Definitief FAUNAFONDS. Bestuursvergadering 3 juli 2013 te Nijkerk. Verslag van de 154 e vergadering

Transcriptie

1 Definitief FAUNAFONDS Bestuursvergadering 3 juli 2013 te Nijkerk Verslag van de 154 e vergadering Aanwezig: Leden: Secretaris: Adviseur EZ: Adviseur IPO: Coördinator Faunazaken: Notulist: Afwezig: Lid: G.J. Jansen (voorzitter), J.H.M. Schellekens, P. de Koeijer, J.J.T. Teeuwisse, W.A.P. van der Klift, C.W. Ripmeester, P.L. Sterkenburgh, A.G. Dijkhuis H. Revoort M.J. Jenniskens P. Spapens H.G. Engberink P.B. Thiemann R.P.B. Foppen 1.1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en verwelkomt de aanwezigen. Hij deelt mee dat de bestuursvergadering van 5 juni 2013 niet is doorgegaan. Voorts deelt de voorzitter mee dat de heer Foppen heeft laten weten dat hij wegens vakantie niet aanwezig kan zijn bij de vergadering. De agenda wordt vervolgens vastgesteld door het bestuur Mededelingen Decentralisatie taken Faunafonds In het kader van de ontwikkelingen rondom de decentralisatie van de taken van het Faunafonds geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Jenniskens en de heer Spapens. Mevrouw Jenniskens licht de bestuurlijke stand van zaken toe. Het is te ambitieus gebleken om de Nota van Wijziging (bij het voorstel van de wet Natuurbescherming) voor het zomerreces aan de Tweede Kamer te zenden. De Nota, die nog niet volledig gereed is, is nog niet met het IPO gedeeld. De staatssecretaris heeft de wens uitgesproken dat de Nota van Wijziging na de zomer zo spoedig mogelijk in de Kamer wordt behandeld. Met de provincies is afgesproken dat zij zich niet beroepen op een mogelijke reactietermijn van twee maanden. De heer Spapens reageert dat hij hiervan niet op de hoogte is, maar kan zich wel voorstellen dat deze afspraak is gemaakt. De Nota van Wijziging zal tevens met de verschillende stakeholders over natuur (waaronder het Faunafonds) worden gedeeld. De verwachting is dat dit rond eind augustus - begin september van dit jaar zal plaatsvinden. Mevrouw Jenniskens merkt desgevraagd op dat de stand van zaken met betrekking tot de Omgevingswet niet is gewijzigd. De heer Spapens geeft aan dat het voor de provincies van groot belang is dat de nieuwe wet Natuurbescherming spoedig in werking zal treden. De inzet van de provincies is dat de Gemeenschappelijke Werkorganisatie (GWO) per 1 januari 2014 zal starten, met een zo kort mogelijke interimperiode. De provincies zijn momenteel hard bezig met het opzetten van de GWO. De GWO zal een redelijk grote organisatie worden, waarvan de Faunafondstaken circa de helft bedragen. 1

