_GEINTEGREERD ADVIES. RUP Hoekakker Geïntegreerd advies planmerscreening

Transcriptie

1 _GEINTEGREERD ADVIES RUP Hoekakker Geïntegreerd advies planmerscreening

2 _GEINTEGREERD ADVIES COLOFON Projectregisseur Regisseur stadsprojecten Directeur Ruimte Ontwerper masterplan Secretariaat Projectteam Sweco Mobiliteitsdeskundige Stad Antwerpen Kathleen Wens Filip Smits Katlijn Van der Veken BUUR Stadsontwikkeling, afdeling Ruimte Den Bell, Francis wellesplein 1, 2018 Antwerpen Tel ruimtelijkeplanning@stad.antwerpen.be Raïssa Bratkowski Kristien Mariën Charlotte Verlinden Mint Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

3 _GEINTEGREERD ADVIES INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN OVERZICHT ADVIEZEN Provinciebestuur Antwerpen Departement Omgeving APL Antwerpen Onroerend Erfgoed Antwerpen ANB Antwerpen Departement Landbouw en Visserij Departement MOW Agentschap Wonen Vlaanderen VMM Agentschap Wegen en Verkeer Planopties Verkeersafwikkeling Duurzaamheid Sensitiviteitstoets CONCLUSIE Aanvulling en aanpassing screeningsnota Bijlage 1: verzoek tot raadpleging + rappels Bijlage 2: adviezen Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

4 _GEINTEGREERD ADVIES 1 ALGEMEEN Advies werd gevraagd aan de instanties opgelijst door de Dienst Mer onder het dossiernummer SCRPL Provinciebestuur Antwerpen Departement Omgeving APL Antwerpen Onroerend Erfgoed Antwerpen ANB Antwerpen Departement Landbouw en Visserij Agentschap Wegen en Verkeer Departement Dienst Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke en Mobiliteit Planning t.a.v. K. Toebak of V. Peeters t.a.v. Marc De Borgher Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving Dienst Omgeving Antwerpen Buitendienst Antwerpen t.a.v. Hilde Van den Broeck Anna Bijnsgebouw Anna Bijnsgebouw Anna Bijnsgebouw Anna Bijnsgebouw Anna Bijnsgebouw Koningin Elisabethlei Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen De Lijn - Antwerpen T.a.v. Tom Meeuws Directeur Grotehondstraat Antwerpen Departement MOW t.a.v. Filip Boelaert, secretaris-generaal Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus Brussel Agentschap Wonen- Vlaanderen VMM Afdeling Wonen t.a.v. Afdelingshoofd Hilde Van den Bosch Afdeling Operationeel Waterbeheer t.a.v. Bram Vogels Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 19 bus Brussel Koning Albert II-laan 20 bus Brussel De screeningsnota werd verzonden naar de adviesinstanties op 21 april Een rappelmail werd verstuurd na 30 dagen, op 22 mei Volgende aangeschreven instanties hebben geantwoord: Provinciebestuur Antwerpen Departement Omgeving APL Antwerpen Onroerend Erfgoed Antwerpen ANB Antwerpen Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

5 _GEINTEGREERD ADVIES Departement Landbouw en Visserij Departement MOW Agentschap Wonen Vlaanderen VMM Agentschap Wegen en Verkeer Het Departement Landbouw en Visserij liet weten geen advies uit te brengen. Op 19 juni 2017 werd een laattijdig advies ontvangen van het Departement Omgeving APL Antwerpen. Het verzoek tot raadpleging, de rappels en de adviezen zijn opgenomen in bijlage. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

6 _GEINTEGREERD ADVIES 2 OVERZICHT ADVIEZEN 2.1 Provinciebestuur Antwerpen Inhoud Het advies van het provinciebestuur Antwerpen is gunstig met voorwaarden: Het provinciebestuur wijst op volgende vormelijke fouten: p.34: de categorieaanduiding van de waterlopen is niet correct: 3 categorie, moet 2 categorie zijn. Daarnaast is het 'dienst Waterbeleid' in plaats van 'dienst Integraal Waterbeleid'. Beide staan ook foutief vermeld in de bijlage waterstudie. Inhoudelijk gezien wordt niet akkoord gegaan met het voorstel om de waterloop midden door de waterbergingszone te laten lopen. Er is namelijk geen uitvoeringswijze mogelijk die een eenvoudig onderhoud van de waterloop mogelijk maakt. Er wordt in dit geval eerder een verlegging van de waterloop naar bijvoorbeeld de noordelijke rand van de waterbergingszone gesuggereerd, waarbij de uitgraving van de grond voor de waterberging ten zuiden van de waterloop zou gebeuren. Op die manier heeft de noordoever van de waterloop een gewoon steil talud, aansluitend op het huidige maaiveld, en heeft de zuidoever een flauw talud/winterbedding. Het is wel steeds de bedoeling om de bedding van de waterloop als een echte verdieping ten opzichte van de naastgelegen zone te beschouwen (zoals ook op de dwarsprofielen ingetekend is). Op deze manier kan de onderhoudsaannemer steeds aan de bedding voor onderhoud en ruiming, terwijl er ook op het huidige maaiveldniveau kan gereden worden. De landschapskaart van de provincie Antwerpen is een digitale databank (inclusief geodata) met gegevens over cultuurhistorische en ruimtelijk structurerende landschapselementen in de provincie. In het dossier kan nagegaan worden of er elementen uit het plangebied zijn opgenomen in de landschapskaart. De kaart is te raadplegen via de website van de provincie: Daarnaast moet in het dossier nagegaan worden welke buurt- en voetwegen zich in en in de nabije omgeving van het plangebied bevinden alsook of de realisatie van het RUP gepaard gaat/kan gaan met de erkenning en/of afschaffing, wijziging en verlegging van buurtwegen in de zin van respectievelijk hoofdstuk I en II van de Wet op de Buurtwegen van 10 april Verwerking De categorieaanduiding van de waterloop wordt aangepast op p. 31 onder en de term dienst Integraal Waterbeleid wordt vervangen door dienst Waterbeleid. In functie van het onderhoud van de waterloop zal in het RUP worden opgelegd dat eenvoudig onderhoud van de waterloop mogelijk moet zijn. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

