De omgevingswet. Inleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De omgevingswet. Inleiding"

Transcriptie

1 De omgevingswet Op 16 juni 2014 heeft minister Schultz-Van Haegen het wetsvoorstel voor de Omgevingswet aangeboden aan de Tweede Kamer. De trend die met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is ingezet wordt met dit wetsvoorstel voortgezet, door te streven naar een verdergaande integratie van wetgeving op het terrein van het omgevingsrecht. In deze bijdrage worden de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van het vigerende stelsel besproken, worden daarnaast de zogenoemde kerninstrumenten van de Omgevingswet nader onder de loep genomen en wordt tot slot ingegaan op de eventuele gevolgen van een en ander voor het aansprakelijkheidsrecht. mr. Willem J. Bosma advocaat en partner bij Van der Feltz advocaten in Den Haag, specialist omgevings recht, grondbeleid en overheids aansprakelijkheid. Inleiding Verregaande integratie (of concentratie?) Met de Omgevingswet wordt getracht om een samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures te laten ontstaan. Dit moet het gebruiksgemak en de bestuurlijke afwegingsruimte van het omgevingsrecht vergroten. De Omgevingswet voorziet in twee maatschappelijke doelen, die ook uitdrukkelijk in de wet worden opgenomen (art. 1.3). Ten eerste is de Omgevingswet, met het oog op een duurzame ontwikkeling, gericht op het in onderlinge samenhang bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Ten tweede wordt met de Omgevingswet gestreefd naar het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies. De Omgevingswet tracht in deze doelstellingen te voorzien door één volledig, integraal kader van regels te geven voor de uitoefening van (plaats- of gebiedsgebonden) activiteiten in de fysieke leefomgeving. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan activiteiten met betrekking tot bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur en cultureel erfgoed. Het zijn dan ook de wetten die op deze activiteiten betrekking hebben, die geheel of gedeeltelijk in de Omgevingswet zullen opgaan. De voor de dagelijkse praktijk belangrijkste hiervan zijn de Wet ruimtelijke ordening ( Wro ), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ( Wabo ), de Crisis- en herstelwet ( Chw ), de Waterwet en de Wet milieu beheer ( Wm ). Uiteraard zal eveneens moeten worden beoordeeld of - en zo ja, in hoeverre - de onder deze wetten vastgestelde Algemene Maatregelen van Bestuur ( AMvB s ) en ministeriële regelingen een plaats moeten krijgen in de Omgevingswet en de daaronder vallende lagere regelgeving. In de Omgevingswet worden alleen maar (publiekrechtelijke) regels opgenomen, die betrekking hebben op de relatie tussen de overheid enerzijds en burgers en bedrijven anderzijds. Regels die betrekking hebben op de onderlinge verhoudingen tussen burgers en bedrijven, zoals bijvoorbeeld het burenrecht (Boek 5, Titel 4 BW), bevat de Omgevingswet dus niet. Het is verder van belang om te onderkennen dat van daadwerkelijke integratie geen sprake is. Veel meer is er sprake van concentratie van regels op het terrein van het omgevingsrecht. Bestaande regels worden weliswaar gebundeld in één wet, maar het blijven afzonderlijke regels die betrekking hebben op verschillende onderwerpen. De bestaande regels versmelten dus niet tot nieuwe regels. Dat is ook begrijpelijk: het bouwen van een bouwwerk is nu eenmaal fundamenteel anders dan bijvoorbeeld het lozen van stoffen op een oppervlaktewater, hoewel beide activiteiten relevant zijn vanuit het oogpunt van de bescherming van de fysieke leefomgeving. Inwerkingtreding De bedoeling is dat de Omgevingswet al in 2018 in werking treedt. Voor een fundamentele stelselherziening van het omgevingsrecht is dat zeer ambitieus. De vernieuwing van het omgevingsrecht is dan ook opgenomen in de top 5 van beleidsprioriteiten van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, waarvoor de interdepartementale programma- < vorige 12 volgende >

2 directie Eenvoudig beter verantwoordelijk is gemaakt. Om deze ingrijpende operatie op zo n korte termijn door te kunnen voeren, is gekozen voor een gefaseerd wetgevingsproces. Dit houdt onder meer in, dat een aantal hoofdstukken uit de Omgevingswet op dit moment nog gereserveerd is zo ook het voor deze bijdrage belangrijke hoofdstuk 15, met als opschrift Schade. Bij het doornemen van deze bijdrage dient dan ook goed voor ogen te worden gehouden dat de Omgevingswet nog (lang) geen geldend recht is, het gaat immers nog slechts om een wetsvoorstel. Het is daarom zeker niet uitgesloten dat het wetsvoorstel in de parlementaire behandeling nog fundamentele wijzigingen zal (moeten) ondergaan. Raamwet en kerninstrumenten Het wetvoorstel is een ontwerp voor een raamwet, waarin de wettelijke grondslagen zijn neergelegd voor nieuwe instrumenten van Rijk, provincie, gemeente en waterschap, of de reikwijdte van reeds bestaande instrumenten in bijzondere wetten wordt verbreed. De Omgevingswet voorziet in een 6-tal kerninstrumenten : 1. de omgevingsvisie; 2. het programma; 3. algemene decentrale regels; 4. algemene Rijksregels; 5. de omgevingsvergunning en 6. het projectbesluit. Daarnaast kent de Omgevingswet een breed spectrum aan flexibiliteitsmogelijkheden die kunnen worden toegepast ten aanzien van de hiervoor genoemde instrumenten. Uitgangspunt van de Omgevingswet is dat in de meeste gevallen algemene regels zullen worden gesteld als kader voor het verrichten van activiteiten, die zich het beste laten vergelijken met regels die nu in het Activiteitenbesluit (en de Activiteitenregeling) zijn opgenomen. Voor zover toch een vergunning is vereist, geldt daarvoor als uitgangspunt: één loket, één bevoegd gezag en één besluit, vergelijkbaar met de systematiek van de Wabo. De kerninstrumenten De omgevingsvisie Het eerste kerninstrument van de Omgevingswet is de omgevingsvisie. Een omgevingsvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied, alsmede de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid. Een omgevingsvisie kan daarom het beste worden vergeleken met de huidige structuurvisie als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Wro, met dien verstande dat de omgevingsvisie een bredere strekking heeft. Een structuurvisie wordt immers vastgesteld ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, terwijl de omgevingsvisie betrekking heeft op de fysieke leefomgeving. Het begrip fysieke leefomgeving wordt in (de bijlage bij) de Omgevingswet overigens niet nader gedefinieerd, maar uit artikel 1.2 van de Omgevingswet blijkt dat hiermee in ieder geval wordt gedoeld op bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur en cultureel erfgoed. Het Rijk (de minister van Infrastructuur en Milieu) en de provincies (Provinciale Staten) dienen voor hun grondgebied verplicht een omgevingsvisie vast te stellen, terwijl de gemeenten (de raad) dit kan doen. De omgevingsvisie is voor een gemeente, anders dan de huidige structuurvisie, dus een facultatief instrument, maar er is geen reden om aan te nemen dat gemeenten hiervan geen gebruik zullen maken. Het dagelijks bestuur van een waterschap is op grond van de Omgevingswet bevoegd noch verplicht om een omgevingsvisie vast te stellen, maar kan natuurlijk beleidsregels met een vergelijkbare strekking vaststellen. Het programma Het tweede kerninstrument van de Omgevingswet is het programma. Net als de omgevingsvisie, is ook het programma een beleidsmatig instrument. Een programma bevat voor een of meer onderdelen van de fysieke leefomgeving < vorige 13 volgende >

3 een nadere uitwerking van het te voeren beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud daarvan, dan wel bevat het programma maatregelen om aan een of meer omgevingswaarden te voldoen of een of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken. In een omgevingsvisie worden dus vooral de hoofdlijnen van de gewenste ontwikkeling van (een gedeelte van) de fysieke leefomgeving beschreven, terwijl een programma een nadere uitwerking daarvan kan geven alsook de maatregelen kan beschrijven die (moeten) worden genomen om daarin te voorzien. De gewenste ontwikkeling wordt daarbij uitgedrukt in zogenoemde omgevingswaarden. Een omgevingswaarde is een maatstaf voor de staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving of een onderdeel daarvan, of voor de toelaatbare belasting door activiteiten, of voor de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen in de fysieke leefomgeving of een onderdeel daarvan. Omgevingswaarden lijken daarmee dus sterk op de huidige milieukwaliteitseisen (Titel 5.1 Wm), maar de strekking ervan is breder. Omgevingswaarden kunnen immers niet alleen betrekking hebben op de toelaatbare belasting door activiteiten en de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen, maar ook op de gewenste staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Het gaat dan bijvoorbeeld niet alleen om kwaliteitseisen voor water of lucht, maar ook om waarden voor de bescherming tegen overstromingen en de veiligheid van waterkeringen. < vorige 14 volgende >