2 De GWO zal, zoals het er nu naar uitziet, uit vijf onderdelen bestaan: 1. Decentralisatie Faunafondstaken; 2. PAS-bureau; 3. Coördinatie SNL (Subsidiestelsel Natuur en Landschap); 4. Gemeenschappelijke gegevens en informatievoorziening; 5. GBO provincies (Gemeenschappelijke Beheer Organisatie provincies). De rechtsvorm van de GWO heeft veel discussie opgeleverd. Meest logische rechtsvorm zou een Gemeenschappelijke Regeling zijn. Het gaat immers om publiekrechtelijke taken. De intentie is nu echter dat de GWO onder wordt gebracht in de IPO-schil. Nu het IPO een vereniging is, betekent dat een privaatrechtelijke rechtsvorm. Een Gemeenschappelijke Regeling werd te zwaar geacht voor een pure uitvoeringsorganisatie. Inmiddels heeft de Ambtelijk Advies Commissie Middelen van het IPO kunnen instemmen met het voornemen van een GWO in de IPO-schil ; al heeft deze Commissie nog wel een aantal kritische punten. Over de rechtsvorm is afgesproken dat als de huidige wet Gemeenschappelijke Regelingen is aangepast en de naar verwachting lichte samenwerkingsvorm in die wet is opgenomen, er wellicht overgestapt zou kunnen worden naar die lichte vorm. Dat zal worden bezien na evaluatie van de GWO in Voorts wordt door de heer Spapens medegedeeld dat het de bedoeling was dat de Bestuurlijk Advies Commissie Vitaal Platteland vóór de zomer een besluit zou nemen over het voorgaande. Dit is echter niet gehaald. Wanneer dit besluit alsnog wordt genomen, zal de Kring van Provinciesecretarissen (september) en het IPO bestuur (9 oktober 2013) nog moeten besluiten. Ten aanzien van het Faunafonds als zodanig wordt toegelicht dat vrijwel alle taken worden overgenomen; voor de adviestaak zal dit echter niet gelden. Ook is het de intentie dat de medewerkers van het Faunafonds mee over gaan naar de nieuwe organisatie. De voorzitter concludeert dat de vorm en inrichting van de toekomstige organisatie steeds duidelijker wordt. Over de bestuurlijke component, met name in de interimperiode, lijkt nog discussie te bestaan. In dit kader moeten nog formele besluiten worden genomen. De voorzitter haalt in dit verband het FBE plus model aan. De heer Spapens geeft dat het FBE plus model geen expliciet punt van bespreking is geweest, maar dat bij de provincies wel de wens bestaat om samen te werken. De secretaris van het Faunafonds is gevraagd mee te denken over de oprichting van de GWO. De secretaris geeft aan dat hij de komende periode inderdaad nauw betrokken zal zijn bij de invulling van de GWO. Met name over de positie van de consulenten is al gesproken. De inzet van de consulenten zal in de toekomstige organisatie (waarschijnlijk) veranderen. Voorlichting en contact met de Faunabeheereenheden lijkt een groter deel van de taken in te gaan nemen voor de consulenten. Het contact met de heer Jorritsma van het IPO hierover verloopt overigens constructief. Vervolgens discussieert het bestuur over de toekomstige decentralisatie van het Faunafonds waarbij onder meer het volgende aan de orde komt. Momenteel stuurt het bestuur van het Faunafonds de taken van het fonds aan. De heer Spapens geeft aan dat in de toekomst sprake zal zijn van beleidsarme aansturing. De sturing van de GWO, waar het gaat over faunataken, zal met name via de werkgroep Flora en Fauna, de AACVP en vervolgens de BACVP plaatsvinden. Provincies zullen in beperkte mate ruimte krijgen voor eigen beleid en moeten zelf gaan betalen voor eventueel afwijkend beleid. In het decentralisatieakkoord uit 2011 zijn afspraken gemaakt over de gelden van het Faunafonds. Deze middelen zijn op basis van een 5 jarig historisch gemiddelde over de provincies verdeeld (Cie Jansen 1). De vraag wordt gesteld of het aan het bestuur van het Faunafonds is om het FBE plus model onder de radar te houden. De voorzitter geeft aan dat de secretaris van het Faunafonds nauw 2

3 betrokken is bij de decentralisatie en hij vanuit het bestuur signalen zal meegeven. Voor het bestuur van het Faunafonds zal in de toekomst geen ruimte meer zijn, zo is inmiddels duidelijk geworden. Wel zullen maatschappelijke organisatie worden betrokken bij landelijke discussies en advisering. Ten slotte wordt door de secretaris een toelichting gegeven van de personeelsbijeenkomst van 2 juli 2013, waarbij Henk Soorsma (EZ), Rineke van de Bos (EZ), Philippe Spapens (IPO) en Johan Jorritsma (IPO), aanwezig waren. Door het secretariaat/personeel is een lijst met 35 vragen opgesteld. Deze vragen zijn gedeeltelijk in algemene zin beantwoord. Vooral het krijgen van duidelijkheid over de rechtspositie en de toekomstige standplaats is voor de medewerkers van groot belang. De bijeenkomst werd als zeer zinvol ervaren. Overige mededelingen De secretaris deelt mee dat de herbenoeming van de bestuursleden Teeuwisse en Sterkenburgh op korte termijn met terugwerkende kracht (per 1 juli 2013) zal plaatsvinden. De gedeputeerde staten van de provincies zijn inmiddels akkoord. De Staatssecretaris van Economische zaken wilde eerst meer achtergrondinformatie van de her te benoemen bestuursleden. (Het besluit van de Staatsecretaris van Economische Zaken van 3 juli 2013, houdende herbenoeming van de bestuursleden, is inmiddels op 5 juli 2013 in de Staatscourant gepubliceerd) Ten slotte deelt de voorzitter mee dat er een positief bericht is ontvangen van Servaas Huys, oudvoorzitter van het Faunafonds Verslag bestuursvergadering 8 mei 2013 Licentieovereenkomst Natuurnetwerk Naar aanleiding van agendapunt 4.1. van het conceptverslag worden de volgende opmerkingen gemaakt. In de maand mei is gesproken met zowel Pels Rijcken als Natuurnetwerk. De afspraak is toen gemaakt dat Pels Rijcken met een aanvullend/nader advies zou komen. De verwachting bestaat dat Pels Rijcken dit advies op korte termijn gereed heeft. Tevens zal nog overleg plaatsvinden met de Gegevensautoriteit Natuur (GAN). Hierbij wordt opgemerkt dat er rekening mee moet worden gehouden dat de situatie rondom de GAN zal veranderen. Gevraagd wordt naar de status van de Provinciale Uitwisseling Faunafonds en Faunabeheereenheden (PuFF). In reactie hierop wordt aangegeven dat in dit overleg geen besluitvorming plaatsvindt, maar dat het gezien moeten worden als ambtelijke voorbereiding voor bestuurlijke besluiten. Pels Rijcken zou nog nader kunnen kijken naar de status van PuFF. De weergave van het besluit van het bestuur in het verslag wordt door een aantal bestuursleden onjuist geacht. Op dit punt zal het verslag van 8 mei 2013 worden aangepast. Het bestuur besluit dat na ontvangst van het definitieve advies van Pels Rijcken en het overleg met de GAN, dit advies en de uitkomst van het overleg aan de bestuursleden wordt toegezonden. De bestuursleden besluiten hierna of dit agendapunt nogmaals geagendeerd dient te worden voor een volgende bestuursvergadering of dat het in mandaat door het secretariaat kan worden afgehandeld. Begroting 2014 In het verslag is te lezen dat is verzocht om reeds in de julivergadering oriënterend te spreken over de bouwstenen voor de begroting van De secretaris geeft aan dat dit er nog niet van is gekomen, vanwege andere werkzaamheden en de vakantieperiode. De secretaris deelt mee dat de Auditcommissie binnenkort bijeenkomt en stelt voor dat deze commissie alvast voorbereidend kijkt naar de bouwstenen voor de begroting van Ook bestuursleden die niet in de Auditcommissie zitten zijn welkom om de eerstvolgende bijeenkomst bij te wonen. De heer de Koeijer zal in ieder geval aanwezig zijn. 3

