worden besproken in dit artikel. Pediatric life support en reanimatie in bijzondere omstandigheden, zoals na elektrocutie, worden niet toegelicht. 1 Dienst urgentiegeneeskunde, UZ Leuven campus Gasthuisberg. 2 Dienst urgentiegeneeskunde, campus Salvator, Jessa Ziekenhuis Hasselt. 3 Dienst algemene interne geneeskunde, UZ Leuven campus Gasthuisberg. 4 Correspondentieadres: dr. P. Van Boxstael, dienst urgentiegeneeskunde, UZ Leuven campus Gasthuisberg, Herestraat 49, 3000 Leuven; pol.vanboxstael@uzleuven.be Chain of survival Bespreking De handelingen die ondernomen worden tijdens een reanimatie, worden samengevat in de chain of survival (fig. 1). Snel en adequaat handelen tijdens elke schakel vergroot de kans op overleving met goede neurologische uitkomst na een hartstilstand. De eerste ring benadrukt de preventie en het herkennen van een hartstilstand met vervolgens een snelle activatie van adequate medische hulp. Een hartstilstand op een gewone afdeling in een ziekenhuis is niet altijd onverwacht en wordt vaak veroorzaakt door een niet-primair cardiale oorzaak. De trage en progressieve fysiologische achteruitgang van de patiënt wordt dikwijls niet vroegtijdig herkend of niet adequaat behandeld. Vele van deze patiënten hebben een nietgemonitorde hartstilstand met een niet-defibrilleerbaar ritme en hierdoor een slechte prognose. Een verbeterde opvolging en registratie van de klinische parameters (de ademhalingsfrequentie, de bloeddruk, de polsslag, enz.) met de hieraan gekoppelde alarmcriteria kunnen bijdragen tot het vroegtijdig herkennen van patiënten die kritiek ziek zijn of een verhoogde kans hebben om een klinische achteruitgang te ontwikkelen. Vervolgens kan een medical emergency team (MET) geactiveerd worden, dat acties kan ondernemen ter preventie van verdere deterioratie van de patiënt. Literatuurgegevens zijn niet eenduidig over de inschakeling van een MET, maar de implementatie ervan wordt aangemoedigd. De tweede ring staat voor het starten van vroegtijdige CPR. Onmiddellijke CPR kan de overlevingskans verdubbelen tot verdrievoudigen. Wanneer een
2 720 P. Van Boxstael, B. Vantroyen, P. Vanbrabant TABEL 1 Voornaamste wijzigingen in de reanimatierichtlijnen van Bijkomende nadruk op de aandachtspunten van de reeds bestaande richtlijnen wordt eveneens toegelicht. Nadruk op het herkennen van gasping als teken van abnormale ademhaling. Nadruk op het ogenblikkelijk starten van ononderbroken, kwaliteitsvolle thoraxcompressies door alle, getrainde of niet-getrainde, hulpverleners. De thoraxcompressie/ventilatiesequentie blijft behouden op 30:2 voor de getrainde hulpverlener. Er wordt niet meer aanbevolen om op een systematische manier een vastgelegde periode van 2 minuten CPR voorafgaandelijk aan de defibrillatie uit te voeren. Er wordt aanbevolen om de thoraxcompressies verder te zetten tijdens het laden van de defibrillator. Nadruk op het niet langer onderbreken dan 5 seconden van de thoraxcompressies vóór het uitvoeren van een defibrillatie. Voor bifasische defibrillatoren wordt J voor de eerste shock aanbevolen. In specifieke omstandigheden, zoals bij polsloze VT/VF tijdens hartkatheterisatie of in de vroege postoperatieve periode na cardiale chirurgie, kan het gebruik van 3 achtereenvolgende shocks overwogen worden. Verminderde nadruk op vroegtijdige intubatie, tenzij de intubatie uitgevoerd wordt door zeer ervaren hulpverleners met een minimale onderbreking van de hartmassage. Bij moeizame tot onmogelijke plaatsing van een i.v. toegang gaat de voorkeur op heden naar een i.o. toegang. Medicatietoediening via een tracheale tube wordt niet meer aangeraden. Het toedienen van atropine bij asystolie of PEA wordt niet meer aangeraden. Adrenaline blijft de eerstekeuzevasopressor. Een i.v./i.o. bolus van amiodaron 300 mg wordt aangeraden bij shockrefractaire VF of polsloze VT na 3 shocks. Nadruk op het gebruik van capnografie als bevestiging en continue monitoring van een correcte plaatsing van de tracheale tube na intubatie als bijkomend evaluatie-instrument voor een kwaliteitsvolle CPR en voor een vroege opsporing van het herstel van de spontane circulatie. Trombolyse moet overwogen worden bij een vermoeden van of een bewezen acuut longembolie. Nadruk op het overwegen van een PCI bij patiënten zonder STEMI, met een blijvend herstel van circulatie, na een hartstilstand. Nadruk op het starten van postreanimatiezorg onder de vorm van onder andere therapeutische hypothermie, nastreven van normocapnie en het vermijden van hyperoxie, het behandelen van hyperglykemie (indien de glykemie > 180 mg/dl) en het adequaat behandelen van epilepsie. Voorspellende factoren voor een slechte neurologische uitkomst na CPR, zoals een aanhoudende neurologisch vegetatieve status, zijn op heden onbetrouwbaar. CPR: cardiopulmonale reanimatie; i.o.: intraosseus; i.v.: intraveneus; PCI: percutane coronaire interventie; STEMI: ST-elevatie-myocardinfarct; VF: ventrikelfibrillatie; VT: ventrikeltachycardie. Fig. 1: Chain of survival. (Copyright European Resuscitation Council /0024 approval number.) niet-getrainde hulpverlener de hulpdiensten verwittigt, moet de dispatcher van de hulpcentrale de hulpverlener aanmoedigen om te starten met CPR onder de vorm van kwaliteitsvolle thoraxcompressies totdat de hulpdiensten zijn aangekomen. De derde ring onderstreept het belang van vroegtijdige defibrillatie in geval van een defibrilleerbaar ritme. CPR en defibrillatie binnen 3 tot 5 minuten na de collaps, met name tijdens de elektrische fase na een hartstilstand, kan leiden tot een overleving van 49-75%. Elke uitgestelde minuut van defibrillatie, zonder dat BLS wordt uitgevoerd, gaat gepaard met een verminderde kans op overleving met ontslag uit het ziekenhuis van 10-12%.
