VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. DE RAAD ZITTING Nr. 7

Transcriptie

1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING Nr. 7 INTEGRAAL VERSLAG Vergadering van vrijdag 23 februari 2018 Ochtendvergadering INHOUD BERICHTEN VAN VERHINDERING... 4 REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN... 4 REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE Voorstel tot wijziging van de artikelen 9, 10, 12, 13, 15, 16, 22, 23, 27, 29, 42, 51, 56, 59, 60, 61, 62, 63 en 69 van het Reglement van Orde van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (R.v.O., art. 73) Stuk 3 ( ) - Nr.2 Stuk 3B ( ) - Nr.5 Stuk 3B ( ) - Nr.6 Algemene bespreking... 4 Sprekers: René Coppens, verslaggever Bruno De Lille Jef Van Damme INTERPELLATIE (R.v.O., art. 62)... 5 van mevrouw Cieltje Van Achter tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende toekomstige investeringen in de Brusselse sportinfrastructuur Sprekers: Cieltje Van Achter Paul Delva Pascal Smet, collegelid

2 2 REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE Voorstel tot wijziging van de artikelen 9, 10, 12, 13, 15, 16, 22, 23, 27, 29, 42, 51, 56, 59, 60, 61, 62, 63 en 69 van het Reglement van Orde van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (R.v.O., art. 73) Stemmingen PERSONEELSSTATUUT VAN DE PERMANENTE DIENSTEN VAN DE RAAD VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE WIJZIGING Voorstel tot wijziging van bijlage III van het personeelsstatuut van de permanente diensten van de Raad Reglement van de Sociale Dienst Stemmingen SAMENGEVOEGDE VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art.60) Vraag om uitleg van mevrouw Annemie Maes aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de garanties voor organisaties met participatiedoelstellingen n.a.v. de politie-inval bij Globe Aroma - Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de politieactie bij Globe Aroma Sprekers: Annemie Maes Paul Delva Khadija Zamouri Cieltje Van Achter Hannelore Goeman Pascal Smet, collegelid VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art.60) van mevrouw Annemie Maes aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de barema s van BRUZZ Sprekers: Annemie Maes Pascal Smet, collegelid van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de Vlaamse projectoproep naschools openstellen van schoolsportinfrastructuur Sprekers: Paul Delva Jef Van Damme Pascal Smet, collegelid ACTUALITEITSDEBAT (R.v.O., art.61) Actualiteitsvraag van de heer Bruno De Lille aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de subsidiëring van een organisatie die gelinkt is aan de Turkse Milli Görüs salafisme beweging - Actualiteitsvraag van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de subsidiëring van de Université Européenne de Bruxelles Islam Faculteit Brussel als lokaal sociaal-cultureel werk - Actualiteitsvraag van mevrouw Cieltje Van Achter aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de subsidiëring aan Université Européenne de Bruxelles Sprekers: Bruno De Lille Paul Delva Cieltje Van Achter Pascal Smet, collegelid VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art.60) van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over de toepassing van het decreet lokaal sociaal beleid in Brussel Sprekers: Arnaud Verstraete Bianca Debaets, collegelid

3 3 van de heer Bruno De Lille aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, over de vergroening van de speelplaatsen Sprekers: Bruno De Lille Guy Vanhengel, collegevoorzitter van de heer Bruno De Lille aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, over de diversiteitsbarometer van UNIA en de kansenongelijkheid in het onderwijs Sprekers: Bruno De Lille Khadija Zamouri Liesbet Dhaene Hannelore Goeman Paul Delva Guy Vanhengel, collegevoorzitter BIJLAGEN TREFWOORDENREGISTER... 45

4 4 7 de vergadering Vergadering van vrijdag 23 februari 2018 De vergadering wordt om 9.06 uur geopend. OCHTENDVERGADERING Voorzitter: mevrouw Carla Dejonghe BERICHTEN VAN VERHINDERING De voorzitter: De heer Dominiek Lootens-Stael en de heer Johan Van den Driessche zijn verontschuldigd wegens ziekte. Mevrouw Els Ampe is eveneens verontschuldigd om familiale redenen. REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De voorzitter: Ik stel voor om, op vraag van collegelid Pascal Smet, het actualiteitsdebat over de subsidiëring van de Université Européenne de Bruxelles te laten aansluiten na de vragen om uitleg, gericht aan collegelid Pascal Smet. (Instemming) REGLEMENT VAN ORDE Voorstel tot wijziging van de artikelen 9, 10, 12, 13, 15, 16, 22, 23, 27, 29, 42, 51, 56, 59, 60, 61, 62, 63 en 69 van het Reglement van Orde van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (R.v.O., art. 73) Stuk 3 ( ) - Nr.2 Stuk 3B ( ) - Nr.5 Stuk 3B ( ) - Nr.6 Algemene bespreking De heer René Coppens, verslaggever (Open Vld): Voor deze technische aangelegenheid verwijs ik naar het uitstekende schriftelijke verslag. Ik dank de diensten voor hun schitterende medewerking. De heer Bruno De Lille (Groen): Ik stel vast dat het quorum niet wordt gehaald als mijn fractie deze vergadering zou verlaten. Het lijkt mij correcter om te wachten tot de heer Fouad Ahidar aanwezig is. Ik vind dit een principekwestie. Deze stemming aan het begin van de vergadering komt echter niet uit de lucht vallen. De heer Jef Van Damme (sp.a): De heer Fouad Ahidar heeft zich vergist van aanvangsuur, maar hij komt er aan. De voorzitter: Ik stel voor om de agendapunten met stemmingen uit te stellen. (Instemming.)