4 Voor het overige zijn er geen opmerkingen bij het verslag. Het verslag wordt met inachtneming van de opmerkingen en onder dankzegging van de notulist vastgesteld Activiteitenlijst De punten op de activiteitenlijst worden doorgenomen en waar nodig bijgesteld. 3. Ingekomen en uitgegane stukken De secretaris wijst op een tweetal uitspraken van de Raad van State, waarbij het door de betreffende grondgebruikers ingestelde hoger beroep gegrond is verklaard. Het Faunafonds zal de schade aan graszaadhooi in deze gevallen moeten vergoeden. Inmiddels zijn de nieuwe beleidsregels in werking getreden. Omdat de onderhavige situatie nu wel is geregeld in de beleidsregels verwacht het bestuur dat gelijksoortige toekomstige zaken wel stand zullen houden bij de rechter. Voor het overige zijn er geen opmerkingen bij de ingekomen- en uitgegane stukken. 4. Bestuurlijke zaken 4.1. Wijziging Bestuursreglement en Mandaatregeling De secretaris geeft een toelichting op het voorstel tot wijziging van de Mandaatregeling en het Bestuursreglement. Het bestuursreglement moet door de minister/staatssecretaris en gedeputeerde staten van de provincies worden goedgekeurd. Opgemerkt wordt dat met het oudste beschikbare lid van het bestuur in artikel 1, tweede lid, van de mandaatregeling, wordt gedoeld het oudste in leeftijd beschikbare bestuurslid. In artikel 2, eerste lid, onder e, van de Mandaatregeling, wordt subsidie gewijzigd in bijdrage of cofinanciering. Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen stemt het bestuur in met de nieuwe Mandaatregeling en het ter goedkeuring voorleggen van het nieuwe Bestuursreglement aan de minister/staatssecretaris en de gedeputeerde staten van de provincies Overgangsregeling wijziging beleidsregels Faunafonds Op 10 juni 2013 zijn de gewijzigde beleidsregels van het Faunafonds gepubliceerd in de Staatscourant. Twee dagen na publicatie zijn de beleidsregels in werking getreden. Het secretariaat stelt voor om een overgangsregeling te treffen ten aanzien van: - schade op percelen die worden (erf)gepacht van een natuurterreinbeherende organisatie; - schade op percelen waarvoor via een grondgebruikersverklaring het gebruik is verkregen; - indiening van digitale verzoekschriften. Het bestuur besluit in te stemmen met de voorgestelde overgangsmaatregelen Verzoek ANV waddenvogels verlenging overeenkomst Het Faunafonds heeft van de ANV de Waddenvogels de vraag ontvangen of het bestuur in beginsel bereid is de overeenkomst, die het bestuur voor het seizoen heeft afgesloten, te verlengen voor het seizoen De vereniging vraagt deze beginseluitspraak om eventueel onnodig werk te voorkomen. Voordeel voor het Faunafonds van deze aanpak is dat vooraf duidelijk is wat aan de drie waddeneilanden wordt uitgegeven aan totale schade. Ook hoeven nu geen afzonderlijke taxatiekosten meer te worden gemaakt en scheelt deze aanpak aanzienlijk in de administratieve lasten. In het kader van het ganzenakkoord wordt het aangaan van de overeenkomst ook van belang geacht. Opgemerkt wordt dat vanuit de provincie Friesland is aangegeven dat men er moeite mee heeft dat een dergelijke lumpsum overeenkomst wordt aangegaan. Dit standpunt is nog niet verder onderbouwd vanuit Friesland. In dit verband besluit het bestuur dat er in eerste instantie ambtelijk contact zal plaatsvinden met Friesland. Mocht het nodig worden geacht dan zal de voorzitter bestuurlijk contact opnemen met Friesland. 4

