Basketball Tafelofficieel: een introductie

Transcriptie

1 Oktober 2008 Basketball Tafelofficieel: een introductie Inleiding Bedoeling van dit document is een eerste kennismaking met de taken van de tafelofficieel bij het jeugdbasket. Een kort en hopelijk ook helder overzicht waarmee je meteen aan de slag kunt. Deze inleiding volgt de opbouw van de handige en volledige cursus Tafelofficieel die je vindt je de website van de Vlaamse Basketbal Liga, Technische uitrusting Als je aan de wedstrijdtafel plaatsneemt, moet je daar de volgende elementen terugvinden: - wedstrijdklok en een stopwatch - 24-secondenapparaat (nodig vanaf pupillen) - toestellen voor twee aparte geluidssignalen: één voor tijdwaarnemer en aantekenaar (de persoon die het scoreblad invult); één voor de 24-secondenoperator - bordjes voor spelersfouten: witte bordjes, genummerd van 1 tot en met 5 (cijfers van 1 tot 4 in het zwart; cijfer 5 rood) - bordjes voor ploegfouten: twee rode bordjes (rechtop te plaatsen) - indicator voor balbezit: rode pijl, die na een sprongbal (bij begin van elke wedstrijdhelft en bij elke tussen twee = scheidsrechter steekt twee duimen omhoog) zo wordt geplaatst dat zichtbaar is welke ploeg de volgende inworp toegewezen krijgt volgens het om-en-om principe - scorebord - officieel wedstrijdformulier 1

2 Aantekenaar Het wedstrijdblad De bezoekende ploeg zorgt voor een aantekenaar. Voor de wedstrijd Tenminste 20 minuten voor de aanvang van de wedstrijd moet de aantekenaar het wedstrijdformulier invullen: (a) Bovenaan: - namen van thuisspelende (team A) en bezoekende ploeg (team B) - wedstrijdnummer (Game N ) - afdeling (DIV): vooral de letter is belangrijk - officiële aanvangsuur van de wedstrijd (Time) - datum (b) Links onderaan: namen van de tafelofficiëlen (scorekeeper en timekeeper en eventueel van de 24 operator) en van de twee ploegafgevaardigden. Achter de namen vermeld je het geboortejaar. (c) In het vak boven de spelers: nogmaals de namen van Team A en Team B én het stamnummer (MAT). Voor Telstar BBC is dat

3 (d) In het vak van de spelers : OPGELET: de spelers moeten worden genoteerd in opklimmende volgorde cfr hun rugnummer - in de tweede kolom (LIC): de laatste twee cijfers van het geboortejaar - rechts naarnaast (Name players): de achternaam van elke speler en de eerste letter van de voornaam; noteer ook CAP achter de naam van de ploegkapitein - rechts daarnaast: het rugnummer van elke speler: we herhalen: in opklimmende volgorde!!! - in de niet gebruikte rijen: volledige horizontale lijn erdoor - onderaan: naam van de coach en van de assistent-coach (als die er is) + hun licentienummer - NB: maximum aantal spelers: 12 bij microben en benjamins; 10 bij alle andere leeftijdscategorieën 3

4 Nadat alles is ingevuld, checkt de scheidsrechter het blad en de vergunningen, medische attesten en identiteitskaarten (vanaf pupillen). Als een document ontbreekt, noteert hij de passende letter in het vakje voor de geboortedatum van de betrokken speler: L (ontbrekende licentie), A (ontbrekend medisch attest), I (ontbrekende identiteitskaart), R (niet vermeld op de inschrijvingslijst). Tien minuten voor de wedstrijd moeten de coaches: - ploeggegevens (namen en nummers) goedkeuren - namen coach en assistent bevestigen - de vijf spelers aanduiden die de wedstrijd beginnen: ROOD kruisje in vakje Player In rechts naast rugnummer (Nr) - het wedstrijdformulier paraferen Bij aanvang van de wedstrijd moet de aantekenaar een cirkel (ook in het ROOD) trekken rond de kruisjes die door de coach bij de startende spelers zijn geplaatst. (Nadat hij heeft gecheckt of alles klopt, natuurlijk.) 4

5 Tijdens de wedstrijd Vervangingen: Een vervanging is toegestaan bij elk fluitsignaal van de scheidsrechter. De aantekenaar zet een kruisje (niet omcirkeld) naast het nummer van elke speler die voor de eerste keer in het veld komt (in de kleur van het betreffende quarter). Time-outs: Een time-out (van één minuut) kan door een coach worden aangevraagd: - bij elk fluitsignaal van de scheidsrechter - bij tijdige aanvraag door de coach van de ploeg waartegen is gescoord Een ploeg heeft recht op twee time-outs tijdens de eerste helft (1 en 2 periode) en op drie time-outs tijdens de tweede helft (periode 3 en 4). De aantekenaar noteert de minuut waarin de Time Out is aangevraagd in het daarvoor bestemde hokje. Na de periode (helft): twee parallelle horizontale strepen door de niet gebruikte hokjes. 5

