CURSUS SCOREN EN TIMEN - KTC. Inleiding. Taken van de scorer

Transcriptie

1 CURSUS SCOREN EN TIMEN - KTC Inleiding De jurytafel Bij elke basketbalwedstrijd zijn er in principe twee scheidsrechters en twee (of bij rayonwedstrijden drie) personen achter de jurytafel, die de score en de tijd bijhouden. Eén van de twee is de scorer, de andere timer. Samenwerking met scheidsrechter De jurytafel werkt samen met de scheidsrechters. Dat houdt in dat jullie goed moeten communiceren met elkaar. Dat geldt voor de tafelmensen, maar ook voor de scheidsrechters! Als je iets niet snapt of tijd nodig hebt om een fout op het scoresheet te herstellen, laat de scheidsrechter dit dan weten. Die kan de wedstrijd stil leggen en je helpen. Onpartijdig Als jurytafel moet je je net als de scheidsrechters onpartijdig opstellen. Je mag dus niet aanmoedigen of juichen bij een score. Je moet laten zien dat je je taak serieus neemt, zodat beide teams erop kunnen vertrouwen dat de tijd en score goed bijgehouden worden. Laat je niet afleiden door anderen en blijf betrokken bij de wedstrijd, zodat je geen fouten maakt. De Bond controleert elk sheet en bij onregelmatigheden krijgt de vereniging een boete, en in het ergste geval kan een gewonnen wedstrijd verloren worden verklaard. Taken van de scorer De scorer vult het scoresheet in. We kunnen het sheet in verschillende vakken verdelen: Wedstrijdgegevens Bovenaan staan de gegevens van de wedstrijd: nummer, datum en tijd, plaats, scheidsrechters. Als het goed is zijn deze gegevens al ingevuld voordat je begint met scoren. Als dat niet zo is, meld dat dan bij de zaaldienst. Teamgegevens Links staan de gegevens van de teams spelers. Hier staan de naam van het team, worden de time-outs vermeld (in minuten), de teamfouten (kruisje zetten) en de spelers. Vooraf zijn voor elke speler het licentienummer, de naam en het rugnummer ingevuld. De scorer vult de gemaakte fouten in als de scheidsrechter dit aangeeft (zie verderop). Boven de lijst met spelers houdt de scorer de time-outs en teamfouten bij (zie verderop).

2 Scoreverloop Het volgende gedeelte op het sheet is het scoreverloop. Er zijn verschillende scores mogelijk in basketbal en dus verschillende manieren van punten opschrijven: Gewone score (velddoelpunt) Je noteert het rugnummer en daarnaast de score van twee punten. Tel de score op bij de voorgaande score. Driepunters Wanneer de scheidsrechter aangeeft dat het een driepunter is door beide handen met drie vingers omhoog te houden, noteer je de score ( dus +3 punten) en omcirkel je het spelersnummer. Laat de scheidsrechter ook zien dat je hebt gezien dat het een driepunter was (door bijvoorbeeld drie vingers op te steken). Vrije worpen Noteer het spelernummer en geef aan hoeveel vrije worpen er genomen gaan worden door een accolade of haakje bij het juiste aantal hokjes te zetten. Als de vrije worp mis is, zet je een streepje in het vakje. Als de score raak is, tel je er één punt bij op (een vrije worp telt voor één punt). Een fout Als de scheidsrechter een fout geeft, komt hij naar de tafel toe om te vertellen welke speler een fout krijgt. Vul achter de naam van de speler de minuut in waarin de fout is gemaakt en zet een kruisje bij de teamfouten. Als je de vierde teamfout aankruist, geef de scheidsrechter dan een seintje en zet de vlag neer voor dit team. Doe dat aan de kant van de spelersbank. Voor de rest van de periode geldt dat elke gemaakte fout twee vrije worpen oplevert. Einde van een periode Na een periode moetje een aantal zaken aangeven op het sheet. Puntengedeelte Na het beëindigen van het eerste kwart zet je een streep en zet je een cirkel om de scores. Teamgedeelte 1. Trek bij het foutengedeelte een lijn om de ingevulde vakjes. Aan het einde van de wedstrijd is zo te zien welke fouten in welke periode zijn gemaakt. 2. Trek bij de teamfouten een streep door de vakjes die niet gebruikt zijn (alleen in de vakjes van de betreffende periode). 3. Zet een streep door de vakjes van de niet gebruikte time-outs (alleen na het einde van de eerste helft, dus na de tweede periode). De stand Vul linksonder aan het sheet de eindstand van het kwart in. Dit houdt in dat je bij de tweede, derde en vierde periode moet uitrekenen wat de stand van die periode was. De volgende periode De volgende periode schrijf je gewoon verder in de zelfde kolom (onder de streep die je hebt getrokken), maar wel met een andere kleur pen (dit doe je na elke periode). Je begint weer bij minuut 1. Na de tweede periode mag je, als je dat prettig vindt, de kolommen omdraaien, zodat je de score blijft schrijven aan de kant waar gescoord wordt. Zet opnieuw A en B boven de kolommen en schrijf de eindscore van de eerste helft eronder. Dit hoeft dus niet. Nieuwe kleur pen Neem bij elke periode een andere kleur pen. Als je maar twee kleuren hebt, wissel je deze af.

