Definitief FAUNAFONDS. Bestuursvergadering 5 december 2012 te Nijkerk. Verslag van de 148 e vergadering

Transcriptie

1 Definitief FAUNAFONDS Bestuursvergadering 5 december 2012 te Nijkerk Verslag van de 148 e vergadering Aanwezig: Leden: Secretaris: Adviseur EL&I: Adviseur IPO: Coördinator Faunazaken: Notulist: G.J. Jansen, W.A.P. van der Klift, J.H.M. Schellekens, J.J.T. Teeuwisse, A.G. Dijkhuis, P. de Koeijer, P.L. Sterkenburgh, R.P.B. Foppen, C.W. Ripmeester H. Revoort M.J. Jenniskens P. Spapens H.G. Engberink P.B. Thiemann (later) 1.1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en verwelkomt de aanwezigen. Hij deelt mee dat de heer Thiemann met het openbaar vervoer komt en heeft laten weten een half uurtje later te zullen arriveren Mededelingen Stand van zaken financiën. De provincies hebben bij brief van de directeur van het bureau Vitaal Platteland van het IPO laten weten in te stemmen met de begroting 2013 van het Faunafonds. De heer Spapens licht toe hoe de besluitvorming omtrent de goedkeuring van de begroting binnen het IPO is verlopen. Belangrijk is ons te realiseren dat de colleges van gedeputeerde staten moeten wennen aan de wijze van begroten binnen het Faunafonds. Hierdoor ontstaat automatisch vertraging in de aanpak om tot goedkeuring van de begroting te komen. Het bestuur stelt met voldoening vast dat de provincies thans instemmen met de begroting 2013 van het Faunafonds. De opmerkingen die de heer Beukema in zijn brief maakt zullen onderwerp van gesprek zijn met de delegatie van gedeputeerden begin volgend jaar. Nu het IPO akkoord is zal naar verwachting ook de Minister/Staatssecretaris van EZ de begroting goedkeuren. De goedkeuring door EZ moet wel bij brief worden bevestigd om het Faunafonds in staat te stellen rechtmatig betalingen uit te kunnen voeren in De heer Spapens deelt mee dat er een portefeuillewisseling binnen de BACVP heeft plaatsgevonden. De nieuwe voor het Faunafonds verantwoordelijke gedeputeerden zijn Bert Gijsberts (Flevoland) en Johannes Kramer (FR), mogelijk nog aangevuld met een gedeputeerde uit Zuid-Holland. Mevrouw Jenniskens geeft aan dat de Staatssecretaris heeft ingestemd met een kennismakingsgesprek met een delegatie van het Faunafondsbestuur in de eerste drie maanden van G7: de heer De Koeijer deelt mee dat gisteravond een gesprek heeft plaatsgevonden tussen de G7 en een delegatie van de verantwoordelijke gedeputeerden. Vandaag zal een tekst worden opgesteld die morgen aan de BACVP ter besluitvorming zal worden voorgelegd Verslag bestuursvergadering 7 november 2012 De heer Spapens vraagt aandacht voor het feit dat in de toekomst bij afspraken als zijn gemaakt 1

2 met de Wadvogels ook de betrokken provincie in dat geval bij de besluitvorming moet worden betrokken. Mevrouw Jenniskens deelt mee dat Staatssecretaris Verdaas heeft gekeken naar het ontwerp van de nieuwe Natuurbeschermingswet. Mogelijk leidt dit op termijn tot aanpassingen van het wetsontwerp. Het verslag wordt met inachtneming van deze opmerkingen onder dankzegging van de notulist vastgesteld Activiteitenlijst Wordt doorgenomen en waar nodig bijgesteld. 3. Ingekomen en uitgegane stukken De heer Dijkhuis vraagt naar aanleiding van de brief over de specificatie van de voor het Faunafonds bestemde bijdragen van de kooikers- en valkeniersakten of er ook een dergelijke specificatie bestaat van de voor het Faunafonds bestemde bijdragen van de hoofdakten of wel de jachtakten om met het geweer te mogen jagen. De secretaris deelt mee dat een dergelijke specificatie niet bestaat omdat vanaf de start van het Faunafonds voor deze afdrachten wordt gewerkt met een vast lumpsum bedrag van per jaar. 4. Bestuurlijke