Voorloper Groene Hart. Nota van beantwoording

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorloper Groene Hart. Nota van beantwoording"

Transcriptie

1 Voorloper Groene Hart Nota van beantwoording Stuurgroep Groene Hart Oktober 2008

2 Inhoudsopgave VB Al^MiidliB^iPm ^ «DB*B*a*a*a t 1. DE ACHTERGRONDEN VAN DE VOORLOPER 2 2. VISIE 2040: BELEVZNG EN ROBUUSTHEZD DE VISIE VOOR HET GROENE HART VAN VISIE 2040 NMR BELEID HET BELEZD TOT DE KERNKWAUTEITEN VAN HET GROENE HART DE GROENBLAUWE STRUCTUUR VAN HET GROENE HART Samenhangend beleid: kernkwaliteiten, bodemdaling en duurzaam waterbeheer Duurzaam waterbeheer Landbouw met een blijvend perspectief Natuurontwikkeling Recreatieve routestructuur DE (BE)LEEFBAARHEID VAN HET GROENE HART Wonen Werken Stad-land en recreatie BELEIDSSTRATEGXEEN OP GEBZEDSNZVEAU UZTVOERZNG 32 BULAGE: ONTVANGEN REACTIES 37 Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

3 0. Inleiding Op 24 juni 2008 hebben de colleges van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht de concept Voorloper Groene Hart vrijgegeven voor overleg met de Groene Hartpartners. Dit zijn net Woerdens Beraad (waarin de gemeenten zijn vertegenwoordigd), het Groene Hart Pact (de maatschappelijke organisaties), de waterschappen, het Rijk en de G4 (de vier grote gemeenten). Deze hebben alle gereageerd op het concept. Daarnaast hebben ook diverse partners inidividueel gereageerd. Ook zijn er enkele reacties ontvangen van niet-partners. In deze nota beantwoordt de stuurgroep Groene Hart, waarin de drie provincies bestuurlijk zijn vertegenwoordigd, de ontvangen reacties. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de instances die hebben gereagreerd, met elk een nummer. De hoofdstukindeling in deze nota komt overeen met die in de concept Voorloper. De reacties die gaan over bijvoorbeeld paragraaf van het concept, komen in deze nota dus ook in paragraaf aan de orde. Hierdoor is het makkelijk onderwerpen terug te vinden. De reacties worden via een vast stramien beantwoord: Reactie van: hier wordt aangegeven wie de reactie heeft of hebben ingediend. Samenvatting reactie: hier wordt de essentie van de reactie(s) verwoord, met daarbij de belangrijkste overwegingen. Antwoord stuurgroep Gevolgen Voorloper: als de reactie aanleiding geeft tot aanpassing van de Voorloper (to.v. het concept) dat wordt de essentie daarvan hier verwoord. In het merendeel van de reacties is waardering uitgesproken over de Voorloper, zowel over de hoofdlijnen van het voorgestelde beleid, het initiatief tot gezamenlijk beleid als zodanig, als over de helderheid van de Voorloper. De ambities kunnen veelal op steun rekenen. In diverse reacties is aangegeven het belang om na het vaststellen van de Voorloper door te gaan met de samenwerking, ook random de provinciate structuurvisies. Deze waardering stellen wij uiteraard bijzonder op prijs. Het stimuleert ons in onze samenwerking. Wij onderschrijven het belang om ook na het vaststellen van de Voorloper de samenwerking voort te zetten. 1. De achtergronden van de Voorloper - Proces: waarom geen gezamenlijke structuurvisie? Reactie van: Gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties (26), Woerdens Beraad (15), Provinciale Adviescommissie Leefomgeving (14). Samenvatting reactie: Het maken van een gezamenlijke provinciate structuurvisie is een logische vervolg stap. Betreurd wordt dat dit niet gebeurd. Het Woerdens Beraad maakt zich daarbij zorgen over de 'hardheid' van de Voorloper. Er is veel ruimte voor vrije interpretatie en daarmee onvoldoende waarborg voor een eenduidig Groene Hart-beleid. Antwoord stuurgroep: Het opstellen van een gezamenlijke interprovinciale structuurvisie voor het Groene Hart is eerder al door de colleges van gedeputeerde staten en de betrokken Statencommissies in de drie Groene Hartprovincies besproken en van de hand gewezen. Het maken van een gezamenlijke structuurvisie is op dit moment een stap te ver. De combinatie van het nieuw zijn van het fenomeen provinciate structuurvisie (het wordt voor alle provincies een zoektocht hoe hieraan vorm te geven) en het nieuw zijn van gezamenlijke beleidsformulering (een interprovinciaal streekplan van drie provincies is ook niet eerder opgesteld) vormt op dit moment nog een groot risico voor het het gezamenlijk opstellen van een PSV. Dat risico, met langdurende gevolgen, willen wij op dit moment niet lopen. Een gezamenlijke PSV willen wij voor de verdere toekomst echter niet op voorhand uitsluiten. Door nauw te blijven samenwerken, ook na het vaststellen van de Voorloper, willen wij eenheid in beleid bevorderen. In de Voorloper worden die onderwerpen voor het Groene Hart behandeld waarvoor een gezamenlijk ruimtelijk kader van belang is. De genoemde onderwerpen Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

4 behoren daartoe en worden ook verder zodanig uitgewerkt dat er voldoende houvast is voor inpassing in de structuurvisies waarin ook het aspect realisering wordt uitgewerkt. - Status en positie Voorloper Reactie van: regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (17). Samenvatting reactie: De status en positie van de Voorloper zijn onduidelijk. Dat maakt ook de status van de reactie op de Voorloper onduidelijk. De regio en de afzonderlijke gemeenten daarbinnen houden zich het recht voor om t.z.t. een reactie te geven in de formele besluitvormingsprocedure rond de PSV en die reactie ook te laten afwijken van de reactie op de concept Voorloper. Antwoord stuurgroep: De reactie op de Voorloper doet niets af aan de rechten om te reageren op een PSV. In de Voorloper zullen wij expliciet ingaan op die mogelijkheid en daarbij aangeven dat in dat kader op reacties inhoudelijk wordt gereageerd en niet kan worden volstaan met een enkele verwijzing naar de Voorloper. Gevolgen Voorloper: hoofdstuk 1 aanvullen. - Detailniveau Voorloper Reactie van: Woerdens Beraad (15), regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (17) Samenvatting reactie: Het Woerdens Beraad vindt het detailniveau van de Voorloper op een aantal punten te hoog. Hierdoor is er weinig ruimte voor eigen invulling door gemeenten, er moet meer samenspel zijn. De regio vraagt om een nadere verklaring van het begrip provinciaal belang, mede in relatie tot de brief van GS Zuid-Holland van 26 juni Antwoord stuurgroep: Wij hebben niet de indruk dat de Voorloper zaken te gedetailleerd vastlegt; zeker niet in relatie tot de gemeenten. De Voorloper is als bouwsteen voor de provinciate structuurvisies op een hoog abstractieniveau geschreven. Het geeft richting en eenduidigheid voor de provincies onderling. De regio plaatst haar reactie in het licht van een brief van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland over het interim-beleid RO die geschreven is bij de overgang van de WRO naar de Wro. Het ontwikkelingsgerichte beleid uit de Voorloper is van een andere orde dan het interim-beleid van Zuid-Holland. In de structuurvisies leggen de provincies vast wat zij van provinciaal belang achten. De Voorloper zorgt daarbij voor een aantal zaken voor een gemeenschappelijk interprovinciaal kader. - Begrenzing Groene Hart Reactie van: regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (17) Samenvatting reactie: De begrenzing van het Groene Hart aan de zuidrand is niet scherp. Antwoord stuurgroep: De begrenzing van het nationaal landschap Groene Hart is vastgelegd door de Tweede Kamer in de Nota Ruimte. Dit is een Planologische Kernbeslissing (PKB-kaart 9 Nota Ruimte). De Voorloper vervult hierin geen rol. De ligging van de grens aan de zuidrand volgt de bestaande infrastructuur. - Maatwerk Reactie van: gemeente Alphen a.d. Rijn (08). Samenvatting reactie: de veelzijdigheid van het Groene Hart vergt maatwerk. Het is van belang dat de Voorloper hiervoor ruimte biedt. Antwoord- stuurgroep: De Voorloper richt zich op de onderwerpen waarvoor gezamenlijk provinciaal beleid een voorwaarde is om de kernkwaliteiten van het Groene Hart te kunnen behouden en ontwikkelen. De Voorloper is dus niet uitputtend. Nadere invulling, binnen de in de Voorloper genoemde gezamenlijke kaders, is uiteraard mogelijk. Zowel in de PSV's, als in bestemmingsplannen. Maatwerk is daarbij vaak een voorwaarde voor optimaal resultaat. Gevolgen Voorloper: mogelijkheid maatwerk noemen. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

5 2. Visie 2040: beleving en robuustheid 2.1 de visie voor het Groene Hart - Onttrekking landbouwgrond Reactie van: Gemeente Alphen a/d Rijn (08) Samenvatting reactie: De gemeente Alphen vraagt zich af of het onttrekken van landbouwgronden tb.v. de wateropgave, natuurontwikkeling en recreatie wel past in de discussie over de behoefte aan landbouwgronden vanwege voedselschaarste en behoefte aan grand voor energiegewassen. Antwoord stuurgroep: De keuze om gronden te onttrekken aan de landbouw is een maatschappelijke afweging. De hoge kosten voor het waterbeheer, maar ook de behoefte aan recreatie en natuur zijn redenen om toch tot voornoemde keuze te komen. De gronden die aan de landbouw worden onttrokken voor een duurzaam waterbeheer en (zoveel mogelijk gecombineerd met) natuurontwikkeling zijn over het algemeen niet de meest duurzaam productieve gronden; het zijn veelal gronden die (zeer) kwetsbaar zijn voor bodemdaling en waar vanuit het perspectief van een duurzaam waterbeheer hogere peilen ingesteld moeten worden om die bodemdaling af te remmen. Gevolgen Voorloper: Een korte uitleg wordt toegevoegd in de tekst op biz Stad-rand Reactie van: Gemeente Utrecht Samenvatting reactie: De gemeente Utrecht vindt het beeld uit de visie 2040 over een financiele bijdrage van steden aan het Groene Hart voorbarig en eenzijdig. Antwoord Stuurgroep: Het voorlegde beeld is nadrukkelijk een visie voor 2040 van de gezamenlijke provincies. Het Groene Hart en de steden vormen meer en meer een logisch samenhangend geheel. Kenmerkend hiervoor zijn de fijnmazige recreatieve netwerken en metropolitane landschappen. Bij dit wensbeeld past een gedeelde verantwoordelijkheid. Betrokken publieke partijen zorgen samen met private partners voor het tot stand komen van uitvoeringsallianties. Gevolgen Voorloper: geen - inrichting afgestemd op gebruikers Reactie van: Milieudefensie (18) Samenvatting reactie: Milieudefensie wil benadrukken dat het Groene Hart in eerste instantie de woon-, werk- en leefomgeving is van de bewoners en bezoekers en dat de inrichting daarop moet worden gebaseerd. Antwoord stuurgroep: De stuurgroep steunt deze boodschap van harte. De Voorloper is daarmee geheel in lijn; zo staat het in het tweede hoofddoel beschreven (paragraaf 2.2). Gevolgen Voorloper: Geen. - Groene Ruggengraat Reactie van: De Stichtse Rijnlanden (22) Samenvatting reactie: De Groene Ruggengraat zou naast natuur en recreatie ook een functie voor waterberging moeten krijgen. Antwoord stuurgroep: Binnen de Groene Ruggengraat zal inderdaad naast natuur en recreatie ook ruimte worden gecreeerd om water te bufferen/ te bergen. Voor het tegengaan van bodemdaling in de veelal kwetsbare gebieden binnen de Groene Ruggengraat (en vanwegen ecologische doelstellingen) zullen grate delen worden vernat. Om te voorkomen dat de Groene Ruggengraat zelf een grate watervrager wordt is het van belang zo veel moglijk uit te gaan van een flexibel peilbeheer en het beschikbare water zoveel mogelijk vast te houden. Gevolgen Voorloper: Tekst aanvullen - Visie Reactie van: Natuurorganisaties (26) Samenvatting reactie: De visie schiet tekort, in die zin dat: - 1. de klimaatverandering er niet goed in zit - 2. de stellingname dat de melkveehouderij de belangrijkste drager is van de kernkwaliteiten onvoldoende is onderbouwd. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

6 Antwoord Stuurgroep: Ad 1. Omgaan met een veranderend klimaat is opgenomen onder de kop "Duurzaam waterbeheer'. Hoewel niet expliciet genoemd, zijn de gevolgen van de klimaatverandering ook bij andere aspecten van de visie meegenomen. Daarmee is dit naar ons oordeel voldoende opgenomen in de visie. We hebben inmiddels een quick scan uitgevoerd naar de gevolgen van de klimaatverandering in het Groene Hart. De belangrijkste conclusies daarvan zijn inmiddels meegenomen in de Voorloper. Ad 2. De kernkwaliteiten in vooral de Hollands-Utrechtse veenweidegebieden en de Waarden worden in belangrijke mate bepaald door het veenweidekarakter, het agrarische cultuurlandschap. De melkveehouderij is daarvoor de belangrijkste drager. Maar uiteraard niet de enige, ook natuur, water, bebouwing e.d. dragen bij aan deze kwaliteiten. 2.2 van visie 2040 naar beleid Ontbrekende onderwerpen: infrastructuur Reactie van: ISMH (09), PAL (14), regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (17), Samenwerking Utrecht-west (29). Samenvatting reactie: Aandacht aan de infrastructuur wordt gemist. Daarbij wordt gewezen op de sterk sturende rol van infrastructuur op de verdere verstedelijking en op de bestaande problematiek van het dichtslibben van de wegen en de samenhang daarbij tussen het Rijks- provinciaal en lokaal wegennet. Bereikbaarheid is een provinciegrensoverschrijdend belang. Antwoord stuurgroep: De Voorloper voorziet niet in nieuwe verstedelijking die aanleiding geeft voor nieuwe infrastructuur. Bij de zoekgebieden voor eventuele nieuwe locaties is vanuit de lagenbenadering gekozen voor gebieden nabij bestaande infrastructuur (de corridors). De bereikbaarheidsproblematiek is uiteraard urgent. Met uitzondering van de al lopende grensoverschrijdende projecten voorzien wij geen nieuwe projecten met een interprovinciaal karakter. Incidentele aanpassingen van wegen ter bevordering van de bereikbaarheid geven geen aanleiding tot het formuleren van gezamenlijk ruimtelijk beleid anders dan wat nu is opgenomen in de Voorloper. Gevolgen Voorloper: geen - Ontbrekende onderwerpen: Groene Hart icoonprojecten Reactie van: HDSR (12), Groene Hartpact (20). Samenvatting reactie: In het ontwikkelings- en het uitvoeringsprogramma Groene Hart zijn goede stappen gezet voor de ontwikkelingsrichting van het Groene Hart. Het is belangrijk om de icoonprojecten uit het Uitvoeringsprogramma een prominentere plek te geven in de Voorloper. Het Groene Hartpact vindt dat het onderwerp merk en marketing wat explicieter een plek moeten krijgen in de Voorloper. Antwoord stuurgroep: De stuurgroep is het eens met de constatering dat de icoonprojecten van belang zijn voor de ontwikkelingsrichting van het Groene Hart. De meeste icoonprojecten hebben ook een ruimtelijke component. Deze zullen wij alsnog meenemen in de Voorloper. Merk en marketing is zonder enige twijfel een erg belangrijke icoon. Het project heeft echter onvoldoende ruimtelijke ordeningscomponenten om een expliciete plek te kunnen geven in de Voorloper. Gevolgen Voorloper: aanvullen met een paragraaf over de icoonprojecten. - Ontbrekende onderwerpen: gevolgen van bestaande plannen Reactie van: Stichting Grate polder Groene Hart (28). Samenvatting reactie: Verzocht wordt in de Voorloper aan te geven welke de precieze consequenties zijn voor het Groene Hart van al vastgestelde plannen en de Nota Ruimte. Antwoord stuurgroep: Het opnemen van de consequenties voor het Groene Hart van andere plannen heeft naar ons oordeel geen meerwaarde. - het Groene Hart in groter verband Reactie van: wethouder RO gemeente Amsterdam (03), gemeente Utrecht (11), Groene Hartpact (20). Samenvatting reactie: Verwijzing naar rijksbeleid (w.o. Randstad 2040) en beleid op vleugelniveau is gewenst. Door de Voorloper te beperken tot het Groene Hart ontbreekt een stukje integrate afweging Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

7 tussen de ontwikkeling van het stedelijk gebied in de randstad en de ontwikkeling van het Groene Hart. Antwoord stuurgroep: Wij onderschrijven dat de Voorloper duidelijker wordt als de samenhang met de omgeving en met bestaand beleid op rijks- en vteugelniveau wordt toegelicht. Op deze punten zullen wij de Voorloper aanvullen. Gevolgen Voorloper: Aanvullen met tekst over de samenhang met de omgeving en met de verhouding tussen de Voorloper en rijks- en vleugelbeleid. 3. Het beleid tot de kernkwaiiteiten van het Groene Hart - Cultuurhistorie Reactie van: PPC Zuid-Holland (07) Samenvatting reactie: Er is behoefte aan een nadere analyse van de bestaande cultuurhistorische gebiedsaanduidingen als Belvederegebieden, Limes, etc. ten behoeve van keuzes voor behoud en ontwikkeling. Antwoord stuurgroep: De Voorloper heeft daarvoor niet het juiste abstractieniveau; er staat voldoende over geschreven in paragraaf In de structuurvisies wordt dit verder uitgewerkt. Gevolgen Voorloper: Tekst ongewijzigd. - Kernkwaiiteiten: keuzes Reactie van: Stichting Groene Hart (25) Samenvatting reactie: De Voorloper kiest voor een andere ruimtelijke indeling dan de Nota Ruimte en het Uitvoeringsprogramma Groene Hart Antwoord stuurgroep: De Voorloper richt zich op een aantal onderwerpen waarvoor gezamenlijk provinciaal beleid een voorwaarde is om de kernkwaiiteiten van het Groene Hart te kunnen behouden. De kaart is een uiting van verschillende beleidsstrategieen die gekozen worden om uitvoering te geven aan dit gezamenlijk beleid. Gevolgen Voorloper: geen - Kernkwaiiteiten: toepassen Reactie van: PPC Zuid-Holland (07) Samenvatting reactie: Ontwikkelingen als in A2 corridor, Oude Rijnzone en Groene Ruggengraat moeten ingepast worden t.o.v. de kernkwaiiteiten van deze gebieden. Antwoord stuurgroep: Zowel in de tekst van de Groene Ruggengraat als van de corridors staat duidelijk aangegeven dat de kernkwaiiteiten vertrekpunt zijn bij de inpassing van nieuwe functies. Gevolgen Voorloper: Geen wijziging. - Kernkwaiiteiten: concretiseren Reactie van: PAL (14), Milieudefensie (18), Groene Hartpact (20) Samenvatting reactie: Kernkwaiiteiten kunnen concreter worden benoemd en uitgewerkt, wellicht geclusterd en zij zouden gebaat zijn bij kwalitatief en kwantitatief benoembare doelen. I.p.v. landschappelijke diversiteit (kenmerk; geen kwaliteit) pleit de PAL voor Cultuurhistorische rijkdom. Antwoord stuurgroep: De kernkwaiiteiten zijn in de Voorloper in grate lijnen aangegeven en zullen in de Kwaliteitsatlas en in de afzonderlijke Structuurvisies gebiedsgericht verder worden uitgewerkt. De stuurgroep is verheugd dat de PAL meedenkt over de invulling van de kernkwaiiteiten. Cultuurhistorische rijkdom valt in de Voorloper deels onder 'veenweidekarakter' en is daarnaast ook expliciet als aandachtspunt genoemd (in paragraaf 3.3.4). Gevolgen voorloper: geen - Kernkwaiiteiten: ontwikkeling Reactie van: Provinciate Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (14) Samenvatting reactie: De gewenste toekomstige landschappelijke kwaliteit dient niet alleen beschouwd te worden vanuit wat er al is. Er dient ook gekeken te worden naar de ontwikkeling van nieuwe waarden en kwaliteiten. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

