VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie

1 STUK 691 ( ) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING NOVEMBER 2017 VRAGEN OM UITLEG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 29 november 2017 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Liesbet Dhaene, voorzitter, mevrouw Hannelore Goeman, de heer Arnaud Verstraete, Verontschuldigd: mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Khadija Zamouri 1524

2 - 2 - INHOUD 1. Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) - Vraag om uitleg van mevrouw Hannelore Goeman aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende het registratiesysteem van de Lokale Dienstencentra - Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over de projectoproep "outreachend werken naar gezinnen met een (zeer) lage werkintensiteit" 2. Regeling van de werkzaamheden

3 Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) Vraag om uitleg van mevrouw Hannelore Goeman aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende het registratiesysteem van de Lokale Dienstencentra Mevrouw Hannelore Goeman (sp.a): Lokale dienstencentra moeten, net als vele andere organisaties, beleidsplannen opmaken, de werking verantwoorden in jaarverslagen, enzovoort. Om dit correct te doen, registreren de dienstencentra de gegevens van de bezoekers, hun problemen en behoeftes, de deelname aan activiteiten en nog veel meer. Tot voor een paar jaar hadden de dienstencentra meestal elk een eigen registratiesysteem, dat ze zelf hadden gecreëerd. Sommigen deden dat nog op papier, andere in programma s als Acces of Excel. Maar in 2012 begon men plannen te maken om een uniform registratiesysteem te creëren voor de dienstencentra. De dienstencentra waren enthousiast: een uniform systeem voor alle dienstencentra zou een vooruitgang betekenen. Het zou de reële werking van de dienstencentra beter in kaart kunnen brengen, alsook de behoeftes van zowel de bezoekers als de centra zelf. Daar kwam bij dat de witte kassa ook voor de dienstencentra met een horeca-project, verplicht werd. Het plan was om die kassa te integreren in het registratiesysteem. Het systeem werd ook in Antwerpen met succes gebruikt, al was wel duidelijk dat dat gepaard ging met grote investeringen om een volledig systeem aan te kopen en voldoende technische ondersteuning te voorzien. De implementatie bij de Brusselse dienstencentra in 2013 ging niet zonder slag of stoot. Onze fractie heeft hierover meerdere vragen gesteld aan het collegelid. Het systeem werd maar niet helemaal operationeel en de nodige IT-ondersteuning was van bij het begin onvoldoende om het systeem naar behoren te laten functioneren. Ondanks de investering van financiële- en personeelsmiddelen, moeten we anno 2017 vaststellen dat het registratiesysteem wordt afgevoerd. Vandaar mijn vragen: Welke elementen hebben geleid tot de beslissing om het registratiesysteem volledig te schrappen? Op welke manier werden de lokale dienstencentra betrokken bij het nemen van deze beslissing? Op welke manier moeten de dienstencentra registreren om te voldoen aan de voorwaarden van subsidiëring van de VGC? Is er een nieuw systeem voorzien? De heer Arnaud Verstraete (Groen): In het verleden werd dit onderwerp inderdaad reeds aangekaart. Ik heb het collegelid ook al ondervraagd over de invoering van het registratiesysteem die niet vlot verliep. Maar ik werd vooral verrast toen ik de vraag van collega Goeman onder ogen kreeg.

4 - 4 - Is het inderdaad zo dat dit registratiesysteem wordt afgevoerd? Is dat definitief of gaat het over een uitstel omdat er moeilijkheden zijn? Er moet toch rekening gehouden worden met de inspanningen uit het verleden. Niet zomaar alles mag ineens worden weggegooid. Collegelid Bianca Debaets: Het oorspronkelijke doel van het uniforme plannings- en registratiesysteem was een planlastvermindering voor de lokale dienstencentra. De VGC heeft dat systeem destijds aangekocht op expliciete vraag van de dienstencentra en heeft het onder beheer van de BWR geplaatst. Al snel kwamen er een aantal moeilijkheden aan het licht die zowel technisch als organisatorisch van aard waren. Dat ging bijvoorbeeld over foutieve registratie, complexe gebruikershandleiding, té technische ondersteuning, enzovoort. Al die zaken hadden een averechts effect op het beoogde resultaat. Waar er gestreefd werd naar een planlastvermindering waren er negatieve effecten op de dagelijkse werking. Dat is absoluut niet de bedoeling. Door de firma Syx Automations, de ontwikkelaar van het registratiesysteem, werd er weliswaar opleiding voorzien voor het correct implementeren en gebruiken van het systeem. Maar deze opleiding voldeed niet aan de noden van de lokale dienstencentra. De mensen gaven aan dat het te complex was. Eén van de redenen is dat de lokale dienstencentra vaak doelgroepmedewerkers tewerkstellen, zoals artikel 60 ers. Het systeem bleek geen meerwaarde te bieden. In 2015 besliste de VGC om een budget te voorzien voor een halftijdse projectmedewerker binnen de BWR om de centra voor de implementatie van het systeem te ondersteunen. Maar ook dat bleek geen afdoende oplossing te bieden. Nog in 2015 richtte de VGC een werkgroep registratie op waarin verschillende centrumleiders zetelden. Op dit forum werden alle knelpunten en mogelijke oplossingen besproken. De werkgroep bracht begin 2016 ook een bezoek aan het Zorgbedrijf Antwerpen dat hetzelfde registratiesysteem in al haar dienstencentra installeerde. Dat systeem werkt daar wel goed, maar de situatie is moeilijk vergelijkbaar met Brussel. In Vlaanderen zijn de lokale dienstencentra immers ingebed in de OCMW s en zij kunnen bijgevolg gebruik maken van een bredere ondersteuning, inclusief wat betreft ICT. Ook de bijkomende oorspronkelijk niet in het bestek opgenomen witte kassa-module, bleek een niet verwaarloosbare extra kost voor de lokale dienstencentra die een sociaal restaurant hebben. Op basis van deze elementen besliste de VGC, in samenspraak met het Kenniscentrum Welzijn Wonen Zorg, om het contract met de firma Syx Automations te beëindigen. De lokale dienstencentra hebben uiteraard een rapportageplicht ten opzichte van zowel de Vlaamse Gemeenschap als de VGC, maar er worden noch in het uitvoeringsbesluit van het Woonzorgdecreet, noch in het VGC-reglement specifieke voorwaarden voor opgelegd. Een nieuw registratiesysteem is vandaag niet aan de orde. Wel is er, in de schoot van het structurele overleg tussen de VGC-administratie en de lokale dienstencentra, de nodige ruimte voorzien om te onderzoeken welke alternatieven er zijn om slim en eenvoudig te registeren.