3 Nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie 2010 bij volwassenen 721 van gasping als teken van abnormale ademhaling na het optreden van een hartstilstand is belangrijk. Het ogenblikkelijk starten van thoraxcompressies door alle (getrainde of niet-getrainde) hulpverleners is cruciaal. Het uitvoeren van ononderbroken, kwaliteitsvolle thoraxcompressies wordt sterk benadrukt. De handwortel van de ene hand wordt op het midden van de borstkast geplaatst met de andere hand erbovenop. Vervolgens worden thoraxcompressies uitgevoerd aan een ritme van 100 (met een maximum van 120) per minuut, waarbij men per compressie 5 centimeter diep drukt en vervolgens de thoraxwand toelaat opnieuw te ontplooien. Het onderbreken van de thoraxcompressies moet tot het minimum herleid worden. Getrainde hulpverleners moeten de patiënt eveneens ventileren en dit volgens de verhouding: 30 thoraxcompressies met vervolgens 2 beademingen. Er wordt aangeraden dat elke beademing gebeurt gedurende 1 seconde, waarbij de tijd nodig voor het geven van 2 beademingen niet langer dan 5 seconden duurt opdat het onderbreken van de hartmassage zo kort mogelijk zou zijn. Het is aangeraden om de hulpverlener die de thoraxcompressies uitvoert elke 2 minuten af te wisselen aangezien er fysieke uitputting optreedt en dit een invloed heeft op de kwaliteit van de thoraxmassage. Adult advanced life support Het behandelingsalgoritme voor ALS bij volwassenen wordt weergegeven in figuur 3. Cardiopulmonale reanimatie versus defibrillatie als eerste behandeling Fig. 2: Adult basic life support. (Copyright European Resuscitation Council /0024 approval number.) De vierde ring betreft de vroegtijdige start van ALS en een gestandaardiseerde postreanimatiezorg. Het nauwgezet uitvoeren van deze postreanimatiezorg (therapeutische hypothermie, glykemiecontrole, vermijden van hypocapnie enz.) draagt bij tot een overleving na een hartstilstand met een goede neurologische uitkomst. Adult basic life support Het grootste deel van de ERC-richtlijnen voor BLS van 2005 blijft in 2010 onveranderd. Het BLS-algoritme wordt in figuur 2 weergegeven. BLS moet direct gestart worden zodra het bewusteloze slachtoffer niet of abnormaal ademt. Het herkennen Bij een hartstilstand die optreedt bij patiënten buiten het ziekenhuis zonder dat professionele hulpverleners getuige zijn, wordt aanbevolen om niet meer op een systematische manier een vastgelegde periode van 2 minuten CPR voorafgaandelijk aan de defibrillatie uit te voeren. Literatuurgegevens zijn hierover echter niet eenduidig. Het is bijgevolg verdedigbaar dat hulpdiensten, die reeds een vastgelegd protocol hebben waarbij CPR gedurende 2 minuten vóór defibrillatie uitgevoerd wordt, deze behandelingsstrategie behouden. Bij een hartstilstand in of buiten het ziekenhuis waarbij er ogenblikkelijk een, al dan niet automatische, externe defibrillator aanwezig is, moet zo snel mogelijk een defibrillatie uitgevoerd worden. Continue, kwaliteitsvolle hartmassage en defibrillatie De kwaliteit van de hartmassage tijdens de reanimatie is vaak suboptimaal. Het belang van goede, ononderbroken thoraxcompressies kan niet voldoende worden benadrukt. Zelfs kortstondige onderbrekingen zijn desastreus en alles moet in het werk gesteld worden om de kwaliteit en de continuiteit van de thoraxcompressies
4 722 P. Van Boxstael, B. Vantroyen, P. Vanbrabant Fig. 3: Adult advanced life support. (Copyright European Resuscitation Council /0024 approval number.)
5 Nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie 2010 bij volwassenen 723 te behouden. Een onderbreking mag enkel gebeuren voor specifieke interventies. Een teamleider speelt hier een belangrijke rol. Hij moet ook toezien op de kwaliteit van de hartmassage en zo nodig andere hulpverleners corrigeren of laten afwisselen. Defibrillatie wordt toegepast bij shockbare ritmen, zoals ventrikelfibrillatie (VF) en polsloze ventrikeltachycardie (VT). Er wordt telkens 1 shock gegeven. Er wordt aanbevolen om de thoraxcompressies verder te zetten tijdens het laden van de defibrillator. Dit vermindert namelijk de tijdsduur tussen het staken van de compressies en het afvuren van de shock, wat leidt tot een hogere effectiviteit van deze shock. Nadat de elektrische shock gegeven wordt, moet ogenblikkelijk, zonder ritme- of polscontrole, de volgende cyclus van 2 minuten hartmassage en ventilatie voortgezet worden. Door de pre- en de postshockpauze te verkorten, zou een onderbreking van de thoraxcompressies voor het uitvoeren van een defibrillatie niet langer mogen duren dan 5 seconden. De veiligheid van de hulpverlener blijft prioritair, maar er wordt erkend dat het risico voor de hulpverlener klein is, wanneer er een goede en snelle veiligheidscontrole vóór een defibrillatie plaatsvindt. De optimale energie voor defibrillatie is niet gekend. Voor bifasische defibrillatoren wordt J voor de eerste shock aanbevolen. Bij opeenvolgende defibrillaties kan de energie tot 360 J verhoogd worden. Voor de oudere monofasische defibrillatoren bedraagt het energiegehalte voor alle shocks 360 J. Producenten van defibrillatoren moeten op de monitor de aangewezen hoeveelheid energie die nodig is voor een elektrische shock, voorzien. Indien dit niet vermeld is, wordt aanbevolen de hoogste energie-instelling van de defibrillator voor alle defibrillaties te gebruiken. Voor een kleine groep patiënten, namelijk deze met een polsloze VT of VF die optreedt tijdens hartkatheterisatie of deze die reeds aan een defibrillator gekoppeld zijn, kan overwogen worden om 3 achtereenvolgende shocks te geven. In deze indicaties bevindt het hart zich namelijk in de elektrische fase na een hartstilstand en vermoedelijk doet het eerst starten van hartmassage de reeds hoge kans op herstel van spontane circulatie na defibrillatie niet extra toenemen. In geval van een recente cardiochirurgische ingreep bestaat er een kans op het afscheuren van vasculaire structuren door thoraxcompressies en kunnen 3 sequentiële shocks overwogen worden. De opeenvolgende acties CPR defibrillatie medicatietoediening CPR ritmecontrole na een hartstilstand worden schematisch weergegeven in figuur 4. Fig. 4: Schematische weergave van de nieuwe richtlijnen van 2010 voor een gesystematiseerde aanpak van een hartstilstand in functie van de tijd tijdens adult advanced life support. De weergegeven energieniveaus zijn geldig voor een bifasische defibrillator. (CPR: cardiopulmonale reanimatie; i.o.: intraosseus; i.v.: intraveneus; PEA: polsloze elektrische activiteit; VF: ventrikelfibrillatie; VT: ventrikeltachycardie.)
