VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie

1 STUK 576 ( ) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING JUNI 2015 SAMENGEVOEGDE VRAGEN OM UITLEG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 3 juni 2015 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Liesbet Dhaene, voorzitter, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Elke Roex, de heer Arnaud Verstraete Verontschuldigd: mevrouw Khadija Zamouri 1349

2 - 2 - INHOUD 1. Berichten van verhindering 2. Samengevoegde vragen om uitleg (R.v.O., art.60, 6b) - Vraag om uitleg van mevrouw Elke Roex aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen over de Brusselse Huisartsen Kring - Vraag om uitleg van mevrouw Liesbet Dhaene aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen betreffende de beslissing van de BHAK om toch in een tweetalige wachtdienst te stappen

3 - 3 - Voorzitter: de heer Arnaud Verstraete 1. Bericht van verhindering Mevrouw Khadija Zamouri is verontschuldigd voor deze vergadering. 2. Samengevoegde vragen om uitleg (R.v.O., art.60, 6b) - Vraag om uitleg van mevrouw Elke Roex aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over de Brusselse Huisartsen Kring - Vraag om uitleg van mevrouw Liesbet Dhaene aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de beslissing van de BHAK om toch in een tweetalige wachtdienst te stappen Mevrouw Elke Roex (sp.a): Zoals we allemaal weten hield de Brusselse Huisartsen Kring (BHAK) in maart een algemene vergadering waar een meerderheid werd behaald om de deelname van de BHAK aan het gemeenschappelijk wachtproject goed te keuren. Zo n honderdtal Nederlandstalige Brusselse huisartsen zullen samenwerken met hun Franstalige collega s in het gemeenschappelijk wachtproject Garde Bruxelloise Brusselse Wachtdienst (GBBW). Het is misschien zelfs verkeerd verwoord, want het zijn eigenlijk een honderdtal artsen die aangesloten waren bij de Nederlandstalige wachtdienst die zullen samenwerken met de artsen die aangesloten zijn bij de Franstalige wachtdienst. Misschien weet niet iedereen dat in beide groepen ook mensen zitten die een andere thuistaal hebben dan het Nederlands of het Frans. Er zijn zelfs Franstalige artsen die bij de Nederlandstalige wachtdienst zijn aangesloten en Nederlandstalige die bij de Franstalige wachtdienst aangesloten zijn. Waarom is dat zo? Omdat het aantal artsen, en dus ook het aantal wachtdiensten dat moet gepresteerd worden en het grondgebied waarin dat moet gebeuren veel zwaarder is langs Nederlandstalige kant. Verschillende artsen zijn daarover beginnen klagen. Ik herinner me de tijd toen ik klein was en een dokter werkte van 8 uur s morgens tot 10 uur s avonds en dan nog bijna elke nacht werd opgeroepen om naar mensen te gaan. Die tijd is voorbij. We hebben ook jonge vrouwen met gezinnen die op een andere manier dat beroep willen uitoefenen en terecht vragen om op een redelijke manier wachtdiensten te doen. Het GBBW-project streeft naar een herkenbaar, eenvormig wachtsysteem dat eerstelijnszorg verleent in het Nederlands en in het Frans. De pool van huisartsen zal na de toevoeging van de Nederlandstalige dokters bestaan uit maar liefst artsen. Wat mij betreft is dat een duidelijke stap voorwaarts, aangezien het aanbod van wachtdiensten een stuk overzichtelijker zal worden en men een betere service kan garanderen door de lasten van de wachtdienst te verdelen over meer artsen. Bovendien zijn er afspraken gemaakt over welke artsen mogen deelnemen aan de Nederlandstalige of Nederlandskundige pool. Het is zeker niet zo dat men een arts die geen Nederlands kent, zal afsturen op een Nederlandstalige patiënt. Er zijn garanties dat artsen, die naar Nederlandstalige patiënten gaan, voldoende Nederlands zullen kennen om die patiënten op een correcte manier te bedienen.