5 Het bestuur stemt in met het in beginsel opnieuw aangaan van een afkoop van de winterschade en de gehele schade in 2014 met de ANV Waddenvogels. Het bestuur benadrukt dat het hier gaat om een richtinggevend besluit. Het definitieve besluit zal worden genomen, nadat de evaluatie van het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden. Dit definitieve besluit zal waarschijnlijk in september of oktober 2013 worden genomen Verzoeken om een tegemoetkoming met een schade van meer dan 5.000,- / ,- Bij het eerste dossier op pagina 3 van de memo, wordt opgemerkt dat de verdeling van de schadeveroorzakende diersoorten ontbreekt. Hierdoor is het onduidelijk wel bedrag uitbetaald moet worden. Besloten wordt dat deze verdeling zal worden teruggekoppeld aan het bestuur. Het bestuur stemt vervolgens in met de préadviezen voor de verzoeken om een tegemoetkoming met een getaxeerde schade van meer dan 5.000,-, alsmede met de voorliggende concept beslissingen op bezwaar. 5. Onderzoek en voorlichting 5.1. Voortzetting monitoring beleidskader Faunabeheer 2011/2012 Na een toelichting van de secretaris stemt het bestuur in met de resultaten en de verslaglegging over de voortzetting van de monitoring beleidskader faunabeheer 2011/2012. Ook stemt het bestuur in met de inhoud van het aangepaste persbericht. Hierbij wordt opgemerkt dat in het persbericht moet worden benadrukt dat 60 % van de vier ganzensoorten in foerageer- en natuurgebied verbleef en dat dit percentage valt te verbeteren. Tevens wordt ten aanzien van het persbericht besloten dat het woord Vanwege wordt gewijzigd in het woord Sinds. (eerste woord van de tweede alinea) 5.2. Kleurringen van in Nederland broedende brandganzen Het bestuur stemt in met een mandaat voor de Commissie Onderzoek ten aanzien van de financiële bijdrage van ,- aan het Vogeltrekstation voor het onderzoeksvoorstel vangen en ringen van brandganzen en analyse van de effecten van beheersjacht op de brandganspopulatie. Dit onder de voorwaarde dat afstemming zal plaatsvinden met de provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid Zuid-Holland Onderzoek naar de economische en ecologische waarde van de jacht Allereerst wordt gesproken over de titel van het voorstel. Het spreken over de waarde van jacht wordt vanuit het oogpunt van het Faunafonds gevoelig geacht. Mogelijk is het beter om te spreken over de effecten van jacht. Tevens worden twijfels geuit over het woord ecologische waarde omdat ecologie ziet op systemen. Geopperd wordt te spreken van natuureffecten dan wel natuurmaatregelen. Er volgt een discussie over de mogelijke relevantie van het onderzoek voor de taken van het Faunafonds. Het bestuur stemt vervolgens in met een mandaat voor de Commissie Onderzoek ten aanzien van de mogelijke financiële bijdrage aan het CLM onderzoeksvoorstel, onder de voorwaarde dat voor een zakelijkere benadering wordt gekozen vanuit het belang van het Faunafonds. Het accent moet meer liggen op schadebestrijding. Daarbij zouden mogelijk andere onderzoeksvragen van belang kunnen zijn. Er zal dan ook nog overleg met betrokken partijen moeten plaatsvinden. Als de genoemde twijfels of problemen blijven bestaan zal het voorstel nogmaals geagendeerd moeten worden voor een bestuursvergadering, zo besluit het bestuur. 6. Communicatie Er zijn geen onderwerpen die bij dit punt nadere bespreking behoeven. 5

6 7. Rondvraag en sluiting Er wordt kort gesproken over het Faunaregistratiesysteem (FRS) en de (toekomstige) uitwisseling van gegevens met de provincies en faunabeheereenheden. Ten slotte wordt aangegeven dat in de maand augustus 2013 geen bestuursvergadering staat gepland. Wel wordt de mogelijkheid opengehouden een aantal 5000/ dossiers via de mail ter goedkeuring aan de bestuursleden voor te leggen. Onder dankzegging van een ieder voor zijn inbreng sluit de voorzitter om uur de vergadering. Notulist, P.B. Thiemann G. Jansen, voorzitter H. Revoort, secretaris 6