6 724 P. Van Boxstael, B. Vantroyen, P. Vanbrabant Luchtweg en ventilatie Endotracheale intubatie blijft de meest optimale methode om een veilige luchtweg te voorzien. Alleen hulpverleners getraind in advanced airway management mogen een intubatiepoging ondernemen en dit zonder de hartmassage te onderbreken. Een korte pauze (maximaal 10 seconden) kan nodig zijn wanneer de tube tussen de stembanden schuift. Het tijdstip van de intubatie kan ook verschoven worden tot na het herstel van de spontane circulatie om onderbreking van de hartmassage te vermijden. Wanneer de patiënt geintubeerd is, moet men beademen aan 10 ventilaties/min met het verderzetten van ononderbroken thoraxcompressies aan 100/min. Hyperventilatie van de patiënt moet vermeden worden aangezien het verhogen van de intrathoracale druk aanleiding geeft tot een verminderde veneuze retour. Indien geen hulpverleners aanwezig zijn die ervaring hebben met intubatie, kan het plaatsen van bijvoorbeeld een larynxmasker een goed alternatief zijn. In vergelijking met endotracheale intubatie bestaat bij ventilatie met een larynxmasker een grotere kans op aspiratie en kan er bij een slechte long- en/of thoraxcompliantie onvoldoende ventilatie optreden. Het gebruik van capnografie na intubatie wordt aangeraden. Capnografie geeft naast het klinisch ausculteren van de patiënt een bijkomende bevestiging van de plaatsing van de tube in de trachea, alsook een idee over de kwaliteit van de CPR en het optreden van spontaan herstel van de circulatie. Toediening van medicatie Het plaatsen van een goede intraveneuze (i.v.) perifere infuuslijn met het toedienen van i.v. medicatie gevolgd door een bolus van 20 milliliter vocht en hoogstand van het lidmaat gedurende 10 tot 20 seconden blijft de voorkeurswijze voor medicatietoediening. Bij moeizame tot onmogelijke plaatsing van een i.v. toegang gaat de voorkeur op heden naar een intraosseuze (i.o.) toegang. Medicatietoediening via een tracheatube wordt niet meer aangeraden gelet op de volledig onbetrouwbare plasmaspiegels van medicatie en op het voorhanden zijn van eenvoudige apparaten om een i.o. toegang te voorzien. Gebruik van atropine Het systematisch en zo snel mogelijk toedienen van atropine bij het aantreffen van asystolie of polsloze elektrische activiteit (PEA) zoals aanbevolen in de ERC-richtlijnen van 2005 wordt niet meer aangeraden. Asystolie tijdens een hartstilstand is meestal te wijten aan een primair cardiaal probleem, eerder dan aan een excessieve vagale tonus. Verscheidene studies hebben geen betere uitkomst kunnen aantonen bij het gebruik van atropine bij een hartstilstand. Atropine is wel geïndiceerd bij een hemodynamisch significante bradycardie. Vasopressoren Alhoewel nooit is aangetoond dat adrenaline de langetermijnoverleving gunstig beïnvloedt, blijft adrenaline de eerstekeuzevasopressor bij een hartstilstand van gelijk welke oorzaak aangezien deze de cerebrale en coronaire perfusie verhoogt. Er zijn onvoldoende literatuurgegevens die het gebruik van andere vasopressoren al dan niet in combinatie met adrenaline ondersteunen of weerleggen. De dosis en de timing van het gebruik van adrenaline blijven in 2010 onveranderd. In geval van VF/polsloze VT wordt namelijk 1 mg adrenaline toegediend na de derde shock en nadien na elke 3 tot 5 minuten CPR (om de 2 CPR-cycli). Bij asystolie of PEA wordt 1 mg adrenaline zo snel mogelijk toegediend en daarna na elke 3 tot 5 minuten CPR (om de 2 CPR-cycli). Antiaritmica Amiodaron is het voorkeursantiaritmicum bij shockrefractaire VF of polsloze VT. Er is geen bewijs voor de timing van de toediening van amiodaron, maar in de uitgevoerde studies werd amiodaron gegeven bij aanhoudende VF/polsloze VT na minstens 3 shocks. Daarom wordt een bolus amiodaron 300 mg i.v. aangeraden na 3 shocks in plaats van bij de vierde shock zoals in de ERC-richtlijnen van Er kan 1 keer een extra bolus van 150 mg amiodaron i.v. gegeven worden indien er aanhoudende VF/polsloze VT is. Het gebruik van lidocaïne als antiaritmicum wordt nog enkel aanbevolen als amiodaron niet voorradig is. Bij aanhoudende VF/polsloze VT na 3 shocks wordt dan een eerste dosis van 100 mg (1 tot 1,5 mg/kg) gegeven, indien nodig gevolgd door 50 mg. De totale dosis van lidocaïne mag niet meer dan 3 mg/kg gedurende het eerste uur bedragen. Trombolyse Trombusvorming is een vaak voorkomende oorzaak van hartstilstand, hetzij bij een myocardinfarct ten gevolge van een trombus die een occlusie veroorzaakt van een coronaire arterie, hetzij ten gevolge van een verplaatste veneuze trombus die aanleiding geeft tot longembolie. Trombolyse hoeft niet routinematig gestart te worden bij een hartstilstand, maar het starten ervan moet overwogen worden bij een vermoeden van of een bewezen acute longembolie. Het is aangewezen om CPR gedurende minuten verder te zetten na toedienen van dit trombolyticum alvorens de reanimatiepoging te stoppen. Postreanimatiezorg Het bereiken van herstel van de spontane circulatie is slechts de eerste stap naar een neurologisch zinvolle overleving na een hartstilstand. Na het herstel van de
7 Nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie 2010 bij volwassenen 725 spontane circulatie treedt ten gevolge van de ischemieperiode met daaropvolgend de reperfusiefase een postresuscitatiesyndroom op dat gelijkenissen vertoont met sepsis. Veel van deze patiënten zullen intensieve ondersteuning van multipele organen nodig hebben en deze behandeling heeft een significante impact op de uiteindelijke neurologische uitkomst. Postresuscitatiezorg moet gestart worden vanaf het ogenblik dat een herstel van de circulatie is opgetreden. Aangeraden wordt om te ventileren tot normocapnie. Aangezien hyperoxie oxidatieve stress veroorzaakt, is het aangewezen om, zodra de zuurstofsaturatie betrouwbaar gemeten kan worden (door bloedgasanalyse of pulsoximetrie), de toegediende zuurstoffractie te titreren tot een zuurstofsaturatie van 94-98% bereikt wordt. Er zijn geen definitieve literatuurgegevens