zaken 4.1. Transitie van kasstelsel naar baten en lastenstelsel Met ingang van 1 januari 2013 is de provincie Utrecht voor een periode van één jaar aangewezen als verrekenprovincie voor onder meer het Faunafonds. Dit betekent dat het Faunafonds niet langer wordt gefinancierd uit gelden afkomstig van Economische Zaken maar via het Provinciefonds financiële middelen ter beschikking zal krijgen. Van de zijde van het IPO is aangedrongen op een stelselwijziging, inhoudende een overstap van het kasstelsel naar het baten en lastenstelsel. Omdat hierover binnen het secretariaat nog weinig bekend is, is de accountant van het Faunafonds gevraagd de gevolgen van de transitie van het kasstelsel naar het baten en lastenstelsel op een rij te zetten. Over de memo die de accountant heeft opgesteld wordt gediscussieerd, waarbij onder meer de volgende punten aan de orde komen. Opgemerkt wordt dat de accountant heeft benadrukt dat de stelselwijziging een impact op de financiële administratie van het Faunafonds zal hebben. Omdat de financiële administratie complexer zal worden, zal dit extra werk met zich meebrengen. Van belang hierbij is dat sprake zal moeten zijn van een goede interne achtervang. In dit kader wordt aangegeven dat de huidige secretaresse van het Faunafonds interesse heeft, om werkzaamheden op het gebied van de financiële administratie uit te gaan voeren. De huidige werkzaamheden van de secretaresse, met betrekking tot de afhandeling van bezwaar- en beroepschriften, worden, gelet op het bestuursbesluit tot instelling van de Afdeling Bezwaar en Beroep Faunafonds, minder. Door de medewerker financiële zaken en de huidige secretaresse zullen wel een aantal (boekhoud)cursussen moeten worden gevolgd alvorens zij over voldoende kennis beschikken om met het baten en lastenstelsel te kunnen werken. Door de IPO adviseur wordt geadviseerd om over de stelselwijziging te spreken met de financiële afdeling van de provincie Utrecht. Voorts wordt medegedeeld dat de accountant nog een belangrijke zaak aan de orde heeft gesteld, namelijk het geconstateerde gat tussen de eindbalans 2011 en de herziene beginbalans De secretaris merkt op dat in deze discussie het onderscheid tussen de begroting en het baten en lastenstelsel goed in de gaten moet worden gehouden. Een ander punt dat in het bijzonder aandacht verdient is de BTW kwestie. Omdat de taken van het Faunafonds in de nieuwe wet overgaan naar de provincies en de provincies mogelijk - zullen besluiten voor de uitvoering van die taak een gemeenschappelijke regeling op te richten is 2

3 volgens de accountant de kans bijzonder groot dat het Faunafonds dan aan de provincies BTW in rekening moet brengen. Zolang het BTW-compensatiefonds er nog is, bestaat er geen probleem. Maar gelet op het recente regeerakkoord bestaat de verwachting dat dit compensatiefonds zal worden afgeschaft. Aangegeven wordt dat dit ook een punt is om met een financieel deskundige van de provincie Utrecht te bespreken. Afgesproken wordt dat de gevolgen van de transitieperiode ook in de auditcommissie worden besproken. Geconcludeerd wordt dat er op dit moment geen besluitvorming zal plaatsvinden. Er zal eerst overleg met de financiële afdeling van de provincie Utrecht moeten worden gevoerd. Het bestuur merkt hierbij op dat het wel verstandig is geweest om dit punt nu al in deze vergadering te bespreken Afhandeling bezwaarschriften tegen het besluit tot wijziging van de beleidsregels van het Faunafonds De secretaris geeft aan dat beleidswijziging tijdens de bestuursvergadering van 5 september 2012 is besproken. In de tekst van de beleidswijziging zoals deze destijds is besproken, was geen rechtsmiddelenclausule