GEZONDHEIDSBEOORDELING AANVRAAG AANPASSING EN UITBREIDING GEITENHOUDERIJ LOCATIES GROTELSEHEIDE EN MUIZENHOL TE BAKEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEZONDHEIDSBEOORDELING AANVRAAG AANPASSING EN UITBREIDING GEITENHOUDERIJ LOCATIES GROTELSEHEIDE EN MUIZENHOL TE BAKEL"

Transcriptie

1 GEZONDHEIDSBEOORDELING AANVRAAG AANPASSING EN UITBREIDING GEITENHOUDERIJ LOCATIES GROTELSEHEIDE EN MUIZENHOL TE BAKEL 13 april 2017 GGD Brabant-Zuidoost P. Tolsma, arts M&G, infectieziektebestrijding D. van Oudheusden, arts M&G, infectieziektebestrijding M. van Dijk, psycholoog GGD- team Gezondheid, Milieu & Veiligheid R. Nijdam, adviseur milieu en gezondheid K. van den Hout, milieugezondheidskundige M. Scholtes, adviseur milieu en gezondheid 1

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Situatie veehouderij in Gemert-Bakel Milieusituatie locatie Muizenhol Emissies Muizenhol Geur Muizenhol Fijnstof Muizenhol Endotoxinen Transport Muizenhol Landschappelijke inrichting Muizenhol Milieusituatie Grotelseheide Emissies Grotelseheide Geur Grotelseheide Fijn stof N Achtergrondinformatie gezondheid en veehouderij Over welke gezondheidseffecten gaat het? Hoeveel mensen worden blootgesteld? Hoeveel mensen worden ziek, krijgen klachten of ondervinden effecten? Gegevens voor de gemeente Gemert-Bakel Zijn er redenen om aan te nemen dat het aantal blootgestelden in de toekomst zal veranderen of dat schattingen van het gezondheidseffect moeten worden bijgesteld? Ligt het gezondheidsrisico boven het niveau dat (in het milieubeleid) wordt aangeduid met toelaatbaar? Omvang van de gezondheidseffecten: Hoe zeker is het verband tussen blootstelling en mogelijke gezondheidseffecten? Hoe groot is de bijdrage van de blootstelling aan het totaal aantal ziektegevallen? Welke aandoeningen of klachten brengen de omwonenden in verband met intensieve veehouderij? Worden de gezondheidseffecten vooral bij bepaalde (risico)groepen gezien? Wanneer en hoe vaak treden de gezondheidseffecten op? Welke behandelingsmogelijkheden zijn er?

3 4 Waardering van effecten of risico s Bedreigt het (mogelijk) risico het gevoel van veiligheid? Hoe zit het met de vrijwilligheid en de beheersbaarheid van het risico? Zijn er andere redenen waarom het risico (door sommigen) als onacceptabel wordt beschouwd? Noodzaak, mogelijkheden en effectiviteit van interventie-maatregelen Noodzaken (Europese) normen of voorschriften tot interventie? Zijn maatregelen mogelijk en hoe effectief zijn deze maatregelen in het verlagen van blootstelling of voorkomen van ziekte? Welke instanties zijn verantwoordelijk voor maatregelen? Welke worden bepleit? Is er maatschappelijke of politieke druk of is die te verwachten?

4 1 Inleiding Aanleiding Maatschappelijk roept intensieve veehouderij veel onrust op bij omwonenden. Het gaat bijvoorbeeld om dierenwelzijn, duurzaamheid, leefbaarheid, landschapskwaliteit en risico s voor de volksgezondheid. Op de grens tussen Gemert-Bakel en Helmond (grondgebied Gemert) heeft de gemeente Gemert-Bakel twee vergunningaanvragen gekregen voor de aanpassing c.q. omschakeling naar een geitenhouderij. De mensen in deze omgeving maken zich zorgen over mogelijke gezondheidsrisico's zoals het risico op het krijgen van Q-koorts en over de kwaliteit van hun leefomgeving. Een eerdere Q-koorts uitbraak in Gemert-Bakel heeft geleid tot besmetting met Q-koorts bij omwonenden, niet alleen in Gemert-Bakel, maar ook in Helmond. De zorgen met betrekking tot gezondheidsrisico's dienen zorgvuldig te worden ingebed in het besluitvormingstraject. De gemeente Gemert Bakel geeft richting haar burgers aan dat ze zorgvuldig willen onderzoeken wat deze risico's zijn. Het College van Gemert-Bakel verzoekt om een zo éénduidig mogelijke advisering op het vlak van gezondheid bij deze vergunningaanvragen, met daarbij aandacht voor argumenten van de ingebrachte zorgen en gezondheidsvragen, zodat het College een zorgvuldige afweging kan maken. Het gaat om de locatie Grotelseheide 4, dit is een bestaande geitenhouderij waar een verandering is gevraagd. Daarnaast is op de locatie van de Muizenhol 1, een vergunning aangevraagd om te schakelen van een varkenshouderij naar een geitenhouderij. Voor de beoordeling van de kwaliteit van de lokale leefomgeving worden zoveel mogelijk ook andere milieubelastende bronnen meegenomen; nl. omringende bedrijven en de plannen met de rondweg N-279. Werkwijze De gemeente Gemert-Bakel heeft de GGD Brabant-Zuidoost gevraagd om een gezondheidsadvies op te stellen voor twee vergunningaanvragen voor de aanpassing c.q. omschakeling naar een geitenhouderij. De GGD gebruikt hiervoor elementen uit het instrument "Beoordelingskader milieu & gezondheid thema Veehouderij" als de kapstok. De GGD Brabant-Zuidoost heeft daarvoor actief vragen opgehaald bij bezorgde bewoners en twee bijeenkomsten georganiseerd. De door hen gestelde vragen zijn leidraad voor beide bijeenkomsten met (landelijke) experts op zowel milieu en gezondheid, humane infectieziekten, veterinair niveau alsook sociaal maatschappelijk niveau. De eerste bijeenkomst op 21 februari behandelde de algemene vragen over geitenhouderij en gezondheid. Het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid heeft met behulp van reacties van deelnemers uit de eerste en tweede bijeenkomst de antwoorden op de algemene wetenschappelijke vragen aangescherpt (Dit wordt separaat toegestuurd). Op de tweede bijeenkomst is gesproken over de zorgen die bewoners hebben over de lokale situatie rondom Grotelseheide en Muizenhol in Bakel. Dit is deels gedaan aan de hand van het startdocument waarin een lokale situatiebeschrijving, de milieu-informatie en 4

5 gezondheidsinformatie verzameld is. Met de reacties uit de tweede bijeenkomst is deze notitie verder aangevuld tot voorliggend rapport. Er zijn elementen uit het Beoordelingskader gebruikt echter de beoogde systematiek is door de dynamische omgeving niet gevolgd en afgemaakt. Deze notitie bevat echter wel veel achtergrondinformatie waarbij ook de inbreng van stakeholders/burgers is meegenomen. Hiermee is het advies van de GGD tot stand gekomen. De GGD is uitgegaan van de gegevens zoals ze zijn aangeleverd door de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van deze gegevens. Zorgen bewoners Omwonenden van Muizenhol en Grotelseheide in Bakel en bewoners uit wijken Dierdonk, Brouwhuis, Rijpelberg en Helmond-Noord zijn gevraagd om hun vragen en zorgen over de vergunningaanvraag te melden. Deze vragen zijn beantwoord in de Q&A die het Kennisplatform veehouderij en humane gezondheid. Tevens zijn vragen beantwoord in voorliggende rapportage. In de bijlage 1 is een korte verwijzing opgenomen op welke plaats antwoorden op vragen zijn terug te vinden. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de milieusituatie aan de Muizenhol en Grotelseheid beschreven, inclusief een gezondheidkundige beoordeling met conclusies. Hoofdstuk 3 beschrijft de meer algemene beantwoording van de gestelde gezondheidsvragen gestructureerd naar omvang en ernst van de gezondheidseffecten. Hoofdstuk 4 gaat in op de waardering van effecten en risico s. Hoofdstuk 5 beschrijft de noodzaak en mogelijkheden om maatregelen te nemen. Welke milieu en gezondheidsaspecten komen in dit rapport aan bod? Dit rapport bespreekt de volgende milieu- en gezondheidsaspecten: Zoönosen: infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan en die zich door de lucht verspreiden o Q-koorts o Influenza (vogelgriep en varkensgriep) Antibiotica-resistente bacteriën o MRSA-bacterie (Meticilline-resistente Staphylococcus aureus) o ESBL bacterie (Extended spectrum betalactamase producerende bacterie) Geur Fijn stof Endotoxinen Ammoniak 5

6 2 Situatie veehouderij in Gemert-Bakel Gebruikte documenten De volgende documenten zijn gebruikt voor onderstaande inventarisatie: Ingevulde tabel bij handreiking veehouderij en gezondheid, geitenbedrijf aan de Muizenhol, , aanscherping 21 maart. Ingevulde tabel bij handreiking veehouderij en gezondheid, geitenbedrijf aan de Grotelseheide, , aanscherping 21 maart Knoops Muizenhol 1 Bakel AMER; derde integrale aanvulling Rapportage Luchtkwaliteit (fijn stof), ForFarmers-FarmConsult Beoordeling Achtergrondbelasting Geur VR 2014 Noord-Brabant, ForFarmers- FarmConsult Rapport endotoxine risicokaarten, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant Toelichting bij de kaarten, mail van Henk Ullenbroeck aan M. Willems,18 januari Analyse geurhinder, excel document, opgesteld door henk Ullenbroek, toegestuurd aan de GGD op SRE verkeersprognose , Gemert-Bakel De GGD heeft in dit advies ook de uitkomsten van het onderzoek Veehouderij, Gezondheid Omwonenden 1 (VGO) en het endotoxinen-onderzoek 2 meegenomen. Situatie veehouderij Gemert-Bakel Aantal inrichtingen Gemert-Bakel en kaartmateriaal Volgens de landbouwtelling 2015 waren in bedrijven met graasdieren (6 geiten-, 20 schapen en 134 rundveebedrijven) vergund. Ook waren er 99 varkensbedrijven, 16 kippen- en 12 edelpelsdierenbedrijven. Een bedrijf kan meerdere diersoorten hebben. Uit onderstaande grafieken blijkt dat het aantal bedrijven in de sectoren rundvee, varkens, kippen en edelpelsdieren in de periode gedaald is. Met uitzondering van kippen is het aantal dieren wel gestegen. De rundveestapel groeide in Gemert-Bakel in de periode met 17,9%. Het aantal varkens groeide met 35% en het aantal edelpelsdieren met 63,4%. Het aantal kippen daalde in die periode met 39,9%. 1 Veehouderijen en gezondheid omwonenden (VGO), Maassen K, et al, Emissies van endotoxinen uit de veehouderij, Ogink, N, et al

7 In de periode is het aantal geiten in Gemert-Bakel bijna 3 keer zoveel geworden (stijging van 979 naar 2702). Het aantal bedrijven met geiten is afgenomen. Het aantal schapen verminderde over die periode met 65,8%. Ook het aantal bedrijven met schapen is afgenomen. 7

8 2.1 Milieusituatie locatie Muizenhol Hieronder wordt beschreven wat de milieusituatie van de omgeving van de Muizenhol 1 is. Op dit moment worden op de locatie Muizenhol 1 vleesvarkens gehouden. In het ingediende plan wil de ondernemer volledig omschakelen naar geiten. Uitgangspunt voor onderhavige beoordeling is de omgeving in een straal van 3 kilometer rondom het bedrijf. Normaliter wordt gekozen bij een beoordeling voor een straal van 2 kilometer. Hiervan is afgeweken omdat in de beoordeling ook de andere bedrijfslocatie van de eigenaar van Muizenhol 1 (Grotelseheide 4) meegenomen diende te worden. Op de Grotelseheide 4 is geen uitbreiding van het aantal geiten aangevraagd. Dit is op dit moment ook niet mogelijk omdat het hier een overbelaste situatie met betrekking tot de voorgrondbelasting geur betreft.. Hieronder wordt eerst ingegaan op de milieusituatie aan de Muizenhol 1, en vervolgens op de situatie aan de Grotelseheide 4. Er zijn vragen gesteld of de vergunningen aan de Mathijseind 7 en 10, of deze ook kunnen worden meegenomen met de beoordeling. Voor Mathijseind 7 (op m ten Noordwesten van de Muizenhol 1) geldt: - Milieuvergunning is van , de bouwvergunning van Deze is niet gerealiseerd. Bij de laatste controle van oktober 2016 is geconstateerd dat de nieuwbouw niet is gerealiseerd. Daarnaast is de ondernemer bezig met aanpassingen aan 1 stal. Er worden minder dieren gehouden, en de ammoniakemissie wordt niet overschreden. Hij voldoet momenteel niet aan het besluit huisvesting. Daarom wordt dit adres met de recente vergunning meegenomen, dat is het worst case scenario. Voor Mathijseind 10 (dit perceel grenst ten zuiden aan het perceel van Muizenhol) geldt: - De vergunning uit 1994 heeft lagere emissies dan vergunning De omgevingsvergunning fase 1 milieu is van , de vergunning van fase 2 bouw is van Beiden zijn niet gerealiseerd. Bij de laatste controle eind september 2016 is geconstateerd dat nieuwbouw niet gerealiseerd is. De bestaande stal is niet in gebruik, en voldoet niet aan besluit huisvesting, er mogen geen dieren gehouden worden. De huidige emissie is 0. Daarom wordt dit adres met de recente vergunning meegenomen, dat is het worst case scenario. 8