7 _GEINTEGREERD ADVIES Op de landschapskaart van de provincie Antwerpen zijn volgende elementen aangeduid als cultuurhistorische en ruimtelijk structurerende landschapselementen in de buurt van het plangebied: Prinshoeve (bouwkundig erfgoed) Nieuwe nederzettingen (omliggend woonweefsel) Oudelandse Beek Dit zal toegevoegd worden bij de referentietoestand van de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. De buurt- en voetwegen uit de Atlas der Buurtwegen zullen in de screening toegevoegd worden onder de beschrijving van de referentiesituatie van de discipline mobiliteit. In het plangebied zelf bevinden zich geen buurt- of voetwegen. In de nabije omgeving van het plangebied maakt de Atlas melding van volgende wegen: Buurtweg n 5 (Gerardus Stijnenlaan / Prinshoeveweg) Voetweg n 76 Buurt- en voetwegen (bron: Geopunt) 2.2 Departement Omgeving APL Antwerpen Inhoud De screeningsnota maakt volgens het Departement Omgeving voldoende inschatting van de milieueffecten voor ruimtelijke ordening. Het Departement Omgeving heeft geen opmerkingen. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

8 _GEINTEGREERD ADVIES 2.3 Onroerend Erfgoed Antwerpen Inhoud Het Agentschap Onroerend Erfgoed Antwerpen heeft geen opmerkingen. 2.4 ANB Antwerpen Inhoud Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota. 2.5 Departement Landbouw en Visserij Inhoud Het Departement Landbouw en Visserij laat weten geen advies uit te brengen bij voorliggende screeningsnota. 2.6 Departement MOW Inhoud Het Departement MOW heeft geen opmerkingen. 2.7 Agentschap Wonen Vlaanderen Inhoud Het Agentschap Wonen Vlaanderen heeft geen opmerkingen. 2.8 VMM Inhoud Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij is gunstig met voorwaarden. Het project is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid indien rekening gehouden wordt met volgende voorwaarden: Met betrekking tot de overstromingsgevoeligheid van het gebied, verwijst de VMM naar het advies van de provincie Antwerpen Dienst integraal waterbeleid en de ontwerp startbeslissing van het signaalgebied; Het ontwikkelingsperspectief en de conclusie van de goedgekeurde fiche van het signaalgebied Hoekakker 1 dient vermeld te worden in de screening en in het RUP; Oppervlakkige infiltratie is mogelijk indien voor de dimensionering wordt rekening gehouden met de ruimte tussen de gemiddelde grondwaterstand en de overloop. De overloop dient boven de hoogst gekende grondwaterstand geplaatst te worden om drainage te vermijden; Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

9 _GEINTEGREERD ADVIES Verkeersintensieve bestrating dient bij voorkeur af te wateren naar een gracht of wadi langs de wegenis om infiltratie van hemelwatermogelijk te maken; In de screeningnota en de waterstudie wordt vermeld dat bij de bouw van een ondergrondse constructie van meer dan 5 meter en een horizontale lengte van meer dan 100 meter in type 1 gebied op de kaart met gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets er advies gevraagd moet worden aan de VMM. Dit is niet correct. Er moet altijd advies gevraagd worden aan de VMM in het kader van de watertoets bij dergelijke constructies. Dit is niet afhankelijk van de gevoeligheid van het gebied voor grondwaterstroming. Verwerking Er zal in de screening en het RUP verwezen worden naar het ontwikkelingsperspectief en de conclusie van de goedgekeurde fiche van het signaalgebied Hoekakker 1. Oppervlakkige infiltratie is mogelijk indien voor de dimensionering wordt rekening gehouden met de ruimte tussen de gemiddelde grondwaterstand en de overloop. De overloop dient boven de hoogst gekende grondwaterstand geplaatst te worden om drainage te vermijden. Dit wordt overgenomen in de screening onder (beoordeling van de milieueffecten voor de discipline grond- en oppervlaktewater) bij impact op verharde oppervlaktes. De alinea Verharde oppervlakten zoals voetpaden, parkings en inritten dienen bij voorkeur aangelegd worden in waterdoorlatende materialen en met waterdoorlatende funderingen, of af te wateren naar onverharde randzones. Verkeersintensieve bestrating, zoals toegangswegen komen hiervoor niet in aanmerking. Wordt vervangen door: Verharde oppervlakten zoals voetpaden, parkings en inritten dienen bij voorkeur aangelegd worden in waterdoorlatende materialen en met waterdoorlatende funderingen, of af te wateren naar onverharde randzones. Verkeersintensieve bestrating, zoals toegangswegen, dient bij voorkeur af te wateren naar een gracht of wadi langs de wegenis om infiltratie van hemelwatermogelijk te maken. De alinea : Het studiegebied valt in een gebied dat gevoelig tot zeer gevoelig is voor grondwaterstroming (type 1 en type 2 op de kaart 'gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets'). Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m én een horizontale lengte van meer dan 100 m, dient er in het kader van de watertoets advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. wordt vervangen door: Het studiegebied valt in een gebied dat gevoelig tot zeer gevoelig is voor grondwaterstroming (type 1 en type 2 op de kaart 'gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets'). Indien er een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m én een horizontale lengte van meer dan 100 m, dient er in het kader van de watertoets advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