4 In feite kunnen er drie verschillende soorten omgevingswaarden worden onderscheiden: 1. Objectgerichte omgevingswaarden Ten eerste kunnen omgevingswaarden worden onderscheiden, die betrekking hebben op een bepaald object. Te denken valt aan veiligheidsnormen die voor een waterkering worden vastgesteld. De omgevingswaarde kan dan worden uitgedrukt in de gemiddelde overschrijdingskans per jaar van de hoogste waterstand waarop de waterkering moet zijn berekend of de gemiddelde kans per jaar op een overstroming van het gebied dat door de waterkering wordt beschermd. 2. Omgevingswaarden voor het hele land of voor een bepaald gebied Ten tweede zijn er de omgevingswaarden, die worden uitgedrukt in meetbare eenheden (kwantiteiten), bijvoorbeeld een maximale concentratie van stoffen in de fysieke leefomgeving (water, bodem, lucht) of voor geur maximale hoeveelheden geureenheden (thans zgn. odour units ) per m3. Die waarden kunnen desgewenst worden toegespitst op bepaalde soorten gebieden, die een bijzondere functie hebben die beschermd moet worden (bijvoorbeeld stiltegebieden of waterwingebieden). 3. In objectieve kwalitatieve termen geformuleerde omgevingswaarden voor objecten of gebieden Ten derde kunnen omgevingswaarden worden onderscheiden, die beogen te voorzien in een objectieve beschrijving van de gewenste staat van een object of een gebied, in gevallen waarin objectief meetbare eenheden niet eenvoudig kunnen worden opgenomen, maar in welke gevallen wel heldere maatstaven kunnen worden gehanteerd. Te denken valt aan een geobjectiveerde beschrijving van kwaliteiten waaraan een natuurgebied moet voldoen. Bestuursorganen beslissen in de meeste gevallen zelf of zij al of niet omgevingswaarden vaststellen. Er geldt dus een betrekkelijk grote beleidsvrijheid bij het vaststellen van omgevingswaarden. Dit laat echter onverlet dat de Omgevingswet een aantal onderwerpen geeft waarvoor verplicht omgevingswaarden moeten worden vastgesteld, welke verplichting veelal verband houdt met Europese regelgeving of andere internationaalrechtelijke verplichtingen. Omgevingswaarden van het Rijk worden bij AMvB het Besluit fysieke leefomgeving vastgesteld, terwijl omgevingswaarden van de provincie en de gemeente worden vastgesteld bij omgevingsverordening respectievelijk omgevingsplan, welke instrumenten hierna nog worden besproken. Daarbij geldt een wat hiërarchisch systeem: het is een decentraal bestuursorgaan niet toegestaan om omgevingswaarden vast te stellen over onderwerpen waaromtrent al door een hoger bestuursorgaan omgevingswaarden zijn vastgesteld, tenzij hiervoor door die hogere bestuursorganen nog ruimte is gelaten. Verder is van belang dat de omgevingswaarden van een hoger bestuursorgaan niet zonder meer doorwerken in de besluitvorming van lagere bestuursorganen. Dat is alleen het geval, als dat bij instructieregels wordt bepaald. Deze instructieregels, die afhankelijk van welk bestuursorgaan deze afkomstig zijn eveneens bij AMvB, omgevingsverordening of omgevingsplan worden vastgesteld, worden verderop in deze bijdrage nog besproken. Het vaststellen van een omgevingswaarde heeft onder meer tot gevolg, dat in beginsel het college van burgemeester en wethouders een programma dient vast te stellen, wanneer (naar verwachting) niet aan een omgevingswaarde zal worden voldaan. Daarmee is de cirkel rond: het programma dient als gezegd te beschrijven op welke wijze en binnen welke termijn alsnog aan een omgevingswaarde zal (kunnen) worden voldaan. Daarvoor dienen in het programma concrete maatregelen te worden beschreven die leiden tot, althans kunnen bijdragen aan, het alsnog bereiken van de omgevingswaarde. Daarbij moet worden gedacht aan een breed pallet aan maatregelen, die overigens niet per se onder de reikwijdte van de Omgevingswet hoeven te vallen. Het gaat bijvoorbeeld ook om subsidies om bepaalde activiteiten te stimuleren die moeten leiden tot of kunnen bijdragen aan het bereiken van de omgevingswaarde. Ook kan het gaan om verkeersmaatregelen, bijvoorbeeld het afsluiten van de binnenstad voor autoverkeer of het invoeren van een compartimentering, om de concentratie van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht te verminderen. Wanneer een programma is vastgesteld met maatregelen om de daarin vastgestelde omgevingswaarden te realiseren, moet er vervolgens worden gemonitord om te toetsen of deze omgevingswaarden (tijdig) wordt gehaald. Blijkt hieruit dat één of meerdere omgevingswaarden niet (tijdig) < vorige 15 volgende >

5 worden gehaald, dan moet het programma worden bijgesteld. Verder bevat de Omgevingswet een aantal onderwerpen, ten aanzien waarvan het vaststellen van een programma vereist is. Het gaat daarbij onder meer om actieplannen voor de geluidsbelasting vanwege Rijks-, provinciale of gemeentelijke wegen en (hoofd)spoorwegen, alsmede om water(beheer) programma s. Met het programma in de zin van de Omgevingswet keert de programmasystematiek, die vooral bekend is vanuit de luchtkwaliteits- (NSL) en natuurbeschermingspraktijk (PAS), dus weer terug, met dien verstande dat de inzet van dit instrument onder de Omgevingswet niet beperkt is tot alleen die twee onderwerpen; omgevingswaarden, waarvoor de programma s (kunnen of moeten) worden vastgesteld, kunnen immers op tal van onderwerpen betrekking hebben. Algemene decentrale regels Als derde kerninstrument noemt (de toelichting op) de Omgevingswet de algemene decentrale regels. Zowel provincies, gemeenten als de waterschappen kunnen algemene regels vaststellen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Voor gemeenten is de figuur van het omgevingsplan daarvoor het geëigende instrument, terwijl de provincies daartoe een omgevingsverordening (moeten) vaststellen. De waterschappen tenslotte, kunnen algemene regels vaststellen bij waterschapsverordening. Al deze instrumenten worden hierna besproken. Het omgevingsplan Het omgevingsplan is het centrale instrument van de Omgevingswet voor gemeenten. Uitgangspunt is dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied één omgevingsplan vaststelt, dat regels bevat met betrekking tot de fysieke leefomgeving, met dien verstande dat de gemeenteraad er ook voor kan kiezen om voor het grondgebied van de gemeente meerdere omgevingsplannen vast te stellen. Het is echter, zo stelt de toelichting op de Omgevingswet, uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de bestaande praktijk van postzegelplanologie hiermee wordt voortgezet. In het omgevingsplan kunnen in de eerste plaats regels worden opgenomen die voor het gehele grondgebied van de gemeente voorzien in een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en andere regels die met het oog daarop nodig zijn. Dit type regels laat zich vergelijken met de huidige bestemmingsplanregels. Daarmee is het omgevingsplan in feite de rechtsopvolger van het huidige bestemmingsplan (art. 3.1 Wro), hoewel de strekking van het omgevingsplan natuurlijk (een stuk) ruimer is, aangezien het kader waarbinnen een omgevingsplan moet worden vastgesteld niet beperkt is tot de ruimtelijke ordening, maar betrekking heeft op de (ruimere) fysieke leefomgeving, waarvan de ruimtelijke ordening deel uitmaakt. Naast de toekenning van functies aan locaties vanuit een ruimtelijk belang, kan de toedeling van functies namelijk ook tegen de achtergrond van andere belangen in het kader van de fysieke leefomgeving wenselijk zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan het toedelen van de functie van gemeentelijk monument aan cultuurhistorisch waardevolle gebouwen op bepaalde locaties, en daaraan de regel te verbinden dat deze monumenten niet gesloopt, verplaatst of gewijzigd mogen worden, niet zo zeer vanuit het belang van een goede ruimtelijke ordening maar vanuit het oogpunt van de bescherming van het belang van de monumentenzorg. Ook kunnen in het omgevingsplan regels worden opgenomen over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bijvoorbeeld regels over het aanleggen van bepaalde werken, maar ook regels over de bescherming van een houtopstand of bomen, dan wel het voeren van handelsreclame op een onroerende zaak. De laatstgenoemde soort regels dienen nu bij een gemeentelijke verordening te worden vastgesteld. Hoewel dit niet heel duidelijk uit de Omgevingswet volgt, ligt het voor de hand dat indien de gemeente dergelijke regels wil vaststellen, deze (niet langer bij een gemeentelijke verordening kunnen worden vastgesteld, maar) in een omgevingsplan dienen te worden opgenomen. Het is niet toegestaan om voor dergelijke activiteiten in het omgevingsplan een vergunningplicht op te nemen. Wel kan in het omgevingsplan worden bepaald dat een activiteit niet mag worden verricht, voordat hiervan een melding is gedaan bij het bevoegd gezag. Hoewel vergelijkbare meldingsplichten nu al zijn te vinden in sommige gemeentelijke verordeningen, bestaat zoiets nog niet in het ruimtelijke ordeningsrecht. In zoverre is dit dus een nieuw instrument, waarmee wordt beoogd om een lichtere vorm van voorafgaande controle dan een < vorige 16 volgende >

