Inleiding Het jaar 2016 is voor de ODR in financiële zin met een positief rekeningsaldo voor bestemming van ,--. afgesloten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding Het jaar 2016 is voor de ODR in financiële zin met een positief rekeningsaldo voor bestemming van ,--. afgesloten."

Transcriptie

1 Vergadering : Algemeen Bestuur Datum : 20 maart 2017 Agendapunt : 10 Onderwerp : Resultaatbestemming jaarrekening 2016 Beslispunt(en) U wordt voorgesteld om het resultaat van de jaarrekening 2016 als volgt te bestemmen: 1. Een deel van het rekeningresultaat ter hoogte van ,-- uit te keren aan de deelnemers conform voorgestelde verdeelsleutel. 2. Het restant rekeningresultaat aan te wenden om de weerstandscapaciteit voor 2018 en volgende jaren op hoogte te brengen door ,-- toe te voegen aan de algemene reserve. Inleiding Het jaar 2016 is voor de ODR in financiële zin met een positief rekeningsaldo voor bestemming van ,--. afgesloten. Voorgesteld wordt om een deel van de gelden uit te keren aan de deelnemers. Het gaat om een bedrag van ,--. Dit bedrag worden verdeeld op basis van de inbreng van de deelnemers en de mate waarin de uren in 2016 zijn gerealiseerd per deelnemer. Met betrekking tot het restant, ,--, wordt voorgesteld deze toe te voegen aan de algemene reserve. Beoogd effect De deelnemers het resultaat van de jaarrekening 2016 te laten bestemmen. Argumenten 1.1 Gerealiseerde uren is logische verdeelsleutel voor het restant rekeningresultaat. De gerealiseerde uren zijn de maatstaf voor de hoogte van de teruggave aan de deelnemer. De hiervoor gehanteerde formule luidt: (200% - geleverde uren 2016 in %) x deelnemersbijdrage / totale herrekende inbreng x rek. resultaat 1.2 Deze verdeelsleutel wordt door uw AB al enige jaren gehanteerd. 2.1 Het weerstandsvermogen is onder de vastgestelde norm. In 2018 wordt de outputsturing ingevoerd dit leidt tot een nieuw risico in de risicoparagraaf. Hierdoor komt het weerstandvermogen onder de vastgestelde norm. Om aan de norm te voldoen is naast de genomen maatregelen, zoals verwoord in de ontwerp begroting 2018, een grotere reserve positie nodig om het risico te kunnen opvangen. Kanttekeningen - Communicatie Op 20 maart 2017 is dit voorstel, in een gezamenlijk overleg, besproken met de hoofden financiën en de opdrachtgevers (OGO). Uitvoering Na vaststelling in het AB van 26 juni zal dit besluit worden toegevoegd aan de jaarstukken en worden toegestuurd aan de toezichtzichthouder bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De teruggave aan de deelnemers zal worden overgemaakt conform de in de navolgende tabel opgenomen verdeling. Pagina 1 van 2

2 Financiën In de hierna opgenomen tabel is de teruggave per deelnemer opgenomen: Deelnemer Gerealiseerd percentage uren Marap Betaald DVO Correctie Percentage (200% -/- gereal. %) Herrekende inbreng Teruggave per deelnemer DVO bijdrage Gemeente Buren 98,65% ,35% DVO bijdrage Gemeente Culemborg 92,64% ,36% DVO bijdrage Gemeente Geldermalsen 117,46% ,54% DVO bijdrage Gemeente Lingewaal 106,87% ,13% DVO bijdrage Gemeente Maasdriel 123,27% ,73% DVO bijdrage Gemeente Neder-Betuwe 112,53% ,47% DVO bijdrage Gemeente Neerijnen 111,19% ,81% DVO bijdrage Gemeente Tiel 84,74% ,26% DVO bijdrage Gemeente West Maas en Waal 109,50% ,50% DVO bijdrage Gemeente Zaltbommel 97,93% ,07% DVO bijdrage Provincie Gelderland* 157,05% ,95% Personele gevolgen n.v.t. Bijlage(n) - Ontwerp-besluit AB-ODR resultaatbestemming 2016 Pagina 2 van 2

3 Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur, Besluit: 1. Een deel van het rekeningresultaat van de jaarrekening 2016 ter hoogte van ,-- uit te keren aan de deelnemers conform voorgestelde verdeelsleutel. Zie onderstaande tabel: Deelnemer Gerealiseerd percentage uren Marap Betaald DVO Correctie Percentage (200% -/- gereal. %) Herrekende inbreng Teruggave per deelnemer DVO bijdrage Gemeente Buren 98,65% ,35% DVO bijdrage Gemeente Culemborg 92,64% ,36% DVO bijdrage Gemeente Geldermalsen 117,46% ,54% DVO bijdrage Gemeente Lingewaal 106,87% ,13% DVO bijdrage Gemeente Maasdriel 123,27% ,73% DVO bijdrage Gemeente Neder-Betuwe 112,53% ,47% DVO bijdrage Gemeente Neerijnen 111,19% ,81% DVO bijdrage Gemeente Tiel 84,74% ,26% DVO bijdrage Gemeente West Maas en Waal 109,50% ,50% DVO bijdrage Gemeente Zaltbommel 97,93% ,07% DVO bijdrage Provincie Gelderland* 157,05% ,95% De formule hierbij luidt als volgt: (200% - geleverde uren 2015 in %) * deelnemersbijdrage / totale herrekende inbreng * rekeningresultaat 2. Het restant rekeningresultaat aan te wenden om de weerstandscapaciteit voor 2018 en volgende jaren op hoogte te brengen door ,-- toe te voegen aan de algemene reserve. Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 26 juni 2017, de voorzitter, de wnd. secretaris, C.A.H. Zondag R.S. Dijkstra Pagina 1 van 1

4 Vergadering : Algemeen Bestuur Datum : 26 juni 2017 Agendapunt : 11 Onderwerp : Begroting ODR 2018 Beslispunt(en) U wordt voorgesteld: 1. De begroting van lasten en baten op de programma s voor het jaar 2018 vast te stellen; 2. De meerjarenbegroting voor kennisgeving aan te nemen; 3. De bevoorschotting conform de bijlage bij de begroting, bijdrage per deelnemer 2018, voor de jaarschijf 2018 vast te stellen. Inleiding Door het vaststellen van de begroting verleent het Algemeen Bestuur een mandaat aan de ODR voor het besteden van de in de begroting voorgestelde budgetten. Binnen de afspraken stelt deze begroting doelen voor de ODR met daarbij een scherp oog voor de (verwachte) ontwikkelingen omtrent dienstverlening, de fase waarin de ODR zich bevind en de belangen van de deelnemers. Voor 2018 richten deze doelen zich erop om de ODR verder te laten groeien als professionele organisatie en te groeien als partner ten aanzien van alle betrokken deelnemers. Voor elk programma zijn in de begroting de belangrijkste doelen benoemd, de speerpunten van het beleid samen met indicatoren en de belangrijkste aandachtspunten. Ten opzichte van de primitieve begroting 2017 zijn er geen substantiële wijzigingen in de begroting opgenomen buiten de loon- en prijsindexering. De publicatie van de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording op 5 maart 2016 betekent voor alle Omgevingsdiensten in Nederland dat de begroting en de verantwoording (de jaarstukken) vanaf het begrotings-/boekjaar 2018 conform het BBV 2017 moet worden opgesteld. Dit is in voorliggend ontwerp opgenomen. Beoogd effect De deelnemers inzicht te verschaffen in de voorgenomen beleidsrealisatie, de exploitatie en de financiële positie van de ODR in Argumenten 1.1 Het is een taak van het AB om een begroting vast te stellen. Op grond van art 58 van de Wet gemeenschappelijke regelingen stelt het AB de begroting vast het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor zij dient. 2.1 De meerjarenbegroting geeft overzicht van de ontwikkeling. Bij de begroting is een meerjarenbegroting conform de voorschriften uit het BBV opgesteld. De meerjarenbegroting geeft een (structurele) doorkijk naar de ontwikkelingen van de begroting tegen constante prijzen. 3.1 Dit biedt transparantie over de bijdrage per deelnemer.. In de GR-ODR artikel 29-lid 3 is aangegeven in de begroting voor elk van de deelnemers over het desbetreffende jaar het verschuldigde bedrag wordt opgenomen. Kanttekeningen - Communicatie Op 20 maart 2017 is de begroting 2018 en de meerjarenraming besproken met de hoofden financiën en de opdrachtgevers (OGO). Op 21 maart 2017 is de programmabegroting toegezonden aan gemeenteraden en provinciale staten voor het, indien gewenst, kenbaar maken van hun zienswijze. Pagina 1 van 2

5 Uitvoering Na de vaststelling door het Algemeen Bestuur wordt de begroting binnen twee weken, doch uiterlijk voor 1 augustus, naar de toezichtzichthouder bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden. Financiën Per programma is in de begroting aangegeven wat we willen bereiken en wat we daar voor gaan doen. De toelichting op het financiële resultaat is opgenomen in de financiële begroting. De belangrijkste onderdelen van de begrotingsontwikkelingen zijn: Omschrijving Bedrag A Begrotingstotaal Berap ' B Ontwikkeling loonsom C Ontwikkeling prijs D Constructie berekeningen E Totaal structureel F Onttrekking reserves Begrotingstotaal Het begrotingstotaal sluit aan op de Bestuursrapportage 2016 voor de jaarschijf 2017 (A). De budgetten zijn geïndexeerd (B+C). Het college van de gemeente Culemborg heeft in haar brief van 6 september 2016 aangegeven dat de constructieberekeningen binnen de deelnemer bijdrage van de gemeente moet worden opgenomen (D). In het geraamde begrotingssaldo zijn elk jaar ook incidentele baten en lasten opgenomen. Voor een goed beeld van de begroting is het gewenst deze in beeld te brengen. In 2018 gaat het om afkoop PAO's (vallen in 15 jaar vrij). Dit geldt ook voor de meerjarenbegroting en eenmalige onttrekking aan de reserve doorlopende kwaliteitsontwikkeling conform de uitgangspunten van de reserve (F). Deelnemersbijdrage: Bijdrage Begroting 2017 na wijziging Begroting 2018 Gemeente Buren Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Bijdrage Omgevingsdiensten Archeologie Externe Veiligheid Totaal Bijlage(n) - Ontwerp Programmabegroting 2018 Pagina 2 van 2

6 Programmabegroting 2018 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : AB

7 Inhoudsopgave INHOUD Besluitvorming programmabegroting Inleiding programmabegroting PROGRAMMABEGROTING... 6 Totaal overzicht... 7 PROGRAMMA S... 8 Programma 1: Vergunningverlening... 9 Programma 2: Toezicht en handhaving Programma 3: advisering Programma 4: ketentoezicht Paragrafen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering FINANCIELE BEGROTING BIJLAGEN Opbouw uurtarief Overzicht: Bijdrage per deelnemer

8 Besluitvorming programmabegroting 2018 Procedure De programmabegroting kent de volgende bestuurlijke procedure: Januari - maart 2017 Ambtelijke voorbereiding 20 maart 2017 Technische behandeling door hoofden financiën 20 maart 2017 Behandeling door het Dagelijks Bestuur 21 maart 2017 Mogelijkheid tot indienen van zienswijzen De deelnemers kunnen tot uiterlijk 30 mei 2017 schriftelijk een zienswijze indienen bij het Dagelijks Bestuur. 26 juni 2016 behandeling in het Algemeen Bestuur 26 juni 2017 beslist het algemeen bestuur over de programmabegroting. Daarbij worden de eventuele zienswijzen betrokken die door de deelnemers zijn ingediend. 26 juni 2017 Vaststelling begroting 2018 door het Algemeen Bestuur Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur tot vaststelling van de programmabegroting 2018, BESLUIT: 1. De begroting van lasten en baten op de programma s voor het jaar 2018 vast te stellen; 2. De meerjarenbegroting voor kennisgeving aan te nemen; 3. De bevoorschotting conform de bijlage bijdrage per deelnemer 2018 voor de jaarschijf 2018 vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 26 juni de voorzitter, de secretaris, C.A.H. Zondag A. Schipper 27 juni 2017 Inzending vastgestelde begroting naar Ministerie BZK 3

9 4

10 Inleiding programmabegroting 2018 Inleiding Hierbij bieden we u de ontwerp programmabegroting 2018 aan van de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). Op grond van artikel 29 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland dient voor 15 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor zij dient een ontwerpbegroting te worden toegezonden aan provinciale staten en gemeenteraden. In de vergadering van het algemeen bestuur van 26 juni 2017 worden tegelijkertijd de jaarstukken 2016 en de programmabegroting 2018 behandeld. Dit geeft een totaal beeld van de ontwikkelingen die de ODR door maakt. In deze begroting zijn de voorstellen die bij de jaarstukken worden gedaan doorgevoerd. Uitgangspunten De begroting 2018 heeft als vertrekpunt het bestaande structurele beleid Beleidswijzigingen die consequenties hebben voor de begroting 2017 (en volgende jaren), zijn in de begroting 2018 verwerkt. In de financiële begroting zijn de uitgangspunten volledig opgenomen. De meerjarenraming is op basis van constante prijzen geraamd. De programmabegroting laat een ontwikkeling zien van ,-- Het resultaat is toegelicht in de financiële begroting. Ontwikkelingen deelnemersbijdrage Bij een aantal gemeenten en de provincie zijn concrete signalen ontvangen met de vraag om extra (structurele) werkzaamheden uit te voeren. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld de extra aanvragen in het kader van de vergunningverlening te kunnen verwerken. Bij de provincie gaat het om met name extra uren voor coördinatie vergunningverlening en handhaving, klachtenafhandeling en programma en projectleiding. Het is nog te vroeg om deze effecten financieel te verwerking in de begroting aangezien er nog geen besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden. In de bestuursrapportage 2017 wordt u op basis van de uitkomsten van de besluitvorming hierover verder geïnformeerd. BBV 2017 De publicatie van de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording op 5 maart 2016 betekent voor alle Omgevingsdiensten in Nederland dat de begroting en de verantwoording (de jaarstukken) vanaf het begrotings-/boekjaar 2018 conform het BBV 2017 moet worden opgesteld. Parallel aan deze ontwikkeling is het de wens en de opdracht van het Directeurenoverleg (DO) van de Gelderse Omgevingsdiensten om vanaf 2018 tot een meer uniforme opzet en indeling van de begroting en de verantwoording van de 7 Gelderse omgevingsdiensten te komen, in deze begroting is aan beide voorwaarden gehoor gegeven. Het nieuwe BBV schrijft voor hoe en waar lasten en baten moeten worden geraamd en geboekt. Hiervan mag niet worden afgeweken. Op de programma s mogen alleen de direct toe te rekenen lasten worden geraamd en geboekt. Doorbelaste kosten voor overhead en raming van onvoorzien mogen niet meer op de programma s worden geboekt. De bijdragen die de ODR aan de deelnemers factureert, bevatten zowel dekking van de directe kosten, die geraamd zijn op de programma s, als de dekking van de kosten voor overhead en onvoorzien. De ODR mag de inkomsten bij ontvangst en in de begroting niet 5

11 splitsen, maar moet deze inkomsten volledig en onverdeeld ramen en boeken op de programma s. De programmaverdeling is wel vrij. Binnen Gelderland hebben we nu de volgende onderverdeling gemaakt. De volgende indeling wordt nu gemaakt. Programma 1 Vergunningverlening Programma 2 Toezicht en handhaving Programma 3 Advies Programma 4 Stelseltaken Tot slot schrijft het BBV 2017 verplicht voor dat een totaaloverzicht van lasten en baten per taakveld opgenomen moet worden. Een taakveld is de vervanger van de (hoofd)functie uit de oude voorschriften. Deze indeling is met name een administratieve verplichting die verder geen toegevoegde waarde heeft voor onze exploitatie of voor de leden van het Algemeen Bestuur. Aan de andere kant levert dit ook geen problemen op. Bij de presentatie van lasten en baten in de programma s in de begroting en de rekening hoeft het taakveld niet te worden vermeld. De meeste lasten en baten van een omgevingsdienst vallen onder het taakveld 7.4 Milieubeheer en 8.3 Wonen en bouwen. Leeswijzer De programmabegroting bestaat uit de begroting 2018 en de meerjarenraming , de paragrafen, de financiële begroting en de bijlagen. In de programmabegroting vindt u de programmavoornemens die uitgewerkt zijn in de vorm van de drie W-vragen, Wat willen we bereiken, Wat gaan we daarvoor doen en Wat mag het kosten. De voortgang over deze onderwerpen zullen we presenteren in de bestuursrapportage In de financiële begroting vindt u de toelichting op het resultaat en het overzicht van Baten en Lasten op programma niveau. In de bijlagen vindt u achtereenvolgens de opbouw van het uurtarief en het overzicht van de bijdrage van de deelnemers. 6

12 PROGRAMMABEGROTING 7

13 Totaal overzicht 1. Vergunningverlening 2. Toezicht en handhaving Te bereiken effect De ODR stelt zich tot doel dat vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en dat meldingen worden beoordeeld op juistheid en volledigheid. Belangrijkste aandachtspunten 1. Tijdige en geïntegreerde vergunningen 2. Voldoen aan inhoudelijke kwaliteit 3. Bestuurlijke sturing op strategie en afstemming op ruimtelijke mogelijkheden/ambities 4. Uitvoeren afspraken met opdrachtgevers Te bereiken effect De ODR zet zich ervoor in om te komen tot een zodanige naleving van de wettelijke voorschriften dat gezondheid, veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid optimaal worden bevorderd. Belangrijkste aandachtspunten 1. Uitvoeren jaarprogramma s deelnemers en projecten ketentoezicht 2. Efficiënt proces van toezicht en handhaving 3. Risico- en branchegericht toezicht 4. Verbeteren professionaliteit toezichthouders 5. Goede samenwerking en informatieuitwisseling met de handhavingspartners en bevoegde gezagen. 3. Advisering 4. Ketentoezicht Te bereiken effect De ODR stelt zich tot doel om adequaat advies te verstrekken op het gebied van bijvoorbeeld geluid, bodem, lucht, monumenten, archeologie en externe veiligheid aan de gemeenten en de provincie omtrent het ontwikkelen, inrichten en beheren van een duurzame leefomgeving. Daarnaast worden handhavingszaken en bezwaar- en beroepszaken adequaat, volgens het regionale VTH beleid en binnen gestelde termijnen afgehandeld. Op het gebied van ondersteuning worden administratieve processen uitgevoerd en wordt de informatievoorziening van de ODR beheerd en doorontwikkeld. Belangrijkste aandachtspunten 1. Realiseren van de werkprogramma s 2. Adviseren vanuit kansen en mogelijkheden in plaats vanuit beperkingen. 3. Verbinding zoeken met opdrachtgevers en portefeuillehouders bij majeure en politiek gevoelige dossiers. 4. Doorontwikkelen van de informatiehuishouding en een informatiebeleidsplan opstellen. Te bereiken effect Vanuit het Rijk worden via de landelijke checklist - forse (inrichtings-)eisen gesteld aan de Omgevingsdiensten wat betreft de aanpak van milieucriminaliteit (samenwerking met OM) en ketentoezicht. De noodzaak van een betere aanpak van deze twee (samenhangende) taakvelden wordt in Gelderland onderschreven. De partners in Gelderland hebben de ambitie uitgesproken om ketentoezicht in Gelderland zodanig vorm te geven dat minimaal wordt voldaan aan de KPMG-kwaliteitscriteria en dat de Gelderse uitvoering van ketentoezicht landelijk op de kaart staat. Belangrijkste aandachtspunten 1. Zicht krijgen en houden op risicovolle ketens en malafide actoren 2. Maken van risicoanalyses en het stellen van prioriteiten in de aanpak 3. Gericht nader onderzoek doen 4. Kunnen optreden bij gegrond vermoeden. Door handhaving malafide ketenactoren aanpakken. 5. Dit alles in samenwerking met de zeven OD s en de ketenpartners. 8