4 - 4 - Wat mij betreft, is dit een project dat alle steun en medewerking verdient. Samenwerken aan een uniforme en goed georganiseerde eerstelijnswachtdienst is een sine qua non om in de toekomst te kunnen tegemoetkomen aan de uitdagingen voor de eerstelijnsgezondheidszorg in Brussel. Zoals we allemaal weten is daar nog veel werk aan, want er gaan nog steeds teveel Brusselaars naar de spoeddiensten in plaats van de wachtdiensten op te roepen. Welke stappen heeft de VGC ondernomen om de transitie van de Brusselse Huisartsen Kring in het gemeenschappelijk wachtproject te ondersteunen en mee te helpen? Welke garanties en acties werden ondernomen op de Nederlandstalige zorgverlening voor de Vlaamse patiënten in Brussel? Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): Mevrouw Elke Roex schetst wel een heel rooskleurig beeld van deze samenwerking. Maar in de realiteit is er heel wat verdeeldheid bij de Nederlandstalige huisartsen over de samenwerking met de Franstalige huisartsenkring om de wachtdienst gemeenschappelijk te organiseren. Begrijp me niet verkeerd: niemand is tegen een samenwerking. Het klopt dat het moeilijk wordt voor de Nederlandstalige huisartsen om alleen op te draaien voor de wachtdiensten. Maar voor ongeveer de helft van de Nederlandstalige huisartsen biedt het samenwerkingsvoorstel te weinig garanties voor een Nederlandstalige dienstverlening. Dat zegt niet alleen de N-VA en dat zeggen niet alleen ongeveer de helft van de Nederlandstalige huisartsen in Brussel. Dat zegt ook de federale minister van Volksgezondheid Maggie De Block in een brief aan de Brusselse Huisartsen Kring. Hierin schrijft ze letterlijk: De 5 krachtlijnen van de hervormde wachtdienst bieden mijns inziens te weinige garanties op een gedegen kwaliteitsvolle verzorging in de eigen taal voor de Nederlandstalige patiënten in Brussel. Dat de Brusselse Huisartsen Kring in het voordeel van een samenwerking heeft gestemd, had nooit kunnen gebeuren als het RIZIV de regels voor de oprichting van een wachtdienst niet had gewijzigd. Overal elders in België is hiervoor een meerderheid van 70% vereist, maar in Brussel heeft het RIZIV eenzijdig beslist dat een gewone meerderheid volstaat. Het is duidelijk dat een meerderheid van 70% nooit zou gehaald worden op basis van de tekst van het gestemde samenwerkingsakkoord. Dat is een ramp voor de Nederlandstalige eerstelijnsgezondheidszorg in Brussel. Nu is er een wachtdienst die niet alleen in het Engels en het Frans diensten aanbiedt, maar ook garanties geeft op het vlak van het Nederlands. Die wordt afgeschaft en vervangen door een wachtdienst die te weinig garanties biedt op een Nederlandstalige dienstverlening. Het is ook een ramp omdat de afschaffing van de wachtdienst van het BHAK onrechtstreeks de sluiting van de enige Nederlandstalige huisartsenwachtpost, Terranova, tot gevolg zal hebben. Ik heb intussen vernomen dat er een taaltest zou gevraagd worden aan de huisartsen die zich Nederlandskundig noemen. Dat werd voordien zelfs niet noodzakelijk geacht. De GGC zou een taalpremie toegezegd hebben aan de huisartsen die slagen voor die taaltest. Maar dat is maar een doekje voor het bloeden, want de voorzitter van de Franstalige huisartsenkring heeft al opgeroepen om die testen niet te moeilijk te maken. Bovendien is die taaltest alleen van toepassing voor de huisartsen en tijdens de officiële wachturen. Noch op het niveau van het