10 _GEINTEGREERD ADVIES 2.9 Agentschap Wegen en Verkeer Inhoud AWV adviseert ongunstig. AWV oordeelt dat op vlak van mobiliteit er wel degelijk aanwijzingen zijn tot significant negatieve effecten. Dit vooral op gebied van kruispuntafwikkeling op de kruispunten N11/Het laar, N11/Oude Baan, N11/Prinshoeveweg. Deze kruispunten zijn al grotendeels verzadigd, bijkomende voertuigen vanuit de nieuwe verkaveling zullen nog grotere druk op de kruispunten en op de doorstroming langs de N11 veroorzaken volgens AWV. Daarnaast stelt het agentschap dat de typologie van de N11 voorrang heeft op de bovenvermelde zijstraten. Het kan dan zeker niet de bedoeling zijn om de lichtenregeling zo aan te passen met nadelige effecten op het verkeer van de N11 (ten voordele van de zijstraten), aldus AWV. Als aanbeveling is het volgens AWV vanzelfsprekend dat er maximaal wordt ingezet op duurzame verkeersmodi. Verwerking Naar aanleiding van het advies van AWV, wordt de screeningsnota aangevuld. Deze aanvulling omvat de verduidelijking, kadering en motivatie op de opmerkingen geformuleerd in het advies van AWV met betrekking tot het mobiliteitsaspect van het RUP Hoekakker Ekeren (waarvoor een MOBER werd opgemaakt Mobiliteitsstudie Hoekakker Ekeren, MINT) Planopties Wat betreft de planopties, wordt erop gewezen dat dit RUP louter een verfijning is van het Gewestelijk RUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen (afgekort GRUP AGGA) Het RUP Hoekakker bepaalt een maximaal programma voor het gebied dat overeenstemt met 25 woningen/ha. De minimale dichtheid die voor stedelijk gebied wordt vooropgesteld in het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV), bedraagt 25 woningen/ha. Met andere woorden : de ondergrens volgens het RSV wordt door de stad als maximum gehanteerd Verkeersafwikkeling Algemeen Op de N11 Kapelsesteenweg, nabij het plangebied, zijn de verkeersintensiteiten hoog en kan er zich wachtrijvorming voordoen. Dit wordt ook erkend in het MOBER. Het huidig functioneren staat in het MOBER beschreven op pagina 37 van het MOBER (bij Wachtrijmetingen en kwalitatieve observaties ). De huidige hoge verzadigingsgraad, vooral dan van het kruispunt N11 x Laar, komt ook in het MOBER naar voor. De theoretische verzadigingsgraad (volgens de formules Webster) voor dit kruispunt komt uit op 95% tijdens de ochtendspits (pagina 59 in het MOBER) voor de huidige situatie. Deze verzadigingsgraad is een indicatie voor belangrijke wachtrijvorming, wat ook bevestigd wordt op het terrein. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

11 _GEINTEGREERD ADVIES Significantiekader In functie van de beoordeling van de verkeersafwikkeling wordt een vergelijking gemaakt van de verkeersafwikkeling in de geplande situatie (realisatie van het plan) ten opzichte van de verkeersafwikkeling van de huidige situatie. De beoordeling wordt gemaakt op basis van een vergelijking van de verzadigingsgraad van de toekomstige met de huidige situatie. In het kader van de opmaak van milieueffectenrapporten (MERs) is er het richtlijnenboek voor de discipline Mens-Mobiliteit 1. In dit richtlijnenboek wordt op pagina 123 het significantiekader aangereikt voor de beoordeling van de verkeersafwikkeling op basis van de verzadigingsgraad. Dit is weergegeven in onderstaande tabel (uitsnede uit het richtlijnenboek): Beoordeling verkeersafwikkeling Voor de geplande situatie werd in het MOBER in functie van de verkeersafwikkeling, op de voornaamste kruispunten met de N11 Kapelsesteenweg (N11 x Laar, N11 x Oudebaan en N11 x Prinshoeveweg) een berekening gemaakt van de verzadigingsgraad. Net zoals in de huidige situatie, is de hoogste verzadigingsgraad terug te vinden aan het kruispunt N11 x Laar. In de geplande situatie blijkt de verzadigingsgraad 96% tijdens de ochtendspits (tabel 17 op pagina 61 in het MOBER). In vergelijking met de verzadigingsgraad van de huidige situatie is er een toename met 1%-punt (van 95% naar 96%). Ook tijdens de avondspits is er een toename van de verzadigingsgraad met 1%- punt (van 89% naar 90%). Volgens het significantiekader voorgesteld in het Richtlijnenboek MER Mens-Mobiliteit is deze toename aan verzadigingsgraad niet significant (score 0, zie bovenstaande tabel). De toename van de verzadigingsgraad is namelijk lager dan 5%-punt. Dit betekent dat de verkeersafwikkeling in de geplande situatie van eenzelfde kwaliteitsniveau zal zijn ten opzichte van de huidige situatie. Zowel in de huidige als in de geplande situatie is er sprake van belangrijke wachtrijvorming. Er zal tijdens de spitsmomenten een lichte toename zijn van de congestiekans. Deze toename is echter klein (toename van de verzadigingsgraad met 1%-punt) waardoor er volgens het significantiekader geen aanzienlijk effect is. 1 mobiliteit finaal.pdf Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