14 PROGRAMMA S 9

15 Programma 1: Vergunningverlening Wat willen we bereiken? Doel Vergunningaanvragen moeten binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en meldingen moeten worden beoordeeld op juistheid en volledigheid. Beide procedures moeten geïntegreerd worden behandeld in het kader van de WABO, waarbij aansluiting moet zijn met de gemeentelijke loketten. Wettelijk Kader WABO Bouwbesluit 2012 Woningwet Activiteitenbesluit Wet milieubeheer Rechtstreeks werkende gemeentelijke en provinciale verordeningen Alle overige wet- en regelgeving zoals opgenomen in het mandaatregister van de ODR Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) Basis Registratie Personen (BGR) Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) Wat gaan we er voor doen? Inhoud van het programma De afdeling Vergunningverlening van de ODR handelt uit naam van de deelnemers aanvragen van omgevingsvergunningen af. Dit doen we op een juiste, tijdige en kwalitatief goede manier. Periodiek wordt op onderstaande speerpunten gemeten wat de stand van zaken is ten aanzien van product en dienstverlening. Speerpunten Prestatie indicator Tijdige en geïntegreerde verlening van vergunningen binnen wettelijke termijn. Vergunningen voldoen aan inhoudelijke kwaliteitseisen. Bestuurlijke sturing op strategie en afstemming op ruimtelijke mogelijkheden/ambities. Uitvoeren afspraken opdrachtgevers. Alle vergunningen worden tijdig afgehandeld. Bij 95% van alle vergunningen zijn er geen inhoudelijke gebreken aan beschikkingen bij bezwaaren beroepsprocedures. Frequent driehoeksoverleg bestuur/beleid/uitvoering. Opdrachtgevers zijn tevreden over de dienstverlening. Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp Omgevingswet Essentie ervan In 2019 wordt de Omgevingswet van kracht. De ODR bereid zich daar nu deels samen met onze opdrachtgevers al op voor. Het grootste deel van de voorbereiding zal evenwel pas in 2018 zijn, omdat dan 10

16 de wetgeving meer duidelijk is. Kwaliteit Privatisering Bouwtoezicht Om goede en adequate uitvoering te kunnen geven aan vergunningverlening is de deskundigheid van de vergunningverleners essentieel. Per 2016 heeft de ODR invulling gegeven aan de huidige kwaliteitscriteria, de Kwaliteitscriteria 2.1. Hiermee is geborgd dat de ODR zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende kennis, kunde en geschoold personeel in huis heeft, krijgt en houdt om goede vergunningen te verlenen. In 2018 zal verder gewerkt worden aan het inhoudelijk (zowel qua inhoudelijke toetsing als qua juridische vorm) verbeteren van de werkzaamheden. Daarnaast zal door het continu uitvoeren van klanttevredenheidsonderzoeken gemonitord worden hoe tevreden aanvragers zijn. Uit deze onderzoeken zullen ook verbetermogelijkheden komen, die structureel en systematische beoordeeld en indien mogelijk, uitgevoerd worden. Het Rijk werkt aan een nieuw stelsel voor de bouwregelgeving, passend binnen de maatschappelijke discussie over kwaliteitsverbetering in de bouw. De belangrijkste verandering is dat opdrachtgevers in de toekomst zelf hun inhoudelijke (denk aan constructies, Bouwbesluit) kwaliteitsborging moeten regelen. De overheid blijft verantwoordelijk voor aspecten als welstand, ruimtelijke inpassing, monumenten, veiligheid voor de omgeving van de bouwplaats. Hiermee samenhangend is de discussie over de financiering van het bouwvergunningstelsel, ofwel de leges voor bouwkosten. 21 februari 2017 heeft de Tweede Kamer besloten om de privatisering door te zetten als onderdeel van de wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. De wet zal worden aangeboden aan de Eerste Kamer. De uiteindelijke wet, met moties en amendementen, is behoorlijk aangepast ten op zichte van de eerdere wetsvoorstellen. Zo blijft er toch een rol voor gemeenten bij het beoordelen van vergunningaanvragen en het toezicht op de hiervoor genoemde aspecten (constructies, Bouwbesluit). Maar welke rol, hoe groot deze rol wordt/blijft en hoe deze betaald wordt, is nog onduidelijk. De ODR zal in 2017 onderzoeken wat de gevolgen zijn voor haar opdrachtgevers en de ODR zelf van deze wet. En haar opdrachtgevers hierover informeren en adviseren. Dan zal ook duidelijk worden wat de effecten zijn voor

17 Risico s De ontwikkelingen rondom de privatisering Bouwtoezicht kunnen er op termijn toe leiden dat een deel van de bouwplantoetsing buiten het publieke domein wordt verricht. De verschuiving hiervan naar de private markt kan voor de ODR betekenen dat het huidige werkaanbod deels verplaatst wordt naar buiten de ODR. Het is belangrijk dat de ODR deze ontwikkelingen op de voet volgt, aangezien deze effect kunnen hebben op de verhouding formatie-werkaanbod. De toename in bouwactiviteiten en daarmee ook in aanvragen, zorgt een grotere vraag naar personeel en een hogere werkdruk voor het aanwezige personeel. De arbeidsmarkt voor extra (tijdelijk) personeel is door de toename in bouwactiviteiten zeer krap. Dit geheel leidt tot risico s voor de inhoudelijke kwaliteit van beschikkingen. Hetgeen kan resulteren in meer bezwaar- en beroepszaken waarin de beschikking moet worden hersteld, maar ook voor risico s voor de gebouwde omgeving die gebouwd wordt op basis van deze beschikkingen. Daarnaast leidt de krappe arbeidsmarkt inmiddels tot een groot tekort aan gekwalificeerd personeel. Dit risico is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 12

18 Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp jaarrekening 2016 Primitieve Begroting 2017 Begroting 2017 na wijziging Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Lasten Structureel Incidenteel Overzicht Overhead Heffing vennootschapsbelasting Bedrag onvoorzien Totale lasten Baten Structureel DVO Bijdrage: Gemeente Buren Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Incidenteel Totale baten Saldo Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop. 13

19 Programma 2: Toezicht en handhaving Wat willen we bereiken? Doel De ODR werkt aan een veilig, leefbaar en duurzaam Rivierenland. Toezicht en handhaving zijn belangrijke instrumenten om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven de regels naleven die zijn gesteld om dat doel te helpen bereiken. De ODR houdt geprogrammeerd toezicht en handhaaft waar nodig de relevante wet- en regelgeving. Onder toezicht wordt verstaan het verzamelen van informatie over het feit of een activiteit is toegestaan en/of wordt voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving (incl. voorschriften in vergunningen e.d.). Bij handhaving wordt de sanctiestrategie gevolgd en waar nodig wordt een sanctiemiddel (last onder dwangsom of bestuursdwang) toegepast om naleving te bewerkstelligen. In 2018 zal ook vaker gebruik gemaakt worden van strafrechtelijke instrumenten zoals de bestuurlijke strafbeschikking milieu. Dit vloeit voort uit de implementatie van de Landelijke Handhavingsstrategie. Uniforme werkprocessen, risico- en informatie gestuurd toezicht en een goede afstemming en informatie-uitwisseling met de handhavingspartners en bevoegde gezagen dragen bij aan een efficiënte uitvoering en het voorkomen van onnodige administratieve lasten aan de zijde van burgers en bedrijven. Wettelijk Kader Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); Wet milieubeheer (Wm) en andere in art. 5.1 Wabo genoemde wetten; Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit); Woningwet; Bouwbesluit 2012; Rechtstreeks werkende gemeentelijke en provinciale verordeningen; Alle overige wet- en regelgeving zoals opgenomen in het mandaatregister van de ODR. Wat gaan we er voor doen? Inhoud van het programma Het efficiënt en effectief organiseren en uitvoeren van de toezicht- en handhavingstaak, zoals die in opdracht van de bevoegde gezagen door de ODR wordt verricht. Speerpunten Prestatie indicator Uitvoeren jaarprogramma Mate waarin het afgesproken jaarprogramma is passend binnen de afspraken met gerealiseerd. de deelnemers. Optimaal proces van toezicht en handhaving. Verbeteren professionaliteit toezichthouders. % besteding productieve uren aan controles in het veld en handhavingstrajecten. Mate waarin wordt voldaan aan de landelijke kwaliteitseisen die gelden op grond van de in 2016 vastgestelde gemeentelijke en provinciale kwaliteitsverordeningen. 14

20 Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp Essentie ervan Werkprogramma's 2018 Risico gestuurd toezicht Kwaliteit Bij het opstellen van het werkprogramma 2018 wordt rekening gehouden met de opgedane ervaringen uit eerdere jaren. Het totale werkprogramma voor de ODR bestaat uit de optelsom van de deelprogramma s die voor de deelnemers worden uitgevoerd. De ODR maakt voor alle deelnemers een voorstel voor een uitvoeringsprogramma Dit voorstel wordt besproken met de deelnemers en waar nodig wordt lokaal maatwerk toegepast. In de voorbereiding op het werkprogramma voor 2018 zal met opdrachtgevers gesproken worden over het opnemen van toezicht in het vrije veld. Met dit toezicht wordt het inrichtingenbestand actueel gehouden en worden vergunning-, of meldingsplichtige activiteiten zowel op gebied van milieu als bouwen actief opgezocht. Daarnaast worden er controles uitgevoerd voor het Besluit Bodemkwaliteit en lichtemissie glastuinbouw. In het werkprogramma zijn door de deelnemers bijna geen uren opgenomen voor aspectcontroles en administratieve controles, dit zijn wettelijke taken en dienen te worden uitgevoerd. Uitwerking en prioritering van aspectcontroles en administratieve controles dient met de deelnemers te worden besproken. ODR wil hier beter op kunnen sturen. Het risico- en informatie gestuurd toezicht wordt verder doorontwikkeld. Activiteiten in een hogere risicocategorie worden intensiever gecontroleerd dan activiteiten in een lagere risicocategorie. In 2016 is de risicobenadering doorontwikkeld op brancheniveau. Op Gelders niveau zijn de branche-indelingen onderling afgestemd en wordt kennis gedeeld op gebied van aanpak, doelen en werkvormen. Daardoor kan een onderbouwde keuze worden gemaakt in toezicht ter plaatse of een administratieve controle. Indien en voor zover deelnemers er voor kiezen om de controlefrequentie die voortkomt uit de risicomodule terug te brengen, kan het aantal controles niet meer worden gehaald. In de voorbereiding op nieuwe werkprogramma s moet de omvang van de opdracht worden bezien in het licht van de controlefrequentie die voortkomt uit de risicomodule. Om goed en adequaat uitvoering te kunnen geven aan de toezicht- en handhavingstaak zijn deskundige medewerkers nodig. Er wordt d.m.v. opleiding en scholing voor gezorgd dat de medewerkers van de afdeling Toezicht & Handhaving blijven voldoen aan de geldende kwaliteitseisen. 15

21 Uitvoering projecten ketentoezicht Verbetering informatieuitwisseling met de partners In 2018 voldoen de organisatie en alle medewerkers op individueel niveau aan de kwaliteitscriteria. Alle medewerkers moeten worden opgeleid in de nieuwe Omgevingswet. Naast die kennis moet aandacht zijn voor integraal werken en werken met de inherente beleidsvrijheid van gemeenten die de wet met zich meebrengt. Dit vraagt een andere opstelling en een andere set vaardigheden waar op moet worden getraind. De ODR voert binnen het Gelderse stelsel de stelseltaak programmering ketentoezicht uit, maar levert net als de andere diensten in Gelderland - ook een bijdrage aan de uitvoering van het programma. De afdeling Toezicht en Handhaving reserveert jaarlijks 1,2 fte formatieruimte voor de uitvoering van de Gelderse ketenprojecten. Voor 2018 zal deze werkwijze zijn vervolg krijgen, de ontwikkelde methoden hebben hun meerwaarde bewezen. Wel zal blijvend aandacht worden besteed aan de follow-up (interventies) door de eigen en andere omgevingsdiensten in de vorm van concrete toezicht-, of handhaving acties. In voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden werkafspraken gemaakt met de samenwerkingspartners. De Omgevingswet stelt hogere eisen aan integraliteit in advisering, vergunningverlening en toezicht. De samenwerkingsrelaties moeten daarop worden ingericht en geoperationaliseerd. Risico s In de loop van 2017 zal de privatisering van het bouwtoezicht verder gestalte gaan krijgen. Dit kan gevolgen hebben voor de werkprogramma s van de deelnemers en mogelijk ook invloed hebben op de benodigde capaciteit voor

22 Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp jaarrekenin g 2016 Primitieve Begroting 2017 Begroting 2017 na wijziging Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Lasten Structureel Incidenteel Overzicht Overhead Heffing vennootschapsbelasting Bedrag onvoorzien Totale lasten Baten Structureel DVO Bijdrage: Gemeente Buren Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Incidenteel Totale baten Saldo Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop. 17

23 Programma 3: advisering Wat willen we bereiken? Doel De ODR verstrekt adequaat en kwalitatief hoogstaand advies op onder andere het gebied van bodem, lucht, archeologie, geluid, monumenten, flora en fauna en externe veiligheid aan zowel de deelnemende gemeenten en de provincie als voor de eigen ODRprocessen. De gemeenten en de provincie worden hiermee in staat gesteld om de leefomgeving duurzaam te ontwikkelen, in te richten en te beheren. De ODR adviseert gemeenten en provincie op juridisch vlak en de juridisch specialisten verzorgen de uitvoering door de ODR van bezwaar- en beroepsprocedures, handhavingsprocedures maar ook van de afhandeling van WOB-verzoeken. De ODR brengt ten slotte de administraties op orde om de informatie-uitwisseling goed te kunnen vormgeven en beheert en ontwikkelt de applicaties waarmee dat gebeurt. Wettelijk Kader Het wettelijk kader voor het verzorgen van deze taken ligt in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) en het omgevingsrecht. In algemene zin moet daarbij gedacht worden aan de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), de Wet milieubeheer, en de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). Specifiek is onder andere wet en regelgeving zoals het Besluit bodembeheer, Besluit luchtkwaliteit, de Wet geluidshinder en de Flora en Fauna wet. Er wordt in 2018 verder voorgesorteerd op de invoering van de Omgevingswet. Wat gaan we er voor doen? Inhoud van het programma Het programma houdt in dat: specialistische adviezen worden verstrekt ten behoeve van vergunning en handhavingsprocedures die door de ODR worden uitgevoerd; specialistische adviezen worden verstrekt aan gemeenten, provincie en eventueel overige partijen zoals het Waterschap en de Veiligheidsregio voor onder andere vraagstukken op het gebied van de ruimtelijke ordening; het in opdracht faciliteren van beleidsontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het opgestelde VTH uitvoeringsbeleid en de regionale bodemkwaliteitskaart en het monitoren van de uitvoering van het verbeterplan van de kwaliteitscriteria 2.1; zaken op het gebied van juridische handhaving, voorlopige voorzieningen, bezwaar, beroep, hoger beroep en WOB verzoeken worden behandeld; de administratief en ondersteunende werkzaamheden binnen de ODR worden uitgevoerd, en; de applicaties en informatievoorziening die de ODR gebruikt, worden beheerd en doorontwikkeld. Veel aandacht zal besteed worden aan het verder optimaliseren van S4O, het kunnen genereren van managementinformatie, het aanleveren van inrichtingsgegevens ten behoeve van het Gelderse IGO project, het doorontwikkelen van GEO informatie voor medewerkers binnen de ODR en het opstellen van een informatiebeleidsplan. 18

24 Speerpunten Prestatie indicator Verstrekken integrale adviezen aan opdrachtgevers Binnen afgesproken termijnen leveren van advies dat voldoet aan de kwaliteitscriteria. Behandeling juridische zaken Handhavingszaken en bezwaar- en beroepszaken worden adequaat en binnen gestelde termijnen afgehandeld. Leerervaringen uit bezwaar- en beroepsprocedures moeten leiden tot verbetering van de juridische kwaliteit van primaire besluiten. Ondersteuning Administratieve processen worden uitgevoerd conform de kwaliteit en servicetermijnen die zijn vastgelegd. De ODR als organisatie en haar medewerkers zijn bereikbaar en reageren binnen de servicetermijnen die zijn vastgelegd. Informatievoorziening De applicaties die de ODR gebruikt, ondersteunen de medewerkers om goed het werk uit te voeren en informatie te registreren. Medewerkers kunnen beschikken over GEO informatie. Medewerkers kunnen binnen de wettelijke kaderszoveel mogelijk gebruik maken van basisregistraties Periodiek worden managementrapportages opgeleverd. Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp Integrale benadering Externe veiligheid Archeologie Juridische zaken Essentie ervan De ODR adviseert deelnemers over ruimtelijke ontwikkelingen en plannen vanuit een aantal specifieke vakgebieden zoals bodem, geluid, archeologie, externe veiligheid. In de advisering smeden we deeladviezen tot een integraal advies waarbij we vooruitlopend op de komst van de omgevingswet kijken vanuit mogelijkheden en het oplossen van knelpunten. De ODR voert voor de gemeenten in Rivierenland het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid uit en ontvangt daarvoor een provinciale subsidie. Het programma heeft betrekking op onder meer het ontwikkelen van beleidsvisies op EV gebied, het ontwikkelen en beschikbaar stellen van specifieke kennis door onder meer signalerings- en risicokaarten, en het actueel houden van EV paragrafen in vergunningen van milieu-inrichtingen. De ODR voert voor een aantal gemeenten in Rivierenland archeologische werkzaamheden die door deze gemeenten aanvullend worden gefinancierd. Daarnaast voert de ODR voor alle gemeenten in Rivierenland het uitvoeringsprogramma archeologie uit en ontvangt daarvoor een provinciale subsidie. De ODR voert op basis van het regionale beleid tav Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) de handhavingstaken uit voor de deelnemers. Daarnaast vertegenwoordigt zij de colleges in bezwaar en 19

25 Goede en betrouwbare basisinformatie beroepsprocedures. In 2016 is de informatie uit een aantal basisregistraties via het systeem van de ODR aan medewerkers beschikbaar gesteld. Daarnaast is een GEO informatiesysteem geïmplementeerd. Op basis van deze gegevens kunnen medewerkers beter hun werk uitvoeren. In 2017 wordt op beide vlakken doorontwikkeld. De management informatie is verbeterd in 2016 en in 2017 zullen de indicatoren die in het project Managementinformatie met de opdrachtgevers zijn ontwikkeld, geïmplementeerd worden. Aan de hand hiervan worden opdrachtgevers beter in staat gesteld te sturen op de ODR. Risico s Er worden op voorhand geen risico s verwacht. Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp Primitieve Begroting Begroting Begroting jaarrekenin Begroting 2017 na g wijziging Begroting 2020 Begroting 2021 Lasten Structureel Incidenteel Overzicht Overhead Heffing vennootschapsbelasting Bedrag onvoorzien Totale lasten Baten Structureel DVO Bijdrage: Gemeente Buren Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Archeologie Externe Veiligheid Overige bijdragen Incidenteel Totale baten Saldo Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen

26 Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop. 21

27 Programma 4: ketentoezicht Wat willen we bereiken? Doel Met het Programma Ketentoezicht in Gelderland richt het team Ketentoezicht, onderdeel uitmakend van de ODR zich, samen met de zes andere omgevingsdiensten op milieucriminaliteit en calculerend gedrag in de afvalstoffenketens. Het gaat daarbij om gedrag waarbij sprake is van (beoogd) geldelijk gewin en (een hoog risico op) grote milieuschade en ondermijning. Bij de ketenaanpak houden we rekening met het Dreigingsbeeld Oost Nederland, met de National intelligence agency (NIA)prioriteiten (landelijk vastgestelde strafrechtelijke prioriteiten van de politie) en met de specifieke regionale situatie. Hierbij wordt via het delen van informatie en het gezamenlijk maken van risicoanalyses samengewerkt met de zeven Gelderse omgevingsdiensten en met de externe handhavingspartners. Wettelijk Kader Wet Milieubeheer WABO Wet Algemene Bestuursrecht Wat gaan we er voor doen? Inhoud van het programma Er wordt een jaarplan Ketentoezicht 2018 vastgesteld. De aanpak van de risicoketens gebeurd planmatig en gefaseerd. Pas als de tactische (risico)analyses daar aanleiding toe geven starten interventies bij risicoactoren. In 2018 wordt ingezet op toezicht en handhaving in de volgende ketens: Van afval verbranding installaties (AVI) afkomstig bodemas: interventies bij risicoactoren o.b.v. de tactische analyse ketenaanpak AVI-bodemas die in 2017 is afgerond; Speerpunten Asbest: o.b.v. landelijke afspraken en bottum up na behandeling in het GAIT (Gelders asbest interventieteam); Verontreinigde grond: interventies bij risicoactoren o.b.v. de risico Top 151 uit de tactische analyse ketenaanpak verontreinigde grond 2015; Ad-hoc inzet in ketenprojecten o.b.v. behoefte van Gelderse Omgevingsdiensten; Zicht krijgen en houden op risicovolle ketens en malafide actoren Gericht nader onderzoek kunnen doen (interventie) Prestatie indicator Doorgaan met interventies in de ketens asbest en verontreinigde grond; Risicoanalyses van en interventies bij actoren in de keten AVI-bodem-as; Op basis van de risico analyses kan gefundeerd gekozen worden voor interventies. 22

