GWM juni Status verslag Concept

Transcriptie

1 GWM Vergadering van Werkgroep Groene Hart Vergaderdatum 12 juni 2008 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Secretariaatsbureau LST Mw. L. van Doorn Telefoonnummer Verslag van de vergadering van de werkgroep Groene Hart, gehouden op 12 juni 2008 in het provinciehuis te Utrecht. AANWEZIG: Voorzitter: Commissiegriffier: Leden werkgroep: Provincie Utrecht Provincie Zuid-Holland Provincie Noord-Holland de heer Van Lunteren de heer Schoen mevrouw Dik-Faber, mevrouw Beukema, mevrouw Dekkers-Raadsen, mevrouw De Graaff-van Meeteren, mevrouw Fokker mevrouw Van Ginkel, de heer Letschert, de heer Van der Stoep, de heer Van Dieren mevrouw Nagel, de heer Gersteling AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: de heer van Engelshoven-Huls, de heer Evertse Tevens aanwezig: Afwezig: mevrouw Takkenberg (Statengriffie provincie Noord-Holland), de heer Jonge Poerink (projectleider Voorloper Groene Hart), de heer Hartholt (directeur programmabureau Groene Hart), mevrouw Bisseling (programmabureau Groene Hart), de heer Reede (ambtenaar provincie Zuid-Holland) de heer Kraak AGENDA: 1. Opening en mededelingen 2. Vaststellen verslag werkgroep 15 mei Bespreking concept Voorloper Structuurvisie Groene Hart en het opstellen werkgroepadvies aan Statencommissies 4. Rondvraag Pagina 1/10

2 1. Opening en mededelingen De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. 2. Vaststellen verslag werkgroep 15 mei 2008 Niet behandeld. 3. Bespreking concept Voorloper Structuurvisie Groene Hart en het opstellen werkgroepadvies aan Statencommissies. Provincie Zuid-Holland heeft als enige provincie het concept Structuurvisie Groene Hart in de commissievergadering besproken. De heer VAN DER STOEP meldt dat de notitie in de commissie positief is ontvangen. Er zit toekomstvisie, de kernkwaliteiten zijn duidelijk omschreven. De heer LETSCHERT licht toe dat één van de discussiepunten wonen en werken was. Daarin is nadrukkelijk gesproken over het exclusieve woonmilieu. De commissie heeft hierin aangegeven dat er ook aandacht moet zijn voor sociale woningen en niet alleen maar luxe woningen. Tevens is de constatering van de commissie dat er primair ingezet moet worden op herstructurering van bedrijventerreinen en slechts daar waar nodig een uitbreiding kan plaatsvinden. Graag merk ik op naar aanleiding pagina 8 Landbouw, Ruimtelijk beleid voor kernkwaliteiten en bodemdaling in het kort Gebieden die kwetsbaar zijn voor bodemdaling hebben blijvend perspectief voor de landbouw als drager van de kernkwaliteiten: drooglegging ca. 50 cm m.v. en inzet van innovatieve technieken. in gebieden die kwetsbaar zijn voor oxidatie bij bodembewerking geen ruwvoerteelt zoals maïs. Het tegen gaan van bodemdaling en het perspectief blijven houden voor duurzame landbouw, dat zijn 2 componenten die moeilijk met elkaar te rijmen zijn, in een eerder document stond ook inzet innovatieve technieken. De fractie is nog niet overtuigd dat dit een juiste balans is tussen duurzame landbouw en bodemdaling. Op welke statistische gegevens zijn deze waarnemingen gebaseerd? Een ander element is dat er gesproken wordt dat Landbouw een factor is voor de werkgelegenheid, dat is op dit moment zo, maar wat zijn de verwachtingen in 2040, als je rekening houdt met schaalvergroting en innovatieve technieken? Mevrouw VAN GINKEL geeft aan dat de fractie een aantal vragen heeft gesteld, naar aanleiding van: Pagina 4. In welke mate gaan de steden meebetalen voor het Groene Hart? Op Pag. 14 en 17 wordt er gesproken over Rood voor Groen, dit geeft de indruk dat rood leidend is en groen volgend, dit moet eigenlijk andersom zijn. Op Pag. 18, staat dat EHS tot 2020 maar dit is tot Functie volgt peil, kan de commissie niet terugvinden, ze hebben ons verzekerd dat dit in het waterplan wordt opgenomen. Hoe kan het zijn dat provincie Utrecht anders met de rode contouren omgaat dan provincie Zuid-Holland? Waar de VVD fractie niet van gecharmeerd is, is het feit dat er krimp onder de bevolking zal ontstaan, maar mensen willen toch wonen en recreëren, dus je kan bebouwing niet voorkomen. In de notitie wordt er gesproken over parklandschappen en extensieve recreatie, maar dan kom je toch weer aan het Groene Hart. De heer VAN DIEREN geeft aan dat zijn fractie de volgende opmerkingen heeft gemaakt. Pagina 2/10