6 vergunningplicht te introduceren. Gelet op recente rechtspraak, waarin is geoordeeld dat de reactie op een dergelijke melding in beginsel appellabel is 1 en waardoor er per saldo toch sprake is van een soort vergunningplicht, althans zo zou het in ieder geval kunnen worden ervaren is het maar zeer de vraag of het gewenste doel hiermee volledig wordt bereikt. Dat in de toelichting op de Omgevingswet wordt opgemerkt dat de reactie op een melding niet appel - label is, doet hier gezien de hiervoor aangehaalde rechtspraak niet aan af. Verder kan het omgevingsplan regels met betrekking tot de welstand van bouwwerken bevatten. Ook dat is nieuw, aangezien dergelijke regels nu nog (moeten) worden opgenomen in een gemeentelijke welstandsnota. Daarbij past overigens wel de kanttekening dat de Omgevingswet ervan uitgaat dat de in het omgevingsplan opgenomen welstandsregels worden uitgewerkt in beleidsregels, die in feite (zouden kunnen) neerkomen op de huidige welstandnota s. Wat betreft de totstandkoming en de rechtsbescherming kent het omgevingsplan grote gelijkenissen met het huidige bestemmingsplan. Op de totstandkoming van het omgevingsplan is de uniforme openbare uitvoeringsprocedure van Afdeling 3.4 Awb van toepassing, op grond waarvan eerst een ontwerp van het omgevingsplan ter inzage wordt gelegd, waartegen een ieder zienswijzen naar voren kan brengen. Vervolgens wordt het plan vastgesteld door de gemeenteraad, hoewel de Omgevingswet het 1 vgl. ABRvS 14 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:14 en ECLI:NL:RVS:2015:36. mogelijk maakt om die bevoegdheid (al dan niet gedeeltelijk) te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. Een omgevingsplan treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop van het besluit tot vaststelling van het plan mededeling is gedaan. Tegen het vastgestelde omgevingsplan staat in eerste en enige instantie beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Van belang in dit verband is dat tegen alle regels van het omgevingsplan beroep kan worden ingesteld. Dat geldt dus ook voor regels die betrekking hebben op activiteiten die nu nog in gemeentelijke verordeningen (kunnen) worden geregeld, zoals bijvoorbeeld het vellen van bomen of houtopstanden, tegen welke regels nu (nog) geen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. De rechtsbescherming wordt in zoverre verruimd ten opzichte van de bestaande situatie. Ook de bestaande interventiemogelijkheden van het Rijk en de provincie (thans de zgn. reactieve aanwijzing ) keren onder de Omgevingswet terug, met dien verstande dat een van hogerhand gegeven aanwijzing uitsluitend betrekking kan hebben op regels uit het omgevingsplan die voorzien in het toedelen van functies aan locaties (de bestemmingsregels ). Het zal in de praktijk echter niet altijd even eenvoudig zijn om deze regels van de andere in het plan opgenomen regels te onderscheiden. De omgevingsverordening Provinciale staten dienen een omgevingsverordening vast te stellen. In tegenstelling tot het omgevingsplan, waarvan de Omgevingswet toestaat dat daarvan meerdere per gemeente worden vastgesteld, kan (en moet) op provinciaal niveau slechts één omgevingsverordening worden vastgesteld. In de omgevingsverordening dienen regels over de fysieke leefomgeving te worden opgenomen. In de meeste gevallen zal het hier gaan om de hiervoor al kort genoemde instructieregels. Dit zijn regels over de inhoud, toelichting of motivering van besluiten van, afhankelijk van de omstandigheden, het gemeente- of waterschapsbestuur, of over de wijze waarop deze bestuursorganen hun bevoegdheden of taken uitoefenen. In zoverre laat de Omgevingsverordening zich goed vergelijken met de huidige Verordeningen Ruimte, die op grond van art. 4.1 Wro (kunnen) worden vastgesteld, hoewel de strekking van de omgevingsverordening uiteraard ruimer zal zijn. Anders dan het gemeentelijke omgevingsplan, waarin weliswaar een verbod kan worden opgenomen om zonder voorafgaande melding een bepaalde activiteit te verrichten, maar geen verbod kan worden opgenomen om een bepaalde activiteit zonder vergunning te verrichten, kan dat laatste wel in de provinciale omgevingsverordening. In de omgevingsverordening dient in dat geval een toetsingskader te worden opgenomen, waaruit volgt in welke gevallen een omgevingsvergunning dient te worden verleend of te worden geweigerd, terwijl in de Omgevingswet zelf is bepaald dat het verboden is om activiteiten zonder omgevingsvergunning te verrichten, wanneer dat in de omgevingsverordening is bepaald. Evenals een omgevingsplan, wordt een omgevingsverordening voorbereid met afdeling 3.4 van de < vorige 17 volgende >

7 Algemene wet bestuursrecht, wat inhoudt dat eerst een ontwerp van de verordening ter inzage wordt gelegd, waartegen een ieder een zienswijze naar voren kan brengen, waarna de verordening wordt vastgesteld. Anders dan het omgevingsplan, kunnen tegen de omgevingsverordening geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen worden aangewend, gezien de aard van de rechtsfiguur. De waterschapsverordening Aangezien de Waterwet vanuit de wens voor verdere integratie (of beter: concentratie) eveneens (grotendeels) wordt opgenomen in de Omgevingswet, waardoor er een einde komt aan de huidige praktijk waarin de omgevingsvergunning en de waterwetvergunning naast elkaar bestaan, beschrijft de Omgevingswet ook de bevoegdheden en verplichtingen van de waterschappen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Daaronder valt onder de meer de verplichting voor het algemeen bestuur van een waterschap tot vaststelling van een waterschaps verordening (voorheen ook wel de Keur genoemd), waarin regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving worden opgenomen. Daarbij gaat het onder meer om regels over activiteiten in watersystemen die in het beheer zijn bij het waterschap, bijvoorbeeld een verbod om hierin bepaalde activiteiten te verrichten zonder dat daarvoor eerst een omgevingsvergunning is verleend, evenals dat mogelijk is in de hiervoor besproken omgevingsverordening. De totstandkomingsprocedure van de waterschapsverordening is in feite identiek aan die van de omgevingsverordening. Ook tegen een waterschapsverordening staat, vanwege de hiervoor genoemde redenen, geen beroep open bij de bestuursrechter. Algemene Rijksregels Op niveau van het Rijk zullen bij verschillende AMvB s regels (moeten) worden gesteld over de fysieke leefomgeving. Dat past bij het karakter van de Omgevingswet, die immers als een raamwet moet worden gezien, waarin als zodanig niet of nauwelijks inhoudelijke normen zijn opgenomen. Op dit moment is nog niet bekend hoe deze AMvB s er precies uit zullen zien; het voornemen bestaat om ontwerpen voor deze AMvB s in de loop van dit jaar (2015) gereed te hebben. Wel is bekend dat er vier AMvB s zullen vastgesteld, waarin deze uitwerking zal plaatsvinden. Hoewel het vanuit het integratiestreven voor de hand zou hebben gelegen dat één AMvB zou worden vastgesteld, is het om praktische redenen toe te juichen dat de algemene Rijksregels in verschillende AMvB s worden opgesplitst. Zou dit anders zijn, dan zou er immers een qua omvang zeer onpraktisch document ontstaan, dat naar verwachting voortdurend zou moeten worden gewijzigd in verband met kleine aanpassingen, waardoor het voor gebruikers niet (meer) mogelijk zou zijn om eenvoudig vast te stellen wat hun rechtspositie precies is (vgl. de huidige praktijk met het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling), terwijl eenvoudig beter nu juist een van de speerpunten van de Omgevingswet is. Het Omgevingsbesluit is de eerste AMvB. Dit Besluit zal algemene en procedure bepalingen bevatten, zoals die nu in de Wabo zijn opgenomen. Verder worden de hiervoor besproken kerninstrumenten hierin verder uitgewerkt. Eveneens zullen bij het Omgevingsbesluit regels (kunnen dan wel moeten) worden gesteld over een aantal activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Het gaat hier in de eerste plaats om de klassieke activiteiten binnen het omgevingsrecht, zoals bouwactiviteiten en milieubelastende activiteiten. Dit betekent dat de toetsingskaders voor deze activiteiten, anders dan nu, niet (langer) bij wet in formele zin zullen worden vastgesteld, maar in uitvoeringsregelgeving (het Omgevingsbesluit) zullen worden neergelegd. Aangezien de inhoud van het Omgevingsbesluit, zoals hiervoor al werd opgemerkt, op dit moment nog niet bekend is, is ook nog niet duidelijk hoe die toetsingskaders er precies uit zullen zien. Duidelijk is wel dat, anders dan oorspronkelijk was beoogd, per activiteit een afzonderlijk toetsingskader zal gelden en er dus niet een algemeen toetsingskader komt voor alle activiteiten die gevolgen voor de fysieke leefomgeving hebben of kunnen hebben. Dat is ook goed te begrijpen, want deze activiteiten kennen geen gemeenschappelijke deler die het mogelijk zou maken om, aan de hand van één werkbaar toetsingskader, te beoordelen of die activiteiten aanvaardbaar zijn. Het wordt nog maar eens herhaald: het bouwen van een bouwwerk is nu eenmaal fundamenteel anders dan bijvoorbeeld het lozen van stoffen op een oppervlaktewater, hoewel beide activiteiten vanuit het oogpunt van de bescherming van de fysieke leefomgeving zeer relevant zijn. Weliswaar zou voor al deze activiteiten het algemene toetsingskader kunnen worden < vorige 18 volgende >