6 Ploegfouten: Telkens een speler een fout begaat, dient de aantekenaar ook een fout te noteren bij Team fouls : telkens met een grote X in de hokjes 1 tot en met 4. Na de periode (quarter): één horizontale streep door de niet gebruikte hokjes. Wanneer een ploeg in één quarter vier fouten heeft gemaakt, moet het rode ploegfoutenbordje omhoog (na de spelhervatting). Vanaf dan krijgt de andere ploeg bij elke fout vrijworpen. Fouten: Telkens een speler een fout begaat, dient de aantekenaar een fout te noteren bij de naam van die speler. Er bestaan verschillende soorten fouten. In praktijk bij de jeugdploegen komt vooral de persoonlijke fout voor. De aantekenaar noteert: - P: persoonlijke fout - P1: persoonlijke fout met één vrijworp (dit gebeurt als er ondanks de fout toch wordt gescoord) - P2: persoonlijke fout met twee vrijworpen Op de overige fouten gaan we in deze introductie niet in. 6

7 Aan het einde van elke periode (quarter): dikke doorlopende verticale lijn tussen de ruimtes die gebruikt zijn en die welke niet gebruikt zijn. (In de kleur van de score van die quarter, zie verder). Aan het einde van de wedstrijd: één horizontale streep door de niet gebruikte hokjes. 7

8 Scoreverloop: Het scoreverloop noteert de aantekenaar in vier kleuren (één per quarter): - 1 quarter: rood - 2 en 3 quarter: zwart en groen - 4 quarter: kleur waarin de namen van de spelers zijn genoteerd (meestal blauw, dus) Andere mogelijkheid (indien geen vierkleurenpen aanwezig): rood voor 1 en 3 quarter, blauw voor 2 en 4 quarter. Voor het scoreverloop zijn er op het wedstrijdformulier vier kolommen, elk onderverdeeld in een ruimte voor ploeg A en één voor ploeg B; en per ploeg is er een kolom voor het rugnummer van de scorende speler en een kolom voor de score (die cijfers staan er al). - geslaagd velddoelpunt (2 punten waard): schuine streep over het nieuwe totaal aantal punten 8

9 - geslaagde vrijworp (1 punt waard): stip over het nieuwe totaal aantal punten - in het hokje naast de schuine streep of de stip noteert de aantekenaar het rugnummer van de sorende speler (bij een driepunter zet hij ook nog s een cirkel rond dat rugnummer) Aan het einde van elke periode (quarter): - cirkel rond het gescoorde puntentotaal - horizontale streep onder puntenaantal én nummers van scorende spelers (onder de twee vakjes per team dus) - quarterscore per ploeg noteren onderaan links (onder de spelerslijst van team B) 9

10 Aan het einde van de wedstrijd: - cirkel rond het gescoorde puntentotaal - dubbele horizontale streep onder puntenaantal én nummers van scorende spelers (onder de twee vakjes per team dus) - diagonale lijnen om de overgebleven ruimtes per ploeg door te halen - eindscore noteren (Final Score) onder de ruimte voor de Running Score en de naam van de winnende ploeg noteren - scheidsrechter wedstrijdformulier laten ondertekenen - (coach of kapitein kunnen eventueel protest aantekenen: hun handtekening in de voorziene ruimte onder de eindscore) 10

11 Tijdopnemer De thuisploeg zorgt voor een tijdopnemer. Wedstrijdklok: - wedstrijdklok start: wanneer een speler op het terrein de bal voor het eerst raakt ( levende bal ) - wedstrijdklok stop: o bij elk fluitsignaal van de scheidsrechter o in de laatste 2 minuten van de wedstrijd: ook wanneer een doelpunt wordt gescoord Time-out stopwatch: - time-out duurt 1 minuut - na 50 seconden signaal geven aan de scheidsrechter Geluidssignaal: - aan het einde van elke periode (van 10 minuten) (uitzondering: microben spelen 8 keer 4 minuten) 24 operator De thuisploeg zorgt voor de 24 operator (vanaf pupillen). 24 klok start: wanneer een speler op het terrein de bal onder controle heeft ( levende bal ) -> zijn ploeg moet binnen 24 seconden een doelpoging ondernemen (bal moet uit de handen van de speler zijn en de ring raken). 24 klok stopt als de ploeg de bal niet meer in bezit heeft. 24 klok teruggezet en opnieuw start: - als een ploeg hierna (na correcte doelpoging) weer balbezit heeft - spel onderbroken vanwege actie door een tegenstander van de ploeg in balbezit 24 klok stopt maar niet teruggezet: - bal is uit en inworp voor ploeg die al in balbezit was - spel onderbroken voor blessure van ploeg in balbezit - spel onderbroken ten gevolge van actie van ploeg in balbezit 11