3 Pag. 15 Herstructurering bedrijven terrein is geen alternatief voor nieuwe bedrijventerreinen, omdat de ruimtewinst bij herstructurering meestal verwaarloosbaar is Dat is niet de mening van Zuid-Holland. Zuid Holland heeft als doelstelling 10% ruimtewinst te willen realiseren, wij zouden deze doelstelling graag in de notitie terugzien. Ook de aandacht voor de waterkwaliteit is te summier tot uiting gebracht, graag meer aandacht hiervoor. In de notitie wordt er gesproken van schaalvergroting van Agrarische functies, de commissie heeft aangegeven dat dit niet mag leiden tot mega stallen. Ook in de notitie is omschreven dat er ingezet wordt op meest waardevolle veenweide gebieden, de commissie vindt dit te selectief en wil graag dat in de notitie wordt aangegeven dat men wil inzetten op alle veenweide gebieden. De commissie vindt ook dat duurzaamheid agrarische sector zijn element moet krijgen ten aanzien van schaalvergroting en duurzame bedrijfseconomie. Afzet van de regionale producten om daar de economische sector bij te betrekken. Schaalvergroting heeft tot gevolg dat er nieuwe bedrijfscomplexen worden gebouwd en agrarische bedrijven leeg komen te staan, de commissie vraagt hiervoor de nodige aandacht. De heer VAN DER STOEP vat samen dat de positie van de Landbouw een heel belangrijk onderwerp is in het geheel. Bovenplanse verevening en de woonfunctie, ik ben benieuwd hoe men omgaat met krimp van de bevolking en de woning aantallen. De notitie is in de commissie positief ontvangen. Mevrouw NAGEL, geeft aan dat deze structuurvisie nog niet in de commissie is besproken, wij zullen op hoofdlijnen positief adviseren. Kijk nu ook naar dynamisch peilbeheer, dat is een heel belangrijk economische functie van de landbouw, Lastig punt blijft de bouw van woningen in de Bloemendaler polder. Het Rijk heeft een motie ingediend dat er 2/3 groen moet blijven, maar er moeten 500 woningen gebouwd worden. Hoe moeten wij hier mee omgaan? Tevens heeft de commissie gevraagd wat de bijdrage van de steden is in het Groene Hart? Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen betreft de Europeseregelgeving voor het vermarkten van blauwediensten? Ik ben zeer benieuwd welke rol Nederland hierin gaat spelen. De heer GERSTELING merkt op dat het doel is minder m2 bedrijfsterreinen te realiseren. Je dient wel een helder beeld te hebben wat het Groene Hart. Mevrouw DE GRAAFF, allereerst complimenten voor deze heldere notitie. In de structuurvisie wordt niet gesproken over hoe dit allemaal gerealiseerd gaat worden. Wat mijn zorgen baart is dat op pagina 14 De provincies gaan bezien of zij hun instrumenten zodanig op elkaar af kunnen stemmen dat voor het Groene Hart eenduidig beleid ontstaat Deze opmerking vind ik dubbel. Landbouw is een belangrijke kernkwaliteit. Metropolitane parklandschappen is een onduidelijke term, graag wat meer begrenzing hierin aangeven. Parklandschappen worden gezien als achtertuinen van de grote steden, maar Utrecht valt niet onder het Groene Hart, wie gaat dat dan betalen? In notitie komen er verschillende uitspraken over de rode en groene contouren naar voren, wat is de status van de rode en groene contouren? Wat willen de drie partners hiermee? Hoe gaat dit samen met de infrastructuur? De vraag is of Bloemendalerpolder nog in het Groene Hart ligt en door wie is dit vastgesteld? Pagina 3/10