9 2.1.1 Emissies Muizenhol In onderstaande tabel staat de hoeveelheid en soort dieren en de emissies in de huidige situatie, de huidig vergunde situatie en in de aangevraagde situatie vermeld, voor zover bekend. Tabel 1: Aantal dieren op de Muizenhol 1 met de bijbehorende emissies in de huidige situatie, de huidig vergunde situatie en in de aangevraagde situaties. Aantal dieren Emissie geur (Ou/ jaar) Emissie Fijn stof (g/jaar) Ammoniak (kg/ jaar) Huidige situatie* onbekend Huidig vergunde 1074 vleesvarkens situatie optie 1: 2500 melkgeiten Aangevraagde situatie (met cascade geplaatste mechanische ventilatie, zonder luchtwasser) ouder dan 1 jaar Optie 2a: 2500 melkgeiten Aangevraagde situatie (met luchtwasser 4,7** ou/dier) ouder dan 1 jaar Optie 2b: Aangevraagde situatie (met luchtwasser 10,8*** ou/dier) 2500 melkgeiten ouder dan 1 jaar onbekend *het huidige bedrijf doet mee aan de stoppersregeling in het kader van het Actieplan ammoniak: Met de Stoppersregeling kan het bedrijf tot 2020 voortgezet worden zonder per stal te voldoen aan de maximale emissiewaarde voor ammoniak. Wel moet het bedrijf alternatieve maatregelen treffen om de ammoniakemissie te verlagen en uiterlijk stoppen met de varkenstak. Het bedrijf mag na doorgaan met een veehouderijtak die wel voldoet aan de maximale emissiewaarden voor ammoniak. Gemeente moet rekenen met de vergunde situatie. ** de TacRav dient nog een uitspraak te doen over de aanvraag proefstalstatus, waarna de emissiefactoren voor geur, fijn stof en ammoniak pas definitief worden. Deze kunnen afwijken van wat de adviseur nu aangeeft. *** De verwachting is dat de in de aanvraag toegepaste reductiefactoren voor de luchtwasser overschat zijn en de emissies hoger zullen zijn dan aangeven (op basis van een elders verleende proefstal met zelfde luchtwasser). Om deze reden is een extra variant opgenomen in deze tabel, zit niet in de aanvraag. Optie 1: de emissie van geur en ammoniak neemt toe ten opzichte van de vergunde situatie (geur neemt toe met OU naar OU; ammoniak neemt toe met 1528 naar 4750 kg op 9

10 jaarbasis). De emissie van fijn stof neemt af ten opzichte van de vergunde situatie met naar g op jaarbasis. optie 2a: de emissie van geur, fijn stof en ammoniak neemt af ten opzichte van de vergunde situatie (geur neemt af met naar OU; ammoniak neemt af met 2472 kg naar 750 kg en fijn stof neemt af met naar g op jaarbasis). Optie 2b: de emissie van geur neemt toe ten opzichte van de vergunde situatie met naar OU; fijnstof neemt af met gram naar gram op jaarbasis). Stalsystemen - In de huidige situatie worden vleesvarkens gehouden in traditionele stallen en is er geen emissie reductie toegepast op de stallen, behoudens de alternatieve maatregelen in het kader van de stoppersmaatregel voor ammoniak. - In de aangevraagde situatie zijn er een aantal opties beschreven: o optie 1: omschakeling naar melkgeiten ouder dan 1 jaar, waarbij de beide stallen worden voorzien van cascade geschakelde mechanische afzuiging. o optie 2a: omschakeling naar melkgeiten ouder dan 1 jaar, waarbij de stallen worden voorzien van een luchtwasser. Voor deze optie is een proefstalstatus aangevraagd voor het toepassen van een gecombineerde, biologische luchtwasser. De in de berekening gebruikte proefstalfactor voor melkgeiten > 1 jaar is 4,7 OU/dier (75% geurreductie). o optie 2b: omschakeling naar melkgeiten ouder dan 1 jaar, waarbij de stallen worden voorzien van een luchtwasser. Voor deze optie is een proefstalstatus aangevraagd voor het toepassen van een gecombineerde, biologische luchtwasser. De in de berekening gebruikte proefstalfactor voor melkgeiten > 1 jaar is 10,8 OU/dier. Met deze factor is alleen de achtergrondbelasting geur uitgerekend. Deze optie is niet door de ondernemer / adviseur beschreven maar door de gemeente toegevoegd. Dat is omdat deze factor in de praktijk realistischer blijkt dan de 4,7. Afstanden: Op de kaart Veehouderij 250 meter is aangeven waar de gevoelige objecten (woningen, kantoren e.d.) zich binnen 250 meter van de veehouderij zich bevinden. Afbeelding 1:kaart veehouderij 250 meter 10

11 o o o o o Meest nabij gelegen gevoelige bestemming (niet behorend bij een veehouderij) is Mathijseind 5, deze is gelegen op +/- 150 m tot het emissiepunt (tot aan grens van de stallen is +/- 115 m). Er liggen 3 burgerwoningen in een straal van 250 meter (Mathijseind 1a, 5 en 8). Er liggen nog 6 woningen die zijn aangemerkt als (voormalige) agrarische bedrijfswoningen. De dichtstbijzijnde woonkern is Dierdonk en ligt op 830 m. Bakel ligt op ongeveer 1 km. In een straal van 3 km liggen 597 woningen (incl. vakantiepark) in het buitengebeid. In een straal van 3 km liggen totaal woningen (Analyse geurhinder, Henk Ullenbroek). Er liggen 14 veehouderijen op 1 km rondom de Muizenhol (Web BVB). Tabel 2: Overzicht van bedrijven op 250 m rondom de Muizenhol, inclusief 2 geitenbedrijven in Bakel. Bron: Web BVB februari Locatie Diersoort (vergund) Afstand tot Muizenhol 1 Mathijseind varkens, 6 paarden, < 250 meter 12 honden Mathijseind 12* 3131 varkens < 250 meter Mathijseind 3* 82 stuks rundvee en 960 < 250 meter vleesvarkens Mathijseind 1A 25 paarden en pony s < 250 meter Muizenhol stuks rundvee < 250 meter Grotselseheide melkgeiten 1,9 km Oldert geiten (melkgeiten en opfok) 22 stuks rundvee 3,3km *deze bedrijven vallen onder de stoppersregeling: er staan nu minder dieren dan vergund. 11

12 Opmerking: bovenstaande informatie sluit niet uit dat er in het gebied woningen liggen waarbij in een straal van 1 kilometer meer dan 15 veehouderijen liggen Geur Muizenhol Geur wordt grotendeels veroorzaakt door de uitwerpselen (mest) van dieren. De emissie van geur is onder andere afhankelijk van het type en aantal dieren, het voer, de wijze van opvang van de mest en van de afzuiging in de stal. Om vast te stellen hoeveel mensen zijn blootgesteld kan het aantal woningen binnen verschillende geurconcentraties worden bepaald. In onderstaande beoordeling is gekeken naar de voorgrond- en achtergrondgeurbelasting, alsmede het aantal blootgestelden voor geur. Voorgrondgeurbelasting Muizenhol In onderstaande tabel staan de hoogst belaste voorgrond geurgevoelige locaties vermeld rondom de Muizenhol 1. De winkel is gelegen op Mathijseind 5a. Deze behoort officieel niet tot een geurgevoelig object omdat mensen daar niet lang verblijven. Voor de volledigheid is deze wel meegenomen in de berekeningen. Tabel 3: Hoogst belaste geurgevoelige locaties, voorgrondgeurbelasting (incl. winkel) Buitengebied Woonkern Situatie Adres hoogst Voorgrondgeur Adres hoogst Voorgrondgeur belaste locatie belasting belaste locatie belasting (Oue/m 3 ) (Oue/m 3 ) Huidig vergund Optie 1 (cascade mechanische ventilatie) Optie 2 (luchtwasser) Mathijseind 5 12,0 (winkel 14,8) Arcenlaan 50 0,7 Mathijseind 5 7,1 (winkel 8,0) Arcenlaan 50 0,5 Mathijseind 5 2,4 (winkel 2,5) Arcenlaan 50 0,2 Heuvelakker 2a Buytencamp 14 Buitengebied: Voorgrond - In de huidig vergunde situatie bedraagt de voorgrondbelasting op de hoogst belaste gevoelige locatie (Mathijseind 5) 12 OU/m 3. In de aangevraagde situatie zonder luchtwassers (met mechanische ventilatie) neemt deze op de hoogst belaste gevoelige locatie (zelfde adres) af tot 7,1 OU/m 3. In de aangevraagde situatie met luchtwassers neemt de geurbelasting af naar 2,4 Oue/m 3. 12

13 - De reden dat de geuremissie toeneemt en tegelijkertijd de belasting op de gevoelige bestemmingen daalt is omdat er een wijziging is in de emissiepunten en mechanische ventilatie wordt toegepast waardoor de emissies meer worden verspreid in de omgeving. Woonkern: Voorgrond - In de huidige situatie bedraagt de voorgrondgeurbelasting op de hoogst belaste gevoelige locatie (Arcenlaan 50 te Helmond) 0,7 OU/m 3. In de aangevraagde situatie zonder luchtwasser (met mechanische ventilatie) neemt deze op de hoogst belaste gevoelige locatie (zelfde locatie) af tot 0,5 OU/m 3. In de aangevraagde situatie met luchtwassers neemt de geurbelasting af naar 0,2 OU/m 3. Er wordt in de beoogde situatie voldaan aan de gezondheidskundige advieswaarde voor het buitengebied (10 OU/m 3 ) en de woonkern (5 OU/m 3 ). Achtergrondgeurbelasting In onderstaande tabel staat de hoogst belaste achtergrond geurbelasting weergegeven. In bijlage zijn er overzichtskaarten (3 km rond de Muizenhol) opgenomen voor de verschillende scenario s (huidige situatie vergund, zonder luchtwasser én zonder cascade geschakelde mechanische ventilatie 3, luchtwasser met 4,7 Ou/dier/jaar, en luchtwasser met 10,8 Ou/dier/jaar). Tabel 4: Hoogst belaste geurgevoelige locaties, achtergrondgeurbelasting Situatie Huidig vergund Optie 1 (cascade geschakelde mechanische ventilatie) Buitengebied Adres hoogst belaste achtergrond locatie geurbelasting (Oue/m 3 ) + locatie met hoogste voorgrondgeurbelasting Bakelsebrug 4 21,213 Mathijseind 5 13,132 Mathijseind 5 winkel Bakelsebrug 2 19,600 Bakelsebrug 4 18,507 Mathijseind 5 13,032 Mathijseind 5 winkel 14,275 Woonkern Adres hoogst achtergrond belaste locatie geurbelasting (Oue/m 3 ) + locatie met hoogste voorgrondgeurbelasting Deurne kern 6,337 Hagelkruis 48 6,220 Arcenlaan 50 4,336 Aarle-Rixtel kern 6,602 Hagelkruis 48 6,594 Arcenlaan 50 3,652 3 In de 3 km analyse is met default parameters gerekend voor de ventilatie; dan wordt cascadeventilatie dus niet meegenomen. in de aanvraag zit de optie geen luchtwasser, wel cascade. In een andere kaart, binnen 1 km hok, analyse met een hoger detailniveau) is de cascade ventilatie wél opgenomen. Dit is zo gedaan omdat de 3 km analyse met Vstacks-gebied nauwelijks uitvoerbaar is. 13

