6.1 Inleiding Pathologie Diagnostische methoden die gebruikt kunnen worden door de patholoog Samenvatting...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6.1 Inleiding Pathologie Diagnostische methoden die gebruikt kunnen worden door de patholoog Samenvatting..."

Transcriptie

1 Medische Terminologie Les 6 Cel en weefselleer Inhoudsopgave 6.1 Inleiding De menselijke cel Overzicht menselijke cel DNA en RNA Weefselleer Epitheel Steunweefsel Spierweefsel Zenuwweefsel Pathologie Diagnostische methoden die gebruikt kunnen worden door de patholoog Samenvatting Woordenlijst Huiswerkopgaven Copyright Laudius 03

2 6.1 Inleiding Natuurlijk is het kennen van de basisbegrippen en de globale opbouw van het menselijk lichaam niet voldoende om alle gebruikte medische termen te ontcijferen. Hiervoor is ook een goede basiskennis van de menselijke anatomie nodig. En waar beter te beginnen dan bij het begin: De cel. Een lichaam is niets meer dan een verzameling cellen, wel een zeer ingenieuze verzameling. Maar net zoals bij het bakken van een appeltaart moet u toch eerst beginnen met het lezen van het recept, voordat u weet welke ingrediënten er nodig zijn en in welke volgorde deze in de taart verwerkt worden. In deze les zal dan ook een begin gemaakt worden met het logisch opbouwen van een menselijk lichaam. Eerst is er de cel; een verzameling cellen vormt weefsel en een verzameling weefsels vormt weer een orgaan. De eerste twee, cel en weefsel, komen in deze les aan bod. Daarnaast wordt het specialisme besproken dat zich hier het meeste in verdiept. Doel: De cursist kan aan het einde van deze les: De belangrijkste kenmerken van een menselijke cel benoemen. De belangrijkste kenmerken van het menselijke weefsel benoemen. Uitleggen wat het vakgebied pathologie inhoudt. 6.2 De menselijke cel Nucleus Protoplasma Karyoplasma Cytoplasma Differentiatie Elke cel bestaat uit een celkern (nucleus) en een cellichaam, deze worden gezamenlijk door een celmembraan omsloten. De inhoud van een cel bestaat uit een gelachtige substantie: het protoplasma. Men maakt hierbij nog een onderscheid tussen het protoplasma van de celkern: het karyoplasma en van het cellichaam: het cytoplasma. Elke cel vindt zijn oorsprong in de oercel en gaat zich steeds opnieuw delen. In het begin lijken zij nog sterk op elkaar, maar al gauw gaan zij zich in verschillende richtingen ontwikkelen. Elke cel krijgt dan een specifieke taak en bouw binnen het lichaam en vormt zo gezamenlijk een orgaan. Dit verschijnsel heet differentiatie. Sterk gedifferentieerde cellen verliezen hun vermogen om te delen. Zulke hoog gespecialiseerde cellen zijn bijvoorbeeld spiercellen of zenuwcellen. Om zich te delen moet een cel kunnen groeien en voor groei zijn er bouwstenen nodig. De bouwstenen van een cel zijn eiwitten, vergelijkbaar met de muren van een huis. Net zoals een muur uit stenen bestaat, bestaat een eiwit uit aminozuren. Het opbouwen van eiwitten kost energie. Hiervoor gebruikt de cel vooral koolhydraten (bijvoorbeeld suikers) en vetten. De cel heeft een geheugen, dit bevindt zich in de nucleus (celkern). De informatie uit de nucleus komt in het cytoplasma terecht voor het regelen van de stofwisselingsprocessen. 2

3 Het begin van een mens, het eerste stadium van een bevruchte eicel. De kern van de spermacel en de kern van de eicel smelten samen. Dit is de bevruchting. De zygote (=bevruchte eicel) vormt een ondoordringbare laag. De bevruchting vindt plaats in de eileider Overzicht menselijke cel Voor diegenen die wat meer willen weten over de cel in het menselijk lichaam staat hieronder een schematische weergave van de cel met zijn inhoud. 3