3 Einde van de wedstrijd - scoregedeelte Omcirkel de eindstand. Trek een streep onder de laatste score en schrijf hieronder nogmaals de eindstand met een dubbele onderstreping over de hele kolombreedte. Maak de rest van de kolom onbruikbaar door er een golvende streep door te trekken. Einde van de wedstrijd - teamgedeelte Alle ongebruikte vakjes worden doorgestreept, dus bij de fouten, time-outs en teamfouten. Einde van de wedstrijd - de stand Vul onder aan het sheet de stand van het vierde kwart, de eindstand in en de naam van het winnende team in. Laat de scheidrechters hun handtekening zetten. Laat de velden Scorer en Timer leeg, deze worden later door de zaaldienst ingevuld (dit in verband met boetes van de bond). De winnende ploeg krijgt de roze doorslag, de verliezende ploeg de gele. Gooi het originele sheet in de KTC-brievenbus bij de deur van de zaal. Taken van de timer Voorbereiden Stel de timer in op 10 minuten en zorg dat de score op 0 staat (dit laatste alleen aan het begin van de wedstrijd). Pijl voor beurtelings balbezit De sprongbal is alweer jaren geleden afgeschaft. Hiervoor in de plaats staat er een pijl op de tafel of op het scorebord die aangeeft wie bij de volgende sprongbalsituatie balbezit krijgt. Bij het begin van de wedstrijd is er een 'normale' sprongbal: de scheidsrechter gooit de bal op en twee spelers, van beide teams één, proberen die bal weg te tikken. Als team A na deze sprongbal balbezit krijgt, wordt de pijl in de speelrichting van team B gedraaid. Bij de volgende sprongbalsituatie (door de scheidsrechter aangegeven met twee duimen omhoog) zien de scheidsrechters dat team B aan de beurt is, dus krijgt team B de bal. Nadat de bal is ingenomen (niet eerder!) wordt de pijl omgedraaid in de speelrichting van team A. Vlag Als een ploeg vier teamfouten heeft, zet je de vlag neer aan de kant van de bank van de betreffende ploeg. Zet de vlag pas neer als het spel weer is begonnen, zodat de scheidsrechter niet in de war kan raken. Zodra de vlag staat, levert elke gemaakte fout twee vrije worpen op. De vlag gaat weer neer als de periode is afgelopen. Klok bedienen Officieel zet je de tijd aan wanneer de scheidsrechter het time-in-signaal geeft (de hand snel omlaag beweegt). In de praktijk geven weinig scheidsrechters dit signaal, dus moet je zelf kijken wanneer de bal een speler in het veld raakt. Dat is het moment dat de tijd weer aangaat. Bij de sprongbal gaat de tijd lopen wanneer de bal een speler raakt die niet aan de sprongbal deelneemt. Na een vrije worp: Als de laatste vrije worp raak is, wordt de bal van achteren ingenomen en moet de klok aan zodra de bal een speler in het veld raakt. Als de laatste vrije worp mis is, gaat de tijd lopen zodra de bal een speler in het veld raakt. NA EEN SCORE LOOPT DE TIJD DOOR, BEHALVE IN DE LAATSTE TWEE MINUTEN VAN DE WEDSTRIJD (dus de negende en tiende minuut van het vierde kwart). Zuivere speeltijd Met ingang van seizoen spelen alle teams met zuivere tijd. Dat betekent dat je bij elk fluitsignaal van de scheidsrechter de klok moet stilzetten en weer aanzet als de bal een speler in het veld raakt nadat de scheidsrechter de bal heeft uitgegeven. Minuten doorgeven Als timer geef je aan de scorer door wanneer de volgende minuut begint. De scorer vult dit in op het sheet. De timer geeft aan beide coaches door wanneer de laatste minuut van een periode ingaat.