4 Herstructurering Bedrijventerreinen alleen indien heel erg noodzakelijk, hierbij wil ik opmerken dat men ook oude panden kunnen hergebruiken. In de notitie wordt er waterpeil van -50 cm omschreven, maar de nota Ruimte hanteert -40. Het lijkt mij dit ook te blijven handhaven. Ook de wijze waarop peilbeheer wordt uitgevoerd verschillen wij nog van mening, het is nog niet bekend wat de beste methode is. Migratiesaldo 0, er mogen in totaal woningen in het Groenen Hart worden gebouwd, wanneer is de teldatum gestart. Wij missen de verevening en wij missen specifieke aandacht voor de kleine kernen. Groene elementen vinden wij heel waardevol, wanneer wat wordt ingezet, graag duidelijker verwerken. Mevrouw FOKKER geeft aan dat de kwaliteitsatlas te zwaar is aangezet, dit geldt echter voor Utrecht niet. Mevrouw DIK geeft aan dat de kwaliteitsatlas een heel belangrijk sturingselement kan worden, mits deze goed is ingericht. Graag deze kwaliteitsatlas aanscherpen in de notitie. Tevens stelt zij de vraag, waar de regie ligt? Mevrouw BEUKEMA merkt op dat de positie van de landbouw versterkt moet worden en er is weinig aandacht in deze notitie voor de waterkwaliteit. Schaalvergroting kan en mag niet leiden dat behoud van landschapselementen in de knel komen. Mevrouw DEKKER merkt op dat de landbouw de drager is van het Groene Hart voor dit gebied. Het onderwerp Metropolitane landschappen dient beter omschreven te worden. Zij adviseert om bij de bodemdaling de bodemkaart te gebruiken (pag. 8 en 18) De VOORZITTER merkt op dat een aantal punten worden er straks worden uitgelicht. De stuurgroep zal hierna een presentatie geven, naar aanleiding daarvan kan de discussie opgang gezet worden. Presentatie: De heer JONGE POERINK geeft aan dat de voorloper nog niet is vastgesteld en zal nog worden ingebracht bij de drie provinciale staten. Wij willen van u graag weten hoe het moet gaan worden Nu we de voorloper hebben liggen weten wij wat de majeure onderwerpen zijn, kernkwaliteiten landschap, duurzame watersystemen, toekomst van de landbouw, natuurontwikkelingen, stadland/recreatie en wonen en werken. Toekomst van de Landbouw is heel belangrijk en natuurontwikkeling is heel belangrijk Wij hebben ook de grote steden willen aanspreken, wat is de bijdrage van deze steden, wij zouden fijn vinden als de grote steden hierin mee denken. In de notitie is de waterkwaliteit nog teveel onderbelicht en voor de Metropolitane landschappen hebben wij nog geen andere term kunnen vinden. De vier kernkwaliteiten zijn tot stand gekomen uit de nota Ruimte. De eerste uitgangspunten zijn kernkwaliteit en het gebruik van de kwaliteitsatlas borgen via provinciale structuurvisies. Landbouw is zeer belangrijk voor het Groene Hart en voor de Randstad Pagina 4/10