5 - 5 - callcenter en noch voor het onthaalpersoneel en ook niet tijdens de weeknachten is het Nederlands gegarandeerd. Heeft de VGC contact gehad met de BHAK in het kader van deze fusie van de Nederlandstalige wachtdienst met de Franstalige wachtdienst? Kan de VGC hier een bemiddelende rol spelen, want er is een heel grote verdeeldheid binnen de BHAK? Vindt de VGC ook dat Terranova een waardevolle dienstverlening biedt aan de Vlamingen in Brussel? En is de VGC bereid om te helpen om het voortbestaan van deze Nederlandstalige wachtpost te garanderen? Zo ja, op welke manier? Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V): Ik sluit mij graag aan bij de bekommernissen en de vragen van vorige sprekers. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Alhoewel die redelijk tegenstrijdig waren. (gelach in de zaal) Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V): Toch denk ik dat de vragen die gesteld worden, een antwoord vereisen. We hebben inderdaad vernomen dat de buitengewone Algemene Vergadering van de BHAK akkoord zou gegaan zijn om samen te gaan met de Garde Bruxelloise Brusselse Wachtdienst om een herkenbare, eenvormige wachtdienst op te richten die eerstelijns zorgen verleent in het Nederlands en in het Frans. Alles zou via 1 centraal oproepnummer gecoördineerd worden. Huisartsen van wacht zouden raadpleegbaar zijn in een aantal wachtposten of kunnen zich verplaatsen naar de patiënt indien dat nodig is. Maar, ik zou toch graag even stilstaan bij wat vooraf is gebeurd en ook verwijzen naar de criteria van het RIZIV voor het oprichten van een nieuwe wachtdienst. Die criteria waren heel duidelijk: 70% van de leden van een huisartsenkring moest akkoord gaan. Het BHAK haalde vorig jaar inderdaad geen meerderheid: geen 70% van de leden ging akkoord om over te gaan tot een fusie met de Franstalige wachtposten. Ondertussen heeft het RIZIV de spelregels veranderd en is maar 50% van de leden nodig om te beslissen om een nieuwe wachtdienst op te richten. In maart van dit jaar was dit het geval op de algemene vergadering van de BHAK. Ik heb daar een vraag bij: bestaat dit systeem van 50% alleen voor Brussel of geldt dat elders in het land ook? Indien dat niet geval is, is er dan geen sprake van discriminatie? Waarom is er hier een verschil in behandeling van Brussel? De Nederlandstalige huisartsen van Brussel zijn zeker niet tegen een samenwerking met hun Franstalige collega s voor wachtdiensten. De onderhandelingen hiervoor zijn 3 jaar geleden opgestart. De BHAK heeft daarbij heldere voorwaarden geformuleerd. Heel belangrijk was de voorwaarde voor een Nederlandskundige coördinator. Op elk niveau in de wachtposten moest er ook een echte tweetaligheid zijn: van het onthaal tot bij de arts, en ook vanaf de opstart. Dus niet op termijn. Er was de vraag naar een paritair bestuur en een doorzichtige boekhouding. Dat laatste is niet onterecht, gezien sommige Franstalige wachtposten te kampen hebben met financiële problemen. Er mocht ook geen dispensarium gekoppeld zijn aan de wachtpost. Een dispensarium waar patiënten overdag terechtkunnen, gaat in tegen het principe van een vaste huisarts in de eerstelijnsgezondheidszorg. Dan was er ook nog discussie over de naamgeving: ook daar moet samen over beslist worden. Tot op vandaag zijn die voorwaarden niet vervuld.