5 5 INTERPELLATIE (R.v.O., art.62) Toekomstige investeringen in de Brusselse sportinfrastructuur Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Vlaams Minister van Sport, de heer Philippe Muyters, heeft begin 2018 aangegeven dat de Vlaamse Regering 28 miljoen euro uittrekt om de ontwikkeling van bovenlokale sportinfrastructuur verder te ondersteunen. Deze financiering kadert in de decretale bepalingen van de Vlaamse Regering - het Sportdecreet - die werden opgesteld voor deze regeerperiode. Jaarlijks wordt er minimaal 5 miljoen euro voorbehouden voor sportinfrastructuur, maar in 2018 wordt het 28 miljoen euro. Met dit decreet zorgt de Vlaamse Regering voor een constructief en participatief beleid om de verouderde sportinfrastructuur nieuw leven in te blazen. We weten allemaal dat Brussel hierin een uitzonderingspositie bekleedt. Dat heeft vorig jaar al geleid tot het COOVI-project. Brussel kan daarnaast nog altijd aanspraak maken op een voorrangspositie voor een bedrag van 2,25 miljoen euro. Deze financiële hefboom kan een absolute meerwaarde vormen voor de verdere ontwikkeling van de sportinfrastructuur in Brussel. Het lijkt me daarom noodzakelijk dat de VGC ook dit jaar de mogelijkheden bekijkt om hierop in te tekenen. We hebben immers veel verouderde sportinfrastructuur en er is nood aan vernieuwing. Ik snap dat dit budgettaire gevolgen heeft voor de VGC en haar partners, maar het loont zeker de moeite om de mogelijkheden te bekijken. Naast het intekenen op Vlaamse middelen heb ik het collegelid al herhaaldelijk gevraagd of hij al de concrete noden van de Brusselse sportinfrastructuur in kaart heeft gebracht. Welke noden heeft de Vlaamse Gemeenschap in Brussel als het gaat over bijvoorbeeld de kinderen die naar onze scholen gaan en niet kunnen gaan zwemmen of over sportbeoefenaars die geen lokalen vinden? Er wordt altijd verwezen naar het sportkadaster. Daar lijkt echter iets mee aan de hand. Wat is de huidige status van de ontwikkeling van een eigen sportkadaster voor Brussel? Volgens de website perspective.brussels moest het sportkadaster er tegen 2018 zijn, maar ik vind het nergens terug. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er de trekker van, maar ik hoop dat de VGC ook participeert. Volgens perspective.brussels zal niet alleen in kaart worden gebracht wat er is, maar ook wat er nodig is. Dat is heel belangrijk voor de VGC zodat we op basis daarvan een beleid kunnen voeren. Is de VGC hierbij betrokken? Zal de VGC in 2018 andermaal intekenen op de Vlaamse financiële ondersteuning voor de Brusselse sportinfrastructuur? Een tijdje geleden werd gesproken over de renovatie van de zwembaden van twee Brusselse Vlaamse scholen. Werden daarvoor aanvragen ingediend? Liggen er mogelijkheden bij de bouw van de twee nieuwe secundaire scholen? Ik denk maar aan de bouw van een sporthal die ook door de buurt en de verenigingen in naschools verband kan worden gebruikt. De heer Paul Delva (CD&V): We sluiten helemaal aan bij de vraag van collega Cieltje Van Achter over de totstandkoming van het kadaster. Ik denk dat dat een eerste stap is die nodig is om te weten waar er prioritair moet worden geïnvesteerd. Maar ik grijp ook even terug naar

6 6 het meerjarenplan van collegelid Pascal Smet in verband met sport. Hierin zitten een aantal interessante elementen en die sluiten aan bij de vraag van collega Cieltje Van Achter, wanneer het gaat over meer sportinfrastructuur die opengesteld wordt voor de Brusselaars. Er zijn een aantal operationele doelstellingen die daar perfect bij aansluiten. Ik had graag van het collegelid geweten wat de stand van zaken daarvan is. Een van die doelstellingen is een maximale openstelling van de sportinfrastructuur die door de VGC zelf wordt beheerd. Dat heb je in eigen handen. Er moet niet met de andere partners worden overlegd. Een andere operationele doelstelling is een maximale ontsluiting van andere bestaande sportinfrastructuur. Hierbij vroeg ik mij af welke stappen het collegelid ondertussen al heeft gezet om ook dit tot een goed einde te brengen. Collegelid Pascal Smet: Om de noden in kaart te brengen - en ik vind ook dat dit gedaan moet worden - is een Brussels kadaster voor sportinfrastructuur onontbeerlijk. Met de opstart van het project voor dit kadaster in 2012, besliste de VGC om niet langer te investeren in haar eigen SPIN-databank, waarin de Brusselse sportinfrastructuur werd opgenomen. Je weet dat in het verleden de VGC dit gedaan heeft maar dat er in 2012 een beslissing werd genomen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat zij het Brussels kadaster gingen opstellen. Alleen heeft de ontwikkeling van het kadaster in samenwerking met de overige Brusselse overheden en een externe organisatie, helaas niet geleid tot een duurzaam en bruikbaar nieuw instrument, wat ik erg betreur en dit heb ik ook via mijn medewerkers laten weten aan de bevoegde gewestelijke staatssecretaris mevrouw Fadila Laanan. Hierdoor bestaat er momenteel geen up-to-date databank van de Brusselse sportinfrastructuur en is een analyse niet mogelijk. De VGC achtte het gedurende deze periode niet opportuun om verder te investeren in een eigen geïsoleerd systeem, maar pleitte voor een verdere uitbouw voor een centraal kadaster met allerlei koppelingen, ook naar Vlaanderen. De opmaak van het Brussels kadaster zal in 2018 een nieuwe doorstart kennen, onder meer op ons aandringen bij de Brusselse Regering om dit te positioneren bij Brussels Perspective, het gewestelijk expertisecentrum voor het Brussels grondgebied. In 2018 zal Brussels Perspective het nodige personeel aanwerven, althans dat is beloofd, om dit project uit te voeren. Eind 2017 vond al een overleg plaats tussen Brussels Perspective en de VGC-administratie. De VGC zal overigens ook, omwille van haar expertise, opgenomen worden in een begeleidingscommissie. In afwachting van de databank en de daaruit volgende analyse van de noden, kan de VGC wel aangeven dat er zeker noden zijn. Zo is onder meer de vraag naar sportzalen van voldoende grote afmeting om competitie te kunnen spelen, groot. Verschillende sportclubs botsen op hun limiet qua uitbreiding omdat men geen extra uren vindt in geschikte sportinfrastructuur. Ook naar voetbalterreinen is er een grote vraag. Dat er te weinig zwemwater is, is ook algemeen geweten. De VGC tracht zo goed mogelijk in te spelen op deze gekende noden in samenwerking met partners, maar zoals u weet zijn we niet zo n grote speler. Recent heropende het zwembad van de VUB na een renovatie en uitbreiding met een instructiezwembad. De totale kostprijs van dit project bedroeg 8 miljoen euro. Wij als VGC hebben daar 1,5 miljoen euro aan gegeven. Vlaanderen, via Sport, en collega Sven Gatz die dit heeft opgevolgd, euro. Dus de helft