8 Antwoord stuurgroep: De stuurgroep is het eens met de notie dat er te weinig over toekomstige kernkwaliteiten, dan wel over de dynamiek van het landschap wordt gezegd. Gevolgen Voorloper: Tekst over toekomstige kernkwaiiteiten wordt ta.v. de dynamiek van het landschap, aangepast. - Kernkwaiiteiten: op de kaart Reactie van: Natuur- en milieuorganisaties (26) Samenvatting reactie: Een kaart met kernkwaiiteiten mag niet ontbreken in de Voorloper. Antwoord stuurgroep: De kernkwaiiteiten zijn moeilijk in kaart te brengen o.a. doordat ze op diverse schaalniveaus overal in het Groene Hart voorkomen. Het in kaart brengen van een schaalniveau heeft het risico dat hetgeen niet in kaart is gebracht onvoldoende bescherming krijgt. Gevolgen Voorloper: geen - Kernkwaiiteiten: wonen, werken en infrastructuur Reactie van: Samenwerking Utrecht-west Samenvatting reactie: Het samenwerkingsverband wil nog twee belangrijke kwaliteiten toevoegen: de woon- en werkfunctie van het Groene Hart en de infrastructuur en goede bereikbaarheid. Antwoord stuurgroep: De stuurgroep onderschrijft het belang van de woon- en werkfunctie en de goede bereikbaarheid van het Groene Hart. Met de kernkwaiiteiten zijn echter de kwaliteiten benoemd die het Groene Hart uniek maken en de status als Nationaal Landschap rechtvaardigen. De basis voor de kernkwaiiteiten is in de Nota Ruimte vastgelegd. Gevolgen Voorloper: Geen - Kernkwaliteit 'veenweide-karakter' en landbouw Reactie van: Natuurorganisaties (26), Samenvatting reactie: intensivering en schaalvergroting is een bedreiging voor de kernkwaiiteiten. Antwoord stuurgroep: De stuurgroep beseft dat er zorgvuldig met verandering in het cultuurhistorisch landschap omgegaan moet worden. De schaalvergroting in de landbouw is onderdeel van de dynamiek van dit landschap; de kernkwaliteit Veenweidekarakter' is vertrekpunt bij veranderingen, maar hoeft deze veranderingen niet tegen te houden; het is een toetsingskader waaraan je veranderingen spiegelt. In de Nota Ruimte staat over landbouw in veenweidegebieden het volgende geschreven: De veenweidegebieden zijn internationaal gezien unieke cultuurlandschappen. De grondgebonden landbouw is een belangrijke drager van dit cultuurlandschap. Om die betekenis te kunnen handhaven is een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw in de nationale landschappen gewenst. Gevolgen Voorloper: Tekst wordt genuanceerd ta.v. kernkwaiiteiten in relatie tot dynamiek en verandering. - Kernkwaiiteiten en natuur Reactie van: Groene Hartpact (20), Natuurorganisaties (26) Samenvatting reactie: Behoud van kernkwaiiteiten is niet alleen voorbehouden aan landbouw, maar ook natuur. Antwoord stuurgroep: Ook natuur kan een drager zijn van kernkwaiiteiten. De tekst moet op dit punt genuanceerd worden. Gevolgen Voorloper: Nuanceren tekst. - Kernkwaiiteiten herstellen Reactie van: Groene Hart Pact (20), Natuurorganisaties (26) Samenvatting reactie: Natuur en landschap zijn al decennia aan slijtage onderhevig. Men pleit daarom voor een herstelstrategie. Antwoord stuurgroep: Wij onderschrijven deze analyse. In de termen 'behoud' en 'ontwikkeling' gaat het ook om het herstel van kwaliteiten. Dit wordt zo mogelijk verder uitgewerkt in de verschillende provinciate structuurvisies. Gevolgen Voorloper: geen - Kwaliteitsatlas: planning Reactie van: Alphen a/d Rijn (08) Samenvatting reactie: Men vraagt zich af wanneer de kwaliteitsatlas operationeel wordt. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

9 Antwoord stuurgroep: Naar verwachting zal de kwaliteitsatlas als interactieve website in maart 2009 'live' gaan. Gevolgen Voorloper: Geen. - Kwaliteitsatlas: inspiratie of kader? Reactie van: Midden-Holland (9), Alblasserwaard -Vijfheerenlanden (17) Samenvatting reactie: Alblasserwaard/Vijfheerenlanden wijst er op dat de rol van de Kwaliteitsatlas niet eenduidig is verwoord. Midden-Holland stelt dat de kwaliteitsatlas niet mag leiden tot extra bureaucratic en verlenging van procedures. Antwoord stuurgroep: Het doel van de kwaliteitsatlas is het sturen van de ruimtelijke ontwikkelingen in het Groene Hart op een zodanige wijze dat recht wordt gedaan aan de kernkwaiiteiten. De kwaliteitsatlas wordt een inspirerend instrument, maar biedt daarnaast ook kaderstelling. De atlas wordt zelf geen bindend instrument, maar bevat wel de bestaande (en toekomstige) kaders. De planologische doorwerking, de borging in ruimtelijke plannen van de resultaten van het kwaliteitsdebat - dat aan de hand van de kwaliteitsatlas plaatsvindt - vindt plaats in structuurvisies en bestemmingsplannen. Tussen de kwaliteitsatlas en de Rijks- en provinciate kaders bestaat zodoende een wederkerige relatie. Wij zullen de tekst aanpassen om interpretatieverschillen te voorkomen. Gevolgen Voorloper: Tekst aanpassen. Kaderstelling voor beeldkwaliteitsplannen wordt opgenomen in de provinciate verordeningen. - Kwaliteitsatlas: beieidsvrijheid Reactie van: Woerdens Beraad (15) Samenvatting reactie: Het project' Bestemmingsplannen met Groene Hartkwaliteif zal een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteitsatlas Groene Hart. Om dit proces te kunnen laten verlopen is het van belang dat gemeenten voldoende beieidsvrijheid hebben. Antwoord stuurgroep: Het project 'Bestemmingsplannen met Groene Hartkwaliteit' en de Kwaliteitsatlas (voor wat betreft een aantal pilots op lokaal niveau) worden procesmatig met elkaar verbonden. Dat betekent dat aan de hand van concrete voorbeeldsituaties en -projecten (de pilots voor de Kwaliteitsatlas) een inspirerend debat over kwaliteit, maar ook visievorming en kennisuitwisseling tussen gemeenten plaatsvindt, resulterend in 'practices' en kenmerken van bestemmingsplannen met Groene Hartkwaliteit. Beperking van beieidsvrijheid is in dit project niet aan de orde. Gevolgen voorloper: geen - Kwaliteitsatlas: prlncipes Reactie van: Milieudefensie Samenvatting reactie: In de kwaliteitsatlas zouden landschapsarchitectonische en ruimtelijke principes opgenomen moeten worden; voorbeelden zouden gestandaardiseerd en als toetsingskader gebruikt kunnen worden. Antwoord stuurgroep: De atlas zal informatie geven over de betreffende gebieden en houvast bieden door middel van kwaliteitsprofielen per deelgebied. Gevolgen Voorloper: Geen - Kwaliteitsatlas: betrokkenheid Reactie van: Groene Hart Pact (20) Samenvatting reactie: Bij totstandkoming van de kwaliteitsatlas wil het Groene Hart Pact graag uitgenodigd worden; realisering voor totstandkoming PSV's als basis voor ruimtelijke invulling. Antwoord stuurgroep: De stuurgroep is verheugd dat het Groene Hart Pact betrokken wil worden bij de totstandkoming van de kwaliteitsatlas. Het heeft al geleid tot overleg over de wijze waarop het Pact wordt betrokken. Gevolgen Voorloper: geen - Verrommeling: definitie Reactie van: Kamer van Koophandel Rotterdam (05), Samenvatting reactie: KvK stelt voor de definitie van verrommeling meer te objectiveren en uit te werken, om te voorkomen dat verrommeling wordt gebruikt om bestaande functies te transformeren. Antwoord stuurgroep: Het verder uitwerken van het begrip verrommeling vindt de Stuurgroep een taak voor de PSV's. Bovendien wil de stuurgroep de mogelijkheid openhouden om juist door transformatie van bestaande functies verrommeling tegen te gaan; de kernkwaiiteiten van het betreffende Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 8

10 gebied zijn leidend, en het omzetten van verrommeling in kwaliteit kan mogelijk ook d.m.v. transformatie van bestaande functies. Gevolgen Voorloper: geen - Verrommeling: concretisering Reactie van: Stichting Groene Hart (25) Samenvatting reactie: Stichting Groene Hart onderschrijft de aankondiging van een actieplan tegen verrommeling en juicht een aanpak van de provincie Zuid-Holland en Bouwend Nederland toe indien het effect daarvan positief is. Antwoord stuurgroep: De Voorloper noemt geen actieplan tegen verrommeling. We overwegen de mogelijkheid om een gezamenlijk plan van aanpak op te stellen. - Verrommeling en snelwegpanorama's Reactie van: Gemeente Rotterdam (23) Samenvatting reactie: Gemeente Rotterdam stelt dat voor de beleving van het GH panorama's op het open landschap van groot belang zijn; dat moet niet worden beperkt tot 3 plaatsen (A4 Wijk en Wouden, A2 corridor en A12 Bodegraven - Woerden; snelwegpanorama's op de kaart aangeven); ook ander plaatsen vanaf de weg, het spoor en het water verdienen langdurige bescherming tegen verrommeling. Antwoord stuurgroep: In de kwaliteitsatlas en de provinciate structuurvisies wordt het probleem van verrommeling langs de wegen, spoor en water verder gebiedsgericht uitgewerkt. - Hoogbouw Reactie van: Moordrechtse milieuvereniging Samenvatting reactie: in de Voorloper moet opgenomen worden dat hoogbouw (bijvoorbeeld meer dan 10 m) in het Groene Hart en op de grens van het Groene Hart ontoelaatbaar is. Reactie stuurgroep: Het Groene Hart ligt midden in de Randstad. Het is niet haalbaar het Groene Hart te vrijwaren van gebouwen die meer dan 10 meter hoog zijn. Wei is het belangrijk om rekening te houden met de zichtbaarheid van dergelijke bebouwing. Gevolgen Voorloper: geen 3.2 De groenblauwe structuur van het Groene Hart Samenhangend beleid: kernkwaiiteiten, bodemdaling en duurzaam waterbeheer - Afremmen bodemdaling Tijdens het overleg tussen de Groene Hart-ministers en de stuurgroep in juni 2008 is geconstateerd dat het gewenst is om te bekijken of het beleid vanuit de Nota Ruimte en dat in de concept Voorloper voor wat betreft bodemdaling al dan niet overeenstemt. Het gaat hierbij met name over de doelen en ambities en de positie van de kernkwaiiteiten. Standpunt stuurgroep: De doelstellingen van de Nota Ruimte hebben betrekking op zowel het afremmen van de bodemdaling als op het behoud van de landschappelijke kernkwaiiteiten. Deze doelstellingen zijn in de Nota Ruimte nevengeschikt aangegeven. In de brief aan de Tweede Kamer over de financiering van de Nota Ruimte (oktober 2006) is een combinatie van acht operationele doelen weergegeven. Het remmen van de bodemdaling en het behoud en de ontwikkeling van het cultuurlandschap zijn er twee van. Met andere woorden: wat betreft de onderwerpen 'afremmen bodemdaling' en landschappelijke kernkwaiiteiten' is er vanuit de Nota Ruimte gezien beleidsmatig sprake van meervoudig nevengeschikte doelstellingen. De teksten van de concept-voorloper zijn ook op deze wijze bedoeld. Bij de uitvoering blijkt dat het rijk een investeringsprioriteit hanteert welke gericht is op het verminderen van de bodemdaling en het versterken van een robuust watersysteem, Wat betreft het mogelijke verschil in ambitie tussen rijk en provincie merken wij het volgende op: Tijdens het bestuurlijk overleg met het rijk op 25 juni 2008 is met het rijk afgesproken dat we de standpunten van rijk en provincies over het onderwerp bodemdaling naast elkaar zetten om na te Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording

11 gaan of er een edit inhoudelijk meningsverschil is en zo ja wat de kern daarvan is. Hiertoe is op 10 September jl. een workshop gehouden met ambtenaren, deskundigen en betrokkenen o.l.v. een extern bureau (WING). Dit bureau heeft op basis van deze workshop een analyse uitgevoerd en aanbevelingen geformuleerd. Wat betreft het onderwerp bodemdaling zullen wij de Voorloper aanpassen conform de aanbevelingen uit de notitie van Wing. Dit betekent dat we de volgende lijn hanteren: Wij zullen in de tekst van de Voorloper duidelijk maken dat doelen en ambities van provincies ten aanzien van het afremmen van bodemdaling en het realiseren van een robuust en duurzaam watersysteem hetzelfde zijn als die van de Nota Ruimte. We hanteren in dit verband de lagenbenadering als uitgangspunt. Bij de praktische realisatie van deze ambities volgen we een gebiedsgerichte aanpak met een mix aan maatregelen. Dit betekent dat in de praktijk de koppeling tussen zeer kwetsbare gebieden voor bodemdaling en volledige vernatting niet altijd direct 1:1 is. Uit beschikbare kaarten blijkt immers dat de eenheden (zeer) kwetsbare en matig kwetsbare gebieden veelal in een grillig mozaiek bijeen liggen. Door de thematiek te analyseren vanuit een grater gebied, zullen robuustere oplossingen voor het hele gebied gevonden kunnen worden. Tijdens de workshop van 10 September gaven ook de waterschappen overtuigend aan dat deze gebiedsgerichte aanpak het meest optimaal is voor het afremmen van de bodemdaling. Zij illustreerden dit met hun ervaringen in al lopende gebiedsprocessen (o.a. Wilnis-Vinkeveen). Tijdens de workshop van 10 September werd dan ook breed geconcludeerd dat de doelen en ambities van de Nota Ruimte m.b.t. het af remmen van de bodemdaling het beste op een grater schaalniveau, gebiedsgericht en met maatwerk en draagvlak kunnen worden ingevuld. Gevolgen Voorloper: De tekst zal worden aangepast zodat duidelijk wordt dat de provincies de doelen en ambities van de Nota Ruimte onderschrijft. Met name het cursief gedrukte vertrekpunt op biz. 12 zal in die richting worden omgebogen. Ook zal de gebiedsgerichte aanpak worden benadrukt. - Lagenbenadering Reactie door: Provinciate Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (14) Samenvatting reactie: In het door water en slappe veenbodems en diepe polders gekenmerkte landschap dient de onderlaag (bodem en water) sterk sturend te zijn voor wat er aan bodemgebruik, infrastructuur en verstedelijking kan plaatsvinden. De ecologische draagkracht van bodem en water dient steeds meer de grenzen te bepalen van wat er aan landgebruik en bebouwing mogelijk is Antwoord stuurgroep: In de Voorloper is de lagenbenadering uitgangspunt. De draagkracht van de onderlaag (bodem en water) is sterk sturend voor de occupatielaag. In de Voorloper zullen we dit nog explicieter naar voren brengen. Gevolgen Voorloper: verduidelijken van de tekst. - Relatie ambities "afremmen bodemdaling" met Nota Ruimte-gelden Reactie door: Groene Hart Pact (20), Moordrechtse Milieuvereniging (27) Samenvatting reactie: Betreurd wordt dat strategie 1 alleen wordt toegepast als Nota Ruimte gelden beschikbaar zijn. Antwoord stuurgroep: Als provincies hebben wij uiteraard ook een eigen belang bij en verantwoordelijkheid voor het remmen van de bodemdaling. De ambities en doelen die de provincies in de veenweidegebieden binnen het Groene Hart nastreven blijven onverkort overeind en komen overeen met die van het rijk. En dat niet alleen voor zover het rijk middelen beschikbaar stelt. Ook de provincies zetten hier (nu al) ruimschoots hun eigen middelen voor in. Dit neemt niet weg dat de rijksbijdragen van essentieel belang zijn bij de uitvoering van de veenweideprojecten binnen het Groene Hart (zie NR-aanvraag). De praktische realisatie hangt direct samen met de financieringsmogelijkheden. Provincies en rijk hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. In de tekst zullen we een en ander preciezer neerzetten. Gevolgen Voorloper: aanpassen tekst. - tigging van de voor bodemdaling kwetsbare veenweidegebieden Reactie van: AGV (6), Rivierenland (24), Woerdens Beraad (15), Moordrechtse Milieuvereniging (27) Samenvatting reactie: Het wordt uit de Voorloper niet duidelijk op welke gebiedsdelen de strategieen betrekking hebben, m.a.w. welke gebieden zullen worden aangemerkt als 'kwetsbaar' en als 'zeer kwetsbaar'. Het waterschap Rivierenland wil in het bijzonder graag weten welke strategie voor de Alblasserwaard geldt. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 10

12 Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht vindt het belangrijk dat ook NH en ZH - in navolging van Utrecht - in kaart brengen waar de voor bodemdaling kwetsbare veenweidegebieden liggen. De informatie op oudere kaarten is volgens hen geen goede basis voor gebiedsprocessen. Het Woerdens Beraad geeft aan dat de exacte begrenzing en invulling van de (zeer) kwetsbare gebieden in samenspraak met alle betrokkenen moet worden ingevuld. Antwoord stuurgroep: Zoals hiervoor is uiteengezet, wordt bij de praktische realisatie van de doelen en ambities met betrekking tot bodemdaling een gebiedsgerichte aanpak in grotere eenheden met een mix aan maatregelen gehanteerd. De verdere uitwerking zal plaatsvinden in de Provinciate structuurvisies en de gebiedsprocessen. Dit geldt ook voor de Alblasserwaard. Voor dit maatwerk is actuele informatie over de kwetsbaarheid van de bodem voor bodemdaling zeker van belang. Utrecht heeft, met de recent verschenen Bodemkaart Veengebieden, actuele informatie beschikbaar. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland zullen, waar actuele gegevens nog ontbreken, hiermee in het kader van de gebiedsprocessen aan de slag gaan. Het moment en de wijze waarop dit gebeurt, wordt bepaald door de gebiedsprocessen. Op het niveau van de Voorloper is het van belang dat de term 'kwetsbaarheid' goed wordt gedefinieerd, zodat de Groene Hart-provincies daarbij onderling hetzelfde voor ogen hebben. In de Voorloper zal worden aangeven welke elementen in ieder geval dienen te worden betrokken bij de invulling van het begrip 'kwetsbaarheid'. Gevolgen Voorloper: tekst nuanceren, criteria kwetsbaarheid toevoegen - Uitvoering en vertaling naar gebieden Reactie van: de gezamenlijke waterschappen (21) Samenvatting reactie: De Voorloper geeft te weinig inzicht in de bodem- en wateropgaven in de specifieke gebieden, evenals in de uitvoering daarvan (maatregelen, kosten, verantwoordelijkheden, planning). Antwoord stuurgroep: Zie ook de antwoorden op de voorgaande vragen (uitwerking in PSV's en gebiedsprocessen). Voor de realisatie van de opgaven in het Groene Hart zijn voorts twee programma's van groot belang: het Uitvoeringsprogramma Groene Hart (2006) en het programma Westelijke veenweiden (juni 2008). In het Uitvoeringsprogramma zijn tien icoonprojecten benoemd. Hieraan is inmiddels Schelluinen-west als elfde toegevoegd. Op het icoonproject Merk en Monitoring na, hebben ze alle een gebiedsgerichte insteek. Deze icoonprojecten hebben grate prioriteit bij de uitvoering. Deze projecten hebben alle een meerjarenprogrammering ten aanzien van inzet van mensen en middelen. Het Programma Westelijke Veenweiden is ingediend voor de Nota Ruimte-middelen. De beschikbaarheid van de financiele middelen is bij de uitvoering van beide programma's een belangrijke factor. Provincies en rijk hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ook zijn of worden binnen het Groene Hart gebieden aangewezen voor Natura 2000, Groene Ruggengraat en Top-gebieden (verdrogingsbestrijding). Ook hier wordt hoge prioriteit gegeven aan de bodem- en wateropgave. Gevolgen Voorloper: opnemen in paragraaf Maatschappelijke kosten-batenanalyse Reactie van: Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (22) Samenvatting reactie: In gebieden die (zeer) kwetsbaar zijn voor bodemdaling een lange termijn ontwikkelingsperspectief opstellen, op basis van een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Antwoord stuurgroep: Via gebiedsprocessen en maatwerk zal voor zover mogelijk gezocht worden naar duurzame lange termijnoplossingen en no regret-maatregelen. Een maatschappelijke kostenbatenanalyse is daar onderdeel van. Zie bijvoorbeeld het traject van de Nota Ruimte-middelen. Er zijn echter nog veel onzekerheden waar op nationale schaal besluiten over genomen moeten worden, zoals de -eventuele zoetwatervoorziening naar West-Nederland vanuit het IJsselmeer en zoals de strategie van 'een afsluitbaar open Rijnmond' (voor beide, zie het advies van de Deltacommissie). Dit betekent dat het lange termijnperspectief, dat binnen de gebiedsprocessen wordt ontwikkeld, als een kompas dient functioneren dat bijgesteld kan worden zodra de context op nationaal niveau verandert. Gevolgen Voorloper: De voorloper zal dit expliciet maken. - Keuzes landbouw versus afremmen bodemdaling Reactie door: PAL (14), Groene Hart Pact (20), Natuur- en milieuorganisaties (25) Samenvatting reactie: De opgave voor de groen-blauwe structuur lijkt soms tegenstrijdig: Een goed functionerende EHS of het tegengaan van bodemdaling gaat meestal niet samen met een economisch duurzame landbouw. De natuur- en milieufederaties geven expliciet aan dat in de Voorloper moeilijke Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 11