over de optimaal na te streven bloeddrukwaarde. Men moet een bloeddrukwaarde na streven die zorgt voor een goede diurese (1 ml/kg/uur), met een daling van het lactaatgehalte en mede rekening houdend met de normale bloeddrukwaarden van de patiënt. Er werd een goede neurologische uitkomst beschreven bij een gemiddelde arteriële bloeddrukwaarde van 65 à 75 mmhg tot 90 à 100 mmhg. Hypotensie is nefast aangezien na reanimatie de cerebrale autoregulatie uitgeschakeld is en de cerebrale perfusie zo gecompromitteerd kan worden. Het uitvoeren van een percutane coronaire interventie (PCI) moet niet alleen gestart worden na een hartstilstand ten gevolge van een ST-elevatie-myocardinfarct (STEMI), maar kan ook overwogen worden bij alle patiënten na een reanimatie met mogelijk of gekend coronair vaatlijden. Glykemiecontrole is belangrijk waarbij serumglykemiewaarden van meer dan 180 mg/dl behandeld moeten worden. Hypoglykemie moet vermeden worden. Epilepsie moet ogenblikkelijk en effectief behandeld worden door middel van benzodiazepinen, fenytoïne, valproaat, levetiracetam, propofol of barbituraten. Het belang van therapeutische hypothermie wordt benadrukt. De indicatie voor het starten van therapeutische hypothermie wordt verbreed. Niet alleen bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis bij volwassen, bewusteloze patiënten met VF als initieel ritme en met een herstel van de spontane circulatie, maar ook bij andere initiële ritmen of bij een hartstilstand in het ziekenhuis moet gestart worden met therapeutische hypothermie. De literatuurgegevens over deze laatstvermelde indicaties zijn echter minder overtuigend. Men raadt aan om te koelen tot een temperatuur van C gedurende uur. Predictiefactoren voor een slechte neurologische uitkomst na CPR, zoals een aanhoudende neurologisch vegetatieve status, zijn op heden onbetrouwbaar, in het bijzonder wanneer de patiënten werden behandeld met therapeutische hypothermie. Besluit In oktober 2010 verschenen nieuwe richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie, in het kader van de vijfjaarlijkse vernieuwingscyclus van de ERC-richtlijnen. Er werden enkele aanpassingen aangebracht in de ERC-richtlijnen uit Met name wordt een belangrijke nadruk gelegd op het uitvoeren van een ononderbroken, kwaliteitsvolle hartmassage door alle hulpverleners. Vroegtijdige defibrillatie bij een initieel ritme als ventrikelfibrillatie/polsloze ventrikeltachycardie blijft cruciaal. De systematische toediening van atropine bij asystolie of polsloze elektrische activiteit wordt niet meer aangeraden. Ten slotte wordt de implementatie van een gestructureerd behandelingsprotocol in de postresuscitatiefase erkend. Mededeling Dr. B. Vantroyen is voorzitter van de Belgische Reanimatieraad. Geen belangenconflict en geen financiële ondersteuning gemeld. Abstract New guidelines for cardiopulmonary resuscitation in adults 2010 October 2010 the new European Resuscitation Council guidelines for cardiopulmonary resuscitation were published. Like the previous guidelines of 2005 they are based on the most recent international consensus on cardiopulmonary resuscitation science with treatment recommendations. In this article, the main changes in the resuscitation guidelines compared with those from 2005, are discussed. The 2010 guidelines can be downloaded from the internet ( edu). Literatuur 1. ADRIE C, ADIB-CONGUY M, LAURENT I, et al. Successful cardiopulmonary resuscitation after cardiac arrest as a sepsislike syndrome. Circulation 2002; 106: WEISFELDT ML, BECKER LB. Resuscitation after cardiac arrest. a 3-phase time-sensitive model. JAMA 2002; 288: VANBRABANT P. Cardiopulmonale reanimatie: nieuwe richtlijnen Tijdschr Geneesk 2006; 62: NOLAN JP, SOAR J, ZIDEMAN DA, et al. European Resuscitation Council guidelines for resuscitation Section 1. Executive summary. Resuscitation 2010; 81: KOSTER RW, BAUBIN MA, BOSSAERT LL, et al. European Resuscitation Council guidelines for resuscitation Section 2. Adult basic life support and use of automated external defibrillators. Resuscitation 2010; 81: DEAKIN CD, NOLAN JP, SUNDE K, KOSTER RW. European Resuscitation Council guidelines for resuscitation Section 3. Electrical therapies: automated external defibrillators, defibrillation, cardioversion and pacing. Resuscitation 2010; 81: DEAKIN CD, NOLAN JP, SOAR J, et al. European Resuscitation Council guidelines for resuscitation Section 4. Adult advanced life support. Resuscitation 2010; 81: CHAN PS, JAIN R, NALLMOTHU BK, BERG RA, SASSON C. Rapid Response Teams: a systematic review and meta-analysis. Arch Intern Med 2010; 170:
BLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005
BLS en ALS bij kinderen Laatste richtlijnen: ILCOR 2005 ILCOR RICHTLIJNEN 2005 DOELSTELLINGEN Kort en eenvoudig Voor kinderen en volwassenen meer uniformiteit BLS (basic life support) AED (automated external
Nadere informatie10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.
BLS/Assisteren ALS module 1 Volgens de laatste richtlijnen van de ERC en NRR 2010 Leerdoelen Belang van vroegtijdige herkenning verslechterende patiënt/ ABCDE benadering Het ALS algo Belang van goed uitgevoerde
Nadere informatieReanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht
Reanimatie richtlijnen 25 mei 2002 Utrecht Reanimatie richtlijnen Marcel Bontje BHV Plus Simpel(er) Noodzakelijke handelingen Hogere retentie Verbeteren uitkomst Evidence Based Niveau van bewijsvoering:
Nadere informatieNieuwe richtlijnen 2015 voor cardiopulmonale reanimatie bij volwassenen
Tijdschr. voor Geneeskunde, 72, nr. 10, 2016 603 doi: 10.2143/TVG.72.10.2002116 Nieuwe richtlijnen 2015 voor cardiopulmonale reanimatie bij volwassenen Actualiteit H. Helsen 1, P. Vanbrabant 1, Ph. Dewolf
Nadere informatieNederlandse richtlijnen. 20 januari 2016
ERC Guidelines 2015 R. de Vos Anesthesioloog MMT-arts (np) Medisch Manager Ambulancezorg Lid Wetenschappelijk raad NRR Bestuurslid Stichting Reanimatie Nederlandse richtlijnen 20 januari 2016 Veel veranderd?