28 Kunnen optreden bij gegrond vermoeden Naar verwachting worden 75 risicoanalyses en/of interventies in de risicoketens uitgevoerd. De resultaten van de interventie zijn zodanig dat gemotiveerde conclusies kunnen worden getrokken over naleefgedrag en handhavend kan worden opgetreden. Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp Essentie ervan Ontwikkeling programma Afstemming Gelders Stelsel Opdrachtgevers Samenhang met andere programma s Voor 2018 wordt een Jaarplan Ketentoezicht vastgesteld. Het jaarplan is gebaseerd op de evaluatie van het jaarplan Het programma ketentoezicht richt zich op de inhoudelijke uitvoering en samenwerking op het niveau van de risicoketens en -actoren. Het programma wordt opgemaakt in samenwerking met de zeven omgevingsdiensten, in overleg met de ketenpartners en is mede gebaseerd op het Dreigingsbeeld Oost Nederland. Opdrachtgevers van het programma zijn de zeven directeuren van omgevingsdiensten in Gelderland. Gemandateerd opdrachtgever is de directeur van de ODR. Het Jaarprogramma Ketentoezicht 2018 vormt mede input voor de zeven regionale controleprogramma's. Daarnaast wordt dit programma beïnvloed door de strafrechtelijke aanpak van de politie. Consequentie is dat wederzijds rekening moet worden gehouden met elkaars belangen en prioriteiten. De programmamanager is verantwoordelijk voor de afstemming met die partijen, bewaakt de samenhang tussen dit programma en de andere en stuurt erop dat het Programma Ketentoezicht voldoende geborgd wordt in de andere programma s. Risico s Er worden op voorhand geen risico s verwacht. 23

29 Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp jaarrekenin g 2016 Primitieve Begroting 2017 Begroting 2017 na wijziging Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Lasten Structureel Incidenteel Overzicht Overhead Heffing vennootschapsbelasting Bedrag onvoorzien Totale lasten Baten Bijdrage Ketentoezicht Gelders Stelsel Gemeente Buren Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Overige bijdragen Arnhem Ketentoezicht Nijmegen Ketentoezicht Veluwe en IJssel ketentoezicht Noord Veluwe ketentoezicht Vallei ketentoezicht Achterhoek Ketentoezicht Incidenteel Totale baten Saldo Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop. 24

30 Paragrafen In het BBV wordt een aantal verplichte paragrafen genoemd. Voor de Omgevingsdienst Rivierenland zijn niet alle paragrafen van toepassing. Met de toezichthouder is afgesproken dat de paragrafen worden benoemd en degenen die van toepassing zijn voor de Omgevingsdienst Rivierenland worden opgenomen en uitgewerkt. Paragraaf Actie a. lokale heffingen; n.v.t. b. weerstandsvermogen en risicobeheersing; Opgenomen c. onderhoud kapitaalgoederen; Opgenomen d. financiering; Opgenomen e. bedrijfsvoering; Opgenomen f. verbonden partijen; n.v.t. g. grondbeleid. n.v.t. 25

31 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding De paragraaf weerstandsvermogen bevat een duiding van het risicoprofiel, de risico's en het gewenste weerstandsvermogen. Dit is in overeenstemming met hetgeen voorgeschreven in de BBV en de notitie Risicomanagement en bepaling van het weerstandsvermogen zoals vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 14 december Risicoprofiel De hoogte van het weerstandsvermogen is gebaseerd op de relatie tussen de risico's waar geen specifieke maatregelen voor zijn getroffen enerzijds en de capaciteit van middelen en mogelijkheden die de dienst heeft om niet geraamde kosten op te vangen anderzijds (BBV art. 11). De Omgevingsdienst Rivierenland loopt risico's. Een deel van deze risico's wordt afgedekt door het treffen van maatregelen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van bestemmingsreserves en voorzieningen en het inrichten van de administratieve organisatie en interne controle. Op voorhand kan t.a.v. het beleid worden gesteld dat het weerstandsvermogen uiteindelijk in ieder geval van het bestaan van de ODR wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de deelnemers. Niettemin zijn er ook redenen om binnen de Omgevingsdienst weerstandsvermogen op te bouwen. Op grond van wettelijke voorschriften kan de Omgevingsdienst verplicht worden voorzieningen te vormen voor kwantificeerbare risico's, verplichtingen en verliezen. Daarnaast kan het wenselijk worden geacht door de deelnemers om voor bepaalde activiteiten een reserve te hebben om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene omstandigheden grote afwijkingen veroorzaken in de jaarlijkse geraamde gemeentelijke bijdragen. Bij het opstellen van de begroting 2018 zijn de risico s geactualiseerd. De volgende risico s zijn vervallen door het nemen van maatregelen of omdat ze zich niet meer voor kunnen doen. Ontbreken van uniformiteit in de uitvoering als gevolg van de wens naar teveel gemeentelijk maatwerk waarbij dit lopende het jaar moet worden ingevuld. Mocht dit risico zich voordoen, dan zal dit nadelig zijn voor de efficiency en kan dit leiden tot het niet halen van de efficiencytaakstelling. Dit is een input en opstart risico van de ODR door de invoering van outputsturing is maatwerk, per definitie een onderdeel daarvan. Terugtreding deelnemer. Indien een deelnemer terugtreed uit de GR zal dit gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Bij inputfinanciering is dit een groot risico. Door de spelregels die bij het invoeren van outputsturing zullen worden afgesproken is dit risico ondergebracht bij dat onderdeel. Invoering wet vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven (VPB). Op grond van deze nieuwe wet worden Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen per 1 januari 2016 in beginsel belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. De invoering is per uitgerold. Invoering individueel keuzebudget en een nieuw beloningshoofdstuk dat per 2017 zal worden ingevoerd. Het individueel keuzebudget sluit aan bij de wens van de werknemer voor meer keuzevrijheid. Het nieuwe beloningshoofdstuk zorgt voor minder regels en zal de mobiliteit van medewerkers bevorderen. Voor het individueel keuze budget is een nog te betalen post opgenomen in de jaarrekening 2016 en is dus geen risico meer bij het opmaken van de jaarrekening De verplichting wordt in mei 2017 uitbetaald. 26

32 Voor de begroting 2018 en volgende jaren gelden de navolgende risico s: Stoppen of herverdeling van de subsidie Externe Veiligheid of subsidie archeologie waarbij de bekendmaking te laat plaatsvind. Verbeuren van wettelijke dwangsommen bij het niet tijdig (kunnen) beslissen De ontwikkelingen rondom de privatisering Bouwtoezicht kunnen er op termijn toe leiden dat een deel van de bouwplantoetsing buiten het publieke domein wordt verricht. De verschuiving hiervan naar de private markt kan voor de ODR betekenen dat het huidige werkaanbod deels verplaatst wordt naar buiten de ODR Informatie voorziening. Indien systemen de data niet meer kunnen leveren zal dit leiden tot een productieverlies. Dit kan voorkomen door bijvoorbeeld stroomstoringen, kabelbreuk, hardware- of softwarematige storingen. Implementatie outputsturing. De implementatie van de outputsturing is een risico voor de organisatie. De informatie en afrekensystematiek moet goed op orde zijn. Tevens dient er voldoende kennis en kunde aanwezig te zijn om alles op tijd te kunnen realiseren. Daarbij zijn twee onderdelen een risico voor de ODR. Ten eerste het tijdig implementeren van de outputsturing en ten tweede, op termijn, de informatieproducten die met de output voortgang en afrekening samenhangen tijdig en adequaat te kunnen leveren. Output sturing. Afhankelijk van de omvang van de afnameverplichting zal vanaf 2018 een risico ontstaan. De totale begrotingsomvang bedraagt afgerond 14 miljoen. De maximale teruggang in bijdrage wordt voor deze berekening indicatief op 2,5% gesteld. Dit kan nog in de nabije toekomst veranderen als de afspraken met de deelnemers verder zijn uitgekristalliseerd. Door de outputsturing is de bekostiging van de ODR minder zeker dan bij de huidige inputfinanciering. Dit levert een risico voor de continuïteit van de uitvoering. De belangrijkste maatregel die hiervoor genomen is, was het instellen van de flexibele schil op de formatie van 10%. Hiermee kan de ODR op korte termijn tegenvallers opvangen. Mocht dit het geval zal dan zal op langere termijn de 10% flexibele schil weer moeten worden opgebouwd. Dat kan leiden tot eenmalige kosten. Beschikbaarheid voldoende gekwalificeerd personeel. De toegenomen bouwactiviteiten leiden in de bouwsector inmiddels tot een groot tekort aan gekwalificeerd personeel. Naar verwachting zal dit de komende jaren zich voortzetten en zelfs groter worden. Hierdoor heeft ook de ODR nu en in de nabije toekomst een knelpunt bij het vasthouden van personeel en het werven van (tijdelijk) personeel. Als de ODR onvoldoende gekwalificeerde (tijdelijke) medewerkers kan vasthouden en/of aantrekken, dan brengt dit risico s met zich mee voor de kwaliteit en kwantiteit van de uit te voeren werkzaamheden en voor de dienstverlening richting aanvragers. De krapte op de arbeidsmarkt brengt met zich mee dat de kosten van inhuur van tijdelijke medewerkers oplopen. Omschrijving Kansklasse Bedrag Kans Risico Jaar Wegvallen subsidies % Verbeuren wettelijke dwangsommen % private kwaliteitsborging bouwtoezicht PM Informatievoorziening, stroomstoring, kabelbreuk e.d % Implementatie output sturing PM 2018 Outputsturing % Beschikbaarheid gekwalificeerd personeel % Totaal geïdentificeerde risico s

33 Ongeïdentificeerde en kleine risico s % Benodigd weerstandsvermogen Kansklassen 1 < of 1x per 10 jaar 10% 21 keer per 5-10 jaar 30% 31 keer per 2-5 jaar 50% 41 keer per 1-2 jaar 70% 51x per jaar of > 90% Weerstandcapaciteit Bedrag per Vrij deel Correctie Beschikbaar Algemene reserve % Doorlopende kwaliteitsontwikkeling % Pao's Provincie % 0 Onvoorzien Weerstandsvermogen Tabel: Beoordeling weerstandsvermogen Waardering Ratio* Betekenis A > 2,0 Uitstekend B 1,5-2,0 Ruim voldoende C 1,0-1,5 Voldoende D 0,8-1,0 Matig E 0,6-0,8 Onvoldoende F < 0,6 Ruim onvoldoende * Ratio = Weerstandscapaciteit / Risico s Weerstandscapaciteit ,= / geïdentificeerde risico s ,= weerstandsvermogen 0,77 Het weerstandsvermogen valt in categorie E Onvoldoende. De ODR staat voor een solide financieel beleid. De ODR wil de deelnemers zo min mogelijk in het lopende jaar om extra bijdrage vragen. Het Algemeen Bestuur heeft daarom besloten in haar vergadering van 14 december 2015 dat de ODR minimaal een waardering categorie C - voldoende - moeten nastreven. Hieraan wordt net niet voldaan. Bij de resultaat bestemming van het rekeningsaldo is u een voorstel gedaan hoe, conform het vastgestelde beleid, het weerstandsvermogen weer op de norm van C (1,0 1,5) te krijgen. 28

34 Kengetallen Werkelijk Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Kengetallen: netto schuldquote -3,8% -4,0% -4,1% -4,1% -4,1% -4,1% solvabiliteitsratio 35,44% 33,00% 32,56% 32,04% 31,52% 31,00% structurele exploitatieruimte 3,2% 0,1% 0,2% 0,1% 0,1% 1,1% De nettoschuldquote gecorrigeerd voor leningen is gelijk aan de nettoschuldquote. De kengetallen voor grondexploitatie en belastingcapaciteit zijn niet van toepassing voor de Omgevingsdienst. 29

35 Onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een overzicht van de onderhoudskosten. Omdat er voor de ODR gekozen is voor huur van een gebouw van Regio Rivierenland en de afname van diensten door clusters van in de ODR deelnemende gemeenten heeft de ODR nauwelijks eigendommen. De ODR heeft dan ook nauwelijks onderhoudskosten (maar wel exploitatievergoedingen). Voor deze paragraaf kan dan ook worden volstaan met de volgende opmerkingen: In 2013 is de inventaris voor het gebouw aangeschaft. De inventaris wordt in 15 jaar afgeschreven. Met de afschrijving van het krediet is begonnen in 2014 (t+1). In 2015 is geinvesteerd in de aanschaf van I-pads en telefoons. Beide investeringen worden in 3 jaar afgeschreven. Met de afschrijving wordt begonnen in

36 Financiering Inleiding De financieringsparagraaf in de begroting is, in samenhang met de financiële verordening, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd en geconcretiseerd naar de verschillende deelgebieden van treasury, namelijk risicobeheer, financiën en kasbeheer. Ook zijn de organisatorische randvoorwaarden weergegeven. Het financieringsvraagstuk van de ODR is van een beperkte omvang. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de meeste bedrijfsvoering onderdelen worden afgenomen van de clusters van gemeenten en het grootste deel van de begroting bestaat uit personeelslasten of daaraan gerelateerde kosten. De financieringsrisico's zullen om die reden slechts beperkt zijn. Algemene ontwikkelingen De treasuryfunctie is gebaseerd op de Wet Fido. Een belangrijk element daarbij is het meer zicht krijgen op de ontwikkeling van de financieringspositie, zowel op korte als lange termijn. Dit betreft dan met name het in beeld brengen van de behoefte aan financieringsmiddelen, gerelateerd aan de investeringsplanning en de inzet van vrijvallende dan wel beschikbaar komende financieringsmiddelen. Risicobeheer Uit hoofde van de treasuryfunctie kunnen middelen worden uitgezet. Het Treasurystatuut is hierbij leidend. Het schatkistbankieren voor decentrale overheden is in 2013 ingevoerd. Per ultimo 2016 stond er ,-- bij de centrale overheid. Renterisicobeheer Algemene uitgangspunten met betrekking tot het renterisicobeheer zijn: Geen overschrijding van de renterisiconorm (20% begrotingstotaal) conform de Wet Fido; Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning; De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie; Kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de wet Fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de organisatie haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,2% van het begrotingstotaal aan lasten voor bestemming, dus met uitzondering van de stortingen in de reserves. De liquide middelen betreffen rekening-courant tegoeden. Deposito s komen voort uit de financiering van het lopende bedrijf en de bestemmingsreserves. De huidige financiële positie geeft geen aanleiding om op de korte termijn maatregelen voor te stellen. Renterisiconorm Het renterisico op de lange financiering wordt wettelijk begrensd door de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de wet Fido aangemerkt: alle financieringsvormen met een rentetypische looptijd groter dan één jaar. Het renterisico wordt gedefinieerd als het minimum van de netto nieuw aangetrokken schuld en de betaalde aflossingen, vermeerderd met het saldo van de contractuele renteherzieningen op de opgenomen en uitgezette 31

37 geldleningen. Het renterisico op de lange termijn wordt beperkt tot de in wet genoemde 20% van de restant hoofdsom van de rentetypische langlopende leningen. Achterliggende reden voor het gebruik van de renterisiconorm is de spreiding van het renterisico over de jaren. Relatiebeheer Het betalingsverkeer is in hoofdzaak geconcentreerd bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. De cijfers De omgevingsdienst verwacht niet dat er leningen dienen te worden aangetrokken. 32

38 Bedrijfsvoering Paragraaf bedrijfsvoering: Organisatie Voor de jaren 2017 en 2018 staat binnen het vakgebied P&O uitvoering van de volgende onderwerpen op de planning: Implementatie thema duurzame inzetbaarheid De voorbereidingen op Gelders niveau zijn afgerond. De uitkomst hiervan is een notitie Duurzame inzetbaarheid van medewerkers, die inzicht geeft in wat duurzame inzetbaarheid is en welke (bestaande) instrumenten ingezet kunnen worden om daar vorm aan te geven. In 2017 vindt de implementatie hiervan binnen de ODR plaats. Dit is onderdeel van het lokale project duurzame inzetbaarheid. Doorleven en verinnerlijken Het is voor de ODR belangrijk om een volgende stap te zetten in cultuurontwikkeling. Ook in 2017 vinden themabijeenkomsten plaats voor essentiële onderwerpen waarin MT en coördinatoren met elkaar in gesprek zijn om: het betreffende onderwerp verder te concretiseren en te bepalen wat in dat kader de verwachtingen zijn op het terrein van houding en gedrag. Van medewerkers, maar ook vanuit de (sturende) rol van coördinator en afdelingshoofd. Leren werken met competenties Vanaf de start van de ODR is door leidinggevenden en medewerkers vooral gewerkt vanuit de kerncompetenties klantgerichtheid, resultaatgerichtheid en flexibiliteit. De komende jaren worden ook de functiegebonden competenties uitgewerkt, vastgesteld en ingevoerd binnen de organisatie. Invoering uitkomsten MTO N.a.v. het medewerker tevredenheid onderzoek (MTO) zijn verschillende actieplannen met verbeteracties geformuleerd. Verdere uitvoering hiervan en de monitoring daarop vindt ook in 2017 plaats. Daarnaast worden de voorbereidingen voor een nieuw MTO opgestart, waarvan uitvoering plaatsvindt in de loop van Tevens wordt ieder jaar ook het opleidingsplan ontwikkeld en uitgevoerd en aandacht besteed aan de implementatie van het plan van aanpak van de Risico Inventarisatie & Evaluatie en de aanpak van verzuim. Financiën Pilot outputsturing In het bedrijfsplan is afgesproken dat de ODR de eerste vijf jaar werkt op basis van inputsturing en met ingang van 2018 gaat werken op basis van outputsturing. De eerste stap is daarbij om de spelregels rond outputsturing nader uit te werken. Het betreft onder meer de wijze van afrekenen, de inrichting van een programma Kennis en Kwaliteit, het tarief en de afnameplicht. Voor de implementatie van de outputsturing wordt in 2017 een pilot uitgevoerd, waarbij het werkprogramma en de verantwoording plaatsvindt op basis van het nieuwe Productenboek. Hierdoor wordt inzicht verkregen in wat bij outputsturing de kosten voor de opdrachtgevers zijn, terwijl de werkelijke afrekening nog plaatsvindt op basis van het huidige 33

