Hof van Cassatie LIBERCAS

Transcriptie

1 Hof van Cassatie LIBERCAS

2 AANSPRAKELIJKHEID BUITEN OVEREENKOMST ALGEMEEN Algemeen - Burgerrechtelijke aansprakelijkheidstelling Wanneer de eiser op grond van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek schadevergoeding wil verkrijgen, moet hij niet alleen schade hebben geleden maar dient de verweerder ook een fout te hebben begaan die de schade heeft veroorzaakt. - Artt en 1383 Burgerlijk Wetboek 4 mei 2012 C F AC nr.... BIJZONDERE AANSPRAKELIJKHEID Bijzondere aansprakelijkheid - Burenhinder - Begrip - Gevolg - Herstel Aangezien artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek bedoeld is om een verbroken evenwicht te herstellen, biedt het alleen de mogelijkheid om de hinder te vergoeden die de grenzen van de gewonde ongemakken te buiten gaat (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. - Art. 544 Burgerlijk Wetboek 20 april 2012 C F AC nr.... Bijzondere aansprakelijkheid - Burenhinder - Begrip - Gevolg - Herstel Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... Bijzondere aansprakelijkheid - Burenhinder - Begrip - Gevolg - Herstel Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... Bijzondere aansprakelijkheid - Burenhinder - Begrip - Gevolg - Herstel De eigenaar van een onroerend goed die door een daad, een verzuim of een gedraging het evenwicht tussen de eigendommen verbreekt door een naburige eigenaar te belasten met een hinder die de gewone ongemakken van het nabuurschap te buiten gaat, is hem een billijke en passende compensatie verschuldigd die het verbroken evenwicht herstelt (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. - Art. 544 Burgerlijk Wetboek 20 april 2012 C F AC nr.... Bijzondere aansprakelijkheid - Burenhinder - Compensatieverplichting Iemand is slechts tot compensatie van een abnormale burenhinder gehouden, indien die hinder is veroorzaakt door een daad, een verzuim of een gedraging die hem kan worden toegerekend (1). (1) Cass. 12 maart 1999, AR C N, AC 1999, nr Art. 544 Burgerlijk Wetboek 4 mei 2012 C F AC nr.... 2/ 91

3 DAAD Daad - Fout - Schade Schade impliceert niet noodzakelijk een fout. - Artt en 1383 Burgerlijk Wetboek 4 mei 2012 C F AC nr.... HERSTELPLICHT Herstelplicht - Medeaansprakelijkheid van getroffene - Middel dat kritiek uitoefent op een reden die de bestreden beslissing van haar beslissing geeft Het arrest, dat uitsluit dat een persoon een fout heeft begaan op grond dat het slachtoffer zelf een fout heeft begaan, schendt de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. - Artt en 1383 Burgerlijk Wetboek 20 april 2012 C F AC nr.... Herstelplicht - Medeaansprakelijkheid van getroffene - Middel dat kritiek uitoefent op een reden die de bestreden beslissing van haar beslissing geeft Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... SCHADE Schade - Beoordelingsbevoegdheid - Raming - Peildatum - Beoordeling van de schade door de rechter - Invloed van latere gebeurtenissen - Brugpensioen - Toepassing De omstandigheid dat het slachtoffer van een onrechtmatige daad een brugpensioen geniet, belet niet dat het slachtoffer een economische waarde behoudt en verhindert derhalve niet dat hij schade lijdt ingevolge zijn arbeidsongeschiktheid. Wanneer de brugpensionering het afsluiten van de beroepsloopbaan van het slachtoffer met zich meebrengt, beïnvloedt dit evenwel de economische waarde van het slachtoffer en derhalve de schade die het slachtoffer lijdt ingevolge zijn arbeidsongeschiktheid, zodat de rechter hiermee rekening dient te houden bij de beoordeling van de schade ook al is de brugpensionering vreemd aan de onrechtmatige daad (1). (1) Zie de conclusie van het openbaar ministerie. - Artt en 1383 Burgerlijk Wetboek 23 april 2012 C N AC nr.... Schade - Begrip - Vormen - Mededeling - Valsheid in burgerlijke zaken 3/ 91

4 Degene die door zijn fout aan een ander schade berokkent, moet die schade integraal vergoeden, wat impliceert dat de schadelijder hersteld wordt in de toestand waarin hij zou hebben verkeerd indien de handeling waarover hij klaagt niet was gepleegd; de schade moet in de regel gebonden zijn aan de persoon die er de vergoeding van eist (1). (1) Uit de overwegingen van het bestreden vonnis dat "(R.), dankzij de hulp van haar (overleden) zus M.-Th., ondanks haar handicap een zekere levenskwaliteit genoot die zij door het overlijden van haar zuster kwijt is, ook al is (haar zuster D.) voor haar ingesprongen na het overlijden van M.-Th. en dat "die schade volledig moet worden vergoed", "ook al verleent een andere zus van (R.) ( ) haar thans kosteloos bijstand", blijkt dat, in strijd met wat het middel stelt, de hulp en de bijstand die R. kreeg van haar zuster die overleden is aan de gevolgen van het litigieuze verkeersongeval niet dezelfde waren als die welke een andere zuster haar na dat overlijden verstrekt heeft; het O.M. heeft derhalve geconcludeerd dat het middel feitelijke grondslag miste. - Artt en 1383 Burgerlijk Wetboek 25 mei 2012 C F AC nr.... Schade - Beoordelingsbevoegdheid - Raming - Peildatum - Bepaling van de schade - Datum - Invloed van latere gebeurtenissen Conclusie van advocaat-generaal Mortier. 23 april 2012 C N AC nr.... Schade - Beoordelingsbevoegdheid - Raming - Peildatum - Bepaling van de schade - Datum - Invloed van latere gebeurtenissen De rechter dient de schade te bepalen op het tijdstip dat dit van het effectieve herstel ervan zo dicht mogelijk benadert, dit is op het tijdstip van zijn uitspraak, in voorkomend geval na hoger beroep, en dient hierbij rekening te houden met gebeurtenissen die, hoewel zij vreemd zijn aan de onrechtmatige daad, de hierdoor veroorzaakte schade beïnvloeden (1). (1) Zie de conclusie van het openbaar ministerie. - Artt en 1383 Burgerlijk Wetboek 23 april 2012 C N AC nr.... Schade - Materiële schade - Elementen en grootte - Schade veroorzaakt door grondwaterwinningen en pompingen De waardevermindering van onroerende goederen en van de in die onroerende goederen geïncorporeerde machines en installaties is begrepen in de schade waarvoor het Decreet van het Waals Gewest van 11 oktober 1985 een specifieke vergoedingsregeling uitwerkt. - Art. 1, 1, a) Decr. Waalse Gewestraad 11 okt houdende het herstel van schade veroorzaakt door grondwaterwinningen en pompingen 4 mei 2012 C F AC nr.... Schade - Interest - Kapitalisatie - Anatocisme - Misdrijf en oneigenlijk misdrijf - Toepassing Uit artikel 1154 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt aan welke voorwaarden de kapitalisatie van de interest moet voldoen in de aangelegenheden waarop het artikel van toepassing is, volgt niet dat die kapitalisatie uitgesloten is in de aangelegenheden waarop dat artikel niet van toepassing is; kapitalisatie van de interest is niet uitgesloten in geval van verbintenissen die zijn ontstaan uit een misdrijf of uit een oneigenlijk misdrijf (1). (1) Cass. 27 okt. 1988, AC, , nr. 118; Cass. 22 dec. 2006, AR C N, AC, 2006, nr. 670; Cass. 14 maart 2008, AR C F, AC, 2008, nr Artt. 1154, 1382 en 1383 Burgerlijk Wetboek 4/ 91