8 gehanteerd dat deze activiteiten geen onaanvaardbare gevolgen voor de fysieke leefomgeving mogen hebben, of een toetsingskader met een vergelijkbare strekking, maar zo n toetsingskader is te algemeen en dus niet bruikbaar. Het Besluit kwaliteit leefomgeving vervolgens, zal de inhoudelijke normen bevatten waaraan bestuursorganen zelf gebonden zijn, de hiervoor al besproken omgevingswaarden, en regelt de wijze waarop een hogere overheid de eigen omgevingswaarden, door middel van de hiervoor eveneens genoemde instructieregels, kan laten doorwerken naar een lagere overheid. Indirect kunnen burgers en bedrijven aan deze omgevingswaarden worden gebonden, indien bij zogenoemde instructieregels wordt bepaald dat bij vergunningverlening aan deze omgevingswaarden moet worden getoetst. Ten slotte komen er naar verwachting twee AMvB s met algemene Rijksregels over bouwen enerzijds en water en milieu anderzijds, die zich het beste laten vergelijken met het huidige Bouwbesluit 2012 respectievelijk het hiervoor al herhaaldelijk aangehaalde Activiteitenbesluit. De Omgevingsvergunning Een volgend kerninstrument onder de Omgevingswet is de omgevingsvergunning. Die is als zodanig geen nieuw instrument, want deze rechtsfiguur werd al op 1 oktober 2010, met de inwerkingtreding van de Wabo, in het omgevingsrecht geïntroduceerd. Onder de Omgevingswet wordt echter een groot aantal nieuwe activiteiten onder de reikwijdte van de omgevings vergunning gebracht; artikel 5.1 van de Omgevingswet geeft een volledige opsomming. De praktische relevantie van deze ruimere strekking van de omgevingsvergunning is echter betrekkelijk beperkt, aangezien voor de nieuwe activiteiten ook nu al een vergunningplicht geldt, alleen heet de vergunning voor deze activiteiten op dit moment nog anders (bijvoorbeeld waterwetvergunning of natuurbeschermings wetvergunning). Het is dus vooral een verandering van het spraakgebruik, zoals eigenlijk eerder ook al onder de Wabo het geval was: zo is de term bouwvergunning sindsdien immers niet meer correct, er moet gesproken worden van de omgevingsvergunning (voor de activiteit bouwen). Tegenover deze uitbreiding van het aantal omgevingsvergunningplichtige activiteiten, staat dat een aantal omgevingsvergunningplichtige activiteiten uit de Wabo onder de Omgevingswet wordt geschrapt. Het gaat hier om de omgevingsvergunning voor het verrichten van aanlegactiviteiten, het slopen van bouwwerken en de vergunningplicht voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- en dorpsgezicht (artikelen 2.1 lid 1 onder b, g en h Wabo), alsook om de omgevingsvergunningen in de zin van artikel 2.2 van de Wabo (bijvoorbeeld de vergunningplicht voor gemeentelijke monumenten). Zoals hiervoor ook al is toegelicht gaan de regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving, die op dit moment nog in gemeentelijke verordeningen zijn neergelegd, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, op in het omgevingsplan. Zoals hiervoor ook al is toegelicht kan een omgevingsplan, anders dan het huidige bestemmingsplan, straks géén vergunningenstelsels (zoals bijvoorbeeld een sloop- of aanlegvergunningenstelsel) bevatten. Dat verklaart ook waarom de omgevingsvergunningsplicht voor de hiervoor genoemde activiteiten komt te vervallen. Deze activiteiten zullen onder de Omgevingswet worden gereguleerd door middel van algemene regels, waarbij in beginsel slechts toetsing achteraf kan plaatsvinden (via handhaving). Wanneer echter toch de behoefte bestaat om deze activiteiten te onderwerpen aan een beoordeling vooraf, zal moeten worden gekozen voor het opnemen van een meldingenstelsel hoewel hierbij slechts in zeer beperkte mate sprake zal zijn van een daadwerkelijke beoordeling of zal voor deze activiteiten een generiek verbod moeten worden opgenomen in het omgevingsplan, waarna deze slechts (kunnen) worden toegestaan nadat een vergunning voor een zogenoemde afwijkactiviteit zal zijn verleend. Een afwijkactiviteit wordt in de bijlage bij de Omgevingswet gedefinieerd als een activiteit in strijd met de regels gesteld in het omgevingsplan (of in een voorbereidingsbesluit). Er kunnen twee soorten afwijkactiviteiten worden onderscheiden: een tijdelijke afwijkactiviteit en een voortdurende afwijkactiviteit. Het onderscheid tussen deze twee is van belang voor de verplichting om het omgevingsplan in beginsel binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor de afwijkactiviteit aan te passen in overeenstemming met die omgevingsvergunning. Die verplichting geldt vanzelfsprekend alleen voor een voortdurende afwijkactiviteit. Daarmee keert de actualisatieplicht uit de Wro dus weer terug, die aanvankelijk in deze wet was opgenomen, maar met de inwerkingtreding van de < vorige 19 volgende >

9 Crisis- en herstelwet juist is geschrapt vanwege de praktische bezwaren die hieraan kleven. Wanneer een omgevingsplan in verband met deze actualisatieplicht wordt aangepast, kunnen de zienswijzen die naar aanleiding van het ontwerp van dit plan naar voren worden gebracht géén betrekking hebben op de gedeelten van het plan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend. Dat is vergelijkbaar met de huidige systematiek. Hoewel in het omgevingsplan geen vergunningenstelsels kunnen worden opgenomen, kan in het omgevingsplan wel worden bepaald onder welke omstandigheden een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit in ieder geval wordt verleend. De grondslag voor de omgevingsvergunning wordt in dat geval dus niet in het omgevingsplan opgenomen die volgt uit de wet maar het toetsingskader wel. Dat doet denken aan de huidige binnenplanse afwijkingsmogelijkheid, althans de mogelijkheid om met toepassing van de regels uit een bestemmingsplan af te wijken van de (hoofdregels) van het bestemmingsplan (bijvoorbeeld voor een beperkte overschrijding van de in beginsel maximaal toegestane bouwhoogte), hoewel in de toelichting op de Omgevingswet herhaaldelijk is aangegeven dat de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid als zodanig niet zal terugkeren onder de Omgevingswet. Wat in ieder geval niet meer terugkeert is de onlosmakelijke samenhang, die nu is neergelegd in art. 2.7 van de Wabo en die er kort gezegd op neerkomt dat activiteiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn bijvoorbeeld het verbouwen van een monumentaal pand, waarin de onlosmakelijke activiteiten het (ver)bouwen van een bouwwerk en het verrichten van handelingen aan een beschermd monument besloten liggen gezamenlijk moeten worden aangevraagd. Dit vereiste van onlosmakelijke samenhang beoogt te bewerkstelligen dat een aanvrager één aanvraag voor de voorgenomen activiteit zou (kunnen) indienen en dat, wanneer zijn aanvraag onvolledig was, hij dat wel van het bevoegd gezag zou horen en vervolgens in de gelegenheid zou worden gesteld om zijn aanvraag voor zover nodig aan te vullen. Onder de Omgevingswet bepaalt de aanvrager echter weer voor welke activiteiten een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Dit leidt tot een verschuiving van verantwoordelijkheid: daar waar het nu aan het bevoegd gezag is om te beoordelen of de aanvraag betrekking heeft op alle activiteiten die de initiatiefnemer wenst te verrichten, is het onder de Omgevingswet weer aan de initiatiefnemer om zich ervan te overtuigen dat hij beschikt over een omgevingsvergunning die alle voorgenomen activiteiten dekt. Net als nu onder de Wabo, kent de Omgevingswet twee voorbereidingsprocedures: de reguliere voorbereidingsprocedure en de uitgebreide voorbereidingsprocedure. De procedure die moet worden gevolgd is afhankelijk van het soort activiteit(en) waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd. Het is nu echter nog niet duidelijk welke procedure voor welke activiteit van toepassing is. Dat zal naar verwachting in het Omgevingsbesluit worden geregeld en daarvan is, zoals hiervoor al werd aangegeven, de inhoud op dit moment nog niet bekend. Evenals onder de Wabo het geval is, staat tegen de omgevingsvergunning beroep in twee instanties open. De omgevingsvergunning treedt in werking op de dag waarop twee weken zijn verstreken sinds deze bekend is gemaakt of daarvan in voorkomend geval mededeling van is gedaan, tenzij binnen die termijn wordt verzocht om schorsing van de vergunning, in welk geval de omgevingsvergunning eerst in werking treedt nadat op dat verzoek is beslist. Projectbesluit Het laatste kerninstrument van de Omgevingswet is het projectbesluit. Een instrument met die naam was reeds bekend onder de Wet ruimtelijke ordening, maar kende slechts een kort bestaan. Na de inwerkingtreding van de Wabo ging het projectbesluit op in de omgevingsvergunning om buitenplans af te wijken van het bestemmingsplan op grond van een goede ruimtelijke onderbouwing, in de praktijk ook wel de zelfstandige projectprocedure genoemd. Het projectbesluit onder de Omgevingswet kan echter niet goed worden vergeleken met het oude projectbesluit onder de (oorspronkelijke) Wro. Enerzijds niet omdat < vorige 20 volgende >

10 de strekking van het nieuwe projectbesluit veel beperkter is, en anderzijds niet omdat die strekking juist weer veel ruimer is. Beperkter, omdat dit instrument uitsluitend kan worden toegepast door het Rijk, door provincies en door waterschappen en dus niet door gemeenten, hoewel er voor het omgevingsplan onder omstandigheden een vergelijkbare procedure kan worden gevolgd voor het toestaan van over het algemeen complexe projecten in de fysieke leefomgeving met een (groot) publiek belang. Het projectbesluit komt dus weliswaar gedeeltelijk in de plaats voor de hiervoor bedoelde omgevingsvergunning, maar alleen voor zover die omgevingsvergunning betrekking had op projecten van nationaal dan wel provinciaal niveau. Tegelijkertijd is de reikwijdte van het projectbesluit ook ruimer dan het projectbesluit onder de (oorspronkelijke) Wro, omdat een projectbesluit onder de Omgevingswet regels (algemeen verbindende voorschriften) kan bevatten, welke regels in de plaats treden van de regels van het omgevingsplan en zich daarom naar hun aard (zullen) lenen voor herhaalde toepassing. Onder de (oorspronkelijke) Wro was dat nu juist niet zo, hoewel een enkele rechtbank kort na de inwerkingtreding van de Wro daar nog anders over dacht. 2 Onder de Wabo is dit uitgangspunt niet verlaten, maar onder de Omgevingswet zal hier voor wat betreft het projectbesluit dus een verandering optreden. In zoverre kan het projectbesluit in de zin van de Omgevingswet dus ook worden beschouwd als de opvolger van het inpassingsplan, welk instrument 2 Rb Breda (vzr.) 22 juli 2009, BR 2009, 176, m.nt. W.J. Bosma. onder de Omgevingswet niet zal terugkeren, net zo min als de projectprocedure op grond van de Waterwet en het tracébesluit. Op de totstandkoming van het projectbesluit is Afdeling 3.4 van de Awb van toepassing, maar voordat een ontwerp van het projectbesluit wordt vastgesteld waarmee de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van Afdeling 3.4 Awb een aanvang neemt dient eerst een voorprocedure te worden gevolgd. Deze voorprocedure, die veel weg heeft van de procedure op grond van de Tracéwet, neemt een aanvang met een kennisgeving van het bevoegd gezag van het voornemen om een verkenning uit te voeren naar een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving en om een projectbesluit van te stellen al dan niet met een daaraan voorafgaande voorkeursbeslissing, die onder meer kan inhouden dat een project moet worden uitgevoerd, dat een oplossing moet worden gevonden zonder dat daarvoor een project wordt uitgevoerd, dan wel een combinatie van beiden, of welke voorkeursbeslissing kan inhouden dat een oplossing niet verder wordt uitgewerkt. De gevallen waarin een voorkeursbeslissing moet worden genomen, zullen bij AMvB worden bepaald. Tegen de voorkeursbeslissing als zodanig staat geen beroep open, tegen het projectbesluit kan in eerste en enige instantie beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het projectbesluit treedt in werking op de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds van het projectbesluit mededeling is gedaan. De termijn voor inwerkingtreding is daarmee dus twee maal zo lang als bij de omgevingsvergunning. Bovendien heeft een schorsingsverzoek dat binnen die termijn wordt ingediend, anders dan bij de omgevingsvergunning, niet van rechtswege schorsende werking. Van een projectbesluit kan dus direct na de inwerkingtreding gebruik worden gemaakt, ook ingeval van een schorsingsverzoek waarop nog niet is beslist. Aannemelijk is echter de praktijk hier wel raad mee weet. Ook nu plegen voorzieningenrechters met initiatiefnemers te overleggen of zij bereid zijn om de werkzaamheden op te schorten totdat op het schorsingsverzoek is beslist. Wel kan het problematisch worden bij het verrichten van activiteiten met onomkeerbare gevolgen, zoals het vellen van bomen en houtopstanden. Als het projectbesluit hier mede betrekking op heeft, is het kwaad al (snel) geschied. De Omgevingswet en de gevolgen voor het aansprakelijkheidsrecht Er kunnen twee grondslagen van aansprakelijkheid worden onderscheiden: aansprakelijkheid als gevolg van rechtmatige overheidsdaad en aansprakelijkheid als gevolg van onrechtmatige overheidsdaad. Aansprakelijkheid bij rechtmatige overheidsdaad De overheid kan (al dan niet gedeeltelijk) aansprakelijk zijn voor schade die wordt geleden als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een bevoegdheid. Het meest bekende voorbeeld hiervan is planschade, welke schade het gevolg is van < vorige 21 volgende >