14 Optie 2a Bakelsebrug 4 21,929* Hagelkruis 48 7,015 (luchtwasser, 4,7 OU/dier) Mathijseind 5 11,467 Arcenlaan 50 4,039 *het is opvallend dat de achtergrond geur toeneemt bij optie 2a. Berekeningen worden herzien als de definitieve emissiefactoren proefstalstatus er zijn. Buitengebied Achtergrond - In de huidig vergunde situatie bedraagt de achtergrondbelasting op de hoogst belaste gevoelige locatie (Bakelsebrug 4) 21,2 OU/m 3. In de aangevraagde situatie zonder luchtwasser (met mechanische ventilatie) neemt deze op de hoogst belaste gevoelige locatie (zelfde adres) af tot 18,5 OU/m 3. De hoogstbelaste locatie is nu Bakelsebrug 2, die is 19,6 Oue/m3. In de aangevraagde situatie met luchtwassers neemt de achtergrondgeurbelasting op Bakelsebrug 4 toe naar 21,9 Oue/m 3. - Ter informatie is ook de achtergrondgeurbelasting opgenomen voor de locatie Mathijseind 5 waar de voorgrondgeurbelasting ten gevolge van het initiatief het hoogst is. Uit de gegevens blijkt dat de achtergrondgeurbelasting op de Mathijseind 5 in optie 2 (luchtwasser, 4,7 OU/dier) afneemt van 13,1 in de vergunde situatie naar 11,5 OU/m 3. Wanneer optie 1 wordt gekozen, verandert de achtergrondgeurbelasting op deze locatie nauwelijks ten opzichte van de vergunde situatie. Woonkern Achtergrond - In de huidige situatie bedraagt de achtergrondgeurbelasting op de hoogst belaste gevoelige locatie (kern Deurne) 6,337 OU/m 3. In de aangevraagde situatie zonder luchtwassers (met mechanische ventilatie) neemt deze op de hoogst belaste gevoelige locatie (kern Aarle-Rixtel) toe tot 6,6 OU/m 3. In de aangevraagde situatie met luchtwassers neemt de achtergrondgeurbelasting toe tot 7 OU/m 3. - Ter informatie is ook de achtergrondgeurbelasting opgenomen voor de locatie Arcenlaan 50, waar de voorgrondgeurbelasting ten gevolge van het initiatief het hoogst is. Op de Arcenlaan 50 neemt de achtergrondgeurbelasting wanneer gekozen wordt voor optie 1 af van 4,3 naar 3,6 Ou/m 3. In optie 2 is de afname van de achtergrondgeurbelasting ten opzichte van de vergunde situatie minimaal (van 4,3 naar 4,0 OU/m 3 ). Er wordt in de beoogde situatie niet voldaan aan de gezondheidskundige advieswaarde voor het buitengebied (10 OU/m 3 ) en de woonkern (5 OU/m 3 ). Aantal blootgestelden achtergrond geur in verschillende scenario s In onderstaande tabellen is het aantal woningen in het buitengebied en in de woonkern in een straal van 3 km rondom de Muizenhol weergegeven. Tussen haakjes verschil met huidig vergunde situatie weergegeven. De woningen zijn ingedeeld in de klassen van oplopende geurbelasting, weergegeven in Oudeurunits (OUe/m 3 ). De gegevens komen uit Analyse geurhinder, excel document, opgesteld door henk Ullenbroek, toegestuurd aan de GGD op

15 Buitengebied De eerste tabel geeft de situatie aan waarin alle chalets op het recreatiepark in de buurt zijn meegenomen. De tweede tabel geeft de situatie weer wanneer er het recreatiepark als 1 punt (1 woning) wordt meegenomen. Tabel 5: Aantal woningen buitengebied (met alle chalets in het recreatiepark, tussen haakjes verschil met huidig) Geurbelasting (OUe/ m 3 ) Huidige situatie Geen maatregelen Luchtwasser, 4,7 Oue/ m 3 Luchtwasser, 10,8 Oue/ m (0) 7 (1) 6(0) (-46) 243(62) 183(2) (42) 281(-62) 341(-2) (0) 35(1) 34(0) (3) 25(-2) 27(0) >20* 3 4(1) 3(0) 3(0) Totaal 594 *Hoogste achtergrond is 21 Oue/ m 3 - Bij geen maatregelen (worst case) geldt in geval dat alle chalets op recreatiepark worden meegenomen: Er is een toename van het aantal woningen in het buitengebied met een geurbelasting van 5-10 Oue/ m 3, en een afname van het aantal woningen belast met 2-5 Oue/ m 3. Er treedt een verslechtering op voor 42 woningen. Er zijn 64 woningen in de huidige situatie die aan meer dan 10 Oue/ m 3 (gez kundige advieswaarde) worden blootgesteld. Als er geen maatregelen worden genomen, neemt dit aantal toe met 4 woningen. Deze toename ligt in de klasse 14 Oue/ m 3 of hoger. Tabel 6: Aantal woningen buitengebied (recreatiepark als 1 punt, tussen haakjes verschil met huidig) Geurbelasting (OUe/m3) Huidige situatie Geen maatregelen Luchtwasser, 4,7 Oue/m3 Luchtwasser, 10,8 Oue/m (0) 7 (1) 6 (0) (-5) 106 (3) 103 (0) (-1) 99 (-3) 102 (0) 15

16 (0) 35 (1) 34 (0) (3) 25 (-2) 27 (0) >20* 3 4 (1) 3 (0) 3 (0) Totaal 275 *Hoogste achtergrond is 21 Oue/m 3 - Bij geen maatregelen (worst case) geldt in geval dat het recreatiepark als 1 punt wordt meegenomen: Er is een kleine afname van het aantal woningen in het buitengebied met een geurbelasting van 2-5 Oue/m 3 en 5-10 Oue/ m 3, en een kleine toename van het aantal woningen belast met Oue/m 3 en >20Oue/m 3. Er treedt een verslechtering op voor 4 woningen. Er zijn 64 woningen in de huidige situatie die aan meer dan 10 Oue/m 3 (gezondheidkundige advieswaarde) worden blootgesteld. Als er geen maatregelen worden genomen, wordt dit aantal 68. Deze toename ligt in de klasse 14 Oue/m 3 of hoger. Woonkern In onderstaande tabel is het aantal woningen in de woonkern (tussen haakjes verschil met huidig) weergegeven onderverdeeld in 4 categorieën van oplopende geurbelasting. Er zijn geen woningen in de woonkern belast met meer dan 14 Oue/m 3. Tabel 7: aantal woningen in de woonkern (tussen haakje verschil met huidig) Geurbelasting (OUe/m 3 ) Huidige situatie Geen maatregelen Luchtwasser, 4,7 Oue/m 3 Luchtwasser, 10,8 Oue/m (-217) 4706(160) 4518(-28) (77) 5007(-56) 5084(21) (138) 1289(-103) 1398(6) (2) 40(-1) 42(1) Totaal Bij geen maatregelen (worst case) geldt: Er is een afname van het aantal woningen in de bebouwde kom met een geurbelasting van 0-2 Oue/m 3. Er is een toename van het aantal woningen met geurbelasting van 2-5 en 5-10 en Oue/m 3, Er treedt een verslechtering op voor 217 woningen. Er zijn 1433 woningen in de huidige situatie die aan meer dan 5 Oue/m 3 (gezondheidkundige advieswaarde) worden blootgesteld. Als er geen maatregelen worden genomen, neemt dit aantal toe tot 1573 woningen Fijnstof Muizenhol Bronnen van fijn stof emissie Naast de emissie van fijn stof uit de stallen, zijn er ook emissies van transport bewegingen. Deze emissies zijn meegenomen in de berekeningen. Als worstcase benadering wordt de fictieve situatie 16

17 aangehouden van een dag waarop alle mogelijke transporten en interne activiteiten met vervoersmiddelen (die verspreid gedurende het jaar plaatsvinden) op één en dezelfde dag plaatsvinden. Los- en laadtijden zijn daarbij ook een ruime schatting. Aantal vrachtwagens: - 1x per 4 dagen aanvoer krachtvoer (lostijd per vracht 60 min) - 1 x per 10 dagen aanvoer stro (lostijd per vracht 30 min) - 1 x per 5 weken aanvoer geiten (lostijd per vracht 30 min) - 1 x per 3 dagen afvoer melk (laadtijd per vracht 30 min) - 1 x per maand afvoer geiten (laadtijd per vracht 30 min) - 1 x per week afvoer kadavers (laadtijd per vracht 15 min) - 1 x per week afvoer afvalstoffen (laadtijd per vracht 30 min) - 1 x per maand diesel aanvoer (lostijd 15 min) Seizoensgebonden (voorjaar en najaar): - totaal ca ton mest per jaar. Afvoer vrachten van 35 ton = 86 vrachten per jaar = elke 4,3 dag één vracht gedurende het hele jaar of in het uitrijseizoen maximaal 6 vrachten per dag binnen een periode van 2 weken (= worst case) (laadtijd per vracht 45 min) - 5 x per dag aanvoer ruwvoer in balen (lostijd per vracht 10 min) - In het aflammerseizoen (voorjaar gedurende periode van ca. 2 maanden): 1 x per 3 dagen afvoer boklammeren (laadtijd per vracht 5-10 min). Beoordeling fijnstof 4 Deze beoordeling is gemaakt op basis van de gegevens uit Rapportage luchtkwaliteit fijn stof, 27 oktober 2016 (ForFarmers FarmConsult). Naast de hoogst belaste locaties voor fijn stof, zijn de hoogst belaste locaties zoals eerder genoemd in de geurbeoordeling tevens meegenomen, zie ook de tabel. Uit de aangeleverde gegevens blijkt dat de fijnstofemissie in beide situaties afneemt ten opzichte van de huidig vergunde situatie met respectievelijk 116 kg/jaar en 154 kg/jaar. Voor een worst case benadering is gerekend met het referentiejaar 2016 voor de achtergrondconcentratie. Pm2,5 Voor achtergronden over de gezondheidskunde advieswaarden, zie paragraaf 3.5. Tabel 6: Hoogst belaste locaties fijn stof Varianten Beoordeelde PM10 Overschrijdingsdagen Bronbijdrage adressen (ug/m 3 ) (aantal) (ug/m 3 ) Huidig vergund Mathijseind 5 22,39 10,5 0,16 Arcenlaan 50 21,84 9,9 0,01 Benthem 11 22,54 10,9 0,01 Met cascade: Mathijseind 5 22,29 10,5 0,05 wettelijke Arcenlaan 50 21,84 9,9 0,00 Benthem 11 22,54 10,9 0,00 4 indien de proefstalstatus toegekend wordt, wordt waarschijnlijk ook een afwijkende emissiefactor voor fijn stof toegekend. Deze kan afwijken van wat de adviseur momenteel aangeeft. 17

18 emissiefactor 19 gr/dier/jaar Met cascade: WUR onderzoek emissiefactor 47* Mathijseind 5 Arcenlaan 50 Benthem 11 22,28 21,84 22,54 10,5 9,9 10,9 0,06 0,00 0,01 gr/dier/jaar Met luchtwasser (proefstalstatus 4 g/jaar/dier) Mathijseind 5 Arcenlaan 50 Benthem 11 22,26 21,83 22,54 10,5 9,8 10,9 0,04 0,00 0,00 *19 gram is de wettelijke emissiefactor. 47 gram is de berekende emissiefactor door de WUR in Wordt daarom als worst-case meegenomen. o o De vergunde achtergrondconcentratie fijnstof (inclusief bijdrage van het bedrijf) op de hoogste belaste gevoelige locatie is (Benthem 11) 22,54 µg/m 3 met 10,9 overschrijdingsdagen. Dit verandert niet in geval van de verschillende scenario s. Op de dichtstbijzijnde locatie Mathijseind 5 woning is de fijn stof concentratie bij de huidige vergunde situatie 22,39 en 10,5 overschrijdingsdagen. In de verschillende scenario s is sprake van een reductie van de fijn stof concentratie met 0,1 ug/m 3. De individuele bijdrage van het bedrijf aan de fijnstof concentratie bedraagt in de vergunde situatie maximaal 0,16 µg/m 3 op de woning van Mathijseind 5. In alle doorgerekende scenario s neemt dit af en ligt rond de 0,05 µg/m 3. Er wordt voldaan aan de door de GGD gehanteerde advieswaarde voor fijnstof (PM10), zijnde 31,2 µg/m 3. Ammoniak 3 Uit de aangeleverde gegevens blijkt dat de ammoniak emissie in geval van optie 1 toeneemt met 1528 kg/jaar en in geval van optie 2 afneemt met 2472 kg/jaar ten opzichte van de huidig vergunde situatie Endotoxinen Op dit moment ontbreekt het nog aan wettelijke modelleringsinstrumenten om de endotoxinenconcentratie voor veehouderijen te duiden. Door het Ondersteuningsteam is een handreiking ontwikkeld om voor varkens en pluimvee aan de hand van de fijnstofemissie de minimale afstand, op basis van de endotoxine advieswaarde van de Gezondheidsraad (zie paragraaf I-5), te berekenen. Binnen deze afstand ligt de berekende endotoxine concentratie boven de gezondheidskundige advieswaarde voor endotoxine. Voor andere diersoorten is een dergelijke berekening nog niet mogelijk. In de onderstaande afbeeldingen zijn de endotoxinencirkels weergegeven voor de huidige situatie (dus met de varkenshouderij aan de Muizenhol 1, situatie september 2016). 18

19 Afbeelding 2: Endotoxinen cirkel voor pluimvee en varkenshouderijen rondom Muizenhol (cijfers zijn de benodigde afstand om te voldoen aan de endotoxine norm 30 EU / m3 dus de straal van de cirkel in meters. Hier weergegeven is met varkens aan Muizenhol 1). Afbeelding 3; Endotoxinen cirkel voor pluimvee en varkenshouderijen Helmond Dierdonk 19

20 Afbeelding 4: Endotoxinen cirkel voor pluimvee en varkenshouderijen rondom Bakel 20

21 2.1.5 Transport Muizenhol Uit de ontvankelijkheidstabel in het toetsingsinstrument wordt niet duidelijk welke knelpunten er zijn voor verkeersveiligheid en welke maatregelen er worden genomen om dit te voorkomen. Op dit punt zijn er veel vragen en zorgen uit de omgeving. Men verwacht veel overlast van extra vrachtverkeer. Men maakt zich zorgen over het parkeren en manoeuvreren van vrachtauto s op de openbare weg en de risico s die dat met zich meebrengt. Verder brengen bewoners in dat het 21