5 30 april 2012 S F AC nr.... Schade - Beoordelingsbevoegdheid - Raming - Peildatum - Beoordeling van de schade door de rechter - Invloed van latere gebeurtenissen - Brugpensioen - Toepassing Conclusie van advocaat-generaal Mortier. 23 april 2012 C N AC nr.... ADVOCAAT Conclusie van advocaat-generaal Vandermeersch. 30 mei 2012 P F AC nr.... Het beroepsgeheim omtrent de briefwisseling tussen partijen en raadslieden strekt zich in de regel uit tot alle derden, dit is met inbegrip van een gerechtelijk mandataris zoals een voogd ad hoc die over een andere partij door de vrederechter werd aangesteld; de omstandigheid dat deze gerechtelijk mandataris van de andere partij ook advocaat is, doet hieraan niets af (1). (1) Zie de concl van het O.M. - Art. 458 Strafwetboek 3 mei 2012 C N AC nr.... De Orde van advocaten is, in de uitoefening van haar prerogatieven, onafhankelijk ten opzichte van de organen van de rechterlijke macht; het middel dat kritiek uitoefent op de beslissing van de Orde van advocaten om één van de raadslieden van de beschuldigde te verbieden zijn cliënt nog langer te verdedigen, houdt geen verband met de beslissing van het hof van assisen waarbij wordt vastgesteld dat, te dezen, het recht van verdediging van die beschuldigde niet miskend was (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nt. 30 mei 2012 P F AC nr.... Conclusie van advocaat-generaal m.o. Van Ingelgem. 3 mei 2012 C N AC nr.... Noch artikel 458 Strafwetboek, noch artikel 8 EVRM beletten de inbeslagname en het gebruik door een onderzoeksrechter van stukken die betrekking hebben op de verdachte activiteiten van de advocaat en die aldus het vertrouwelijk karakter dat zij desgevallend zouden kunnen bezitten, verliezen; het is een vaststaand gebruik dat de stafhouder of een door hem aangewezen lid van de Raad van de Orde aanwezig is bij een huiszoeking in het kantoor van een advocaat en erop moet toezien dat het onderzoek en de mogelijke inbeslagname geen betrekking heeft op stukken waarvoor het beroepsgeheim geldt; hij zal de stukken die de onderzoeksrechter wenst te onderzoeken of in beslag te nemen, inkijken en zijn oordeel geven over hetgeen al dan niet onder het beroepsgeheim valt maar de onderzoeksrechter is niet gebonden door het standpunt van de stafhouder en beslist in laatste instantie of een document wordt in beslag genomen of niet (1). (1) Zie Cass. 18 mei 2006, AR D N, AC 2006, nr. 281 met concl. van advocaat-generaal DUBRULLE. 24 april 2012 P N AC nr.... 5/ 91

6 De aanvangsdatum van de termijn die begint te lopen vanaf een kennisgeving wordt berekend volgens de wijze waarop de kennisgeving daadwerkelijk is gebeurd en ongeacht de voorgeschreven wijze van kennisgeving; de vaststelling dat de kennisgeving bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs is gebeurd, terwijl dit volgens de wet bij aangetekende brief moest gebeuren, wijkt hier niet van af (1). (1) Cass. 17 juni 2011, AR D N, AC 2011, nr Artt. 53bis, 468, 1 en 3, en 1079, eerste lid Gerechtelijk Wetboek 19 maart 2012 D F AC nr.... AFSTAND (RECHTSPLEGING) AFSTAND VAN GEDING Afstand van geding - Voorlopige hechtenis - Handhaving - Hoger beroep - Afstand van hoger beroep - Arrest waarbij akte van de afstand van het hoger beroep wordt verleend - Cassatieberoep - Ontvankelijkheid Het cassatieberoep tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij akte wordt verleend van de afstand van het hoger beroep van een inverdenkinggestelde tegen de beschikking van de raadkamer tot handhaving van zijn hechtenis, is ontvankelijk (Impliciet) (1). (1) Zie Cass. 23 aug. 2005, AR P F, AC 2005, nr. 401; contra, Cass. 16 juli 2002, AR P F, AC 2002, nr Art. 31, 1 Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis 9 mei 2012 P F AC nr.... ANATOCISME Uit artikel 1154 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt aan welke voorwaarden de kapitalisatie van de interest moet voldoen in de aangelegenheden waarop het artikel van toepassing is, volgt niet dat die kapitalisatie uitgesloten is in de aangelegenheden waarop dat artikel niet van toepassing is; kapitalisatie van de interest is niet uitgesloten in geval van verbintenissen die zijn ontstaan uit een misdrijf of uit een oneigenlijk misdrijf (1). (1) Cass. 27 okt. 1988, AC, , nr. 118; Cass. 22 dec. 2006, AR C N, AC, 2006, nr. 670; Cass. 14 maart 2008, AR C F, AC, 2008, nr Artt. 1154, 1382 en 1383 Burgerlijk Wetboek 30 april 2012 S F AC nr.... ARCHITECT (TUCHT EN BESCHERMING VAN DE TITEL) Artikel 6, eerste lid, van het door de Nationale Raad van de Orde van de Architecten op 16 december 1983 vastgestelde reglement van beroepsplichten, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 18 april 1985, luidens hetwelk de architect-ambtenaar degene is die aangeworven of benoemd is als architect door een openbare dienst zoals de Staat, een gewest, een provincie, een gemeente, een intercommunale, een openbare instelling of een parastatale instelling, veronderstelt niet dat een dergelijke dienst een administratieve overheid moet zijn in de zin van artikel 14, 1, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, en dat hij, in het bijzonder, beslissingen moet kunnen nemen die derden binden (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. - Art. 14, 1, eerste lid Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij KB van 12 jan / 91