11 ruimtelijke besluitvorming. Eveneens kan bijvoorbeeld worden gedacht aan milieumaatregelenschade op grond van de Wet milieubeheer, maar in het omgevingsrecht zijn meer voorbeelden te vinden van een verplichting van de overheid om gelaedeerde burgers of bedrijven als gevolg van op zichzelf rechtmatige besluitvorming een schadevergoeding dan wel een tegemoetkoming in de schade te betalen (o.a. in de Wet bodembescherming en de Waterwet). Ook in de Omgevingswet zal een dergelijke verplichting tot schadevergoeding worden opgenomen. Het betreffende Hoofdstuk 15 met het opschrift Schade, is op dit moment nog gereserveerd, maar uit de toelichting op de Omgevingswet volgt dat de figuur van planschade in ieder geval blijft bestaan, terwijl het gezien die toelichting bovendien mogelijk blijft om planschade af te wentelen op initiatiefnemers, via een zogenoemde planschadevergoedingsovereenkomst of via, in bijvoorbeeld een omgevingsplan op te nemen, exploitatieregels (het exploitatieplan als zelfstandig rechtsfiguur komt te vervallen). Daarnaast bevat de Omgevingswet een verplichting tot vergoeding van schade ingeval van het opleggen van een gedoogplicht, vergelijkbaar met de huidige verplichting tot schadevergoeding ingeval van een gedoogplicht op grond van de Waterwet. Aansprakelijkheid bij onrechtmatige overheidsdaad Veel belangwekkende arresten op het terrein van het overheidsaansprakelijkheidsrecht, die zijn ingeleid met een vordering op grond van onrechtmatige daad (vgl. art. 6:162 BW), zijn een gevolg van een procedure die zich binnen het kader van het omgevingsrecht heeft afgespeeld. Zo ging het in de zaak Heesch/Van den Akker, dat geldt als het standaardarrest op het gebied van de formele rechtskracht één van de belangrijkste leerstukken op het terrein van het overheidsaansprakelijkheidsrecht om een procedure over een uitwegvergunning. 3 Onder de Omgevingswet zal de nauwe samenhang tussen het omgevingsrecht en het (overheids)aansprakelijkheidsrecht waarschijnlijk niet veranderen. Er zullen vergelijkbare aansprakelijkheidsprocedures op grond van onrechtmatige daad worden gevoerd als thans het geval is. Niettemin is denkbaar dat de Omgevingswet een aantal nieuwe accenten zal leggen. Gezien de ruime strekking van de Omgevingswet, is nu nog niet goed te overzien wat de precieze gevolgen hiervan voor het aansprakelijkheids recht zullen zijn. Hieronder zullen echter alvast enkele specifieke aandachtspunten worden genoemd. Hiervoor werd al duidelijk dat onder de Omgevingswet veel meer met algemene regels zal worden gewerkt dan nu het geval is. Hierdoor zal het aantal besluiten omtrent vergunningverlening afnemen, en die afname leidt naar verwachting ook tot een vermindering van het aantal potentiële onrechtmatige besluiten omtrent vergunningverlening. Daartegenover staat dat als gevolg van het gebruik van algemene regels, het toezicht naar de handhaving zal worden verschoven. Datzelfde geldt voor het vervallen van het vereiste van de onlosmakelijke samenhang. Ook dit leidt tot een verschuiving van voorafgaand toezicht via vergunningverlening naar toezicht achteraf via 3 HR 16 mei 1986, NJ 1986, 723; Heesch/Van den Akker. handhaving. Een en ander zou kunnen leiden tot meer handhavingsprocedures dan nu het geval is. Dergelijke procedure kunnen leiden tot schade, bijvoorbeeld wanneer als gevolg daarvan een bepaalde activiteit moet worden gestaakt. Wanneer achteraf blijkt dat niet tot handhaving had kunnen worden overgegaan, en het handhavingsbesluit om die reden door de bestuursrechter wordt vernietigd, is de gemeente in beginsel aansprakelijk voor de gevolgen hiervan. Uit het oogpunt van het aansprakelijkheidsrecht is verder van belang, dat beroep kan worden ingesteld tegen alle regels die in het omgevingsplan worden opgenomen. Dat geldt dus ook voor regels die nu nog uitsluitend bij gemeentelijke verordening worden vastgesteld en waartegen als zodanig geen beroep bij de bestuursrechter openstaat. Een beroepsprocedure kan leiden tot (gedeeltelijke) vernietiging van een besluit en daarmee ook tot aansprakelijkheid van een gemeente. Denkbaar is dat in een omgevingsplan algemene regels worden opgenomen waarin bijvoorbeeld voorwaarden worden gesteld voor het verrichten van een bepaalde activiteit, terwijl door een initiatiefnemer (aanzienlijke) investeringen moeten worden gedaan om aan deze voorwaarden te kunnen voldoen. Wanneer in beroep met succes over deze algemene regels wordt geklaagd, bijvoorbeeld omdat de hierin opgenomen voorwaarden voor het verrichten van die activiteit onnodig en dus onevenredig zijn in verhouding tot het daarmee te dienen doel, is de gemeente in beginsel aansprakelijk voor de schade (in de vorm van de extra investeringen) die de initiatiefnemer hierdoor heeft geleden. < vorige 22 volgende >

12 Ook is niet op voorhand uitgesloten dat de onmogelijk heid om in het omgevingsplan vergunningen s telsels op te nemen, tot nieuwe aansprakelijkheden zal leiden. Hierdoor zouden gemeenten immers kunnen worden gestimuleerd om voor sommige activiteiten in het omgevingsplan een generiek verbod op te nemen, zodat dergelijke activiteiten slechts via een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit kunnen worden verricht. Daarmee creëert een gemeente alsnog een vorm van toezicht vooraf. Hierdoor is het in beginsel uitgesloten dat dergelijke activiteiten worden verricht. Initiatiefnemers kunnen hierdoor schade lijden, omdat zij als gevolg hiervan worden beperkt in hun mogelijkheden om deze activiteiten te ontplooien. Om die reden zouden zij kunnen overwegen om beroep in te stellen tegen de regels in het omgevingsplan die in de weg staan aan de voorgenomen activiteit, waarbij zij zich bijvoorbeeld op het standpunt zouden kunnen stellen dat een dergelijk generiek verbod berust op een onjuiste belangenafweging, dan wel onevenredig is in verhouding tot het hiermee te dienen doel, of eenvoudigweg in strijd is met de systematiek van de Omgevingswet. Indien dat standpunt door de bestuursrechter wordt gevolgd, en de algemene regels die de voorgenomen activiteit verhinderen worden vernietigd, terwijl geen algemene regels hadden kunnen worden vastgesteld die een vergelijkbaar resultaat tot gevolg zouden kunnen hebben, kan de gemeente in beginsel aansprakelijk worden gehouden voor de schade die hiervan het gevolg is. Deze schade zou kunnen bestaan uit het lange tijd niet kunnen verrichten van de betreffende activiteit, zonder dat daarvoor achteraf bezien een grondslag bestond. Tot slot De Omgevingswet voorziet in een verdergaande integratie of beter: concentratie van het omgevingsr echt, en introduceert een aantal nieuwe instrumenten, die veel trekken hebben van bestaande rechtsfiguren. De Omgevingswet voorziet echter ook in een aantal belangwekkende wijzigingen ten opzichte van het bestaande wettelijke stelsel. Deze wijzigingen kunnen ook gevolgen hebben voor het aansprakelijkheidsrecht. Op dit moment is nog niet goed te overzien wat deze gevolgen precies zullen zijn, maar duidelijk is wel dat vooral het vervallen van vergunningplichten en de verruiming van het aantal algemene regels, tot andere en wellicht ook tot meer aansprakelijkheidsrisico s kunnen leiden. Het wetgevingsproces bevindt zich momenteel nog in een pril stadium. De ervaring leert dat een wetsvoorstel gaandeweg de parlementaire behandeling nog grote veranderingen kan ondergaan, onder meer door amendementen en, zoals inmiddels goed gebruik is, door aanpassing van de wet bij de invoerings wet die er in voorziet dat de wet op adequate wijze in ons rechtsbestel wordt ingevoerd. Het is zeker niet uitgesloten dat deze wijzigingen ook gevolgen hebben voor de potentiële effecten van het Omgevingsrecht op het aansprakelijkheidsrecht. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt u daarover uiteraard in een volgende editie van dit tijdschrift nader geïnformeerd. < vorige 23 volgende >