12 _GEINTEGREERD ADVIES Deze redenering geldt ook voor de andere beschouwde kruispunten. Voor elk kruispunt levert de toename van de verzadigingsgraad een score 0 volgens het significantiekader van het richtlijnenboek. Er is bijgevolg geen significant effect. Lichtengeregelde kruispunten N11 Kapelsesteenweg In het advies van Wegen en Verkeer Antwerpen wordt aangegeven dat het zeker niet de bedoeling kan zijn om de lichtenregeling zo aan te passen met nadelige effecten op het verkeer van de N11 (ten voordele van de zijstraten). Dit standpunt wordt bijgetreden in het MOBER (MOBER, onderaan pagina 61 en bovenaan pagina 62). De N11 Kapelsesteenweg is gecategoriseerd als secundaire weg type III. De weg heeft een belangrijke rol als verbindende en verzamelende weg voor het gemotoriseerd verkeer. De weg fungeert tevens als openbaarvervoersas. De zijstraten zoals Laar, Oudebaan en Prinshoeveweg zijn daarentegen lokale wegen type III. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de lichtenregeling aan de verschillende kruispunten prioriteit dient te geven aan de verkeersafwikkeling van de N11, eventueel ten koste van de verkeersafwikkeling op de zijstraten. In het MOBER op pagina 62 staat het is niet aangewezen de groentijd voor het Laar te verhogen ten kosten van de N11. Bij de aanbevelingen (hoofdstuk 7 in het MOBER) wordt dan ook niets vermeld wat zou wijzen op een groenverlenging in de lichtenregeling ten voordele van de zijstraten. Het MOBER bevestigt dus het advies van Wegen en Verkeer om de lichtenregeling niet aan te passen met nadelige effecten op het verkeer van de N11. De aanpassing van de lichtenregeling is ook niet nodig als milderende maatregel gelet op het feit dat het bijkomend verkeer geen significant effect veroorzaakt. Ook gelet op de bestaande problematiek van sluipverkeer doorheen de wijk, is het niet wenselijk om de groentijd voor de zijstraten te verhogen ten nadele van de N11. Dit zou de sluiproute net aantrekkelijker maken ten opzichte van de gewenste route langsheen de N Duurzaamheid Algemeen In hoofdstuk 7 van het MOBER worden verschillende aanbevelingen geformuleerd die voornamelijk tot doel hebben om duurzame verplaatsingswijzen te ondersteunen om zo de verkeersgeneratie te beperken. De aanbevelingen die betrekking hebben op het plan zijn ook verwerkt in het masterplan dat het uitgangspunt vormt van het project in kwestie. Vele van deze maatregelen hebben niet alleen impact op de vervoerswijzekeuze van de toekomstige bewoners van het plangebied, maar kunnen ook de vervoerswijzekeuze van de huidige bewoners van de wijk verduurzamen. In de eerste plaats heeft het plan betrekking op een verdichting van woonactiviteiten binnen een bestaand woonweefsel. Er worden ten behoeve van de ganse wijk lokale voorzieningen zoals een school, crèche, buurtwinkel, praktijkruimtes, voorzien. Door deze nabijheid kunnen verplaatsingen waarvoor nu de wagen wordt gebruikt, te voet of met de fiets gebeuren. Tevens wordt een uitgebreid trage wegennetwerk aangelegd die de wijk vlotter bereikbaar maakt met de fiets en te voet. Tevens komen er aanvullende voorzieningen zoals fietsenstallingen (zowel privaat als publiek), een servicepunt voor fietsen en een autodeelpunt. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

13 _GEINTEGREERD ADVIES Aanbevelingen en suggesties buiten het plangebied In het MOBER zijn ook aanbevelingen en suggesties geformuleerd buiten het plangebied maar die een positieve bijdrage kunnen leveren voor de verbetering van de mobiliteitstoestand van het plangebied en omgeving. Het gaat hier om flankerende maatregelen die op zich niet noodzakelijk zijn om een negatief mobilteitseffect van het project te milderen, daar het project op zich geen significant negatief effect heeft op de mobiliteitstoestand, maar die er toe strekken de algemene mobiliteitstoestand in de ruimere omgeving van het project te verbeteren. Er zijn concrete engagementen om verschillende van deze aanbevelingen of suggesties te realiseren. De Stad legt namelijk aan de ontwikkelaar een Stedelijke OntwikkelingsKost (SOK) op. Dit budget zal deels worden aangewend ter verbetering van de duurzame bereikbaarheid van de volledige wijk. Mobiliteitsingrepen die momenteel onderzocht worden met het oog op verdere realisatie zijn onder andere: Aankoop en plaatsing van fietsenstallingen ter hoogte van de winkels langs de N11 Kapelsesteenweg (Donk); Ongelijkvloerse kruising met de spoorweg richting fiets-o-strade Fietsverbinding tussen de Veltwijcklaan en de Statiestraat langs de westzijde van de spoorwegberm; Fietsverbinding tussen Bist en Prinshoeveweg langs de westzijde van de spoorwegberm in combinatie met de optimalisatie van de aansluiting met het fietspad De Oude Landen; Noord-zuidfietsverbinding tussen G.Stijnenlaan en het Laar door het gebied Laarhof (directe relatie met de Waghemansbrug); Heraanleg Prinshoeveweg tussen de N11 Kapelsesteenweg en de Pastoor Goetschalckxstraat ter versterking van de fietsrelatie. Ondertussen werd voor station Ekeren, op loopafstand van het plangebied, het treinaanbod tussen Antwerpen en Ekeren verhoogd. Tijdens de spits is er een piekuurtrein toegevoegd aan het aanbod waardoor er dan 3 treinen zijn per uur in plaats van de standaard 2 treinen per uur Sensitiviteitstoets Om de sensitiviteit en de robuustheid van de berekeningen te testen werd een herberekening gemaakt van de verzadigingsgraden van het kruispunt N11 Kapelsesteenweg x Laar voor 2 situaties: Duurzaam scenario: Verkeersgeneratie -10% De totale verkeersgeneratie van het plangebied zoals voorgesteld in tabel 9 van het MOBER (pagina 46) wordt met 10% verminderd. Dit kan bijvoorbeeld een weerspiegeling zijn van het succes van de duurzame maatregelen zoals hierboven beschreven. Robuustheidstest: Verkeersgeneratie + 20% De totale verkeersgeneratie van het plangebied zoals voorgesteld in tabel 9 van het MOBER (pagina 46) wordt met 20% vermeerderd. Dit is een robuustheidstest om af te toetsen of een hogere verkeersgeneratie van het plangebied dan initieel geraamd, aanleiding geeft tot een significante wijziging in de kwaliteit van de verkeersafwikkeling. Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