39 systeem van inputsturing. Voor deze pilot is een project voorzien in het concernplan. De effecten van de pilot worden verwerkt in de werkwijze voor Interne management rapportages De ODR gaat verder met de ontwikkeling van maraps. Medio 2017 zullen de maraps voor de deelnemers verder uitgekristalliseerd zijn en de KPI s geïmplementeerd worden. Om de informatiepyramide verder te ontwikkeling zal voor de interne bedrijfsvoering afdelings KPI s worden ontwikkeld. In 2018 zal dit verder doorontwikkeld worden. Juridische zaken Het jaar 2018 staat ook weer in het teken van diverse acties en projecten uit het Concernplan. Een van de grootste zaken hierbij zijn de dienstverleningsovereenkomsten (DVO s) met de gastheren die in 2017 worden geëvalueerd en in 2018 worden herijkt. Voor deze DVO s geldt in elk geval dat er verschillende opties zijn voor de toekomst. Denk hierbij aan: 1. Continueren huidige dienstverlening; 2. Offertes van alle deelnemers; 2. Samenwerken met andere omgevingsdiensten uit het Gelders stelsel; 3. Alle taken onderbrengen bij één dienstverlener; 4. De PIOFACH-taken zelf uitvoeren; 5. Aanbesteden aan de markt; 5. Een combinatie van bovenstaande opties. Ook de DVO s die zijn afgesloten met alle deelnemers van de gemeenschappelijke regeling ODR staan op de rol om te worden herijkt. De DVO s zijn weliswaar aangegaan voor onbepaalde tijd. Afgesproken in de DVO zelf is echter dat uiterlijk na 5 jaar de DVO (indien nodig) integraal zal worden herzien Tot slot spelen er bij diverse deelnemers, gemeenten, ontwikkelingen voor samenwerking met andere gemeenten. Dit kan inhouden dat er in 2018 meer werkzaamheden moeten worden verricht op het gebied van mandaten, overeenkomsten, dan wel een wijziging van de gemeenschappelijke regeling. Productenboek Eind 2016 is het nieuwe productenboek vastgesteld. Om het productenboek actueel te houden, wordt deze jaarlijks geëvalueerd. Het productenboek kan worden aangepast n.a.v. wensen van de opdrachtgevers en/of de ODR, nieuwe producten bv. door wetswijzigingen etc. In 2017 staat een benchmarkonderzoek kengetallen gepland. De resultaten van dit onderzoek zullen worden verwerkt in het productenboek. Werkprogramma s Op basis van nacalculatie en opgedane ervaringen dient het werkprogramma jaarlijks te worden geactualiseerd. Met het bestuurlijk vastgestelde werkprogramma wordt per opdrachtgever inzicht verkregen in welke werkzaamheden door de ODR moeten worden uitgevoerd en hoeveel capaciteit hiervoor nodig is. De resultaten kunnen gedurende het jaar met de opdrachtgever worden besproken en indien nodig worden bijgestuurd. De raming wordt opgesteld op basis van de producten en kengetallen welke in het productenboek zijn vastgesteld. Ook de verantwoording in de Marap s wordt op basis van deze producten opgesteld. 34

40 Concernplan Alle activiteiten en projecten van de ODR op het vlak van organisatieontwikkeling staan gebundeld in het Concernplan: Naar een robuuste omgevingsdienst, Concernplan ODR Het Concernplan geeft een doorkijk naar de toekomst: de ambities van de ODR voor 2018 en de route waarlangs de ODR deze ambities wil realiseren. Ambities De ODR ambieert in 2018 een toekomstbestendige, professionele en procesgerichte uitvoeringsdienst te zijn, die de basis op orde heeft en die op efficiënte wijze kwalitatief goede producten levert. Goede producten houdt in: conform wet- en regelgeving, klanten zijn tevreden, en burgers en bedrijven ervaren de dienstverlening als goed. Streven is uniformiteit op het hoe en flexibiliteit op het wat. Daarbij wil de ODR haar klanten ontzorgen. De ODR speelt actief in op organisatorische, technologische en wettelijke ontwikkelingen; voorbeelden van relevante ontwikkelingen zijn de op stapel staande Omgevingswet, de toenemende aandacht voor preventie en de overstap naar outputsturing. De ODR werkt samen met diverse organisaties: met ketenpartners, leveranciers en andere omgevingsdiensten in het Gelders stelsel. Programma s en projecten Het Concernplan is gebaseerd op het INK-model. Het bevat tien programma s, die ieder zijn gekoppeld aan één van de aandachtsgebieden van het INK. Ieder programma bevat één of meerdere projecten of acties, die gericht zijn op het realiseren van de genoemde ambities. Enkele voorbeelden van projecten en activiteiten die in 2018 aandacht vragen: Omgevingswet In 2016 en 2017 heeft de ODR de eerste voorbereidingen gedaan op de Omgevingswet, in 2018 wordt dit vervolgd. Leren werken met competenties De ODR is gestart met de organisatie brede competenties; in 2018 worden daarnaast de functie gebonden competenties uitgewerkt, vastgesteld en ingevoerd. Inrichtingenbestand In 2016 en 2017 heeft de ODR flinke stappen gezet met het op orde brengen van het inrichtingenbestand; in 2018 wordt dit project afgerond. Productinnovatie Hierbij gaat het erom dat de ODR structureel aandacht heeft voor het ontwikkelen van nieuwe producten en het verbeteren en vernieuwen van bestaande producten. Verkenning mogelijkheden INK Er wordt in beeld gebracht wat verdere toepassing van het INK voor de ODR kan betekenen. Organisatieontwikkeling na 2018 In de tweede helft van 2018 wordt bekeken wat de stand van zaken is in de organisatieontwikkeling van de ODR en wat verder nodig is, en wordt een nieuw Concernplan ontwikkeld voor de volgende periode. 35

41 FINANCIELE BEGROTING Begrotingsrichtlijnen ODR In de vergadering van het Algemeen Bestuur d.d. 10 oktober 2016 zijn de onderstaande uitgangspunten vastgesteld: Uitgangspunten begroting 2018 en meerjarenraming : 1. De begroting 2018 heeft als vertrekpunt het bestaande structurele beleid Geautoriseerde beleidswijzigingen die consequenties hebben voor de begroting 2018 (en volgende jaren), worden in de begroting 2018 verwerkt. 3. De meerjarenraming wordt op basis van constante prijzen geraamd. 4. De raming van het percentage voor de lonen en prijzen voor het jaar 2018 worden gebaseerd op de percentages van het CPB genoemd in de septembercirculaire van het jaar 2016, de laatste jaarschijf in de tabel. a. Voor de prijzen wordt het percentage voor de netto materiële overheidsconsumptie gehanteerd b. voor de lonen wordt de laatst bekende cao gehanteerd en voor de eventueel resterende tijd naar rato de loonvoet voor de sector overheid toegepast. Voor alle omgevingsdiensten in Gelderland is dezelfde index toegepast. 5. Onvoorzien word geraamd op ,-- 6. De deelnemersbijdrage is uitgesplist per programma. 7. Er is een budget begroot van 3% van de loonsom voor reiskosten, abonnementen en verzekeringen. 8. Voor de overhead taken wordt uitgegaan van een minimaal benodigde overhead waarmee de organisatie op een kwalitatief goede manier wordt ondersteund. 36

42 Overzicht Baten en lasten per taakveld Programmabegroting x 1 Taakve ld Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Programma 1 Vergunningverlening Programma 2 Toezicht en handhaving Programma 3 Advies Programma 4 Ketentoezicht Ontwerp jaarrekening 2016 Begroting 2017 na wijziging Overzichten Treasury Overhead Heffing Vennootschapsbelasting 0.9 Bedrag onvoorzien Saldo van baten en lasten Toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Resultaat Saldo van baten en lasten Taakveld nr: Taakveld omschrijving 7.4 Milieubeheer 8.3 Wonen en bouwen 0.4 Overhead 0.5 Treasury 0.9 Heffing Vennootschapsbelasting 0.8 Bedrag onvoorzien 37

43 Opmerking: Het saldo in 2016 wordt verklaard in de jaarrekening en heeft op hoofdlijnen als oorzaak een aantal incidentele meevallers. Geprognotiseerde balans Activa Materiele vaste activa Financiele vaste activa Vlottende activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Vlottende passiva Emu saldo volgens balans Vaste en vlottende financiële vaste activa Vaste en vlottende schulden Saldo Mutatie - EMU saldo * 2016 na voorgestelde resultaatbestemming 38

44 Financieel resultaat Veranderingen ten opzichte van de structurele begroting 2018 na wijziging op basis van de bestuursrapportage 2016 jaarschijf Omschrijving Bedrag A Begrotingstotaal Berap ' B Ontwikkeling loonsom C Ontwikkeling prijs D Constructie berekeningen E Totaal structureel F Onttrekking reserves Begrotingstotaal A: Het begrotingstotaal vanuit de begroting 2018 na de structurele wijzigingen zoals opgenomen in de bestuursrapportage 2016 over de jaarschijf 2017, is de basis voor de begroting B: Voor de personele begroting is de laatst bekende cao gehanteerd die loopt tot 1 mei De resterende looptijd van de begroting zijn de lonen geïndexeerd met het percentage voor lonen en salarissen voor de overheidsconsumptie voor een totaal van ter hoogte van 20/12x1%=1.67%. C: Voor de prijzen is het percentage voor de netto materiële overheidsconsumptie gehanteerd ter hoogte van 0,80% op basis van de septembercirculaire 2016 gemeentefonds. De indexering gaat over de materiele lasten, zoals de DVO-bijdragen en ICT-kosten. D: Het college van de gemeente Culemborg heeft aangegeven in haar brief van 6 september 2016 aangegeven dat de kosten die gemaakt worden voor de inhuur constructieberekeningen ondergebracht kunnen worden in de structurele bijdrage aan de ODR. F: Incidentele baten en lasten In het geraamde begrotingssaldo zijn elk jaar ook incidentele baten en lasten opgenomen. Voor een goed beeld van de begroting is het gewenst deze in beeld te brengen. In 2017 gaat het om afkoop PAO's (vallen in 15 jaar vrij). Dit geldt ook voor de meerjarenbegroting en eenmalige onttrekking aan de reserve doorlopende kwaliteitsontwikkeling conform de uitgangspunten van de reserve. Verder zijn geen incidentele bedragen begroot. 39

45 BIJLAGEN Samenstelling Algemeen Bestuur: Deelnemer AB-lid Gemeente Buren Dhr. S. van Alfen tot mei 2016 Gemeente Buren Dhr. H.N. de Ronde vanaf mei 2016 Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Dhr. J. Reus Dhr. R.S. van Meygaarden (plv voorzitter) Dhr. G. Bel Dhr. J.H.L.M. de Vreede Dhr. C.W. Veerhoek Dhr. H.H. de Vries Dhr. L. Verspuij Dhr. S.A.M. Bos Dhr. C.A.H. Zondag (voorzitter) Dhr. J.J. van Dijk Samenstelling Dagelijks Bestuur DB lid Dhr. C.A.H. Zondag Dhr. R.S. van Meygaarden Dhr. S.A.M. Bos Dhr. C.W. Veerhoek Functie Voorzitter PLV voorzitter lid lid

46 Opbouw uurtarief Overzicht overhead Overhead Personeel Overhead Personeelskosten Opleidingskosten Algemene personeelskosten Materieel Overhead DVO's ICT en overige kosten Directe doorbelastingen Totaal overhead Personeel Primair proces Fte 119,04 Personeelskosten Opleidingskosten Algemene personeelskosten Overige kosten Totaal primair proces Uurtarief Overhead uurtarief 20,28 Productief uurtarief 55,45 Totaal uurtarief 75,73 In het integrale uurtarief wordt de post onvoorzien niet meer meegenomen in tegenstelling tot de voorgaande jaren. Deze lijn wordt gekozen gezien de invoering vennootschapsbelasting waarbij geen winst mag worden gecalculeerd of gemaakt. Voor de berekening van maatwerk per deelnemer hanteert de ODR een gedifferentieerd uurtarief op basis van een schaalindeling. Het gaat om de volgende tarieven: Uurtarief tot en met schaal 7 Schaal 8-9 Schaal 10 en hoger Overhead uurtarief 20,28 20,28 20,28 Productief uurtarief 40,87 52,15 61,89 Totaal uurtarief 61,15 72,43 82,17 41

47 Overzicht: Bijdrage per deelnemer 2018 Bijdrage Begroting 2017 na wijziging Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Gemeente Buren Gemeente Culemborg Gemeente Geldermalsen Gemeente Lingewaal Gemeente Maasdriel Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Neerijnen Gemeente Tiel Gemeente West Maas en Waal Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland Bijdrage Omgevingsdiensten Archeologie Externe Veiligheid Incidenteel Totaal De wijziging in de bijdrage tussen de jaarschijf 2018 en 2019 komt voort uit de inbreng van de Wabo-taken door de gemeente Neder-Betuwe. Dit is het laatste jaar dat de overheadkorting wordt verwerkt en is daarmee afgerond. 42

48 Vergadering : Algemeen Bestuur Datum : 26 juni 2017 Agendapunt : 12 Onderwerp : Spelregels outputsturing Beslispunt(en): U wordt voorgesteld om kennis te nemen van bijgevoegde notitie Spelregels outputsturing en om in te stemmen met de daarin verwoorde voorstellen m.b.t: 1. De wijze van afrekenen van producten, te weten: a) De geleverde producten worden (elk naar gelang hun aard) op drie manieren in rekening gebracht: - Kengetal in aantal uren; - Overeengekomen aantal uren / nacalculatie; - Gezamenlijke producten voor alle opdrachtgevers, verdeelsleutel. b) Bij die taken waarover een afzonderlijke afspraak is gemaakt voor de financiering (bijvoorbeeld bij ketentoezicht, VVGB-bedrijven) wordt de huidige afspraak vooralsnog gecontinueerd. 2. De werkwijze rond facturering, te weten: a) De huidige werkwijze waarin de opdrachtgever vier keer per jaar een voorschotfactuur ontvangt wordt gecontinueerd; b) De opdrachtgever maandelijks een factuur krijgt over de geleverde productie, en na afloop van het kwartaal deze facturen worden verrekend met de volgende voorschotfactuur. 3. De werkwijze met het oog op continuïteit en flexibiliteit, te weten: a) Het werkprogramma voor een individuele opdrachtgever in het volgende jaar moet minimaal 97,5% zijn van dat in het voorgaande jaar; b) Een grotere teruggang in werkprogramma in het volgende jaar ten opzichte van het voorgaande jaar is mogelijk als de opdrachtgever de frictiekosten betaalt; c) Bij de jaarrekening wordt de balans opgemaakt en kan het AB besluiten dat een te lage afname door een opdrachtgever niet in rekening wordt gebracht als deze wordt gecompenseerd door een hogere afname door andere opdrachtgevers. 4. De werkwijze rond het programma Kennis en kwaliteit, te weten: a) Met ingang van de begroting 2019 wordt jaarlijks vastgesteld welk percentage van de begroting wordt geïnvesteerd in het programma Kennis en kwaliteit; b) De verantwoordelijkheid voor dit programma ligt bij het Dagelijks Bestuur. 5. Het voorstel om in het najaar te bespreken of het zinvol en nodig is om bij de start van de outputsturing per eenmalig verschuivingen toe te staan in startpositie qua werkprogramma, en daarnaast de werkgroep outputsturing, na vaststelling van deze spelregels, opdracht te geven het idee uit om in latere jaren onderlinge uitruil van uren mogelijk te maken uit te werken. Inleiding In het bedrijfsplan is afgesproken dat de ODR de eerste vijf jaar werkt op basis van inputsturing en met ingang van 2018 gaat werken op basis van outputsturing. Met de vaststelling van de notitie Transitie richting een outputmodel en van het Productenboek zijn belangrijke voorbereidende stappen gezet. Over een aantal spelregels rond outputsturing dienst echter nog besluitvorming plaats te vinden. Een werkgroep, bestaande uit een vertegenwoordiging van de opdrachtgevers en van de ODR, heeft een voorstel hiertoe uitgewerkt. Het betreft spelregels rond het thema continuïteit versus flexibiliteit, de werkwijze rond outputsturing (werkprogramma, verantwoording, facturering), het programma Kennis en kwaliteit en de startpositie per opdrachtgever. Daarbij heeft de werkgroep geconstateerd dat het met het oog op het overzicht goed is om alle afspraken rond outputsturing in één document samen te voegen. Daarom zijn in bijgevoegd voorstel ook de eerder vastgestelde afspraken uit de notitie Transitie richting een outputmodel en rond het Productenboek 2.0 opgenomen. Tevens is een paragraaf opgenomen over de risico s van outputsturing en de daarbij behorende maatregelen. Pagina 1 van 3

49 Beoogd effect Wederzijds helderheid tussen opdrachtgevers en ODR over de spelregels rond outputsturing. Argumenten 0. Het voorstel voor spelregels is positief ontvangen door het OGO. Het voorstel is op 2 mei in het OGO besproken en positief ontvangen. 1.1 Deze werkwijze doet recht aan het verschillende karakter van de producten. Voor alle producten waarvoor de benodigde tijd niet sterk uiteenloopt, wordt gekozen voor afrekening op basis van een kengetal. Voor producten waarvoor de benodigde tijd wel sterk uiteenloopt (omdat deze afhankelijk is van de afspraken met de opdrachtgever of de situatie), wordt gekozen voor afrekening op basis van het bestede aantal uren. Voor producten die voor alle opdrachtgevers gezamenlijk worden uitgevoerd, dient een verdeelsleutel bepaald te worden. 1.2 Het vooralsnog continueren van afzonderlijke afspraken creëert tijd om met betrokkenen over andere afspraken te spreken, die passen bij de wens om op output te sturen. Bij taken waarover afzonderlijke afspraken zijn gemaakt voor de financiering zijn veelal meer partijen betrokken (bijvoorbeeld het Gelders stelsel al het gaat om de afspraken over de financiering van ketentoezicht). Het vergt tijd om met betrokken partijen te verkennen of een overstap naar alternatieve afspraken gewenst is en hoe deze afspraken eruit kunnen zien. 2.1 Met deze afspraak wordt de liquiditeit van de ODR geborgd. Als de huidige werkwijze waarin de opdrachtgever vier keer per jaar een voorschotfactuur ontvangt niet zou worden gecontinueerd, verschuiven de inkomsten van de ODR naar achteren. Dit zou een liquiditeitsprobleem veroorzaken, tenzij de ODR een hogere reserve zou hebben waarmee de uitgaven in het lopende kwartaal kunnen worden gedekt. Een hogere reserve is niet de door de opdrachtgevers gewenste situatie. 2.2 Afrekening per kwartaal geeft geen onnodig hoge administratieve lasten. Door per kwartaal af te rekenen, kunnen de werkelijke kosten worden verrekend met de voorschotfactuur voor het volgende kwartaal, waarmee onnodige administratieve lasten worden vermeden. 3.1 Deze werkwijze heeft de voorkeur boven alternatieve methoden om de continuïteit te borgen. De werkgroep heeft ook alternatieve oplossingen besproken (bijvoorbeeld een alternatief waarbij de continuïteit wordt geborgd door de overhead afzonderlijk met de opdrachtgevers af te rekenen, waardoor bij schommelingen in afname dit deel van de kosten toch gedekt is), maar ziet dit als een minder consequente doorvoering van outputsturing. 3.2 Deze werkwijze geeft de opdrachtgever flexibiliteit. Een opdrachtgever die verder terug wil in afname kan hiervoor kiezen, hetzij door de teruggang over meerdere jaren te spreiden (telkens stappen van 2,5%), dan wel door een grotere teruggang in één jaar en betalen van frictiekosten. 3.3 Met deze werkwijze worden opdrachtgevers die minder afnemen niet onnodig belast. Uitgangspunt is dat opdrachtgevers die minder dan 97,5% hebben afgenomen wel een factuur voor 97,5% krijgen. Als echter andere opdrachtgevers juist meer afnemen en hiermee het tekort compenseren, is het voor de continuïteit van de ODR niet nodig om eerstgenoemde opdrachtgever die te weinig heeft afgenomen de volledige 97,5% in rekening te brengen. Het AB kan hierover bij de jaarrekening een besluit nemen. 4.1 Dit geeft ruimte om jaarlijks te bepalen welke percentage nodig en zinvol is. 4.2 Bij een programma dat is gericht op de toekomstbestendigheid van de ODR past een aansturing door het DB. 5.1 Sommige opdrachtgevers hebben een relatief grote en andere een relatief kleine formatie ingebracht. Voor de ODR is van belang wat het totale werkpakket is in relatie tot de totale formatie. Als een andere verdeling beter past bij het werkpakket van de opdrachtgevers, is er geen bezwaar tegen onderling verschuiven. Pagina 2 van 3