22 aantal transportbewegingen nog verder kan toenemen omdat er onduidelijkheid is over de verkeerrouting die de vrachtauto s kunnen volgen. Tevens is het niet duidelijk waar de laadplaatsen voor mest en dieren zijn op het terrein en of die plek in een sluis staat vanwege de onderdruk Landschappelijke inrichting Muizenhol Er zijn zorgen bij omwonenden over de landschappelijke inpassing, situering van sleufsilo s, etc. Op basis van beschikbare gegevens is geen duidelijke tekening of informatie beschikbaar. 2.2 Milieusituatie Grotelseheide Voor de Grotelseheide 4 geen aanvraag ingediend om extra geiten te houden. Er is een aanvraag om 3 extra paarden te houden. Deze hebben geen emissiefactor voor geur en kunnen daardoor niet mee worden genomen. Verder zijn staltechnische aanpassingen aangevraagd. Er is mechanische ventilatie aanwezig die is geplaatst in de nok van de stal Emissies Grotelseheide In onderstaande tabel staat het aantal dieren met de emissies aangegeven voor geur, fijn stof en ammoniak. Deze veranderen niet in de aangevraagde situatie. Er vinden wel wijzigingen plaats in opslag van mest en voer. Tabel 7: Emissies Grotelseheide 4. Huidige vergunde situatie Aangevraagde situatie Aantal dieren Emissie geur (g/jaar) Emissie Fijn stof (kg/jaar). Ammoniak (kg/jaar) 688 melkgeiten 12934, geiten en , paarden Afstanden Er liggen +/- 10 woningen binnen een straal van 250 m om de Grotelseheide 4. Er ligt 1 woning op minder dan 25 m van het bedrijf (Grotelseheide 2 ligt op 12,5 m van de hoek van het gebouw, de afstand tot de dierenverblijven is 25 meter) Geur Grotelseheide Voorgrond geur Buitengebied De hoogst belaste locatie is de Grotelseheide 2, daar is de voorgrond geurbelasting 13,8 Oue/m 3. Op 5 adreslocaties in het buitengebied is er sprake van een wettelijk overbelaste situatie voor geur: de voorgrond geurbelasting overschrijdt de huidige gemeentelijke geurnomen. 22

23 Woonkern De hoogst belaste locatie in de woonkern ten gevolge van de Grotelseheide 4 is Mosbloemsingel 12 te Helmond (0,2 Oue/m 3 ). Achtergrond geur Er zijn (nog) geen gegevens beschikbaar over de achtergrondbelasting voor geur. In de Wet geurhinder en veehouderij zit geen toetsing aan de achtergrondbelasting. De provincie heeft aanvullende regels in de Verordening Ruimte 2014 rondom achtergrondbelasting. Deze zijn van toepassing bij een toename van de oppervlakte van bestaande gebouwen voor de uitoefening van een veehouderij. Dit is niet aan de orde aan Grotelseheide 4. Om deze reden is deze informatie niet bekend. De gemeente Gemert-Bakel heeft een beleidsregel voor de achtergrondbelasting geur. Deze beleidsregel is van toepassing bij ruimtelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld bestemmingsplanwijziging, vormverandering bouwblok). Dit is niet aan de orde aan Grotelseheide 4. Om deze reden is deze informatie niet bekend Fijn stof Er zijn nog geen gegevens bekend over de fijnstofbelasting in de omgeving van Grotelseheide. Endotoxinen Op dit moment ontbreekt het nog aan wettelijke modelleringsinstrumenten om de endotoxinenconcentratie voor veehouderijen te duiden. Door het Ondersteuningsteam is een handreiking ontwikkeld om voor varkens en pluimvee aan de hand van de fijnstofemissie de minimale afstand, op basis van de endotoxine advieswaarde van de Gezondheidsraad (zie paragraaf I-5), te berekenen. Binnen deze afstand ligt de berekende endotoxine concentratie boven de gezondheidskundige advieswaarde voor endotoxine. Voor andere diersoorten is een dergelijke berekening nog niet mogelijk. In de onderstaande afbeeldingen zijn de endotoxinencirkels weergegeven voor de huidige situatie. Afbeelding 5: Endotoxinen cirkel voor pluimvee en varkenshouderijen rondom Grotelseheide 23

24 2.2.4 N279 De weg N279 wordt omgelegd als onderdeel van de Ruit. In de planning van de Provincie staat dat in het voorjaar van 2017 het MER rapport gereed is. Dan wordt dus ook duidelijk of er een omleiding aangelegd wordt of het huidige trace gebruikt wordt voor de N279. In 2010 kwam over het drukste wegdeel ongeveer motorvoertuigeenheden per etmaal. De verwachting is dat deze weg drukker gaat worden in de toekomst. Afbeelding 6; Zoekgebied N279 24

25 25

26 3 Achtergrondinformatie gezondheid en veehouderij 3.1 Over welke gezondheidseffecten gaat het? Veehouderijen hebben invloed op de volksgezondheid Uit onderzoek is bekend dat omwonenden van veehouderijen blootgesteld worden aan verhoogde concentraties van geur, fijn stof, endotoxinen en biologische agentia. Deze blootstelling kan tot hinder en gezondheidsklachten leiden. Uit het onderzoek Veehouderijen en gezondheid omwonenden (VGO, RIVM 2016)) blijkt dat er in zowel positieve als negatieve zin effecten zijn. Het VGO-onderzoek bevestigd eerdere bevindingen dat astma en neusallergieën minder voorkomen bij mensen die op korte afstand wonen van veehouderijen. Verder wonen dichtbij veehouderijen minder COPD-patiënten; maar de COPDpatiënten die dichtbij of in de buurt van één of meerdere veehouderijen wonen, hebben een verhoogd risico op complicaties van hun ziekte. Eerder onderzoek toonde al aan dat kinderen vaker eczeem hebben indien ze dichterbij veehouderijbedrijven wonen. In het VGO onderzoek bevestigd het eerdere beeld dat er sprake is van een verhoging van het risico op longontsteking voor omwonenden die binnen een straal van ongeveer 1 kilometer van pluimveebedrijven wonen. Er zijn sterke aanwijzingen dat fijnstof en componenten ervan, mensen gevoeliger maken voor infecties waardoor longontstekingen mogelijk vaker voorkomen. Maar het kan niet worden uitgesloten dat specifieke ziekteverwekkers afkomstig van dieren uit de veehouderij voor een deel van de verhoging van de longontstekingen zorgen. In het medisch onderzoek (onderdeel van het VGO onderzoek) is een verhoogd risico gevonden tussen longontstekingen en het wonen in de buurt van geitenbedrijven, afnemend met de afstand. Daarbij gaat het in dit onderzoek om een klein aantal patiënten. Er is nog geen goede verklaring voor dit verhoogd risico gevonden. Nadere analyses vinden op dit moment nog plaats. Tot slot wordt een verlaging van de longfunctie gevonden bij mensen die veel veehouderijen in hun leefomgeving hebben (15 of meer bedrijven binnen een straal van 1 kilometer van een woning). Dit hangt vooral samen met het aantal veehouderijen rond de woning en hangt niet duidelijk samen met specifieke veehouderijtypen. Het meest waarschijnlijk is dat deze longfunctieverandering samenhangt met de blootstelling aan stof en micro-organismen (endotoxinen) direct rond veehouderij bedrijven. Geur Geur uit veehouderijen kunnen nadelige effecten oproepen, zoals (ernstige) hinder. Bovendien kunnen ze het algemene dagelijkse leven beïnvloeden (bijvoorbeeld ramen niet open kunnen zetten, niet thuis willen verblijven). Blootstelling aan geur kan ook stressgerelateerde gezondheidseffecten oproepen; zoals hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en vermoeidheid. De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) en de Gezondheidsraad beschouwen hinder als gezondheidseffect, omdat gezondheid ook welzijn betreft en niet alleen de afwezigheid van ziekte. 26

27 Fijn stof Van veegerelateerd fijnstof, endotoxinen en biologische agentia is bekend dat deze tot gezondheidseffecten zoals luchtwegklachten en van dier-op-mens overdraagbare infectieziekten kunnen leiden. Daarnaast blijkt uit het onderzoek Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO) van het RIVM dat COPD patiënten die dichtbij een veehouderij of meerdere veehouderijen wonen, een grotere kans hebben op ernstigere klachten en vaker luchtwegmedicatie gebruiken. Verder komen uit het VGO-onderzoek aanwijzingen naar voren dat het wonen in de buurt van veehouderijen een nadelig effect heeft op de longfunctie. De vermindering van de longfunctie wordt gevonden bij mensen die veel veehouderijen in hun directe omgeving hebben, vooral bij de groep met 15 of meer bedrijven binnen een kilometer afstand. Het type veehouderij maakt hierbij niet uit. Endotoxinen Fijnstof afkomstig uit stallen bevat endotoxinen. Endotoxinen zijn bestanddelen van de celwand van bacteriën met ontstekingsbevorderende eigenschappen. Bronnen in de veehouderij zijn vooral mest en in mindere mate stro of strooisel in de stal. Van endotoxinen is bekend in de deeltjes bij een te hoge concentratie schadelijk zijn voor de gezondheid. Inademing van endotoxinen kan leiden tot ontstekingen van de luchtwegen. Verschijnselen zoals droge hoest, kortademigheid met verminderde longfunctie en koorts kunnen direct optreden. Uit onderzoek onder werknemers blijkt dat langdurige blootstelling aan endotoxinen kan leiden tot chronische bronchitis en vermindering van de longfunctie. Mogelijk beschermt endotoxine tegen ontwikkeling van atopie 5 en hooikoorts 6. Dit beschermend effect blijkt uit studies onder kinderen die opgroeiden op een boerderij. Ammoniak Uit het VGO onderzoek komt naar voren dat een verhoogde concentratie ammoniak in de lucht een verband laat zien met een afname van de longfunctie. Waarschijnlijk is het niet het ammoniak zelf dat dit effect veroorzaakt, maar fijnstofdeeltjes die worden gevormd doordat ammoniak met andere stoffen in de lucht reageert. Deze deeltjes verplaatsen zich over een grote afstand waardoor de effecten zich mogelijk ook in een groter gebied kunnen voordoen. 5 Atopie kenmerkt zich door de aanwezigheid van stoffen in het lichaam die reageren op allergenen in het milieu zoals huisstofmijt, pollen, grassen, hond, kat. Blootstelling aan deze allergenen leidt bij atopische mensen tot gezondheidsklachten en in het ergste geval astma. 6 Winkel A., Wouters I.M., A.J.A. Aarnink, D.J.J. Heederik, N.W.M. Ogink, Emissies van endotoxinen uit de veehouderij: een literatuurstudie voor ontwikkeling van een toetsingskader. Wageningen UR (University & Research centre) Livestock Research, Livestock Research Rapport

28 Tabel 7: overzicht gezondheidseffecten van fijn stof, geur, endotoxine afkomstig van veehouderijen aspect effect vee-gerelateerde geur - (ernstige) hinder - misselijkheid, hoofdpijn, prikkeling van slijmvliezen, irritatie van ogen en neus en slaapproblemen. vee-gerelateerd fijn stof - luchtwegklachten, acute klachten van ogen, neus en bovenste luchtwegen, verminderde longfunctie. opmerking: ammoniak reageert met andere stoffen in de lucht, hetgeen leidt tot de vorming van secundair fijn stof. Deze deeltjes verplaatsen zich over een grote afstand waardoor effecten zich mogelijk in een groter gebied kunnen voordoen dan enkel rondom een bepaalde afstand van een veehouderij endotoxinen - Verschijnselen zoals droge hoest, kortademigheid met verminderde longfunctie en koorts kunnen direct optreden. Uit onderzoek onder werknemers blijkt dat langdurige blootstelling aan endotoxinen kan leiden tot chronische bronchitis en vermindering van de longfunctie. Mogelijk beschermt endotoxine tegen ontwikkeling van atopie 7 en hooikoorts 8. Zoönosen Voor verspreiding vanuit de veehouderij zijn de volgende zoönosen 9 die zich via de lucht verspreiden relevant: Q-koorts: Q-koorts wordt veroorzaakt door een bacterie (Coxiella Burnetti), die verschillende dieren bij zich kunnen dragen. In Nederland gaat het vooral om geiten en schapen als besmettingsbron voor de mens. Ook runderen kunnen drager zijn van deze bacterie. De gezondheidseffecten zijn: Acuut - merendeel (60%) van geïnfecteerden wordt niet ziek; - griepachtig ziektebeeld en/of longontsteking, begint vaak met zware hoofdpijn, hoge koorts; - meestal genezing na 1 á 2 weken; 20% van infecties leidt tot ziekenhuisopname; - infectie kan complicaties geven in zwangerschap; - overlijden <1%. 7 Atopie kenmerkt zich door de aanwezigheid van stoffen in het lichaam die reageren op allergenen in het milieu zoals huisstofmijt, pollen, grassen, hond, kat. Blootstelling aan allergenen leidt bij atopische mensen tot gezondheidsklachten en in het ergste geval astma. 8 Winkel A., Wouters I.M., A.J.A. Aarnink, D.J.J. Heederik, N.W.M. Ogink, Emissies van endotoxinen uit de veehouderij: een literatuurstudie voor ontwikkeling van een toetsingskader. Wageningen UR (University & Research centre) Livestock Research, Livestock Research Rapport infectieziekten die dieren op mensen kunnen overdragen 28