Nadere informatieSpecialistische reanimatie van volwassenen
Specialistische reanimatie van volwassenen 46 Nederlandse Reanimatie Raad / Belgische Reanimatieraad Introductie Deze richtlijnen zijn bestemd voor de professionele hulpverleners. Veranderingen in de richtlijnen
Nadere informatieCardioPulmonale Resuscitatie: richtlijnen 2010
CardioPulmonale Resuscitatie: richtlijnen 2010 Ref. Circulation.2010 Nov 2;122(18suppl3) Inhoud: praktische samenvatting voor de co-assistenten 1. BLS: Basic Life Support 2. AED: automated external defibrillation
Nadere informatieTOM SCHMITTE. Organisator ILS & ALS cursussen. Conflicts of interest. European & Belgian Resuscitation Council
Coördinator patiëntenzorg Spoedgevallen en PIT AZ H. Familie, Rumst Voorzitter werkgroep spoed en intensieve zorg NVKVV Adj. Nationaal Cursusdirecteur ILS TOM SCHMITTE Conflicts of interest Organisator
Nadere informatieSpecialistische reanimatie van Volwassenen. Spreker: Reinier Waalewijn
Specialistische reanimatie van Volwassenen Spreker: Reinier Waalewijn Wat is er veranderd? - Circulatiestilstand voorkomen - Specialistische reanimatie van volwassenen Circulatiestilstand voorkomen Meer
Nadere informatieOvername van Automatische Externe Defibrillator (AED) hulpverlening naar gespecialiseerde reanimatie (ALS) hulpverlening
Overname van Automatische Externe Defibrillator (AED) hulpverlening naar gespecialiseerde reanimatie (ALS) hulpverlening Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad Oktober
Nadere informatieVan de AED (automatische externe defibrillator) naar de specialistische (ALS) zorgverlening tijdens de reanimatie van volwassenen en kinderen
Van de AED (automatische externe defibrillator) naar de specialistische (ALS) zorgverlening tijdens de reanimatie van volwassenen en kinderen Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse
Nadere informatieSpecialistische reanimatie van kinderen
Specialistische reanimatie van kinderen Introductie Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen specialistische reanimatie van kinderen. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de uitgave van de European Resuscitation
Nadere informatie15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS
15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 1 BLS 2015 Guidelines ACHTERGRONDINFORMATIE - Plots cardiaal arrest in Europa: 350.000-700.000 hartstilstanden
Nadere informatieAdvanced Life Support
Advanced Life Support Dr. Lieven Vergote Urgentiearts ASZ-Aalst Definitie Behandeling van CRA met externe hulpmiddelen: monitor defibrillator, beademingsapparatuur, geneesmiddelen, 1 Cijfergegevens Europa
Nadere informatieAED Plus. Your partner in first aid. Optimale ondersteuning voor eerstehulpverleners
AED Plus Your partner in first aid Optimale ondersteuning voor eerstehulpverleners Reanimatie vereist De meest recente richtlijnen van de European Resuscitation Council (ERC) (Europese reanimatieraad)
Nadere informatieReanimatie volwassene. Richtlijnen 2010
Reanimatie volwassene Richtlijnen 2010 Inhoud Inleiding Belangrijkste wijzigingen voor de hulpverlener-ambulancier ALS-schema Aandachtspunten Vragen Waarom nieuwe richtlijnen? Reanimatie anno 1767 (richtlijnen
Nadere informatieReanimatie van de pasgeborene
Reanimatie van de pasgeborene Anne Debeer, neonatale intensieve zorgen, UZ Leuven Katleen Plaskie, neonatale intensieve zorgen, St Augustinus Wilrijk Luc Cornette, neonatale intensieve zorgen, AZ St-Jan
Nadere informatieDiaCamschaal 2019 Venticare Reanimatie Competitie
DiaCamschaal 209 Venticare Reanimatie Competitie Inleiding De Diacamschaal is een beoordelingsinstrument voor Advanced Life Support (ALS) en een initiatief van Venticare. De schaal wordt gebruikt voor
Nadere informatieWaarom richtlijnen? Hoe komen richtlijnen tot stand? Pols voelen. Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes?
Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes? Waarom richtlijnen? Matthijs de Hoog Hoe komen richtlijnen tot stand? In God we trust. All others must bring data. ILCOR 403 worksheets over 276
Nadere informatieOpvang van circulatiestilstand
6 Hoofdstuk Opvang van circulatiestilstand Leerdoel In dit hoofdstuk leer je hoe de ritmes te herkennen die bij een cardiaal circulatiestilstand optreden en hoe advanced life support uit te voeren 6.1
Nadere informatieReanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc
Reanimatie bij hypothermie / verdrinking Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc Hypothermie Na expositie aan kou! Wanneer hypothermie? lichaamstemperatuur < 35 gr. C. Classificatie: Lichte hypothermie
Nadere informatieEUROPESE REANIMATIE RAAD RICHT- LIJNEN 2000 VOOR AUTOMATISCHE EXTERNE DEFIBRILLATIE
EUROPESE REANIMATIE RAAD RICHT- LIJNEN 2000 VOOR AUTOMATISCHE EXTERNE DEFIBRILLATIE Bijlage bij Spoedgevallen Jaargang 20 Nummer 4 EUROPESE REANIMATIE RAAD RICHT- LIJNEN 2000 VOOR AUTOMATISCHE EXTERNE
Nadere informatieGebruik van mechanische thorax compressie apparatuur in ambulance hulpverlening en in het ziekenhuis. Advies van de Nederlandse Reanimatie Raad
Gebruik van mechanische thorax compressie apparatuur in ambulance hulpverlening en in het ziekenhuis. Advies van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad November 2014 Nederlandse Reanimatie
Nadere informatieReanimatie van pasgeborenen
Reanimatie van pasgeborenen 88 Nederlandse Reanimatie Raad / Belgische Reanimatieraad Introductie De richtlijn voor reanimatie van pasgeborenen is bedoeld voor het kind direct na de geboorte, ook wel omschreven
Nadere informatieSpecialistische reanimatie van volwassenen
Specialistische reanimatie van volwassenen Introductie Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Guidelines van de European Resuscitation Council, gepubliceerd in december 2005, en bestemd voor de professionele
Nadere informatiePost-cardiac arrest syndroom
Post-cardiac arrest syndroom Medisch Centrum Leeuwarden Dr. M.A. Kuiper FCCP FCCM Neuroloog-Intensivist Medisch Centrum Leeuwarden Uitkomsten van reanimaties Wereldwijd wordt gerapporteerd dat maar 5-10%
Nadere informatieOpleiding Reanimatie + AED bediener
1 Opleiding Reanimatie + AED bediener Opleiding Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie LEERDOELEN Op het einde van deze cursus zal je: een bewusteloos slachtoffer kunnen evalueren een hartmassage
Nadere informatieAED Plus. Optimale ondersteuning voor eerstehulpverleners
AED Plus Optimale ondersteuning voor eerstehulpverleners Reanimatie vereist De meest recente richtlijnen van de European Resuscitation Council (ERC) (Europese reanimatieraad) van 2010, zijn duidelijk:
Nadere informatieBasisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie
Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie DOELSTELLINGEN Aan het einde van deze cursus moeten de deelnemers in staat zijn om te demonstreren: Hoe een bewusteloos slachtoffer te benaderen. Hoe
Nadere informatie1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders
Aanbevelingen van de Belgische Reanimatieraad (BRC) voor Cardiopulmonaire Reanimatie en Automatische Externe Defibrillatie, uitgevoerd door de eerste hulpverleners ter plaatse opgeleid in de technieken
Nadere informatie2010 American Heart Association Guidelines for Cardiopulmonary Resuscitation
2010 American Heart Association Guidelines for Cardiopulmonary Resuscitation BLS: Basic Life Support AED: automated external defibrillation ALS: advanced life support Pediatric Bls Pediatric Als Neonatal
Nadere informatieCPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie
CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder
Nadere informatieCPR-richtlijnen 2005. Werkgroep Limburg: FOD, MUG s (Hasselt, St.-Truiden, Genk, Tongeren, e.a.), Kruisverenigingen, PLOT
CPR-richtlijnen 2005 Werkgroep Limburg: FOD, MUG s (Hasselt, St.-Truiden, Genk, Tongeren, e.a.), Kruisverenigingen, PLOT ILCOR ERC BRR werkgroep Limburg new guidelines? => éénvoudiger => ruimer wetenschappelijke
Nadere informatieHet reanimatie protocol
Het reanimatie protocol (met een AED) Logghe Karel Directeur Reddersopleidingen Bosmans Flor Expert Lifesaving Europese richtlijnen ERC 2015 Leerdoelen Op het einde van deze vorming zal je: een bewusteloos
Nadere informatieReanimatie pediatrie. Richtlijnen 2010
Reanimatie pediatrie Richtlijnen 2010 Belangrijkste aandachtspunten : minimaal 1/3 diepte van de borstkas. Tempo minimaal 100 per minuut Zeer sterke focus op minimale onderbreking van de reanimatie! Belangrijkste
Nadere informatieAanpak van cardiaal arrest
6 Hoofdstuk Aanpak van cardiaal arrest Leerdoel In dit hoofdstuk leer je hoe de ritmes te herkennen die bij een cardiaal arrest optreden en hoe advanced life support uit te voeren 6.1 INLEIDING Een cardiaal
Nadere informatieReanimatie van pasgeboren baby s
Reanimatie van pasgeboren baby s Introductie Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen reanimatie van pasgeboren baby's. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de uitgave van de European Resuscitation Council, gepubliceerd
Nadere informatie2010 American Heart Association Guidelines for Cardiopulmonary Resuscitation (next update: oktober 2015)
2010 American Heart Association Guidelines for Cardiopulmonary Resuscitation (next update: oktober 2015) BLS: Basic Life Support AED: automated external defibrillation ALS: advanced life support Pediatric
Nadere informatieCardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator
Basale Reanimatie voor Hulpverleners Cardiopulmonale Reanimatie met de Automatische Externe Defibrillator Leerdoelen Op het einde van deze cursus zal U in staat zijn: een bewusteloos slachtoffer te evalueren
Nadere informatieDE TOONAANGEVENDE AED
DE TOONAANGEVENDE AED WILT U UW HART VOLGEN DOOR EEN ANDER TE HELPEN? Het gebeurt in een fractie van een seconde. Iemand zakt in elkaar door een plotselinge hartstilstand. Het begin van een race tegen
Nadere informatieAdvanced Life Support Provider Course (ALS)
Advanced Life Support Provider Course (ALS) Doelstelling Het grondig inoefenen van de nieuwe richtlijnen en technieken voor gevorderde reanimatie van volwassenen. Deze werden verspreid door de Europese
Nadere informatieCardioverteren. Defibrilleren. Tachycardie
Cardioverteren Defibrilleren Reanimeren Cardioverteren Boezem en kamertachycardiëen zonder collaps Onder gecontroleerde omstandigheden Synchronisatie! (medicamenteuze/electrische methode) Defibrilleren
Nadere informatieCPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie
CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder
Nadere informatieDiaCamschaal 2014. Nederlandse Reanimatie Competitie
DiaCamschaal 24 Nederlandse Reanimatie Competitie Venticare 24 Inleiding De Diacamschaal is een beoordelingsinstrument voor de Advanced Life Support (ALS) training en een initiatief van Venticare en in
Nadere informatieNiet reanimeren beleid. Grande Conference Verona, september 2012 Lodewijk Keeris, internist-intensivist
Grande Conference Verona, september 2012 Lodewijk Keeris, internist-intensivist Inhoud presentatie Behandelbeperkingen Reanimatie en outcome/getallen Out-of-hospital Factoren van invloed op de outcome
Nadere informatieTOM SCHMITTE. European & Belgian Resuscitation Council
Coördinator patiëntenzorg Spoedgevallen en PIT AZ H. Familie, Rumst Voorzitter werkgroep spoed en intensieve zorg NVKVV Adj. Nationaal Cursusdirecteur ILS TOM SCHMITTE Urgentiearts Dienst Spoedgevallen
Nadere informatieONTWORPEN VOOR PROFESSIONELE HULPVERLENERS
ONTWORPEN VOOR PROFESSIONELE HULPVERLENERS SLIMME TECHNOLOGIE. ONGEËVENAARDE ONDERSTEUNING. De ZOLL AED 3 BLS is een defibrillator die ontworpen is voor professionele hulpverleners en biedt grondige ondersteuning
Nadere informatieDR ANNICK DE JAEGER. Belgian Resuscitation Council
Pediater Intensieve Zorgen Universitair Ziekenhuis Gent Nationaal cursusdirecteur en voorzitter WG EPLS/EPILS DR ANNICK DE JAEGER European Paediatric Life Support Dr Annick De Jaeger Hartstilstand bij
Nadere informatieReanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent
Reanimatie bij Kinderen David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Doel van deze avond Herkennen van ademhalings en/of hartstilstand Tijdig hulp roepen Starten met Basic Life Support Hartmassage
Nadere informatieSafar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding
Peter Safar Safar 1964 Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding Acute coronaire interventie Cornonaire interventie Beademen
Nadere informatieOriëntatiegids www.lucas-cpr.com een product van JOLIFE 900111-10 RevA JOLIFE 2010
Oriëntatiegids www.lucas-cpr.com een product van JOLIFE 900111-10 RevA JOLIFE 2010 Raadpleeg de handleiding voor een complete gebruiksaanwijzing, indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen
Nadere informatieBLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator
BLS Cursus Hulpverlener Basisreanimatie met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator Doelstellingen Op het einde van deze BLS/AED cursus zal je kunnen aantonen: Hoe je een gecollabeerd slachtoffer
Nadere informatieIs normothermie wel zo cool?