7 7 Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): U weet wel hoe dat komt, u zat toen zelf mee in die regering. Collegelid Pascal Smet: Ik zeg ook hoe dit komt en ik weet ook wie er toen tegen was om meer te geven: uw partij! Ik wilde het niet zeggen, maar nu hebt u een kleine stommiteit begaan, denk ik, want nu dwingt u mij om iets te zeggen waarvan ik niet van plan was het te zeggen. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Er werden twee dossiers ingediend waarvan één niet goed was. Collegelid Pascal Smet: U hebt een kleine stommiteit begaan, nu dwingt u mij te zeggen wat er toen gebeurd is. Ik heb toen vanuit het Vlaams Brusselfonds extra middelen willen geven omdat collega Philippe Muyters niet stond te springen. Ik kwam er telkens op terug om meer te geven. Als ik mij niet vergis, heeft het gemeenteke Mortsel - ik noem dat een gemeenteke - voor een zwembad van dezelfde afmetingen, drie keer meer gekregen dan de VUB. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Maar er is een nieuw kader, een nieuw decreet. Wat houdt u tegen om een nieuw dossier voor een zwembad in te dienen. Collegelid Pascal Smet: Maar Mortsel grenst wel aan Edegem en raad eens wie er in Edegem woont? Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Het is een commissie, waar de minister zelfs niet in zetelt, die daarover beslist. Dat weet u ook. Brussel heeft een uitzonderingspositie gekregen dankzij Vlaams minister Philippe Muyters. Collegelid Pascal Smet: Zoals men het in het mooi Vlaams zegt: U heeft mijn bek opengebroken. We komen er later op terug. Ik wilde het niet zeggen, maar u hebt mij gedwongen. We proberen in te spelen op die noden. Ik heb net het voorbeeld van de VUB gegeven, maar er wordt ook ingegaan op de projectoproep naschoolse openstelling sportinfrastructuur van Vlaanderen, waar het in de vraag van de heer Paul Delva over gaat. Bij de eerste Vlaamse projectoproep in 2017 ging van het budget voor infrastructuurwerken, dat euro bedroeg, geen enkele euro naar een Brussels dossier. Voor exploitatie was er een budget van euro voorzien, waarvan er euro naar drie scholen ging. Dat is 5,2 %. De VGC bereidt in 2018 zelf geen nieuw project voor in het kader van het decreet voor bovenlokale sportinfrastructuur van de Vlaamse Regering. De financiële stimulans via het decreet bedraagt maximum 30% van de kostprijs van een bovenlokaal sportinfrastructuurproject. Dit wil zeggen dat de VGC zelf nog moet instaan voor minstens 70% van de middelen. In het geval van het ingediende en goedgekeurde Coovi-dossier legt Vlaanderen iets meer dan 1 miljoen euro bij, wat dus géén 30% is van de totale kostprijs, die 7 miljoen euro bedraagt. De VGC zal de andere 6 miljoen euro moeten financieren. Tegelijk zijn er ook vele projecten lopende, in samenwerking met de Brusselse scholengroepen, rond de openstelling van schoolsportinfrastructuur. Dat is een duidelijke beleidsoptie die dit College heeft genomen. We willen scholen en ook schoolsportinfrastructuur bouwen.

8 8 Buiten de schooluren is die schoolsportinfrastructuur beschikbaar voor de Brusselaars. Dat is de optie die wij genomen hebben en dat lijkt ook een heel belangrijke optie. We houden ook bij de architecturale ontwikkeling van de projecten, rekening met aparte ingangen, zodat de sportinfrastructuur los van de school kan uitgebaat worden. We zullen de vernieuwde sporthal in Koekelberg, op de Comenius-site, in 2018 in gebruik nemen. Daarnaast zullen tegen 2020 drie extra sportzalen kunnen opengesteld worden: de sportzaal van Campus Sport West, de sportzaal van de Gallait-site en het schoolsportcomplex Coovi. U kan niet zeggen dat we niets realiseren. We bouwen bijna per jaar een nieuwe sportzaal. Voor een kleine speler als de VGC is dat heel wat. Bovendien, bij de bouw van sportinfrastructuur in schoolgebouwen wordt steeds nagegaan of er een subsidieaanvraag bij de VGC kan ingediend worden. Maar u weet dat schoolsportinfrastructuur helaas wordt uitgesloten in de oproep rond bovenlokale sportinfrastructuur. Momenteel is er geen concrete subsidieaanvraag in voorbereiding. Zoals u zelf terecht al zei, met de budgettaire context en met prioriteiten op dat vlak moet ook rekening worden gehouden. We weten wel dat er plannen zijn van de VUB om bij één van de volgende rondes een dossier in te dienen voor de ondersteuning van een gevechtssportzaal. Voor ik nog iets toevoeg, wil ik op de eerste vraag van de heer Paul Delva antwoorden. Ja, al onze sportinfrastructuur is maximaal opengesteld. De sportdienst doet dat. Ik wil nog twee elementen toevoegen. In de eerste plaats, Brussel kent een uitzonderingssituatie. De situatie is al verbeterd door de tussenkomsten van mezelf, collega Sven Gatz en collega Guy Vanhengel. We hebben het geprobeerd, maar ik wil u vragen, door uw meer bevoorrechte relatie met Vlaams minister Philippe Muyters, dat u hem vraagt dringend werk te maken van de uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord. Daar staat namelijk in dat er uiteindelijk in Brussel een sportdomein gefinancierd door Topsport Vlaanderen komt. We zijn immers de enige provincie in Vlaanderen die geen eigen sportdomein heeft. Ikzelf, collega Sven Gatz en collega Guy Vanhengel hebben samen pogingen ondernomen en geprobeerd om collega Philippe Muyters te overtuigen om eindelijk te investeren in een Vlaams topsportdomein. We hebben voorgesteld dat niet enkel Vlaanderen financiert, maar dat de VGC ook middelen aanbrengt. We hebben ons voorts geëngageerd om vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook middelen op tafel te leggen. M.a.w. een co-financieringsproject met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de VGC, de Vlaamse Gemeenschap en eventueel een Brusselse gemeente of stad, om zo een Vlaams topsportcomplex te realiseren. Ik stel alleen vast dat we allemaal naar het einde van de legislaturen gaan en dat hierdoor niets van dit project in huis komt. Het zou veel beter zijn dat de Vlaamse Gemeenschap de middelen verenigt en dat we investeren in Brussel. Dat zou pas een statement zijn. Ik doe nogmaals de oproep, naar meerderheid en oppositie, waar we ook zitten, zij het in de Vlaamse Gemeenschap of in de VGC, om gezamenlijk de Vlaamse Gemeenschap te overtuigen om eindelijk, dat wat al vele jaren wordt beloofd, te realiseren in Brussel. Wij reiken onze Brusselse hand uit naar Vlaanderen. Ik wil u vragen om deze informatie over te maken in het kader van uw bijzondere functie in deze Raad. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Collegelid Smet, u bent echt ontroerend. Het is bijna niet te geloven. We zouden haast beginnen applaudisseren maar dat doen we natuurlijk niet. Er zijn enkele belangrijke punten. Via het nieuwe Vlaamse beleid worden meer dossiers gerealiseerd in vergelijking met de voorgaande periodes, toen er geen decreet was. Het gebeurde vooral à la tête du client en de situatie was ad hoc.