4 1. Celkern (nucleus); opslagplaats van erfelijke informatie van een organisme (DNA). Hiermee bestuurt de kern alle levensprocessen. 2. Kernmembraan; omhulsel van de celkern. 3. Kernporie; opening in het kernmembraan voor de uitwisseling van stoffen tussen de kern en de cel. 4. DNA; zie verder in dit hoofdstuk. 5. Kernlichaampjes; zorgen voor de opbouw van ribosomen. 6. Ruw endoplasmatisch reticulum (ER); netwerk van membranen, dat zorgt voor transport van stoffen in de cel. 7. Glad endoplasmatisch reticulum (ER); netwerk van membranen, dat zorgt voor transport én afbraak van stoffen in de cel. 8. Ribosomen op het ER; lezen de DNA-informatie en zorgen voor de opbouw van eiwitten. Bouwen eiwitten op die buiten de cel werkzaam zijn. 9. Ribosomen in de cel; lezen de DNA-informatie en zorgen voor de opbouw van eiwitten. Bouwen eiwitten op die in de cel werkzaam zijn. 10. Mitochondrion; energieleverancier van de cel. 11. Golgi-apparaat; een soort fabriek bestaande uit op elkaar gestapelde membranen waarin allerlei stoffen van de cel worden bewerkt. 12. Lysosoom; blaasjes waarin afvalstoffen van de cel worden afgebroken. 13. Vacuole; met vocht gevulde blaasje waarin afvalstoffen of reservestoffen zijn opgeslagen. 14. Celplasma; vloeistof waarin de onderdelen van de cel liggen. 15. Celmembraan; hierdoor kunnen stoffen in de cel worden opgenomen en afgegeven aan de omgeving DNA en RNA In 1868 ontdekte de geneeskundige student Johann Miescher dat in celkernen (hij gebruikte de witte bloedcellen afkomstig uit pus van operatiewonden) speciale stoffen voorkwamen, die later nucleïnezuren werden genoemd. In de loop der jaren is gebleken dat het deze nucleïnezurencomplexen zijn die de genetische informatie dragen. 4

5 De nucleïnezuren bestaan uit lange ketens nucleotiden, die ieder weer zijn samengesteld uit een stikstofhoudende base, een suikermolecule en een fosfaatmolecule. Het DesoxyriboNucleïnezuur (-Acid) DNA komt vooral in de kern voor. Het RiboNucleïnezuur RNA komt ook in het celplasma en de daar aanwezige orgaancellen voor. Eigenlijk is deze bijzonder gecompliceerde stof die alle erfelijke eigenschappen draagt, dus die de ontwikkeling, bouw en functie van het hele organisme stuurt, opgebouwd uit slechts enkele eenvoudige bouwstenen. De opbouw is in 1954 door Watson en Crick ontdekt. Zij toonden aan dat men het DNA moet opvatten als een soort lange wenteltrap, die zich als een ritssluiting kan openen. Deze structuur wordt de dubbele helix genoemd. Een deel van de verschillen ligt in de manier van wentelen ofwel coiling genoemd. Op het DNA liggen de afzonderlijke genen. Eén gen bevat informatie over het vormen van één bepaald eiwit. Deze eiwitten zijn op hun beurt bepalend voor de biochemische activiteiten van een cel. Het DNA bepaalt door het coderen van deze eiwitten de structuur en functie van de cel. Dit gaat niet direct, maar met behulp van boodschapper (messenger) RNA ofwel mrna, dat erg op DNA lijkt. mrna, dat opgebouwd is uit vrijwel dezelfde nucleotiden als DNA, wordt overgeschreven van het DNA (transcriptie). De moleculen verlaten na de transcriptie de celkern en ze verplaatsen zich naar andere delen van de cel. Daar worden de RNA-moleculen vertaald, translatie genoemd, in aminozuren, die in een lange keten een eiwit vormen. In de laatste jaren zijn er mogelijkheden ontdekt om het DNA-materiaal kunstmatig te beïnvloeden. Het is mogelijk om het DNA-materiaal van een bacterie op te knippen en er iets in te veranderen, dit is de recombinantmethode. Een bekend voorbeeld is insuline. DNA en RNA zijn de moleculaire structuren die het erfelijke materiaal representeren. Als meest eenvoudig voorbeeld is er het virus. Een virus is een DNA- of RNAmoleculaire structuur, omhuld door een eiwitmantel, die wordt los gelaten zodra deze de cel binnendringt. Een virus kan zich alleen in de cel vermeerderen,dit gebeurt door middel van multiplicatie van het DNA- of RNA- molecuul. Tijdens dit proces kunnen er toch kleine stukjes van het virus worden veranderd, de pathogeniteit (het ziekteverwekkend vermogen) van het virus kan veranderen. Hierdoor is het mogelijk dat een virus zodanig wordt veranderd dat het virus als vaccin gebruikt kan worden. Nucleotiden DNA RNA Dubbele helix Coiling Genen Recombinant methode Pathogeniteit 5