6 - 6 - Ik heb ook het gerucht opgevangen over de brief van federaal minster van Volksgezondheid Maggie De Block aan de Brusselse Huisartsen Kring. Daarin stelt ze dat er onvoldoende garanties zijn voor het Nederlands in het fusieproject. Ze voegt er wel aan toe dat het de kring zelf is die hierin een beslissing moet nemen. Ik had willen weten of u hiervan op de hoogte bent en of dit klopt? Dat is toch een belangrijke bron die zou beweren dat de garanties voor het Nederlands nog onvoldoende zijn. Indien dit fusieproject plaatsvindt, zou ik willen weten wat dit betekent voor de BHAK. Wordt die kring dan verder erkend en betoelaagd? Door wie? Is dat dan een Vlaamse of een bicommunautaire erkenning? Hoe zal het College de kwaliteit van de Nederlandstalige gezondheidszorg in Brussel blijven ondersteunen? Als die wachtdienst bicommunautair wordt, zal men er dan voor zorgen dat de Nederlandstalige patiënten in het Nederlands worden behandeld vanaf de aanmelding in de wachtpost tot in het dokterskabinet? Zal het College dat blijven opvolgen en bewaken? Hoe wordt de kennis van het Nederlands van de artsen geverifieerd? Gelet op het belang van verzorging en gezondheid - ook in het Nederlands - moet de kwaliteit van de dienstverlening gemeten worden. Hoe zal dit gebeuren? Ook op het vlak van taal. Want taal is in Brussel een element van de kwaliteit van de gezondheidszorg. Is er een procedure voorzien voor patiënten om mee deze tweetalige wachtpost te beoordelen? Als het project gerealiseerd wordt, denk ik dat evaluatie noodzakelijk is. Is er een evaluatie voorzien? Dat zou al snel moeten gebeuren, zodat men na een half jaar, of toch zeker na een jaar, kan vaststellen hoe de realiteit in elkaar zit. Zal het College van de VGC hierbij betrokken worden? Als het project gerealiseerd wordt, wanneer zal deze integratie dan een feit zijn? Waar wordt dan de zittende wacht georganiseerd? Zal dat op 1 plaats zijn of op verschillende plaatsen? Hoe wordt de rijdende wacht georganiseerd? Worden de oproepen (reacties uit de zaal) Ik mag toch mijn vragen stellen? De voorzitter: Mag ik u vragen om af te ronden? Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V): Zijn er tijdsbepalingen voor vragen om uitleg? De voorzitter: Het Reglement van Orde voorziet inderdaad tijdslimieten. Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V): Wordt de arts thuis opgeroepen of moet hij aanwezig zijn in de wachtdienst? Ik zou graag wat inzicht krijgen in de werking van zo n wachtdienst. Is er een taxidienst voorzien? Hoeveel Nederlandstalige artsen zouden er deelnemen aan dit systeem? Zijn huisartsen verplicht om deel te nemen? Hoe zou deze nieuwe wachtdienst gefinancierd worden: bicommunautair, federaal of via de gemeenschappen?

7 - 7 - Heeft u weet van een mogelijk dispensarium? Zal dat bestaan? Hoe zal dat werken? Als algemene slotvraag zou ik willen weten welke garanties er zijn of dit nieuwe project beter is voor de Nederlandstalige patiënt dan het bestaande systeem. En natuurlijk ook voor de Nederlandstalige huisartsen. We mogen immers niet vergeten dat er intussen een aantal nieuwe Nederlandstalige huisartsen in Brussel gevestigd zijn. De absolute schaarste is afgenomen in vergelijking met een aantal jaren geleden. Behoort het nog tot de mogelijkheden dat die fusie van wachtdiensten niet doorgaat? Dat zijn aansluitende vragen. Collegelid Bianca Debaets: Ik zal proberen een gecoördineerd antwoord te geven op de 2 samengevoegde vragen. Allereerst is er de rol van de VGC in dat project. Uiteraard volgt de VGC de evolutie van dat project op. Maar het is de BHAK die de beslissing in alle onafhankelijkheid genomen heeft. De