Opdrachtkaarten bij de workshop Bewegend Leren

Transcriptie

1 Opdrachtkaarten bij de workshop Bewegend Leren

2 1. Raak de letter met je vliegenmepper Er is één lijn met blaadjes eraan. Op elk blaadje staat een letter. Voor de lijn staan twee personen met elk een vliegenmepper. Er is 1 spelleider, hij of zij heeft het papier met woorden erop. Het doel van het spel is om zo snel mogelijk met je vliegenmepper de juiste letter aan te raken. De spelleider stelt een vraag, bv. Wat is de eerste letter van het woord: Regen. De persoon die het eerste met de vliegenmepper de letter R aanraakt, die wint. De winnende persoon blijft staan, de verliezende persoon wordt vervangen door een volgende speler, er wordt dus snel doorgewisseld. Heb je 5 keer achter elkaar een woord gewonnen dan moet je ook wisselen.

3 Woorden bij het spel: Raak de letter met je vliegenmepper! De spelleider noemt een woord, de spelers proberen zo snel mogelijk de eerste letter van het woord te raken. Mep terwijl je de letter noemt! rennen anders poppen omhoog lachen geweld aanzet muizen agenda minuut ouders gouden afrond langst rustig altijd parfum satire rechts luikje omkeer afloop rijden opties mappen sappig actief omlaag liefde showen langer lenden merken laagte script paraaf larven luifel mannen sturen passie gieren Letters: S, G, O, L, M, R, P, A

4 2. Levend Boggle Er is 1 spelleider. De andere 4 personen trekken een lettershirt aan (vuilniszak met een verschillende letter op de voor- en achterkant, let op er zijn 2 verschillende setjes, gebruik hesjes van dezelfde kleur!). De spelleider stelt een vraag. Het antwoord is altijd een 4- letterwoord dat te maken is met de letters op de letter-shirts. Op het moment dat iedereen zijn/haar letters heeft bekeken, kan het spel beginnen. Het doel is om met elkaar als team zo snel mogelijk de vragen te beantwoorden. Pas wanneer iedereen op de juiste plaats staat, dan mag er een nieuwe vraag worden gesteld door de spelleider. Pas zeggen (een vraag overslaan) is niet mogelijk. In welke tijd lukt het jullie om alle vragen goed te beantwoorden?

5 Levend Boggle: Letters: R/M, S/ E, T/P, O/ A Vragen: 1. Onderste deel van een boom 2. eronder of 3. Niet leuk? 4. Grote ruwe steen.. 5. Ongewenste ? 6. Geneeskundige? 7. Groep sporters bij elkaar? Antwoorden op de vragen: 1. Stam 2. Erop 3. Stom 4. Rots 5. Spam 6. Arts 7. Team

6 Levend Boggle, tweede serie: Letters: L/K, S/ L, T/ i, i/ U Vragen: 1. Sneeuwitje lag in een glazen. 2. Ander woord voor een knap meisje 3. Knoop in je haar? 4. Seksuele begeerte? 5. Een Duitser graaft deze op het strand. 6. Parasiet op je hoofd? Antwoorden: 1. Kist 2. Stuk 3. Klit 4. Lust 5. Kuil 6. Luis

7 3. Ruggespraak Het doel van deze activiteit is om eenvoudige sommen (+-x:) te automatiseren. Maak tweetallen en ga achter elkaar staan. De achterste persoon gaat met zijn/haar vingers een som schrijven op de rug van de persoon voor hem of haar. De voorste persoon geeft het antwoord op de som. Als je 3 sommen hebt gedaan, dan wissel je van rol. Op welke manier kun je het schrijven ook makkelijker/moeilijker maken?

8 4. De kortste weg in 4 Er is 1 spelleider met een blad met cijfers. De rest van de spelers staan elk in een hoepel. De hoepels liggen als het ware in een vierkant, met onderling ongeveer 3 meter tussenruimte. De spelleider noemt de uitkomst van een som; bv 23 De spelers berekenen elk vanuit hun eigen startpunt welk restgetal er overblijft vanuit de tafel van 4 en dat verplaatsen ze. In het voorbeeld van 23 betekent dit dat 5x4=20. Er zijn dus 3 restpunten, dus elke speler moet 3 hoepels opschuiven (met de klok mee!!). Na elke som komt er een nieuwe spelleider. Variatie: je kunt ook een som oplezen ipv alleen een antwoord (zie blad).

9 Getallen de kortste weg: 4 (oefengetal: dit betekent: blijven staan) Sommen de kortste weg: 9+3 (= 12, een veelvoud van 4, dus je kunt blijven staan) x x x 6

10 5. Het langste woord! Ga in een kring staan en bepaal een beginpersoon (willekeurig iemand). 1 persoon staat buiten de kring en houdt de tijd bij (scheids). Het doel van dit spel is om binnen en minuut een zo lang mogelijk woord te formuleren dat van tevoren niet is afgesproken. Elke persoon noemt per beurt 1 letter (de volgorde is met de klok mee). Stel je voor de eerste persoon noemt de letter B, de tweede persoon noemt de letter O, de derde persoon noemt T, de vierde persoon noemt de letter E, de vijfde noemt R, de 6 e K etc. dan heb je het woord Boterk. Je krijgt dan 5 punten, want boter is een goed woord en elke goede letter is een punt.. Je krijgt een minuut de tijd om steeds een woord te formuleren. Wanneer je een nieuw woord begint, dan begint er een ander persoon in de kring. Indien je woord langer is dan 7 letters, dan krijg je 10 bonuspunten! Hoeveel punten kun je met je team bij elkaar scoren?