opgenomen. Hoe het komt dat er bij de publicatie van de beleidswijziging in de Staatscourant ten onrechte wel een rechtsmiddelenclausule is opgenomen is onduidelijk, zo wordt opgemerkt. Voorts wordt geconstateerd dat er maar vijf bezwaarschriften zijn ontvangen. In reactie hierop wordt aangegeven dat dit komt omdat er in 2012 toch gebruik kan worden gemaakt van de oktobergrasregeling. Veel grondgebruikers hebben daardoor niets ondernomen tegen de beleidswijziging. Het bestuur stemt vervolgens in met het voorstel om de bezwaren, die zijn ingediend tegen het besluit van 5 september 2012, inhoudende de wijziging van de beleidsregels van het Faunafonds, kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren Stoppen ondersteunend afschot knobbelzwanen Groningen Tijdens de bestuursvergadering van november is het verzoek van de provincie Groningen aan de orde geweest om te stoppen met ondersteunend afschot van smienten en knobbelzwanen. Het bestuur heeft ingestemd met het onder voorwaarden stoppen van aan verjaging ondersteunend afschot van smienten. Voor de knobbelzwanen was het bestuur van oordeel dat de onderbouwing van het verzoek te beperkt was om daarover een advies uit te brengen. Inmiddels is van de provincie Groningen een nadere onderbouwing van het voornemen ontvangen. Toegelicht wordt dat de provincie Groningen de ontheffing voor het aan verjaging ondersteunende afschot van knobbelzwanen wil intrekken, omdat er jaarlijks maar weinig afschot plaatsvindt en verjaging met het vogelafweerpistool, zonder afschot, afdoende wordt geacht. De onderbouwing die door de provincie Groningen is gegeven, wordt niet heel sterk geacht. Zo blijven er aantal vragen bestaan, met name met betrekking tot de monitoring. Hierbij wordt opgemerkt dat monitoring van de afschot niet meer plaats zal vinden, omdat er simpelweg geen afschot meer plaats zal vinden. De monitoring met betrekking tot de schade zal door het Faunafonds blijven plaatsvinden. Het bestuur geeft wel in overweging mee dat de monitoring van met name de aantalontwikkeling van de knobbelzwanen goed geregeld dient te worden. Opgemerkt wordt dat de vogelwerkgroep hier wellicht een belangrijke rol bij zou kunnen spelen. Daarnaast wordt opgemerkt dat de provinciale handhavers er op dienen toe te zien dat er geen illegaal afschot zal plaatsvinden. Tevens wordt gesproken over de mogelijkheid dat gewenning van de knobbelzwaan aan het vogelafweerpistool kan plaatsvinden, waardoor het effect hiervan mogelijk zal verminderen. Voorts wordt gediscussieerd over de vraag of Provinciale Staten dienen in te stemmen met de intrekking van de in het verleden verleende ontheffingen. Hierover bestaat twijfel en op dit punt zal nader onderzoek dienen plaats te vinden. De waarschuwing waarover in dit verband wordt gesproken zal plaatsmaken voor een opmerking. 3

4 Het bestuur besluit, met inachtneming van het bovenstaande, akkoord te gaan met het verzoek om, als wordt gestopt met ondersteunend afschot van knobbelzwanen, de schade te vergoeden volgens de beleidsregels van het Faunafonds en de schade hoger dan 7.500,- aan de provincie door te belasten Verzoeken om een tegemoetkoming met een schade van meer dan 5.000,- / ,- Allereerst wordt opgemerkt dat er ditmaal veel gevallen met zangvogelschade aan fruit tussen staan. Aangegeven wordt dat dit de periode is waarin de verzoeken ten aanzien van fruitschades worden afgehandeld. Omdat de fruitprijzen dit jaar veel hoger zijn dan andere jaren zijn de schadebedragen ook hoog opgelopen. Van de taxateurs is niet vernomen dat er ook sprake zou zijn van meer schade in kilo s. Voorts wordt opgemerkt dat er, blijkens de taxatierapporten, regelmatig schade