50 5.2 De realisatie in 2017 kan worden meegenomen bij het bepalen van een reële verdeling. Door de verschuivingen in het najaar te bespreken en niet nu al, kan de informatie over de realisatie per opdrachtgever worden meegenomen in het voorstel voor eventuele verschuivingen. 5.3 Het mogelijk maken van onderlinge uitruil van uren is een voorstel van het OGO In de bespreking met het OGO is geopperd om opdrachtgevers de mogelijkheid te bieden om onderling uren uit te ruilen. Deze mogelijkheid is een verdere uitwerking van het principe continuïteit en flexibiliteit. Het OGO heeft dit idee positief ontvangen. Voorgesteld wordt om dit onderdeel door de werkgroep concreet uit te laten werken na vaststelling van deze spelregels. Kanttekeningen 0. Het OGO uitte haar zorg omtrent haalbaarheid invoeringsdatum van 1 januari 2018 Het OGO sprak haar zorg uit of de implementatie van de spelregels op tijd klaar is om per 1 januari 2018 over te kunnen gaan naar outputsturing. Met het OGO is afgesproken dat de ODR inzicht zal bieden in de zetten stappen en de planning daarbij. 1.1 Benchmark levert geen antwoord op vraag van OGO of kengetallen ODR realistisch zijn Tijdens de behandeling van het productenboek eind vorig jaar is door het OGO de behoefte geuit om een onafhankelijke externe partij een benchmark te laten uitvoeren naar de kengetallen die de ODR hanteert in vergelijking met andere omgevingsdiensten. Hiervoor hebben OGO en de ODR gezamenlijk opdracht verleend aan de Anteagroep. De ingestelde werkgroep heeft moeten vaststellen dat er op grond van het onderzoek van Antea geen conclusies getrokken kunnen worden t.a.v. de momenteel door de ODR gehanteerde kengetallen. De werkgroep beraadt zich op mogelijke oplossingsrichtingen. Ter vergadering zult u daarover geïnformeerd worden. Communicatie - Uitvoering - Financiën - Personele gevolgen - Bijlage(n) 1. Notitie Spelregels outputsturing Pagina 3 van 3

51 Spelregels outputsturing (Versie: Algemeen Bestuur 26 juni 2017) 1. Inleiding In het bedrijfsplan is afgesproken dat de ODR de eerste vijf jaar werkt op basis van inputsturing en met ingang van 2018 gaat werken op basis van outputsturing. Ter voorbereiding op de overstap naar outputsturing per 2018 heeft Twijnstra Gudde in 2015 de notitie Transitie richting een outputmodel opgesteld. Deze notitie gaat in op nut en noodzaak van het outputmodel voor de ODR, het te hanteren model (in de notitie aangeduid als Outputmodel ODR ), en de stappen die nog gezet moeten worden om daadwerkelijk met outputsturing te starten. Het AB heeft deze notitie op 12 oktober 2015 vastgesteld, met daarbij de restrictie dat de in de notitie genoemde percentages voor afnameverplichting niet hard zijn. Inmiddels is met de vaststelling van het Productenboek 2.0 door het AB op 19 december 2016 een belangrijke vervolgstap gezet; in dit Productenboek staat per product beschreven wat er wordt geleverd en is tevens het basis- en pluspakket gedefinieerd. Onderwerp van gesprek zijn nog de kengetallen; deze worden momenteel door een onafhankelijke partij nader onderzocht (benchmarkonderzoek). Over een aantal spelregels rond outputsturing dient echter nog besluitvorming plaats te vinden. Het betreft de wijze van afrekenen, het tarief, de aansturing van het programma Kennis en Kwaliteit, de afnameplicht (wijze waarop balans wordt gevonden tussen flexibiliteit en continuïteit), en de startpositie van iedere opdrachtgever in omvang van het werkprogramma met bijbehorende financiële consequenties. In deze notitie staat hiervoor een voorstel. Om in één document alle afspraken rond outputsturing bij elkaar te hebben staan, zijn in deze notitie ook de onderdelen vermeld waarover al eerder besluitvorming heeft plaatsgevonden. Voorliggende versie is opgesteld door de werkgroep outputsturing (drie OGO-leden + ODR) en besproken in het OGO (2 mei). Het is de bedoeling deze na bespreking in het DB (7 juni) te laten vaststellen door het AB (26 juni). 2. Doel van outputsturing (Bron: Transitie richting een outputmodel, vastgesteld door het AB op 19 december 2015) Outputsturing is geen doel op zich, maar een middel dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de ODR naar het beoogde toekomstbeeld van de organisatie. Dat toekomstbeeld kan als volgt worden samengevat: De ODR wil een toekomstbestendige, efficiënte, op kwaliteit gerichte, professionele, procesgerichte en flexibele uitvoeringsorganisatie zijn, die streeft naar uniformiteit op het hoe en flexibiliteit en maatwerk op het wat, en investeert in kennis, innovatie en personeel. De invoering van outputsturing dient de ontwikkeling van de ODR in deze richting te ondersteunen. Outputsturing dient in het bijzonder bij te dragen aan: Transparantie in de kostprijzen van producten en de wijze waarop deze tot stand komen; Inzicht in de keuzes die je als klant hebt en wat de consequenties daarvan kunnen zijn; Een meer bedrijfsmatige organisatiecultuur, met name als het gaat om: Pagina 1 van 8

52 - Kostenbewustzijn; - Inzicht in de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende rollen (opdrachtgever, opdrachtnemer, eigenaar); - Dienstverlening minder persoonsafhankelijk wat de voorspelbaarheid van de resultaten ten goede komt. 3. Model op hoofdlijnen (Bron: Transitie richting een outputmodel, vastgesteld door het AB op 19 december 2015) Outputsturing kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Voor de ODR is van belang dat de deelnemers zowel de rol van eigenaar als de rol van opdrachtgever vervullen; in het sturingsmodel dienen beide belangen tot hun recht te komen. De ODR kiest voor het antieke huisartsenmodel, verder genoemd: Outputmodel ODR Dit houdt in dat er een basispakket is, wat de eigenaar continuïteit biedt, en dat er daarnaast knoppen zijn die de opdrachtgever flexibiliteit en keuzevrijheid geven. Voor de opdrachtgever is er maatwerk mogelijk, maar dit heeft financiële consequenties. De ODR hanteert een flexibele schil om schommelingen in de vraagkant op te kunnen vangen. Het model is op hoofdlijnen uitgewerkt langs drie lijnen: 1. Efficiency, kostprijs en kwaliteit 2. Kennisontwikkeling en duurzaamheid 3. Randvoorwaarden Efficiency, kostprijs en kwaliteit Bouwstenen hierbij zijn: Een PDC met transparante kostprijzen, waarin een beschrijving per product/dienst wat er geleverd wordt, welke processtappen daarvoor worden doorlopen, en wat het kost; Een gedefinieerd basis- en pluspakket, dat wil zeggen dat in de PDC per product/dienst is aangegeven of dit behoort tot het basis- of tot het pluspakket; Minimale kwaliteitsnorm, dat wil zeggen een ondergrens die altijd geldt; Flexibiliteit en maatwerkopties: opdrachtgevers hebben keuzevrijheid, enerzijds om binnen het werkprogramma te schuiven (bijvoorbeeld door het aanpassen van frequenties of afnemen van een specifiek product) en anderzijds door keuzes te maken in het af te nemen volume; Groeipad, waarbij de huidige 100% inputverplichting wordt omgezet in andere afspraken. Kennisontwikkeling en toekomstbestendigheid De ODR dient blijvend te investeren in kwaliteit, professionaliteit en toekomstbestendigheid. Om dit te realiseren wordt een Programma ingericht rond kennisontwikkeling en duurzaamheid. De invulling vindt plaats in lijn met de beleidsdoelen van de opdrachtgevers. Randvoorwaarden Randvoorwaarden voor een effectief outputmodel zijn: Volwassen opdrachtgever- en opdrachtnemerschap, waarbij de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor hoe de producten tot stand komen en de opdrachtgever voor een goede vraagarticulatie; Basis op orde, wat onder meer inhoudt dat werkprocessen zijn ingericht op het realiseren van schaalvoordelen, en dat er een professioneel kwaliteitsmanagement is en een volwassen ICT-omgeving; Bedrijfsmatige cultuur, dat wil zeggen zakelijk, afspraak = afspraak, aanspreekbaarheid, en medewerkers die zich bewust zijn van hun rol, taak, professie, productrealisatie en kosten en zich daarnaar gedragen. 4. Producten (Bron: Productenboek 2.0, vastgesteld door het AB op 19 december 2016) Pagina 2 van 8

53 Het Productenboek 2.0 geeft aan welke producten/diensten de ODR kan leveren. Dit onderscheiden naar producten op het vlak van Vergunningverlening, Toezicht, Specialisme en advies, Maatwerkopdrachten en overige dienstverlening, Regionale producten en Kennis en kwaliteit. Volgens een vast format wordt de volgende informatie gegeven over ieder product: Algemene omschrijving; Wanneer vindt afstemming plaats met het bevoegd gezag; Wettelijke basis; Afhandeltermijn; Van toepassing zijnde kwaliteitscriteria 2.1; Basis- of plustaak; Kengetal 1. Bij een aantal producten worden deelproducten onderscheiden. Deze deelproducten zijn relevant om inzicht te hebben in de activiteiten waarop de vergunning of de controle betrekking heeft (bijvoorbeeld: bouwen, inrit, slopen, agrarisch bedrijf, industrieel bedrijf, geluid, et cetera) en voor de risico s die aan de activiteit verbonden zijn (bij bouw: publieksfunctie, woonfunctie, industrie/kantoorfunctie). Basis- en plustaken Bij de indeling in basis- en plustaken in het Productenboek zijn drie categorieën onderscheiden, te weten: 1. Basistaak milieu: taken die door omgevingsdiensten moeten worden uitgevoerd; 2. Verplichte VTH-taak overheid: taken die volgens de kwaliteitscriteria 2.1 door de overheid moeten worden uitgevoerd, maar niet per se door de omgevingsdiensten; 3. Plustaak: taken die de overheid zelf kan uitvoeren, maar ook mag uitbesteden aan een marktpartij (om de samenhang te borgen geldt dat als een verplichte VTH-taak overheid bij de ODR is gelegd, eventuele bijbehorende plustaken ook bij de ODR gelegd dienen te worden). Kwaliteitsnormen Naast de in het Productenboek vermelde kwaliteitscriteria 2.1 die op het desbetreffende product van toepassing zijn, wordt de kwaliteit bepaald door de wettelijke vereisten, het regionale beleidskader, de risicomodule waarop de werkprogramma s worden gebaseerd en de KPI s die op 31 januari 2017 in het OGO zijn vastgesteld. Kengetallen De kengetallen bepalen in combinatie met het uurtarief de kostprijs van het product. De uitwerking hiervan volgt hieronder. Jaarlijkse actualisatie Er kan aanleiding zijn om het Productenboek bij te stellen. Het kan zijn dat opdrachtgevers behoefte hebben aan toevoeging of wijziging van producten, of wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen aanleiding zijn om de inhoud van producten (bijvoorbeeld de afhandeltermijn of het benodigd aantal uren) bij te stellen. Daarom zal jaarlijks worden geëvalueerd of er aanleiding is tot bijstelling; voor de zomer van jaar t-1 zal het Productenboek voor jaar t door het AB worden vastgesteld. 5. Prijzen (Nog vast te stellen) De kosten voor de geleverde producten worden bij de opdrachtgevers in rekening gebracht. Daarbij wordt de kostprijs van een product bepaald door enerzijds het aantal uren en anderzijds het uurtarief. 1 De in het Productenboek 2.0 genoemde kengetallen zijn nog niet vastgesteld; deze worden momenteel door een onafhankelijke partij nader onderzocht (benchmarkonderzoek). Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden de kengetallen vastgesteld. Pagina 3 van 8

54 We onderscheiden drie manieren voor de afrekening van geleverde producten, elk naar gelang hun aard: 1. Kengetal in aantal uren 2. Overeengekomen aantal uren / nacalculatie 3. Gezamenlijke producten voor alle opdrachtgevers, verdeelsleutel Daarnaast zijn er bijzondere situaties, dat wil zeggen taken waarover een afzonderlijke afspraak is gemaakt qua financiering. 5.1 Kengetal in aantal uren Deze wijze van afrekenen past bij standaard producten, waarbij de benodigde tijd niet sterk uiteenloopt, zodat er goed met een gemiddeld aantal uren gewerkt kan worden. Dit geldt voor alle producten waarvoor in het Productenboek 2.0 al een kengetal in aantal uren is genoemd. Het gaat om de producten onder Vergunningverlening, Toezicht en Advies en de meeste producten onder Juridische advisering. Dit kengetal geeft aan hoeveel tijd er gemiddeld nodig is voor de levering van het product. Voor de deelproducten zijn in het Productenboek 2.0 geen kengetallen genoemd; deze zijn er echter wel en werken door in de kengetallen van de producten waaronder zij vallen. Producten die (door hun complexiteit) significant afwijken van het kengetal, worden in de vorm van een maatwerkopdracht uitgevoerd, en dus afgerekend volgens de werkwijze onder 5.2 (overeengekomen aantal uren / nacalculatie). Voorstel is om significant te definiëren als: afwijking van meer dan 10 uur bij producten met een kengetal boven de 20 uur. De ODR gebruikt deze kengetallen tot nu toe voor de planning van de benodigde capaciteit (aantal verwachte producten * kengetal = benodigde capaciteit). Bij outputsturing vormt het kengetal tevens de basis voor de afrekening met de opdrachtgever (aantal geleverd * kengetal * uurtarief = kosten voor de opdrachtgever). 5.2 Overeengekomen uren / nacalculatie Deze wijze van afrekenen past bij producten waarbij de benodigde tijd afhankelijk van de situatie en/of de afspraken met de opdrachtgever sterk uiteen kan lopen. Dit geldt voor alle producten waarvoor in het Productenboek 2.0 bij kengetal is vermeld: in werkprogramma overeengekomen uren of nacalculatie. Het gaat om de meeste producten onder Maatwerkproducten en overige dienstverlening en één product onder Juridische advisering. Een voorbeeld van een product waarbij de benodigde tijd afhankelijk is van de afspraken met de opdrachtgever: bij het product Front-office (baliemedewerker bij opdrachtgever) spreken ODR en opdrachtgever in het werkprogramma af hoeveel uren de ODR hieraan besteedt, dit is geen standaard aantal en kan per opdrachtgever verschillen. Een voorbeeld van een product waarbij de benodigde tijd afhankelijk is van de situatie: bij het product (Pre)mediation/overleg kan de tijdbesteding afhankelijk van de situatie sterk uiteenlopen. Momenteel worden deze producten afgerekend op basis van nacalculatie (werkelijk bestede uren). Bij outputsturing stellen we ons voor dat er tevoren een afspraak wordt gemaakt over de te besteden uren en dat de ODR de werkelijke uren in rekening brengt tot maximaal het overeengekomen aantal uren. Als tussentijds blijkt dat het overeengekomen aantal uren te weinig is, kunnen de afspraken vanzelfsprekend worden herzien. Deze afspraak wordt hetzij in het werkprogramma gemaakt (Accountmanagement, Front-office, Wabo-beraad) dan wel bij aanvang van de uitvoering van de zaak. 5.3 Gezamenlijke producten voor alle opdrachtgevers, verdeelsleutel Deze wijze van afrekenen past bij producten die voor de gezamenlijke opdrachtgevers worden uitgevoerd. Deze producten zijn in het Productenboek 2.0 ondergebracht in het hoofdstuk Regionale producten. Pagina 4 van 8

55 Het gaat om algemene taken, die niet aan één opdrachtgever kunnen worden toegeschreven, en waarvan in het bedrijfsplan is afgesproken dat de tijd die hieraan wordt besteed als opslag over de ingebrachte capaciteit per opdrachtgever wordt verdeeld. Bij outputsturing is een verdeling op basis van ingebrachte formatie niet meer logisch, omdat vanaf dan de afname kan gaan afwijken van de ingebrachte formatie. Voorstel is om kosten van deze producten dan te gaan verdelen op basis van het vastgestelde begrotingsvolume per opdrachtgever. In de toekomst kunnen onder Regionale producten mogelijk andere producten worden toegevoegd, die voor de gezamenlijke opdrachtgevers worden geleverd. Ook kunnen andere bij de desbetreffende producten passende verdeelsleutels worden overwogen. Een voorbeeld van een situatie waarbij een andere verdeelsleutel passend is kan zijn een project dan alleen relevant is voor opdrachtgevers die de bouwtaken hebben ingebracht; in zo n geval kan worden besloten om de kosten alleen te verdelen over de opdrachtgevers voor wie het project relevant is. 5.4 Bijzondere situaties Voorbeelden van taken waarover een afzonderlijke afspraak is gemaakt zijn: Ketentoezicht: de ODR voert deze taak uit voor het hele Gelders stelsel, en afgesproken is dat dit op basis van inputsturing plaatsvindt; VVGB-bedrijven: de financiering hiervoor is overgegaan van de provincie naar het gemeentefonds, en daarbij is afgesproken de financiële middelen één op één aan de ODR beschikbaar te stellen voor de uitvoering van deze taak. Voorstel is om de financiering van deze bijzondere situaties in 2018 te continueren en de komende jaren te bespreken of en zo ja hoe we dit willen omzetten in outputsturing. 5.5 Tarief De ODR hanteert tot nu toe voor het werkprogramma één tarief (begroting 2017: 74,59 per uur). Voorstel is om dit onder outputsturing te continueren. Vergeleken met de werkelijke kosten is dit voor sommige werkzaamheden te hoog en voor andere te laag. Voordeel van één tarief is echter dat dit het makkelijker maakt om binnen het werkprogramma tussen producten te schuiven op basis van uren, zonder ingewikkelde berekeningen om te compenseren voor verschillen in tarief 2. De ODR hanteert tot nu toe voor meerwerk een gedifferentieerd tarief (begroting 2017: voor inzet tot en met schaal 7 60,32, voor inzet op schaal 8 en 9 71,46, en voor inzet op schaal 10 en hoger 80,72. Voorstel is om dit ook onder outputsturing te continueren. De tarieven worden jaarlijks door het AB vastgesteld, als onderdeel van de besluitvorming over de begroting. 6. Werkprogramma, verantwoording, facturering (Bestaande werkwijze) Op basis van het Productenboek wordt jaarlijks met iedere opdrachtgever afgesproken welk aantal van welke producten geleverd zal worden. De bestaande werkwijze hiervoor wijzigt niet bij outputsturing. Dat wil zeggen dat de ODR op basis van de risicomodule en van ervaringscijfers een voorstel doet voor het werkprogramma, en dat na ambtelijke bespreking van het voorstel en eventueel bijstelling het College van B&W van de desbetreffende opdrachtgever het werkprogramma accordeert. Gedurende het jaar kan in overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer binnen het werkprogramma geschoven worden tussen producten. Daarnaast kan er in aanvulling op het werkprogramma opdracht worden gegeven voor meerwerk. 2 In de werkgroep is afgesproken om aan de hand van de pro forma facturen te bekijken of er aanleiding is om toch binnen het werkprogramma verschillende tarieven te hanteren. Pagina 5 van 8