13 keuzes uit de weg worden gegaan. Er zullen ruimtelijke keuzes gemaakt moeten worden, waarbij 'schaalvergroting landbouw' geen algemeen dogma moet zijn, maar in bepaalde gebieden toepasbaar. In andere gebieden lean de functie het peil volgen en is plek voor natuur en/of verbrede landbouw. Antwoord stuurgroep: De uitwerking in ruimtelijke keuzes wordt niet in de Voorloper gemaakt, maar komt via het traject van de PSV'S en gebiedsgerichte projecten aan de orde. Waar mogelijk wordt er naar gestreefd de landbouw als drager voor het landschap economised vitaal te houden. Uitgangspunt is de lagenbenadering (zie eerder). Het is de rol van de provincies om de discussie over de ruimtelijke keuzes steeds vanuit een integrate context te voeren. Daarbij zal in gebieden die (zeer) kwetsbaar zijn voor bodemdaling het realiseren van een robuust watersysteem tesamen met het afremmen van de bodemdaling hoge prioriteit hebben. Dit kan in deze gebieden leiden tot aanpassing of wijziging van functies. In andere gebieden zal de landbouw voorop staan, waarbij schaalvergroting soms nodig is voor een duurzaam economisch perspectief. Schaalvergroting is geen dogma maar in combinatie met extensivering soms nodig om het afremmen van de bodemdaling te realiseren. Gevolgen Voorloper: lagenbenadering explicieter maken, teksten over schaalvergroting landbouw nuanceren. - Instrumenten en middelen Reactie van: de gezamenlijke waterschappen (21) Samenvatting reactie: De Voorloper besteedt geen aandacht aan de instrumenten en middelen die nodig zijn om het beleid uit te voeren. Antwoord stuurgroep: De instrumenten zijn verwoord in hoofdstuk 5. De Voorloper vormt het ruimtelijk beleidskader voor het Ontwikkelings- en het Uitvoeringsprogramma Groene Hart. Daarin zijn ook middelen vastgelegd. Blauwe diensten zijn mogelijk voor zover passend in de catalogus Groenblauwe diensten. Relevant is dat het daarbij gaat om op vrijwillige basis geleverde diensten. Schade valt daar niet onder. Gevolgen voorloper: geen. - Onderwaterdrainage Reactie van: de gezamenlijke waterschappen (21), HDSR (22), AGV (nr.6), Rijnland (12), Rivierenland (24) Samenvatting reactie: De Voorloper is (te) positief over Onderwaterdrainage. De nadelen blijven onbesproken, zoals het sterk vergroten van de inlaatbehoefte, de vermindering van het bergingsvermogen, de mogelijkheden voor peilfluctuaties en de grote risico's voor de waterkwaliteit. Antwoord stuurgroep: We delen de mening van de waterschappen dat innovatieve technieken, zoals Onderwaterdrainage, zich eerst in de praktijk moeten bewijzen voordat ze grootschalig kunnen worden toegepast. Anderzijds zijn we ook overtuigd van het belang van innovatie(ve technieken), om gesteld te staan voor de opgaven van de toekomst. We willen daarom ruimte creeren voor enkele pilots met Onderwaterdrainage. Deze pilots moeten meer inzicht geven in de effecten op watertoevoer, op waterberging, op waterkwaliteit en uiteraard op bodemdaling. Deze pilots zullen een belangrijke rol spelen in de besluitvorming over eventuele grootschalige toepassing. Gevolgen Voorloper: Tekst over Onderwaterdrainage zal worden genuanceerd. - Ongelijkmatige bodemdaling Reactie van: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (22) Samenvatting reactie: Het onderwerp 'tegengaan van ongelijkmatige bodemdaling' toevoegen aan hoofdstuk 2 van de Voorloper. Dit is belangrijk omdat als gevolg hiervan functies op termijn (en soms nu al) moeilijk verenigbaar zijn en de waterhuishoudkundige kosten hoog zijn. Het onderwerp 'ongelijkmatige bodemdaling' ook betrekken bij de deflniering van het begrip 'kwetsbaar' en bij functietoedeling in een gebied. Dit betekent rekening houden met investeringen in de waterhuishouding en de waterhuishoudkundige verenigbaarheid van functies. Regie op (kleinschalige) transitieprocessen met het oog op de toekomstige functietoekenning is in gebieden met ongelijkmatige bodemdaling noodzakelijk. Antwoord stuurgroep: De provincies onderkennen het belang van tegengaan ongelijkmatige bodemdaling. Ook tijdens de workshop van 10 September 2008 over bodemdaling (zie eerder) is dit onderwerp door de waterschappen zeer inzichtelijk en overtuigend neergezet. Dit onderwerp zal warden meegenomen in de relevante hoofdstukken van de Voorloper. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 12

14 Gevolgen Voorloper: dit onderwerp toevoegen aan de relevante teksten. - Veenaangroei Reactie van: Moordrechtse Milieuvereniging Samenvatting reactie: In plaats van bodemdaling streven naar bodemverheffing door waterpeilverhoging creeren van veenaangroei. Antwoord stuurgroep: Veenaangroei kan wellicht binnen (delen van specifieke) natuurgebieden een optie zijn. Het is echter een zeer traag proces dat zulke specifieke condities verlangd, dat dit op de schaal van het Groene Hart momenteel geen reele optie is Duurzaam waterbeheer - Voldoende beschikbaarheid zoet water Reactie van: de gezamenlijke waterschappen (21), Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (22), Rijnland (12) Samenvatting reactie: Het beleid uit de Voorloper zal de behoefte aan inlaat van water sterk vergroten, terwijl de beschikbaarheid van voldoende schoon zoet water steeds minder gegarandeerd kan worden. HDSR geeft de wens aan om gezamenlijk het vraagstuk van de verminderde beschikbaarheid van water voor de (middel-) lange termijn nader te onderzoeken. Antwoord stuurgroep: Uit verschillende verkenningen blijkt inderdaad dat de beschikbaarheid van voldoende water van een goede kwaliteit op de langere termijn door de klimaatverandering een probleem dreigt te worden. De Deltacommissie heeft de zoetwatervoorziening voor geheel West- Nederland met haar advies 'Samenwerken met water'(2008) hoog op de agenda gezet. Voor een effectieve aanpak van de bodemdaling is de duurzame beschikbaarheid van voldoende schoon en zoet water een voorwaarde. Mede daarom zijn wij van plan om in de Voorloper voor te stellen om als provincies tesamen met het rijk en de waterschappen een Lange Termijn Visie op te stellen voor de zoetwatervoorziening van het Groene Hart, dit in relatie tot alle watervragende functies (zoals natuur, recreatie, landbouw etc.). Met deze lange termijnvisie willen we bereiken dat we de groen-blauwe vraagstukken waar we voor staan vanuit een zo integraal mogelijke benadering oppakken. Deze actie zullen we plaatsen binnen de context van de landelijke ontwikkelingen. Immers het vraagstuk over eventuele wateraanvoer vanuit het IJsselmeer naar West-Nederland (zie advies Deltacommissie) is sturend voor eventuele oplossingen op Groene Hart-niveau. Wellicht ten overvloede: Deze actie verandert niet onze ambitie om de bodemdaling af te remmen. Deze ambitie staat hoog op onze beleidsagenda, conform de doelstellingen van de Nota Ruimte. Voor de praktische realisatie hiervan is een integrate visie op het totale watersysteem voor de lange termijn essentieel. Naast het opstellen van een visie moeten we - als belangrijke no regret-maatregel - nu en in de toekomst zuinig zijn met water. Er valt nog veel winst te halen door aanpassingen van het huidige watersysteem. Immers vaste waterpeiien vragen om veel wateraanvoer. Flexibel peilbeheer echter draagt bij aan zuinig omgaan met water. Ook het bestrijden van verzilting (doorspoeling met zoet water) vraagt veel zoet water. Ook hier valt wellicht winst te halen door een meer regionale benadering. In de Voorloper zal worden aangegeven dat hiermee bij de uitwerking van de gebiedsprocessen rekening dient te worden gehouden. Gevolgen Voorloper: aanpassen teksten Beperken onzekerheid en toepassen 'geen-spijt-strategie' Reactie van: gezamenlijke waterschappen (21), AGV (6) Samenvatting reactie: De doorvertaling van het rijks- en provinciaal beleid naar de gebieden leidt voor waterbeheerders en ook particulieren tot onzekerheid over geplande investeringen. Ook kan het ertoe leiden dat gedane investeringen niet het beoogde rendement bereiken. Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht geeft hierbij aan dat voor hen twee concrete beleidskeuzes van belang zijn bij de 'geen spijt-strategie': - de besluitvorming over Groot Mijdrecht-Noord om de zoute kwel te verminderen en de wegzijging uit omringende polders en plassen terug te dringen. - nieuwe waterbehoeftige functies (recreatie, natuur en water) dienen gelegen te zijn in de diepe, kwelrijke delen van de polders en zo ingericht te worden dat grate peilfluctuaties mogelijk zijn. Antwoord stuurgroep: Een deel van het beleid in relatie tot bodem en water is noodgedwongen agenderend. De gebiedsgewijze invulling is nog niet altijd mogelijk. Uiteraard moet zoveel mogelijk Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 13

15 worden voorkomen dat investeringen worden gedaan die kort daarop overbodig zijn door uiteindelijke keuzes op gebiedsniveau. Door nauwe samenwerking met betrokken partijen streven de provincie er naar onzekerheden te minimaliseren. Daar waar ze onontkoombaar zijn, worden ze helder benoemd en waar mogelijk en wenselijk worden beleidsbesluiten aan termijnen gebonden. Op deze wijze wordt het aantal 'spijtmaatregelen' beperkt en de stap naar uitvoering niet onnodig vertraagd. Goede communicatie tussen alle betrokkenen - inclusief de streek - is hierbij ook essentieel. De provincie zal er alles aandoen om dit te bevorderen. In de Voorloper zal dit worden benadrukt. Wat betreft Groot Mijdrecht Noord: PS van Utrecht zal naar verwachting in december 2008 een besluit nemen over de toekomst van Groot-Mijdrecht. In de Voorloper kan hier niet op vooruitgelopen worden. Gevolgen Voorloper: tekst aanpassen - Waterberging en ruimtelijke ordening / nevenfuncties Reactie van: Hoogheemraadschap Rijnland (12), gemeente Rotterdam (23), Stichting Groene Hart (25) Samenvatting reactie: Rijnland geeft aan dat bij een grootschalige waterberging het streven naar functiecombinaties legitiem is, maar voor een effectieve waterberging is het nodig dat deze functie leidend is en daardoor randvoorwaarden stelt voor eventuele nevenfuncties (natuur, recreatie). De gemeente Rotterdam vraagt om een vertaling naar concrete voornemens ten aanzien van koppeling duurzaam waterbeheer en ruimtelijke ordening. De ervaring van Rotterdam is dat een dergelijke koppeling leidt tot hogere kwaliteit en tot interessantere innovaties. Stichting Groene Hart geeft aan dat er nog een wereld te winnen valt als het gaat om relatie peilbeheer en keuze woningbouwlokaties. Antwoord stuurgroep: Vanuit de lagenbenadering is het realiseren van een duurzaam watersysteem uitgangspunt bij de ruimtelijke ordening in het Groene Hart. Vanwege schaarste aan ruimte zal waar mogelijk gezocht worden naar combinaties van functies, binnen de randvoorwaarden die het watersysteem stelt. Grootschalige waterbergingsgebieden zijn bij uitstek gebieden waar de primaire functie van waterberging met de functie van landbouw, recreatie of natuur te combineren zijn. In de Voorloper zijn uitgangspunten geformuleerd. Concrete voornemens worden opgenomen in de provinciate structuurvisies. Gevolgen Voorloper: geen - Grote peilvakken Reactie van: Waterschap Rivierenland (24), Hoogheemraadschap Rijnland (12), Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17), Stichting Grote Polder Groene Hart (28) Samenvatting reactie: Grote peilvakken is maatwerk en kan geen generiek uitgangspunt zijn. Rijnland geeft daarbij aan dat het streven naar grate peilvakken zelfs contraproductief kan zijn als het gaat om vertragen maaivelddaling en/of behoud kernkwaiiteiten. Alblasserwaard Vijfheerenlanden wijst daarbij ook op de beperkingen voor de landbouw bij een hoger waterpeil. Antwoord stuurgroep: De Stuurgroep onderschrijft de bovenstaande punten. Grote peilvakken kunnen het voordeel hebben dat ze beheersarmer en goedkoper zijn en kunnen ook bijdragen aan het tegengaan van ongelijkmatige bodemdaling. Uiteindelijk gaat het echter inderdaad om maatwerk per gebied. Bij de keuze van grate peilvakken kunnen de perspectieven voor de landbouw een rol spelen, of de aanwezigheid van (lint-) bebouwing. Ook vanuit het oogpunt van voldoende beschikbaarheid van zoetwater kunnen soms argumenten gelden die juist pleiten voor het differentieren van peilvakken en peilbeheer. Te denken valt aan het scheiden van vaste en flexibele peilen (meer flexibel peilbeheer) en het scheiden van zoet-zout (regionale zonering chloridennormen, zie ook eerder). De argumenten en effecten zijn dus afhankelijk van de situatie en moeten per gebied in beeld gebracht worden zodat op grond van een bredere afweging een keuze kan worden gemaakt. Gevolgen Voorloper: Tekst aanscherpen en nuanceren - Waterveiligheid en waterberging Reactie van: Stichting Groene Hart Samenvatting reactie: De Voorloper besteedt geen aandacht aan waterveiligheid en waterberging. Gemiste kans. Zie ook advies Deltacommissie. Antwoord Stuurgroep. - Wat betreft het onderwerp waterveiligheid: de Voorloper gaat hier slechts summier op in (zie biz. 13/14) omdat besluitvorming hierover vooral plaats vindt op landelijk niveau. Er lopen op dit Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 14

16 moment landelijk meerdere beleidsprocessen op het gebied van waterveiligheid met een bredere scope dan het Groene Hart, die bepalend zijn voor eventuele ruimtelijke keuzes m.b.t. dit onderwerp binnen het Groene Hart. - Wat betreft het onderwerp waterberging: Ook hier gaat de Voorloper summier op in (zie biz. 14). De reden hiervoor is dat waterberging op veel plekken lokaal opgelost kan worden via het principe 'vasthouden-bergen-afvoeren'. Dit is geen kwestie voor de Voorloper maar voor de waterplannen van de waterschappen. Grootschalige ruimtelijke reserveringen zijn binnen het Groene Hart momenteel nauwelijks nodig. In situaties dat ze wel nodig zijn, nu of op langere termijn in verband met klimaatveranderingen, zal dat via de provinciate structuurvisies worden geregeld. Gevolgen Voorloper: Geen aanpassingen. - Diepe droogmakerijen Reactie van: Stichting Groene Hart (25), Rijnland (12), Alphen aan de Rijn (8) Samenvatting reactie: Stichting het Groene Hart geeft aan dat een no-regret aanpak hiervoor te mager is. Jammer dat de Voorloper over dit onderwerp geen duidelijke uitspraken durft te doen. Denk ook aan meekoppelen ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur en recreatie. Zie ook advies Deltacommissie. Hoogheemraadschap Rijnland merkt op dat het in de Voorloper genoemde beleid voor droogmakerijen (o.a. vernatting bij diepe droogmakerijen met urgente wateropgaven) niet generiek toegepast moet worden op alle droogmakerijen. In polder Nieuwkoop bijvoorbeeld is geen extreme of verziltende kwel. Alphen aan de Rijn geeft aan dat op de kaart achter in de Voorloper een groot aantal droogmakerijen niet is aangegeven. Daarbij is in de tekst voor de wateropgave aangegeven een strategie van vernatting in combinatie met functieverandering. Polder Nieuwkoop wordt daarbij genoemd. Gemeente Alphen heeft juist de diepe droogmakerijen als goede landbouwgronden opgenomen in haar structuurvisie. Of hier wateropgave ligt is voor de gemeente nog niet duidelijk. Antwoord stuurgroep: de Voorloper doet een duidelijke uitspraak over diepe droogmakerijen. Zie biz. 15: Immers 'in diepe droogmakerijen met een urgente wateropgave streven naar vernatting al dan niet in combinatie met functieverandering. Daarbij moet ruimtelijke kwaliteit verbeteren... meekoppeling met natuurontwikkeling, recreatie en toerisme en klimaatbestendige woningbouw'. De uitwerking op gebiedsniveau vindt gebiedsspecifiek en gedifferentieerd plaats in de provinciate structuurvisies. De Voorloper schetst met bovenstaande formulering het kader daarvoor. Wat de opmerking over de volledigheid van de kaart betreft: een deel van het veenweidegebied van West-Nederland bestaat uit droogmakerijen. Alleen de droogmakerijen met een urgente wateropgave zijn op de kaart aangegeven. Gevolgen Voorloper: zin toevoegen over gebiedsspecifiek maatwerk Landbouw met een blijvend perspectief - Landbouw als drager van het Groene Hart Reactie van: Moordrechtse milieuvereniging (27), Stichting Grote polder Groene Hart (28). Samenvatting reactie: de opvatting dat de landbouw de belangrijkste drager is van het Groene Hart wordt breed ondersteund, ook in anderen dan de hiergenoemde reacties. De Moordrechtse milieuvereniging vraagt zich echter af of dit financieel haalbaar is. Als dit niet mogelijk is zullen de middelen uit de belastingen moeten komen. De Stichting Grote Polder vraagt waar de landbouw niet de belangrijkste drager is. Antwoord stuurgroep: Vanwege het belang van de landbouw voor het beheer van het Groene Hart worden nu al middelen ingezet om deze rol te kunnen financieren, bijv. in het kader van Programma Beheer en landinrichtingsprojecten. In de delen van het Groene Hart waar het accent ligt op bijv. natuur of water of waar sprake is van verstedelijking of infrastructuur is de landbouw niet de belangrijkste of in het geheel geen drager. - Agrarische hoofdstructuur Reactie van: gemeenten Alkemade en Jacobswoude (13), Stichting Grote polder Groene Hart (28). Samenvatting reactie: gepleit wordt voor het opnemen van een agrarische hoofdstructuur. Dit met het oog op planologische zekerheid voor de landbouw. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 15

17 Antwoord stuurgroep: de planologische zekerheid voor de landbouw moet vorm krijgen in de PSV's, provinciate verordeningen en de ruimtelijke plannen van de gemeenten. Het nu in de Voorloper opgenomen beleid biedt daarvoor naar ons oordeel een goede basis. Het opnemen van een agrarische hoofdstructuur heeft in dat opzicht geen meerwaarde. - Economised perspectief Reactie van: Stichting Groene Hart (25). Samenvatting reactie: De Stichting Groene Hart stelt dat economisch duurzaam perspectief niet altijd mogelijk zal zijn, bijvoorbeeld niet in gebieden met sterke bodemdaling. In het Uitvoeringsprogramma zijn die gebieden ook niet als primair landbouwgebied aangemerkt. Antwoord stuurgroep: Wij gaan er ook niet van uit dat dit overal mogelijk is. In de Voorloper is -in lijn met het Uitvoeringsprogramma- ook aangegeven dat de ontwikkeling van de landbouw moet plaatsvinden binnen de randvoorwaarden van behoud van de kernkwaiiteiten en het afremmen van de bodemdaling. Binnen die voorwaarden moet zoveel mogelijk worden gestreefd naar duurzaam perspectief. - Gevolgen schaalvergroting Reactie van: Stichting Grote polder Groene Hart (28). Samenvatting reactie: Schaalvergroting is onvermijdelijk maar de consequenties worden nu te licht gewogen. Het leidt o.a. tot dominante gebouwen en aantasting van het landelijke karakter door aangepaste infrastructuur. Antwoord stuurgroep: schaalvergroting is een autonoom proces dat zich al eeuwen voordoet in het Groene Hart. Door een afgewogen inpassing van gebouwen kunnen negatieve effecten worden beperkt. Aanpassing van de infrastructuur van plattelandswegen is een gemeentelijke aangelegenheid en een gevolg van de autonome ontwikkeling. Gevolgen Voorloper: verwijzing naar aanpassing wegen buiten beschouwing laten. - Verbreding van de landbouw niet overal Reactie van: gemeente Alphen aan de Rijn (08). Samenvatting reactie: De Voorloper maakt verbreding overal mogelijk. De gemeente maakt echter keuzes op gebiedsniveau: of schaalvergroting of verbreding of en combinatie. Antwoord stuurgroep: Wij zien geen reden om verbreding in gebieden waar het accent op schaalvergroting ligt geheel uit te sluiten. Een andere vraag is in hoeverre de inrichting van een gebied moet worden afgestemd op het ondersteunen van de verbreding. Daarin is wel sprake van verschillen op gebiedsniveau en maatwerk. - Toekomst landbouw i.r.t. Kabinetsbeleid Reactie van: Groene Hartpact (20). Samenvatting reactie: De Voorloper biedt op zich goede aanknopingspunten voor goed beleid, maar in combinatie met recentelijk uitgebrachte Kabinetsstandpunten als Randstad 2040 en de Deltacommissie is er voor de landbouw aanzienlijk minder perspectief in het Groene Hart. Het pact wil graag de lijn volgen zoals verwoord in de Voorloper. Antwoord stuurgroep: Wij nemen deze opvatting over de Kabinetsstandpunten voor kennisgeving aan. - Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen Reactie van: Stichting Grote polder Groene Hart (28). Samenvatting reactie: Mogelijke bestemming van in onbruik geraakte boerderijen en stallen vergt intensieve aandacht om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Antwoord stuurgroep: het bestaande beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen wordt voortgezet. Dat houdt al rekening met gevolgen voor infrastructuur e.d.. Uit cultuurhistorisch oogpunt kan het vrijkomen van agrarische bedrijfsgebouwen in karakteristieke bebouwingslinten -als onderdeel van de kernkwaiiteiten- wel meer aandacht vragen. In de Voorloper wordt hieraan alsnog aandacht besteed. Gevolgen Voorloper: aandacht aan vrijkomende boerderijen in karakteristieke bebouwingslinten. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 16