9 9 Vlaanderen is daarvan afgestapt en heeft een decreet gemaakt en middelen vrijgemaakt. Vlaanderen financiert voor 30% en 70% moet lokaal gefinancierd worden. Lokale gemeenten dragen ook een verantwoordelijkheid in het kader van sportinfrastructuur. Er kunnen ook lokale partners worden gezocht. Dat is een manier om een hefboom te creëren, waarmee veel meer projecten gerealiseerd kunnen worden dan wanneer Vlaams minister Philippe Muyters een budget ter beschikking had gesteld waarmee Brussel het moet doen. Door partnerships aan te gaan, kunnen veel meer projecten gerealiseerd worden. Die worden ingediend in Vlaanderen, die worden beoordeeld op hun dossier door een commissie en niet door de minister, die krijgen dan een rangschikking op basis van punten enzovoort. Het beste dossier krijgt het meeste geld. Dat lijkt mij een goed beleid, weg van het ad hoc-beleid, weg van het beleid à la tête du client. U weet ook dat daarnaar gekeken wordt in het kader van de Bloso-set, zoals in ons partijprogramma staat. Het is heel belangrijk om eerst de noden in kaart te brengen. Waar stropt het hier? Waar slagen we hier in Brussel niet in? U zegt het zelf. (Rumoer en opmerkingen) U vindt het niet nodig om in kaart te brengen wat er is en wat de noden zijn. Als je een goed dossier wil hebben, moet er een kadaster zijn. Ik heb kunnen lezen dat u daar al in 2005 naar vroeg. (Opmerkingen van de heer Jef Van Damme) Er is een Vlaams kadaster van sportinfrastructuur. Het zou heel goed zijn als de VGC ervoor zorgt dat er ook een link gemaakt wordt met het Vlaams kadaster van infrastructuur, zodat sportfederaties kunnen zien welke sportinfrastructuur er in Brussel aanwezig is. Vlaamse sportfederaties die nog niet aanwezig zijn in Brussel, kunnen ook naar Brussel komen en zien welke zalen er zijn met welke mogelijkheden. Dus ja, ik denk dat dat kadaster heel noodzakelijk is. En ja, het is echt ongelooflijk dat dat er nog steeds niet is en dat de noden nog steeds niet in kaart gebracht zijn. Mijnheer het collegelid, ik denk dat u een dubbel petje draagt. Ik denk dat u dit moet aanmoedigen bij staatssecretaris Fadila Laanan. Collegelid Pascal Smet: Dat hebben we gedaan. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Dan zal het hopelijk toch nog een beetje beter worden. Vlaanderen is namelijk ook wachtende partij om te weten wat, hoe en waar er iets is in Brussel. En neen, ze gaan niet zomaar beslissingen nemen à la tête du client. Ze gaan eerst kijken naar wat er is en welke noden er zijn. (Opmerkingen van de heer Jef Van Damme) Laat het collegelid Pascal Smet zijn werk doen. Ik hoop dat Perspective Brussels zich niet beperkt tot het Brussels niveau, maar dat het bevoegde collegelid er ook voor zorgt dat de link met de Vlaamse Gemeenschap aanwezig blijft. 22% van het Coovi-project wordt door Vlaanderen gedragen en de rest door de VGC. Niets weerhoudt het collegelid echter om ook nog andere partners te zoeken voor sportinfrastructuur. - Het incident is gesloten.

10 10 REGLEMENT VAN ORDE Voorstel tot wijziging van de artikelen 9, 10, 12, 13, 15, 16, 22, 23, 27, 29, 42, 51, 56, 59, 60, 61, 62, 63 en 69 van het Reglement van Orde van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (R.v.O., art. 73) Stuk 3 ( ) - Nr.2 Stuk 3B ( ) - Nr.5 Stuk 3B ( ) - Nr.6 De heer Fouad Ahidar (sp.a): Ik wil me excuseren, mevrouw de voorzitter. Ik had in mijn agenda genoteerd dat de vergadering aanving om 9.30 uur. Blijkbaar is er op het Uitgebreid Bureau, waarop ik niet aanwezig was, beslist om de vergadering te vervroegen. Ik heb respect voor deze Raad en wist echt niet dat de vergadering vroeger begon. Het is de eerste en hopelijk de laatste keer dat dit gebeurt. Stemmingen Het voorstel tot wijziging van de artikelen 9, 10, 12, 13, 15, 16, 22, 23, 27, 29, 42, 51, 56, 59, 60, 61, 62, 63 en 69 van het Reglement van Orde van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt unaniem aangenomen. Hebben ja gestemd: Fouad Ahidar, René Coppens, Stefan Cornelis, Bruno De Lille, Paul Delva, Liesbet Dhaene, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Annemie Maes, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Arnaud Verstraete, Khadija Zamouri, Carla Dejonghe De voorzitter: Het aldus goedgekeurde Reglement van Orde treedt in werking vanaf maandag eerstkomend. PERSONEELSSTATUUT VAN DE PERMANENTE DIENSTEN VAN DE RAAD Wijziging van bijlage III van het Personeelsstatuut van de Permanente Diensten van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Algemene bespreking De voorzitter: Aangezien niemand het woord vraagt, gaan we onmiddellijk over tot de stemming. Stemmingen De artikelen 3, 15, 16 en 17 worden zonder opmerkingen aangenomen. Bijlage III van het Personeelsstatuut van de Permanente Diensten van de Raad wordt eenparig aangenomen. Hebben ja gestemd: Fouad Ahidar, René Coppens, Stefan Cornelis, Bruno De Lille, Paul Delva, Liesbet Dhaene, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Annemie Maes, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Arnaud Verstraete, Khadija Zamouri, Carla Dejonghe

11 11 SAMENGEVOEGDE VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art.60) De politieactie bij Globe Aroma Mevrouw Annemie Maes (Groen): Op 9 februari 2018 vielen 20 politieagenten in het kader van een multidisciplinaire controle binnen bij de Brusselse vzw Globe Aroma op het moment van de opening van de tentoonstelling Carte de visite/artopenkunst. Daarbij vond tegelijk een controle van de vzw-wetgeving, een sociale inspectie en een controle door de dienst Vreemdelingenzaken plaats. Zeven aanwezigen die op dat ogenblik niet over de nodige papieren beschikten, werden opgepakt. De politie-inval zou kaderen in een bijzondere inspectie van de vzw-wetgeving in het kader van het Kanaalplan. Hierbij kan het arbeidsauditoraat samen met politie en sociale inspectiediensten op pad gestuurd worden om een zaak te onderzoeken. Het initiatief zou uitgegaan zijn van de Federale Gerechtelijke Politie. Uit het antwoord van federaal minister Jan Jambon in de Kamer blijkt echter dat de inval gebeurde in het kader van de Belfi-actie en dat het initiatief uitging van de lokale politie van de Stad Brussel. Globe Aroma is een professionele kunstenorganisatie en is erkend als sociaal-artistieke werkplaats binnen het kader van het Kunstendecreet. De collega s die er toen al waren, herinneren zich misschien nog dat we in het verleden op mijn initiatief een bezoek brachten aan Globe Aroma. We zagen toen dat deze vzw uitstekend werk verricht. Haar kerntaak is bouwen aan artistieke en culturele integratie samen met vluchtelingen. Daarvoor wordt ze structureel ondersteund door verschillende overheden, waaronder de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. De specifieke werking van Globe Aroma vraagt de nodige zorgzaamheid en laagdrempeligheid. Er wordt mensen niet naar hun papieren gevraagd. Het is een safe space, waar ideeën, talenten en zelfvertrouwen mogen groeien. Als die talenten hun weg vinden naar het publiek is er precisie nodig in het balanceren tussen het eerlijk vergoeden van de kunstenaar en de wettelijke middelen die daarvoor ter beschikking staan. De politie inval doet vragen rijzen bij andere organisaties die werken met vluchtelingen, mensen zonder verblijfspapieren en kwetsbare doelgroepen. In de eerste subsidieronde van 2018 in het kader van het Participatiedecreet ontvingen 22 organisaties een projectsubsidie voor een participatieproject ter bevordering van de actieve participatie van kwetsbare doelgroepen aan cultuur, jeugdwerk en sport. Opvallend daarbij is dat meerdere projecten net specifiek inzetten op nieuwkomers en vluchtelingen, zoals kunstz, Refu-Interim en Cinemaximiliaan. Deze organisaties vrezen nu dat hun projecten alvast ergens aan een zwarte lijst worden toegevoegd. Men is bezorgd dat zij binnenkort ook een bezoek van de sociale of fiscale inspectie onder het mom van een bijzondere controle van de vzw-wetgeving mogen verwachten. Het is niet de eerste keer dat culturele en sportieve initiatieven met een breed bereik in de Brusselse stedelijke diversiteit, ineens door agenten overvallen worden. Eerder dit jaar gebeurde het ook al bij twee sociaal-sportieve organisaties. Op 24 januari 2018 vielen politieen inspectiediensten rond halfvijf binnen bij de Brusselse Boxing Academy, bekend om