56 Bij de Provincie loopt dit iets anders: GS stelt het totale uitvoeringsprogramma voor de 7 Gelderse omgevingsdiensten vast en de ODR vertaalt dit naar een werkprogramma; met de provincie worden nog afspraken gemaakt over de formele vaststelling van dit werkprogramma. Gedurende het jaar wordt gerapporteerd over de uitvoering van de werkzaamheden. Er wordt maandelijks door middel van de factuur gerapporteerd over de aantallen en voor de producten die op basis van uren worden afgerekend over de uren (getalsmatige marap). Elke vier maanden wordt een uitgebreidere rapportage gemaakt waarin meer toelichting wordt gegeven. Analoog aan de huidige situatie ontvangt de opdrachtgever vier keer per jaar een voorschotfactuur. Deze is gebaseerd op de deelnemersbijdrage die in de begroting is opgenomen. Iedere maand ontvangt de opdrachtgever vervolgens een factuur die gebaseerd is op de werkelijke kosten. Ieder kwartaal vindt er een afrekening plaats van de maandelijkse facturen over het afgelopen kwartaal met de voorschotfactuur. Dit kan betekenen dat er per kwartaal schommelingen zijn. Het is mogelijk dat er zonder bijsturing een tekort of overschot kan ontstaan ten opzichte van de bijdrage die in de begroting van de ODR is opgenomen. In het accountoverleg wordt hierover gesproken. Bij tekorten is het aan de opdrachtgever om te bepalen of er geld bij komt, dan wel dat er geprioriteerd moet gaan worden. Bij een overschot bepaalt de opdrachtgever welke extra activiteiten verricht gaan worden gelet op de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de outputsturing. Mocht een opdrachtgever minder kosten hebben maar binnen de afnameverplichting blijven, dan is bijsturing niet noodzakelijk. Dit is een keuze van de opdrachtgever. Het resterende deel wordt dan niet in rekening gebracht. Bij de jaarrekening wordt de balans opgemaakt. Als daarbij blijkt dat één opdrachtgever weliswaar minder dan 97,5% heeft afgenomen, maar dat dit wordt gecompenseerd door een hogere afname door andere opdrachtgevers waardoor de totale afname wel 100% is, kan het AB besluiten om (een deel van) de te weinig afgenomen productie niet in rekening te brengen bij de desbetreffende opdrachtgever. Tevens wordt bij de jaarrekening besproken of er anderszins onbedoelde effecten zijn van de gemaakte afspraken en zo ja, hoe daarmee om te gaan. 7. Continuïteit en flexibiliteit (Nog vast te stellen) Bij outputsturing gaat het om de balans tussen flexibiliteit (keuzevrijheid voor de opdrachtgevers) en continuïteit van de organisatie, i.c. de ODR. In de notitie Transitie richting een outputmodel was er met het oog op de continuïteit sprake van een afnameplicht voor basistaken en een afnameplicht voor plustaken, uitgedrukt in percentage van het oorspronkelijk ingebrachte volume. Inmiddels zijn er onder meer op basis van informatie over hoe andere omgevingsdiensten dit doen varianten hierop in beeld gekomen. We stellen voor de afspraak in de notitie Transitie richting een outputmodel als volgt te concretiseren. Een afspraak die enkele andere omgevingsdiensten hanteren is dat het werkprogramma voor een individuele opdrachtgever in het volgende jaar minimaal 97,5% moet zijn van dat in het voorafgaande jaar. Mocht de opdrachtgever het volume van het werkprogramma verder willen terugbrengen, dan kan dit door ieder volgend jaar een 2,5% kleiner werkprogramma af te spreken dan het voorgaande jaar, en zo stapsgewijs naar het gewenste volume toe te bewegen. Als de opdrachtgever vindt dat dit te lang duurt, kan hij ook in één keer teruggaan in omvang van het werkprogramma, maar in dat geval moet hij een bedrag voor frictiekosten betalen. Het gaat hierbij om het totale financiële volume van het werkprogramma, i.c. de gemeentelijke bijdrage in de begroting. Pagina 6 van 8

57 Incidentele extra werkzaamheden die binnen een jaar kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld ten behoeve van de ontwikkeling van een bedrijventerrein), kunnen als meerwerkopdracht worden uitgevoerd, en zijn daarmee niet van invloed op de verplichte omvang van het werkprogramma in volgende jaren. De onderliggende redenering bij deze aanpak is dat de organisatie een beperkte vermindering in omvang van het werkprogramma goed kan opvangen door met een flexibele schil te werken, terwijl een grotere vermindering de organisatie in de problemen brengt omdat er dan een overschot is aan personele capaciteit. Vergeleken met het oorspronkelijke voorstel in de notitie Transitie richting een outputmodel voor een onderscheiden afnameplicht voor het basispakket en voor het pluspakket biedt dit de opdrachtgevers meer flexibiliteit (namelijk meer ruimte om te schuiven binnen het werkprogramma en op termijn verdere teruggang in volume mogelijk) én tegelijkertijd de ODR meer zekerheid (namelijk totale vermindering in volume maximaal 2,5% per jaar). Het risico voor de opdrachtgever is dat een niet beïnvloedbare teruggang in werkprogramma (zoals door een terugval in de bouwmarkt) in het werkprogramma moet worden gecompenseerd door andere werkzaamheden. Het risico voor de ODR is dat de opdrachtgevers zodanig schuiven tussen taken dat de beschikbare capaciteit totaal nog wel klopt, maar per taak niet meer, zodat er medewerkers moeten worden omgeschoold. 8. Programma Kennis en kwaliteit (Nog vast te stellen) In de notitie Transitie richting een outputmodel van Twijnstra Gudde wordt geadviseerd om een Programma Kennisontwikkeling en duurzaamheid in te richten en hiermee te investeren in kwaliteit, professionaliteit en toekomstbestendigheid. Om invulling te geven aan het advies van Twijnstra Gudde is in het Productenboek 2.0 een Programma Kennis en kwaliteit toegevoegd. Het bestaande product Nieuw beleid, concernplan, ICT en verbetertraject past binnen dit kader en is als zodanig opgenomen. Voorstel is om dit bij outputsturing te continueren. Het gaat erom dat de ODR als organisatie toekomstbestendig is en blijft. De vaststelling van het percentage dat geïnvesteerd wordt voor dit programma wordt vanaf 2019 in de begroting opgenomen als één van de uitgangspunten. De uitvoeringsverantwoordelijkheid van dit programma ligt bij het Dagelijks Bestuur. De kosten worden over de opdrachtgevers verdeeld op basis van het begrotingsvolume. 9. Startpositie per opdrachtgever en onderlinge uitruil (Nog vast te stellen) De bij de start van de ODR ingebrachte formatie stemt niet altijd overeen met de feitelijke hoeveelheid werk; anders gezegd: sommige deelnemers hebben een relatief grote of juist relatief kleine formatie ingebracht. Voorstel is om bij aanvang van de outputsturing in 2018 onderlinge verschuivingen mogelijk te maken, op voorwaarde dat de optelsom voor de ODR past binnen de totale afgesproken afnameverplichting. Het wordt hierdoor mogelijk om eenmalig meer verschuivingen toe te staan, omdat er ook deelnemers zullen zijn die meer afnemen. In het najaar wordt besproken of dit zinvol en nodig is. Zo ja, dan wordt een voorstel dan wordt in december een voorstel voor de startpositie per deelnemer voor besluitvorming geagendeerd bij het Algemeen Bestuur. In de bespreking van het OGO is geopperd om ook in latere jaren opdrachtgevers de mogelijkheid te bieden om onderling uren uit te ruilen. Deze mogelijkheid is een verdere uitwerking van het principe continuïteit en flexibiliteit. Dat wil zeggen dat een opdrachtnemer die in een bepaald jaar meer uren wil afnemen deze kan overnemen van een opdrachtgever Pagina 7 van 8

58 die in dat jaar minder dan 97,5% wil afnemen. Voorstel is om dit onderdeel na vaststelling van deze spelregels concreet uit te laten werken door de werkgroep outputsturing en een eventueel voorstel dat hieruit voortkomt in december voor besluitvorming bij het Algemeen Bestuur te agenderen. 10. Risico s van outputsturing Outputsturing moet bijdragen aan de ontwikkeling van de ODR in de gewenste richting. Tegenover de voordelen staan echter ook enkele risico s. Het is van belang dat we ons hiervan bewust zijn, dat we het signaleren als deze risico s zich voordoen en dat we maatregelen te nemen om de kans dat deze risico s optreden te verminderen. Het gaat om de volgende risico s: 1. Accent op het leveren van producten binnen de daarvoor overeengekomen uren kan druk leggen op alles wat hiermee niet wordt gemeten: waardering voor professionaliteit, maatschappelijk doel wat met de producten wordt beoogd (bijvoorbeeld naleving in plaats van aantal uitgevoerde controles), innovatie. Dit is een risico voor de opdrachtgevers, omdat zij hiermee weliswaar de producten krijgen die ze afnemen, maar niet het achterliggende doel wat ze hiermee willen bereiken realiseren. Dit is tevens een risico voor de ODR, omdat dit ten koste zal gaan van de tevredenheid van opdrachtgevers en van de bereidheid om taken bij de ODR te beleggen. 2. Toenemende vraag naar informatie en registratie, en daarmee toename van administratieve lasten; Dit is een risico voor de ODR: als de overheadkosten stijgen, zijn de tarieven niet meer kostendekkend, en als dit wordt vertaald in een tariefsverhoging zal dit van invloed zijn op de tevredenheid van de opdrachtgevers en van de bereidheid om taken bij de ODR te beleggen. Dit is tevens een risico voor de opdrachtgevers: de kosten van de uitvoering gaan omhoog. 3. De randvoorwaarden om op outputsturing te kunnen overgaan worden niet tijdig vervuld (zie randvoorwaarden genoemd in de notitie Transitie richting een outputmodel : volwassen opdrachtgever- en opdrachtnemerschap, basis op orde, bedrijfsmatige cultuur). Dit is een risico voor de ODR: als de randvoorwaarden voor outputsturing niet tijdig vervuld zijn, kan de ODR de verwachtingen van de opdrachtgevers niet waarmaken, wat leidt tot ontevredenheid bij de opdrachtgevers. Het is tevens een risico voor de opdrachtgevers: zij krijgen niet wat ze verwachten. Hiervoor zijn/worden de volgende maatregelen genomen: 1. Meetbaar maken van genoemde zaken en/of hiervoor afzonderlijk tijd maken (bijvoorbeeld in de vorm van een project); 2. Bij besluitvorming over vragen naar informatie en registratie gevolgen voor administratieve belasting in beeld brengen en meewegen in het besluit; 3. Diverse projecten in het concernplan , die zijn gericht op het vervullen van deze randvoorwaarden. Pagina 8 van 8

59 Vergadering : Algemeen Bestuur Datum : 26 juni 2017 Agendapunt : 13 Onderwerp : Ambitieniveau uitvoering natuurtaken Beslispunt(en): 1. Kennis te nemen van de notitie Ambitieniveau uitvoering natuurtaken ODR 2. In te stemmen met de voorstellen om: a. De individuele colleges van de deelnemers voor te stellen als regionale (afgestemde) beleidslijn de in de notitie genoemde selectieve variant (als ondergrens) te hanteren voor de uniforme uitvoering van de natuurtaken door de ODR b. Hen te vragen de consequenties hiervan structureel te vertalen naar de werkprogramma s voor 2017 e.v. c. Bij de eerstvolgende herziening van het productenboek van de ODR de nieuwe natuurtaken daarin op te nemen. d. In 2018 de mogelijkheden van de door de ODR gebruikte GEO-viewer te laten onderzoeken voor wat betreft het ontsluiten van informatie over natuurwaarden, beschermde soorten e.d e. De kosten van dit onderzoek ten laste brengen van het budget bedoeld voor kwaliteitsverbetering (concernplan) f. De uitvoering van de natuurtaken periodiek (voor het eerst na 1 jaar) te evalueren. g. Op basis van de uitkomsten van de 1 e evaluatie over één jaar (inclusief die van het onderzoek genoemd onder d.) het beleid zonodig te herzien en vervolgens te borgen bij een volgende herziening van het Beleidskader uitvoering VTH-taken regio Rivierenland h. De evaluatie en eventuele herziening van de afgesproken beleidslijn, in afstemming met de ambtelijk opdrachtgevers, als regionaal project onder te brengen in de werkprogramma s voor Inleiding. De nieuwe Wet natuurbescherming brengt een aantal nieuwe taken voor gemeenten met zich mee. De bestuurlijk opdrachtgevers bespraken deze taken in hun overleg op 20 februari Zij vroegen de ODR een voorstel uit werken m.b.t. het ambitieniveau waarop deze taak in de regio zou kunnen worden uitgevoerd en de daaraan verbonden uitvoeringslasten. Deze uitwerking ligt nu voor in de vorm van bijgevoegde beleidsnotitie Ambitieniveau uitvoering natuurtaken ODR. De notitie onderscheid twee varianten qua ambitieniveau: een selectieve variant en een maximale variant. In de maximale variant worden alle vergunningaanvragen en sloopmeldingen volledig getoetst op het aspect natuur. In de selectieve variant wordt vooraf geprioriteerd en worden bepaalde activiteiten niet of slechts globaal getoetst. Voor zowel de maximale als de selectieve variant zijn de kosten voor de individuele deelnemers in beeld gebracht. Beoogd effect. Een uniforme uitvoering van de Wet natuurbescherming door de ODR binnen de regio. Argumenten. 2a.1 Bestuurlijk opdrachtgevers vinden een uniforme werkwijze binnen de regio wenselijk In hun overleg op 20 februari jl. gaven de bestuurlijke opdrachtgevers van de ODR overwegend aan te willen streven naar uniformiteit in de uitvoering van deze taken bij de ODR. Dit met het oog op een level playing field binnen de regio en een efficiënte taakuitvoering door de ODR. 2a.2 De selectieve variant geeft op dit moment op verantwoorde wijze invulling aan de afweging tussen risico s en kosten. De uitwerking van de selectieve variant m.b.t. werkzaamheden en kosten is gebaseerd op de aanname dat dat projecten van particulieren (door de over het algemeen beperkte omvang) minder risico s voor de natuur opleveren dan de (meestal) wat grotere projecten van professionele partijen, zoals bijvoorbeeld woningcorporaties en projectontwikkelaars. 2a.3 Beleidsvaststelling is voorbehouden aan de individuele colleges van deelnemers. De ODR werkt onder mandaat van de deelnemers. In het AB vastgesteld beleid op dit onderwerp is derhalve afgestemd beleid. Het dient dan ook bekrachtigd te worden door de individuele colleges. Pagina 1 van 3

60 2c.1 Productenboek is de basis bij het opstellen van de werkprogramma s Het productenboek is de basis bij het gesprek tussen de deelnemers en de ODR over de inhoud en omvang van de jaarlijks vast te stellen werkprogramma s. Het is derhalve wenselijk de nieuwe taken daarin op te nemen. Bijlage 4 van de notitie doet hiervoor een voorzet qua op te nemen producten. 2d.1 Voor doorontwikkeling beleid m.b.t. uitvoering natuurtaken ontbreek nu de informatie. Idealiter zou de impact van activiteiten op de natuur (soorten en gebieden) bepalend moeten zijn voor het te voeren beleid. Belangrijkste knelpunt is het ontbreken van volledige en betrouwbare informatie over het voorkomen van beschermde soorten in de regio. Om natuurwaarden en soorteninformatie te ontsluiten zou wellicht gebruik gemaakt kunnen worden van de GEO-viewer die binnen de ODR gebruikt wordt. 2e.1 Mogelijkheid ontsluiten natuurinformatie via GEO-viewer draagt bij aan een kwaliteitsverbetering van de taakuitvoering door de ODR. 2g.1 Evaluatie over één jaar goed moment om beleidslijn te verankeren in VTH-beleid Het Beleidskader uitvoering VTH-taken regio Rivierenland (2015) is leidend voor de taakuitvoering door de ODR. Het beleidskader bevat op dit moment geen specifieke bepalingen ten aanzien van het onderwerp natuurbescherming. Naar verwachting zal op termijn meer en betere informatie over natuurwaarden en soorteninformatie in de regio beschikbaar komen. Daarnaast is de verwachting dat ook de toepassing van de regelgeving de komende periode een doorontwikkeling zal laten zien. Tezamen met de dan inmiddels opgedane ervaring in de uitvoeringspraktijk bij de ODR lijkt ons een periode van één jaar een goede tijdsspanne om daarna het uitvoeringsbeleid opnieuw tegen het licht te houden en een doorvertaling te geven naar het beleidskader. Voor de tussenperiode wordt voorgesteld de beleidsnotitie in de vorm van een annex aan het VTH-beleidskader te hanteren als kader voor de natuurtaken. 3.1 Ook het ambtelijk opdrachtgeversoverleg (OGO) onderschrijft de voorstellen uit de notitie. Op 2 mei 2017 is de beleidsnotitie besproken in het ambtelijk opdrachtgeversoverleg (OGO). Het OGO onderschreef de voorstellen die in de notitie worden gedaan en pleitte er voor de beleidslijn (bij een eerstvolgende herziening) te borgen in het regionale VTH-beleid. Kanttekeningen. 2a.1Strikt gezien voldoet selectieve variant niet volledig aan wettelijke eisen Het gemaakte onderscheid tussen particulieren en professionele organisatie qua benadering in de selectieve variant is voor de Wet natuurbescherming niet relevant. Wettelijk gezien zou alleen bij invoering van de maximumvariant sprake zijn van het volledig voldoen aan de wettelijke eisen. Communicatie. - Uitvoering. Na positief besluit AB: Ambtelijk opdrachtgevers verzoeken de beleidslijn door hun colleges te laten onderschrijven en de consequenties hiervan structureel te vertalen naar de werkprogramma s. Nieuwe producten natuurtaken inbrengen in voorziene aanpassing productenboek later dit jaar. Onderzoek toepassingsmogelijkheden GEO-viewer bij programmamanager aanmelden als concernplanproject voor In afstemming met het OGO de evaluatie en mogelijke beleidsherziening als Regionaal project binnen de werkprogramma s 2018 opnemen. Financiën. De gevolgen van de onderzochte beleidsmatige keuzes, selectieve- of maximale variant, zijn in de notitie voor de individuele deelnemers inzichtelijk gemaakt (zie bijlagen 2 en 3). Voor de selectieve variant zijn de totale extra uitvoeringskosten bij de ODR geraamd op ca ,-. De dekking loopt via de (zonodig qua omvang uit te breiden) werkprogramma s. Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden GEO-viewer vindt plaats binnen het budget voor kwaliteitsverbetering (concernplan). Dekking kosten van evaluatie en mogelijke beleidsherziening loopt via de werkprogramma s. Pagina 2 van 3

61 Personele gevolgen. Aan de uitvoering van de nieuwe taken wordt voorlopig hoofdzakelijk invulling gegeven door inhuur. Op termijn is de bedoeling deze binnen de vaste personeelsbezetting onder te brengen. Bijlage(n). Beleidsnotitie Ambitieniveau uitvoering natuurtaken ODR Pagina 3 van 3

62 AMBITIENIVEAU UITVOERING NATUURTAKEN ODR Inleiding In het Bestuurlijk Opdrachtgeversoverleg (BOGO) van 20 februari 2017 is gesproken over nieuwe taken die op de opdrachtgevers en de ODR afkomen. Eén van die taken is de uitvoering van de nieuwe Wet natuurbescherming, die op 1 januari 2017 in werking is getreden. Afhankelijk van het gekozen ambitieniveau is met de uitvoering van de natuurtaken een formatieve inzet van circa 1-3 fte gemoeid. Daarmee is nu in de werkprogramma s nog onvoldoende rekening gehouden. Het BOGO heeft gevraagd een voorstel uit werken met betrekking tot het ambitieniveau waarop deze taak in de regio Rivierenland zou kunnen worden uitgevoerd. Deze notitie beperkt zich tot de natuurtaken die samenhangen met de Wabogerelateerde VTH-taken. Afspraken en conclusies BOGO 20 februari 2017 De bestuurlijke opdrachtgevers gaven overwegend aan te willen streven naar uniformiteit m.b.t. de uitvoering van de natuurtaken in de regio. Dit met het oog op een level playing field en een efficiënte taakuitvoering door de ODR. De ODR brengt in beeld welke keuzen er zijn in ambitieniveau m.b.t. de uitvoering van de taken en wat dit aan onderscheidenlijke uitvoeringslasten met zich mee brengt. De selectieve variant wordt als (harde) ondergrens gehanteerd. De komende periode wordt gebruikt om te bepalen wat het gezamenlijke uitvoeringsniveau moet zijn. De ODR maakt op korte termijn inzichtelijk wat de gevraagde capaciteitsinzet per gemeente is. De ODR doet een voorstel voor aanvulling van het productenboek met producten die zijn gekoppeld aan de uitvoering van de Wet natuurbescherming. Het Algemeen Bestuur/Bestuurlijk opdrachtgeversoverleg bespreekt in haar vergadering op 26 juni as. de mogelijkheid van één uniform uitvoeringsniveau voor de natuurtaken. Implementatie Wet natuurbescherming De overkoepelende Werkgroep implementatie Wet natuurbescherming heeft haar advies op 13 maart 2017 toegezonden aan alle Gelderse gemeenten en de provincie. De werkgroep (opgeheven na het opleveren van het advies) was samengesteld uit medewerkers van de provincie, enkele Gelderse gemeenten (uit onze regio: Tiel) en 3 omgevingsdiensten (waaronder de ODR). De werkgroep geeft de bevoegde gezagen op 12 punten advies, variërend van taakuitvoering tot opleiding en informatievoorziening. Voor deze notitie zijn met name de eerste twee deeladviezen van belang: 1. De werkgroep adviseert om meer aandacht te besteden aan het aspect natuur bij beoordeling van omgevingsvergunningen teneinde beter uitvoering te geven aan de wet. 1