7 - Art. 6, eerste lid Reglement van beroepsplichten der architecten van 16 dec. 1983, goedgekeurd bij KB 18 april juni 2012 C F AC nr.... Conclusie van advocaat-generaal Genicot. 4 juni 2012 C F AC nr.... BANKWEZEN - KREDIETWEZEN - SPAARWEZEN ALGEMEEN Algemeen - Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen - Openbaar uitkoopbod - Beslissing tot goedkeuring van het prospectus - Hoger beroep Het arrest dat oordeelt dat de toetsing door het hof van beroep van de door de C.B.F.A goedgekeurde prijs enkel mogelijk is in het raam van een rechtsmiddel dat ook gericht is tegen de beslissing van de C.B.F.A tot goedkeuring van het prospectus, schendt het artikel 121, 1, 1 en 2 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, en het artikel 21(20), tweede lid, van de wet van 22 april 2003 betreffende de openbare aanbiedingen van effecten (1). (1) Zoals te dezen van toepassing. Het O.M. concludeerde tot verwerping van het enig middel tot cassatie op grond dat alle (zes) onderdelen ervan op een onjuiste lezing of interpretatie berusten en het middel aldus in zijn totaliteit feitelijke grondslag mist. - Art. 21(20), tweede lid Wet 22 april 2003 betreffende de openbare aanbiedingen van effecten - Art. 121, 1, 1 en 2 Wet 2 aug betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten 3 mei 2012 C N AC nr.... BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE De rechter die, in een geval waarin een Btw-boete van 200 % werd opgelegd wegens het gebruik door de belastingplichtige van een valse naam bij de aankoop van goederen om zich zodoende in het zwart te kunnen bevoorraden, vaststelt dat het de eerste overtreding is van de belastingplichtige, en de fraude het algemeen belang schaadt en concurrentieverstorend is, heeft op grond van die gegevens wettig kunnen oordelen dat de opgelegde boete onevenredig was en moest verminderd worden tot 75 procent van de ontdoken belasting. - Art. 1, laatste lid KB nr. 41 van 30 jan tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de BTW - Artt. 70, 1, en 84 Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 15 maart 2012 F N AC nr.... BEROEPSGEHEIM Conclusie van advocaat-generaal m.o. Van Ingelgem. 3 mei 2012 C N AC nr.... 7/ 91

8 Noch artikel 458 Strafwetboek, noch artikel 8 EVRM beletten de inbeslagname en het gebruik door een onderzoeksrechter van stukken die betrekking hebben op de verdachte activiteiten van de advocaat en die aldus het vertrouwelijk karakter dat zij desgevallend zouden kunnen bezitten, verliezen; het is een vaststaand gebruik dat de stafhouder of een door hem aangewezen lid van de Raad van de Orde aanwezig is bij een huiszoeking in het kantoor van een advocaat en erop moet toezien dat het onderzoek en de mogelijke inbeslagname geen betrekking heeft op stukken waarvoor het beroepsgeheim geldt; hij zal de stukken die de onderzoeksrechter wenst te onderzoeken of in beslag te nemen, inkijken en zijn oordeel geven over hetgeen al dan niet onder het beroepsgeheim valt maar de onderzoeksrechter is niet gebonden door het standpunt van de stafhouder en beslist in laatste instantie of een document wordt in beslag genomen of niet (1). (1) Zie Cass. 18 mei 2006, AR D N, AC 2006, nr. 281 met concl. van advocaat-generaal DUBRULLE. 24 april 2012 P N AC nr.... Het beroepsgeheim omtrent de briefwisseling tussen partijen en raadslieden strekt zich in de regel uit tot alle derden, dit is met inbegrip van een gerechtelijk mandataris zoals een voogd ad hoc die over een andere partij door de vrederechter werd aangesteld; de omstandigheid dat deze gerechtelijk mandataris van de andere partij ook advocaat is, doet hieraan niets af (1). (1) Zie de concl van het O.M. - Art. 458 Strafwetboek 3 mei 2012 C N AC nr.... BESCHERMING VAN DE MAATSCHAPPIJ TERBESCHIKKINGSTELLING VAN DE REGERING Terbeschikkingstelling van regering - Internering door de minister van een ter beschikking van de regering gestelde veroordeelde - Vrijheidsbeneming die langer dan één jaar duurt - Verzoek aan de minister tot invrijheidstelling - Wet Terbeschikkingstelling Strafuitvoeringsrechtbank - Inwerkingtreding Vanaf 1 januari 2012 zijn de strafuitvoeringsrechtbanken uitsluitend bevoegd voor de uitvoering van de maatregel van de terbeschikkingstelling, zodat vanaf die datum de minister van Justitie niet meer bevoegd is om, bij toepassing van het opgeheven artikel 25quater Wet Bescherming Maatschappij, over een aanvraag tot invrijheidstelling van een door hem geïnterneerde ter beschikking van de regering gestelde te oordelen; de omstandigheid dat de Wet Terbeschikkingstelling Strafuitvoeringsrechtbank deze mogelijkheid tot aanvraag tot invrijheidstelling door de ter beschikking gestelde heeft afgeschaft en vervangen door voor een van zijn vrijheid benomen terbeschikkinggestelde qua termijn minder gunstige procedure, doet hieraan geen afbreuk. - Artt. 11 en 12 Wet 26 april april 2012 P N AC nr.... BETEKENINGEN EN KENNISGEVINGEN ALGEMEEN Algemeen - Woonstkeuze Conclusie van advocaat-generaal Dubrulle. 10 mei 2012 C N AC nr.... 8/ 91