Kerninstrumenten Omgevingswet. Simon Tichelaar 13 oktober 2016

Kerninstrumenten Omgevingswet. Simon Tichelaar 13 oktober 2016 Kerninstrumenten Omgevingswet Simon Tichelaar Inleiding Wetsvoorstel bevat zes kerninstrumenten: Omgevingsvisie; Programma; Decentrale regelgeving (omgevingsplan); Algemene rijksregels voor activiteiten;

Nadere informatie

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens De nieuwe Omgevingswet Molenadviesraad 7-4-2017 Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens Uitgangspunten Omgevingswet Vormt basis voor het nieuwe stelsel van regelgeving voor de fysieke leefomgeving

Nadere informatie

Omgevingswet Procedureel

Omgevingswet Procedureel Omgevingswet Procedureel Jan van der Grinten 11 oktober 2016 jan.van.der.grinten@kvdl.com Inhoudsopgave Systematiek Omgevingswet (1 wet, 4 AMvB s) Kerninstrumenten van de Omgevingswet Uitgangspunten procedureregels

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen Factsheet: rechtsbescherming tegen besluiten op grond van de Omgevingswet Bij het vormgeven van de rechtsbescherming onder de Omgevingswet is aangesloten bij het bestaande wettelijke stelsel. Onderstaande

Nadere informatie

Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen

Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen Datum: 13 september 2019 Versie: definitieve versie 2.0, vastgesteld Toelichting/context: In de Handreiking waterschapsverordening geven we aan wat nodig is

Nadere informatie

2 april DE NIEUWE OMGEVINGSWET Wat betekent dat voor u?

2 april DE NIEUWE OMGEVINGSWET Wat betekent dat voor u? 2 april 2019 DE NIEUWE OMGEVINGSWET Wat betekent dat voor u? Expertgroep Omgevingswet Hans Turenhout Anke van de Laar Arjan van Delden Coline Norde Jos Pfeifer 2 Inhoud workshop De Omgevingswet in vogelvlucht

Nadere informatie

5 Uitvoeren van activiteiten

5 Uitvoeren van activiteiten 5 Uitvoeren van activiteiten 5.1 Algemene regels Algemene regels 5.1.1 Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels De PS kunnen

Nadere informatie

Omgevingswaarden en instructieregels VMR Themamiddag Wetsvoorstel Omgevingswet: ruimte voor normen en waarden 24 juni 2014, Madurodam

Omgevingswaarden en instructieregels VMR Themamiddag Wetsvoorstel Omgevingswet: ruimte voor normen en waarden 24 juni 2014, Madurodam Omgevingswaarden en instructieregels VMR Themamiddag Wetsvoorstel Omgevingswet: ruimte voor normen en waarden 24 juni 2014, Madurodam 1 I. Omgevingswaarden (I) Art. 2.9 lid 2: een omgevingswaarde bepaalt

Nadere informatie

Cultureel Erfgoed en de Omgevingswet

Cultureel Erfgoed en de Omgevingswet Cultureel Erfgoed en de Omgevingswet In de zomer van 2013 heeft het kabinet ingestemd met het wetsvoorstel voor een nieuwe Omgevingswet. Doel van de nieuwe Omgevingswet is om de bestaande regelgeving te

Nadere informatie

Het projectbesluit onder de Omgevingswet 7 november 2017 mr. A.M.M. Ferwerda en mr. A.J.G. Vegt. #kennismarkt2017

Het projectbesluit onder de Omgevingswet 7 november 2017 mr. A.M.M. Ferwerda en mr. A.J.G. Vegt. #kennismarkt2017 Het projectbesluit onder de Omgevingswet 7 november 2017 mr. A.M.M. Ferwerda en mr. A.J.G. Vegt #kennismarkt2017 I. Het Projectbesluit: een beetje achtergrond Kenmerken van het Projectbesluit II. III.

Nadere informatie

Inleiding Omgevingswet CROW bijeenkomst Omgevingswet en Mobiliteit

Inleiding Omgevingswet CROW bijeenkomst Omgevingswet en Mobiliteit Inleiding Omgevingswet CROW bijeenkomst Omgevingswet en Mobiliteit Katja Stribos programmamanager Implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet 30 maart 2017 Inhoud 1. Stelselherziening onderdelen

Nadere informatie

OMGEVINGSWET EN OMGEVINGSPLAN 18 SEPTEMBER 2018 KARIEN LAGROUW

OMGEVINGSWET EN OMGEVINGSPLAN 18 SEPTEMBER 2018 KARIEN LAGROUW OMGEVINGSWET EN OMGEVINGSPLAN 18 SEPTEMBER 2018 KARIEN LAGROUW DE OMGEVINGSWET 2 PLANNING EN TAAKVERDELING OP WEG NAAR 2021: KAMERBRIEF 8 MAART 2018 VERANDEROPGAVE Meer lokaal Meer algemene regels minder

Nadere informatie

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Blik op de toekomst: de nieuwe Omgevingswet

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Blik op de toekomst: de nieuwe Omgevingswet Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht Blik op de toekomst: de nieuwe Omgevingswet Blik op de toekomst: de nieuwe Omgevingswet 1. Stand van zaken Omgevingswet 2. Nieuwe figuren in de Omgevingswet

Nadere informatie

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter?

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Mr. C.G.J.M. Termaat* 1 Inleiding Het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet (hierna: Omgevingswet) van 16 juni jl. heeft inmiddels alweer de nodige aandacht

Nadere informatie

Gemeentelijk omgevingsplan

Gemeentelijk omgevingsplan Het omgevingsplan Gemeentelijk omgevingsplan Integrale samenhangende verordening voor het gehele grondgebied met regels over de fysieke leefomgeving Krachtig instrument voor gebiedsontwikkeling, beheer,

Nadere informatie

Omgevingswet en de Gemeenteraad

Omgevingswet en de Gemeenteraad Omgevingswet en de Gemeenteraad Beeldvormende Avond gemeenteraad Veenendaal mr. Merel Holtkamp advocaat 14 april 2016 Introductie» Motto Omgevingswet» Kerninstrumenten - Omgevingsvisie - Omgevingsplan

Nadere informatie

Actualiteitendag. De Omgevingswet 1 oktober Jan Reinier van Angeren

Actualiteitendag. De Omgevingswet 1 oktober Jan Reinier van Angeren Actualiteitendag De Omgevingswet 1 oktober 2015 Jan Reinier van Angeren Planning 01 07 2015: Tweede Kamer neemt Omgevingswet aan 01 10 2015: concept AMvB s 01 01 2016: Eerste Kamer heeft behandeling afgerond

Nadere informatie

Workshop Omgevingsplan: juridische aspecten

Workshop Omgevingsplan: juridische aspecten Workshop Omgevingsplan: juridische aspecten Kennismarkt Omgevingswet 7 november 2017 Tycho Lam Programma Omgevingswet algemeen Omgevingsplan Algemeen Overgangsrecht 2 Deel 1: Omgevingsplan algemeen 3 Het

Nadere informatie

Omgevingswet & Omgevingsvisie

Omgevingswet & Omgevingsvisie Omgevingswet & Omgevingsvisie cultuurlandschappen en de omgevingswet Utrecht, 17 december 2018 Jan Roest Programmammanager Omgevingswet In dit kwartier. Aanleiding en doelen van de Omgevingswet Systematiek

Nadere informatie

Samenvatting Ontwerpbesluit activiteiten leefomgeving

Samenvatting Ontwerpbesluit activiteiten leefomgeving Samenvatting Ontwerpbesluit activiteiten leefomgeving Het Besluit activiteiten leefomgeving is één van de vier AMvB s die uitvoering geven aan de Omgevingswet. Het besluit bevat, samen met het Besluit

Nadere informatie

Één omgevingsplan per gemeente (art. 2.4 Ow) Uitgangspunt: omgevingsplan is gewone verordening

Één omgevingsplan per gemeente (art. 2.4 Ow) Uitgangspunt: omgevingsplan is gewone verordening Omgevingsplan Juridische aspecten Tycho Lam Vervangt het bestemmingsplan Één omgevingsplan per gemeente (art. 2.4 Ow) Uitgangspunt: omgevingsplan is gewone verordening Gemeenteraad stelt omgevingsplan

Nadere informatie

Waarom Omgevingswet?

Waarom Omgevingswet? Op weg naar de Omgevingswet Kennisdag FUMO- provincie 15 mei 2014 1 Waarom Omgevingswet? Huidige omgevingsrecht: - complex en versnipperd - onoverzichtelijk en onvoldoende samenhang - trage besluitvorming:

Nadere informatie

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak I (b "b.1yt.."d... Gemeente ~'1" ~ Emmen ~ OMGEVINGSVERGUNNING Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen heeft op een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen

Nadere informatie

Inleiding. Hoofdlijnen Omgevingswet. Nu al Eenvoudig Beter. Vragen

Inleiding. Hoofdlijnen Omgevingswet. Nu al Eenvoudig Beter. Vragen Inleiding Hoofdlijnen Omgevingswet Nu al Eenvoudig Beter Vragen 1 Inzichtelijkheid Minder regels en plannen, meer bij elkaar Integrale aanpak - samenwerking Omgevingsvisie, omgevingsverordening, omgevingsplan

Nadere informatie

Het omgevingsplan: een stap verder?