12 12 sportactiviteiten in probleemwijken. De inval gebeurde tijdens een les met 34 kinderen tussen 6 en 8 jaar oud. Veel culturele en sociaal-sportieve organisaties vrezen dat ze binnenkort verplicht zullen worden om bij hun deelnemers verblijfspapieren op te vragen en identiteitskaarten te controleren alvorens zij mogen deelnemen aan hun activiteiten. In een reactie zegt Vlaams minister Sven Gatz: "Het is niet de bedoeling dat cultuurhuizen of verenigingen de identiteit van hun bezoekers dienen na te gaan, noch dat de politie in het kader van een assistentie bij een sociale inspectie doelgericht overgaat tot het aanhouden of uitwijzen van mensen die geen geldige verblijfspapieren kunnen voorleggen." Op de actie kwamen reacties van u en Vlaams minister Sven Gatz. Jullie zeggen allebei dat het niet correct is wat daar gebeurd is. U zegt dat u de nodige uitleg vraagt en eist. Naar het voorbeeld van de Amerikaanse 'Sanctuary Cities' zou er met de politie en de Federale Regering afgesproken kunnen worden dat mensen zonder verblijfspapieren in bepaalde situaties met rust worden gelaten. De VGC, als subsidieverlener, kan de rol van bruggenbouwer tussen de organisaties, de politie en de Federale Regering spelen. Ze kan dergelijke afspraken zoals de Amerikaanse 'Sanctuary Cities' met de betrokkenen maken, zodat de werking van de organisaties veiliggesteld is en zodat de organisaties hun doelstellingen in het kader van het Kunstendecreet en het Participatiedecreet naar behoren kunnen behalen, met name het creëren van een safe space voor kwetsbare doelgroepen en het bevorderen van de integratie en participatie. Bent u op de hoogte van het doel van de politieactie bij de vzw Globe Aroma? Op welke feiten is de inval gebaseerd? Wat is de verantwoording van de timing, de omvang en de aard? Welke garanties kan de VGC, als subsidieverlener, geven aan de culturele en sociaalsportieve organisaties om dergelijke disproportionele politie-invallen bij Brusselse organisaties in de toekomst te vermijden? Welke maatregelen, zoals een gelijkaardige bescherming als de 'Sanctuary Cities', heeft de VGC genomen om de doelstellingen van de organisaties te garanderen in het kader van het Participatie- en Kunstendecreet? Heeft u om uitleg en overleg gevraagd aan de bevoegde ministers van de Federale Regering? Wat heeft dat overleg opgeleverd? Wat is het standpunt? De heer Paul Delva (CD&V): Mijn vraag gaat over dezelfde politieactie bij Globe Aroma. Collega Annemie Maes heeft duidelijk geschetst wat er gebeurd is. Ik wil opmerken dat Globe Aroma een organisatie is die ik enorm apprecieer. Ik volg de werking al lang, ook vanuit het Vlaams Parlement. Deze vzw wordt zowel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap als door de VGC. Ik vind dat deze vzw fantastisch werk levert in haar pogingen tot integratie van mensen, met name van mensen die willen werken aan artistieke projecten. Een element bleef tot nog toe wat onder de waterlijn, maar vind ik het toch belangrijk, namelijk dat die vzw blijkbaar op de fameuze Belfi-lijst terechtgekomen is. Dat is een lijst

13 13 van vzw s waarbij controles mogelijk zijn door de lokale politie, de federale politie en de inspectiediensten. Die lijst van vzw s werd daarna geïntegreerd in het Kanaalplan. Omdat de naam van vzw Globe Aroma op die initiële lijst stond van Belfi, die daarna geïntegreerd werd in het Kanaalplan, vond die inval plaats. Ik heb begrepen dat er een aantal instanties zijn, die ervoor kunnen zorgen dat een vzw op de Belfi-lijst komen te staan. Dat kan gebeuren op vraag van een arbeidsauditeur, van de procureur-generaal, van de federale politie, maar ook van de lokale politie. In het geval van Globe Aroma is het blijkbaar de lokale politie van Brussel die gevraagd heeft om die vzw op de lijst te zetten. Zoals we weten is het Kanaalplan gericht op vzw s die verdacht worden van drugshandel of radicalisering. Er is een systeem in gang gezet waarbij een vzw, die we steunen, die we kennen en appreciëren en waarvan wij weten dat ze goed werk levert, op een lijst is beland waardoor er een inval werd uitgevoerd, zoals die geschetst is door collega Annemie Maes. Mijn eerste vraag gaat daarover. Zijn er op die fameuze lijst, die behoort tot het Kanaalplan, nog vzw s die door de VGC en de Vlaamse Gemeenschap worden gesteund en waarvoor er een appreciatie is voor hun werking? Wat zal er worden gedaan om die vzw s van de lijst te halen? Dat is de kern van het verhaal. Ik begrijp dat de inval nooit had kunnen plaatsvinden, mocht de vzw niet op de lijst hebben gestaan. Zal de VGC op dat punt actie ondernemen? De inval heeft alleszins het werkveld aangegrepen. Mensen die er van dichtbij bij waren betrokken en het doelpubliek zijn erg geschrokken. De wijze van de inval was gespierd en vernederend, naar ik hoor. Zal de VGC het gesprek over de inval aangaan met de beleidsverantwoordelijken? Zal de VGC desgevallend zelf acties ondernemen hierrond? Welke contacten heeft de VGC en meer bepaald het collegelid al gehad met Globe Aroma naar aanleiding van het incident? Op welke manier kan de VGC de vzw verder ondersteunen? Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Ik dank de collega s voor hun vragen in verband met Globe Aroma en wil me daarbij graag aansluiten. Ik ken Globe Aroma als een organisatie die nobel werk verricht met de allerzwaksten en meest kwetsbare mensen in onze maatschappij. Ik vind het bijzonder schrijnend dat deze mensen werden overrompeld door controles die echt wel gewelddadig waren. Begrijp me niet verkeerd, controles kunnen wel degelijk. Alles hangt af van de manier waarop. Globe Aroma werkt via kunst en cultuur op een zeer laagdrempelige manier met nieuwkomers en vluchtelingen om ze te integreren en perspectieven te bieden. De vzw wordt hiervoor gesubsidieerd door de overheid. Het ging niet over een vzw die illegaal bezig is. Met de inval is een heel verkeerd signaal gegeven. Anderzijds wil ik er ook op wijzen dat de BBA, of Brussels Boxing Academy, die met kinderen uit de lagere school werkt, dus geen volwassenen, een gelijksoortige vernederende inval heeft meegemaakt in januari. Ook daar ging het om een gesubsidieerde organisatie. Ik ga de vragen van mijn collega s niet herhalen. Mijn vraag is wat de concrete reden was om binnen te vallen bij Globe Aroma? Was er een aanleiding? Werd de vzw van het een of ander