5 - 5 - Mevrouw Hannelore Goeman (sp.a): Het mag inderdaad niet de bedoeling zijn om een planlastvermeerdering in te voeren. Ik vraag me af hoe complex dat systeem moet zijn als zelfs de opleiding al te complex is. Maar ik begrijp niet goed waarom dat in Antwerpen dan wel werkt. Collegelid Bianca Debaets: In Antwerpen zijn de lokale dienstencentra ingebed in het OCMW. Zij maken er gebruik van de ondersteuning van het OCMW dat over heel wat ondersteunende diensten beschikt, ook op IT-vlak. Mevrouw Hannelore Goeman (sp.a): In ieder geval stelt het me gerust dat alle beslissingen genomen zijn in overleg met de dienstencentra. Op dit ogenblik zijn ze op zichzelf aangewezen voor registratie. Is het een piste om te onderzoeken of het registratiesysteem op een of andere manier kan behouden worden? Het gaat immers over zeer veel geld. Het zou zeer spijtig zijn dat dit allemaal verloren zou gaan. Collegelid Bianca Debaets: Wanneer de mensen op het terrein zelf aangeven dat het systeem ten koste gaat van de dagelijkse werking, waarom zouden we hen dan verplichten om ermee te werken? Mevrouw Hannelore Goeman (sp.a): In de toekomst moet er goed nagedacht worden, want hier gaat het over de verspilling van een aanzienlijke som geld. Collegelid Bianca Debaets: Het systeem is ook in Vlaanderen aangekocht. Er is waarschijnlijk niets mis mee. Maar in Brussel is de situatie anders: er wordt vaak met doelgroepwerknemers gewerkt voor wie dat misschien te ingewikkeld is. - Het incident is gesloten *** Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over de projectoproep "outreachend werken naar gezinnen met een (zeer) lage werkintensiteit" De heer Arnaud Verstraete (Groen): De Vlaamse minister van Armoedebestrijding heeft een projectoproep gelanceerd voor projecten die outreachend werken naar gezinnen met een (zeer) lage werkintensiteit. De uiterste datum voor het indienen van projecten was zondag 22 oktober laatstleden. Ook de VGC kon voor Brussel projecten indienen. De focus van deze projectoproep ligt op gezinnen met een zeer lage werkintensiteit. Een persoon heeft een lage werkintensiteit wanneer die tussen 0-59 jaar oud is en in een gezin leeft waar de volwassen personen minder werken dan 20% van de potentiële werktijd tijdens het afgelopen jaar. Deze projectoproep is zeer toepasselijk op de situatie in het Brussels gewest. De zeer recente Welzijnsbarometer Brussels Armoederapport 2017 schetst voor de zoveelste keer een