Het omgevingsplan: een stap verder? Het omgevingsplan: een stap verder? VMR 24 juni 2014 Prof. mr. Tonny Nijmeijer Radboud Universiteit Nijmegen Onderwerpen Doel omgevingsplan Een of meer omgevingsplannen Inhoud omgevingsplan Typen regels

Nadere informatie

Samenvatting Ontwerpbesluit Omgevingsbesluit

Samenvatting Ontwerpbesluit Omgevingsbesluit Samenvatting Ontwerpbesluit Omgevingsbesluit Het Omgevingsbesluit richt zich tot alle partijen die in de fysieke leefomgeving actief zijn: burgers, bedrijven en de overheid. Het Omgevingsbesluit regelt

Nadere informatie

Het omgevingsplan. Maarten Engelberts

Het omgevingsplan. Maarten Engelberts Het omgevingsplan Maarten Engelberts Gemeentelijk omgevingsplan Gemeenteraad stelt één omgevingsplan op, waarin regels over de fysieke leefomgeving worden opgenomen (art 2.4) In het omgevingsplan kunnen

Nadere informatie

Gemeentelijk omgevingsplan

Gemeentelijk omgevingsplan Het omgevingsplan Gemeentelijk omgevingsplan Gemeenteraad stelt één omgevingsplan op, waarin regels over de fysieke leefomgeving worden opgenomen (art 2.4) In het omgevingsplan kunnen met het oog op de

Nadere informatie

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed Studiedag KNOB, 8 juni 2018 Frank Altenburg Wat komt aan de orde? Erfgoedwet versus Omgevingswet Betekenis van Omgevingswet voor cultureel erfgoed

Nadere informatie

Omgevingswet SIKB Kennisdag AMvB s

Omgevingswet SIKB Kennisdag AMvB s Omgevingswet SIKB Kennisdag AMvB s 11 februari 2016 Wim van Gelder Hier komt tekst SIKB kennisdag AMvB s 11 februari Hier komt 2016 ook tekst Omgevingswet Art. 1.3: doelstelling: met het oog op een duurzame

Nadere informatie

Omgevingsplan. Maarten Engelberts (gem. Den Haag/I&M) Jur van der Velde (Provero/Rho/Interra)

Omgevingsplan. Maarten Engelberts (gem. Den Haag/I&M) Jur van der Velde (Provero/Rho/Interra) Omgevingsplan Maarten Engelberts (gem. Den Haag/I&M) Jur van der Velde (Provero/Rho/Interra) Inhoud - omgevingsplan en omgevingswet - omgevingsplan - voorbeelden: omgevingsplannen Almere en Den Haag Omgevingsplan

Nadere informatie

3 Ontwikkelen Beleid. 3.1 Opstellen omgevingsvisie

3 Ontwikkelen Beleid. 3.1 Opstellen omgevingsvisie 3 Ontwikkelen Beleid 3.1 Opstellen omgevingsvisie Opstellen omgevingsvisie De Provinciale Staten (hierna: PS) moeten een provinciale omgevingsvisie opstellen gericht op de maatschappelijke doelen van de

Nadere informatie

Rol van de gemeenteraad in het licht van de Omgevingswet

Rol van de gemeenteraad in het licht van de Omgevingswet Rol van de gemeenteraad in het licht van de Omgevingswet De Omgevingswet is nog in de maak en treedt januari 2021 in werking. Dit betekent dat nog niet alles bekend is over de bevoegdheden en de taken

Nadere informatie

De Wabo (on)geschonden in de Omgevingswet. Wico Ankersmit

De Wabo (on)geschonden in de Omgevingswet. Wico Ankersmit De Wabo (on)geschonden in de Omgevingswet Wico Ankersmit Met de Wabo. Omgevingsvergunning = Uitvoeringsvergunning Met de Omgevingswet. In de Omgevingswet komt dat wat in de Wabo nog niet is meegenomen.

Nadere informatie

Bestuurlijke afwegingsruimte. Mr Tyora van der Meulen

Bestuurlijke afwegingsruimte. Mr Tyora van der Meulen Bestuurlijke afwegingsruimte Mr Tyora van der Meulen Van Wro naar OW Wro Decentraal, tenzij Iedere overheidslaag zijn eigen instrumenten om eigen ruimtelijk beleid uit te voeren Provinciale belangen Goedkeuringsbevoegdheid

Nadere informatie

Invoeringswet Omgevingswet

Invoeringswet Omgevingswet Invoeringswet Omgevingswet Overgangsrecht en andere onderwerpen Bert Rademaker Overgangsrecht Een uiterst belangrijk en notoir moeilijk onderwerp in de wetgevingsleer, betreft het overgangsrecht. Wetgeven

Nadere informatie

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet. Mr. dr. Dirk Sanderink

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet. Mr. dr. Dirk Sanderink Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet Mr. dr. Dirk Sanderink Algemene regeling van art. 4:126 e.v. Awb (1) Art. 4:126 lid 1 Awb (Stb. 2013/50 nog niet in werking) Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de derde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de derde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de derde druk /V Lijst van afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1.1 Algemeen / 1 1.2 Doelstelling van de Wabo / 2 1.3 Reikwijdte en werkingssfeer van de Wabo / 4 1.4

Nadere informatie

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49)

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) Door C.M.P. Julicher Zegers en B. Weekers is een artikel geschreven voor het tijdschrift Bouwrecht. Gemeenten krijgen te maken met een nieuwe actualisatieronde

Nadere informatie

De Omgevingsvisie vervangt de volgende wettelijk verplichte plannen:

De Omgevingsvisie vervangt de volgende wettelijk verplichte plannen: Memo Aan Provinciale Staten Kopie aan Onderwerp Bijlage 8: Voorsorteren op de Omgevingswet (Omgevingsvisie en Omgevingsverordening) 1. Voorbereiding volgens huidig recht De vast te stellen Omgevingsvisie

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Omgevingswet

Initiatiefvoorstel Omgevingswet Initiatiefvoorstel Omgevingswet Rotterdam, september 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 1. Uitgangspunten 4 2. Hoofdlijnen 5 3. Consequenties voor Rotterdam 6 4. Aanbevelingen 7 Conclusie 8

Nadere informatie

Omgevingswet. Commissie Fysieke Leefomgeving 20 september 2016

Omgevingswet. Commissie Fysieke Leefomgeving 20 september 2016 Omgevingswet Commissie Fysieke Leefomgeving 20 september 2016 Onderwerpen: 1. Doel en achtergrond 2. Omgevingswet 3. Uitvoeringsregelgeving 4. Invoeringswet en -regelgeving 5. Overige wetgeving 6. Invoering

Nadere informatie

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV10.0370 Roden, 24 augustus 2010 Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma:

Nadere informatie

Besluit Activiteiten Leefomgeving. Mr. G.C.W. van der Feltz 11 oktober 2016

Besluit Activiteiten Leefomgeving. Mr. G.C.W. van der Feltz 11 oktober 2016 Besluit Activiteiten Leefomgeving Mr. G.C.W. van der Feltz 11 oktober 2016 Maatschappelijke doelen Met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering

Nadere informatie

27 juni 2011 - Seminar Wabo

27 juni 2011 - Seminar Wabo 27 juni 2011 - Seminar Wabo DE CLERCQ ONS KANTOOR - veelzijdig, multidisciplinair - 32 advocaten, 8 (kandidaat)notarissen - sedert 1850: 160 jaar jong - creatief, proactief - aantrekkelijk alternatief

Nadere informatie

* *

* * ontwerp omgevingsvergunning brandveilig gebruiken van een school brandveilig gebruiken van een school Beschikking 265718 *16.151899* 16.151899 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING nr. 265718 Uitgebreide procedure

Nadere informatie

Samenhang kerninstrumenten Omgevingswet

Samenhang kerninstrumenten Omgevingswet Samenhang kerninstrumenten Omgevingswet Katja Stribos Aan de slag met de Omgevingswet Twitter: @AandeslagOw LinkedIn: Aan de slag met de Omgevingswet www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl Doel Stelselherziening

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende

Nadere informatie

TWEEDE KAMER SCHERPT OMGEVINGSWET AAN

TWEEDE KAMER SCHERPT OMGEVINGSWET AAN TWEEDE KAMER SCHERPT OMGEVINGSWET AAN Zoals bij de beoefenaren van het omgevingsrecht bekend is, heeft de Tweede Kamer op 1 juli jl. met ruime meerderheid het voorstel voor een Omgevingswet aangenomen.

Nadere informatie

uw project centraal in de omgevingsvergunning

uw project centraal in de omgevingsvergunning uw project centraal in de omgevingsvergunning Inleiding Sinds 1 oktober 2010 is de praktijk van ruimtelijke ordening, slopen en bouwen stevig gewijzigd door de invoering van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van OMGEVINGSVERGUNNING (b ~1Y...1>... Gemeente '1\..'1" ~ Emmen ~ Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van 2 dubbele woningen en 1 vrijstaande

Nadere informatie

Omgevingswet. Een basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving.

Omgevingswet. Een basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. Omgevingswet Een basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. Wat is omgevingswet? Inhoudsopgave Molenbiotoop Doel van de omgevingswet Invoering van de wet Instrumentarium Bevoegd

Nadere informatie

Omgevingswet, digitaal stelsel en vragen daarbij

Omgevingswet, digitaal stelsel en vragen daarbij Omgevingswet, digitaal stelsel en vragen daarbij STUDIEMIDDAG GEODATION 26 mei 2016 1 Omgevingswet en digitaal stelsel en vragen daarbij 1. Omgevingswet 2. Digitaal Stelsel Omgevingswet 3. Vragen 2 1.

Nadere informatie

Uitleg is gebaseerd op informatie uit de Handreiking waterschapsverordening van het project TROWA (Transitieondersteuning Omgevingswet

Uitleg is gebaseerd op informatie uit de Handreiking waterschapsverordening van het project TROWA (Transitieondersteuning Omgevingswet Uitleg is gebaseerd op informatie uit de Handreiking waterschapsverordening van het project TROWA (Transitieondersteuning Omgevingswet Waterschappen). Met name de hoofdstukken 1 en 2 en bijlagen. De Omgevingswet

Nadere informatie

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen. Omgevingsvergunning Zaaknummer 485964 1. Inleiding Op 28 mei 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel Sandtlaan 6

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen heeft op 10 november 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een bouwwerk

Nadere informatie

Omgevingswet, omgevingsvisie en de casus vliegveld Eindhoven

Omgevingswet, omgevingsvisie en de casus vliegveld Eindhoven Omgevingswet, omgevingsvisie en de casus vliegveld Eindhoven Robert Forkink Dinsdag 13 juni 2017 De context De instrumenten nader belicht 1. Omgevingsvisie 2. Omgevingsplan 3. Omgevingsvergunning 4. Algemene

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK 2.2.1 Vooroverleg 2.2.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg wanneer het een plan betreft dat valt

Nadere informatie

Workshop Omgevingsplan en APV

Workshop Omgevingsplan en APV Workshop Omgevingsplan en APV Lettie Vaatstra SAB 11 oktober 2016 Voorstellen 1 Inhoud presentatie De Omgevingswet Het omgevingsplan Verordeningen in omgevingsplan Omgevingsplan en APV De Omgevingswet

Nadere informatie

cp Ir ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Ontwerp Besluit

cp Ir ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Ontwerp Besluit ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen heeft op 10 november 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een tankstation

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw

Nadere informatie

Wij hebben op 31 december 2014 een aanvraag voor een omgevignsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning.