14 14 beticht? Misschien werd het collegelid daarvan niet meteen rechtstreeks geïnformeerd maar is hij dat toch onrechtstreeks te weten gekomen. Door de inval zijn andere organisaties ongerust geworden en verkeren ze in een staat van paraatheid. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat organisaties die werken met kinderen en jongeren vaak van allochtone origine en die dikwijls gestigmatiseerd zijn, hun activiteiten op een normale manier kunnen beleven? Wat mij bij de inval bij Globe Aroma het meest intrigeert - collega Annemie Maes heeft daar al op gewezen - is dat het initiatief blijkbaar uitging van de politie van de Stad Brussel. Toch is het niet helemaal duidelijk wie opdracht aan wie gaf. De ene steekt de fout op de andere. Collega Paul Delva heeft er ook naar verwezen. Graag had ik wat meer uitleg verkregen over wie de beslissing heeft genomen en waarom. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik sluit me graag aan bij het debat. Collega Paul Delva heeft het verhaal al geschetst. De inval had plaats in het kader van een Belfi-actie. Het is de procureur-generaal die de actie heeft bevolen, dus het gerecht die een optreden heeft gevraagd aan de politie. Hoe is die actie tot stand gekomen? Door aanwijzingen die de lokale politie van Brussel Stad heeft ontvangen waardoor het parket actie heeft bevolen? Als er aanwijzingen zijn, dan moet het gerecht optreden. Over hoe de inval uiteindelijk is verlopen, loopt nu een onderzoek bij het Comité P. Dat moet zijn werk doen en dan zal blijken wat er van aan is. Toch meen ik dat we voorzichtig moeten zijn met snelle verklaringen in de media. Zo worden nogal eens voorbarig conclusies getrokken. Ik ben zeker niet gewonnen voor vrijhavens. Dat kunnen we in onze maatschappij niet dulden. Ik hoor sommigen hier zeggen dat er een verkeerd signaal is gegeven. Ik ben daar niet zeker van. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Vindt u het kunnen dat men binnenvalt bij kinderen van 6 tot 8 jaar? Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Het ging om een gerechtelijke controle en in een rechtstaat moet het gerecht zijn werk kunnen doen. Collegelid Pascal Smet heeft in de media verklaard dat het om een doelbewuste intimidatie ging. Dat vind ik straffe taal. Ik vraag mij af of we de actie van de politie zo moeten framen en vraag me ook af of Globe Aroma daarmee gediend is. Ook in het Vlaams Parlement was er gisteren een hele discussie over de actie bij Globe Aroma. Velen zijn zich bij Globe Aroma gaan informeren. Het kan niet de bedoeling zijn de inval uit te buiten. Het Comité P zal zijn werk doen. En als er lessen moeten worden getrokken, dan moet dat gebeuren. Vrijhavens kunnen we niet dulden. Bij dat soort acties van de politie lijkt het me wel raadzaam rustig te reageren en niet te vlug te spreken over een doelbewuste intimidatie. Ik waarschuw voor voorbarige straffe taal.

15 15 Mevrouw Hannelore Goeman (sp.a): Ik dank de collega s voor hun vragen. Ik ben blij dat ik niet de enige ben die gechoqueerd was door de gewelddadige inval bij Globe Aroma. Ik heb deze week met de directeur gesproken die erbij was toen de politie langs kwam. Ik vind het machtsvertoon dat de politie heeft vertoond voor een zogenaamde reguliere controle, onaanvaardbaar. De verhalen die ik heb gehoord zijn schrijnend: mensen moesten de handen op het hoofd plaatsen, niemand mocht nog het gebouw verlaten, de politie trad hard op tegen een man die niet meteen zijn computer afsloot, gewoon omdat hij de vraag niet had begrepen, de man die het optreden filmde, werd geïntimideerd en gevraagd om de opname te wissen. Zeven mensen werden opgepakt en drie mensen zonder papieren zitten vandaag nog altijd vast. Uiteraard vind ik het geen probleem dat vzw s worden gecontroleerd. De mensen van Globe Aroma ook niet. Voor mij hangt alles af van de manier waarop. Ik heb wel vragen bij de manier waarop de politie te werk is gegaan bij Globe Aroma en bij de ware opzet van de actie. Mij lijkt het ongewoon dat een kleine vzw wordt gecontroleerd door een groep van om en bij de 20 agenten. Ik heb trouwens vernomen dat er maar 3 mensen heel kort de boeken zijn gaan inkijken, waarbij ik me dan afvraag waarom al dat machtsvertoon nodig was. Sterker nog, wat waren de echte motieven voor de razzia-achtige inval? Overigens is er ook een inval geweest bij de BBA zodat ik me begin af te vragen of organisaties worden geviseerd omdat ze werken met vluchtelingen, asielzoekers, kwetsbare doelgroepen. Welke organisatie komt er binnenkort in het vizier? Er is veel onduidelijkheid. Federaal minister Jan Jambon liet zich ontvallen dat de actie kadert in het Belfi-plan. Burgemeester Philippe Close van Brussel verklaarde in BRUZZ dat de organisatie Globe Aroma op veel vlakken niet in orde was, maar hij wist niet duidelijk te zeggen waarom ze op de Belfi-lijst was gekomen. Intussen is wel duidelijk dat Globe Aroma veel imagoschade heeft geleden. Het is een open centrum waar asielzoekers en vluchtelingen zich artistiek kunnen ontwikkelen. De organisatie is gesubsidieerd door de VGC en de Vlaamse Gemeenschap. Het is een brug tussen nieuwkomers en het cultuurlandschap. Vandaag is het vertrouwen van die nieuwkomers in de organisatie bijzonder geschaad. Globe Aroma heeft nochtans een ongelooflijk trackrecord om mensen te helpen om een plaats te vinden in de maatschappij. Haar integrerende en emanciperende functie staat vandaag absoluut op de helling. Mijn vragen liggen in het verlengde van de andere vragen die hier al zijn gesteld. Is het collegelid op de hoogte gebracht van de actie? Heeft hij uitleg gevraagd over de actie bij federaal minister Jan Jambon? Erkent het collegelid dat de maatschappelijke en integrerende rol van Globe Aroma is geschaad? Plant het collegelid verder overleg met zijn federale collega om ervoor te zorgen dat een correcte controle van de vzw s, die noodzakelijk is, niet gepaard gaat met buitensporig machtsvertoon zodat de integrerende rol van het Brusselse middenveld gevrijwaard blijft? Collegelid Pascal Smet: Allereerst wil ik zeggen dat ik op die bewuste vrijdag 9 februari 2018 ver weg was. Toen het nieuws over de actie bij Globe Aroma binnenkwam, zat ik namelijk in Kuala Lumpur waar ik een VN-conferentie bijwoonde over inclusieve steden. Op zaterdagochtend heel vroeg heb ik met mevrouw Els Rochette gebeld om uit eerste hand te vernemen wat er precies gebeurd was.