29 Chronisch - Bij 1-3 % van patiënten met acute Q-koortsinfectie; ook na een asymptomische infectie; - Vooral bij patiënten met ernstige hart- en vaatafwijkingen al voor besmetting met de bacterie; - Vaak een sluimerend begin met klachten van benauwdheid, koorts, transpireren, vermoeidheid, vermageren % heeft een ontsteking aan het hart en 9% van de bloedvaten; - Mensen met chronische Q-koorts hebben langdurige behandeling met antibiotica nodig. Post-Q-koorts-vermoeidheid syndroom - 25% van de patiënten hebben langer dan 1 jaar na infectie abnormale vermoeidheid, zweten, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, kortademig, concentratie- en slaapproblemen. Influenza (vogelgriep en varkensgriep): Een griepepidemie met het humane influenzavirus is in Nederland in de wintermaanden een jaarlijks fenomeen. Wereldwijd veroorzaakt deze klassieke griep duizenden sterfgevallen per jaar. Mensen zijn waarschijnlijk minder gevoelig voor het vogelgriepvirus. Vogelgriep (aviaire influenza) Directe overdracht van vogelgriepvirussen naar de mens kan gevaarlijk zijn. Het komt niet vaak voor, maar toch wordt vogelgriep als een probleem gezien. Griepvirussen kunnen snel veranderen. Als een mens tegelijkertijd besmet raakt met een menselijk en een dierlijk virus kan door een interactie tussen beide virussen een nieuwe variant van het virus ontstaan. De gezondheidseffecten bij vogelgriep zijn: - Bij milde infecties er sprake van lichte griepklachten en/of een lichte oogontsteking. Klachten gaan meestal weg na 2 7 dagen (uitgezonderd hoest); - Bij ernstige effecten is er sprake van koorts en longontsteking, uitval functie organen; sterfte (bij uitbraken in het buitenland met hoogpathogene virussen overleed de helft van de geïnfecteerden); - Infecties zijn in Nederland vooral een beroepsrisico m.n. bij bestrijders bij een uitbraak; - Er is nauwelijks overdracht van het vogelgriepvirus van mens op mens; - Het virus is echter in staat zich aan te passen, waardoor het beter overdraagbaar wordt van mens tot mens. Dit kan ook gebeuren als het vogelgriepvirus vermengt met het humaan- of varkens griepvirus. De kans hierop bestaat, maar is klein. Varkensgriep Ook varkens kunnen besmet zijn met influenza A-virussen. Deze lijken soms op de griepvirussen van de mens. Het komt voor dat mensen die met varkens werken worden besmet, maar dit leidt in het algemeen niet tot ernstige klachten. Varkens zijn gevoelig voor vogel-, varkens- en mensengriepvirussen. Bij varkens is daardoor de kans het grootst dat er een nieuw virus ontstaat waar mensen nog geen afweer tegen hebben. Wanneer zo n nieuw virus overdraagbaar is van mens-op-mens kan het zorgen voor een wereldwijde uitbraak (pandemie). De gezondheidseffecten bij varkensgriep zijn: 29

30 - De klachten zijn in het algemeen mild: koorts, neusverkoudheid, keelpijn, hoesten, benauwdheid, hoofdpijn en spierpijn. Soms kunnen de klachten ernstiger verlopen met bijvoorbeeld een longontsteking. - Er zijn verschillende subtypes van het virus; laagpathogeen virus varkens kan door mutaties hoogpathogeen voor de mens worden; tot nu toe is in Nederland alleen het laagpathogene virus voorgekomen. - Infecties komen alleen voor bij mensen met intensief contact met varkens; - Er is nog geen overdracht van mens tot mens; kleine kans dat door mutaties overdracht mogelijk wordt. Antibiotica-resistente bacteriën Antibiotica zijn nodig bij de bestrijding van bacteriële infecties bij mens en dier. De laatste jaren zijn bacteriën steeds vaker bestand tegen antibiotica. Dat is een gevaar voor de gezondheid voor mens en dier. De laatste decennia is er een toename van resistentie van bacteriën, terwijl er bijna geen nieuwe middelen meer worden ontwikkeld. De resistentie betekent niet dat mensen vaker ziek worden door de bacteriën, maar wel dat als ze ziek worden, de behandeling moeilijker kan zijn. MRSA-bacterie (Meticilline-resistente Staphylococcus aureus) Staphylococcus aureus is een bacterie die een groot deel van de bevolking bij zich draagt, het gaat dan meestal om een MSSA (Meticilline gevoelige S. aureus). MRSA is een bacterie die niet gevoelig is voor veel gebruikte antibiotica. Daardoor zijn infecties met MRSA moeilijk te behandelen. Bepaalde typen MRSA komen vooral voor in het ziekenhuis, andere typen meer bij dieren zoals varkens, vleeskalveren en vleeskuikens. De laatsten worden veegerelateerde MRSA genoemd. Door meer gebruik van antibiotica bij landbouw(huis)dieren kunnen meer resistente bacteriën ontstaan. Gezonde mensen kunnen MRSA drager zijn zonder dat zij hier iets van merken. Veegerelateerde MRSA loopt men op door contact met besmette dieren. De gezondheidseffecten zijn: - bij verminderde weerstand/pas geopereerde patiënten infecties mogelijk (zweren, abcessen); - zeldzame gevallen: bloedvergiftiging, botinfectie, longontsteking; - dragerschap onder veehouders zeer hoog, tot wel 70%; onder familieleden van veehouders is het percentage dragerschap veel lager; - de overdracht van mens tot mens van veegerelateerde MRSA is zeer beperkt. - Wanneer er geen contact met besmette dieren is raken gezonde mensen de bacterie vanzelf kwijt. ESBL bacterie (Extended spectrum betalactamase producerende bacterie) Het gaat om bacteriën die een enzym produceren dat bepaalde antibiotica (penicillines en cefalosporines) onwerkzaam kan maken. Resistentie door ESBL-productie betekent dat deze antibiotica niet meer werken. De bacterien die ESBL s kunnen produceren zijn gewone darmbacterien (o.a. E-coli, Klebsiella) en zijn in de darmen van gezonde personen onschadelijk. De gezondheidseffecten zijn: 30

31 - bij heel jonge en oude mensen met gestoord immuunsysteem ontstaan soms ernstige urineweg- of bloedbaaninfecties - met name in ziekenhuizen en verpleeghuizen een probleem; maar ESBL-producerende bacteriën worden steeds vaker gevonden in de algemene bevolking. - Met name bij pluimveehouders is dragerschap verhoogd ten opzicht van de algemene bevolking (Dierikx, 2013) - ESBL-dragerschap komt vaker voor bij mensen die (verre) reizen maken. - De manier waarop mensen besmet raken is nog niet goed bekend. 3.2 Hoeveel mensen worden blootgesteld? Algemeen Hoe groter de afstand, hoe lager de blootstelling. De concentraties nemen op grotere afstand af (RIVM). Het hanteren van een bepaalde afstand tussen veehouderijbedrijf en woningen heeft daardoor een gunstig effect op de blootstelling van omwonenden aan geur, fijnstof, endotoxinen en zoönotische agentia. Welke afstand dit is, hangt af van bedrijfsomvang, staltype, diersoort, technische maatregelen en lokale omgevingsfactoren 10. Geur Tabel 8: achtergrondgeurbelasting: aantal woningen buitengebied Muizenhol (recreatiepark als 1 punt, tussen haakjes verschil met huidig) Geurbelasting (OUe/m3) Huidige situatie Geen maatregelen Luchtwasser, 4,7 Oue/m3 Luchtwasser, 10,8 Oue/m (0) 7 (1) 6 (0) (-5) 106 (3) 103 (0) (-1) 99 (-3) 102 (0) (0) 35 (1) 34 (0) (3) 25 (-2) 27 (0) >20* 3 4 (1) 3 (0) 3 (0) Totaal 275 *Hoogste achtergrond is 21 Oue/m 3 Fijnstof Voor fijn stof zijn geen gegevens bekend qua aantal blootgestelden. De advieswaarde zoals gehanteerd door de GGD (31,2 ug/m 3 ) wordt niet overschreden. Er is enkel een achtergrondkaart met de fijnstofbelasting, waarin de woningen niet zijn ingetekend. Voor endotoxine geldt dat er geen richtafstand berekend kan worden voor geitenhouderijen. Wel zijn er richtafstanden berekend voor omringende varkenshouderijen/ pluimveebedrijven. 10 Aanvullend toetsingskader; een risico- inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij (2013). Nijdam, R. e.a. 31

32 Infectierisico s Onder normale omstandigheden, dat wil zeggen dat er geen uitbraak is, zijn de risico s voor omwonenden door virussen en bacteriën beperkt. Er is echter weinig bekend over de blootstelling aan micro-organismen en de relaties tussen blootstelling en effect of respons. Standaard meetmethoden ontbreken. Zo nu en dan doen zich uitbraken voor van (nieuwe) zoönosen, die een bedreiging kunnen vormen voor de gezondheid. De kans op zo n uitbraak is moeilijk te bepalen. In het VGO-onderzoek zijn bekende ziekteverwekkers onderzocht. Infecties met hepatitis E-virus komen niet vaker voor bij mensen die in de buurt van veehouderijen wonen en ook zijn niet meer mensen drager van bepaalde antibiotica-resistente bacteriën (ESBL-producerende bacteriën) dan elders in het land. Alleen voor Q-koorts zijn onderzoeksgegevens beschikbaar en die duiden op een verhoogd risico van infectie en ziekte bij omwonenden in relatie tot de afstand van woonhuis tot Q-koorts besmette melkgeitbedrijven. Het risico is het grootst binnen een straal van 2 km om het bedrijf en neemt sterk af bij een afstand meer dan 5 km. Het doormaken van Q-koorts geeft levenslange bescherming. Vee-gerelateerde MRSA komt weinig voor bij omwonenden van veehouderijen. In het VGO-onderzoek kwam er bij 10 van de bijna 2500 onderzochte omwonenden veegerelateerde MRSA voor, een te klein aantal om conclusies aan te verbinden. Voor alle andere zoönosen kunnen geen onderbouwde uitspraken worden gedaan over het gezondheidsrisico in relatie tot de afstand tot een veehouderij. Daar is onvoldoende onderzoek naar verricht 11. Q-koorts De bacteriën die Q-koorts veroorzaken worden vooral verspreid vanuit besmette geiten- en schapenbedrijven tijdens de lammerperiode (voorheen van februari tot en met mei, maar komt nu meer verspreid over het jaar voor). De bacteriën kunnen zich vanuit een besmet bedrijf via de lucht met de wind verspreiden naar de omgeving. Mensen die in de buurt van het bedrijf wonen of recreëren kunnen de bacterie inademen en ziek worden. Aangenomen wordt dat er een verhoogde kans is op het oplopen van Q-koorts in een cirkel van 5 km rond een besmet bedrijf. Sinds eind 2009 worden melk producerende geiten- en schapenbedrijven gecontroleerd op de aanwezigheid van de Coxiella Burnetii (verwekker van Q-koorts) in de tankmelk. Sinds medio 2016 zijn er geen Q-koorts besmette bedrijven in Nederland. Uit metingen in het VGO-onderzoek blijkt enkele jaren na de Q-koortsuitbraak (2014 en 2015) DNA van Coxiella Burnetii regelmatig wordt aangetroffen in luchtmetingen in het VGO-gebied en in lage concentraties aanwezig is. Dit is een voorlopige analyse. De aanwezigheid van DNA betekent niet dat de levende bacterie in de lucht aanwezig is. Vogelgriep 11 Infectierisico's van de veehouderij voor omwonenden (2012) Maassen CBM (e.a.), RIVM Rapport