5 Landbouw heeft verschillende betekenissen namelijk, in stand houden van het Hollands cultuurlandschap, leefbaarheid, werkgelegenheid, verbreding: zorg, recreatie, streekproducten, voedselproductie. Landbouw zorgt van oudsher voor een goede grasproductie, (kaas). Veenweide houdt water goed vast, zeer belangrijk in droge periodes, veenweide heeft weinig kunstmest nodig, geen wezenlijk onderscheid tussen gebieden ook innovatie is zeer belangrijk. Bodemdaling veeweidegebieden, probleem stelling en oplossing vernatten, de verwachting is dan met innovatieve technieken de balans weer terug kan komen. We moeten de sector dan wel stimuleren hier gebruik van te maken. In 2020 zal naar meer mogelijkheden gekeken worden. Vragen en discussiepunten zijn: Hoe belangrijk zijn de kernkwaliteiten, zijn deze het eerste aanspreekpunt? Heeft landbouw in het veenweidegebied voldoende toekomst om drager van het landschap te kunnen zijn? Is het inzetten op innovatie in combinatie met beperkte vernatting een mogelijkheid in de landbouwgebieden buiten de Groene Ruggengraat? Migratiesaldo 0, zal in de notitie beter omschreven worden. Verdeling zal over de drie Groene Hart provincies plaatsvinden. De begrenzing is vastgesteld in de vorige stuurgroep. De Bloemendalerpolder, Rijneburgpolder, Zuidaspolder vallen niet meer in het Groene Hart. De VOORZITTER merkt op om in de voorloper met een voetnoot aan te geven, dat Bloemendalerpolder, Rijneburgpolder en Zuidaspolder niet onder het Groene Hart vallen. Geeft aan dit als voetnoot hierin mee te nemen dat deze drie gebieden niet onder Groene Hart vallen. Mevrouw NAGEL, geeft aan dat Weesp wel onder het Groene Hart valt, daar heeft men nu al een conflict met het realiseren van 700 woningen. De heer JONGE POERINK deelt mede dat de peildatum in 2004 is gestart. Mevrouw DE GRAAFF vraagt bij wie de regie ligt? De heer JONGE POERINK geeft aan dat de stuurgroep aan de staten zal voorleggen of er een verdeling onder de drie provincies mogelijk is. Mevrouw NAGEL merkt op zich zorgen te maken over de term metropolitane landschappen en de term ruimte voor ruimte, dit is alleen mogelijk als de omgeving niet wordt aangetast. De heer VAN DIEREN en mevrouw DEKKER zijn het hiermee eens. De heer JONGE POERINK geeft aan dit nog verder te verduidelijken. De heer DIEREN merkt op dat in de notitie opgenomen moet worden dat men minimaal 10% moet herstructureren en pas daarna kijken naar uitbreiding. De VOORZITTER geeft aan dit mee te nemen naar de stuurgroep. Pagina 5/10

6 Mevrouw DEKKER vraagt wat het verschil in mogelijkheden is tussen landgoederen en ruimtelijke ruimte regelingen en metropolitane landschappen? De heer LETSCHERT spreekt zijn zorg uit dat de landbouw in het Groene Hart wordt weggedrukt. De VOORZITTER stelt vast dat er een duidelijke definitie moet komen wat metropolitane inhoud. Wij stellen hier vast dat er een duidelijke definitie moet komen wat MP inhoud en dan met name aantallen en schaalgrootte. Vragen en discussiepunten Hoe belangrijk zijn de kernkwaliteiten, zijn de kernkwaliteiten een uitgangspunt voor het beleid? Alle aanwezige delen deze conclusie. Mevrouw NAGEL geeft aan dat haar fractie gaat voor een landschap waar draagvlak is voor alle functies. Metropolitane is l een vaag begrip. De heer LETSCHERT geeft aan dat alles getoetst moet worden aan kernkwaliteit. De VOORZITTER geeft aan dat het geen uitgangspunt is maar een vertrekpunt. Een vraag die ook gesteld is of veenweide gebied voldoende toekomst is voor de landbouw, in provincie Utrecht wordt daar verschillend over gedacht. Mevrouw DIK geeft aan positief tegenover landbouw te staan. De heer VAN ENGELSHOVEN Geeft aan dat er innovatieve technieken zijn, maar deze zijn nog niet uitgekristalliseerd. In Zuid Holland is hier onderzoek naar gedaan. Mevrouw DEKKER geeft aan dat het van essentieel belang is het verschil te weten tussen Flexibel peilbeheer en dynamisch peilbeheer. Mevrouw FOKKER geeft aan dat 40cm leidend moet zijn in de notitie staat nu 50 cm. De heer VAN ENGELSHOVEN geeft aan dat de cijfers eruit gehaald worden, deze cm zijn per gebied verschillend, hier zal maatwerk moeten worden toegepast. De VOORZITTER geeft aan dat dit in de voorloper opgenomen moet worden, dat maatwerk de enige oplossing is voor veenweide gebied. De heer LETSCHERT hoe wil je vanuit de provincie sturen dat bedrijven agrarisch natuurbeheer gaan toepassen. De heer VAN ENGELSHOVEN dat is een lastige materie, vanuit de politiek kun je ze niet verplichten. De heer LETSCHERT vraagt hoe het staat met groene en blauwediensten in europees verband? De heer VAN ENGELSHOVEN geeft aan dat dit een misverstand is in de catalogus. Groene en blauwe diensten geven aan wat acceptabel is, maar dit is geen subsidieregeling. Pagina 6/10