16 16 Mevrouw Hannelore Goeman heeft zojuist uitgelegd dat die inval bijzonder intimiderend overkwam. Aan mevrouw Cieltje Van Achter wil ik preciseren dat ik gezegd hebt dat het erop leek dat het intimiderend was, en niet dat het zo was. In het leven is het belangrijk, ook voor parlementsleden, om de nuances goed te begrijpen. Als je de omstandigheden hebt horen omschrijven, zoals ook door mevrouw Hannelore Goeman zojuist is gebeurd, dan kun je niet anders dan concluderen dat het erop lijkt dat de actie om een doelbewuste intimidatie ging. Het lijkt in elk geval zo, maar misschien klopt die inschatting niet en dan moet dat worden aangetoond. En daarin heeft mevrouw Cieltje Van Achter gelijk. Het Comité P moet onderzoeken of de actie correct is verlopen. Via Facebook heb ik meteen publiek laten weten en ik was de eerste politicus om te reageren dat de actie me intimiderend en doelbewust leek. Die mening ben ik vandaag nog toegedaan. Ik kan me natuurlijk vergissen. Het onderzoek zal het uitwijzen. Iedereen weet dat Globe Aroma een open kunstenaarshuis is waar professionele kunstenaars aan de slag gaan met nieuwkomers. Ik vind het belangrijk dat er sociaal-culturele organisaties zijn die zich inzetten voor nieuwkomers. Het is een ontmoetingsplaats in de brede zin van het woord. Bewoners, bezoekers, nieuwkomers: iedereen voelt er zich terstond thuis. Daarom heb ik destijds, toen ik nog Vlaams minister was, ook de nodige middelen vrijgemaakt om dit te ondersteunen. Ik ben ook heel blij dat Vlaams minister voor Cultuur, de heer Sven Gatz dit heeft voortgezet. In mijn hoedanigheid van Brussels minister steun ik het jarenlange werk van deze organisatie om een creatieve en veilige plek te creëren voor de meest kwetsbaren. Het probleem is dat dit werk in twee uur tijd in zijn essentie werd geraakt. Laat me echter wel duidelijk zijn: wat gecontroleerd moet worden, moet worden gecontroleerd. Hierover mag geen discussie bestaan. Ook een door de overheid gefinancierde vzw moet zich hieraan onderwerpen. Raadslid Hannelore Goeman wees er evenwel al op dat het vooral de wijze is waarop de controle plaatsvond die aanstoot opwekte. Er kunnen vragen worden gesteld bij de proportionaliteit. Er dient dus wel een en ander te worden uitgeklaard. Dit alles neemt echter niet weg dat deze creatieve en veilige plek, precies door de wijze waarop alles plaatsvond, in zijn essentie werd geraakt. In se is dat het grootste probleem. Vanuit de VGC krijgt Globe Aroma euro waarvan euro bestemd is voor hun project Cultuurlijn. Het doel is om bewoners van het Klein Kasteeltje en nieuwkomers via BON op een ontspannen manier kennis te laten maken met het artistieke aanbod in Brussel. De overige euro is voor kunstenwerk en -creatie. Verder ontvangt Globe Aroma ook vanuit Vlaanderen via het Kunstendecreet nog eens euro. Verder heeft ook de stad Brussel een convenant afgesloten met Globe Aroma. Zo hoest de stad hiervoor jaarlijks euro op. De middelen van Globe Aroma bestaan voornamelijk uit subsidies van 3 overheden. Zelf was ik niet op de hoogte van de inval. Tot op heden is mij niet duidelijk of het al dan niet om een politieactie in het kader van het Kanaalplan ging. Oorspronkelijk was gezegd dat dit wel het geval was. Ik heb daarom een brief gestuurd naar federaal minister voor Binnenlandse Zaken Jan Jambon. Net als u begrijp ik niet goed waarom en hoe net deze plek werd uitgekozen. Vlaams minister van Cultuur, de heer Sven Gatz, zal een overleg organiseren met de betrokken federale diensten. Ik ga ervanuit dat hij mij, als collegelid bevoegd voor Cultuur,