14 _GEINTEGREERD ADVIES Verkeersgeneratie -10% Onderstaande tabel toont de verzadigingsgraden van het kruispunt N11 x Laar in de veronderstelling dat de verkeersgeneratie 10% lager is dan geraamd. De maximale verzadigingsgraad tijdens de ochtendspits bedraagt 96%. Dit is 1%-punt hoger in vergelijking met de huidige situatie. Tijdens de avondspits is de maximale verzadigingsgraad 90%. Dit is eveneens 1%-punt hoger in vergelijking met de huidige situatie. De toename van de verzadigingsgraad is lager dan 5%-punt, wat weerom impliceert dat er geen significant effect is op de verkeersafwikkeling van dit kruispunt (volgens het significantiekader van het MER-richtlijnenboek). De verzadigingsgraad is gelijkaardig aan het basisscenario. Verzadigingsgraad ochtendspits R RD L N11 Kapelsesteenweg (N) 0% 86% 0% Laar 0% 96% 0% N11 Kapelsesteenweg (Z) 0% 56% 86% Verzadigingsgraad avondspits R RD L N11 Kapelsesteenweg (N) 0% 77% 0% Laar 0% 90% 0% N11 Kapelsesteenweg (Z) 0% 66% 81% Tabel 1: Kruispunt N11 Kapelsesteenweg x Laar (VRI): Toekomstige verzadigingsgraad verkeersgeneratie -10%: ochtendspits (boven) avondspits (onder) Verkeersgeneratie +20% Onderstaande tabel toont de verzadigingsgraden van het kruispunt N11 x Laar wanneer de verkeersgeneratie van het plan 20% hoger is dan geraamd. De maximale verzadigingsgraad tijdens de ochtendspits bedraagt 97%. Dit is 2%-punt hoger in vergelijking met de huidige situatie. Tijdens de avondspits is de maximale verzadigingsgraad 91%. Dit is eveneens 2%-punt hoger in vergelijking met de huidige situatie. Ook indien de verkeersgeneratie van het plan 20% hoger zou zijn dan geraamd, blijft de toename van de verzadigingsgraad op dit kruispunt beperkt. De toename van de verzadigingsgraad is lager dan 5%-punt, wat weerom impliceert dat er geen significant effect is op de verkeersafwikkeling van dit kruispunt (volgens het significantiekader van het MER-richtlijnenboek). Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

15 _GEINTEGREERD ADVIES Verzadigingsgraad ochtendspits R RD L N11 Kapelsesteenweg (N) 0% 87% 0% Laar 0% 97% 0% N11 Kapelsesteenweg (Z) 0% 57% 87% Verzadigingsgraad avondspits R RD L N11 Kapelsesteenweg (N) 0% 78% 0% Laar 0% 91% 0% N11 Kapelsesteenweg (Z) 0% 67% 82% Tabel 2: Kruispunt N11 Kapelsesteenweg x Laar (VRI): Toekomstige verzadigingsgraad verkeersgeneratie +20%: ochtendspits (boven) avondspits (onder) Synthese sensitiviteitstoets Zoals reeds in de sensitiviteitstoets van het MOBER beschreven staat, blijkt de verkeersafwikkeling (verzadigingsgraad) van het kruispunt N11 x Laar ongevoelig voor wijziging in de verkeersgeneratie van het plan. Zowel een lagere als een hogere verkeersgeneratie van het plan resulteert in een vergelijkbare verzadigingsgraad van het kruispunt. Zelfs wanneer de verkeersgeneratie van het plan 20% hoger is dan geraamd, blijft het afwikkelingsniveau van het kruispunt gelijkaardig aan de huidige situatie (score 0 volgens het significantiekader van het MER-richtlijnenboek). De beperkte impact van het plan op de verzadigingsgraad van het kruispunt N11 x Laar is niet onlogisch. De huidige intensiteiten die dit kruispunt verwerkt zijn namelijk vele malen hoger dan het extra verkeer dat het plangebied teweegbrengt op dit kruispunt (vergelijk druktebeeld pagina 33 ten opzichte van het extra verkeer van het plangebied op wegvakniveau op pagina 55 en 56 in het MOBER). Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