9 Algemeen - Strafzaken - Dagvaarding - Betekening in een ander taalgebied - Vertaling In een in het Frans gevoerde rechtspleging mag de betekening van een dagvaarding van een beklaagde in een Nederlands taalgebied in het Frans gebeuren, zonder dat daaraan een Nederlandse vertaling wordt toegevoegd, wanneer die beklaagde voor de rechtspleging de taal heeft gekozen of aanvaard waarin de akte is gesteld. - Art. 38, achtste lid Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken 9 mei 2012 P F AC nr.... Algemeen - Woonstkeuze De bepaling dat, wanneer de geadresseerde bij een lasthebber woonplaats heeft gekozen, de betekening en de kennisgeving aan die woonplaats mogen geschieden, legt niet de verplichting op om de betekening te doen aan de bij een lasthebber gekozen woonplaats wanneer de geadresseerde in België woont, verblijft of gevestigd is (1). (1) Zie de concl. van het OM - Art. 39, eerste lid Gerechtelijk Wetboek 10 mei 2012 C N AC nr.... Algemeen - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Cassatieberoep - Termijn Conclusie van advocaat-generaal Dubrulle. 10 mei 2012 C N AC nr.... Algemeen - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Cassatieberoep - Termijn De betekening van de bestreden beslissing aan de in België gelegen maatschappelijke zetel van een vennootschap doet de termijn van drie maanden, om zich in cassatie te voorzien, in beginsel lopen (1). (1) Zie de concl. van het OM - Art Gerechtelijk Wetboek 10 mei 2012 C N AC nr.... Algemeen - Wijze van kennisgeving - Termijn - Aanvangsdatum De aanvangsdatum van de termijn die begint te lopen vanaf een kennisgeving wordt berekend volgens de wijze waarop de kennisgeving daadwerkelijk is gebeurd en ongeacht de voorgeschreven wijze van kennisgeving; de vaststelling dat de kennisgeving bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs is gebeurd, terwijl dit volgens de wet bij aangetekende brief moest gebeuren, wijkt hier niet van af (1). (1) Cass. 17 juni 2011, AR D N, AC 2011, nr Artt. 53bis, 468, 1 en 3, en 1079, eerste lid Gerechtelijk Wetboek 19 maart 2012 D F AC nr.... BEVOEGDHEID EN AANLEG BURGERLIJKE ZAKEN Burgerlijke zaken - Aanleg - Vonnis van de politierechtbank - Cassatieberoep - Ontvankelijkheid Wanneer de politierechtbank, inzake de geschillen bedoeld in artikel 601bis, Gerechtelijk Wetboek uitspraak doet over een vordering waarvan het bedrag euro niet overschrijdt, worden deze vonnissen krachtens artikel 617 Gerechtelijk Wetboek gewezen in laatste aanleg. 9/ 91

10 - Artt. 601bis, 608, en 618 eerste lid Gerechtelijk Wetboek 10 mei 2012 C N AC nr.... BEWIJS BURGERLIJKE ZAKEN Burgerlijke zaken - Bewijslast - Beoordelingsvrijheid - Bewijslast - Grondwet (1994) - Artikel Met eigenlijke rechtspraak belast orgaan - Bevoegdheid en verplichtingen - Wettigheidstoezicht - Omvang - Exceptie van onwettigheid - Overlegging van stukken en elementen De op elk met eigenlijke rechtspraak belast orgaan rustende macht en plicht de interne en externe wettigheid na te gaan van elke administratieve akte waarop een vordering, verweer of exceptie is gegrond, belet niet dat het voor de burgerlijke rechter in beginsel behoort aan de partij die de exceptie van onwettigheid inroept, om overeenkomstig artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek de stukken en elementen aan te brengen noodzakelijk voor die wettigheidstoets, onverminderd de mogelijkheid voor de rechter om iedere procespartij te bevelen het bewijsmateriaal dat zij bezit over te leggen (1). (1) Zie de concl. van het O.M. - Art. 159 Grondwet Art. 870 Gerechtelijk Wetboek 22 maart 2012 C N AC nr.... Burgerlijke zaken - Bewijslast - Beoordelingsvrijheid - Bewijslast - Grondwet (1994) - Artikel Met eigenlijke rechtspraak belast orgaan - Bevoegdheid en verplichtingen - Wettigheidstoezicht - Omvang - Exceptie van onwettigheid - Overlegging van stukken en elementen Conclusie van advocaat-generaal Vandewal. 22 maart 2012 C N AC nr.... STRAFZAKEN Strafzaken - Bewijsvoering - Onrechtmatig verkregen bewijs - Toelaatbaarheid - Beoordeling door de rechter - In aanmerking te nemen criteria Het staat de rechter de toelaatbaarheid van onrechtmatig verkregen bewijs dat de wet niet uitdrukkelijk uitsluit, te beoordelen in het licht van artikel 6 EVRM en artikel 14 IVBPR, rekening houdende met de elementen van de zaak in haar geheel genomen, inbegrepen de wijze waarop het bewijs verkregen werd en de omstandigheden waarin de onrechtmatigheid werd begaan en waarbij de rechter bij zijn oordeel, onder meer, één of het geheel van volgende omstandigheden in afweging kan nemen: hetzij dat de overheid die met de opsporing, het onderzoek en de vervolging van misdrijven is belast, al dan niet de onrechtmatigheid opzettelijk heeft begaan, hetzij dat de ernst van het misdrijf veruit de begane onrechtmatigheid overstijgt, hetzij dat het onrechtmatig verkregen bewijs alleen een materieel element van het bestaan van het misdrijf betreft; het feit dat de rechter niet alle voormelde omstandigheden in afweging neemt, maakt als dusdanig zijn oordeel nog niet onregelmatig (1). (1) Zie: Cass. 23 maart 2004, AR P N, AC 2004, nr juni 2012 P N AC nr.... Strafzaken - Geschriften - Bewijswaarde - Wegverkeer - Wegverkeerswet - Wetsbepalingen - Artikel 59 - Alcoholintoxicatie - Ademtest en ademanalyse - Meetprotocol - Resultaat van het onderzoek - Tekst "goede werking gecontroleerd" 10/ 91