18 - Droogtegevoelig veenweiden Reactie van: HDSR (22). Samenvatting reactie: In de Voorloper is opgenomen dat de veenweidegebieden een geringe droogtegevoeligheid hebben. In vergelijking met andere bodemsoorten klopt dit. De verwachte klimaatveranderingen zullen ook consequenties hebben voor de veenweidegebieden. De bodemdaling zal hier bijvoorbeeld toenemen. Antwoord stuurgroep; Een warmer klimaat heeft bij een ongewijzigd waterbeheer inderdaad een (nog) snellere bodemdaling tot gevolg. Een van de belangrijkste doelstellingen van het beleid uit de Voorloper is het zoveel mogelijk beperken van bodemdaling. In gebieden die daarvoor gevoelig zijn wordt het waterbeheer aangepast - waarbij ook rekening zal moeten worden gehouden met een mogelijk warmer en droger klimaat. Op de lange termijn kan daarbij de beschikbaarheid van voldoende zoet water van goede kwaliteit een knelpunt worden. - zie in dit verband het antwoord op de vraag met de Deltacommissie - ontwikkeling van lange termijn visie (samen met het rijk) op zoetwatervoorziening Groene Hart. Gevolgen Voorloper: implementatie n.a.v. resultaten quick scan Klimaatverandering. - Transitie van de landbouw Reactie van: Stichting Grote polder Groene Hart (28). Samenvatting reactie: Wat is landbouwtransitie? Antwoord stuurgroep: Met de landbouwtransitie wordt bedoeld een structurele verandering van de landbouwsector over meerdere generaties richting een duurzame landbouw. Landbouwtransformatie gaat over de aanpassing van de functie (landbouw) aan veranderde omstandigheden. De landbouw past zich bijvoorbeeld aan aan de nattere omstandigheden, maar ook aan een veranderende markt. - Greenport Reactie van: Stichting Groene Hart (25). Samenvatting reactie: Er dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt in Greenport ontwikkelingen die in specifiek aan te wijzen productiegebieden hun plaats krijgen naast grandgebonden veehouderij. Antwoord stuurgroep: Dit onderscheid wordt gemaakt in de PSV's. - Veenweidepact Reactie van: Stichting Groene Hart (25). Samenvatting reactie: Nu de veenweidepacten door de landbouwsector worden ondermijnd, zal een (her)nieuw(d)e formulering nodig zijn om landbouw en natuur en landschap en waterbeheer in onderlinge samenhang naar 2040 te laten groeien. Antwoord stuurgroep: Wij nemen deze opvatting van de Stichting voor kennisgeving aan Natuurontwikkeling - Groene Ruggengraat: natuurdoelen Reactie van: Gemeenten Alkemade en Jacobswoude (13), samenwerking Utrecht-west (29). Samenvatting reactie: De genoemde natuurdoelen moeras- en waternatuur en graslandnatuur zijn soms strijdig. Ook andere functies zijn gewenst. Antwoord stuurgroep: Het betreft hier een weergave van het Afsprakendocument Robuuste Verbindingen. Bij de inrichting zal uiteraard rekening worden gehouden met eventuele strijdigheden qua inrichting. - Groene Ruggengraat: meer dan natuur Reactie van: Samenwerking Utrecht-west (29). Samenvatting reactie: Het samenwerkingsverband geeft de voorkeur aan de formulering uit het herijkte plan De Venen waarin is vastgelegd dat de natuurdoelen integraal moeten worden gerealiseerd met vitale landbouw, een robuust watersysteem en waar mogelijk verbeterde recreatiemogelijkheden. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 17

19 Antwoord stuurgroep: Wij zullen bij de beschrijving van de doelen aansluiten bij de formulering die in het kader van Randstad Urgent wordt toegepast. Deze is integraal. Gevolgen Voorloper: doelen Groene Ruggengraat beschrijven aan de hand van Randstad Urgent. - Groene Ruggengraat: trace Reactie van: gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties (26). Samenvatting reactie: De natuur- en milieuorganisatie verzoeken bij de definitieve tracering van de Groene Ruggengraat de voor bodemdaling zeer kwetsbare gebieden beter te betrekken (bijv. Meijepolder). De Waterlandtak wordt gemist. Antwoord stuurgroep: In de concept-voorloper hebben we al als beleid verwoord dat de voor bodemdaling zeer kwetsbare gebieden zoveel mogelijk moeten worden opgenomen in het trace van de Groene Ruggengraat. Het op de kaart aangegeven trace is indicatief. De Waterlandtak wordt alsnog opgenomen op de kaart. Gevolgen Voorloper: Waterlandtak opnemen op de kaart. - Groene Ruggengraat en kernkwaiiteiten Reactie van: gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties (26). Samenvatting reactie: Het gaat te ver om de bedreiging van doorzichten te koppelen aan natuurontwikkeling. Antwoord stuurgroep: Met de tekst in de concept-voorloper over de kernkwaliteit openheid hebben wij niet beoogd de natuurontwikkeling te diskwalificeren. Natuur kan ook bijdragen aan de kernkwaiiteiten. Natuur is ook genoemd bij de beschrijving van de kernkwaiiteiten. Wij zullen de betreffende tekst in paragraaf verduidelijken. Gevolgen Voorloper: tekst openheid verduidelijken. - Realiseren natuurontwikkeling Reactie van: Stichting Groene Hart (25). Samenvatting reactie: Er is al te lang getreuzeld met de ontwikkeling van natuur, versnelling van de uitvoering is gewenst. Tijdig realiseren van de Groene Ruggengraat kan alleen door intensief aankoopbeleid. Alleen een indicatieve aanduiding is een zwaktebod. Antwoord stuurgroep: Het belang van realisatie van de plannen voor natuurontwikkeling onderschrijven wij. De rol daarin van grondbeleid zullen wij toelichten in de Voorloper. Het nu opnemen van een indicatief trace is geen zwaktebod. Er is gekozen voor een bottom up aanpak. Het nu vastleggen van een trace in de Voorloper zou onrecht doen aan dat proces. Daarmee is ook de spoedige realisatie niet gediend. Gevolgen Voorloper: grondbeleid toelichten. - Ecologische hoofdstructuur Reactie van: gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties (26). Samenvatting reactie: De EHS is niet aangegeven op de kaart. Dat is onverteerbaar. Ook vermelding van het'nee, tenzij'-regime is nodig. Antwoord stuurgroep: Het EHS-beleid valt voor ons onder het bestaande beleid voor natuur dat wij willen voortzetten. Voortzetting van het 'nee, tenzij'-regime is evident en wordt al op rijksniveau geregeld. Het op de kaart aanduiden van de EHS kan in de PSV's gebeuren. De Voorloper biedt daarvoor geen meerwaarde Recreatieve routestructuur - water als recreatie route Reactie van: gemeente Rotterdam (23). Samenvatting reactie: Zowel in het Groene Hart als in de overgangszones tussen stad en het landelijk gebied ontbreekt het momenteel op veel plaatsen aan waterpartijen die aantrekkelijk zijn voor recreatief gebruik. Verzocht wordt meer aandacht te besteden aan de recreatieve en toeristische aspecten van water in het Groene Hart. Antwoord stuurgroep: Wij onderschrijven dit belang. Het icoonproject recreatief routenetwerk richt zich ook op vaarroutes. Wij zullen dit belang nog expliciet noemen in de Voorloper. Gevolgen Voorloper: recreatieve en toeristische aspecten van water noemen. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 18

20 - verbindingen met de omgeving Reactie van: Moordrechtse milieuvereniging (27). Samenvatting reactie: Voorzie ook in verbindingen met de omgeving van het Groene Hart, zoals de Utrechtse Heuvelrug en de kust. Antwoord stuurgroep: Wij onderschrijven dit belang. Wij zullen het nog expliciet noemen in de Voorloper. Gevolgen Voorloper: belang van recreatieve verbindingen met omgeving noemen. - recreatieve opwaardering stadsranden Reactie van: Groene Hart Pact (20) Samenvatting reactie: Koppeling van recreatie met kwantitatieve en kwalitatieve opwaardering van de stadsranden, de metropolitane landschappen ontbreekt nog. Antwoord stuurgroep: Dit staat elders, in paragraaf Stad-land en recreatie wel beschreven. Ten behoeve van de leesbaarheid brengen we de recreatieonderwerpen samen in een paragraaf (3.3.3). In de Voorloper vervalt hiermee paragraaf Die ging primair over het icoonproject recreatief routenetwerk. Dit wordt inmiddels ook al beschreven in hoofdstuk 5. Gevolgen Voorloper: paragraaf opnemen in De (be)leefbaarheid van het Groene Hart Wonen Algemeen (ruimtelijk beleid in het kort) Reactie van: Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17) Samenvatting reactie: Een van de opgaven in het Groene Hart is 'het bevorderen van een gevarieerd aanbod van woningen en woonmilieus...'. Dit is in feite een van de kernopgaven en zou daarom opgenomen moeten worden in het kader 'ruimtelijk beleid voor wonen in het kort'. Antwoord Stuurgroep: Wij delen de opvatting dat de "het bevorderen van.." een van de kernopgaven is en zal daarom ook opgenomen worden in bedoeld kader. Gevolgen Voorloper: Aanpassen. Migratiesaldo 0 (kwaliteit vs. kwantiteit; praktijk) Reactie van: gemeenten Abcoude (02), Alphen aan den Rijn (08), Jacobswoude & Alkemade (13) en De Ronde Venen (16); Woerdens Beraad (15), Natuur- en milieuorganisaties (26), SGH (25), SUW (29). Samenvatting reactie: Er wordt geen nadrukkelijke keuze voor of kwaliteit of kwantiteit gemaakt. Er lijkt nu, met name in het woningbouwbeleid, sprake van een tweeslachtige en intern tegenstrijdige denkwijze. De theorie van migratiesaldo nul is begrijpelijk maar is niet werkbaar in de praktijk. Er zal eerder een visie op de kwaliteit ontwikkeld moeten worden. Er moet gebouwd kunnen worden voor de eigen inwoners (migratiesaldo 0 per regio); er moet niet gebouwd worden voor vestigers van buiten de regio. Dit ook in relatie tot het gegeven dat op basis van de Huisvestingswet de woningen niet met voorrang naar de eigen inwoners mogen worden toegewezen. Het contourenbeleid is een goede manier een goed beheer in het Groene Hart te waarborgen, een strikte storing op aantallen draagt hier niet aan bij en gaat voorbij aan het verbeteren van de leefbaarheid van het Groene Hart. Een strikte toepassing van migratiesaldo 0 betekent dat verschillende projecten (die bijdragen aan een kwaliteitsverbetering) binnen de rode contour niet door kunnen gaan. De Voorloper heeft nog geen status maar de beschreven toepassing van migratiesaldo 0 belemmert op dit moment de woningproductie. Ook kwalitatieve toevoegingen aan de woningvoorraad voor bijzondere doelgroepen via bijvoorbeeld levensloopbestendige woningen of tb.v. het beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg, wordt bemoeilijkt en mogelijk onmogelijk. Het maximaal aantal woningen mag geen doel op zich worden; nu de landelijke bevolkingsprognoses naar beneden zijn bijgesteld moet niet worden vastgehouden aan de grate aantallen die mogelijk zijn volgens migratiesaldo 0. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 19

21 Het mogelijk woningbouwprogramma binnen de rode contouren (van de gemeenten in het Utrechtse deel van het Groene Hart) is waarschijnlijk al hoger dan de 8600 woningen. De Utrechtse regio (en Utrecht-west) zijn geen krimpregio's maar hebben te maken met een meer dan gemiddelde groei van de bevolking. Ruimtelijk gezien maakt het bij kleine kernen weinig verschil of binnen de contour een eengezinswoning wordt gerealiseerd of in het zelfde volume een seniorenwoning (begane grand) en een starterswoning (verdieping). Met bouwen voor doelgroepen voldoen we aan het gemeentelijk, provinciaal en rijksbeleid. Door te sturen op aantallen wordt dat bemoeilijkt. Antwoord Stuurgroep: Zoals in de Voorloper is aangegeven staat bij verstedelijking een kwalitatieve benadering voorop. Tegelijk zijn inderdaad de kwantiteiten ook van belang. In de Nota Ruimte is opgenomen dat binnen nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaiiteiten van het landschap worden behouden of versterkt Qa, rnits'- benadering). In de Nota Ruimte is eveneens opgenomen, dat binnen nationale landschappen ruimte is voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei. Dit is door het Rijk geconcretiseerd in 'migratiesaldo nul'. Wij zien migratiesaldo nul niet als een doel op zich, maar een middel om naast het in voldoende mate voorzien in de woningbehoefte ook de vereiste vitaliteit van de regio in stand te houden. Het is dus duidelijk niet de bedoeling dat de nationale landschappen 'op slof komen te staan. Beide benaderingen zijn van belang vandaar dat in de Voorloper is opgenomen dat we naast de kwantitatieve benadering een kwalitatieve invulling willen geven aan de woningbouw. Daarbij stellen we echter zeer nadrukkelijk de kwaliteit voorop! Als Groene Hart provincies willen we kwaliteit realiseren door meer en beter op kwaliteit te sturen. Met sturing op kwaliteit bedoelen we zeker niet alleen sturing op een kwalitatief woningaanbod maar met name sturing op kwaliteit in relatie tot het landschap. Ontwikkelingen passend in het landschap. Daarbij willen we gebruik maken van de nu al toegepaste rode contouren systematiek. Wij zijn van mening dat het contouren beleid een goed instrument is om de kwaliteit te waarborgen. Naast het voortzetten van het rode contourenbeleid denken we onder meer aan het gebruik van de Kwaliteitsatlas en beeldkwaliteitsplannen. We zullen hierbij ook instrumenten uit de Wro, zoals de Verordening, betrekken. Ook is maatwerk per gebied van belang. Wij zijn niet onverdeeld enthousiast over het migratiesaldo nul beleid en delen de opvatting dat een minder stringente sturing op aantallen wenselijk is. Dit mede vanwege de volgende twee redenen. Als eerste om onbedoelde belemmeringen uit te sluiten. Dit speelt vooral in het Utrechtse deel van het Groene Hart. Door een te stringente sturing op aantallen kunnen kwalitatieve ontwikkelingen met kansen voor een kwalitatieve toevoeging aan de voorraad (passend in de opgave om een gevarieerd aanbod van woningen te bevorderen), kansen voor versterking van de kernkwaiiteiten van het landschap en kansen voor uitvoering van toekomstgerichte, duurzame en kwalitatieve transformaties, mogelijk (op korte termijn) onmogelijk gemaakt worden. Dit zijn kansen die nadrukkelijk leiden tot een meerwaarde voor de leefbaarheid en kwaliteit van de kern zonder dat sprake is van een aantasting van de kernkwaiiteiten. Voorbeelden hierbij vanuit het Utrechtse zijn het Estafetteproject in De Ronde Venen (ontwikkeling van nieuwe kwalitatieve duurzame woonwijken binnen de rode contour) en de Corridor in Breukelen (herontwikkeling bedrijvengebied binnen de rode contour met als doelsteiling realisatie van een entree met ruimtelijke kwaliteit met een mix aan functies waarander wonen). Een minder strikte sturing is ook ingegeven omdat in delen van het Zuid Hollandse Groene Hart inmiddels sprake is van een ontspannen woningmarkt. In dit deel van het Groene Hart is daarom minder sprake van een kwantitatieve opgave maar veeleer van een kwalitatieve. Zowel om een bijdrage te leveren aan de gewenste ruimtelijke kwaliteiten (landschappelijke en natuurwaarde) als om ook beter in te spelen op veranderingen in de woningbehoefte c.q. woonmilieus. Ook constateren we dat het migratiesaldo nul ais zodanig geen garantie biedt dat de kernkwaiiteiten behouden blijven. De komende periode willen we gebruiken om deze meer kwalitatieve benadering en sturing verder uit te werken. Over deze andere benadering gaan we in overleg met het Rijk. Het Groene Hart is in de Voorloper als een geheel benaderd. Woningbouw moet in beginsel plaatsvinden binnen de in de streekplannen vastgelegde rode contouren. Bestaande plannen en afspraken worden gerespecteerd. Ten aanzien van de woonruimteverdeling is binnen de provincie Utrecht gekozen voor een eenduidige benadering met zo weinig mogelijk binnengrenzen. In Zuid-Holland bestaan er verschillende woonruimteverdelingen die op initiatief van de regie's zijn vastgesteld. Deze afspraken en benaderingen Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 20

22 blijven gehandhaafd. Op grand van de Huisvestingswet kunnen gemeenten overigens hun woningvoorraad slechts beperkt afgrendelen. Ten aanzien van de opmerking m.b.t. bevolkingsprognoses wordt aanvullend verwezen naar het kopje "Beleid ten aanzien van krimp". Gevolgen Voorloper: het belang van beide benaderingen nader toelichten, waarbij voor de Groene Hart-provincies de kwalitatieve benadering voorop staat (het accent ligt op de kwaliteit; migratiesaldo nul is geen doel op zich, het is een middel). Aangeven dat de Groene Hart provincies een minder strikte sturing op aantallen voorstaan, dat zij deze benadering in de komende periode nader gaan uitwerken en dat ze daarover in overleg gaan met het Rijk. Migratiesaldo 0 (kleine kernen) Reactie van: Gemeenten Jacobswoude & Alkemade (13), Alphen aan den Rijn (08) en De Ronde Venen (16). Samenvatting reactie: Voor kleine kernen moet nieuwbouw mogelijk blijven, een negatief migratiesaldo bij kleine kernen is ongewenst. Vanuit de leefbaarheid van kleine kernen is het verder ongewenst dat alles aan de marktwerking wordt overgelaten (exclusieve woonmilieus). Antwoord Stuurgroep: Het Groene Hart is in de Voorloper als een geheel benaderd waarbij de kwaliteit (bij verstedelijking) voorop staat. Woningbouw moet in beginsel plaatsvinden binnen de in de streekplannen vastgelegde rode contouren. Naar onze mening gaan daarbij de kleine kernen niet volledig op slot. Bouwen in de regie's zal naast het voorzien in de woningbehoefte ook moeten dienen ter ondersteuning van een regionale verzorgingstructuur. Immers daarmee zal de vitaliteit in een regio zoveel als mogelijk gediend kunnen worden. De meer bijzondere (exclusieve) woonmilieus zijn in de Voorloper met name genoemd als mogelijkheid in de metropolitane parklandschappen. Het is zeker niet de bedoeling dat alles aan de marktwerking wordt overgelaten. Wel zal er in het aanbod van nieuwbouw ingespeeld moeten worden op veranderingen in het behoefte patroon. Naast het bieden van goedkope woningbouw zal daarin zeker ook de voorkeur voor landelijke, bereikbaar wonen in tot uiting moeten komen. Primair is het woningbouwprogramma (woonmilieus, typologie) een gemeentelijke / regionale verantwoordelijkheid. Aanvullend: Zie onder kopje "Migratiesaldo 0 (kwaliteit vs. kwantiteit; praktijk)". Migratiesaldo 0 (extra inbreiding en bijzondere regelingen buiten migratiesaldo 0) Reactie van: KvK's (05), gemeente Utrecht (11) Samenvatting reactie: Woningen die gebouwd worden via regelingen als ruimte voor ruimte en rood voor groen moeten gebouwd kunnen worden zonder dat het effect heeft op migratiesaldo 0. Nieuwe binnenstedelijk woningbouwmogelijkheden die wel een bijdrage leveren aan de sociaal economische vitaliteit van de gemeente maar geen bedreiging vormen voor de kernkwaiiteiten van het Groene Hart, zouden (geheel of gedeeltelijk) buiten de migratiesaldo 0 berekening moeten blijven. Antwoord Stuurgroep: In de reactie van de KvK's wordt aangegeven dat 'eerder is gesteld dat woningen die gebouwd worden via regelingen als "ruimte voor ruimte", "rood voor groen" en nieuwe landgoederen buiten het migratiesaldo vallen'. Aangenomen wordt dat verwezen wordt naar de notitie Beleidsuitgangspunten Nationale landschappen provincie Utrecht (PS Utrecht; September 2006). In deze notitie is o.a. opgenomen dat "Het belangrijk is dat voorziene en onvoorziene inbreiding, ruimte voor ruimte, landgoederen en andere vormen van rood voor groen, geen hinder ondervinden van een stringente toepassing van het migratiesaldo nul." In de Nota Ruimte is expliciet vastgelegd dat in de Nationale Landschappen ten hoogste voor migratiesaldo 0 gebouwd mag worden. In de Voorloper is derhalve in lijn met het rijksbeleid opgenomen dat alle woningen meetellen, zowel binnen als buiten de contour, ook de woningen die gebouwd worden via bijzondere regelingen. Voor het Groene Hart gaat het daarbij om woningen in de periode Gevolgen Voorloper: Geen. Aanvullend: Zie onder kopje "Migratiesaldo 0 (kwaliteit vs. kwantiteit; praktijk)". Migratiesaldo 0 (monitoring en herverdeling) Reactie van: PPC Zuid Holland (07), Woerdens Beraad (15), gemeente Alphen aan den Rijn (08), Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17), SGH (25) Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 21