16 _GEINTEGREERD ADVIES 3 CONCLUSIE Aanvulling en aanpassing screeningsnota Op basis van de adviezen werd de screeningsnota als volgt aangepast : p.34: de categorieaanduiding van de waterlopen is niet correct: 3 categorie, moet 2 categorie zijn. Daarnaast is het 'dienst Waterbeleid' in plaats van 'dienst Integraal Waterbeleid'. Deze vormelijke fouten zullen worden aangepast. Er zal verduidelijkt worden dat onderhoud van de waterloop eenvoudig moet kunnen gebeuren. De relevante elementen uit de landschapskaart van de provincie Antwerpen zullen toegevoegd worden bij de referentietoestand van de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. De buurt- en voetwegen uit de Atlas der Buurtwegen die in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig zijn, wordt in de screening toegevoegd onder de beschrijving van de referentiesituatie van de discipline mobiliteit. Naar aanleiding van het advies van AWV, wordt de screeningsnota aangevuld. Deze aanvulling omvat bovenstaande verduidelijking, kadering en reactie op de opmerkingen geformuleerd in het advies van, met betrekking tot het mobiliteitsaspect van het RUP Hoekakker Ekeren (waarvoor een MOBER werd opgemaakt Mobiliteitsstudie Hoekakker Ekeren, MINT). Er zal in de screening en het RUP verwezen worden naar het ontwikkelingsperspectief en de conclusie van de goedgekeurde fiche van het signaalgebied Hoekakker 1. Onder (beoordeling van de milieueffecten voor de discipline grond- en oppervlaktewater) bij impact op verharde oppervlaktes zal worden opgenomen dat oppervlakkige infiltratie mogelijk is indien voor de dimensionering wordt rekening gehouden met de ruimte tussen de gemiddelde grondwaterstand en de overloop. In de screening wordt bijkomend opgenomen dat de bestrating bij voorkeur dient af te wateren naar een gracht of wadi langs de wegenis om infiltratie van hemelwatermogelijk te maken (eveneens onder beoordeling van de milieueffecten voor de discipline grond- en oppervlaktewater bij impact op verharde oppervlaktes ). In de screeningnota en de waterstudie wordt vermeld dat bij de bouw van een ondergrondse constructie van meer dan 5 meter en een horizontale lengte van meer dan 100 meter in type 1 gebied op de kaart met gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets er advies gevraagd moet worden aan de VMM. Dit is niet correct. Er moet altijd advies gevraagd worden aan de VMM in het kader van de watertoets bij dergelijke constructies. Dit is niet afhankelijk van de gevoeligheid van het gebied voor grondwaterstroming. Dit wordt aangepast in de screening onder beoordeling van de milieueffecten voor de discipline grond- en oppervlaktewater bij impact op grondwater ). Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

17 _GEINTEGREERD ADVIES 4 BIJLAGE 1: VERZOEK TOT RAADPLEGING + RAPPELS Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

18 Geïntegreerd advies: Bijlage 1 - verzoek tot raadpleging Van: Gitta Segers Verzonden: vrijdag 21 april :45 Aan: Ruimtelijkeplanning@provincieantwerpen.be; apl.ant@rwo.vlaanderen.be; antwerpen.oe@rwo.vlaanderen.be; Aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be; Adviesvraag.antwerpen@lv.vlaanderen.be; wegen.antwerpen@vlaanderen.be; Mer.Delijn.Ant@delijn.be; advies.departement@mow.vlaanderen.be; rup@rwo.vlaanderen.be; watertoets@vmm.be Onderwerp: FW: SCRPL RUP Hoekakker, Ekeren Van: Ruimtelijke planning Verzonden: vrijdag 21 april :43 Aan: Ruimtelijkeplanning@provincieantwerpen.be; apl.ant@rwo.vlaanderen.be; antwerpen.oe@rwo.vlaanderen.be; Aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be; 'Adviesvraag.antwerpen@lv.vlaanderen.be'; wegen.antwerpen@vlaanderen.be; Mer.Delijn.Ant@delijn.be; advies.departement@mow.vlaanderen.be; rup@rwo.vlaanderen.be; watertoets@vmm.be CC: Bratkowski, Raïssa <Raissa.Bratkowski@swecobelgium.be> (Raissa.Bratkowski@swecobelgium.be); Verlinden, Charlotte <Charlotte.Verlinden@swecobelgium.be> (Charlotte.Verlinden@swecobelgium.be); Ludo Lorrendopt; Gitta Segers; Kathleen Wens; Machteld Bosschaerts Onderwerp: SCRPL RUP Hoekakker, Ekeren Beste Er is een screeningsnota opgemaakt voor het RUP Hoekakker, Ekeren waarin er onderzocht is of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U kan de screeningsnota via volgende link vinden: mvyaw5nx21lci1zy3jlzw5pbmdfag9la2fra2vylnppca==&repro=cmvwcm9cx3dlymxldlwxnjqw&type=zip Als adviesinstantie heeft u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernemen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als aanzienlijk negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst MER die een beslissing zal nemen over de plan MER plicht. Als de dienst MER tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, wordt het plan ontheven van de plan MER plicht. Als de dienst MER echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan MER opgemaakt worden. Wij vragen u uw advies, per kerende mail, te bezorgen voor 22 mei 2017 (binnen de decretaal termijn van 30 dagen). 1

19 Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Gitta Segers Administratief Assistent Stad Antwerpen Bedrijf Stadsontwikkeling afdeling Ruimte Postadres: Grote Markt Antwerpen Kantooradres: Den Bell Francis Wellesplein Antwerpen tel ruimtelijkeplanning@stad.antwerpen.be gitta.segers@stad.antwerpen.be ***Disclaimer*** Dit bestand, met inbegrip van zijn eventuele bijlagen, is een officieel document van de Stad Antwerpen. Het kan vertrouwelijke of persoonlijke informatie bevatten. Als u deze boodschap per vergissing hebt ontvangen, verzoeken wij u om de afzender daarvan onmiddellijk per of telefoon op de hoogte te stellen en ze vervolgens van uw computer te verwijderen zonder de inhoud ervan eerst te lezen, te vermenigvuldigen, te verspreiden of op andere wijze openbaar te maken aan derden. De Stad Antwerpen kan op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke fouten of onnauwkeurigheden in dit bericht, noch voor verlies, ongemak of directe dan wel indirecte schade geleden ten gevolge van het gebruik van in deze voorkomende incorrecte informati 2