11 De vermelding goede werking gecontroleerd op het ticket van de ademanalyse moet geen tweemaal worden herhaald op straffe van vervallenverklaring van de wettelijke bewijswaarde van het onderzoek; de vermelding ervan onder het resultaat van de ademanalyse, voldoet aan de reglementaire eis. - Art. 59 Wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk besluit van 16 maart Art. 3.10, bijlage 2 KB 21 april 2007 betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen 4 april 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Geschriften - Bewijswaarde - Wegverkeer - Wegverkeerswet - Wetsbepalingen - Artikel 59 - Alcoholintoxicatie - Ademtest en ademanalyse - Gebruikte toestellen - Ademtesttoestel of ademanalysetoestel - Goedkeuring van het model - Lijst van de toestellen waarvan het model is goedgekeurd - Niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad - Bewijswaarde van de vaststellingen Ofschoon artikel 13 van het koninklijk besluit van 21 april 2007 betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen, de verplichting oplegt om de lijst van de toestellen waarvan het model is goedgekeurd, bekend te maken in het Belgisch Staatsblad, stelt het de wettelijke bewijswaarde van de vaststellingen met toestellen die de voorgeschreven goedkeuring hebben verkregen niet afhankelijk van die bekendmaking. - Art. 59 Wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk besluit van 16 maart Art. 13 KB 21 april 2007 betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen 4 april 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Geschriften - Bewijswaarde - Wegverkeer - Wegverkeerswet - Wetsbepalingen - Artikel 59 - Alcoholintoxicatie - Ademtest en ademanalyse - Vergissing bij de aanhaling van de tekst van de toepasselijke norm - Ademanalyse Een vergissing bij de aanhaling van de tekst van de op de ademtest toepasselijke norm ontneemt de ademanalyse haar wettelijke bewijswaarde niet, zo blijkt dat de vormvereisten werden nageleefd die de intrinsieke waarde van het bewijs waarborgen en die bepaald zijn in het koninklijk besluit dat op het ogenblik van de feiten van kracht is (1). (1) Het Hof heeft bovendien diezelfde dag nog twee andere arresten in dezelfde zin gewezen. - Art. 59 Wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk besluit van 16 maart Art. 21 KB 21 april 2007 betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen 4 april 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Getuigen - Geschil tussen de ouders - Zaak waarin de bloedverwanten in opgaande lijn tegengestelde belangen hebben - Getuigen - Verhoor van de bloedverwanten in nederdalende lijn Artikel 931, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, naar luid waarvan de bloedverwanten in nederdalende lijn niet mogen worden gehoord in zaken waarin hun bloedverwanten in opgaande lijn tegengestelde belangen hebben, is niet van toepassing in strafzaken (1). (1) Verslag van het Hof van Cassatie, 2005, p Art. 931, tweede lid Gerechtelijk Wetboek 16 mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Bewijsvoering - Onrechtmatig verkregen bewijs - Toelaatbaarheid - Beoordeling door de rechter - Uitsluiting 11/ 91

12 Het staat de rechter de toelaatbaarheid van onrechtmatig verkregen bewijs dat de wet niet uitdrukkelijk uitsluit, te beoordelen in het licht van artikel 6 EVRM en artikel 14 IVBPR, rekening houdende met de elementen van de zaak in haar geheel genomen, inbegrepen de wijze waarop het bewijs verkregen werd en de omstandigheden waarin de onrechtmatigheid werd begaan; een dergelijk bewijs, behoudens het geval van miskenning van een op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvorm, mag alleen worden geweerd wanneer de bewijsverkrijging is aangetast door een gebrek waardoor de betrouwbaarheid ervan wegvalt of waardoor het recht op een eerlijk proces in gevaar wordt gebracht (1). (1) Zie: Cass. 23 maart 2004, AR P N, AC 2004, nr juni 2012 P N AC nr.... Strafzaken - Vermoedens - Wegverkeer - Overschrijding van de maximale toegelaten massa's of de massa's onder de assen - Beschadiging van het wegdek - Materieel bestanddeel De overschrijding van de maximale toegelaten massa's onder de assen is strafbaar omwille van de beschadiging van het wegdek die ze teweegbrengt en het materiële bestanddeel van het misdrijf is bewezen wanneer de overschrijding van de maximale toegelaten massa's onder de assen aangetoond is; tegenbewijs kan niet of moet niet kunnen worden geleverd dat het wegdek niet beschadigd is (1). (1) Cass. 21 september 2004, AR P N, AC 2004, nr Art. 56, eerste lid Decr. Vl. Gem. 19 dec houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting mei 2012 P N AC nr.... BURGERLIJKE RECHTSVORDERING De wijze van instaatstelling, bepaald in artikel 4, derde tot twaalfde lid, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering, laat de meest gerede partij toe op de rechtsdag een vonnis op tegenspraak te vorderen zodat de partij die alsdan niet verschijnt en nalaat conclusie te nemen binnen de door de rechter bepaalde termijn, niet beschikt over de mogelijkheid alsnog verzet aan te tekenen. - Art. 4 Voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering 17 april 2012 P N AC nr.... Hij die beweert door een misdaad of een wanbedrijf benadeeld te zijn, kan zich burgerlijke partij stellen, zowel voor de onderzoeksrechter als voor het onderzoeksgerecht, zonder dat hij in die stand van de rechtspleging het bewijs hoeft te leveren van de schade, van haar omvang en van het oorzakelijk verband ervan met het aan de verdachte ten laste gelegde misdrijf; evenwel moet de beweerde benadeelde, wil zijn burgerlijke partijstelling ontvankelijk zijn, zijn bewering omtrent de schade die hij door het misdrijf zou hebben geleden aannemelijk maken (1). (1) Cass. 3 april 2007, AR P N, AC 2007, nr Artt. 63 en 67 Wetboek van Strafvordering 8 mei 2012 P N AC nr.... Artikel 43bis Strafwetboek vereist niet dat de burgerlijke partij uitdrukkelijk verzoekt om de teruggave. 8 mei 2012 P N AC nr.... CASSATIE Vernietiging - Omvang - Strafzaken - Strafvordering - Beklaagde en verdachte - Veroordeling door 12/ 91