23 Samenvatting reactie: Over de monitoring van de aantallen woningen per provincie (migratiesaldo 0) moeten nadere afspraken gemaakt worden. Er moet spoedig overeenstemming zijn over de verdeling tussen de drie provincies. Wie bepaalt wanneer een eventuele herverdeling tussen provincies plaats zal vinden. Een herverdeling mag niet leiden tot aanpassing van huidige bestaande afspraken (streekplannen). Antwoord Stuurgroep: We onderschrijven het belang van de monitoring. Dit aspect wordt verder uitgewerkt. In dat kader zullen ook afspraken gemaakt worden. In 2007 zijn door de drie provincies afspraken gemaakt over de verdeling van de over de drie provincies ( Zuid Holland; Utrecht; 500 Noord Holland). Deze verdeling blijkt niet voldoende adequaat voor met name de provincie Noord Holland. Verdere eventuele herverdelingen kunnen aan de orde komen indien zou blijken dat er in het Groene Hart sprake zou zijn van grate verschillen op de woningmarkt. Bijvoorbeeld indien in bepaalde regie's er sprake is van een grate druk terwijl dat in andere regio's veel minder is. Indien er al afspraken met regio's hard vastliggen worden deze vanzelfsprekend gerespecteerd. Toch kan er naar aanleiding van de jaarlijkse monitoring van de recente en te verwachten ontwikkelingen, aanleiding bestaan tot actualisering van die afspraken. Herverdeling zal lopende planontwikkelingen niet verhinderen en zal altijd in overleg tussen de provincies plaatsvinden en waarnodig natuurlijk in overleg met de regio's/gemeenten. Bestaande ruimtelijke plannen (streekplannen) en (harde) afspraken worden in dit kader zoveel mogelijk gerespecteerd. Ruimtelijke begrenzingen (contouren) Reactie van: PAL (14), Woerdens Beraad (15), SGH (25) Samenvatting reactie: Gepleit wordt voor harde rode contouren voor wonen en werken die verdere uitleg onmogelijk maken om zo de voortgaande verrommeling uit te sluiten. Extra woningen moeten binnen de bestaande contouren komen (verdichting). Bijzondere woonvormen buiten de rode contouren zijn mogelijk op de stroomruggen die van oudsher bewoond zijn, mits zij bijdragen aan de landschappelijke kwaliteiten ter plaatse. Bebouwing buiten de contour zou niet bespreekbaar moeten zijn. De aanduiding van bijna het gehele westelijk deel van het Groene Hart als metropolitane parklandschap doet het ergste vrezen. Antwoord Stuurgroep: Wij onderschrijven het belang van het vastleggen van ruimtelijke begrenzingen waarbinnen in beginsel de verdere verstedelijking moet plaatsvinden. In de Voorloper is aangegeven dat in de provinciate streekplannen rode contouren zijn vastgelegd. Ontwikkelingen buiten deze contouren zijn slechts met uitzondering mogelijk, onder de strikte voorwaarden dat er sprake moet zijn van een kwaliteitswinst. Dit zal nader worden uitgewerkt in de provinciate structuurvisies. Wij zijn van mening dat hiermee voldoende waarborgen zijn ingebouwd. De opmerking over de mogelijkheid van bijzondere woonvormen op de stroomruggen is in lijn met de Voorloper. Aanvullend wordt voor wat betreft de metropolitane parklandschappen verwezen naar de Samenvatting van de reacties en antwoorden van de Stuurgroep in paragraaf Gevolgen Voorloper: geen Ruimtelijke begrenzingen (aanpassing contouren) Reactie van: gemeente Alphen aan den Rijn (08) Samenvatting reactie: Gesteld wordt dat contouren waar nodig worden aangepast zodat deze ruimte bieden tot Antwoord Stuurgroep: Eventuele aanpassingen van de rode contouren worden in het kader van de provinciate structuurvisies bekeken en afgewogen. Een eventuele aanpassing moet wel passen binnen de kaders zoals geschetst in de Voorloper. Ruimtelijke begrenzingen (concentratie OV-knooppunten) Reactie van: Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17) Samenvattihg reactie: In de Voorloper is sprake van prioriteitsvolgorde binnen de rode contouren. Daarbij worden concentratie bij OV-knooppunten genoemd. Gaat het daarbij om enkel treinverkeer of ook om busverkeer. Antwoord Stuurgroep: Bij OV-knooppunten gaat het met name om hoogwaardig openbaar vervoer. Dit kan zowel trein als bus zijn. Een treinverbinding heeft daarbij overigens wel de voorkeur, vanwege mobiliteitsaspecten (bereikbaar etc). Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 22

24 Gevoigen Voorloper: geen. Beleid ten aanzien van krimp Reactie van: Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17), SGH (25), SGPGH (28) Samenvatting reactie: Gesteld wordt naar aanleiding van wat in de Voorloper is verwoord (op langere termijn een perspectief op afnemende groei en waarschijnlijk krimp), er in de regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden in de periode tot in ieder geval 2030, nog geen sprake zal zijn van krimp. De programma's wonen en werken kunnen niet meer om het fenomeen krimp heen. Er moet rekening worden gehouden met het gegeven dat veel alleenstaanden de voorkeur geven aan de stad boven het platteland. Antwoord Stuurgroep: Steeds meer gemeenten in Nederland krijgen op termijn te maken met een afnemend inwoneraantal. Ook gemeenten in het Groene Hart. Wij erkennen dat een afnemende groei en een mbgelijke krimp zich in het Groene Hart regionaal gedifferentieerd zullen voordoen. Er zijn gebieden waar nu of op korte termijn al sprake is van een afnemende groei maar ook zijn er gebieden waar dit niet het geval zal zijn. In de Voorloper is aangegeven dat voor het Groene Hart als geheel op langere termijn waarschijnlijk een perspectief is van krimp. Dit mede gebaseerd op recente landelijke prognoses. In het Groene Hart zal het fenomeen zich met name voordoen in Zuid-Holland Oost en in de Gooi- en Vechtstreek. Het Utrechtse en Noord-Hollandse gedeelte van het Groene Hart zullen naar verwachting voor 2040 geen krimp ervaren. Wij erkennen dat de behoefte aan woonmilieus kan verschillen, zowel tussen gebieden, als tussen stad en platteland. Een nadere invulling hiervan hoort echter niet thuis in de Voorloper. De woningbouwdifferentiatie is primair een bevoegdheid van gemeenten. Gevolgen Voorloper: Regionale verschillen nader toelichten. Leefbaarheid Reactie van: gemeente Abcoude (02) Samenvatting reactie: Een gebiedsgerichte beoordeling van de leefbaarheid (in plaats van een beoordeling op kernniveau) lijkt een andere zienswijze als het vigerende Provinciate Kleine Kernenbeleid (inclusief subsidiestromen). Antwoord Stuurgroep: Beide benaderingen zijn nodig en komen bij elkaar in de gebiedsgerichte beoordeling. Leefbaarheid begint (en eindigt) "bottom-up" bij de mensen in dorpen; alleen als er lokaal een gedeeld probleem en een lokaal gedragen oplossingsrichting is, is er een reden om lokaal te steunen. Dit is een kerngerichte benadering. Zaken die breed spelen kunnen echter beter regionaal aangepakt worden. Dit is een gebiedsgerichte benadering. In de praktijk zal het vaak een combinatie zijn van top down en bottom up. Een project wordt vanuit een kern aangedragen, de oplossingsrichting wordt zo mogelijk gebiedsgericht ingezet. Gevolgen Voorloper: Tekst verduidelijken Werken Algemeen Reactie van: SGH (25) Samenvatting reactie: Een toekomstgerichte strategie voor de werkgelegenheid ontbreekt. Antwoord Stuurgroep: Verwezen wordt naar de paragrafen 2.1 en Aanvullend wordt verwezen naar de verschillende streekplannen. Wij zijn van mening dat hierin voldoende beeld is gegeven van de toekomstvisie. Algemeen (ruimte voor vernieuwing) Reactie van: KvK's (05) Samenvatting reactie: A: Versterking van de economische vitaliteit en dynamiek moet expliciet als randvoorwaarde worden opgenomen. B: Bij ruimtelijk beleid voor werken in het kort: de zin "Enig groeiperspectief voor bestaande bedrijven" wijzigen in "Enig groeiperspectief voor bestaande bedrijven en vernieuwing". Antwoord Stuurgroep: Wij erkennen dat ook in het Groene Hart ruimte voor vernieuwing noodzakelijk is. De Voorloper beoogd niet het gebied op slot te zetten en de vitaliteit in de economic volledig te laten verdwijnen. In de verschillende vigerende streekplannen (structuurvisies) is de behoefte aan Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 23

25 nieuwe bedrijventerreinen tot 2020 grotendeels opgenomen. Wel willen we de ruimte voor nieuwe bedrijventerreinen zoveel mogelijk regionaal bezien. Daarom zal bekeken worden of de nu deels verspreid liggende behoefte geconcentreerd kan worden in een aantal regionale terreinen. Bestaande afspraken uit de huidige streekplannen (structuurvisies) blijven gehandhaafd. Naar onze mening is er in de Voorloper voldoende ruimte voor vitaliteit en dynamiek geboden. Gevolgen Voorloper: Aanpassing tekst in lijn met reactie onder B. Algemeen (kantoren) Reactie van: KvK's (05), ISMH (09), gemeente Alphen aan den Rijn (08). Samenvatting reactie: Bij "ruimtelijk beleid voor werken in het kort": spreken van terughoudend ta.v. nieuwe kantorenlocaties i.p.v. geen nieuwe kantorenlocaties. Aanpassing van het kantorenbeleid voor de regio Midden-Holland is noodzakelijk: er bestaat een specifieke vraag (o.a. kleine en lokale kantoorgebruikers) die gefaciliteerd kan worden. Gepleit wordt voor een discussie over de strikte scheiding van de functies kantoren en bedrijven. Antwoord Stuurgroep: Voor kantorenlocaties is in ieder geval tot 2020 meer dan voldoende planaanbod om te voorzien in de vraag. Dit aanbod is ook opgenomen in de ruimtelijke plannen. In die zin is het gewenst geen nieuwe kantorenlocaties aan te wijzen ten opzichte van het huidige aanbod en de huidige plannen. Binnen dit aanbod en plannen is naar onze mening voldoende ruimte om de vraag (kwantitatief en kwalitatief) te faciliteren. Functiemenging is een recente koerswijziging op het voorheen scheiden van functies. Belangrijke motivatie om het mengen van functies in woongebieden te stimuleren is de toenemende vraag naar gemengde en gevarieerde woonmilieus. Wij erkennen deze koerswijziging maar zijn van mening dat uitspraken hierover niet primair in de Voorloper thuishoren. Dit is meer een onderwerp voor de afzonderlijke provinciate structuurvisies. Opgaven provincies (zorgvuldig ruimtegebruik) Reactie van: gemeente Alphen aan den Rijn (08). Samenvatting reactie: Welke rol wordt voor de provincies gezien bij de opgave "realiseren van zorgvuldig ruimtegebruik op bedrijventerreinen". Antwoord Stuurgroep: Zorgvuldig ruimtegebruik wordt gezien als een middel om het ruimtebeslag te beperken en tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit van bedrijventerreinen en de directe omgeving te verbeteren. Wij streven naar een optimaal gebruik van bestaande terreinen zodat minder nieuwe bedrijventerreinen hoeven te worden aangelegd. Dat is ook het beleid van de rijksoverheid. Toepassing van de SER-ladder is daarbij een instrument. Daarnaast staat bijvoorbeeld herstructurering hoog op de provinciate agenda's. De verschillende Groene Hart-provincies investeren de komende jaren in herstructurering en kwaliteitsverbetering. Gevolgen Voorloper: Essentie provinciate rol m.b.t. zorgvuldig ruimtegebruik in de tekst onder kopje 'bestaande bedrijventerreinen' nader toelichten. Bestaande bedrijventerreinen (herstructurering) Reactie van: KvK's (05), PAL (14) Samenvatting reactie: Er worden kanttekeningen geplaatst bij het uitgangspunt dat herstructurering ruimte dient te creeren voor bedrijvigheid. Herstructurering en verdichting op bestaande bedrijventerreinen en ontwikkeling van werkgelegenheid rond infrastructurele knopen binnen de contouren is van belang op de huidige leegstand in te perken. Antwoord Stuurgroep: In de Voorloper wordt niet uitgegaan dat door herstructurering ruimtewinst ontstaat op bestaande bedrijventerreinen. Aangegeven is o.a. dat herstructurering hoog op de agenda staat en dat we willen voorkomen dat bedrijven zich willen verplaatsen naar nieuwe bedrijventerreinen. Door herstructurering willen we de behoefte aan vervangende ruimte op nieuwe terreinen (verplaatsingsbehoefte) verlagen. In de Voorloper is verder aangegeven dat we uitgaan van een ruimtewinst van gemiddeld 10-15% op nieuwe bedrijventerreinen (intensief ruimtegebruik). Wij onderschrijven het belang van herstructurering. Dit staat hoog op de provinciate agenda's. De verschillende Groene Hart-provincies investeren de komende jaren in herstructurering. Aanvullend zie onder kopjes "Bestaande bedrijventerreinen (intensiveringambitie)" en "Nieuwe bedrijventerreinen (bestaande afspraken)". Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 24

26 Bestaande bedrijventerreinen (intensiveringambitie) Reactie van: gemeente Alpen aan den Rijn (08) Samenvatting reactie: Gesteld wordt dat een gemiddelde ruimtewinst van 10-15% te hoog is. Antwoord Stuurgroep: Gestreefd wordt naar een gemiddelde ruimtewinst van 10 tot 15% voor nieuwe bedrijventerreinen. Het is daarbij niet zo dat wij door intensivering te bevorderen, bedrijven willen hinderen in hun bedrijfsvoering. Het streven is om ruimtewinst te boeken mag natuurlijk niet ten koste gaan van het functioneren van bedrijven. Intensiveren kan op vele manieren. Op basis van ervaring erkennen we dat 15% ambitieus en wellicht niet overal haalbaar zal zijn. Vandaar dat een bandbreedte van 10 tot 15% als ambitie is opgenomen. Gevolgen Voorloper: In tekst in Voorloper aangeven dat 10-15% onze inspanningsambitie is. Bestaande bedrijventerreinen (actief verplaatsen) Reactie van: gemeente Alphen aan den Rijn (08) Samenvatting reactie: Kanttekeningen worden geplaatst bij doelstelling "actief streven naar verplaatsing verspreid liggende bedrijven die niet passen in het landschap vanuit de kernkwaiiteiten". Antwoord Stuurgroep: De provincies zullen deze doelstelling verder uitwerken. Daarbij worden onder meer de mogelijkheden van/op (nieuwe) (regionale) bedrijventerreinen betrokken. Bij de nadere uitwerking zal ook aandacht zijn voor de mogelijke en benodigde instrumenten. Nieuwe bedrijventerreinen (regionale afstemming) Reactie van: KvK's (05) Samenvatting reactie: Het uitgangspunt dat nieuwe werklocaties regionaal moeten worden afgestemd en de doelstelling om bestaande bedrijvigheid voor de kernen te behouden zijn zonder een goede beschrijving van wat lokaal en wat regionaal is, niet te verenigen. Antwoord Stuurgroep: Regionale afstemming wil niet zeggen dat er lokaal niets meer kan of mag. Bij afstemming kan gedacht worden aan fasering van plannen of de vraag of een (lokale) uitbreiding past in de regionale vraag en aanbodsituatie. Ook vanuit landelijk beleid (bijvoorbeeld het rapport van de commissie Noordanus) wordt aangedrongen op meer regionale afstemming. De behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen tot 2020 is grotendeels al opgenomen in de huidige streekplannen. Bekeken zal worden of de daarin deels verspreid liggende terreinen, geconcentreerd kunnen worden. Gevolgen Voorloper: In Voorloper aangeven dat '...dit betekent dat niet ieder gemeente zonder meer een nieuw bedrijventerrein kan ontwikkelen..." Nieuwe bedrijventerreinen (corridors) Reactie van: gemeente Amsterdam (03), KvK's (05), Groene Hartpact (20) Samenvatting reactie: Grote bedrijventerreinen passen niet in de Oude Rijnzone en de A2-corridor; alleen kleinschalige mogelijkheden voor woningbouw, bedrijven en recreatie. Nieuwe bedrijventerreinen tb.v. de regionale behoefte moeten ook buiten de corridors mogelijk zijn. Gepleit wordt voor een meer generieke omschrijving. Herstructurering is erg belangrijk, maar toch zijn ook nieuwe bedrijventerreinen buiten de corridors nodig. Antwoord Stuurgroep: In de Voorloper is aangegeven dat nieuwe bedrijventerreinen zoveel mogelijk regionaal moeten worden bezien en vanwege de bereikbaarheid, bij voorkeur gelokaliseerd in de Oude Rijnzone (West of Oost) of A2-corridor. De behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen tot 2020 is grotendeels al opgenomen in de huidige streekplannen. Bekeken zal worden of de daarin deels verspreid liggende terreinen, geconcentreerd kunnen worden. Verder zijn nieuwe terreinen pas aan de orde als (in het traject van de provinciate structuurvisies) gebleken is dat aanvullende ruimte noodzakelijk is. Erkend wordt dat, naast de landschappelijke inpassing, het met name belangrijk is dat deze terreinen goed bereikbaar en ontsloten zijn. Daarbij genieten de Oude Rijnzone (west of Oost) of A2-corridor de voorkeur. Aanvullend: zie de reacties in H4 (aanpassing kaartbeeiden). Gevolgen Voorloper: Tekst in de Voorloper aanpassen Nieuwe bedrijventerreinen (bestaande afspraken) Reactie van: KvK's (05), gemeente Alphen aan den Rijn (08), Milieudefensie (18). Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 25

27 Samenvatting reactie: De geplande locatie voor het regionale bedrijventerrein Woerden-west moet worden op genomen, de gemaakte afspraak moet worden nagekomen. Het openhouden van het venster Bodegraven-Woerden ten koste van dit terrain is in strijd met eerdere afspraken. In de Voorloper is aangegeven dat bestaande afspraken gehandhaafd blijven maar dat indien nodig bijsturing plaatsvindt in de richting van de o.a. de Oude Rijnzone (oost). Opgemerkt wordt dat een eventuele extra bovenregionale opvangtaak in strijd is met nu gemaakte afspraken in Oude Rijnzone (oost) verband. Nieuwe bedrijventerreinen zijn niet nodig: de bestaande voorraad en de te herstructureren locaties is voldoende voor de komende jaren. Het Groene Hart is niet de plek om nieuwe behoefte op te vangen. Antwoord Stuurgroep: In zijn algemeenheid is in de Voorioper aangeven dat bestaande afspraken uit de streekplannen over oppervlakten nieuwe of uit te breiden bedrijventerreinen gehandhaafd blijven. Wel zal indien nodig bijsturing plaatsvinden. In de Voorloper zijn geen afzonderlijke (bestaande of nieuwe) locaties opgenomen. De in de verschillende streekplannen opgenomen locaties zijn overigens met name bedoeld t.b.v. autonome groei (gewone economische groei) van bestaande bedrijven in de regio en bestemd voor opvang van uit te plaatsen bedrijven uit kernen in de eigen regio. Er wordt niet beoogd om (actief) nieuwe bedrijven van buiten te vestigen (actief bedrijven van buiten aan te trekken). Ten aanzien van het regionale bedrijventerrein Woerden-west wordt opgemerkt: we zijn van mening dat het openhouden van het venster Bodegraven-Woerden van belang is voor de landschappelijke samenhang: het vormt de enige open verbinding van redelijk formaat tussen de grate landschappen aan weerszijden van de Oude Rijnzone en voorkomt dat het Groene Hart hier wordt opgedeeld. De komst van een regionaal bedrijventerrein past hier in principe niet. Echter, eerder gemaakte afspraken blijven bestaan. Aanvullend merken we op: de noodzaak en behoefte aan een (regionaal) bedrijventerrein is door zowel Woerden als de provincie Utrecht erkend. Het MAP Streekplan project regionaal bedrijventerrein Woerden met regierol van de provincie is overigens beeindigd (mede vanwege de weerstand tegen de beoogde locatie en omdat gebleken is dat de urgentie niet zeer groot is). De gemeente Woerden is momenteel bezig met het opstellen van een structuurvisie waarin o.a. wordt gezocht naar een alternatieve locatie voor dit bedrijventerrein. De provincie Utrecht heeft wel de planologische ruimte in haar streekplan gehandhaafd (wel is richting Woerden aangegeven dat er eerst geherstructureerd moet worden alvorens een nieuw terrein kan worden aangelegd). Ten aanzien van de Oude Rijnzone-oost wordt opgemerkt dat er momenteel een afgestemd programma voor wonen en werken ligt en dat het niet de verwachting is dat daar op korte termijn aanvullingen op gepleegd gaan worden. Indien op lange termijn aanvullende (economische-) ontwikkelingen noodzakelijk zijn, dan ligt het voor de hand om o.a. aan de Oud Rijnzone-oost te denken. De behoefte tot 2020 is overigens grotendeels opgenomen in de huidige streekplannen. Dit geldt ook voor de Oude Rijnzone-oost. Nieuwe bedrijventerreinen (planning na 2015) Reactie van: KvK's (05) Samenvatting reactie: De planning aan bedrijventerreinen in de provincie Utrecht loopt tot Ook na 2015 is er in deze provincie behoefte aan nieuwe locaties. Dit staat op gespannen voet met de zinsnede dat tot 2020 de behoefte aan nieuwe locaties grotendeels is veiliggesteld. Antwoord Stuurgroep: In de Voorloper is vanwege de in de reactie verwoorde spanning in paragraaf bij voetnoot 4 aangegeven dat "de vigerende streekplannen van de provincies Utrecht en Zuid-Holland lopen tot De provincies bekijken in de provinciate structuurvisies of er nog aanvullende ruimtebehoefte is voor de periode ". Afstemming op ruimtebehoefte Reactie van: KvK's (05) Samenvattihg reactie: Verzocht wordt op te nemen dat het essentieel is om in overleg met het bedrijfsleven vraag- en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Antwoord Stuurgroep: De afzonderlijke provincies kunnen met de betrokken KvK's afspreken om hen te betrekken bij de actualisering van de behoeftecijfers. Een dergelijke afspraak hoort niet thuis in de Voorloper. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 26