63 2. De werkgroep adviseert om zo vroeg mogelijk in het proces van ruimtelijke ontwikkelingen natuur te betrekken. De adviezen van de werkgroep moeten vooral worden gezien als aanbevelingen, waarmee het bevoegd gezag haar voordeel kan doen. Het gaat niet om een bindend advies. De notitie bevat overigens geen advies over het gewenste ambitieniveau. Dit is een zaak van de bevoegde gezagen als risicodragers. In de notitie wordt wel een passage gewijd aan de door de ODR gemaakte inschatting van de met de uitvoering gemoeide uitvoeringscapaciteit (selectieve en maximale variant). De nadere uitwerking daarvan vindt in deze notitie plaats. Uitgangspunten voor de verdere uitwerking Voor het vervolgtraject zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: De selectieve variant is de ondergrens die door alle deelnemers wordt aangehouden; Het is wenselijk binnen de regio te komen tot een uniform regionaal uitvoeringskader voor de natuurtaken (level playing field voor burgers en bedrijven); Het is mogelijk maatwerk te leveren als opdrachtgevers dat wensen, maar de ondergrens kan daarbij nooit worden onderschreden; Er kan worden voldaan aan de landelijke kwaliteitscriteria, zoals vastgelegd in de gemeentelijke kwaliteitsverordeningen; De lasten voor burgers en bedrijven worden zo beperkt mogelijk gehouden. De taakuitvoering voldoet aan de wettelijke eisen. Spanningsveld Aan de ene kant is de overheid gehouden wettelijke regels over natuurbescherming na te leven (en wordt daar ook op aangesproken). Aan de andere kant wil de overheid de lasten voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk beperken. Door aan de voorkant goede keuzes te maken, kunnen beide doelen toch zoveel mogelijk worden gediend. Overigens heeft de initiatiefnemer ook zelf een verantwoordelijkheid als het gaat om het naleven van wettelijke regels. Aan die verantwoordelijkheid (en aansprakelijkheid) verandert niets. Het belang De natuur in Nederland staat onder druk. Door ruimtelijke ingrepen neemt de biodiversiteit beetje bij beetje af. Het is daarom belangrijk dat het natuurbelang goed wordt meegewogen in de ruimtelijke planvorming en het proces van vergunningverlening. Dit om de biodiversiteit en de kwaliteit van de leefomgeving zoveel mogelijk in stand te houden of waar mogelijk te verbeteren. Als de natuurtaak niet goed wordt ingevuld, heeft dit vaak onomkeerbare schade tot gevolg. Als het aspect natuur zorgvuldig wordt meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen, draagt dat bij aan het behoud van de gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten. Dit is ook in het belang van initiatiefnemers, omdat hierdoor economische schade (met name vertraging) zoveel mogelijk kan worden voorkomen. 2

64 Uit recent onderzoek is gebleken dat de aanwezigheid van natuur in de directe woonomgeving een positief effect heeft op de gezondheid van bewoners. Groen levert een prettiger woon- en werkklimaat op. Ook bedrijven hechten aan een aantrekkelijke vestigingslocatie. Door het aspect natuur al aan de voorkant te betrekken bij de planvorming over woningbouw en bedrijventerreinen snijdt het mes aan twee kanten. Een goede uitstraling van woonwijken en bedrijventerreinen heeft ook een positieve invloed op de vastgoedprijs. Economische effecten uitvoering Wet natuurbescherming In opdracht van de Tweede Kamer heeft het ministerie van BZK onderzoek laten uitvoeren naar de economische gevolgen van de Flora- en faunawet 1. Het eindrapport is in november 2016 aan de Kamer aangeboden. In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen de effecten voor professionele partijen (woningcorporaties, projectontwikkelaars, beleggers, overheden) en particulieren. Dit levert (samengevat) het volgende beeld op: - - Professionele partijen: de grootste kostenpost is vertraging. Deze ontstaat vooral als het aspect natuur pas in de bouwfase wordt gesignaleerd. Vertraging kan zoveel mogelijk worden beperkt of voorkomen als al in de planfase voldoende aandacht aan natuur wordt besteed. De onderzoekskosten maken een relatief klein deel uit van de totale projectkosten en deze kunnen eenvoudig worden omgeslagen per vierkante meter of vastgoedeenheid; Particulieren: grootste kostenpost zijn de onderzoekskosten, vooral in relatie tot de totale bouwsom. Particulieren kunnen deze kosten niet afwentelen. Kosten kunnen worden beperkt als informatie over in bepaalde gebieden voorkomende soorten al is ontsloten, zodat particulieren daar rekening mee kunnen houden. Deze inzichten zullen worden betrokken bij de uitwerking van de selectieve variant en de maximumvariant. Instrumenten Het bevoegd gezag beschikt over de volgende instrumenten die kunnen worden ingezet om de doelen van de Wet natuurbescherming te realiseren: Vergunningverlening Als de natuurtoestemmingen niet apart bij de provincie worden aangevraagd (voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning), haakt het onderdeel natuur verplicht aan bij de omgevingsvergunning. De aanvrager moet aangeven of de voorgenomen activiteit gevolgen heeft voor de natuur. Het bevoegd gezag moet toetsen of dat inderdaad zo is (en kan in dat kader (nader) onderzoek voorschrijven). Als die (negatieve) gevolgen er zijn, is een provinciale verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk. Deze wordt onderdeel van de te verlenen omgevingsvergunning. De VVGB bevat voorschriften waaraan de initiatiefnemer zich 1 Rapport Economische gevolgen Flora- en faunawet, Ecorys (in opdracht van ministerie BZK, directie Bouwen), juni

65 moet houden, bijvoorbeeld het treffen van zgn. mitigerende maatregelen. Als de VVGB niet kan worden verleend, moet de gevraagde vergunning worden geweigerd. Een VVGB (of ontheffing) hoeft overigens niet te worden aangevraagd als de aanvraag een concrete beschrijving van de in een specifiek geval te treffen maatregelen gericht op soortenbescherming bevat (en deze door het bevoegd gezag akkoord wordt bevonden). Die maatregelen worden dan onderdeel van de te verlenen vergunning, zodat de uitvoering ervan door middel van toezicht en handhaving kan worden geborgd. Sloopmeldingen De natuurtoestemmingen haken niet aan bij het doen van een sloopmelding. De sloopmelding wordt bij de gemeente ingediend en door de ODR afgehandeld. Als de Wet natuurbescherming van toepassing is, is de provincie bevoegd voor de natuuraspecten. Door melders hierop te wijzen kan de naleving van de Wet natuurbescherming worden bevorderd. Het is wenselijk de standaardbrieven en de informatie op de ODR-website op dit punt aan te passen. Ook is het wenselijk een informatiefolder te ontwikkelen, bij voorkeur als gezamenlijk product van de Gelderse omgevingsdiensten en de provincie. Toezicht Toezicht is gericht op naleving van voorschriften. Het kan dan zowel gaan om voorschriften die zijn opgenomen in de provinciale VVGB (die deel uit gaat maken van de vergunning) of voorschriften die door het bevoegd gezag aan een omgevingsvergunning worden verbonden (bijv. het verplicht uitvoeren van een mitigatieplan als dat deel uitmaakt van de aanvraag en daarmee van de vergunning). Handhaving Bestuursrechtelijke handhaving is aan de orde indien de toepassing van de landelijke handhavingsstrategie daartoe aanleiding geeft. Deze is overgenomen in het regionaal uitvoeringskader VTH-taken. Opsporing: BOA Een BOA (domein II) kan proces-verbaal opmaken van overtredingen van de Wnb. Ruimtelijke planvorming Door het aspect natuurbescherming al bij het begin van de planvorming te betrekken, kan voorkomen worden dat in een later stadium knelpunten ontstaan (bijvoorbeeld het ontstaan van vertraging in de uitvoering als beschermde dieren of planten worden aangetroffen). In de planvorming worden de eventueel te nemen maatregelen ten behoeve van de natuurbescherming integraal meegenomen en geborgd in het plan. Ook kunnen de onderzoekskosten dan in de exploitatie worden meegenomen. Informatieverstrekking Naast vergunningplichtige situaties, zijn er ook vergunningvrije of meldingplichtige activiteiten. Ook hiervoor geldt dat de Wet natuurbescherming van toepassing kan zijn. Bij de sloop of verbouwing van een bouwwerk kunnen (al dan niet beschermde) soorten worden verstoord (bijvoorbeeld vleermuizen of vogels). Door burgers en 4

66 bedrijven hierop te wijzen, kunnen overtredingen worden voorkomen. Ook kunnen burgers en bedrijven worden gestimuleerd bij hun (ver)bouwplannen rekening te houden met het natuurbelang, bijvoorbeeld door het plaatsen van nestkasten of het aanbrengen van zgn. volgelvides in pannendaken e.d. Bij het nemen van afdoende maatregelen vooraf is geen sprake meer van overtreding van de wet en is in veel gevallen ook geen ontheffing of VVGB meer nodig. Het is een praktische manier om invulling te geven aan de wet. Om de informatiepositie van de omgevingsdiensten te verbeteren, zal een speciale (interne) website worden gemaakt gericht op medewerkers van omgevingsdiensten in Gelderland. Tevens wordt een kerngroep van deskundigen gevormd om de onderlinge afstemming en een efficiënte uitvoering van de wet te bevorderen. Alle Gelderse omgevingsdiensten participeren daarin. Gebieds- of projectgerichte aanpak Voor bepaalde gebieden kan gewerkt worden met een soortenmanagementplan. Dit is gericht op het behouden en waar mogelijk versterken van de biodiversiteit. Het gebied waarop het plan betrekking heeft, kan een hele gemeente zijn, maar bijvoorbeeld ook een afzonderlijk dorp. Een vergelijkbare aanpak kan op projectniveau worden toegepast, bijvoorbeeld bij renovatie van een complete woonwijk. Het treffen van mitigerende maatregelen (bijvoorbeeld gericht op het creëren van nestgelegenheden voor vogels en vleermuizen) kan dan onderdeel uitmaken van de uitvoering van het project. Op basis van het projectplan is het dan mogelijk een ontheffing van verboden uit de Wnb te krijgen. Zowel de overheid als marktpartijen kunnen hiervoor het initiatief nemen. Gedragscodes Door te werken met goedgekeurde gedragscodes voor beheer en onderhoud, is in veel gevallen geen ontheffing nodig. Door het naleven van de algemene regels die zijn opgenomen in de gedragscode wordt voorkomen dat de Wet natuurbescherming wordt overtreden. Binnen onze regio s beschikken 3 gemeenten over door de RVO goedgekeurde gedragscodes: Culemborg, Maasdriel, Zaltbommel. Deze gelden in afwachting van nieuwe gedragscodes die gericht zijn op de Wnb. Daarnaast gelden er ook algemene gedragscodes, die gehanteerd kunnen worden, bijvoorbeeld van de Vereniging Stadswerk. De bestaande gedragscodes kunnen als gevolg van de wetswijziging per 1 januari 2017 overigens niet meer 1-op-1 worden toegepast in verband met wijzigingen in de soortenbescherming. De ODR kan desgewenst ondersteunen bij een wetsconforme interpretatie van de gedragscodes. Werkprotocollen In een werkprotocol wordt een gedragscode vertaald naar de uitvoeringspraktijk in een specifiek geval. De ODR kan ondersteunen bij het opstellen of beoordelen van werkprotocollen. 5

67 Ambitieniveau: de varianten Er worden twee varianten beschreven: een selectieve variant en een maximale variant. In de maximale variant worden alle vergunningaanvragen en sloopmeldingen volledig getoetst op het aspect natuur. In de selectieve variant wordt vooraf geprioriteerd en worden bepaalde activiteiten niet of slechts globaal getoetst. Beleidsmatige uitgangspunten Het door de opdrachtgevers vastgestelde Beleidskader uitvoering VTH-taken Regio Rivierenland (2015) is leidend voor de taakuitvoering door de ODR. Het beleidskader bevat geen specifieke bepalingen ten aanzien van het onderwerp natuurbescherming. Dit aspect zal betrokken worden bij de eerstvolgende evaluatie van het beleidskader. Aan het beleidskader ligt een probleemanalyse op basis van een risicobenadering ten grondslag. Ten tijde van de vaststelling daarvan was het aspect natuurbescherming in mindere mate een issue dan nu het geval is. Omdat de ODR risicogestuurd werkt, is voor de verdere uitwerking van het ambitieniveau uitgegaan van een aanname, namelijk dat projecten van particulieren (door de over het algemeen beperkte omvang) minder effect op de natuur hebben dan de (meestal) wat grotere projecten van professionele partijen, zoals bijvoorbeeld woningcorporaties en projectontwikkelaars. Dit onderscheid is in de praktijk goed te hanteren bij de toetsing van aanvragen. Het is echter geen ideaal model, omdat het onderscheid voor de Wet natuurbescherming niet relevant is. Op basis van deze aanname wordt dus een minimaal acceptabel uitvoeringsniveau vastgesteld en geborgd. Wettelijk gezien is alleen bij invoering van de maximumvariant sprake van het volledig voldoen aan de wettelijke eisen. De impact van activiteiten op de natuur (soorten en gebieden) is bepalend. Idealiter zou dat voor de uitwerking van het ambitieniveau dan ook het belangrijkste uitgangspunt moeten zijn. Dit levert in de praktijk van dit moment echter een aantal problemen op. Het belangrijkste knelpunt wordt gevormd door het ontbreken van volledige en betrouwbare informatie over het voorkomen van beschermde soorten in de regio. Naar verwachting zal hierover op termijn meer en betere informatie beschikbaar komen. Zodra dit het geval is, is dat een goede aanleiding om het uitvoeringsbeleid op het gebied van natuurbescherming te herzien. Los daarvan is de verwachting dat ook de toepassing van de regelgeving een doorontwikkeling zal laten zien. Bij het ontsluiten van GEO-informatie wordt binnen de ODR gebruik gemaakt van een GEO-viewer. Voorgesteld wordt in 2018 te onderzoeken in hoeverre natuurwaarden en soorteninformatie via deze viewer ontsloten kunnen worden. Voorgesteld wordt de uitvoering van de natuurtaken periodiek (te beginnen na 1 jaar) te evalueren en de uitkomsten daarvan te betrekken bij de doorontwikkeling van het regionaal beleidskader, de probleem- en risicoanalyse en de opzet van het werkprogramma. Daarmee wordt dan ook invulling gegeven aan de zgn. dubbele regelkring (BIG-8), zoals voorgeschreven in het beleidsmatige deel van de landelijke kwaliteitscriteria

68 Cijfermatige uitgangspunten Aan de hand van het aantal in het Werkprogramma 2017 geprognotiseerde aantal aanvragen omgevingsvergunningen is op basis van de ervaringen van een pilot een inschatting gemaakt van de impact van de Wet natuurbescherming. In onderstaand Venn-diagram is dit grafisch inzichtelijk gemaakt aan de hand van deelverzamelingen. De buitenste cirkel representeert het totaal aantal geprognotiseerde aanvragen (2302). Vervolgens wordt in 767 gevallen verwacht dat een adviesvraag volgt. Van die gevallen is in 192 gevallen een quick scan en/of nader onderzoek nodig. Daarvan is dan in 48 gevallen een provinciale verklaring van geen bedenkingen of een ontheffing nodig. Figuur 1 Totaal aantal in 2017 verwachte aanvragen (2302), adviesverzoeken (767), onderzoeken (192) en vvgb s/ontheffingen (48) als deelverzamelingen ten opzichte van elkaar. Aandeel particuliere aanvragen Het verschil tussen de selectieve variant en de maximumvariant zit vooral in het grotendeels buiten beschouwing laten van particuliere aanvragen. Uit een snelle analyse van de omgevingsvergunningen bouw die tussen 1 januari en medio maart 2017 zijn gepubliceerd, blijkt dat 2/3 betrekking heeft op aanvragen van particulieren. Dit lijkt ruwweg overeen te komen met de initiële verwachtingen t.a.v. de benodigde capaciteit voor de selectieve variant en de maximumvariant van respectievelijk 1 of 3 fte. Deze cijfers dienen echter met de nodige voorzichtigheid gehanteerd te worden. Gelet op het feit dat in de selectieve variant sprake is van relatief meer complexe aanvragen, is voor de benodigde capaciteit voorzichtigheidshalve gerekend met een inzet van 45% ten opzichte van de capaciteit die nodig is voor uitvoering van de maximumvariant. De particuliere aanvragen variëren van het plaatsen van een luifel tot complete nieuwbouw van een burgerwoning. In bijlage 5 is dit uitgesplitst in categorieën. 7

Omgevingsdienst Rivierenland. Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2016 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2016 Ontwerpbegroting 2018

Omgevingsdienst Rivierenland. Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2016 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2016 Ontwerpbegroting 2018 Omgevingsdienst Rivierenland Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2016 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2016 Ontwerpbegroting 2018 Ontwerp jaarstukken 2016 Algemeen Met de vastgestelde begroting

Nadere informatie

Omgevingsdienst Rivierenland. Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2018 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2018 Ontwerpbegroting 2020

Omgevingsdienst Rivierenland. Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2018 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2018 Ontwerpbegroting 2020 Omgevingsdienst Rivierenland Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2018 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2018 Ontwerpbegroting 2020 Ontwerp jaarstukken 2018 Algemeen Met de vastgestelde begroting

Nadere informatie

Omgevingsdienst Rivierenland

Omgevingsdienst Rivierenland Omgevingsdienst Rivierenland Korte toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2017 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2017 Ontwerpbegroting 2019 Ontwerp jaarstukken 2017 Algemeen Met de vastgestelde begroting

Nadere informatie

Toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2014 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2014 Ontwerpbegroting 2016

Toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2014 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2014 Ontwerpbegroting 2016 Toelichting op: Ontwerp jaarstukken 2014 Voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2014 Ontwerpbegroting 2016 Ontwerp jaarstukken 2014 Algemeen Met de vastgestelde begroting 2014 verleende het Algemeen

Nadere informatie

Programmabegroting 2017. Omgevingsdienst Rivierenland

Programmabegroting 2017. Omgevingsdienst Rivierenland Programmabegroting 2017 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : DB 21 maart 2016 Inhoudsopgave INHOUD Besluitvorming programmabegroting 2017... 3 Inleiding programmabegroting 2017... 4 PROGRAMMABEGROTING...

Nadere informatie

Programmabegroting Omgevingsdienst Rivierenland

Programmabegroting Omgevingsdienst Rivierenland Programmabegroting 2019 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Definitief Vastgesteld AB 2 juli 2018 1 Inhoudsopgave INHOUD Besluitvorming programmabegroting 2019... 3 Inleiding programmabegroting 2019...