13 de eerste rechter tot één straf voor bepaalde tenlasteleggingen - Vrijspraak door de eerste rechter voor een tenlastelegging - Hoger beroep - Hervorming - Veroordeling voor alle telasteleggingen - Voortgezet misdrijf - Behoud van de straf opgelegd door de eerste rechter - Geen eenstemmigheid - Cassatieberoep - Beslissing van het Hof Wanneer de appelrechters op het hoger beroep van het openbaar ministerie de beklaagde zonder eenstemmigheid schuldig achten aan alle telastleggingen en hem hiervoor één straf opleggen, namelijk dezelfde die de eerste rechter, na vrijspraak voor één telastlegging, voor de vermengde telastleggingen had opgelegd, vernietigt het Hof de schuldigverklaring van de eiser aan de telastlegging waarvoor de eerste rechter vrijspraak had verleend, wat de vernietiging meebrengt van de aan de eiser voor alle bewezen verklaarde telastleggingen opgelegde straf en van de op de telastlegging, waarvoor de eerste rechter vrijspraak verleende, gesteunde beslissing over de burgerlijke rechtsvordering; de schuldigverklaring van de eiser aan de overige telastleggingen blijft onaangetast. 15 mei 2012 P N AC nr.... BEVOEGDHEID VAN HET HOF Bevoegdheid van het hof - Allerlei - Strafzaken - Misdrijf van belaging - Bestaan van klacht - Onaantastbare beoordeling door de feitenrechter - Marginale toetsing De rechter stelt het bestaan van een klacht wegens het misdrijf van belaging onaantastbaar in feite vast; het Hof kan enkel nagaan of de appelrechters uit de door hen gedane vastgestelde feiten geen gevolgen trekken die daarmee geen verband houden of op grond daarvan niet kunnen worden verantwoord (1). (1) Zie: Cass. 1 juni 2010, AR P N, AC 2010, nr Art. 442bis Strafwetboek 17 april 2012 P N AC nr.... Bevoegdheid van het hof - Algemeen - Cassatieberoep - Termijn - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Rechtsmisbruik - Aard van de vraag - Onderzoek door het Hof Conclusie van advocaat-generaal Dubrulle. 10 mei 2012 C N AC nr.... Bevoegdheid van het hof - Algemeen - Cassatieberoep - Termijn - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Rechtsmisbruik - Aard van de vraag - Onderzoek door het Hof De door de verweerder opgeworpen grond van niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wegens laattijdigheid na de betekening van de bestreden beslissing aan in België gelegen maatschappelijke zetel van de eiseres, waarop zij antwoordt dat die betekening door rechtsmisbruik is aangetast werpt aldus een feitelijke vraag op die het Hof kan onderzoeken, aangezien de regelmatigheid van het cassatieberoep ervan afhangt (1). (1) Zie de concl. van het OM 10 mei 2012 C N AC nr.... VERNIETIGING. OMVANG Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Vernietiging van de beslissingen over de hoofdvorderingen - Beslissingen over de incidentele vorderingen en vorderingen tot vrijwaring die het gevolg zijn van de eerstgenoemde beslissingen - Gevolg Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 13/ 91

14 20 april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Vernietiging van de beslissingen over de hoofdvorderingen - Beslissingen over incidentele vorderingen en vorderingen tot vrijwaring die niet het gevolg zijn van eerstgenoemde beslissing - Gevolg De vernietiging van de beslissingen over de hoofdvorderingen strekt zich niet tot de beslissingen over de incidentele vorderingen en de vorderingen tot vrijwaring die, aangezien zij gegrond zijn op andere redenen dan die waarop de beslissingen over de hoofdvorderingen gegrond zijn, niet het gevolg daarvan zijn (1). (Impliciet). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. 20 april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Vernietiging van de beslissingen over de hoofdvorderingen - Beslissingen over de incidentele vorderingen en vorderingen tot vrijwaring die het gevolg zijn van de eerstgenoemde beslissingen - Gevolg De vernietiging van de beslissingen over de hoofdvorderingen strekt zich uit tot de beslissingen over de incidentele vorderingen en de vorderingen tot vrijwaring, die voortvloeien uit de eerstgenoemde beslissingen (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. 20 april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Vernietiging van de beslissing die de vordering tot vrijwaring ongegrond verklaart - Beslissing die deze vordering ontvankelijk en niet verjaard verklaart - Geen onderscheiden dicta - Gevolg De vernietiging van de beslissing die de vordering tot vrijwaring ongegrond verklaart, strekt zich uit tot die waarbij het arrest die vordering ontvankelijk en niet verjaard verklaart (9). (9) Zie Cass. 25 nov. 2002, AR S F, AC 2002, nr. 626, met concl. eerste adv.-gen. Leclercq in Pas. 2002, nr. 626; 13 jan. 2005, AR C F, AC 2005, nr. 22; 7 feb. 2007, AR P F, AC 2007, nr april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Vernietiging van de beslissingen over de hoofdvorderingen - Beslissingen over incidentele vorderingen en vorderingen tot vrijwaring die niet het gevolg zijn van eerstgenoemde beslissing - Gevolg Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Onsplitsbaarheid van het geschil - Tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partijen - Gevolg Wanneer het geschil tussen de eiser, de verweerder en de tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partijen onsplitsbaar is, strekt de vernietiging van de beslissing over de door de verweerder tegen de eiser ingestelde vordering zich uit tot de beslissingen over de vorderingen die door een tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij tegen de verweerder en door een andere tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij tegen laatstgenoemde zijn ingesteld (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. 20 april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Vernietiging van de beslissing die de vordering tot vrijwaring ongegrond verklaart - Beslissing die deze vordering ontvankelijk en niet verjaard verklaart - Geen onderscheiden dicta - Gevolg 14/ 91

15 Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... Vernietiging - Omvang - Burgerlijke zaken - Onsplitsbaarheid van het geschil - Tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partijen - Gevolg Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... CASSATIEBEROEP BURGERLIJKE ZAKEN Burgerlijke zaken - Termijnen van cassatieberoep en betekening - Duur, begin en einde - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Rechtsmisbruik - Aard van de vraag - Onderzoek door het Hof Conclusie van advocaat-generaal Dubrulle. 10 mei 2012 C N AC nr.... Burgerlijke zaken - Termijnen van cassatieberoep en betekening - Duur, begin en einde - Termijnen van cassatieberoep - Aanvangsdatum - Wijze van kennisgeving De aanvangsdatum van de termijn die begint te lopen vanaf een kennisgeving wordt berekend volgens de wijze waarop de kennisgeving daadwerkelijk is gebeurd en ongeacht de voorgeschreven wijze van kennisgeving; de vaststelling dat de kennisgeving bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs is gebeurd, terwijl dit volgens de wet bij aangetekende brief moest gebeuren, wijkt hier niet van af (1). (1) Cass. 17 juni 2011, AR D N, AC 2011, nr Artt. 53bis, 468, 1 en 3, en 1079, eerste lid Gerechtelijk Wetboek 19 maart 2012 D F AC nr.... Burgerlijke zaken - Termijnen van cassatieberoep en betekening - Duur, begin en einde - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Termijn Conclusie van advocaat-generaal Dubrulle. 10 mei 2012 C N AC nr.... Burgerlijke zaken - Personen door of tegen wie cassatieberoep kan of moet worden ingesteld - Eisers en verweerders - Collectieve schuldenregeling - Toelating - Geschil betreffende het vermogen - Schuldbemiddelaar - Oproeping in de zaak - Verplichting - Ontvankelijkheid Uit de artikelen 1675/7, 1, eerste lid, en 1675/9, 1, 4, van het Gerechtelijk Wetboek volgt dat het vermogen van de verzoeker, op het ogenblik dat hij toegelaten wordt tot de collectieve schuldenregeling, één geheel vormt en dat de rechten van de verzoeker daarop voortaan worden uitgeoefend door de schuldbemiddelaar; aangezien het cassatieberoep betrekking heeft op een geschil betreffende het vermogen van de verzoeker, dat één geheel vormt, is het niet ontvankelijk wanneer het de schuldbemiddelaar niet in de zaak oproept. - Artt. 1675/7, 1, eerste lid, en 1675/9, 1, 4 Gerechtelijk Wetboek 16 april 2012 S F AC nr / 91