20 Geïntegreerd advies: Bijlage 1 - rappel Van: Gitta Segers Verzonden: maandag 22 mei :22 Aan: Ruimtelijkeplanning@provincieantwerpen.be; antwerpen.oe@rwo.vlaanderen.be; Mer.Delijn.Ant@delijn.be; rup@rwo.vlaanderen.be CC: Kathleen Wens Onderwerp: rappel adviesronde MER screening RUP Hoekakker, Ekeren. Beste Op 21 april 2017 vroegen wij u om advies in kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage (screening) voor het RUP Hoekakker, Ekeren. Zoals omschreven in de omzendbrief van 3 december 2007 van de Vlaamse overheid (LNE/2007) moet het advies bezorgt worden binnen de daartoe voorziene termijn van 30 dagen. Tot vandaag hebben we echter nog geen advies van u ontvangen. Volgens bovengenoemde omzendbrief inzake milieueffectbeoordeling van plannen en programma s moeten we ons verzoek van advies herhalen indien we na 30 dagen geen advies ontvangen hebben van de geraadpleegde instantie(s). Mogen wij u daarom vragen om, in het belang van het dossier, ons zo snel mogelijk uw advies, per kerende mail, te bezorgen binnen de 10 werkdagen. De omzendbrief vermeldt ook dat indien de advies verlenende instantie(s) hier niet op reageert het dossier mag ingediend worden bij de dienst MER. Alvast bedankt Gitta Segers Administratief Assistent Stad Antwerpen Bedrijf Stadsontwikkeling afdeling Ruimte Postadres: Grote Markt Antwerpen Kantooradres: Den Bell Francis Wellesplein Antwerpen tel ruimtelijkeplanning@stad.antwerpen.be gitta.segers@stad.antwerpen.be ***Disclaimer*** Dit bestand, met inbegrip van zijn eventuele bijlagen, is een officieel document van de Stad Antwerpen. Het kan vertrouwelijke of persoonlijke informatie bevatten. Als u deze boodschap per vergissing hebt ontvangen, verzoeken wij u om de afzender daarvan onmiddellijk per of telefoon op de hoogte te stellen en ze vervolgens van uw computer te verwijderen zonder de inhoud ervan eerst te lezen, te vermenigvuldigen, te verspreiden of op andere wijze openbaar te maken aan derden. De Stad Antwerpen kan op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke fouten of onnauwkeurigheden in dit bericht, noch voor verlies, ongemak of directe dan wel indirecte schade geleden ten gevolge van het gebruik van in deze voorkomende incorrecte informati 1

21 _GEINTEGREERD ADVIES 5 BIJLAGE 2: ADVIEZEN Geïntegreerd advies planmerscreening RUP Hoekakker versie september / 18

22 Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat bus ANTWERPEN T aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijf Stadsontwikkeling afdeling Ruimte Grote Markt Antwerpen uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 25/04/2017 SCRPL vragen naar/ telefoonnummer datum aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be april 2017 BETREFT: plan MER screening Onderwerp Gemeentelijk Rup Hoekakker te Ekeren/Antwerpen Datum van ontvangst Zie datum uw bericht van Situering Adres Hoekakker te Ekeren Aanvrager Naam Adres Stad Antwerpen Grote Markt 1 te Antwerpen Rechtsgrond Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving: Artikel decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 3, 3 besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's

23 Bespreking MER screening (discipline Biodiversiteit) Ons Agentschap heeft de screeningsnota doorgenomen en verwacht, voor wat onze materie en kennis betreft, geen aanzienlijke milieueffecten die de opmaak van een plan-mer rechtvaardigen. Conclusie 1 Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota. Wij doen momenteel geen verdere uitspraak over de eventuele planopties. De nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden dienen bij latere vergunningsaanvragen steeds getoetst te worden aan de ecologische waarden (biodiversiteit en fauna & flora), dit cfr. het geldende decretaal kader terzake (onder meer soortenbesluit, natuurdecreet en bosdecreet). Hoogachtend, Els Wouters Adjunct-Directeur Adviezen en Vergunningen Antwerpen 1 Het Agentschap voor Natuur en Bos spreekt zich enkel uit over de uitwerking van de discipline biodiversiteit en dus niet over de wenselijkheid van het plan/project voor natuur. pagina 2 van 2

24 Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat bus ANTWERPEN T aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijf Stadsontwikkeling afdeling Ruimte Grote Markt Antwerpen uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 25/04/2017 SCRPL vragen naar/ telefoonnummer datum aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be april 2017 BETREFT: plan MER screening Onderwerp Gemeentelijk Rup Hoekakker te Ekeren/Antwerpen Datum van ontvangst Zie datum uw bericht van Situering Adres Hoekakker te Ekeren Aanvrager Naam Adres Stad Antwerpen Grote Markt 1 te Antwerpen Rechtsgrond Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving: Artikel decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 3, 3 besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's