7 De VOORZITTER geeft aan om in de definitieve voorloper te verwoorden wie de regierol op zich gaat nemen. De heer VAN DIEREN geeft aan dat het belangrijk is één beleid op te zetten en dit goed onderling af te stemmen. De heer VAN ENGELSHOVEN geeft aan in de voorloper kenbaar te maken hoe met instrumentarium moet worden omgegaan. De stuurgroep zal zorgdragen voor een uniformering en daarna afstemmen met de werkgroep. Allen werkgroepleden zijn met het bovenstaande eens. De VOORZITTER geeft aan dat bodemdaling voor elk gebied moet worden afgestemd, dit zal maatwerk blijven. Allen werkgroepleden zijn met het bovenstaande eens. De VOORZITTER geeft aan dat de verdeling van woningen over de drie Groene Hart Provincies als vertrekpunt te nemen en daarna monitoren of er aanleiding is voor herverdeling. Mevrouw NAGEL geeft aan dat Noord-Holland in het streekplan NH-zuid heeft gewerkt met rode contouren. Als je dan kijkt naar binnenstedelijk Weesp en binnenstedelijke Oude Amstel zijn dit woonkernen en daar komen nog paar honderd woningen bij binnen toegestane gebieden. Als je de teldatum vanaf 2004 hanteert dan hebben wij een groot probleem en dienen wij nu al woningen af te breken. Dit is voor Noord-Holland een groot probleem. De heer LETSCHERT heeft een werkbezoek gebracht heeft aan Hardinxveld-Giezendam, daar deed zich ook dit probleem voor. Deze gemeente heeft een oplossing hiervoor bedacht. De heer VAN ENGELSHOVEN zegt dat wanneer gebied buiten de grenzen van het Groene Hart valt dit geen probleem is maar ligt het binnen de grenzen dan worden deze woningen meegeteld. De VOORZITTER vraagt of er binnen de stuurgroep is nagedacht, hoe met deze problematiek moet worden omgegaan? De heer JONGE POERINK geeft aan dat nooit de intentie is geweest om de woningen buiten de rode contouren te bouwen, Noord-Holland heeft dat verkeerd geïnterpreteerd. Als u zich aan de afspraak wil houden, dan is mijn conclusie dat u vanaf nu dient te stoppen met het bouwen van woningen in het Groene Hart. Maar de tekst biedt u nog een oplossing, als u de kwaliteit ter plaatse kunt verbeteren door op andere locaties te bouwen dan nu voorzien, is dit mogelijk. De heer VAN ENGELSHOVEN legt uit dat met kwaliteit in de notitie kernkwaliteit wordt bedoeld. De heer LETSCHERT vraagt of er met een verdelingsmechanisme mogelijk is om het probleem van Noord-Holland op te lossen. De heer VAN DIEREN merkt op dat er in het begin gesproken is over een vereveningsfonds. Pagina 7/10

8 De VOORZITTER vraagt of er al over nagedacht is over vereveningsfonds? En wie gaat dit verder vormgeven. Meerderheid van de werkgroepleden willen hier aandacht voor. De heer GERSTELING voegt toe dat dit in de eerste bijeenkomst ook aan de orde is geweest. De heer VAN ENGELSHOVEN geeft aan dat het om een bestuurlijke afweging gaat. De tekst zal worden aangepast. De stuurgroep is bereid om te verschuiven indien dit tot kwaliteitsverbetering zal leiden. Mevrouw FOKKER meldt dat er één ding over het hoofd wordt gezien, namelijk dat met migratie saldo 0 wordt bedoeld om de voorzieningen op peil te houden voor de kleine kernen en gemiddelde grote steden. Provincies kunnen dat niet zomaar doen dit zal afgestemd moeten worden met de gemeenten. De VOORZITTER vraagt hierin opheldering aan de stuurgroep. De heer VAN ENGELSHOVEN geeft aan dat de stuurgroep hierin heel duidelijk is zij willen wel schuiven indien er kwaliteitsverbetering optreedt. De heer VAN DER STOEP merkt op dat het probleem verder verkend moet worden, dit is nogal een lastige materie. Mevrouw NAGEL zegt dat dit probleem zeker met De Minister te bespreken zal worden, maar graag hier uw aandacht voor. De heer JONGE POERINK geeft aan deze boodschap mee te nemen en het probleem bij het Rijk aan te kaarten. De heer VAN ENGELSHOVEN verwacht niet dat het Rijk hiermee akkoord gaat. De VOORZITTER besluit het probleem van Noord-Holland inzichtelijk te maken, om deze discussies te voorkomen. Graag aandacht voor verevening in de voorloper. Vraag: Streven naar regionale bedrijventerreinen max 600 ha bedrijventerrein De VOORZITTER merkt op dat alle partijen hebben aangegeven de nadruk te leggen op de herstructurering en dat daarna gekeken dient te worden naar nieuwe bedrijventerreinen. Verzoek aan de stuurgroep dit scherper te verwoorden. De heer GERSTELING zegt er onder voorbehoud er 600 erbij op te tellen. Mevrouw FOKKER geeft aan dat die 600 al in reeds vastgestelde streekplannen zijn opgenomen. De VOORZITTER merkt naar aanleiding daarvan op dat de kaders al vast staan. Vraag; In de metropolitane landschappen op beperkte schaal woningbouw toestaan buiten de rode contouren als (financiële) drager van extra kwaliteitsimpuls Pagina 8/10