Nadere informatie

Programmabegroting Omgevingsdienst Rivierenland

Programmabegroting Omgevingsdienst Rivierenland Programmabegroting 2016 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : Vastgesteld DB 16 maart 2015 Inhoudsopgave INHOUD Besluitvorming programmabegroting 2016... 3 Inleiding programmabegroting

Nadere informatie

Bestuursrapportage Stand van zaken realisatie begroting 2014 op 1 juli 2014

Bestuursrapportage Stand van zaken realisatie begroting 2014 op 1 juli 2014 Bestuursrapportage 2014 Stand van zaken realisatie begroting 2014 op 1 juli 2014 Status : Ontwerp Versie : DB 17 september 2014 Besluit Algemeen Bestuur Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Omgevingsdienst IJmond. Jaarstukken 2014, Jaarverslag 2014 en ontwerpbegroting 2016 BBV nr: 2015/160435

Raadsstuk. Onderwerp: Omgevingsdienst IJmond. Jaarstukken 2014, Jaarverslag 2014 en ontwerpbegroting 2016 BBV nr: 2015/160435 Raadsstuk Onderwerp: Omgevingsdienst IJmond. Jaarstukken 2014, Jaarverslag 2014 en ontwerpbegroting 2016 BBV nr: 2015/160435 1. Inleiding Per 1 januari 2014 zijn de Haarlemse taken voor milieutoezicht,

Nadere informatie

Jaarstukken Omgevingsdienst Rivierenland

Jaarstukken Omgevingsdienst Rivierenland Jaarstukken 2014 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : Vastgesteld DB 16 maart 2015 Inhoudsopgave Inhoud BESLUITVORMING JAARSTUKKEN 2014... 2 INLEIDING JAARSTUKKEN 2014... 3 JAARVERSLAG...

Nadere informatie

In de bijlage is de presentatie opgenomen die is getoond tijdens de raden- en Statenbijeenkomsten van 12 en 17 april 2018.

In de bijlage is de presentatie opgenomen die is getoond tijdens de raden- en Statenbijeenkomsten van 12 en 17 april 2018. Geachte raadsleden en Statenleden, In de bijlage is de presentatie opgenomen die is getoond tijdens de raden- en Statenbijeenkomsten van 12 en 17 april 2018. Met vriendelijke groet, Martine Breur Secretaresse

Nadere informatie

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

2. GEVRAAGDE BESLISSING: Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/12-00441 Directeur : drs. M.H.J. van Kruijsbergen Postreg.nr. Behandelend ambtenaar A.C.M. Schuurmans Datum: 1 mei 2012 Afdeling Vergunningen en Belastingen

Nadere informatie

Jaarstukken Omgevingsdienst Rivierenland

Jaarstukken Omgevingsdienst Rivierenland Jaarstukken 2015 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : DB - 21 maart 2016 Inhoudsopgave Inhoud BESLUITVORMING JAARSTUKKEN 2015... 2 INLEIDING JAARSTUKKEN 2015... 3 JAARVERSLAG... 7 TOTAAL

Nadere informatie

Beslispunt(en) U wordt voorgesteld: 1. De jaarstukken 2015 van de Omgevingsdienst Rivierenland conform voorliggend ontwerp vast te stellen.

Beslispunt(en) U wordt voorgesteld: 1. De jaarstukken 2015 van de Omgevingsdienst Rivierenland conform voorliggend ontwerp vast te stellen. Vergadering : Algemeen Bestuur Datum : 27 juni 2016 Agendapunt : 06 Onderwerp : Jaarstukken 2015 Omgevingsdienst Rivierenland Beslispunt(en) U wordt voorgesteld: 1. De jaarstukken 2015 van de Omgevingsdienst

Nadere informatie

Algemeen bestuur. Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht. Korte samenvatting onderwerp:

Algemeen bestuur. Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht. Korte samenvatting onderwerp: Algemeen bestuur Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht Korte samenvatting onderwerp: De gemeenten in Gelderland- en hebben de GGD als toezichthouder

Nadere informatie

Jaarstukken Omgevingsdienst Rivierenland

Jaarstukken Omgevingsdienst Rivierenland Jaarstukken 2017 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : DB 19 maart 2018 Inhoudsopgave BESLUITVORMING JAARSTUKKEN 2017... 2 INLEIDING JAARSTUKKEN 2017... 3 JAARVERSLAG... 10 TOTAAL OVERZICHT...

Nadere informatie

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Advies Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert RA/AA Rob Jilisen

Nadere informatie

Memo. Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis

Memo. Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis Memo Van: Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Aan: Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis Veilig Thuis is er voor iedereen, jong en oud, die

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Datum 31 maart 2016 contactpersoon. 13 apr 2016/0005

Datum 31 maart 2016 contactpersoon. 13 apr 2016/0005 Datum 31 maart 2016 contactpersoon M. Heijlnk Aan de raden van de 26 VRU-gemeenten door tussenkomst van de colleges van burgemeesters en wethouders Concerncontroller a.i. Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht

Nadere informatie

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw, 0117 gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus 97 9640 AB VEENDAM Registratienummer: 2018003670 Onderwerp: Ontwerpbegroting 2019 Contactpersoon: mevrouw N. Abramjan Leek, 28 mei 2018 Geachte heer,

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provincie Flevoland (FL) t.a.v. de Provinciale Staten Postbus 55 8200 AB LELYSTAD DGBK/Bestuur, Democratie

Nadere informatie

Eerste begrotingswijziging 2018

Eerste begrotingswijziging 2018 Eerste begrotingswijziging 2018 Colofon Uitgave Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Datum 15 december 2017 Adresgegevens Spoorlaan 181 5038 CB Tilburg Telefoon (013) 206 01 00 www.omwb.nl info@omwb.nl

Nadere informatie

09 Voorstel. Kaderbrief Aan. Algemeen bestuur. Datum 5 december Doel. Besluitvormend. Initiatiefnemer. Strategisch beraad

09 Voorstel. Kaderbrief Aan. Algemeen bestuur. Datum 5 december Doel. Besluitvormend. Initiatiefnemer. Strategisch beraad 09 Voorstel Kaderbrief 2020 Aan Algemeen bestuur Datum 5 december 2018 Doel Initiatiefnemer Besluitvormend Strategisch beraad INLEIDING VOORSTEL De gezamenlijke gemeenten hebben voor de verbonden partijen

Nadere informatie

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017 Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017 1. Inleiding De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Opdrachtnemer) staat voor de bewaking en bevordering van de veiligheid en kwaliteit van

Nadere informatie

S. Nieuwenburg 3580

S. Nieuwenburg 3580 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 5.1 S. Nieuwenburg 3580 Stefan.Nieuwenburg@a2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 250782/250832 portefeuillehouder H. Tindemans Van

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal juni 2017 Samenvatting Voorliggend uitvoeringsprogramma is de uitwerking van het Vergunningen, Toezichts- en Handhavingsbeleid

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2012-2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding a. Aanleiding en kader b. Proces 2. Risicomanagement a. Risico's en risicomanagement b. Invoering van risicomanagement

Nadere informatie

A.S. Wedzinga raad00386

A.S. Wedzinga raad00386 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email A.S. Wedzinga 040-2083573 swe@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 12raad00386 Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 'Uil Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Datum 20 december 2013 Betreft financieel

Nadere informatie

Gemeente Delft. Verordening Kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) omgevingsrecht.

Gemeente Delft. Verordening Kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) omgevingsrecht. Gescand archief datum Q m JULI 2017 Gemeente Delft Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Programma Registratie nr. BBV nr. Onderwerp College van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Voorstel Gemeenteraad

Voorstel Gemeenteraad Voorstel Gemeenteraad Opsteller: Ralph Eggink Mailadres: ralph.eggink@midden-groningen.nl Portefeuillehouder: Jan Jakob Boersma Stukken ter inzage: 2 Onderwerp: Raadsvoorstel ontwerp begroting ODG 2019

Nadere informatie

1 e bestuursrapportage 2015. Bestuursrapportage over het 1 e kwartaal van het boekjaar 2015

1 e bestuursrapportage 2015. Bestuursrapportage over het 1 e kwartaal van het boekjaar 2015 1 e bestuursrapportage 2015 Bestuursrapportage over het 1 e kwartaal van het boekjaar 2015 1 e bestuursrapportage Bestuursrapportage over het 1 e kwartaal van het boekjaar 2015 Datum: 25 mei 2015 24 juni

Nadere informatie

GR-taken: Aanvullende diensten:

GR-taken: Aanvullende diensten: JAARREKENING 2018 GGD Hollands Noorden Wat was de opdracht (welke inhoudelijke en financiële kaders waren er?) Inhoudelijk kader De GGD levert diensten, zoals deze zijn vastgesteld in de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente 's-gravenhage Nr. 45697 22 maart 2017 Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017 Het college van burgemeester

Nadere informatie

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017 RIS296472 BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, de burgemeester van Den Haag, ieder voor zover

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *18.0005455* 18.0005455 Raadsvergadering: 14-6-2018 Voorstel: 5.43 Agendapunt: 10 Onderwerp Ontwerp jaarstukken 2017 en ontwerpbegroting 2019 RUD NHN Datum

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/45 Agendapunt nummer: 16 Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 67285 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Gooise Meren

Nadere informatie

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5 Raadsvoorstel Gemeente IJsselstein agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 549215 Programma : Wonen & Ruimte Commissie : Ruimte Portefeuillehouder: Wethouder mr. N.P.L.M. Doesburg

Nadere informatie

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg Cluster FIN Behandeld J.G.G.M. Janssen Ons kenmerk Telefoon +31 43 389 72 38 Uw kenmerk Maastricht 20 maart 2018 Bijlage(n) Verzonden Onderwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

Alle zienswijzen overwegende stelt het Dagelijks Bestuur voor om de Eerste Bestuursrapportage 2018 ongewijzigd vast te stellen.

Alle zienswijzen overwegende stelt het Dagelijks Bestuur voor om de Eerste Bestuursrapportage 2018 ongewijzigd vast te stellen. Aanbiedingsbrief aan: Algemeen Bestuur RUD Utrecht van: Dagelijks Bestuur steller: M. van Bockel onderwerp: AP03.1a_Reactie zienswijzen Eerste Bestuursrapportage 2018 t.b.v.: AB d.d. 15 oktober 2018 bijlagen:

Nadere informatie

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB 2019-2022 2019 Datum AB Onderwerp /meningsvormend/ Toelichting 27 juni Motie Provinciale Staten aanpassen stemverhoudingen in AB PS heeft aan GS gevraagd om in de

Nadere informatie

Werkprogramma Gemeente Tiel

Werkprogramma Gemeente Tiel Werkprogramma 2019 Gemeente Tiel April 2019 Inhoud 1. Inleiding 2. Financieel kader 3. Planning getalsmatig 4. Toelichting planning getalsmatig 2019 5. Toelichting EML-controles 2019 1. Inleiding In dit

Nadere informatie

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 7 juli 2016 Agendanummer : Datum : 17 mei 2016 Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Aan de leden van de raad,

Nadere informatie

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied WAAROM OMGEVINGSVERGUNNING? huidige stelsel is opgebouwd

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri

Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri Inleiding: De Jaarstukken 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling Avri (Avri) is op 13 april 2017 aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De gemeenten hebben

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 1. EVALUATIEPROTOCOL. 22 mei 2017

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 1. EVALUATIEPROTOCOL. 22 mei 2017 Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE. EVALUATIEPROTOCOL 22 mei 207 Bijlage. Evaluatieprotocol Onderwerp Aspect Streven (indien van Context Aanleiding voor wet VTH Achtergrond

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerpbegroting 2018 FUMO

Onderwerp Ontwerpbegroting 2018 FUMO Onderwerp Portefeuillehouder Siebenga Datum collegebesluit 14 maart 2017 Opsteller Akke Cloo Registratie GF17.20019 Agendapunt 10 Voorstel 1. De zienswijze over de begroting 2018 van de FUMO zoals verwoord

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 103855 28 juli 2016 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal De raad van de gemeente

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2016 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2016 1 2. Beleidsbegroting 2016 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

Programmabegroting 2017

Programmabegroting 2017 Bijlage 2 bij besluit Algemeen Bestuur d.d. 27 juni 2016 Programmabegroting 2017 Omgevingsdienst Rivierenland Status : Ontwerp Versie : DB 21 maart 2016 Inleiding programmabegroting 2017 Inleiding Hierbij

Nadere informatie

Informatiebrief Omgevingsdienst De Vallei

Informatiebrief Omgevingsdienst De Vallei Aan: College van B&W van de partners van Omgevingsdienst de Vallei; Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel, Wageningen en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland met het verzoek deze Informatiebrief

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inhoud presentatie 1. Impact Wabo o o o Doelstellingen Verplichtingen Kansen 2. Inzicht in de inhoud o o o o Inhoud en reikwijdte Procedures Aandachtspunten Inwerkingtreding

Nadere informatie

Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur

Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur Nr(s) geregistreerde stuk(ken): 5 AB / 30-06-2017 Datum nota: 15 juni 2017 Onderwerp: Begroting 2018 Sociale Dienst Oost Achterhoek Advies: - De begroting

Nadere informatie

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties C2.ľ3b bö Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Ingekomen -6 DEC 2016 Provincie Nnnrd-Brabanţ 4120019 DIV.STAN

Nadere informatie

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012 Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR Raadsinformatieronde 4 oktober 2012 Opbouw en toelichting Achtergrond Bedrijfsplan Gevolgen gemeente Drimmelen GR Vervolg OMWB: achtergrond

Nadere informatie

de heer J.W.M. De Wit Voorstraat AT AMMERZODEN Geachte heer De Wit,

de heer J.W.M. De Wit Voorstraat AT AMMERZODEN Geachte heer De Wit, Retouradres: Postbus 6267, 4000 HG Tiel de heer J.W.M. De Wit Voorstraat 9 5324 AT AMMERZODEN Onderwerp Ontwerpbesluit - Verlening Geachte heer De Wit, Op 29 augustus 2016 ontvingen wij uw uitgebreide

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Begroting 2016 Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid

Begroting 2016 Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid Begroting 2016 Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid Presentatie Alblasserwaard Vijfheerenlanden 15 april 2015 Inhoud Missie en werkgebied Hoofdtaken Bestuurlijke aansturing Sturing en verantwoording Financiële

Nadere informatie

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN 1 T.b.v. het statenvoorstel moet daar waar Raad is opgenomen dit vervangen worden door Provinciale Staten, daar waar het college van burgemeesters

Nadere informatie

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen? 5 Procescriteria In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we

Nadere informatie

Geen overschrijding Ja, zie risicoparagraaf

Geen overschrijding Ja, zie risicoparagraaf JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja/nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 628 6 november 2017 Beleidsregels reserves en voorzieningen 2018 1. Inleiding Binnen de

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.16.0984 B.16.0984 Landgraaf, 23 mei 2016 ONDERWERP: Vaststellen zienswijze raad van begroting GGD Zuid Limburg 2017 Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Op 27 november 2016 ontvingen wij uw uitgebreide vergunning aanvraag voor het plaatsen van lichtmasten aan de Greffelingsestraat 7 te Alphen.

Op 27 november 2016 ontvingen wij uw uitgebreide vergunning aanvraag voor het plaatsen van lichtmasten aan de Greffelingsestraat 7 te Alphen. Retouradres: Postbus 6267, 4000 HG Tiel Tennisclub Alphen t.a.v. de heer C.G. Veenendaal Brouwershof 1 6626 AM ALPHEN Onderwerp Ontwerpbesluit - Verlening Geachte heer Veenendaal, Op 27 november 2016 ontvingen

Nadere informatie

Adviesnota voor de raad. Antoinette van Dam-van Genderen

Adviesnota voor de raad. Antoinette van Dam-van Genderen Adviesnota voor de raad Onderwerp Jaarverslag 2011 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Datum collegebesluit dinsdag 24 april 2012 Datum raadsvergadering Donderdag 24 mei 2012 Agendapunt Portefeuillehouder

Nadere informatie

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal juni 2017 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Wettelijk kader... 3 1.2 Inhoud jaarverslag... 4 2 Vergunningen en meldingen...

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Turfmark 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.

Nadere informatie

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB04072018-7.2 Aan het Algemeen Bestuur Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 Geacht bestuur, Bijgaand treft u aan de begroting voor het

Nadere informatie

Financiële verordening VRU

Financiële verordening VRU Financiële verordening VRU Versie 2018-1 Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht, gelet op: - artikel 212 van de Gemeentewet, -

Nadere informatie

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving 5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.

Nadere informatie

1 e Begrotingswijziging 2015

1 e Begrotingswijziging 2015 1 e Begrotingswijziging 2015 1.0 Inleiding Hierbij treft u de gewijzigde begroting aan voor het jaar 2015. De begroting is op een aantal punten gewijzigd. De wijziging met toelichting treft u hieronder

Nadere informatie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap Inleiding In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening,

Nadere informatie

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 1 180706 AB 5 B7 Toetsingsformulier jaarstukken 2017 en begroting 2019.pdf JAARREKENING 2017 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Ja, jaarrekening en aanbiedingsbrief zijn op

Nadere informatie

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012. B-PHO 20 december 12; agendapunt 5 MEMO Noties ter beoordeling van de voortzetting en positionering van de PHO werkgroepen Kwaliteit en Handhaving Bouwstoffen en Ketenbeheer in relatie tot de ontwikkeling

Nadere informatie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Dobbeplas; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-068 Houten, 1 oktober 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Tweede bestuursrapportage 2013 Beslispunten: 1. De begroting 2013 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële effecten

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019 Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. Voorzitter Secretaris INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD/SAMENVATTENDE INLEIDING... 3 2.

Nadere informatie

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân Aan de Raad Agendapunt: 6 Onderwerp: Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân Kenmerk: Status: BV/JS Besluitvormend Kollum, 10 juni 2014 Samenvatting De Veiligheidsregio Fryslân (hierna

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *18.0005455* 18.0005455 Raadsvergadering: 14-6-2018 Voorstel:.. Agendapunt:.. Onderwerp Ontwerp jaarstukken 2017 en ontwerpbegroting 2019 RUD NHN Sector

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013 VERGADERDATUM 23 april 2013 SSO SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 3 april 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 12 Voorstel Kennisnemen van het projectplan voor Waterbeheerplan 3 waarin

Nadere informatie

Wat zijn de argumenten? De financiële rechtmatigheid is een belangrijk criterium bij de beoordeling van de jaarrekening door de accountant.

Wat zijn de argumenten? De financiële rechtmatigheid is een belangrijk criterium bij de beoordeling van de jaarrekening door de accountant. Raadsvoorstel Registratienummer: CONCEPT Onderwerp: 2e Managementrapportage 2017 Portefeuillehouder: wethouder W.A.R. Visser Te nemen besluit: - De begroting 2017 te wijzigen volgens de in de 2e managementrapportage

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 626 6 november 2017 Financiële Verordening 2018 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepaling

Nadere informatie

Financiën, ruimtelijke Ordening & Gemeentelijke Organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling

Financiën, ruimtelijke Ordening & Gemeentelijke Organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling Voorstel aan de raad Nummer: B11-20215 Portefeuille: Programma: Programmaonderdeel: Financiën, ruimtelijke Ordening & Gemeentelijke Organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën Steller: R. van

Nadere informatie

ONTWERP MEERJARENPROGRAMMABEGROTING

ONTWERP MEERJARENPROGRAMMABEGROTING ONTWERP MEERJARENPROGRAMMABEGROTING 2018-2021 Ontwerp meerjarenprogrammabegroting 2018-2021 d.d. 13-04-2017 Inhoud 1.0 Inleiding... 3 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2017 en uniformering

Nadere informatie

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht, (1 sept 2009) Artikel Kwaliteitscriteria Artikel Bor art. 2, eerste lid Het bestuursorgaan stelt het handhavingsbeleid

Nadere informatie

Op 27 november 2016 ontvingen wij uw uitgebreide vergunning aanvraag voor het plaatsen van lichtmasten aan de Greffelingsestraat 7 te Alphen.

Op 27 november 2016 ontvingen wij uw uitgebreide vergunning aanvraag voor het plaatsen van lichtmasten aan de Greffelingsestraat 7 te Alphen. Retouradres: Postbus 6267, 4000 HG Tiel Tennisclub Alphen t.a.v. de heer C.G. Veenendaal Brouwershof 1 6626 AM ALPHEN Onderwerp Definitief besluit - Verlening Geachte heer Veenendaal, Op 27 november 2016

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant NOTA VOOR DE RAAD Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI.0120066 Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Portefeuillehouder: Peters Bijlagen: 1. Tekst

Nadere informatie