25 Bespreking MER screening (discipline Biodiversiteit) Ons Agentschap heeft de screeningsnota doorgenomen en verwacht, voor wat onze materie en kennis betreft, geen aanzienlijke milieueffecten die de opmaak van een plan-mer rechtvaardigen. Conclusie 1 Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota. Wij doen momenteel geen verdere uitspraak over de eventuele planopties. De nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden dienen bij latere vergunningsaanvragen steeds getoetst te worden aan de ecologische waarden (biodiversiteit en fauna & flora), dit cfr. het geldende decretaal kader terzake (onder meer soortenbesluit, natuurdecreet en bosdecreet). Hoogachtend, Els Wouters Adjunct-Directeur Adviezen en Vergunningen Antwerpen 1 Het Agentschap voor Natuur en Bos spreekt zich enkel uit over de uitwerking van de discipline biodiversiteit en dus niet over de wenselijkheid van het plan/project voor natuur. pagina 2 van 2

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39 Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit Dienst Ruimtelijke Planning Antwerpen - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoekakker ADVIES n.a.v. plan-mer-screening 1. Doel van het advies De raadpleging bij het onderzoek tot milieueffectrapportage is voorzien om de adviserende instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-mer-plicht van het voorgenomen plan (zie omzendbrief LNE/2007 Milieueffectbeoordeling van plannen en programma s van 1 december 2007). Huidig advies wordt uitdrukkelijk beperkt tot dit doel. Bijgevolg wordt de inhoudelijke ruimtelijke beoordeling van het voorgenomen plan door de deputatie slechts gedaan naar aanleiding van het advies dat zal worden verleend bij de plenaire vergadering, bedoeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Met huidig advies wordt dan ook op geen enkele wijze afbreuk gedaan aan de beoordelingsruimte die de deputatie zich voorbehoudt in zijn latere adviesverlening, voorzien door de VCRO (B.S. 20 augustus 2009). 2. Advies 2.1. Ruimtelijke ordening Het RUP moet verenigbaar zijn met het bestaand beleidskader. Op de plenaire vergadering zal nagegaan worden of het RUP in overeenstemming is met het RSPA en het GRS Waterbeleid p.34: de categorieaanduiding van de waterlopen is niet correct: 3 categorie, moet 2 categorie zijn. Daarnaast is het 'dienst Waterbeleid' in plaats van 'dienst Integraal Waterbeleid'. Beide staan ook foutief vermeld in de bijlage waterstudie. - Aangezien er nog geen (aanzet) tot grafisch plan is kan nog geen beoordeling meegegeven worden op hoe de behandeling van de waterloop en de waterberging in het binnengebied voorzien zullen worden. - Er wordt niet akkoord gegaan met het voorstel om de waterloop midden door de waterbergingszone te laten lopen. Er is namelijk geen uitvoeringswijze mogelijk die een eenvoudig onderhoud van de waterloop mogelijk maakt. Er wordt in dit geval eerder een verlegging van de waterloop naar bijvoorbeeld de noordelijke rand van de waterbergingszone gesuggereerd, waarbij de uitgraving van de grond voor de waterberging ten zuiden van de waterloop zou gebeuren. Op die manier heeft de noordoever van de waterloop een gewoon steil talud, aansluitend op het huidige maaiveld, en heeft de zuidoever een flauw talud/winterbedding. Het is wel steeds de bedoeling om de bedding van de waterloop als een echte verdieping ten opzichte van de naastgelegen zone te beschouwen (zoals ook op de dwarsprofielen ingetekend 1

40 is). Op deze manier kan de onderhoudsaannemer steeds aan de bedding voor onderhoud en ruiming, terwijl er ook op het huidige maaiveldniveau kan gereden worden Detailhandel In het dossier wordt gesproken over een mogelijke invulling met lokale voorzieningen met een vloeroppervlakte van grootte-orde 5.500m² (gemeenschapsvoorzieningen / voorzieningen van openbaar nut, kleinhandel, diensten, horeca, kleinschalige recreatieve voorzieningen en dergelijke.) Ter info: 5.500m2 is een ruime oppervlakte om in te vullen met functies gericht op het buurtniveau. Een grote supermarkt van ongeveer m² kan het lokale voorzieningenniveau overschrijden. Een supermarkt van het buurtwinkeltype heeft typisch een netto-vloeroppervlakte rond de 500m². Gemiddelde netto-oppervlakten voor kleinschalige supermarktformules in Vlaanderen (m²): Carrefour Express 275 Delhaize Proxy 590 Louis Delhaize 245 Okay Landschap en erfgoed De landschapskaart van de provincie Antwerpen is een digitale databank (inclusief geodata) met gegevens over cultuurhistorische en ruimtelijk structurerende landschapselementen in de provincie. In het dossier kan nagegaan worden of er elementen uit het plangebied zijn opgenomen in de landschapskaart. De kaart is te raadplegen via de website van de provincie: Buurt- en voetwegen In het dossier moet nagegaan worden welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden alsook of de realisatie van het RUP gepaard gaat/kan gaan met de erkenning en/of opening, afschaffing, wijziging en verlegging van buurtwegen in de zin van respectievelijk hoofdstuk I en hoofdstuk III van de Wet op de Buurtwegen van 10 april Daarbij dient in rekening te worden genomen dat het vaststellen van rooilijnplannen voor buurtwegen in geval van opening, wijziging en verlegging van buurtwegen gebeurt volgens de procedure voorzien in hoofdstuk III van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen en niet volgens de procedure voorzien in het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van rooilijnen. Een digitale atlas van buurtwegen kan worden gevonden op (enkel de aanduidingen op de analoge documenten hebben juridisch bindende kracht). Visum: Wim Lux Departementshoofd DREM 2

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50