Is normothermie wel zo cool? Joyce Honcoop Circulation Practitioner i.o. M. Barnas Medisch begeleider M. Rigter Afdeling begeleider Intensive Care Ziekenhuis Amstelland, Amstelveen 2017-2019 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieReanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof
Nieuwe richtlijnen sinds 2010 Kobe Van Herwegen 1* Instructeur Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof E-mail: kobe.vh@gmail.com GSM: 0474/81 49 20 2 3 Probleemstelling Volgorde Veiligheid Hartstilstand
Nadere informatieAutomatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener. Europese Reanimatieraad
Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener Europese Reanimatieraad ACHTERGROND Er zijn ongeveer 700.000 hartstilstanden per jaar in Europa. Dit komt neer op 5 personen per uur in Nederland.
Nadere informatieEuropese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior
Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u hartmassage en
Nadere informatieDiaCamschaal 2016 Venticare Reanimatie Competitie 2016
DiaCamschaal 2016 Venticare Reanimatie Competitie 2016 Inleiding De Diacamschaal is een beoordelingsinstrument voor de Advanced Life Support (ALS) training en een initiatief van Venticare en in beginsel
Nadere informatieMatthijs Samyn Instructor BLS & AED Dienst 100 Brw Roeselare Verpleegkundige spoedgevallen Sint Jozefskliniek Izegem Docent EHBO
Basic Life Support & AED Matthijs Samyn Instructor BLS & AED Dienst 100 Brw Roeselare Verpleegkundige spoedgevallen Sint Jozefskliniek Izegem Docent EHBO Center for Urgent Medical Assistance Ruddershove
Nadere informatieOp weg naar veilige zorg met de veiligheidsthema s
Het Erasmus MC neemt sinds 2008 deel aan het landelijke Veiligheidsprogramma van VMSzorg en wil hiermee een bijdrage leveren aan het terugdringen van onbedoelde vermijdbare schade bij patiënten. Als onderdeel
Nadere informatieNederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.
Nadere informatieSAMENVATTING NIEUWE ERC-GUIDELINES FOR RESUSCITATION 2010 European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2010
SAMENVATTING NIEUWE ERC-GUIDELINES FOR RESUSCITATION 2010 European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2010 Ref: Resuscitation (2010) Prof Dr. S. H-Idrissi 1 1. INLEIDING De Europese richtlijnen
Nadere informatieWat is een acute hartritme stoornis?
AED bij de Terriërs Wat is een acute hartritme stoornis? Normale hartactie Acute hartritme stoornis: Chaotisch ritme (ventrikel fibrilleren) Probleem: Het hart pompt niet meer effectief, slachtoffer zakt
Nadere informatieCPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE
CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE Inhoud CPR standaardschema: start hartmassage CPR uitzonderingsschema: start beademing Bewusteloos en normale ademhaling: stabiele zijligging De keten van overleven Herkennen
Nadere informatieHet kind in Acute Nood September Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS
Het kind in Acute Nood September 2018 Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS Doel Herken het kind in acute nood Specifieke volgorde PBLS te begrijpen Nut van
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieDia 1. Dia 2. Dia 3. Tijdens de training. Toekomst van Reanimatie in Nederland Dennis van der Geld docent-instructeur (P)BLS
Dia 1 Toekomst van Reanimatie in Nederland Dennis van der Geld docent-instructeur (P)BLS 24-08-2018 Dia 2 Tijdens de training Leren in een veilige omgeving Telefoon op stil Val me gerust in de rede Wat
Nadere informatieVoorbij de AED Plus. Program Management Onboard met Wifi-functie
Voorbij de AED Plus In 2002 lanceerde ZOLL de AED Plus defibrillator met Real CPR Help onmiddellijke reanimatiefeedback. Voor het eerst laat men hulpverleners in real time weten wanneer ze hoogwaardige
Nadere informatieBasale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator
Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u borstcompressies en beademing
Nadere informatieVersie 4. Titel Reanimatie volwassenen. Autorisator M.J. Van de Wiel - Nugteren ()
Versie 4 Titel Reanimatie volwassenen Autorisator M.J. Van de Wiel - Nugteren () Beoordelaars Dr. K.M. Akkerhuis, Cardioloog, Medisch Coördinator ICCU Drs. P.C. Gerritsen, anesthesioloog-intensivist IC
Nadere informatieLUCAS 2 CHEST COMPRESSION SYSTEM. CPR Evolved
LUCAS 2 CHEST COMPRESSION SYSTEM CPR Evolved LUCAS 2: een cruciaal instrument voor de progressieve zorgverlener Managers binnen de gezondheidszorg kennen de waarde van hoogwaardige reanimatie voor een
Nadere informatieReanimatie: waar staan we vandaag? Prof Dr Marc Sabbe Dienst Urgentiegeneeskunde Departement Maatschappelijke gezondheidszorg en eerstelijns zorg
Reanimatie: waar staan we vandaag? Prof Dr Marc Sabbe Dienst Urgentiegeneeskunde Departement Maatschappelijke gezondheidszorg en eerstelijns zorg Prevent the preventable Resuscitate the resuscitable Recognise
Nadere informatie2. Veranderingen in de 2015 ERC richtlijnen van de reanimatie van volwassenen en het gebruik van de AED... 4. 3. Volgorde van handelen...
Februari 2016 CONTENTS REANIMATIE VAN VOLWASSENEN DOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER... 4 1. Introductie... 4 2. Veranderingen in de 2015 ERC richtlijnen van de reanimatie van volwassenen en het gebruik
Nadere informatieSpecialistische reanimatie van kinderen - met de basale reanimatie van kinderen door medische professionals
Specialistische reanimatie van kinderen - met de basale reanimatie van kinderen door medische professionals 68 Nederlandse Reanimatie Raad / Belgische Reanimatieraad Introductie Dit hoofdstuk bevat de
Nadere informatieR.W. Koster 1, J. Berdowski 1. Nederlandse Hartstichting / Overleving na reanimatie buiten het ziekenhuis in Noord-Holland:
4 Overleving na reanimatie buiten het ziekenhuis in Noord-Holland: resultaten Arrest 7 over 2006-2008. Betere overleving dankzij de Automatische Externe Defibrillator? R.W. Koster 1, J. Berdowski 1 1 Afdeling
Nadere informatieEen ieder betrokken bij de toediening van remifentanil PCA (arts en klinisch verloskundige) is opgeleid en heeft kennis van:
DISCLAIMER Protocollen geven aan hoe lokaal uitvoering wordt gegeven aan beroepskaders, -normen, standpunten en richtlijnen. Protocollen worden lokaal/plaatselijk vastgesteld, rekening houdend met de typische
Nadere informatieYour snow shovel is killing you! A winter wonderland horror story. Sander Wout AIOS Anesthesiologie 15 december 2017
Your snow shovel is killing you! A winter wonderland horror story Sander Wout AIOS Anesthesiologie 15 december 2017 Casus: Reanimatie na sneeuwscheppen Patient, 1950 Buiten sneeuwscheppen, onwelwording
Nadere informatieBehandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC
Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)
Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder
Nadere informatieREANIMATIE Art. 13 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING 4. - Reanimatie.