16 Burgerlijke zaken - Termijnen van cassatieberoep en betekening - Duur, begin en einde - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Rechtsmisbruik - Aard van de vraag - Onderzoek door het Hof De door de verweerder opgeworpen grond van niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wegens laattijdigheid na de betekening van de bestreden beslissing aan in België gelegen maatschappelijke zetel van de eiseres, waarop zij antwoordt dat die betekening door rechtsmisbruik is aangetast werpt aldus een feitelijke vraag op die het Hof kan onderzoeken, aangezien de regelmatigheid van het cassatieberoep ervan afhangt (1). (1) Zie de concl. van het OM 10 mei 2012 C N AC nr.... Burgerlijke zaken - Termijnen van cassatieberoep en betekening - Duur, begin en einde - Bestreden beslissing - Betekening aan maatschappelijke zetel - Termijn De betekening van de bestreden beslissing aan de in België gelegen maatschappelijke zetel van een vennootschap doet de termijn van drie maanden, om zich in cassatie te voorzien, in beginsel lopen (1). (1) Zie de concl. van het OM - Art Gerechtelijk Wetboek 10 mei 2012 C N AC nr.... Burgerlijke zaken - Beslissingen vatbaar voor cassatieberoep - Algemeen - Aanleg - Vonnis van de politierechtbank - Ontvankelijkheid Wanneer de politierechtbank, inzake de geschillen bedoeld in artikel 601bis, Gerechtelijk Wetboek uitspraak doet over een vordering waarvan het bedrag euro niet overschrijdt, worden deze vonnissen krachtens artikel 617 Gerechtelijk Wetboek gewezen in laatste aanleg. - Artt. 601bis, 608, en 618 eerste lid Gerechtelijk Wetboek 10 mei 2012 C N AC nr.... STRAFZAKEN Strafzaken - Vormen - Vorm van het cassatieberoep en vermeldingen - Cassatieberoep bij aangetekende brief ingesteld Niet ontvankelijk is het cassatieberoep dat is ingesteld bij een ter post aangetekende brief van de veroordeelde partij, gericht aan de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen en waaromtrent door de griffier een akte is opgesteld welke alleen door hem werd getekend (1). (1) Cass. 22 maart 1988, AR nr. 1988, AC , nr Art. 417 Wetboek van Strafvordering 24 april 2012 P N AC nr.... Strafzaken - Beslissingen vatbaar voor casstieberoep - Strafvordering - Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep - Openbaar ministerie - Beslissing om een klacht te seponeren De beslissing waarbij de procureur-generaal een klacht tegen een persoon waarvoor volgens artikel 479 Wetboek van Strafvordering enkel het hof van beroep bevoegd is, seponeert, is geen rechterlijke beslissing; zij is bijgevolg niet vatbaar voor cassatieberoep (1). (1) Cass. 23 jan. 2008, AR P F, AC 2008, nr april 2012 P N AC nr.... Strafzaken - Vormen - Vorm en termijn van betekening en/of neerlegging - Voorlopige hechtenis - Arrest - Handhaving - Cassatieberoep van het openbaar ministerie - Betekening - Neerleggen van de stukken 16/ 91

17 Het cassatieberoep dat het openbaar ministerie heeft ingesteld tegen een arrest waarbij de voorlopige hechtenis wordt gehandhaafd, dient aan de inverdenkinggestelde betekend te worden; de stukken die aantonen dat het cassatieberoep regelmatig betekend is, moeten op de griffie van het Hof binnen dezelfde termijn als de memorie worden neergelegd, met andere woorden, uiterlijk de vijfde dag na de datum van het cassatieberoep (1). (1) Zie R. DECLERCQ, Cassation en matière répressive, Bruylant, 2006, nr Art. 30, 3 Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis - Art. 418, eerste lid Wetboek van Strafvordering 2 mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Beslissingen vatbaar voor casstieberoep - Strafvordering - Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep - Voorlopige hechtenis - Regeling van de rechtspleging - Raadkamer - Verwijzing naar de correctionele rechtbank - Invrijheidstelling onder voorwaarden - Hoger beroep van het openbaar ministerie - Hervorming van de beroepen beschikking - Arrest dat beslist dat de inverdenkinggestelde aangehouden blijft - Cassatieberoep - Ontvankelijkheid Uit de paragrafen 1 en 2 van artikel 31 Voorlopige Hechteniswet volgt dat de inverdenkinggestelde geen cassatieberoep kan instellen tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat met toepassing van artikel 26, 4, van voormelde wet, op het hoger beroep van het openbaar ministerie tegen de invrijheidstelling van de inverdenkinggestelde mits naleving van voorwaarden bij diens verwijzing door de raadkamer, beslist dat hij aangehouden blijft (1). (1) Zie: Cass. 3 april 2007, AR P N, AC 2007, nr mei 2012 P N AC nr.... Strafzaken - Vormen - Vorm en termijn voor memories en stukken - Schriftelijke conclusie van het O.M. - Termijn van neerlegging - Termijn is noch substantieel noch voorgeschreven op straffe van nietigheid Aangezien de termijn van vijftien dagen voor de zitting, als bepaald voor de neerlegging van de schriftelijke conclusie van het openbaar ministerie bij het Hof, in de artikelen 1105, derde lid, en 1106, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek waarnaar artikel 420ter van het Wetboek van Strafvordering verwijst, noch substantieel noch op straffe van nietigheid is voorgeschreven, kan hij in bepaalde gevallen niet verenigbaar blijken te zijn met andere regels van de rechtspleging; wanneer hij niet geëerbiedigd wordt, kunnen de partijen nog altijd om verdaging van de zaak verzoeken zodat zij hun opmerkingen kunnen formuleren. - Artt. 1105, derde lid, 1106, tweede lid, en 1107, derde lid Gerechtelijk Wetboek 30 mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Vormen - Vorm en termijn voor memories en stukken - Memorie die naam en voornaam niet vermeldt van de persoon wiens middelen ze bevat Een memorie door de griffie van het Hof ontvangen, die noch de naam, noch de voornaam vermeldt van de persoon wiens middelen daarin worden aangegeven, is niet ontvankelijk. 15 mei 2012 P N AC nr.... Strafzaken - Beslissingen vatbaar voor casstieberoep - Strafvordering - Allerlei - Voorlopige hechtenis - Arrest waarbij akte van de afstand van het hoger beroep wordt verleend Het cassatieberoep tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij akte wordt verleend van de afstand van het hoger beroep van een inverdenkinggestelde tegen de beschikking van de raadkamer tot handhaving van zijn hechtenis, is ontvankelijk (Impliciet) (1). (1) Zie Cass. 23 aug. 2005, AR P F, AC 2005, nr. 401; contra, Cass. 16 juli 2002, AR P F, AC 2002, nr / 91