4 Score bijhouden Zorg dat na elke score deze op het scorebord komt te staan. Als jouw score niet klopt met de score op het sheet, heeft het sheet altijd gelijk (tenzij het overduidelijk is dat de schrijver een fout heeft gemaakt natuurlijk). Een wissel Een wissel wordt aangevraagd bij de tafel. Wanneer het spel stilligt en de situatie staat toe dat het team dat wil wisselen ook mag wisselen, geef je een signaal (bel of zoemer) om de scheidsrechter te waarschuwen. Een team mag wisselen als: De bal uit is en zij de bal in mogen nemen De scheidsrechter een fout geeft aan één van beide teams De scheidsrechter een sprongbal geeft Een team mag dus niet wisselen bij een uitbal die niet voor hen is en ook niet na een score! Als beide teams willen wisselen, mag je het signaal geven bij elk fluitsignaal. Als de scheidsrechter een fout geeft, wacht dan even tot hij alles heeft doorgegeven voordat je aangeeft dat er een wissel is aangevraagd. Een time-out Ook time-outs worden aangevraagd bij de tafel. Waarschuw ook hier de scheidsrechter dat er een time-out is aangevraagd door middel van een signaal (bel of zoemer). Een time-out mag je geven bij elk fluitsignaal of na een score van de tegenpartij (dus niet na een eigen score!). Noteer boven aan het sheet in het time-outvakje in welke minuut de time-out is gegeven. De scheidsrechter waarschuwen Als je de scheidsrechter wilt waarschuwen dat er gewisseld moet worden of een time-out gegeven moet worden, druk je op de signaalknop op het scorebord of gebruik je de bel. De scorer helpen Als timer heb je minder te doen dan als scorer. Help je scorer daarom zoveel mogelijk, bijvoorbeeld met meekijken wie er scoort en wie er een fout krijgt. U12-wedstrijden Er zijn een paar verschillen tussen gewone wedstrijden en U12-wedstrijden. Hieronder een kleine opsomming. Speeltijd De U12 speelt 8 x 4 minuten. Twee perioden vormen samen een kwart; de eerste vier perioden vormen de eerste helft, de laatste vier de tweede helft. Teamfouten geef je per kwart (dus twee perioden) aan. Puntentelling Elke score van buiten de bucket telt als driepunter. Dit wordt aangegeven door de scheidsrechter. Officieel stopt de puntentelling bij 50 punten verschil. Overleg even met de verliezende coach of hij dit ook wil. Meestal willen ook de verliezende kinderen al hun scores terugzien op het sheet, dus ga je wel door met scoren. De wedstrijd mag in gelijkspel eindigen. Wisselen en time-outs Tijdens een periode mag er niet gewisseld worden (behalve bij een blessure) en er worden geen time-outs gegeven. Bijlagen Scoresheet U12 Scoresheet U14 en hoger Ingevuld scoresheet

5 Scoresheet U12

6 Scoresheet U14 en hoger

7 Ingevuld scoresheet (14 en hoger)