REANIMATIE Art. 13 pag. 1 AFDELING 4. - Reanimatie. "K.B. 17.7.1992" (in werking 1.9.1992) + "K.B. 12.8.1994" (in werking 1.1.1995) + "K.B. 7.10.2011" (in werking 1.1.2012) "Art. 13. 1. Worden beschouwd
Nadere informatieINHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012
INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,
Nadere informatieNeem reanimatie. ter harte!
Neem reanimatie ter harte! Omdat het niet alleen om de schok gaat Opvallend is dat bij 80% van de hartstilstanden in het ziekenhuis een niet-schokbaar ritme wordt geconstateerd. Daarom is het essentieel
Nadere informatieWaarom koelen na out of hospital reanimatie? Klinische les IC-verpleegkundigen 1 december 2006 Intensive Care Laurentius ziekenhuis, Roermond
Waarom koelen na out of hospital reanimatie? Marlous Steeghs,, keuze co-assistent Klinische les IC-verpleegkundigen 1 december 2006 Intensive Care Laurentius ziekenhuis, Roermond Inleiding Cardiac arrest
Nadere informatieK.B In werking B.S
Artikel 13 REANIMATIE K.B. 26.10.2011 In werking 1.1.2012 B.S. 25.11.2011 Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming is vereist van geneesheer-specialist
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel
Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel
Nadere informatieEven voorstellen.. Statistieken in Noord Nederland. Vragen. Meet the Expert Kinder ALS. 12 e Reanimatie Congres 18-3-2015
Meet the Expert Kinder ALS 12 e Reanimatie Congres Even voorstellen.. Joke Kieboom Kinderintensivist UMCG Lid WR NRR Wim Thies Nationale Cursusleider EPLS (voorheen PBLS) Cursusleider PHPLS en PLS Nigel
Nadere informatieEen AED redt levens. Martien van Gorp. Vivon Nederland B.V. Ekkersrijt 1121 5692 AD Son
Een AED redt levens Martien van Gorp Vivon Nederland B.V. Ekkersrijt 1121 5692 AD Son Over Vivon Jarenlange expertise Merkonafhankelijk ISO 9001:2008 gecertificeerd Samenwerking met o.a. Nederlandse Hartstichting
Nadere informatieBeleid inzake belangenconflicten voor de ERC Richtlijnen Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen sinds de Richtlijnen
Inhoud Samenvatting 15 Beleid inzake belangenconflicten voor de ERC Richtlijnen 2015 17 Dankwoord 19 Inleiding 21 Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen sinds de Richtlijnen 2010 23 Basisreanimatie
Nadere informatiePre-hospitale endotracheale intubatie door ambulanceverpleegkundigen
Pre-hospitale endotracheale intubatie door ambulanceverpleegkundigen Een van de eerste artificiële luchtwegen zou uitgevoerd zijn door de oude Egyptenaren zo n 5.500 jaar geleden. Er zijn platen gevonden
Nadere informatieGebruiksaanwijzing AED-trainer
Gebruiksaanwijzing AED-trainer ONDERDEELNUMMER Copyright 2007 Cardiac Science Corporation. All rights reserved. De AED-trainer (trainingstoestel voor automatische externe defibrillators) is een apparaat
Nadere informatieVerslag van het Second Belgian Congress on Acute Cardiac Care. Deel 3
Verslag van het Second Belgian Congress on Acute Cardiac Care. Deel 3 Plotse dood Sofie Gevaert op 11 juni organiseerde biwac haar tweede congres dat bijgewoond werd door meer dan 200 cardiologen, enkele
Nadere informatieoutcome kinderreanimaties. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis
Ontwikkelingen in de outcome van Joke Kieboom kinderarts-intensivist UMC / Beatrix kinderziekenhuis Groningen outcome reanimaties ALS BLS reanimaties binnen het ziekenhuis e-cpr conclusies in westerse
Nadere informatieDag van de Trainer 13 december 2014
Dag van de Trainer 13 december 2014 Topsporthal - Gent Reanimatie en gebruik van AED: een boeiende aanpak voor docenten 'Veilig Sporten'! Werner Van Assche Kristel Crombez DSKO s Redden Doel Veilig Sporten
Nadere informatieS P O E D. b-card No Pause should be Your Cause
S P O E D b-card No Pause should be Your Cause Boussignac Cardiac Arrest Resuscitation Device Wat is b-card? b-card Boussignac Cardiac Arrest Resuscitation Device werd specifiek ontwikkeld voor de behandeling
Nadere informatieS P O E D. b-card No Pause should be Your Cause
S P O E D No Pause should be Your Cause Boussignac Cardiac Arrest Resuscitation Device Wat is? Boussignac Cardiac Arrest Resuscitation Device werd specifi ek ontwikkeld voor de behandeling van hartstilstanden.
Nadere informatieToetsstation. Reanimatie met automatische externe defibrillator (voor twee personen)
Toetsstation Reanimatie met automatische externe defibrillator (voor twee personen) Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) K84, K69 Doelstelling Toetsen of de kandidaten in staat zijn op correcte
Nadere informatieSome like it cold Koelen na CPR op IZ
Koelen na CPR op IZ Kosten-batenanalyse en verpleegkundige aandachtspunten op IZ Jo Vandenbossche MICU 12K12iB NVKVV - congres 28 maart 2011 Koelen na CPR op IZlen na CPR op IZ Inleiding Aandachtspunten
Nadere informatieHALDOL tabletten en drank
Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico
Nadere informatieHartstilstand. HartRidders. rea app. www.durf-redden.be. Durf Redden is een initiatief van de Belgische Cardiologische Liga
Hartstilstand HartRidders rea app Acties Hart Durf Redden is een initiatief van de Belgische Cardiologische Liga www.durf-redden.be Van diegenen die een hartstilstand overleven, hebben 4 op 5 dit te danken
Nadere informatieBE HOT: COOL DOWN. Gerjon Loop Special Care midden Limburg 25 januari 2007
BE HOT: COOL DOWN Gerjon Loop Special Care midden Limburg 25 januari 2007 Koelen na reanimatie Bij comateuze patiënten na cardiac arrest Doel van de presentatie Deskundigheidsbevordering Achtergrondinformatie
Nadere informatie