17 17 mee zal uitnodigen. Ik vind niet dat elke minister zelf nu apart in overleg moet gaan. Het is beter dat alles wat wordt gecoördineerd. Verder lijkt het me ook logisch dat het initiatief bij mijn Vlaamse evenknie, de heer Gatz, komt te liggen. Uiteraard zullen we ons hierbij aansluiten. Het is nu bijna twee weken geleden en eigenlijk weten we nog steeds niet wat het doel was van deze inval. We weten niet met 100% zekerheid wie de opdracht gaf. Het schijnt de politie van Brussel geweest te zijn. Onder welke omstandigheden heeft de politie van Brussel dit gedaan? Waarom? De controleurs hebben zich, naar verluidt, tijdens de inval niet gelegitimeerd. Voor zover ik weet, is er overigens géén proces-verbaal opgesteld. Misschien is dat inmiddels wel al gebeurd. Nogmaals: wat gecontroleerd moet worden, moet worden gecontroleerd. Er zijn echter vragen te stellen over de manier waarop het is gebeurd. Als het om een sociale inspectie ging, ging het wel om een bijzondere vorm van sociale inspectie. De boeken blijken minimaal gecontroleerd te zijn en er was een zeer grootschalige identiteitscontrole. Als er controle is in een restaurant en ik zit daar als klant te eten, word ik als klant meestal wel met rust gelaten. Als de sociale inspectie vermoedt dat er een probleem is in een restaurant, gaat men er meestal niet langs wanneer dat desbetreffende restaurant is volgelopen. Verder worden de klanten meestal niet met de handen op het hoofd op een rij gezet. Waarom gebeurde dit in Globe Aroma wel? Deze vraag moet iedereen eens goed laten doordringen. Als alles gebeurde in het kader van een sociale inspectie, waarom werden de boeken dan gewoonweg niet opgevraagd. Men ging wel na wie er al dan niet werkte en heeft alle klanten onder de loep genomen? In een restaurant doet men dat toch niet? In een hotel evenmin. Gasten worden er toch niet uit hun bed gelicht? Waarover precies ging het bij Globe Aroma wel? Bij deze kan men zich, mevrouw Van Achter, toch afvragen of het hier niet om intimidatie ging. Raakt men hier niet aan de essentie van de werking? Moet dit alles niet worden uitgeklaard? Ik bouwde heel mijn stelling in de voorwaardelijke wijze op. Ik heb vernomen dat Globe Aroma een klacht heeft ingediend bij het Comité P en dat Globe Aroma ook een jurist onder de arm heeft genomen. Verder ben ik bijzonder tevreden dat de hele culturele sector bezorgd en solidair is. Dit is dan toch het positieve aan heel dit verhaal. Tot nu toe heeft niemand dit al vermeld. Ik wil het dan toch even aanhalen. Elke negatieve zaak heeft ook iets positiefs. Het positieve bestaat er voornamelijk in dat de dynamische krachten van deze stad, zijnde de culturele, artistieke wereld en heel wat Brusselaars hebben gezegd dat ze een dergelijk optreden niet pikken. Zij zegden allemaal samen: Als Brussel zijn wij zo niet. Allemaal samen hebben zij deze boodschap uitgedragen en hebben ze solidariteit en verbondenheid getoond. Tot op heden heb ik nog géén ondersteuningsvragen in die zin gekregen. Als die zouden komen, ben ik uiteraard bereid om die, samen met Vlaams minister Sven Gatz, te bekijken. Ik wijs mevrouw Annemie Maes erop dat ik een verleden in de immigratieproblematiek heb. Ik ken deze materie door en door. Je kan niet zomaar stellen dat in onze stad alles mogelijk moet zijn. Er kan gecontroleerd worden; er moet gecontroleerd worden. Mensen die op het einde van een procedure zitten, die alle kansen hebben gehad en waarover men heeft beslist dat ze niet kunnen blijven, moeten inderdaad in menswaardige omstandigheden van het grondgebied worden verwijderd. Over het algemeen begrip van sanctuary cities moet worden gediscussieerd. De vraag is wat men hieronder verstaat. Daarover bestaat er nog heel veel onduidelijkheid. Als men zou stellen dat er in sanctuary cities plekken moeten zijn waar ook

18 18 mensen zonder papieren mensen kunnen zijn, ga ik akkoord. Ik heb deze stelling steeds onderschreven. Op dit vlak ben ik allesbehalve een softie. Ik heb echter altijd wel gevonden en dat stoort mij vandaag in het discours over de immigratieproblematiek enorm dat men asielzoekers, afgewezen asielzoekers of mensen zonder papieren op een of andere wijze is gaan ontmenselijken. Men reduceert hen tot objecten. In de geschiedenis van de mensheid is een dergelijke houding steeds faliekant afgelopen. Als element in de hedendaagse samenleving stoort mij dit mateloos. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): Er mag toch gecontroleerd worden? Collegelid Pascal Smet: Het mag hier dan nog om mensen zonder papieren gaan, het mogen illegalen zijn, het mogen afgewezen asielzoekers zijn: men moet hen steeds als mens blijven zien en behandelen. Voor alle duidelijkheid en nogmaals: ik vind dat zij, desnoods gedwongen, het land moeten verlaten. Laat daar geen twijfel over bestaan. Men moet dan ook kunnen aanvaarden dat er in een stad zoals Brussel plekken zijn waar mensen zonder verblijfspapieren momenten van rust en veiligheid moeten kunnen vinden. Dit moet mogelijk zijn. In het onderwijs hebben we dit effectief gedaan. Destijds heeft Luc Van den Bossche, toenmalig Vlaams onderwijsminister, duidelijk gesteld dat op basis van het kinderrechtenverdrag politiediensten in principe niet mogen binnenvallen in scholen waar kinderen zonder papieren zitten. Er moeten in Brussel effectief veilige plekken zijn. Hiermee ben ik het eens. Heel de stad kan echter niet als een veilige plek worden beschouwd. Op het einde van een procedure moet iemand wel gedwongen worden verwijderd van het grondgebied. Dit is nu eenmaal de essentie van ons systeem. Ik blijf hierbij. Hier mag geen onduidelijkheid over bestaan. Ik ben echter wel de mening toegedaan dat er afspraken moeten worden gemaakt zoals we dat hebben gedaan met scholen. In principe gaan we er trouwens ook van uit dat men niet binnenvalt in kerken of moskeeën. Er zijn immers altijd uitzonderingen mogelijk. Voor dergelijke plekken moet men respect hebben en is enige terughoudendheid op zijn plaats. In die zin kan Brussel wel een sanctuary city zijn. In Brussel moeten er wel dergelijk plekken van menselijkheid bestaan. Dit impliceert echter niet dat er geen mensen verwijderd kunnen worden. Samengevat heb ik heel duidelijk het gevoel dat de politieactie bij Globe Aroma Brussel in zijn ziel heeft geraakt. Heel wat mensen voelen dit ook zo aan. Getuige hiervan zijn de solidariteitsacties. Men moet altijd naar een evenwicht zoeken. Mijn antwoord was dan ook genuanceerd. Ik heb echter wel de stellige indruk dat dit evenwicht bij deze actie zoek is. Het onderzoek van het Comité P zal op dit vlak soelaas moeten brengen. Wat er bij Globe Aroma en de Brusselse boksclub BBA gebeurde, roept vragen op. Ik ben geen voorstander van boksen, maar de BBA haalt op een sportieve wijze agressie uit kinderen. Als dit allemaal goed wordt geleid, heeft het zeker zin om dit te doen. Ik heb de stellige indruk dat de politieactie veeleer intimidatie dan controle voor ogen had. In die zin zijn we als stad toch gekwetst. Hopelijk zal de waarheid helen. Ten slotte vind ik het niet correct dat de mensen van Globe Aroma nog steeds niet weten waarom ze werden gecontroleerd. Hierover tast men nog steeds in het duister. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik dank het collegelid voor zijn antwoord. Ik deel zijn analyse. Er heerst echter nog steeds onduidelijkheid. Over het waarom en de timing zijn er nog heel wat vragen. Vlak voor de opening van een tentoonstelling werden artiesten aangepakt. Dit alles is heel aangrijpend geweest.