33 Laag pathogene 12 vogelgriep komt vrij algemeen voor bij in het wild levende vogels. Er zijn regelmatig uitbraken van laagpathogene vogelgriep op Nederlandse pluimveebedrijven. In 2014 en 2016 waren er uitbraken van hoogpathogene vogelgriep (H5N8) op pluimveebedrijven in Nederland. Pluimvee is gevoelig voor een groot aantal subtypes van het vogelgriepvirus. De verspreidingskans naar andere pluimveebedrijven van een hoogpathogeen 13 virus neemt snel af naarmate de bedrijven verder uit elkaar liggen. De overdrachtskans tussen bedrijven is klein als er minder dan 2,9 pluimveebedrijven per km 2 zijn. Bij een minimale afstand van 1 km tussen bedrijven ligt de maximale bedrijfsdichtheid ruim onder deze kritische dichtheid. Bij vogelgriep op een pluimveebedrijf worden met name veehouders, gezinsleden, werknemers en personen betrokken bij ruiming van het bedrijf blootgesteld aan het vogelgriepvirus. In 2003 zijn bij een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep (H7N7) 89 van de 453 blootgestelde personen ondanks voorzorgsmaatregelen besmet geraakt met het virus. De meesten waren betrokken bij de ruiming en kregen klachten van een oogontsteking, één persoon is overleden. In het VGO-onderzoek (2016) is bij 1,9% van de deelnemers (omwonenden) antistoffen tegen vogelgriepvirussen aangetoond, wat impliceert dat deze mensen ooit zijn blootgesteld aan vogelgriepvirussen. Tijdens de VGO-studie werden geen vogelgriepvirussen in de veehouderijen aangetroffen. Meer inzicht zal moeten worden verkregen in hoeverre vogelgriepvirussen in de lucht voorkomen ten tijde van een uitbraak. Varkensgriep Tussen de 60 en 90 procent van de vleesvarkens en zeugen heeft antistoffen tegen influenza. Hoewel de meeste dieren dus een infectie doormaken, wordt deze vaak niet opgemerkt. Ook is het mogelijk varkens te vaccineren tegen varkensinfluenza. Varkensinfluenza op een varkensbedrijf is niet meldingsplichtig. Varkenshouders schijnen regelmatig besmet te worden met varkensinfluenza; besmetting met varkensinfluenza wordt in Nederland niet gemonitord. Er zijn geen aanwijzingen dat omwonenden blootgesteld worden aan varkensgriep. Vee-gerelateerde MRSA (V-MRSA) Vooral mensen die intensief met varkens en vleeskalveren werken lopen het risico V-MRSA op te lopen. Zij zijn vaker MRSA-drager dan hun gezinsleden die niet met de varkens in aanraking komen. Uit onderzoek van het IRAS blijkt, dat deeltjes van de vee-specifieke MRSA-bacterie vaker en in hogere concentraties in de lucht wordt teruggevonden in een straal van 1000 meter rond veehouderijbedrijven. De gemeten concentratie nam toe met het aantal bedrijven in het gebied. Hoewel de aantallen klein zijn, lijkt bij omwonenden in het VGO-onderzoek (2016) dragerschap met de vee-gerelateerde MRSA licht verhoogd ten opzichte van de algemene bevolking. De onderzoekers vinden een verband met de afstand tot veehouderijen. Omdat het om een klein aantal dragers gaat (10 personen), is de vraag of deze verhoging werkelijk afhankelijk is van afstand tot veehouderijen (overdracht via milieubronnen) of dat risicogedrag een rol speelt. Vervolgonderzoek hiernaar loopt momenteel. 12 Laag pathogeen betekent geen of milde ziekteverschijnselen bij vogels en pluimvee 13 Hoog pathogeen betekent ernstige ziekteverschijnselen bij vogels en pluimvee 33

34 ESBL ESBL-producerende bacteriën worden aangetroffen in voor voedsel geproduceerde dieren, vooral bij vleeskuikens, en in rauw vlees en vleeswaren (kip, kalkoen, varkens- en kalfsvlees). Ook worden ESBL-producerende bacteriën gevonden op groente. Bij omwonenden van individuele pluimvee- of varkensbedrijven blijkt dragerschap niet vaker voor te komen, ook werd er geen verband gevonden tussen dragerschap en een gebied met een hoge veehouderijdichtheid. 3.3 Hoeveel mensen worden ziek, krijgen klachten of ondervinden effecten? Algemeen Over de relatie tussen blootstelling en het al dan niet ziek wordt steeds meer bekend. Voor microorganismen binnen een diersoort kan geringe blootstelling al leiden tot infectie, al dan niet met symptomen. Voor overdracht op de mens is vaak een hogere dosis nodig. Er zijn aanwijzingen dat zich bij omwonenden van intensieve veehouderijen effecten op de luchtwegen kunnen voordoen. Uit onderzoek van het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit Utrecht, UMC Utrecht, Wageningen Bioveterinary Research en NIVEL blijkt dat mensen die binnen 1,15 kilometer van een pluimveebedrijf wonen elf procent meer kans hebben op een longontsteking dan mensen die verderop wonen. Daarbuiten neemt het verhoogde risico snel af. Ook bij geitenbedrijven is een verhoogde kans op longontsteking gevonden in onderzoek. Deelnemers die op < 500 meter van een geitenbedrijf woonden met ten minste 50 dieren hadden een sterk verhoogde kans op pneumonie. Voor deelnemers die op meter van een geitenbedrijf wonen neemt dit risico sterk af. De analyses suggereren dus dat er direct rond geitenbedrijven nog steeds een verhoogd risico is op pneumonie. Hiernaar loopt momenteel nader onderzoek waarvan de resultaten eind mei 2017 verwacht worden. Geur Op basis van de algemene blootstellingresponsrelaties voor cumulatieve geurbelasting verwacht de GGD dat het percentage geurgehinderden in de woonkern boven de 12% ligt (1433 woningen hebben een achtergrond geurbelasting hoger dan 5 OU/m3). In het buitengebied liggen 64 woningen met een achtergrond geurbelasting groter dan 10 OU/m3. De GGD verwacht dat het percentage geurgehinderden daarmee boven de 20% ligt. Echter, de werkelijke hinder die in de praktijk wordt ervaren, wordt bepaald door meerdere factoren (zoals intensiteit, gewenning en vertrouwdheid met de bron). Ook communicatie beïnvloedt hoe hinder ervaren wordt. Fijn stof 34

35 Bij de gezondheidseffecten als gevolg van blootstelling aan fijnstof uit stallen gaat het om een toename van luchtwegklachten en ontstekingen. Er is nog geen kwantitatieve dosis-response relatie bekend, zodat niet duidelijk is hoeveel mensen het betreft. Er wordt voldaan aan de door de GGD gehanteerd advieswaarde voor fijnstof (PM10), zijnde 31,2 µg/m 3. Endotoxinen De GGD is van mening dat endotoxinen een betere parameter is dan fijn stof. Uit recent onderzoek 14 blijkt dat in de huidige toetsingskaders voor fijnstof en geur bij pluimveebedrijven (vleeskuikens en leghennen) niet voldoende beschermend zijn tegen het overschrijden van de gestelde endotoxinegrenswaarde (30 EU/m 3 ). Op dit moment is het nog niet mogelijk voor geiten een berekening te maken van de afstand waarbinnen het waarschijnlijk is dat de endotoxineconcentratie de gezondheidskundige advieswaarde overschrijdt. Uit de endotoxine onderzoeksrapporten blijkt dat de fijnstof emissie (PM10) van geitenstallen laag is en dat het endotoxine gehalte in dat stof ook laag is. Dit betekent dat de bijdrage van geitenhouderijen aan de cumulatie beperkt is. Zoals op de endotoxinenkaart is te zien, liggen er wel een aantal varkensbedrijven in de omgeving van Muizenhol met endotoxinenuitstoot. Het is niet bekend hoeveel woningen precies in deze cirkels liggen. Door cumulatie kunnen meer woningen dan op grond van de individuele cirkels verwacht wordt, blootgesteld worden aan concentraties hoger dan 30 EU. Ammoniak Ammoniak draagt bij aan de vorming van secundair aerosolen. Deze deeltjes verplaatsen zich over een grote afstand waardoor effecten zich mogelijk in een groter gebied kunnen voordoen dan enkel rondom een bepaalde afstand van een veehouderij. Q-koorts: Als er geen besmet schapen- of geitenbedrijf is, is kans op gezondheidseffecten gering. De meeste bacteriën komen vrij tijdens het lammeren van geiten en schapen of tijdens een abortusstorm. Op dit moment zijn er geen bedrijven met een besmetstatus. Het aantal ziektegevallen ten gevolge van Q-koorts is fors afgenomen door de vaccinatieplicht voor geiten- en schapenbedrijven en is weer op het niveau van vóór de Q-koortsepidemie van 2009/2010. Q-koorts bevindt zich ook in het milieu en bij andere diersoorten. Vogelgriep: Eind 2016 is op een aantal pluimveebedrijven in Nederland hoogpathogene vogelgriep (type H5N8) vastgesteld, nadat eerder dit type vogelgriepvirus was gevonden bij wilde watervogels op diverse locaties in Nederland. De besmette pluimveebedrijven zijn geruimd. Ook in 2014 was er sprak van besmette pluimveebedrijven met hetzelfde type vogelgriepvirus A(H5N8). Tot nu toe zijn er nog geen mensen ziek geworden van dit type vogelgriep, ook niet onder de pluimveehouders en 14 Emissies van endotoxinen uit de veehouderij, Ogink, N, et al

36 mensen betrokken bij de ruiming van de besmette bedrijven. Derhalve lijkt het risico voor omwonenden nihil. Varkensgriep: Het is niet precies bekend hoe vaak in Nederland varkensgriep voorkomt onder varkenshouders. Influenza van dierlijke oorsprong (waaronder varkensgriep) is meldingsplichtig bij mensen na contact met zieke of dode dieren, maar weinig mensen worden onderzocht op varkensgriep omdat de symptomen vaak mild zijn (als ze al aanwezig zijn). In 2016 is bij een kind na contact met varkens varkensgriep vastgesteld. Zij werd in verband met ernstige ademhalingsproblemen opgenomen in het ziekenhuis, maar is volledig hersteld. Vee-gerelateerde MRSA: Vooral veehouders zelf zijn drager van de bacterie. Een MRSA-drager is moeilijker te behandelen met antibiotica in geval van ziekte. Het risico op dragerschap met veegerelateerde MRSA voor omwonenden is zeer klein, maar mogelijk wel iets verhoogd ten opzichte van de algemene bevolking. In tegenstelling tot de hospital acquired -MRSA (ziekenhuis MRSA) verspreidt de veegerelateerde MRSA zich minder snel tussen mensen. In 2015 was 1,7% van de infecties met Stafylococcus Aureus MRSA-positief (het gaat hier dus niet om dragerschap). Alle MRSA-isolaten worden naar het RIVM gestuurd voor typering. Het RIVM ontving in MRSA-isolaten (20% infectiegerelateerd en 60 % screeningskweken). 28% van de isolaten betrof de veegerelateerde MRSA. (13,5% had een infectie). (Nethmap 2016, pag ) ESBL: Dragerschap van ESBL-producerende bacterien is bij omwonenden van veehouderijbedrijven niet verhoogd ten opzichte van de algemene bevolking. In de algemene bevolking is 5,1 tot 8,6% dragerschap van ESBL-producerende bacterien gevonden in eerdere studies. Gegevens voor de gemeente Gemert-Bakel De provincie Noord-Brabant heeft de meeste landbouwbedrijven, de meeste varkens, de meeste kippen en de meeste geiten van alle provincies (CBS data 2015). Door deze grote aantallen dieren in combinatie met de hoge bevolkingsdichtheid liggen zoönosen op de loer. Dieren zijn een belangrijke bron van (nieuwe) infectieziekten. Een voorbeeld van een zoönose is Q-koorts, een infectieziekte die sinds in de periode 2007 tot 2010 veel voorkwam in Noord-Brabant. Q-koorts Van 2007 tot en met 2009 was er steeds een forse toename van het aantal ziektegevallen. Preventieve maatregelen die zijn ingezet, zijn onder andere jaarlijkse vaccinatie van melkgeiten en het éénmalig ruimen van drachtige geiten op besmette bedrijven eind Meer dan 90 bedrijven zijn geruimd, ruim geiten. Ook zijn maatregelen ingesteld die nieuwe besmettingen snel signaleren (tankmelkmonitoring, meldingsplicht abortussen bij geiten) Vanaf 2010 is een sterke afname van het aantal zieke mensen door acute Q-koorts. Sinds 2010 wordt door tankmelkmonitoring in de gaten gehouden of een melkgeiten- of melkschapenbedrijf 36

37 besmet is. Aan een besmet verklaard bedrijf worden extra (hygiëne-)maatregelen opgelegd om besmetting van mensen te voorkomen. Deze maatregelen blijven van kracht tot een jaar na een negatieve uitslag van de tankmelkmonitoring (d.w.z. een jaar lang werd geen Q-koorts bacterie in de tankmelk aangetoond). Sinds mei 2016 zijn er in Nederland geen melkgeiten- of schapenbedrijven meer met een Q-koorts besmetstatus. Sinds 2009 is er geen melding meer gemaakt van door Q-koorts veroorzaakte abortusstormen op geiten- en schapenbedrijven. Onderstaand vindt u tabellen met het aantal meldingen van acute Q-koorts in respectievelijk Nederland, Zuidoost-Brabant, gemeente Gemert-Bakel en gemeente Helmond. In Nederland is alleen acute Q-koorts meldingsplichtig aan de GGD. Acute Q-koorts wordt gedefinieerd als een acuut ziektebeeld, dat wil zeggen in de 3 maanden voorafgaand aan de melding, met 1 van de volgende 3 symptomen (koorts, longontsteking, hepatitis) en waarbij voldaan wordt aan criteria die worden gesteld aan laboratoriumonderzoek. Dit betekent dat patiënten met chronische Q-koorts of het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) niet gemeld worden aan de GGD. Deze patiënten hebben wel klachten en bloeduitslagen waaruit blijkt dat zij ooit (langer dan 3 maanden geleden) besmet zijn geraakt met Q-koorts. Tabel 9: aantal meldingen acute Q-koorts in Nederland Jaar Meldingen acute Q- koorts bij mensen Afbeelding 7; Gemelde Q-koorts patiënten In onderstaande tabel een overzicht van het aantal acute Q-koorts meldingen in de regio Zuidoost Brabant. 37

UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van Dam Onderwerp:

UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van   Dam Onderwerp: / r^/0i Gemeente Meierijstad De heer C. van den Boogaard Postbus 10.001 5460 DA VEGHEL Kenmerk: Behandeld door: UIT-17038236 Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van E-mail: m.scholtes@ggdgmv.nl

Nadere informatie

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Veehouderij en gezondheid omwonenden Veehouderij en gezondheid omwonenden Hebben veehouderijen effect op de gezondheid van mensen die in de omgeving wonen? Dat was de centrale vraag in het onderzoek VGO. In deze brochure vindt u de belangrijkste

Nadere informatie

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus 11 5530 AA BLADEL Kenmerk: UIT-17039450 Datum: 28 november 2017 Behandeld door: M. Stijntjes E-mail: m.stijntjes@ggdgmv.nl Onderwerp: GGD advies n.a.v. woningbouw

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en gezondheid

Intensieve veehouderij en gezondheid Intensieve veehouderij en gezondheid Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 3 december 2015 Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Samenwerkingsverband GGD en Brabant/Zeeland Arts, toxicologen, milieugezondheidkundigen,

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 13 januari 2015 Wat ga ik vertellen? Gezondheid & veehouderij Mogelijkheden om gezondheid mee te wegen in de discussie veehouderij Casus

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 22 april 2015 Stand van zaken Uitkomsten geuronderzoek GGD Tussentijdse uitkomsten Veehouderij Gezondheid

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek 2016-2017 Renske Nijdam adviseur milieu & gezondheid Regio Hart van Brabant Wat speelt lokaal Landelijke onderzoeken naar effecten veehouderij op gezondheid

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Intensieve veehouderij en gezondheid Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Inhoud presentatie Actualiteit Componenten Beleving Kansen en bedreigingen Onderzoeksvoorstel Actualiteit Handtekeningenactie

Nadere informatie

Ontvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN

Ontvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN Ontvangen M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant 3 0 JUNI 2017 Gemeente Dongen Gemeente Dongen t.a.v. M. Boonekamp Postbus 10153 5100 GE DONGEN Kenmerk: UIT-17038706 Datum: 28 juni 2017 Behandeld door:

Nadere informatie

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Programma 20.00 uur inloop 20.15 uur welkom door wethouder Martens presentaties van Fred Stouthart (OZOB) en Renske Nijdam (GGD) over geur, fijnstof

Nadere informatie

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Emissies veehouderij Primair fijnstof voer, mestdeeltjes, haren, huidschilfers, veren,.. bacterien

Nadere informatie

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Zoönosen aandachts punt voor GGD Streefwaarden 10 ou woonkernen

Nadere informatie

GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013

GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013 GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013 Aanleiding Gemeente Oldambt heeft contact opgenomen met GGD Groningen naar aanleiding van de

Nadere informatie

Q&A Q&A aanvullend onderzoek VGO

Q&A Q&A aanvullend onderzoek VGO Q&A Q&A aanvullend onderzoek VGO Kennisbericht ter ondersteuning van GGD Bureau GMV in Noord-Brabant naar aanleiding van de publicatie van het aanvullend onderzoek VGO. Versie 1, 2 november 2017 Versie

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus Intensieve veehouderij en gezondheid hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus 14 februari 2012 Historie 1997/98: varkenspest: virus

Nadere informatie

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Fred Stouthart Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Symposium 13 maart 2019 Verspreiding stoffen uit stallen 2 Veehouderij en volksgezondheid VGO 1, 2, 3 meer luchtwegklachten

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

plan-mer verplaatsing veehouderij Gestraatje 65 naar Heinsbergerweg 20 te Montfort: beschouwing gezondheidsaspecten 1. Inleiding

plan-mer verplaatsing veehouderij Gestraatje 65 naar Heinsbergerweg 20 te Montfort: beschouwing gezondheidsaspecten 1. Inleiding notitie Produktieweg 1g 6045 JC Roermond T +31 475 420 191 F +31 475 568 855 E info@m-tech-nederland.nl datum 26 juni 2018 Hei.Mon.18.GH BP-01 plan-mer verplaatsing veehouderij Gestraatje 65 naar Heinsbergerweg

Nadere informatie

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid Kennisbericht ter ondersteuning van GGD Bureau GMV in Noord-Brabant in verband met de mogelijke vestiging van een geitenhouderij in de gemeente Gemert/Bakel Versie

Nadere informatie

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Inhoud Toelichting toetsingsinstrument Proces Keuze indicatoren

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Fred Stouthart Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Studiedag Hekkelman, Doorn, 3 november 2016 Zijn we uit een droom wakker geworden. We dachten dat de lucht in het buitengebied schoon

Nadere informatie

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits MEMO ZAAKNUMMER : 2017039042 AAN : Raad VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits DATUM : 24 oktober 2017 ONDERWERP : Beleid aanvragen

Nadere informatie

Memo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan

Memo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan Memo aan onderwerp van directie afdeling telefoon datum Raadsfractie Partij voor de Dieren Vragen Partij voor de Dieren n.a.v. Regionaal risicoprofiel De burgemeester mo Veiligheid en wijken 0182-588725

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 20 oktober 2015 Danielle van Oudheusden Arts M&G, Infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost

Nadere informatie

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor

Nadere informatie

Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek?

Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek? Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek? Zijn de omwonenden van veehouderijen vaker ziek? En wat zijn dan hun klachten? Dat is in een notendop de vraag die een groep onderzoekers heeft beantwoord. En daar

Nadere informatie

Gezondheidsrisico s voor omwonenden van intensieve veehouderijen. Prof Dr Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht

Gezondheidsrisico s voor omwonenden van intensieve veehouderijen. Prof Dr Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht Gezondheidsrisico s voor omwonenden van intensieve veehouderijen Prof Dr Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht MER bijeenkomst Utrecht 2013 Gezondheidsrisico s en effecten

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Veehouderij en geur geurgebiedsvisie en geurverordening 2015 Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Geursituatie 2015 Overbelaste locaties Heusden Ommel Concentratie Intensieve veehouderij ten zuiden van

Nadere informatie

GGD advies varkensbedrijf Kroosdijk ongen. Zieuwent

GGD advies varkensbedrijf Kroosdijk ongen. Zieuwent GGD advies varkensbedrijf Kroosdijk ongen. Zieuwent Voor: Gemeente Oost Gelre Datum : 29 januari 2018 Van: Team Milieu & Gezondheid 1. Inleiding De gemeente Oost Gelre heeft een aanvraag in behandeling

Nadere informatie

GEZONDHEIDSRISICO S ROND VEEHOUDERIJEN

GEZONDHEIDSRISICO S ROND VEEHOUDERIJEN Startnotitie GEZONDHEIDSRISICO S ROND VEEHOUDERIJEN DIALOOG VISIE - MAATREGELEN INFORMATIE VOOR DE WORKSHOP OP 10 SEPTEMBER 2013 BEOORDELINGSKADER GEZONDHEID EN MILIEU Inge van den Broek, GGD bureau Gezondheid,

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij

Volksgezondheid en veehouderij Volksgezondheid en veehouderij Ammoniak, geur Emissies intensieve veehouderij Fijn stof (PM10, PM2,5) 75-80% door menselijk handelen, rest is van natuurlijke oorsprong Zeezout, bodemstof, verkeersemissies,

Nadere informatie

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Provincie Noord-Brabant Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Auteur U.M.Henkel Datum 1 april 2014 2 Samenvatting De Rapportage Veehouderij 2012 bevat informatie over de ontwikkelingen

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp Onderzoek luchtkwaliteit Elsendorpseweg 99, Elsendorp Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

22 Gezondheid en de intensieve veehouderij

22 Gezondheid en de intensieve veehouderij BIJLAGE 22 Gezondheid en de intensieve veehouderij Inleiding In dit hoofdstuk is informatie opgenomen aangaande de lopende onderzoeken en huidige inzichten met betrekking tot de relatie tussen intensieve

Nadere informatie

Beoordelingskader Gezondheid en Milieu Intensieve Veehouderijen

Beoordelingskader Gezondheid en Milieu Intensieve Veehouderijen Beoordelingskader Gezondheid en Milieu Intensieve Veehouderijen Maart 2013 T. Fast R. Nijdam Colofon: Dit rapport is opgesteld voor het geven van handvaten om gezondheid mee te nemen in planvorming en

Nadere informatie

Die zienswijzen die betrekking hebben op het onderdeel milieu betreffen, kort samengevat, het volgende.

Die zienswijzen die betrekking hebben op het onderdeel milieu betreffen, kort samengevat, het volgende. Zienswijzen Het ontwerpbesluit is op 19 oktober 2017 gepubliceerd op de gemeentelijke website, op Overheid.nl en in de Staatscourant en is vanaf deze datum tot en met 29 november 2017 ter inzage gelegd.

Nadere informatie

Gezondheid & veehouderij

Gezondheid & veehouderij Gezondheid & veehouderij Visietraject veehouderij gemeente Venray 11 april 2017 www.mariomorenophotography.com Loes Geelen PhD loesgeelen@gmail.com sr. adviseur gezonde leefomgeving health impact assessment

Nadere informatie

Samenvatting. Waaraan kunnen mensen die in de buurt van veehouderijen wonen worden blootgesteld?

Samenvatting. Waaraan kunnen mensen die in de buurt van veehouderijen wonen worden blootgesteld? Samenvatting Maatschappelijk is er de laatste jaren veel ongerustheid over de intensieve veehouderij in ons land. Diverse elementen zijn daarbij in het spel: dierwelzijn, duurzaamheid, leefbaarheid, landschapskwaliteit

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Veehouderij en geur Ontwerp geurgebiedsvisie en geurverordening 2016 Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Asten Historie: reconstructie, afwaartse beweging ammoniakreductie prioriteit

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij

Volksgezondheid en veehouderij VNG bijeenkomst landelijk gebied en gezondheid 14 september 2016 Volksgezondheid en veehouderij Handelingsperspectieven? Inhoud Werkprogramma regio Zuidoost-Brabant Uitkomsten VGO en Endotoxinen onderzoeken

Nadere informatie

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon Geuronderzoek opdrachtgever VOF Den Hartog Van Beek status Definitief Bandijk 33 datum 7 oktober 2014 6988 BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon 088 888 66 61 Lathum

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485-338300 info@odbn.nl www.odbn.nl Datum 22 maart 2016 Aan Gemeente Haaren, de heer Van Nuland Van De heer

Nadere informatie

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING Plangebied Schoolstraat-Oost te Gameren Gemeente Zaltbommel Opdrachtgever: Contactpersoon: Arcadis Nederland BV mevrouw E. Timmermans-Boele Documentnummer:

Nadere informatie

Geitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland

Geitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2017-012141 Geitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland Geitenhouderij en gezondheid

Nadere informatie

GGD advies pluimveehouderij Schurinkweg Harreveld

GGD advies pluimveehouderij Schurinkweg Harreveld GGD advies pluimveehouderij Schurinkweg Harreveld Voor: Gemeente Oost Gelre Datum : 8 januari 2018 Van: Team Milieu & Gezondheid 1. Inleiding De gemeente Oost Gelre heeft een aanvraag in behandeling voor

Nadere informatie

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017 Gemeente Bladel T.a.v. de Gemeenteraad Postbus 11 5530 AA Bladel Someren, 22 november 2017 Uw kenmerk: Onderwerp: Ons kenmerk: RJ/97127-AA017 Omgevingsvergunning (1 e fase) voor het afwijken van het bestemmingsplan

Nadere informatie

LOG Montfort - Maria Hoop

LOG Montfort - Maria Hoop LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2

Nadere informatie

EVALUATIE GEURBELEID Gemeente Boxtel

EVALUATIE GEURBELEID Gemeente Boxtel EVALUATIE GEURBELEID 2013 Gemeente Boxtel 0 0 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 1 2. Situatie... 3 3. Uitgangspunten van de berekeningen... 4 3.1 Rekenmodel... 4 3.2 Onderzoeksgebied... 4 3.3 Bronnen en geurgevoelige

Nadere informatie

Veehouderij en volksgezondheid

Veehouderij en volksgezondheid Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording

Nadere informatie

Introductie. Doel van dit proefschrift

Introductie. Doel van dit proefschrift Samenvatting 222 Introductie Staphylococcus aureus (S. aureus) is een bacterie die op de huid en slijmvliezen (onder andere keel en neus) van mensen leeft. Ongeveer 1 op de 3 mensen draagt deze bacterie

Nadere informatie

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie Invoergegevens berekening geur bij berekening vergunde situatie Berekende ruwheid: 0,13 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord.

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI-16-00186 Onderwerp: RIVM rapport "Veehouderij en gezondheid omwonenden" Agendapunt 14. Voorstel: Raadsvoorstelnummer 2016-45 1. Kennis te nemen

Nadere informatie

Geuronderzoek nieuw te realiseren woning. Kievitsham GE Hoenzadriel

Geuronderzoek nieuw te realiseren woning. Kievitsham GE Hoenzadriel Geuronderzoek nieuw te realiseren woning Kievitsham 66 5333 GE Hoenzadriel Geuronderzoek realisatie woning Kievitsham 66 5333 GE Hoenzadriel Rapportnummer: Naam opdrachtgever: M154108.001/TCR de heer

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen GRIEPVACCINATIE 2012 De griepprik zal dit jaar op woensdag 14 november worden gegeven, tussen 15 en 18 uur. Mensen die ervoor in aanmerking komen krijgen ongeveer 2 weken van tevoren een uitnodiging toegestuurd.