18 - Art. 31, 1 Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis 9 mei 2012 P F AC nr.... CASSATIEMIDDELEN BURGERLIJKE ZAKEN Burgerlijke zaken - Nieuw middel - Middel dat kritiek uitoefent op een reden die de bestreden beslissing van haar beslissing geeft Conclusie van advocaat-generaal Werquin. 20 april 2012 C F AC nr.... Burgerlijke zaken - Nieuw middel - Middel dat kritiek uitoefent op een reden die de bestreden beslissing van haar beslissing geeft Het middel is in beginsel niet nieuw wanneer het een reden bekritiseert die de bestreden beslissing van haar beslissing geeft (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. 20 april 2012 C F AC nr.... Burgerlijke zaken - Vereiste vermeldingen - EVO - Artikel Bepaling van bijzonder dwingend recht - Geen vermelding van de bepalingen van intern Belgisch recht Of een bepaling van bijzonder dwingend recht uit het recht van het land van de rechter ingevolge artikel 7.2 van het EVO dient te worden toegepast ongeacht het op de overeenkomst toepasselijke recht, wordt bepaald door de lex fori en niet door voormelde verdragsbepaling, zodat het cassatiemiddel dat enkel de schending aanvoert van artikel 7.2. EVO zonder ook schending aan te voeren van de bepalingen van bijzonder dwingend Belgisch recht die beweerdelijk ten onrechte niet werden toegepast, niet ontvankelijk is. - Art. 7.2 Verdrag van Rome van 19 juni 1980 inzake het recht dat toepasselijk is op verbintenissen uit overeenkomsten - Art Gerechtelijk Wetboek 7 mei 2012 S N AC nr.... Burgerlijke zaken - Nieuw middel - Actio judicati - Verjaring - Tienjarige verjaring - Toepassingsgebied - Gerechtelijke moratoire interest - Vervallen na de gerechtelijke beslissing Het middel dat de schending aanvoert van een wetsbepaling die de rechter, blijkens de door hem vastgestelde feiten, diende toe te passen om over het geschil uitspraak te doen, is niet nieuw. 25 mei 2012 C F AC nr.... STRAFZAKEN Strafzaken - Onaantastbare beoordeling door feitenrechter - Recht op bijstand van een raadsman naar zijn keuze - Recht op de middelen noodzakelijk voor zijn verdediging - Beoordeling door de rechter - Toezicht van het Hof De feitenrechter beoordeelt in concreto of de beschuldigde de mogelijkheid heeft gekregen om zich door een raadsman van zijn keuze te laten bijstaan en of hij wel de noodzakelijke middelen heeft gekregen voor zijn verdediging; het staat aan het Hof om na te gaan of die rechter, uit zijn vaststellingen, zijn beslissing naar recht heeft kunnen afleiden (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nr. 18/ 91

19 - Artt. 6.3.b en 6.3.c Verdrag van 4 nov tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 30 mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Onaantastbare beoordeling door feitenrechter - Recht op bijstand van een raadsman naar zijn keuze - Recht op de middelen noodzakelijk voor zijn verdediging - Beoordeling door de rechter - Toezicht van het Hof Conclusie van advocaat-generaal Vandermeersch. 30 mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Belang - Hof van assisen - Bijkomende vraag betreffende een andere kwalificatie - Weigering de vraag te stellen - Feiten bewezen verklaard in hun oorspronkelijke kwalificatie - Middel betreffende de bijkomende vraag - Ontvankelijkheid Het middel dat het hof van assisen verwijt dat het weigert de jury een bijkomende vraag te stellen betreffende een andere kwalificatie, wanneer de feiten in hun oorspronkelijke omschrijving bewezen zijn verklaard, tot staving van een motivering overeenkomstig artikel 334 van het Wetboek van Strafvordering, is niet ontvankelijk (1). (1) Cass. 25 juli 1995, AR P F, AC 1995, nr mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Verband met bestreden beslissing - Hof van assisen - Tussenarrest - Beslissing van het hof van assisen over de eerbiediging van het recht van verdediging - Cassatieberoep - Middel oefent kritiek uit op de beslissing van de stafhouder om een advocaat te verbieden zijn cliënt nog langer te verdedigen - Ontvankelijkheid De Orde van advocaten is, in de uitoefening van haar prerogatieven, onafhankelijk ten opzichte van de organen van de rechterlijke macht; het middel dat kritiek uitoefent op de beslissing van de Orde van advocaten om één van de raadslieden van de beschuldigde te verbieden zijn cliënt nog langer te verdedigen, houdt geen verband met de beslissing van het hof van assisen waarbij wordt vastgesteld dat, te dezen, het recht van verdediging van die beschuldigde niet miskend was (1). (1) Zie concl. O.M. in Pas. 2012, nt. 30 mei 2012 P F AC nr.... Strafzaken - Verband met bestreden beslissing - Hof van assisen - Tussenarrest - Beslissing van het hof van assisen over de eerbiediging van het recht van verdediging - Cassatieberoep - Middel oefent kritiek uit op de beslissing van de stafhouder om een advocaat te verbieden zijn cliënt nog langer te verdedigen - Ontvankelijkheid Conclusie van advocaat-generaal Vandermeersch. 30 mei 2012 P F AC nr.... COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 19/ 91