VGC heeft zich in deze, logischer wijs, afzijdig gehouden. Het was een interne beslissing. Noch mijn kabinet, noch de VGC-administratie heeft in dit proces een actieve rol gespeeld. Er zijn wel verschillende gesprekken geweest met de BHAK, die ons altijd op een heel correcte manier op hoogte heeft gehouden van de ontwikkelingen in hun organisatie. Ik wens toch te nuanceren dat het niet om een fusie van beide wachtkringen gaat. Het gaat over een samenwerking inzake de organisatie van een gemeenschappelijke wachtdienst. (opmerkingen van mevrouw Liesbet Dhaene). Dat zijn verschillende zaken. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): Er wordt wel een aparte vzw opgericht waarin de 2 huisartsenkringen partners zijn. (opmerkingen van collegelid Bianca Debaets) In het kader van een wachtdienst organiseren ze zich in een aparte vzw. Vennootschapsrechtelijk is dat anders. Collegelid Bianca Debaets: De activiteiten van de 2 huisartsenwachtposten in Brussel worden samengevoegd tot 1 tweetalige wachtpost met 1 nummer. Dit zal de zichtbaarheid en de toegankelijkheid voor de Brusselaars bevorderen. Deze samenwerking zal er ook voor zorgen dat heeft een vraagsteller onderstreept - dat er meer huisartsen zijn om de wachtdienst te verdelen. We weten dat het heel erg moeilijk wordt om een Nederlandstalige wachtdienst te organiseren omdat er gewoon minder Nederlandstalige artsen zijn. Er zijn er ook die overgestapt zijn naar de Franstalige dienst. Dat kan u gemakkelijk nagaan tijdens gesprekken met de betrokkenen. Het project moet ervoor zorgen dat de continuïteit in de hulpverlening verzekerd wordt. Het is nog wat voorbarig om in te gaan op de concrete modaliteiten. Momenteel werkt de werkgroep Garde Bruxelloise Brusselse Wachtdienst de modaliteiten uit die nodig zijn om de BHAK te laten deelnemen aan het project. Hetzelfde geldt voor de eventuele taalpremie. Dat is een piste waaraan een aantal mensen denken, om tweetaligheid bij huisartsen te stimuleren. Maar het is niet aan de VGC om dit te begeleiden of te sturen. Ik hoor dat men onder andere denkt aan het Huis van het Nederlands of SELOR.

8 - 8 - De streefdatum om de concrete modaliteiten af te ronden is begin Dan moet men zicht hebben op het concrete verloop. Als er een premie komt, wordt die betaald met de middelen van de GGC en neem ik aan dat de taalkennis zal getest worden. Dat kan enigszins tegemoetkomen aan de bezorgdheid van de kennis van het Nederlands. Ik vermoed dat dit de hoofdbekommernis is. Maar de tweetaligheid moet natuurlijk in beide richtingen gaan. Bij de GBBW zal steeds een tweetalige of een Nederlandskundige arts voorzien zijn voor de rijdende wacht en ook voor de centrale huisartsenwachtpost. De wachtpost wordt eveneens voorzien van een tweetalig onthaal. Hetzelfde geldt voor de telefooncentrale tijdens de officiële wachtmomenten. Ik heb vernomen dat de BHAK daarnaast nog steeds zelf een telefooncentrale wenst te behouden maar ik weet niet of dat een definitieve beslissing is die, zelfs buiten de wachturen operationeel zal zijn. De centrale zal tot doel hebben om vragen van Nederlandstalige patiënten te beantwoorden. Ik denk hier aan zorgvragen, mensen op weg helpen, en dergelijke meer. Wat betreft Terranova: dit is, zoals u weet, een aparte vzw waarmee de BHAK samenwerkt en aan wie zij disponibiliteitshonoraria toekent. Terranova zal volledig autonoom beslissen of zij al dan niet meestappen in dit samenwerkingsproject. Het is niet aan de VGC om tussen te komen in de interne processen van een vzw. In afwachting van die beslissing is er geen duidelijkheid of hun huidige RIZIV-financiering overeind blijft. Tijdens contacten