9 De VOORZITTER antwoordt dat hier al uitgebreid over is gesproken, de boodschap is duidelijk De stuurgroep stelt dat de woningen als de begrenzing als een onlosmakelijk geheel moeten beschouwen. Mevrouw BEUKEMA merkt op dat er geen vraag over natuurontwikkeling is gesteld. De VOORZITTER vraagt om de conclusies te benoemen en dit voor te leggen aan de stuurgroep. Alle werkgroepleden vinden de notitie positief, deze notitie draagt bij aan de discussie van het Groene Hart. Hieronder een samenvatting van de opmerkingen van de werkgroepleden: Waterkwaliteit dient meer aandacht te krijgen. Eerst bedrijventerreinen Herstructureren daarna kijken of er nieuwe bedrijventerrein aangelegd moeten worden. Dit graag scherper formuleren. 600 ha nader uitleggen. In de voorloper aandacht voor de kwaliteitsatlas, hierin problematiek Noord-Holland in meenemen. Melden dat Bloemendalerpolder, Rijneburgpolder en Zuidaspolder niet in het Groene Hart vallen. Migratiesaldo 0 duidelijker en scherper definiëren. MP met name aandacht voor aantallen, schaalgroten en de functie Landbouw. Kernkwaliteiten vertrekpunt voor verder beleid in Groene Hart. Voor de bodemdaling zal maatwerk per gebied geleverd moeten worden. Instrumentarium dient nader te worden uitgewerkt. Verevening verder uitwerken. Begrenzing en aantallen worden gezien als een vaststaand gegeven. De VOORZITTER vraagt of de stuurgroep zich hierin kan vinden? De heer VAN ENGELSHOVEN geeft aan dat er geen onduidelijke afspraken zijn gemaakt maar Noord-Holland heeft hierin een onjuiste interpretatie toegepast. De VOORZITTER merkt op dat de formulering onjuist is en vraagt om de omvang van de problematiek in Noord-Holland in kaart te brengen. De heer VAN ENGELSHOVEN merkt op dat zij discussiepunt de verevening met gemeenten moeten overleggen en niet precies weten wat de uitkomst hierin zal zijn. De heer VAN DIEREN merkt op dat wij moeten streven naar één beleid in het Groene Hart. De VOORZITTER merkt op dat de stuurgroep definitieve stuk de volgende keer in werkgroep zal bespreken. Pagina 9/10

10 4. Rondvraag en sluiting De heer VAN DER STOEP merkt op dat er gesproken wordt over het raadplegen van de samenleving, dit past niet bij het karakter van de werkgroep. Wil de stuurgroep dit doorzetten? De VOORZITTER adviseert de stuurgroep dit met de samenleving te bespreken en daarna weer in te brengen in de werkgroep. De heer VAN DIEREN vraagt of onder maatschappelijke organisaties ook natuurorganisaties worden verstaan. De heer JONGE POERINK zegt dat dit klopt, maar straks is de notitie een openbaar stuk en kan iedereen hierop reageren. De VOORZITTER merkt nadrukkelijk op dat als je iets gemeenschappelijk wil bereiken dit ook moet toetsen door inspraak. Mevrouw DEKKER geeft aan dat zij bij de bodemdaling de bodemkaart mist. De Voorzitter geeft aan dat de vragen die nog onbeantwoord zijn door de stuurgroep beantwoord zullen worden. De volgende vergadering zal plaatsvinden in Noord-Holland (Haarlem) De voorzitter sluit de vergadering om uur. Pagina 10/10