6 - 6 - ontluisterend beeld van de Brusselse arbeidsmarkt: "Bij de Brusselaars die actief zijn op de arbeidsmarkt is bijna één op vijf (18 %) en bij de jongvolwassenen (jonger dan 25 jaar) meer dan één op vier (26 %) ingeschreven bij Actiris als niet-werkende werkzoekende (NWW). Een kwart van de Brusselse kinderen jonger dan 18 jaar (24 %) groeit op in een huishouden zonder inkomen uit werk." Dat laatste is voor mij de sleutelzin. Interessant aan deze projectoproep is dat hij zich richt op projecten die outreachend werken. Zoals de projectoproep het stelt, wordt gevraagd aan de hulpverleners om zich te verplaatsen naar de leefwereld van deze gezinnen en daar versterkend te werken. De projectoproep verwijst hiervoor onder meer naar het werk dat brugfiguren doen. Brusselse organisaties die willen inschrijven op deze projectoproep moeten op de betrokkenheid van de VGC kunnen rekenen om in aanmerking te komen. Heeft de VGC actief organisaties in het werkveld aangespoord om in te tekenen op deze projectoproep die zeer relevant is voor de Brusselse situatie? Welke organisaties hebben een aanvraag ingediend bij de VGC? Welke projecten worden vanuit de VGC gesteund voor deze projectoproep en waarom? Collegelid Bianca Debaets: Volgens de projectoproep waren de organisaties die een project indienden niet verplicht om de VGC hiervan op de hoogte te brengen of de inhoud van hun project af te stemmen met de VGC. De vzw s Buurtwerk Chambéry en Vrienden van het Huizeke lieten de VGC weten dat ze interesse hadden om een dossier in te dienen. Zij konden in hun aanvraag verwijzen naar een bestaande samenwerking met de VGC. Gezien de korte looptijd van de projectoproep 1 maand voor de opmaak van een gedragen, in nauw overleg met het werkveld opgemaakt dossier, inclusief administratieve voorbereiding kon de VGC geen echte trekkersrol vervullen. Om te vermijden dat er zich in de toekomst nog dergelijke situaties zouden voordoen en om beter te kunnen inspelen op toekomstige projectoproepen, richtte de VGC in oktober een schrijven aan de Vlaamse overheid met de vraag om al in een vroeger stadium betrokken te worden. De VGC zou op zijn minst moeten weten dat er een oproep zal komen, zodat de mensen op het terrein beter kunnen voorbereid zijn. We hopen dat hierop positief gereageerd wordt, zodat we in de toekomst een voortrekkersrol kunnen spelen of op zijn minst de organisaties op het terrein kunnen ondersteunen bij de opmaak van een project. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Uit het antwoord blijkt dat het niet nodig was om de VGC op de hoogte te brengen of om af te stemmen vooraleer een project in te dienen. Dat verrast mij enigszins. Verschillende organisaties lieten weten dat ze de VGC wel om een akkoord gevraagd hadden, maar dat ze nooit een reactie hebben ontvangen. Ze zouden er verschillende keren op aangedrongen hebben, zowel bij de administratie als bij het kabinet. Daar is toch wel een belangrijk misverstand ontstaan: men wachtte op een reactie, maar er kwam niets. Collegelid Bianca Debaets: Wat het kabinet betreft, heb ik geen weet van mails over dit onderwerp. Op mijn kabinet geldt het principe dat alle mails binnen een zeer korte termijn

7 - 7 - beantwoord moeten worden. Op de administratie zijn alleen vragen van Chambéry en Vrienden van het Huizeke binnengekomen. Aan beide organisaties is meegedeeld dat de VGC zelf heel laat op de hoogte was van de projectoproep en daardoor geen hulp kon bieden. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Maar u geeft aan dat het niet nodig was om samen te werken met de VGC. De verschillende organisaties hadden dus een dossier kunnen indienen. Heeft u dat ook laten weten? Collegelid Bianca Debaets: De projectoproep van de Vlaamse overheid was duidelijk: daar stond niet in dat er moest samengewerkt worden met de VGC. Er was dus geen enkele belemmering om een project in te dienen, maar de VGC kon geen ondersteuning bieden. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Er is dus een misverstand ontstaan. Het belangrijkste is evenwel de vraag of de ingediende projecten kans maken om geselecteerd te worden voor subsidie? Collegelid Bianca Debaets: De uiterste indiendatum was 22 oktober 2017 en ze maken uiteraard kans om geselecteerd te worden door de Vlaamse overheid. Of ze zullen geselecteerd worden, daar kan ik u niet op antwoorden. Ik ben niet op de hoogte of de minister al een beslissing genomen heeft. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Ik hoop dat we in de toekomst dergelijke misverstanden kunnen voorkomen, allereerst door de indienperiode lang genoeg te maken zodat de VGC ondersteuning kan bieden. Het was beter geweest dat de organisaties erop gewezen werden dat ze niet moesten wachten op een akkoord van de VGC. Het zou nog interessanter zijn mocht de VGC meer autonomie krijgen om middelen toe te wijzen. We moeten ophouden met de middelen te versnipperen en telkens energie te steken in dossiers voor nieuwe projecten. - Het incident is gesloten. 2. Regeling van de werkzaamheden Op vraag van mevrouw Brigitte Grouwels wordt de bespreking van de discussienota Zorg voor senioren met een migratieachtergrond ingepland in de kalender van de werkzaamheden. De commissie beslist om dit werkjaar 2 hoorzittingen te organiseren. Mevrouw An Dedry wordt uitgenodigd voor een uiteenzetting over Mantelzorg. De heer Herwig Teugels, directeur van het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg wordt gevraagd om de werking van het centrum toe te lichten. Er worden 3 terreinbezoeken aan woonzorgcentra gepland: 1 betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap, 1 erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en 1 gespecialiseerd in cultuursensitieve zorg.