gaf de vzw al aan dat de huidige financiering van euro per jaar te krap is om de werking te financieren. Zij geven aan dat ze om goed te functioneren over minsten euro per jaar zouden moeten kunnen beschikken. Het is een utopie te denken dat de VGC die middelen zou kunnen vrijmaken (Opmerkingen van mevrouw Brigitte Grouwels). Het College van de VGC zet wel in op flankerende maatregelen, zoals de rijdende wacht via taxidiensten. Ik heb vernomen dat het concept van die rijdende wachtdienst zou vervat zitten in het nieuw RIZIV-project. Dat is natuurlijk een goede zaak. We kunnen het alleen maar toejuichen als het RIZIV vindt dat het VGC-initiatief van rijdende wacht kan toegepast worden in andere grootsteden. Wat andere flankerende maatregelen betreft, moeten we zeker het Huis voor Gezondheid vermelden dat zeer waardevolle initiatieven uitwerkt als ondersteuner voor de eerstelijnsgezondheidszorg, in opdracht van de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel en mezelf. Op dit ogenblik werkt het Huis aan een zomerloket, waarbij het tijdens de vakantiemaanden zal proberen om een aantal pas afgestudeerde huisartsen naar Brussel te halen. Via dat loket zal informatie worden verspreid over ondersteunende maatregelen, netwerken en buurten waar er nood is aan Nederlandstalige huisartsen. Ook dat zal ertoe bijdragen dat het aantal Nederlandstalige huisartsen verhoogt. De voorzitter: Ik wens er even aan te herinneren dat mogelijkheid voor aanvullende vragen en repliek beperkt is tot de hoofdvraagstellers en het collegelid. De maximumtijd hiervoor is in het Reglement van Orde vastgelegd op 2 minuten. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Ik dank collegelid Bianca Debaets voor de nuances die ze heeft aangebracht.

9 - 9 - Het verhaal wordt nog al te vaak zwart-wit voorgesteld, terwijl het zeer genuanceerd is. We weten bijvoorbeeld dat veel Nederlandstalige huisartsen Franstalige patiënten hebben, die ook bij de Franstalige wachtdienst terechtkunnen, of die bediend kunnen worden door Franstalige artsen. We willen allemaal dat er garanties zijn voor Nederlandstalige patiënten zodat ze door Nederlandskundige artsen bediend worden, ook in het weekend en s nachts. Een ander punt is dat iedereen meestemt tijdens de algemene vergadering van het BHAK en dat artsen maar wachtdiensten moeten vervullen tot ze 60 zijn. Soms is het al te gemakkelijk om te stellen dat je de wachtdiensten alleen onder Nederlandstaligen moet verdelen, terwijl je zelf geen wachtdiensten meer moet presteren. Ik wil dat ook niet zwart-wit voorstellen, maar het geeft wel een genuanceerder beeld over de manier waarop gestemd wordt. Ik wil er ook op wijzen dat er binnen de BHAK een grote groep jonge Nederlandstalige artsen klaar stond om te vertrekken naar de Franstalige wachtdienst. Daardoor zou de facto een Nederlandstalige wachtdienst onmogelijk worden. In dit verhaal moeten we echt alle nuances aanbrengen en moeten we allemaal samen streven naar een goede tweetalige wacht met voldoende garanties om Nederlandstalige patiënten in het Nederlands te bedienen. Volgens mij is dat perfect mogelijk. Ik ben van mening dat Nederlandstalige patiënten vlugger zullen kunnen bediend worden, omdat de groep van Nederlandskundige artsen groter wordt in een tweetalige wachtdienst, terwijl een Nederlandstalige wachtdienst kleiner wordt. Ik wil het collegelid nogmaals vragen om dit nieuwe initiatief verder op te volgen en te ondersteunen, met de nodige bezorgdheid voor de Nederlandstalige patiënten, maar ook met het nodige optimisme om te laten zien dat een goede tweetalige dienstverlening in Brussel kan. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): Ik ben het er volledig mee eens dat iedereen achter een samenwerking stond. Maar de BHAK is echt in 2 gesplitst op basis van het akkoord dat voorgelegd werd en veel te weinig garanties biedt voor het Nederlands op alle niveaus. We komen hier tot een situatie waarbij de huidige Nederlandstalige wachtdienst waar je zeker bent om in het Nederlands te worden geholpen vervangen wordt door een wachtdienst waar die garantie niet bestaat. In de flowchart van de nieuwe wachtdienst lees ik het volgende: Is de eigen huisarts bereikbaar? Neen. Nederlandskundige arts van wacht in eerste lijn? Neen. Wens je een huisbezoek van een Franstalige arts? Neen. We hebben op dit ogenblik geen mogelijkheid om u te helpen. Einde. Dit kan gewoon niet. Het is inderdaad een genuanceerd verhaal. Het voorstel, zoals het nu op tafel ligt, biedt geen garanties voor een Nederlandstalige dienstverlening in de wachtdienst. Als zelfs de federale minister van Volksgezondheid dit expliciet bevestigt in een brief, dan denk ik dat niemand kan beweren dat dit een goede zaak is voor de Brusselse eerstelijnszorg, hoe mooi men het ook verwoordt. Dat is een zeer groot probleem. Ik begrijp dat de VGC niet bevoegd is (opmerkingen van collegelid Bianca Debaets). Het is wel schrijnend dat het gebouw waarin BHAK al meer dan 30 jaar gehuisvest was, verkocht werd door de VGC. De VGC heeft niet geprobeerd om ervoor te zorgen dat er een Nederlandstalige wachtdienst in Brussel blijft bestaan.

10 Collegelid Bianca Debaets: Ik kan daar weinig aan toevoegen, maar ik denk dat u de argumenten toch heel ver gaat zoeken. Een centraal punt organiseren kan je met de huidige stand van digitale technologische ontwikkeling vanuit verschillende plekken. Ik ben er echt van overtuigd dat dit op geen enkele manier heeft meegespeeld in de beslissing. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): We hebben vandaag een goed werkende Nederlandstalige wachtdienst en we gaan nu naar een wachtdienst waarvan het voor bijna iedereen duidelijk is dat ze onvoldoende garanties biedt op het vlak van het Nederlands. Iedereen ontloopt zijn verantwoordelijkheid: u bent niet verantwoordelijk, federaal minister Maggie De Block is niet verantwoordelijk, het RIZIV is niet verantwoordelijk alhoewel dit zonder het RIZIV nooit zou gebeurd zijn. Ongeveer de helft van de Nederlandstalige huisartsen is tegen. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Iets meer dan de helft is voor. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): De situatie is toch heel vreemd. Bij de eerste stemming mochten de HAIO s (Huisarts in opleiding) niet meestemmen. En bij de tweede stemming mochten de HAIO s plots wel allemaal meestemmen (opmerkingen van mevrouw Elke Roex). De regel van 70% werd destijds ingevoerd door de Orde van Geneesheren omdat zij van mening waren dat er voor de oprichting van een wachtdienst meer democratische legitimiteit nodig is dan een gewone meerderheid. Er is dus een reden dat er 70% gevraagd wordt. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Sommigen kunnen zich niet neerleggen bij het feit dat ze de zaak verloren hebben. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA): Ongeveer 49%! Voor een beslissing waar in de rest van België een meerderheid van 70% nodig is om een huisartsenwachtdienst op te richten. In Brussel is dat niet nodig omdat men wist dat men die 70% nooit zou halen, omdat er geen garanties zijn voor het Nederlands. Daarom heeft RIZIV zich hierin gemengd! Mevrouw Elke Roex (sp.a): Ik ken een partij die 30% haalt en denkt dat ze daarmee heel Vlaanderen representeert. (opmerkingen van mevrouw Liesbet Dhaene).