28 3.3.3 Stad-land en recreatie - metropolitane parklandschappen: de term Reactie van: gemeente Alphen (08), Woerdens Beraad (15). Samenvatting reactie: de term metropolitaan parklandschap doet iets anders vermoeden dan wordt beoogd. Het roept een beeld op van stadsparken met bebouwing, waar recreatie de boventoon voert. Antwoord stuurgroep: Wij zijn ons bewust dat de term metropolitaan parklandschap andere -vooral meer grootstedelijke- beelden kan oproepen dan wordt bedoeld. Voor de term 'metropolitaan' hebben we echter gekozen om aan te sluiten bij de terminologie in o.a. de structuurvisie Randstad 2040 en in de Noord- en de Zuidvleugel. Wij vinden het niet verstandig om hiervoor in de Voorloper een andere term te hanteren. Mocht de term 'metropolitaan' in de structuurvisie Randstad 2040 alsnog gewijzigd worden, dan zullen wij in onze structuurvisie ook een andere term gaan gebruiken. Wel constateren we dat in de beide Vleugels sprake is van 'metropolitane landschappen' (dus zonder park), en in de structuurvisie inmiddels van 'metropolitane parken'. Met dit laatste wordt echter een meer parkachtige inrichting beoogd dan wij grosso modo voorstaan voor de veel omvangrijkere metropolitane parklandschappen. Om de eenduidigheid te vergroten vervangen wij onze term door metropolitane landschap. Dat verduidelijkt tevens dat metropolitane parklandschappen niet zijn bedoeld om volledig in te richten als (metropolitaan) park (zie ook hierna onder het kopje: metropolitane parklandschappen: relatie structuurvisie Randstad Gevolgen Voorloper: de term metropolitane garklandschappen vervangen door metropolitane landschappen. Via voetnoot verduidelijken dat term samenhangt met die in andere beleidsstukken. - metropolitane parklandschappen: begrenzing en toegestane functies Reactie van: gemeente Amsterdam (03), gemeente Alphen a.d. Rijn (08), gemeente Utrecht (11), gemeente Alkemade-Jacobswoude (13), Woerdens Beraad (15), regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17), Groene Hart Pact (20), gemeente Rotterdam (22), Stichting Groene Hart (25), gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties (26), Stichting Grote polder Groene Hart (28), streekverband Utrecht-west (29). Samenvatting reactie: De behoefte aan recreatief uitloopgebied of groene oase nabij de steden wordt breed onderschreven, ook in andere dan de hier genoemde reacties. Ook wordt gedeeld dat de gebieden een andere dynamiek kennen dan gebieden verder van de steden. Er liggen kansen om de stad meer te betrekken bij de kwaliteit van het landschap. Een terugkerende reactie is dat de beschrijving van metropolitaan parklandschap onduidelijk is. Dat leidt tot planologische onduidelijkheid. Dat kan verrommeling en verstedelijking veroorzaken in plaats van versterking van het landschap. Ook kan dit leiden tot een ongewenste uitplaatsing van functies vanuit de kernen. De gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties vrezen dat dit nog wordt versterkt door intensieve recreatie toe te staan. Gemeente Alkemade-Jacobswoude vindt het gebied ten westen van de lijn Schiphol-Gouda erg groot en streekverband Utrecht-West vraagt waarom de metropolitane landschappen niet begrensd worden zoals ze bedoeld zijn, namelijk een zone vanaf de (rand)steden. De gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties geven aan dat met de gebiedscategorie Metropolitaan Parklandschap de suggestie zit dat in de metropolitane parklandschappen stad en land gecombineerd kunnen worden zonder aantasting van de kernkwaiiteiten. Ook wijzen zij er op, dat binnen de metropolitane parklandschappen gebieden met hoge natuur- (w.o. delen van de EHS) en landschapswaarden zijn gelegen. Dit vinden zij niet aanvaardbaar. Gemeente Amsterdam geeft daarentegen aan dat het een misvatting is dat landschappen met grate landschappelijke waarden niet tot de metropool zouden kunnen behoren. Het cruciate verschil tussen metropolitane landschappen en landschappen die dat niet zijn, ligt in de betekenis voor de metropool. Verder geeft deze gemeente aan dat de indeling niet overeenkomt met hun visie zoals neergelegd in o.a. Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel Gemeente Den Haag geeft aan dat de verduidelijking hoe de inrichting de kernkwaiiteiten gaat benadrukken een opgave is die in de provinciate structuurvisies kan worden uitgewerkt. Stichting Groene Hart vindt het metropolitane parklandschap verder geen duurzame keuze en ook niet in overeenstemming met de ruimtelijke indeling in Nota Ruimte en het Uitvoeringsprogramma Groene Hart. Zij geven tegelijk wel aan dat intensivering van RodS nodig is. Antwoord stuurgroep: De noordwest- en de noordoostzijde van het Groene Hart zijn anders dan de Waarden en Venen. Het landschap van deze delen is veel diverser en kleinschaliger, en daarmee ook de landbouw. De dynamiek in deze landschappen is grater dan in de relatief rustige en ontspannen Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 27

29 Venen en Waarden. De relatie met de stad is groot. Er is een afwisselend landschap met landbouw, omvangrijke natuurgebieden, (recreatie)plassen en recreatiegebieden. De grote diversiteit in deze gebieden is een belangrijke kernkwaliteit. Dit alles vraagt om een ander beleidsregime dan dat voor de Waarden en Venen en om een extra inspanning om deze landschappen met al hun dynamiek voor de toekomst te behouden. Daarom blijven wij deze gebieden onderscheiden op de kaart. Vanwege hun relatie met de steden en wat we hierboven hebben gemeld over afstemming in terminologie met andere beleidsdocumenten benoemen we deze gebieden als metropolitane landschappen. De opgave hier is om deze landschappen te beschermen en het gebied aantrekkelijk te maken als recreatief uitloopgebied met behoud van de kernkwaiiteiten. Het zijn niet alleen gebieden waar gewandeld en gefietst wordt (zoals in de Waarden en Venen), maar hier liggen ook gebieden met andere vormen van recreatie (zoals de Vechtplassen). Plaatselijk nabij de steden wordt de RodSopgave afgerond. Zo wordt in metropolitane landschappen een kwalitatief prachtig landschap verenigd met landbouwkundig gebruik, natuurfuncties, recreatieve netwerken en knopen en bijzondere cultuurhistorie. De landbouw is een belangrijke drager van de Metropolitane Landschappen en blijft dat ook. Het recreatieve gebruik door de stedeling biedt extra kansen voor verbreding van de landbouw, zowel met recreatie, als met natuurontwikkeling en voor duurzaam waterbeheer. De ligging nabij de steden biedt ook mogelijkheden voor verbreding richting regionale afzet (streekproducten). De Groene Hart-provincies willen dit potentieel benutten door te investeren in het verkorten van de agro-ketens en het bevorderen van regionale voedseleconomie. Hiermee is met de voedselstrategie van de proeftuin Amsterdam een begin gemaakt. Ook natuur is een belangrijke drager van een aantal kwalitatief zeer hoogwaardige landschappen. Zowel de netwerken van de EHS in combinatie met recreatieve routes, als de grotere natuurgebieden (waaronder Natura 2000-gebieden) vormen parels in deze gebieden. De beschermingsstatus blijft vanzelfsprekend onverkort van kracht. Uit het bovenstaande moge blijken dat de metropolitane landschappen niet de rommelzone zijn voor uitplaatsing vanuit de steden. Juist het tegendeel is gewenst. Uitgangspunt is het behoud van kwalitatief hoogwaardige landschappen nabij de stad en dat er vanuit leefbaarheid van de steden moet worden voorzien in kwalitatief hoogwaardige recreatieve uitloopgebieden. De hoge kwaliteit van deze gebieden, het krachtige landschap, kan vervolgens bijdragen aan een harde grens tussen stad en land en daarmee aan het voorkomen van verdere verrommeling of geleidelijke verstedelijking van het Groene Hart. Daarmee is het juist een duurzame keuze. Een prachtig landschap dat beleefd wordt door de stedeling vormt een buffer tegen geleidelijke verstedelijking. Met gemeente Amsterdam zijn wij van oordeel dat de aanwezigheid van grote landschapswaarden de keuze voor metropolitaan landschap niet op voorhand hoeft uit te sluiten. In het concept was al aandacht besteed aan het belang van behoud, ontwikkeling en versterking van de kernkwaiiteiten bij de inrichting van deze gebieden. In de provinciate structuurvisies zal op gebiedsniveau worden verduidelijkt hoe de inrichting de kernkwaiiteiten gaat benadrukken. Gevolgen Voorloper: bedoelingen metropolitane landschappen verduidelijken, onderbrengen in hoofdstuk 4, belang natuurwaarden opnemen. - metropolitane parklandschappen: exclusieve woonmilieus Reactie van: gemeente Alphen aan de Rijn (08), Woerdens Beraad (15), regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden (17), Milieudefensie (18), Groene Hartpact (20), Stichting Groene Hart (25), Natuuren milieuorganisaties (26), Stichting Grote polder Groene Hart (29). Samenvatting reactie: De reactie op de mogelijkheid om onder voorwaarden exclusieve woonmilieus toe te staan in de metropolitane parklandschappen zijn divers. Gemeente Alphen aan de Rijn ziet hierin kansen om te voorzien in een vraag, maar geeft aan dat dit betekent dat migratiesaldo nul wordt losgelaten, omdat een deel van de vraag afkomstig is uit de Randsteden. Het Woerdens Beraad vindt rode ontwikkelingen hierin alleen aanvaardbaar als het een kwaliteitsimpuls oplevert en deze niet ten koste gaat van de veeteelt. De gemeenten zijn aan zet om hieraan een breed gedragen invulling te geven, ondersteund door provincies en grote steden. Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden vraagt of het beleid betekent dat elke vorm van bedrijventerreinen of kantoren hier niet aan de orde is. Het Groene Hartpact stelt dat de ambities voor de metropolitane parklandschappen niet haalbaar zijn zonder een adequate investeringsstrategie met gebiedsontwikkeling. In het verlengde van de voorstellen van de Neprom, biedt het Groene Hartpact daaraan graag een bijdrage. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 28

30 De gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties en Milieudefensie vrezen dat door ruimte te bieden voor exclusieve woningbouw aanzienlijke delen van het Groene Hart sluipenderwijs verstedelijken en daarmee het groene karakter aantasten. Milieudefensie stelt dat de exclusieve woonmilieus ook prima binnenstedelijk kunnen worden gerealiseerd. Antwoord stuurgroep: In de Metropolitane Landschappen is in principe geen verstedelijking mogelijk, alleen onder strenge voorwaarden is er in beperkte mate ruimte voor bijzondere woonmilieus. Het beschikbaar krijgen van extra middelen is het primaire doel van het ruimte bieden voor bijzondere woonmilieus, het voorzien in de behoefte staat op de tweede plaats. Dit primaire doel zullen we als randvoorwaarde verduidelijken. Het betekent dat de financiering van de kwaliteitimpuls een strikte voorwaarde is voor het kunnen meewerken aan exclusieve woonmilieus. Er wordt ruimte geboden als het past binnen de kernkwaiiteiten, het recreatieve en landbouwkundige gebruik hierdoor niet wordt gehinderd en wordt bijgedragen aan kwaliteitsverbetering (rood-betaalt-groenconstructies). Voor sluipenderwijs verstedelijken hoeft niet te worden gevreesd. Het gaat om beperkte aantallen, gekoppeld aan strikte randvoorwaarden. Grotere aantallen zijn niet te verenigen met het behoud van de kernkwaiiteiten. Ook dit zullen we verduidelijken. Bedrijventerreinen en kantoren zijn niet toegestaan (uiteraard behoudens het algemeen toegestane werken als onderdeel van een woonfunctie). Het gaat om woonvormen die gekoppeld zijn aan het landelijk gebied (zoals landgoederen) of passen bij de functie (zoals waterwonen). De term exclusief roept mogelijk verkeerde beelden op. Hiermee doelen we niet op wooncategorieen, maar op de verschijningsvorm. Wij wijzigen de term in bijzondere woonmilieus. Evident is dat de gemeenten bij dergelijke ontwikkelingen een primaire rol hebben. Migratiesaldo nul is een rekenmethode en zegt niets over de feitelijke herkomst van bewoners. Gevolgen Voorloper: vereiste rood-groen-constructie voorop stellen; beperkte omvang benadrukken; term exclusieve woonmilieus wijzigen in bijzondere. - metropolitane parklandschappen: rol landbouw Reactie van: Groene Hartpact (20). Samenvatting reactie: Indien met deze parklandschappen ook wordt bedoeld, dat hier maximaal wordt ingezet op recreatieontwikkelingen is het Groene Hartpact blij met deze insteek, omdat het past in de visie van het Groene Hartpact dat er een grote behoefte is aan ruimte voor de stedeling. De vigerende plannen voor nieuwe recreatiegebieden dekken bij lange na niet de vraag naar recreatiemogelijkheden in de Randstad. De opmerking dat landbouw de belangrijkste drager is van de metropolitaanse parklandschappen (p.23) is met dit gevoel enigszins in tegenspraak. In de optiek van het Groene Hartpact zal de landbouw in grote delen een drager zijn, maar daar waar functieverandering een optie is, zoals bij robuuste recreatiegebieden, is landbouw niet per definitie drager, maar mogelijk onderdeel van een geheel. Bij de opwaardering van het landelijk gebied (opwaardering van voorzieningen en toegankelijkheid) is echter wel het landelijk gebied en het historisch medegebruik door landbouw een drager van betekenis. Antwoord stuurgroep: de weergave door het Groene Hartpact van-de rol van de landbouw binnen de metropolitane parklandschappen komt overeen met onze visie hierop. De formulering op bladzijde 23 heeft vooral betrekking op de delen van de metropolitane landschappen die verder van de steden zijn gelegen. Het recreatieve medegebruik biedt uiteraard ook mogelijkheden voor de landbouwbedrijven. De landbouw is een belangrijke drager van de Metropolitane landschappen en blijft dat ook. Metropolitane landschappen zijn gericht op behoud van de kernkwaiiteiten en op een aantal plekken op transformatie naar recreatiegebied. Dit zijn met name plekken dicht bij de steden. Bij de inrichting van de gebieden staat het behouden en versterken van de kernkwaiiteiten voorop. Het recreatieve gebruik door de stedeling biedt extra kansen voor verbreding van de landbouw, zowel met recreatie, als met natuurontwikkeling en voor duurzaam waterbeheer. De ligging nabij de steden biedt ook mogelijkheden voor verbreding richting regionale afzet (streekproducten). Wij zullen de tekst verduidelijken. Voorlopig ligt het accent wat betreft recreatie op het afronden van de lopende RodS-opgave en het complementeren van recreatieve netwerken. Dit zal niet tot een wezenlijke extra claim op landbouwgronden leiden. Voor de langere termijn is dit afhankelijk van de ontwikkeling van de vraag naar recreatieve uitloopgebieden. Mogelijk dat samen met de betrokken partners vanuit de in de structuurvisie Randstad 2040 bedoelde allianties gezocht kan worden naar oplossingen voor het tekort aan recreatiemogelijkheden. Gevolgen Voorloper: tekst over rol landbouw en andere functies in metropolitane landschappen verduidelijken. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 29

31 - metropolitane parklandschappen: toegankelijkheid Reactie van: gemeente Rotterdam (23), Stichting Groene Hart (25), Samenwerking Utrecht-west (29). Samenvatting reactie: Gemeente Rotterdam wijst op de noodzaak om de komende jaren fors te investeren in de toegankelijkheid vanuit de steden. De Voorloper zou meer ambitie moeten uitstralen voor de oplossing van de knelpunten en duidelijk aangeven dat de provincies bereid zijn hierin te investeren. Ook de samenwerking Utrecht-west wijst op de noodzaak belemmeringen door bestaande infrastructuur op te lessen. De Stichting Groene Hart pleit voor een actieplan voor langzaam verkeer. Antwoord stuurgroep: De noodzaak van een goede toegankelijkheid van het Groene Hart vanuit de steden onderschrijven wij geheel. Het Groene Hart icoonproject recreatief routenetwerk richt zich mede hierop. In het kader van dat project is een inventarisatie van knelpunten inmiddels afgerond. Nog dit jaar wordt gestart met de uitvoering. Voor het oplossen van het totaal aan knelpunten zijn de middelen ontoereikend. Gezocht wordt naar aanvullende middelen. - metropolitane parklandschappen: relatie structuurvisie Randstad 2040 Reactie van: gemeente Rotterdam (23). Samenvatting reactie: Gemeente Rotterdam verzoekt de definitie van metropolitaan parklandschap beter af te stemmen op die in Randstad Antwoord stuurgroep: Wij hebben de indruk dat metropolitane parken niet volledig overeenkomen met metropolitane parklandschappen. Essentieel is dat ook voor de komende generaties inwoners van de steden wordt voorzien in de recreatiebehoefte, met inachtneming van de kernkwaiiteiten van het omringende landschap. - metropolitane parklandschappen: windmolens Reactie van: gemeente Alphen aan de Rijn (08). Samenvatting reactie: de Voorloper sluit grote windturbines uit in metropolitane parklandschappen. Dit staat haaks op provinciaal beleid waarbij in Alphen een locatie ligt voor windturbines. Antwoord stuurgroep: Voor een locatie nabij de Nil vindt op dit moment een studie plaats naar de haalbaarheid. Dit is gebaseerd op vigerend beleid en kan daarom doorgang vinden als de studie daartoe aanleiding geeft. In de PSV's zullen echter geen nieuwe grootschalige locaties worden aangewezen binnen de metropolitane landschappen. - relatie stad-land: versterking relatie Reactie van: gemeente Utrecht (11), gemeente Amsterdam (03), PAL (14). Samenvatting reactie: Gemeente Amsterdam geeft aan dat het cultuurlandschap in alle niet-transformerende gebiedsdelen randvoorwaardelijk moet zijn voor verstedelijking. In de Voorloper kan dit scherper geformuleerd worden. De harde stadsrand is een grote kwaliteit. De bouwopgave zou mede in dienst moeten staan van de ontwikkeling van de kwaliteiten van het landschap. Instrumenten die de harde stadsrand waarborgen moeten worden voortgezet. De PAL mist als derde belangrijke ruimtelijke opgave de versterking van de stad-landrelatie. Verder stelt PAL dat de financiering voor een belangrijk deel uit de stad dient te komen. Gemeente Utrecht stelt juist -in reactie op paragraaf 2.1, waar wordt gesteld dat steden bijdragen aan de financiering van inrichting en beheer van het Groene Hart- dat dit eenzijdig en voorbarig is. Antwoord stuurgroep: Het belang van een kwalitatief harde stadsrand onderschrijven wij. Wij zullen de Voorloper op dit punt aanscherpen. De opvatting dat de bouwopgave mede in dienst moet staan van de ontwikkeling van de kwaliteiten van het landschap kunnen wij onverkort onderschrijven. De ruimtelijke opgaven waaraan de PAL refereert (paragraaf 3.1) hebben specifiek betrekking op die welke nodig zijn voor de kernkwaiiteiten. Het is niet logisch om de opgaven vanuit de stad-landrelatie daar aan te koppelen. De financiering van de herinrichting van de stad-landzone is een verantwoordelijkheid van de betrokken publieke partijen (rijk, provincies en steden) en zo mogelijk publieke partijen (de uitvoeringsallianties die worden voorgesteld in het Kabinetsstandpunt structuurvisie Randstad 2040). Gevolgen Voorloper: belang harde stadsrand als kwaliteit explicieter opnemen. - relatie stad-land: Scheg ten zuiden van Amsterdam Reactie van: gemeente Amsterdam (03). Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 30