Wij hebben op 31 december 2014 een aanvraag voor een omgevignsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning. OMGEVINGSVERGUNNING ~ ~1),. Gemeente ~'1" ~ Emmen ~ Wij hebben op 31 december 2014 een aanvraag voor een omgevignsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning. De aanvraag gaat over-zijtak OZ 117

Nadere informatie

288,- bouwactiviteit wordt niet in uitvoering gebracht door weigering:

288,- bouwactiviteit wordt niet in uitvoering gebracht door weigering: dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. 2.1.4 Gecertificeerde Bouwbesluitgegevens: Met gecertificeerde Bouwbesluitgegevens wordt een volledige Bouwbesluittoets bedoeld die is ingediend

Nadere informatie

Bijlage: Omgevingswet

Bijlage: Omgevingswet Bijlage: wet In het regeerakkoord Vrijheid en Verantwoordelijkheid (2010) kondigde het kabinet-rutte I voorstellen aan tot bundeling, vereenvoudiging, modernisering en versobering van het omgevingsrecht

Nadere informatie

Update Omgevingswet. Chantal van Mil Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht. 2 april 2019

Update Omgevingswet. Chantal van Mil Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht. 2 april 2019 Update Omgevingswet Chantal van Mil Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht 2 april 2019 Update omgevingsrecht Stelling: Met de Omgevingswet kunnen projecten straks sneller en eenvoudiger worden gerealiseerd.

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

Participatie in het huidige en het toekomstige omgevingsrecht

Participatie in het huidige en het toekomstige omgevingsrecht Participatie in het huidige en het toekomstige omgevingsrecht Henk Gierveld Universiteit Utrecht Ministerie van Waterstaat Participatie Wat is participatie? Niet hetzelfde als inspraak Waarom participeert

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Raadsvoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden anders vormgegeven. Veel procedures

Nadere informatie

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft Voorbereidingsbesluit Windpark Drentse Monden en Oostermoer Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 6 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van 2 'te koop' borden. De aanvraag gaat over diverse locaties

Nadere informatie

Leges omgevingsvergunningen 2018

Leges omgevingsvergunningen 2018 Leges omgevingsvergunningen 2018 Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om beoordeling van een schetsplan in verband

Nadere informatie

Basisgids Omgevingswet

Basisgids Omgevingswet Basisgids Omgevingswet Handreiking voor het samenstellen van uw presentaties en trainingen Basisgids Omgevingswet 1 Basisgids Omgevingswet Handreiking voor het samenstellen van uw presentaties en trainingen

Nadere informatie

Achtergrondinformatie

Achtergrondinformatie Achtergrondinformatie Serious game Buurtje Bouwen 10 Lesopzet en achtergrondinformatie Buurtje Bouwen ACHTERGRONDINFORMATIE Huidige wetgeving Ruimtelijke ordening in Nederland is een door de Grondwet vastgestelde

Nadere informatie

van bestemmingsplan tot omgevingsplan

van bestemmingsplan tot omgevingsplan ERSTEUNING ING. PROJECTEN SAMENLEVING TERECHT van bestemmingsplan tot omgevingsplan samen op weg naar de Omgevingswet ... omgevingsvisie. programma. programmatische instructieregels. instructies. omge

Nadere informatie

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de

Nadere informatie

Samenvatting Ontwerpbesluit bouwwerken leefomgeving

Samenvatting Ontwerpbesluit bouwwerken leefomgeving Samenvatting Ontwerpbesluit bouwwerken leefomgeving Het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna Bbl of dit besluit) is één van de vier AMvB s die uitvoering geven aan de Omgevingswet. Het besluit bevat,

Nadere informatie

Een omgevingsvergunning. ontvangen

Een omgevingsvergunning. ontvangen Een omgevingsvergunning ontvangen 1 Uw aanvraag voor een omgevingsvergunning heeft geleid tot een vergunning. In deze brochure wordt kort ingegaan op wat dit betekent. Bekendmaking De vergunning, het besluit,

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Zaaknummer: OLOGMM11-01 Collegevoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden

Nadere informatie

Omgevingswet en de gemeenteraad.

Omgevingswet en de gemeenteraad. Omgevingswet en de gemeenteraad. 1 Inhoud Waarom Omgevingswet? Wat verandert er door de Omgevingswet? Stand van zaken invoering Omgevingswet. Rol gemeenteraad (regionale afstemming)? Planning Provincie,

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer 1196903 1. Inleiding Op 23 mei 2018 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning en garage en het maken van een uitweg

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: De heer E.F. Schneider

Nadere informatie

NDL/HIDC Logistics Topics Vastgoed: De Omgevingswet

NDL/HIDC Logistics Topics Vastgoed: De Omgevingswet NDL/HIDC Logistics Topics Vastgoed: Marijn Bodelier BodelierM@gtlaw.com +31 20 30 17 309 GREENBERG TRAURIG, LLP ATTORNEYS AT LAW WWW.GTLAW.COM 2016 Greenberg Traurig, LLP. All rights reserved. Agenda 1.

Nadere informatie

Omgevingswet: omgevingsplan en integratie gemeentelijke verordeningen

Omgevingswet: omgevingsplan en integratie gemeentelijke verordeningen Omgevingswet: omgevingsplan en integratie gemeentelijke verordeningen (sessie 1M) Marco Lurks en Daan Corver (VNG) Het omgevingsplan Gemeenteraad stelt één omgevingsplan vast, waarin regels over de fysieke

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning wijzigen van de voorwaarden van omgevingsvergunning 218854 wijzigen van de voorwaarden van omgevingsvergunning 218854 Beschikking 283742 *17.130142* 17.130142 WIJZIGINGSVERGUNNING nr.

Nadere informatie

Tarieventabel leges Haarlemmermeer 2019

Tarieventabel leges Haarlemmermeer 2019 TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1 Opgaaf van aanneemsom: De

Nadere informatie

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Informatiemiddag Erfgoedwet, 17 juni 2016 Frank Altenburg Inhoud Omgevingswet en Erfgoedwet Wat vindt u waar? Wat is nieuw? Cultureel

Nadere informatie

De Omgevingswet vanaf 2021 Wordt alles anders?

De Omgevingswet vanaf 2021 Wordt alles anders? De Omgevingswet vanaf 2021 Wordt alles anders? Lex de Savornin Lohman, Natuur en milieufederatie Noord-Holland Omgevingswet Omgevingswet algemeen Veranderingen: Bestemmingsplannen Omgevingsplan, de nieuwe

Nadere informatie

Bouwen en ontwikkelen met de Wabo

Bouwen en ontwikkelen met de Wabo Prof. mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. S. Hillegers Mr. T.E.P.A. Lam Bouwen en ontwikkelen met de Wabo Eerste druk Kiuwer a Wolters Kiuwer business Alphen aan den Rijn - 2010 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V lijst

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 1033710 1. Inleiding Op 11 september 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het wijzigen van het kozijn aan de voorzijde van de woning en het

Nadere informatie

Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning

Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning > www.vrom.nl Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht, november 2008 Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht,

Nadere informatie

Een archeologische exploratie van wet en regelgeving

Een archeologische exploratie van wet en regelgeving ONTWIKKELINGEN REGELGEVING CULTUREEL ERFGOED Een archeologische exploratie van wet en regelgeving OPBOUW PRESENTATIE Erfgoedwet: grote nadruk op erfgoedverordening en vervreemding cultuurgoederen Kijkje

Nadere informatie

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning Tarieventabel behorende bij de verordening Leges omgevingsvergunning 2017 1 Bebouwde omgeving: Omgevingsvergunning Paragraaf 1: Begripsomschrijvingen 1.1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 Burgemeester en wethouders hebben op 16-1-2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het dempen en realiseren van water. De aanvraag gaat over

Nadere informatie

Roger Vermeulen, projectleider Wabo. Wabo procedures

Roger Vermeulen, projectleider Wabo. Wabo procedures Roger Vermeulen, projectleider Wabo Wabo procedures 1 Doel: Kennis overdragen Wabo Wat verandert er voor de medewerkers Waar moet je rekening mee houden. 2 Het gaat om een project of activiteit met plaatsgebonden

Nadere informatie

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug. Opmerkingen m.b.t. de regeling De Wabo geeft de mogelijkheid om omgevingsvergunningen waarvan geen of niet langer gebruik wordt gemaakt, in te trekken. In de beleidsregel wordt omschreven hoe de gemeente

Nadere informatie

Welkom bij de workshop. Highlights Omgevingswet en Invoeringswet. Chantal van Mil

Welkom bij de workshop. Highlights Omgevingswet en Invoeringswet. Chantal van Mil Welkom bij de workshop Highlights Omgevingswet en Invoeringswet Chantal van Mil 1. Highlights Omgevingswet en Invoeringswet Stelling: Met de Omgevingswet kunnen projecten sneller en eenvoudiger worden

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Het omgevingsplan. Agenda: 6/14/2017

Het omgevingsplan. Agenda: 6/14/2017 Het omgevingsplan Agenda: Omgevingsplan: inhoud en reikwijdte Rol Provincie Rol Rijk Omgevingsplan: procedure Omgevingsplan flexibiliteit Omgevingsplanactiviteit Overgangsrecht Omgevingsplan Voorbereidingsbesluit

Nadere informatie

Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten

Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten In verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht Dit document

Nadere informatie