zou zijn veroorzaakt door vinken, terwijl vinken in beginsel geen schade aan fruit veroorzaken. Het voorstel wordt gedaan om in dit verband een instructie te geven aan de taxateurs. In reactie hierop wordt aangegeven dat het verzoekschrift in beginsel het uitgangspunt is. Er zou dan in eerste instantie ook voorlichting aan fruittelers kunnen worden gegeven. Bij de digitalisering van het indienen van verzoekschriften zouden fruittelers hierop kunnen worden geattendeerd. Tevens wordt voorgesteld om voor volgende bestuursvergaderingen ook te vermelden welke preventieve middelen er in het concrete geval zijn gebruikt, zodat het bestuur hier meer zicht op kan krijgen. Door de praktijk wordt al onderzoek gedaan naar de meest effectieve preventieve middelen. De secretaris reageert hierop dat hij reeds van plan was om contact op te nemen met de praktijkwerkgroep. Vervolgens worden de verschillende préadviezen besproken. De volgende opmerkingen worden gemaakt: - Ten aanzien van Mts. Kingma en Mts. de Glee (pagina 40) wordt opgemerkt dat hier sprake is van roeken in maïs, waarbij grote oppervlaktes totaal zijn kaalgevreten. Er worden twijfels geuit over de geloofwaardigheid hiervan. Het bestuur mandateert het secretariaat van het Faunafonds om dit verder uit te zoeken en af te handelen. - Met betrekking tot Reyneveld (pagina 50) wordt de vraag gesteld hoe er schade kan zijn ontstaan, nu deze grondgebruiker vrijwel alle mogelijke preventieve middelen heeft ingezet. Opgemerkt wordt dat, als er een goed werkend elektrisch raster had gestaan, geen haas bij de spruitkool had kunnen komen. Tevens vraagt het bestuur zich af, in welke mate een laserpen effectief is in de bestrijding van (hazen)schade. Dit punt zal aan de orde worden gesteld in de Commissie Onderzoek, zo wordt besloten. - Met betrekking tot VOF Dam (pagina 50) vraagt het bestuur zich af hoe het kan dat de beschadigde oppervlakte groter is dan het perceel zelf. Aangegeven wordt dat er bij zomerschade in gras op één perceel meerdere keren in het seizoen sprake kan zijn van schade, omdat sprake kan zijn van meerdere sneden gras. Het bestuur geeft aan dat het verstandig is om dit in het vervolg anders te verwoorden in de communicatie naar het bestuur, zodat er geen onduidelijkheid over kan ontstaan. - Op pagina 57 wordt het verzoek van Wolfhagen besproken. De vraag wordt gesteld of dit de eerste keer is dat sprake is van schade veroorzaakt door kraanvogels. De secretaris geeft aan dat er al eerder sprake is geweest van verzoeken voor een tegemoetkoming in de schade veroorzaakt door kraanvogels. Voorts wordt gewezen op de drie per nagezonden préadviezen. Het bestuur geeft aan hier kennis van te hebben genomen. Het bestuur stemt vervolgens in met de preadviezen van de verzoeken om een tegemoetkoming met een getaxeerde schade van meer dan 5.000,-. Ten slotte besluit het bestuur om in de eerstvolgende nieuwsbrief in te gaan op de in 2012 uitbetaalde bedragen aan tegemoetkomingen in de schade. Er zal in dit verband geen persbericht worden verspreid. 4

5 5. Onderzoek en voorlichting e Goose Specialist Group meeting, 8-11 januari 2013 te Arcachon (Fr) Het bestuur gaat akkoord met het voorstel. 6. Communicatie 6.1. Persberichten en artikelen Er wordt kort gesproken over het persbericht: Natuurmonumenten wil gesprek over beheer van edelherten nabij ecoduct Hulshorst. Verder zijn er geen onderwerpen die bij dit punt nadere bespreking behoeven. 7. Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. Onder dankzegging van een ieder voor zijn inbreng sluit de voorzitter om u de laatste vergadering van het jaar Notulist, P.B. Thiemann G. Jansen, voorzitter H. Revoort, secretaris 5