32 Samenvatting reactie: De gemeente wijst er op dat tekst en kaart voor wat betreft de scheg niet overeen komen. Antwoord stuurgroep: De constatering is terecht. E.e.a. wordt aangepast. Gevolgen Voorloper: kaart en tekst scheg Amsterdam met elkaar in overeenstemming brengen. - recreatie Reactie van: intergemeentelijk samenwerkingsverband Midden Holland (09). Samenvatting reactie: voor extensieve recreatievormen moet het mogelijk zijn om bestaande of vrijkomende agrarische bebouwing te benutten voor nevenfuncties, waaronder verblijfsvoorzieningen. Ook zorgfuncties zouden tot de mogelijkheden moeten behoren. Antwoord stuurgroep: het in paragraaf verwoorde beleid ta.v. verbreding van de landbouw biedt hiervoor ruimte. Wij zullen die tekst aanvullen met voorbeelden. Gevolgen Voorloper: tekst verbreding van landbouw (3.2.3) aanvullen met voorbeelden. 4. Beleidsstrategieen op gebiedsniveau - A2-Corridor Abcoude Reactie van: Gemeente Abcoude (02), Gemeente Loenen (10), Natuurorganisaties (26), Samenwerking Utrecht-west (29) Samenvatting reactie: De aanduiding corridor op de kaart met o.a. nieuwbouw in het landelijk gebied van Abcoude/Baambrugge is in strijd met vigerend beleid; een nieuw regionaal bedrijventerrein in diezelfde A2-corridor is politiek en maatschappelijk niet gewenst door forse wijziging van het dorps en landelijk karakter. Bovendien is deze corridor te groot ingetekend. Antwoord Stuurgroep: Het in het Ontwikkelings- en het Uitvoeringsprogramma verwoorde beleid voor dit gebied voorziet niet in rode ontwikkelingen buiten de rode contouren. Daarom hebben wij deze corridor geschrapt en het gebied aangeduid als metropolitaan landschap (o.a. versterking van het groen/blauwe karakter, van de kernkwaiiteiten). Wel hebben wij in de Voorloper Vianen-oost opgenomen als gebied waar een op herstel van de kernkwaiiteiten gerichte transformatiestrategie kan worden toegepast met een invulling van stedelijke en landelijke functies. Gevolgen Voorloper: Tekst en kaartbeeld worden aangepast. - A2-corridor: concrete plannen Reactie van: HHR Amstel, Gooi en Vechtstreek (06) Samenvatting reactie: Gewezen wordt op de gebiedsvisie "Het Buiten van de Randstad" voor de Vechtstreek. Antwoord stuurgroep: deze gebiedsvisie zal worden betrokken bij de nadere invulling van het beleid op provinciaal niveau. - transformatiezones: ongewenst Reactie van: Milieudefensie (18) Samenvatting reactie: Milieudefensie geeft aan dat het prijzenswaardig is dat de stuurgroep de rest van het Groene Hart wil vrijwaren van verstedelijking. Milieudefensie vindt het echter geen goed idee om de transformatiezones daarvoor op te offeren. Beter kunnen dergelijke ontwikkelingen in de stedelijke gebieden worden opgevangen. Antwoord stuurgroep: De corridors zijn gekozen om hun landschappelijke ligging en hun ligging langs infrastructuur. De stuurgroep kiest nadrukkelijk voor het vrijwaren van verstedelijking in de rest van het Groene Hart. Ook in de corridors moet bebouwing inpasbaar zijn in het Groene Hart en de situering voldoen aan de criteria van de kernkwaiiteiten Gevolgen Voorloper: geen - Gouda en Merwedezone Reactie van: Stichting GH (25) Samenvatting reactie: Er zijn wijzigingen m.b.t. de Transformatiezondes aangebracht die niet verklaarbaar zijn, zoals de toevoeging van Gouda en het schrappen van de Merwedezone. Antwoord stuurgroep: De transformatiezone " Merwedezone" valt net buiten het Groene Hart. Wel zijn de verbindingen tussen de transformatiezone en de Alblasserwaard van belang. Dit valt echter onder Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 31

33 de algemene notie dat toegankelijkheid en bereikbaarheid van het Groene Hart verstrekt moet worden. Gouda is inmiddels geschrapt; stond verkeerd op de kaart. Gevolgen Voorloper: Kaart is aangepast. - Oude Rijnzone oost Reactie van: Natuurorganisaties (26) Samenvatting reactie: Corridor ten westen van Vleuten is te groot; schrappen ten gunste van behoud van kernkwaiiteiten. Antwoord stuurgroep: Juist in de corridors/transformatiezones is extra inspanning vereist voor behoud, herstel en ontwikkeling van de kernkwaiiteiten; daar ontbreekt het niet aan. Wel staat de zone nu te groot op de kaart. Een deel wordt geschrapt ten gunste van metropolitaan landschap. Gevolgen Voorloper: Kaart en tekst aanpassen. - diepe droogmakerijen Reactie van: Gemeente Amsterdam, Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht, Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland. Samenvatting reactie: Betwijfeld wordt of met de in paragraaf 4.2 genoemde gebiedsprocessen het beoogde maatwerk voor de oplossing van de waterproblematiek in de diepe droogmakerijen wel opgelost kan worden. Sommige van deze processen lopen al jaren en komen niet echt verder. In relatie tot de leefbaarheid in de kleine kernen merkt het ISMH op dat landbouw daarvoor van groot belang is. Daar waar sprake is van verschuiving in functie van landbouw naar natuur, recreatie o.i.d. zijn er sociaal maatschappelijke gevolgen voor de leefbaarheid. In gebiedsprocessen dient men daarmee rekening te houden Antwoord stuurgroep: Het is bekend dat gebiedsprocessen niet altijd even snel verlopen als wel gewenst zou zijn. Dat betekent echter niet dat het geen goede methode is. De Voorloper kan de goede aanleiding zijn om de processen weer een nieuwe impuls te geven. Voorop blijft staan dat het in die gebieden om maatwerk dient te gaan. De problematiek in iedere droogmakerij is anders en er zijn per gebied ook andere betrokkenen. Met de Voorloper bieden de provincies wel een gemeenschappelijk kader om deze problemen te lijf te gaan. Wij erkennen dat voor de kleine kernen in het Groene Hart de landbouw van groot belang is voor de leefbaarheid. Veranderingen in die sector zullen invloed kunnen hebben op het sociaal maatschappelijk klimaat in de kernen. Ook voor de provincies zijn de gebiedsprocessen van groot belang om functieverandering te realiseren. Zonder direct betrokkenen is zoiets niet denkbaar. 5. Uitvoering - Een gezamenlijk instrumentarium Reactie van: Statenwerkgroep (01), Groene Hartpact (20), Gezamenlijke reactie van de waterschappen in het Groene Hart (21), Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (22). Samenvatting van de reactie: Vanuit de wens om te komen tot een interprovinciaal Groene Hartbeleid moet het instrumentarium in deze zin worden uitgewerkt. Het Groene Hartpact pleit voor het opstellen van een gezamenlijke verordening voor het Groene Hart om de gezamenlijke regierol van de drie provincies stevig neer te zetten. Hier zou ook de kwaliteitsatlas voor kunnen worden gebruikt samen met het instrumentarium conform het Voorkeursrecht. De partners van het Groen Hartpact missen in de opsomming van het instrumentarium het instrument onteigening. De waterschappen pleiten voor meer inzicht in de Voorloper over de in te zetten instrumenten en middelen in Hoofdstuk 5. het gaat dan om (gemeenschappelijk) grondbeleid voor o.a. schaalvergroting in de landbouw, wateropgaven, kavelruil en het beheer en financiering daarvan. Ook wordt inzicht gevraagd over compensatie van inkomstenderving/beheerssubsidies bij nattere omstandigheden. Antwoord stuurgroep: De wens voor een eensluidend instrumentarium wordt onderschreven. Uitvoering hiervan is echter in de Voorloper nog niet op te nemen. Belangrijkste reden hiervoor is dat de drie provincies nog geen eensluidend beleid hebben op een aantal terreinen, zoals agrarisch gebied, ruimte voor ruimte, landgoederen etc. In grote lijnen wordt hetzelfde beleid nagestreefd, maar op detailniveau hebben de provincies hun eigen, veelal gebiedsgebonden accenten gelegd. Dit is meestal beleid dat voor de gehele betrokken provincie geldt en niet alleen voor het deel van de provincie dat binnen het Groene Hart ligt. De afstemming tussen de drie provincies is daarom niet op Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 32

34 korte termijn te regelen maar wordt zeker opgepakt om in ieder geval voor het Groene Hart tot een gemeenschappelijke aanpak te komen. Bij de keuze van de colleges van gedeputeerde staten om een Voorloper op te stellen als bouwsteen voor de provinciate structuurvisies, is meteen ook gekozen om geen gezamenlijke Verordening voor het Groen Hart op te stellen. Wij werken wel, ook na het gereedkomen van de Voorloper, aan het gezamenlijk (her)formuleren van regelgeving die in de verordeningen van de drie provincies kan worden opgenomen. In die zin is de Voorloper dan ook straks geen afgerond verhaal. Juist ten aanzien van dergelijke onderwerpen waar de provincies ook al vigerend beleid voor hebben, is het (her)formuieren van gezamenlijke regelgeving voor het Groene Hart geen sinecure. In die zin zal de definitieye Voorloper vooral agenderend zijn voor de structuurvisies en de daaraan gekoppelde verordeningen. Ook de rijksregelgeving die via de AMvB ruimte zal worden opgesteld, is nog niet gereed. Een en ander kan niet los van elkaar worden gezien aangezien een gedeelte van die rijksregelgeving in de provinciate verordeningen zal moeten worden uitgewerkt. De onteigeningswet is geen specifiek instrument dat in het kader van de Voorloper bespraken dient te worden. De planvorming in de Voorloper is niet zo concreet dat nu al projecten kunnen worden genoemd waarvoor een bepaald instrument zal worden ingezet. Dit zijn zaken die, als dat mogelijk is, via de provinciate structuurvisies door de desbetreffende Provinciate Staten worden bepaald. Dit past niet bij de aard van de Voorloper zoals die bedoeld is door de provincies. De Kwaliteitsatlas wordt een dynamised instrument ter ondersteuning van (kwaliteitsdiscussies binnen) gebiedsprocessen. Beleidsafspraken en kaders kunnen daarin opgenomen worden, maar de kwaliteitsatlas zelf wordt geen bindend instrument. Gevolgen voor de Voorloper: geen aanpassing van het beleid wel verduidelijking van een aantal passages in Hoofdstuk 5. - financiering Voorloper Reactie van: Hoogheemraadschap van Rijnland (12), PAL (14), Het Groene Hartpact (20). Samenvatting van de reactie: de financiele onderbouwing van het beleid in de Voorloper is onvoldoende uitgewerkt Antwoord Stuurgroep: De Voorloper is voor ons niet het plan waarin direct op financiering wordt ingegaan. Dat wordt pas in de provinciate structuurvisies aangegeven. Wel zal in de Voorloper voor die structuurvisies het kader worden bepaald waarbinnen de provincies gemeenschappelijk aan de realisering gaan werken. Terecht merkt het hoogheemraadschap op dat de financiele uitwerking van het beleid vooral zal moeten plaatsvinden in de uitvoeringsparagraaf van de provinciate structuurvisies. De passage over financiering zal in agenderende zin worden uitgebreid met het aangeven van welke acties en welke allianties voor de uitvoering van de diverse beleidsonderdelen in de structuurvisies aan de orde zullen zijn. Ook in de concept-voorloper wordt onderkend dat er mogelijkheden moeten zijn om opbrengsten te genereren om vorm te geven aan herstel en ontwikkeling van de kernkwaiiteiten vooral ook op het gebied van de relatie stad-land en de verbetering van de bereikbaarheid van het Groene Hart vanuit de steden eromheen en daarbinnen. Dit betekent echter niet dat er voor ieder project tegelijk een locatie moet worden ontwikkeld om daar vanuit groenblauwe projecten te financieren. Financiering en beheer moeten in een breder perspectief onderzocht worden met meer partijen waaronder het meer verantwoordelijk maken van de grote steden voor het Groene Hart. De kwaliteitsatlas zal hieraan ook in ontwikkelende zin gaan bijdragen. Gevolgen Voorloper: In Hoofdstuk 5 zal de passage over financiering worden aangevuld. - schadeloosstelling Reactie van: samenwerkingsorgaan Midden-Holland (09) Samenvatting van de reactie: Het ISMH pleit voor volledige schadeloosstelling van de boeren bij functieverandering en merkt op dat gezorgd worden voor financien ten behoeve van beheer en onderhoud. Antwoord Stuurgroep: Mocht volledige functieverandering aan de orde zijn dan zal er sprake zijn van volledige schadeloosstelling van de ondernemers en moet de financiering voor functiewijziging en beheer ook geregeld zijn. Dit zijn zaken die in het uitvoeringstraject van projecten aan de orde zijn Gevolgen Voorloper: geen Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 33

35 - bovenplanse verevening Reactie van: Statenwerkgroep (01), Hoogheemraadschap AGV (06), Moordrechtse Milieuvereniging (27) Samenvatting van de reactie: Het punt van de bovenplanse verevening moet verder worden uitgewerkt. Voorstellen voor het oprichten van een Groene Hartfonds en/of het voeren van een gemeenschappelijk grondbeleid. In het kader van een actief grondbeleid zou ook aandacht moeten worden besteed aan het leggen van een koppeling van de inzet van ILG en AVP-middelen. De milieuvereniging vraagt zich af of bovenplanse verevening wel juist en ethisch verantwoord is. Zij stelt voor natuurontwikkeling te financieren vanuit de belastingen. Antwoord stuurgroep: De mogelijkheden van bovenplanse verevening worden verder onderzocht. Het vraagt wel de nodige tijd om te bepalen wat voor projecten hiervoor in aanmerking komen, want er zijn binnen de provincies al diverse vereveningsafspraken gemaakt in het Groene Hart. Er zullen ook andere mogelijkheden onderzocht worden om gezamenlijke Groene Hartprojecten uit te voeren en (mee) te financieren. Een op te richten Groene Hartfonds en/of een gemeenschappelijk grondbeleid zijn zulke mogelijkheden. Ook een gemeenschappelijk grondbeleid van de provincies zou een mogelijkheid kunnen zijn om in het Groene Hart meer effectief te werken aan de realisering van projecten en het oplossen van de geconstateerde problematiek in gebiedsprocessen. Het maken van een koppeling met de besteding van AVP en ILG-middelen is dan goed voorspelbaar. De vraag of iets ethisch is of niet, is niet door de Stuurgroep Groene Hart en de provincies te beantwoorden. Besteding van belastinggeld is geen onderwerp voor de Voorloper. Gevolgen Voorloper: Aanpassing van Hoofdstuk 5 - detailniveau Reactie van: Gemeente Rotterdam (23), Woerdens Beraad (15), Waterschap Rivierenland (24), Samenwerking Utrecht-west (29) Samenvatting van de reacties: Het detailniveau van de Voorloper is volgens het Woerdens Beraad op een aantal punten te hoog, zo is er weinig ruimte voor eigen invulling door gemeenten, er moet meer samenspel zijn. Voor de gemeente Rotterdam juist weer te laag. Het samenwerkingsorgaan Utrecht West geeft aan wat tot het provinciedomein zou moeten horen en wat niet, voor een aantal zaken vindt men de concept-voorloper op een te gedetailleerd niveau afdalen. Antwoord stuurgroep: Het is ons niet duidelijk voor welke onderwerpen het WB de Voorloper te gedetailleerd acht. Wij hebben niet de indruk dat de Voorloper zaken te gedetailleerd vastlegt; zeker niet in relatie tot de gemeenten. De Voorloper is als bouwsteen voor de provinciate structuurvisies op een hoog abstractieniveau geschreven. Het geeft richting en eenduidigheid voor de provincies onderling. De gemeente Rotterdam heeft geen ongelijk als zij constateert dat de Voorloper op dit moment nog onvoldoende aangeeft wat zij van de steden verwacht. Dit zal niet uitputtend gebeuren in de Voorloper, maar is meer iets voor de provinciate structuurvisies. Hoofdstuk 5 uitvoering in de Voorloper geeft aan welke instrumenten kunnen worden ingezet Waar mogelijk worden processen aangegeven of worden verklaard welke onderzoeken er nog dienen plaats te vinden. De Voorloper is nog niet het definitieve kader voor de uitvoering. Die paragraaf zal door de drie provincies in de respectievelijke structuurvisies worden opgenomen. De Voorloper gaat niet verder dan alleen waar mogelijk en noodzakelijk het gemeenschappelijke kader voor die structuurvisies aan te geven. We kunnen volledig instemmen met de onderwerpen die het samenwerkingsorgaan van provinciaal belang acht. U acht een deel van de in de concept-voorloper te gedetailleerd en meer tot het gemeentelijk domein behoren. De zaken die u noemt, moeten vooral door de gemeenten in regelgeving bij de bestemmingsplannen worden opgenomen. Wat wij met die onderwerpen in de concept-voorloper bedoelen is dat in de Verordening moet worden opgenomen worden dat gemeenten in hun bestemmingsplannen regelgeving opnemen over die onderwerpen. Het is niet zo dat de provincie die regelgeving gedetailleerd gaat voorschrijven. Juist hier moeten wij gebruik maken van de expertise van de gemeenten. Gevolgen voor de Voorloper: Verduidelijking van een aantal passages. - instrumenten Reactie van: de gezamenlijke waterschappen (21) Samenvatting reactie: De Voorloper besteedt geen aandacht aan de instrumenten en middelen die nodig zijn om het beleid uit te voeren. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 34

36 Antwoord stuurgroep: De planvorming in de Voorloper is niet zo concreet dat nu al projecten kunnen worden genoemd waarvoor een bepaald instrument zal worden ingezet. Dit zijn zaken die, als dat mogelijk is, via de provinciate structuurvisies door de desbetreffende Provinciate Staten worden bepaald. Dit past niet bij de aard van de Voorloper zoals die bedoeld is door de provincies. De instrumenten zijn verwoord in hoofdstuk 5. De Voorloper vormt mede ruimtelijk beleidskader voor het Ontwikkelings- en het Uitvoeringsprogramma Groene Hart. Daarin zijn ook middelen vastgelegd. Blauwe diensten zijn mogelijk voorzover passend in de catalogus Groenblauwe diensten. Relevant is dat het daarbij gaat om op vrijwillige basis geleverde diensten. Schade valt daar niet onder. Gevolgen voor de Voorloper: geen. - interpretatie Reactie van: Regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (17) Samenvatting van de reactie: De regio constateert dat de concept-voorloper op verschillende manieren geinterpreteerd kan worden. Gewezen wordt op het project "Transformatie Merwedezone" waarvoor GS van Zuid-Holland andere standpunten hebben ingenomen ten aanzien van windenergie en de Groene Ruggengraat. Antwoord van de stuurgroep: Ten eerste merken wij op dat de Voorloper en de in voorbereiding zijnde provinciate structuurvisie gebaseerd zijn op vigerend beleid van de drie Groene Hart provincies. Van gemaakte door PS goedgekeurde, afspraken wordt dan ook niet afgeweken. Daar waar gewijzigd of nieuw beleid aan de orde is op basis van recente inzichten zoals nieuw rijksbeleid, wordt in de Voorloper gestreefd naar een gezamenlijke interprovinciale aanpak die zal worden uitgewerkt in de provinciate structuurvisies waarvoor deze Voorloper een bouwsteen is. Gevolgen voor de Voorloper: aan Hoofdstuk 5 toevoegen dat in principe uitgegaan wordt van vigerend beleid. - provinciaal belang Reactie van: Regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (17) Samenvatting van de reactie: De regio vraagt om een nadere verklaring van het begrip provinciaal belang Antwoord van de stuurgroep: De regio plaats haar reactie in het licht van een brief van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland over het interim-beleid RO die geschreven is bij de overgang van de WRO naar de Wro op 1 juli Het ontwikkelingsgerichte beleid uit de Voorloper heeft niets met het interim-beleid van Zuid-Holland te maken. In de structuurvisies leggen de provincies vast wat zij van provinciaal belang achten. De Voorloper zorgt daarbij voor een aantal zaken voor een gemeenschappelijk interprovinciaal kader. Gevolgen voor de Voorloper: geen - uitvoeringsrol provincies Reactie van: Gezamenlijke natuur- en milieufederaties (26) Samenvatting van de reactie: Pleidooi van de natuur- en milieuorganisaties voor een strakke regierol van de provincies waarbij die een verordening Nationaal Landschap op stellen, waarin het EHS en contourenbeleid een belangrijke rol spelen. De provincies moeten een Groene Hartfonds oprichten waarin een harde financiele koppeling wordt gelegd tussen verstedelijkingsambities van de Randstad en natuur- en landschapsdoelen. De provincies een moeten actieprogramma opstellen voor handhaving van bestemmingsplannen als onderdeel van het actieplan tegen verrommeling. Antwoord van de stuurgroep: Wij zullen zeker onze verantwoordelijkheid als provincie op een actieve manier irwullen zowel binnen als buiten de nationale parken en landschappen. Onderzocht moet nog worden hoe we de verordeningen gaan opstellen. Specifiek gebiedsgericht of algemeen met gebiedsspecifieke elementen. Alle drie de provincies hebben meer dan een nationaal landschap en/of nationaal park binnen hun grenzen. Dit is een van die onderwerpen die in het vervolgtraject van de Voorloper op weg naar de structuurvisies en verordening zal moeten worden onderzocht. Dit geldt ook voor de eventuele vorming van een Groene Hartfonds. Het idee is zeker te overwegen, maar de invulling is niet direct eenvoudig omdat binnen de grenzen van het Groene Hart in het kader van diverse projecten al afspraken over verevening en/of afdracht zijn gemaakt. Overigens zijn verstedelijkingsambities van de Randstad en de natuur- en landschapsdoelen beide zaken die op het terrain van de provincie liggen. Wij zien hier niet zo'n tegenstelling in, maar een logisch verband. Voor de uitwerking daarvan is het verstandig om daar allianties voor aan te gaan. Voorloper Groene Hart Nota van Beantwoording 35

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Kompasnotitie Voorloper

Kompasnotitie Voorloper Kompasnotitie Voorloper keuzes en richtingen voor de Voorloper Eindversie Vastgesteld door de stuurgroep Groene Hart op 27 maart 2008 Doel van deze notitie De stuurgroep Groene Hart is bezig de Voorloper

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

: Provinciale Staten van Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland. Van : Stuurgroep Groene Hart Tel.:

: Provinciale Staten van Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland. Van : Stuurgroep Groene Hart Tel.: Memorandum Datum : 7 december 2006 Aan : Provinciale Staten van Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland Van : Stuurgroep Groene Hart Tel.: 030-2582750 Onderwerp : Ontwerp Uitvoeringsprogramma Groene Hart

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Westelijke Veenweiden

Westelijke Veenweiden Westelijke Veenweiden Nota Ruimte budget 113 miljoen euro Planoppervlak 73.000 hectare in totaal voor alle projecten Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit De Groene Ruggengraat, waar

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Het Groene Hart: Vitaal orgaan van de Randstad Advies bij Perspectief Groene Hart 2040, 28 augustus 2017

Het Groene Hart: Vitaal orgaan van de Randstad Advies bij Perspectief Groene Hart 2040, 28 augustus 2017 Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) Zuid-Holland Provinciale Commissie Leefomgeving (PCL) Utrecht Het Groene Hart: Vitaal orgaan van de Randstad Advies bij Perspectief Groene Hart

Nadere informatie

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen zones Functie volgt peil 70-50 cm 50-30 cm 0-30 cm 50-30 cm 70-50 cm maaiveldverloop gebruik waterpeil Huiskavel en gebouwen Gemiddeld 50 cm Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari Natte Natuur, Piekberging

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 9 Haarlem, 20 januari 2004 Onderwerp: beleidsnota Evenwichtig Omgaan met Water Bijlagen: 1. Ontwerpbesluit; 2. Beleidsnota Evenwichtig Omgaan met Water.