Nadere informatie

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap Zicht op Q-koorts Deze informatie is tot stand gekomen in samenwerking met het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), diverse organisaties en beroepsgroepen. 1 Kernboodschap Q-koorts kunt

Nadere informatie

Intensieve veehouderij in Zeeland

Intensieve veehouderij in Zeeland Intensieve veehouderij in Zeeland Donderdag 7 juli jl. werd het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden i van het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen UR en het NIVEL gepubliceerd. Dit onderzoek

Nadere informatie

Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht VGO studie Geen aanwijzingen voor meer ziekte door zoönoseverwekkers of

Nadere informatie

Veehouderij en Gezondheid Omwonenden

Veehouderij en Gezondheid Omwonenden Veehouderij en Gezondheid Omwonenden Gefinancieerd door ministeries van VWS en EZ en een subsidie van het Longfonds Dick Heederik en Kitty Maassen, namens de stuurgroep Presentatie rapport regiobijeenkomsten

Nadere informatie

EVALUATIE GEURGEBIEDSVISIE GEMEENTE SOMEREN 2017

EVALUATIE GEURGEBIEDSVISIE GEMEENTE SOMEREN 2017 NORMEN ACHTERGRONDGEURBELASTING EN BESTEMMEN BURGERWONINGEN 6 juni 2017 NORMEN ACHTERGRONDGEURBELASTING EN BESTEMMEN BURGERWONINGEN gemeente Someren Fred Stouthart, Anita Michiels, Marij Aben en Frank

Nadere informatie

Geachte mevrouw Vork,

Geachte mevrouw Vork, Bezoekadres Mien Ruysweg 1 9408 KA Assen Postadres Postbus 144 Stalbouw.NL T.a.v. mw. Iris Vork Kosterijland 7 3981 AJ Bunnik T 0592-306300 F 0592-314248 Einfo@ggddrenthe.nl I www.ggddrenthe.nl Datum:

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr

Raadsinformatiebrief Nr gemeente Hilvarenbeek *16int03478* 16int03478 Zaaknummer: Raadsinformatiebrief Nr. 2016-78 Aan : Raad Van : College van B&W Behandeld in collegevergadering van : 19 juli 2016 Datum : 12 juli 2016 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Rapport. Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan. Gemeente Uden

Rapport. Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan. Gemeente Uden Rapport Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan Gemeente Uden RAPPORT Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan Gemeente Uden Inhoud : Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan Projectnummer : 195-007

Nadere informatie

Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen.

Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen. Aan de wethouders Volksgezondheid en wethouders Milieu van de gemeenten in Noord-Brabant Kenmerk: UIT-15033471 Z-14016606 Datum: 10 maart 2015 Behandeld door: L. Geelen E-mail: l.geelen@ggd-bureaugmv.nl

Nadere informatie

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit d.d. 22 december 2015 Initiatiefnemer Maatschap H. en E. Brink Halerweg 1 9433 TE ZWIGGELTE In lucht zitten, hoe schoon ook, altijd kleine, vaste en vloeibare

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35929 31 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 13 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/297853,

Nadere informatie

Veehouderij en gezondheid in de regio Hollands Midden, een notitie

Veehouderij en gezondheid in de regio Hollands Midden, een notitie Veehouderij en gezondheid in de regio Hollands Midden, een notitie Informatie voor beleidsmakers over veehouderij, gezondheid en ruimtelijke ordening Juni 2013 Opstellers: Eline van Daalen, GGD Hollands

Nadere informatie

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch Onderzoek geur Veehouderijen Schoolstraat ong. te Wijbosch te Wijbosch pagina 1 INHOUD pagina 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 ONDERZOEKSLOCATIE 5 3.1 Planlocatie 5 4 ONDERZOEK GEUR VEEHOUDERIJEN 6

Nadere informatie

Geachte heer Landeweerd,

Geachte heer Landeweerd, I'@I+'" Gelderland-M idden Omgevingsdienst De Vallei T.a.v. de heer H. Landeweerd Postbus 9024 6710 HM EDE Datum 15 juni 2016 Uw kenmerk Ons kenmerk 160615-0003 Contactpersoon Chris Zwerver Telefoonnummer

Nadere informatie

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN Onderzoek omgekeerde werking in het kader van de Wgv Rapportnummer: BL2016.7913.01-V01 GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

CCD, Bureau Gezondheid, Milieu S Veiligheid GGD'en Brabant I Zeeland

CCD, Bureau Gezondheid, Milieu S Veiligheid GGD'en Brabant I Zeeland CCD, I I GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN ingek: - 9 NOV 2D15 REG.NR.: BESTEMD VOOR 15ik.06180 Gemeente Reusel-de Mierden J. van der Heijden Postbus 11 5540 AA REUSEL Kenmerk: Behandeld door: Onderwerp: UIT-15034920

Nadere informatie

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning) Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning) Locatie: Fluunseweg 14 te Didam Gemeente: Montferland Projectnummer: P1957.01 Opdrachtgever: Familie J. Roemaat Datum: 21 december

Nadere informatie

Seminar Veehouderij en volksgezondheid

Seminar Veehouderij en volksgezondheid Seminar Veehouderij en volksgezondheid Dick Heederik Universiteit Utrecht (IRAS) Fred Stouthart Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Paul Bodden Hekkelman Advocaten Doorn 3 november 2016 Programma Seminar

Nadere informatie

Woon en leefklimaat plattelandswoning Huttendijk 1 Rekken

Woon en leefklimaat plattelandswoning Huttendijk 1 Rekken Woon en leefklimaat plattelandswoning Huttendijk 1 Rekken aan Gemeente Berkelland, Omgevingsdienst Achterhoek van S. Kondring, Rombou betreft Aanvaardbaar woon-en leefklimaat plattelandswoning Huttendijk

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Ontmoetingsdag OD -GGD 26 maart Rik van de Weerdt, arts medische milieukunde toxicoloog / GAGS GGD en Overijssel & Gelderland

Ontmoetingsdag OD -GGD 26 maart Rik van de Weerdt, arts medische milieukunde toxicoloog / GAGS GGD en Overijssel & Gelderland Ontmoetingsdag OD -GGD 26 maart 2015 Rik van de Weerdt, arts medische milieukunde toxicoloog / GAGS GGD en Overijssel & Gelderland GGD enregio Oost Stralingshygiëne Milieugezondheidskunde Bouwfysica Geneeskunde

Nadere informatie

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant 15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Advieslijst. Datum: 20:00 uur. De agenda wordt ongewijzigd. Omschrijving. Onderwerp. vastgesteld. van de agenda. zoeken veehouderij.

Advieslijst. Datum: 20:00 uur. De agenda wordt ongewijzigd. Omschrijving. Onderwerp. vastgesteld. van de agenda. zoeken veehouderij. Advieslijst van de vergadering van de commissie Ruimte & Economie Plaats: Gemeentehuis Deurne Datum: 1 november 2016 Tijd: 20:00 uur Aanwezig: L. Cuijpers, voorzitter; C. Hendriks, griffier; W. Luijten,

Nadere informatie

Agrarische kinderopvang en gezondheid

Agrarische kinderopvang en gezondheid Agrarische kinderopvang en gezondheid GGD en in Nederland krijgen regelmatig vragen van gemeenten over de gezondheidsaspecten bij situering van een agrarische kinderopvang in het buitengebied. In dit beleidsadvies

Nadere informatie

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK ONDERZOEK NAAR DE BELASTING 28 oktober 2015-2 - GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK ONDERZOEK NAAR DE BELASTING In opdracht van gemeente Hilvarenbeek

Nadere informatie

Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen

Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen 13-09-2017 We zijn erg blij met het besluit om de geitenhouderij op slot

Nadere informatie

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 memo aan: van: Gemeente Bronckhorst Johan van der Burg datum: 8 juni 2011 betreft: Project: Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 INLEIDING Op het perceel Rijksweg 20-1 te Drempt (gemeente Bronkhorst)

Nadere informatie

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt Opdrachtgever: H.G.J. Haerkens Urlingsestraat 11A 5441 XJ Oeffelt datum: 12 oktober 2010 opgesteld door: A.B. Verhage Specialist ROMB ZLTO Advies Inhoudsopgave

Nadere informatie

Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG. 15 december

Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG. 15 december Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG 15 december 2017 www.vggm.nl Informatie voor ouders met kinderen bij agrarische kinderopvang INHOUDSOPGAVE INFORMATIE VOOR OUDERS...

Nadere informatie

De Marke III te Hengevelde

De Marke III te Hengevelde Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven De Marke III te Hengevelde Gemeente Hof van Twente Datum: 26 november 2013 Projectnummer: 120218 Auteur: Projectleider: Project: SAB Postbus 479 Projectnummer:

Nadere informatie

Beoordelingsrapport milieuonderdelen Verordening ruimte 2014 en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Galgestraat 6 te Teteringen

Beoordelingsrapport milieuonderdelen Verordening ruimte 2014 en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Galgestraat 6 te Teteringen Beoordelingsrapport milieuonderdelen Verordening ruimte 2014 en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Galgestraat 6 te Teteringen Aan: gemeente Breda Van: Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Datum: 11 maart

Nadere informatie

Advies lucht. Intern Advies

Advies lucht. Intern Advies Intern Advies Bevoegd gezag : Datum : 21-06-2016 Kenmerk VTH/DMS : Liza-nummer : 51526 Aan : Ceije Limbeek Van : Herman Brinkman Collegiale toetser : Onderwerp / Locatie : advies gevraagd Alteveersterweg

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0. Opgesteld vanuit het BPO-speerpunt Veehouderij in Noord-Brabant

Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0. Opgesteld vanuit het BPO-speerpunt Veehouderij in Noord-Brabant GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Uden Nr. 21104 30 januari 2019 Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0 Opgesteld vanuit het BPO-speerpunt Veehouderij in Noord-Brabant Inhoud: 1. Inleiding

Nadere informatie

cm, f GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant ZAAK NR.: DOC NR.:

cm, f GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant ZAAK NR.: DOC NR.: cm, f Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 ZAAK NR.: DOC NR.: Gemeente Sint-Oedenrode t.a.v. dhr. C. van den Boogaard Postbus 44 5490 AA SINT-OEDENRODE

Nadere informatie

Bijlagen bij de aanvraag

Bijlagen bij de aanvraag Bijlagen bij de aanvraag Omgevingsvergunning AANVRAGER: Cremerhoeve VOF Minister Cremerstraat 5 9491 TJ Zeijen Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag. BIJLAGE 1: OVERZICHT VERGUNDE

Nadere informatie

OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei WR VELDHOVEN

OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei WR VELDHOVEN OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei 4 5508 WR VELDHOVEN Locatie: Woningen Mariëndonkstraat, Elshout Manager Bouw J.S.M. de Groot 06 20 42 38 96 Datum 01-11-2016 DLV Bouw, Milieu en Techniek

Nadere informatie

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Hengelderweg 6 en 10 in Didam (gemeente Montferland)

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Hengelderweg 6 en 10 in Didam (gemeente Montferland) Berekening V-Stacks Gebied Toepassen Wet geurhinder en veehouderij Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Hengelderweg 6 en 10 in Didam (gemeente Montferland) Rapportnummer

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Onderbouwing Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets

BIJLAGE 2. Onderbouwing Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets BIJLAGE 2 Onderbouwing Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets 1. Onderbouwing Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) en melding Activiteitenbesluit Maatschap P.J.M. Feller en J.H.T.A.M. Feller-van

Nadere informatie

MEMO aan. : Ton Smits, Gemeente Asten van. : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : --

MEMO aan. : Ton Smits, Gemeente Asten van. : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : -- MEMO aan : Ton Smits, Gemeente Asten van : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : -- onderwerp : Evaluatie geursituatie gemeente Asten 2013 Deze memo gaat

Nadere informatie

Instructie gedetailleerd cumulatief toetsen Versie 9 oktober2018

Instructie gedetailleerd cumulatief toetsen Versie 9 oktober2018 Instructie gedetailleerd cumulatief toetsen Versie 9 oktober2018 Instructie voor het berekenen van de fijn stof concentratie met meerdere bronnen/bedrijven in de omgeving (gedetailleerd cumulatief toetsen)

Nadere informatie

Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0 Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is

Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0 Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0 Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is Definitieve versie 30 april 2018 Colofon Dit rapport is opgesteld door het

Nadere informatie

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden Vlierden INHOUDSOPGAVE 1 GEGEVENS INRICHTING 1 2 GEGEVENS VERANDERING (NIET TECHNISCH) 1 3 MER-(BEOORDELINGS)PLICHT

Nadere informatie

Informatieblad. Intensieve veehouderij en gezondheid

Informatieblad. Intensieve veehouderij en gezondheid Informatieblad Intensieve veehouderij en gezondheid Drs. R. Nijdam, milieugezondheidkundige, Bureau Gezondheid Milieu & Veiligheid GGD en Brabant/Zeeland Drs. S. van Dam, gezondheidkundige team Infectieziektebestrijding,

Nadere informatie