Nadere informatie

- 105" Kernkwaliteiten. Kernkwaliteiten Nota Ruimte. Kernkwaliteiten Groene Hart. Kernkwaliteiten Groene Hart

- 105 Kernkwaliteiten. Kernkwaliteiten Nota Ruimte. Kernkwaliteiten Groene Hart. Kernkwaliteiten Groene Hart - 105" Kernkwaliteiten Car/a Bisseling Programmamanager pmgrammabureau GH 15mel2008 Kernkwaliteiten Nota Ruimte De kernkwaliteiten van het veenweidegebied: grote mate van openheid; strokenverkaveling met

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 121 Haarlem, 14 november 2006 Onderwerp: Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013 Bijlagen: - Ontwerpbesluit - Ontwerp Uitvoeringsprogramma Groene Hart

Nadere informatie

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5 PS2011RGW02-1 - Provinciale Staten statenvoorstel Datum : 16 mei 2011 Nummer PS: PS2011RGW02 Afdeling : SGU Commissie : RGW Steller : Drs. H. Schoen Portefeuillehouder : n.v.t. Registratienummer : 2011INT268900

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

INLEIDING EN LEESWIJZER

INLEIDING EN LEESWIJZER INHOUD BLZ INLEIDING EN LEESWIJZER De talenten van Oirschot...3 Wat is een structuurvisieplus?...3 Het planproces...5 Opbouw van de structuurvisieplus...7 028-252 gemeente Oirschot StructuurvisiePlus "Inleiding

Nadere informatie

PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT

PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT 1 PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT Aan: Gedeputeerde Staten van Utrecht en Provinciale Staten van Utrecht Pythagoraslaan 101 3508 TH Utrecht Datum: 1 oktober 2009 Ons kenmerk: PCL 2009/05

Nadere informatie

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER Het ontwerp Sturen met water van het Veenweide Innovatiecentrum Zegveld (VIC) zet in op actief, dynamisch grondwaterbeheer

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman Een route naar een Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman Uitgangspunten Gebiedscommissie Laag Holland (MKBA in 2009) Bodemdaling

Nadere informatie

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1 780 AA DEN HELDER GEMEENTE DEN HELDER HtèEKOW&'J q lllfjl?315 Stuknummer: AM5.03476 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 26 oktober 2009 Nummer PS : PS2009RGW22 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2009INT247037 Portefeuillehouder : Krol Titel : Project

Nadere informatie

GEWIJZIGD. 4a 0070/12 31 januari 2013 RZ RO David Moolenburgh Leo Hulst 291833

GEWIJZIGD. 4a 0070/12 31 januari 2013 RZ RO David Moolenburgh Leo Hulst 291833 Raadsvoorstel [ bijlagge e]ggggggg AAN AGENDAPUNT NUMMER RAADSVERGADERING COMMISSIE ORGANISATIEONDERDEEL PORTEFEUILLEHOUDER BEHANDELEND AMBTENAAR TOESTELNUMMER de gemeenteraad 4a 0070/12 31 januari 2013

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Noord-Holland HAARLEM, JUNI 2019

Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Noord-Holland HAARLEM, JUNI 2019 PARK AGENDA 2019-2021 Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Noord-Holland WERKDOCUMENT HAARLEM, JUNI 2019 PARK NOORD-HOLLAND 2019-2021: STEVEN SLABBERS PARK Agenda 2 Landschapsarchitect

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan Inleiding Het RBO Rijn- West heeft procesafspraken gemaakt

Nadere informatie

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening 2013-2025 RIA Utrechtse Heuvelrug 1 september 2011 Ineke Schartman Provincie Utrecht, afd. Ruimte Wat en Waarom structuurvisie/verordening Planning

Nadere informatie

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP A. Inleiding en doelstelling In de regiocommissie van 24 oktober jl. is toegezegd dat het college de raad een voorstel doet ten aanzien van de

Nadere informatie

Beleidsanalyse. plattelandsontwikkeling. 1,9 mld menselijk kapitaal

Beleidsanalyse. plattelandsontwikkeling. 1,9 mld menselijk kapitaal Beleidsanalyse De gemeente Nieuwkoop heeft voor de uitwerking van de structuurvisie een beleidsanalyse laten uitvoeren. In de beleidsanalyse is beoordeeld welke beleidsplannen en programma s van verschillende

Nadere informatie

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling!

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling! De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling! In de Nederlandse Delta wonen negen miljoen mensen. Hier wordt zeventig procent van ons inkomen

Nadere informatie

Ontwerpbesluit. Toelichting

Ontwerpbesluit. Toelichting College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel 2011RGW10 Datum : 14 februari 2011 Nummer PS : Afdeling : PRO Commissie : RGW Steller : B. Cornelissen Portefeuillehouder : R.W. Krol Registratienummer :

Nadere informatie

PS2009RGW : Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht (Eindbalans) Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 7

PS2009RGW : Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht (Eindbalans) Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 7 PS2009RGW06-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 3 februari 2009 Nummer PS : PS2009RGW06 Afdeling : PRO Commissie : RGW Registratienummer: 2009INT235473 Portefeuillehouder : Krol

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Rondetafelgesprek. Zonneparken passend bij Drenthe

Rondetafelgesprek. Zonneparken passend bij Drenthe Rondetafelgesprek Zonneparken passend bij Drenthe Agenda 17.00 Opening en voorstelronde 17.10 Blok 1: Actuele voorbeelden uit het Drentse veld 17.40 Lichte maaltijd 17.50 Blok 2: Ingrediënten voor een

Nadere informatie

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte mevrouw Dekker, Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk PNH: 2006 7382 PZH: DRM/ARW/06/4369 Onderwerp Eindrapportage Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem Aan: de minister van VROM, mevrouw

Nadere informatie

Westflank Haarlemmermeer

Westflank Haarlemmermeer Nota Ruimte budget 48 miljoen euro Planoppervlak 1500 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Westflank Haarlemmermeer Westflank Haarlemmermeer is een Randstad Urgent - project.

Nadere informatie

Datum : 14 november 2006 Nummer PS : PS2006REG20 Dienst/sector : REG/RLU Commissie : REG Registratienummer : 2006REG00338i Portefeuillehouder : Lokker

Datum : 14 november 2006 Nummer PS : PS2006REG20 Dienst/sector : REG/RLU Commissie : REG Registratienummer : 2006REG00338i Portefeuillehouder : Lokker S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 november 2006 Nummer PS : PS2006REG20 Dienst/sector : REG/RLU Commissie : REG Registratienummer : 2006REG00338i Portefeuillehouder : Lokker Titel : Ontwerp-Uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

30. Groot Mijdrecht Noord

30. Groot Mijdrecht Noord 30. Groot Mijdrecht Noord doel Een klimaatbestendige duurzame inrichting van de polder Groot Mijdrecht Noord. J.C. Huizinga-Heringa, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en J. Binnekamp, gedeputeerde

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Toerisme en Recreatie

Toerisme en Recreatie Toerisme en Recreatie Wat speelt er? De vraagstukken over toerisme en recreatie zijn divers. Er zijn vraagstukken met betrekking tot de routestructuur, de kwaliteiten in het gebied en nieuwe functies.

Nadere informatie

toekomst veenweide Inspiratieboek

toekomst veenweide Inspiratieboek toekomst veenweide Inspiratieboek BOSCH SLABBERS toekomst veenweide Inspiratieboek Opdrachtgever Kennis voor Klimaat In samenwerking met Alterra, DHV, Gemeente Midden-Delfland, Provincie Zuid-Holland,

Nadere informatie

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage.

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage. Behandeld door: gem secr Datum: 24-6-2013 Openbaar ja Control akkoord Adviesnota Verantw. Portefeuillehouder J.C. Westmaas Maak keuze s w w w b Besluit conform d.d Afdeling Akkoord Bespreken Besluit d.d.

Nadere informatie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Geachte commissie, Stichting Bescherming Leefomgeving Ridderkerk Zuid-Oost wil u graag opmerkzaam maken op het volgende. Sympathisanten

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Voorloper Groene Hart

Voorloper Groene Hart Voorloper Groene Hart Vastgesteld door de colleges van gedeputeerde staten van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland (december 2008) Inhoudsopgave 1. DE ACHTERGRONDEN VAN DE VOORLOPER... 2 2. VISIE 2040:

Nadere informatie

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming No. 18.0000435-1 Emmeloord, 24 juli 2018. Onderwerp Plan van aanpak zonneweides Advies raadscommissie [ ] Aan de raad. Status: ter besluitvorming Voorgesteld besluit 1. Het instemmen met het plan van aanpak

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland

Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland 2013-2017 De ondergetekenden: 1. Gedeputeerde staten van Noord-Holland, te dezen vertegenwoordigd door gedeputeerde J. Bond, handelend ter uitvoering van GS-besluit

Nadere informatie

HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD. 31 oktober 2012 te Waverveen

HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD. 31 oktober 2012 te Waverveen HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD 31 oktober 2012 te Waverveen Het Pact van Poldertrots Groot Mijdrecht Noord Het Pact van Poldertrots Wij beseffen

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Memo AAN VAN Raadsleden M. Bonouvrié ONDERWERP Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied DATUM 11 september 2012 REGISTRATIENUMMER 1101280/4283 Geachte raadsleden, Naar

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn Ambitieverklaring Samenwerken aan groen-recreatieve ontwikkeling in de Leidse regio 9/12/2009 Ambitieverklaring 1 Ambitieverklaring Partijen 1. De gemeente Kaag en Braassem, vertegenwoordigd door de heer

Nadere informatie

Aan Provinciale Staten

Aan Provinciale Staten www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.

Nadere informatie

Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie

Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie Landschap, water en ondergrond Meer informatie: https://www.regiogv.nl/gemeenteraden/ruimtemobiliteit/samenwerking-omgevingsvisie/ 1 Inhoud 1. Proces samenwerking

Nadere informatie

: 20 juni 2008 : Hernieuwde aanvulling op ons advies over de Hoofdlijnennotitie Drieluik Ons kenmerk : PAL 2008/018 Aantal pagina's : 2

: 20 juni 2008 : Hernieuwde aanvulling op ons advies over de Hoofdlijnennotitie Drieluik Ons kenmerk : PAL 2008/018 Aantal pagina's : 2 PAL PS van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag Datum Onderwerp : 20 juni 2008 : Hernieuwde aanvulling op ons advies over de Hoofdlijnennotitie Drieluik Ons kenmerk : PAL 2008/018 Aantal pagina's

Nadere informatie

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

Gebiedsavond Bodegraven-Noord Gebiedsavond Bodegraven-Noord Programma 20.00 u Welkom door Jan Leendert van den Heuvel 20.10u Presentatie over schetsontwerp voor Bodegraven-Noord 20.30u Korte pauze, vragen inventariseren 20.45u Tafelgesprekken

Nadere informatie

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Opsterland. Nr. 25469 16 februari 2017 AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND 1.INLEIDING ZONNE-ENERGIE IN OPKOMST Het

Nadere informatie

2. Regio Midden-Holland, vertegenwoordigd door haar portefeuillehouders, de heer D. De Haas en de heer C. De Jong;

2. Regio Midden-Holland, vertegenwoordigd door haar portefeuillehouders, de heer D. De Haas en de heer C. De Jong; Afsprakenkader Aanbesteding Openbaar vervoer over de weg in het concessiegebied Zuid- Holland Noord 2020 tussen de provincie Zuid-Holland en de regio s Midden-Holland en Holland Rijnland DE ONDERGETEKENDEN:

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Ruimte voor de Grecht DSPDF_1CB_31313139393036373432.doc Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling vakgroep Ruimtelijke ordening Mei 2013 Gemeente Woerden,

Nadere informatie

www.salland.ltonoord.nl

www.salland.ltonoord.nl Workshop Gebiedscoalities door Ben Haarman voorzitter LTO Salland en Herman Menkveld voorzitter ANV Salland LTO Salland Beter samen Ondernemen Dan samen Ondergaan! ltosalland1@gmail.com www.salland.ltonoord.nl

Nadere informatie

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting Het Groene Hart mooi dichtbij ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting Groene Hart mooi dichtbij Een recreatievisie voor het Groene Hart Voor recreatie buitenshuis wil

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland

Visie op Zuid-Holland Visie op Zuid-Holland Op weg naar de provinciale structuurvisie provincie Zuid Holland Visie op Zuid-Holland - Op weg naar de provinciale structuurvisie Visie op Zuid-Holland Veelzijdig, dynamisch. Zuid-Holland

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kaderstelling Europabeleid door Provinciale Staten Inleiding Op 11 juni 2007 jl. is door de commissie FEPO de werkgroep Europa ingesteld.

Nadere informatie

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6). VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 10 Onderwerp: Kredietaanvraag projecten Nota Ruimte middelen Nummer: 447055 In D&H: 18-10-2011 / 13-12-2011 Steller: ir. J. van Zuijlen/W. van Buren In Cie:

Nadere informatie

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Seminar Bureau Stedelijke Planning en Stibbe 22 september 2016 Jacqueline H.P. Vrolijk Projectleider herziening Ladder Waarom ook alweer de ladder? Einde

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Oude Rijnzone. Nota Ruimte budget 30 miljoen euro. Planoppervlak 425 hectare

Oude Rijnzone. Nota Ruimte budget 30 miljoen euro. Planoppervlak 425 hectare Nota Ruimte budget 30 miljoen euro Oude Rijnzone Planoppervlak 425 hectare Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Dit project was onderdeel van het kabinetsprogramma

Nadere informatie

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol - 1 PS2010RGW09 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 02-03-2010 Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT256368 Portefeuillehouder : Krol Titel

Nadere informatie

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 DEEL C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Deel C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Voor de belangrijkste tekstblokken uit het Omgevings plan Flevoland 2006 is hierna een voorstel gedaan voor

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land 3 februari 2010 Inhoudsopgave 1. Aanleiding, doel en aanpak 2. Waar wél; concentratiegebieden 3. Waar niét: vrijwaringsgebieden i 4. Overig Nederland

Nadere informatie

Brabantse Omgevingsvisie & Water in Brabant in 2030 Wateragenda

Brabantse Omgevingsvisie & Water in Brabant in 2030 Wateragenda Programma Verbindend Water Brabantse Omgevingsvisie & Water in Brabant in 2030 Wateragenda Werksessie 15 mei 2017 Water in Brabant Water in Brabant Topografische kaart 1990 Topografische kaart 1900 2016

Nadere informatie

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie):

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie): PLANOLOGIE VAN STAD & LAND BNB Huub Hooiveld Eikelhof, 2017 Wat hebben we de vorige keer gedaan? Praktisch: www.planvanhuub.nl Literatuur Handout colleges Definitie van ruimtelijke ordening Wensen Afwegen

Nadere informatie

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Revisie Omgevingsvisie Drenthe Revisie Omgevingsvisie Drenthe Tussentijds toetsingsadvies over het op te stellen milieueffectrapport 5 december 2017 / projectnummer: 3212 Tussentijds advies over het plan-mer voor de revisie van de

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie Structuurvisie Noord-Holland Achtergrondinformatie Structuurvisie: waarom en wat? - Inwerkingtreding Wro 1 juli 2008 - elke overheidslaag stelt eigen structuurvisie op (thema of gebied) - structuurvisies

Nadere informatie

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016 Strategische Agenda Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016 Versie 14 juni 2016 Kernboodschap Vitaal, duurzaam en innovatief Versterken

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Ruimte om te leven met water

Ruimte om te leven met water Ruimte om te leven met water Het huidige watersysteem is volgens de nieuwe In de toekomst wil het waterschap een zoveel Om de benodigde ruimte aan hectares te verwerven inzichten niet meer op orde. Aanpassingen

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Streefkerk: de brede dijk als kans

Streefkerk: de brede dijk als kans Streefkerk: de brede dijk als kans Symposium De Brede Dijk; Veilig leven in de toekomst Jantsje M. van Loon-Steensma 9 december 2010 Kennis voor Klimaat studie: de Klimaatdijk in de Praktijk Gebiedsspecifiek

Nadere informatie

GWM juni Status verslag Concept

GWM juni Status verslag Concept GWM2008-156 Vergadering van Werkgroep Groene Hart Vergaderdatum 12 juni 2008 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Secretariaatsbureau LST Mw. L. van Doorn Telefoonnummer 06-20599095 Verslag

Nadere informatie

Groene Hart - vervolgonderzoek

Groene Hart - vervolgonderzoek Groene Hart - vervolgonderzoek Onderzoeksopzet Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland Amsterdam, december 2012 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en Achtergrond... 2 1.1 Aanleiding... 2 1.2 Achtergrond... 3 1.2.1

Nadere informatie

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2 Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe fase 2 Inleiding Beter Bereikbaar Gouwe (BBG) is een grote gebiedsontwikkeling waarin de gemeenten

Nadere informatie

Perspectieven nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening Als bestuurders willen kan er veel

Perspectieven nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening Als bestuurders willen kan er veel Ook in licht gewijzigde vorm verschenen als artikel in tijdschrift ROM jrg. 25 (2007) nr.5 pp 34-36 Perspectieven nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening Als bestuurders willen kan er veel Rienk Kuiper Milieu-

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10 REP HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10 14 december 2018 Wat is REP? Door de huidige forse groei van wonen en werken in de regio Utrecht en nieuwe thematische ruimtevragen als energie

Nadere informatie

Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten

Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten Oudewater, 9 maart 201 8 Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten Aanleiding De Lange Linschoten is een pracht voorbeeld van kleinschalig

Nadere informatie

Presentatie evaluatie RAP

Presentatie evaluatie RAP Presentatie evaluatie RAP Regio Alkmaar PORA Wonen 5 november 2014 Dicky Sijpkens Agenda 1. Achtergrond van de evaluatie 2. Opzet van de evaluatie 3. Algemene bevindingen en verbetervoorstellen 4. Regio

Nadere informatie

Leegstand agrarisch vastgoed

Leegstand agrarisch vastgoed Leegstand agrarisch vastgoed Aard, omvang, duiding en oplossingsrichtingen 26 mei 2016, Edo Gies, Alterra Wageningen UR 2 Een stille revolutie op het platteland Dynamiek in de landbouw (1950 2016) 4 x

Nadere informatie

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied 1 inleiding Windturbines dragen bij aan een schoner milieu en hebben een moderne, hightech uitstraling. Windturbines hebben grote

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt 7 gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt Collegevergadering 6 januari 201 5 inlichtingen Herman Nijman (023 5676889) Registratienummer 2014.0057122

Nadere informatie

Over denken en doen. Doorvertaling van EV in RO. 7 december december 2010 ARCADIS Imagine the result

Over denken en doen. Doorvertaling van EV in RO. 7 december december 2010 ARCADIS Imagine the result Over denken en doen Doorvertaling van EV in RO 7 december 2010 7 december 2010 ARCADIS 2010 1 Imagine the result Doel Stap van ambitie/ DENKEN naar DOEN gezet? Inzicht in doorvertaling van EV in RO Hoofdvraag:

Nadere informatie

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie V GEMEENTE VALKE SWAARD Aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard Uw kenmerk Kenmer Onderwerp Be andeld door Bijlage(n) Datum 799874/830360 Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Nadere informatie