6 Een geïsoleerd griepvirus Weefselleer De weefselleer of histologie onderzoekt de opbouw en de bijzondere functies van weefsels. Epitheel Men kan onderscheiden: 1. dekweefsel of epitheel 2. steunweefsel: a. bindweefsel b. kraakbeen c. beenweefsel 3. spierweefsel 4. zenuwweefsel 6

7 6.2.4 Epitheel De taak van het epitheel is afhankelijk van de plaats waar het voorkomt: zo heeft de huid als taak bescherming van het onderliggende weefsel en de darmwand als taak transport van bouwstenen. Iedere stof die het lichaam binnenkomt of verlaat moet het epitheel passeren. Epitheel bestaat uit cellen met, normaal gesproken, een regelmatige vorm die zonder tussenstof (intercellulaire stof) aan elkaar grenzen. In het epitheel komen geen bloedvaten voor, hierdoor is er een beperkte dikte van epitheel. De belangrijkste epitheelcelvarianten zijn: plaveiselepitheel, kubisch epitheel, cilindrisch epitheel, trilhaarepitheel. Het epitheel ligt óf aan de buitenkant van het lichaam (huid) óf bekleedt holten (darm, longen en bloedvaten) en wordt gevoed vanuit bloedvaten in het onderliggende bindweefsel. Bijzondere soorten epitheelcellen zijn: slijmcellen en kliercellen. Slijmcellen liggen apart tussen de gewone epitheelcellen en scheiden slijm af voor bescherming. Het ligt voor de hand dat epitheel met veel slijmcellen, slijmvlies (mucosa) genoemd wordt. De kliercellen zijn cellen, waarvan het protoplasma een stof afscheidt (secretie), waarvoor de grondstoffen uit het bloed worden gehaald. Wanneer een groot aantal kliercellen bij elkaar ligt en hierdoor een apart orgaan vormt, spreekt men van een klier (glandula). Men onderscheidt de klieren naar hun bouw (anatomisch) in: a. buisvormige klieren b. trosvormige klieren. Naast het verschil in bouw kan men ook de klieren onderverdelen in functie (fysiologisch): a. Endocriene klieren; geven hun product direct af aan het bloed of andere organen binnen in het lichaam. b. Exocriene klieren; geven hun product direct af door middel van een buisje naar buiten of aan een holte in het lichaam. Endocriene Exocriene Steunweefsel Bij het steunweefsel sluiten de cellen niet aan elkaar. De intercellulaire stof wordt hierdoor belangrijk. Er zijn drie soorten steunweefsel: 1. bindweefsel 2. kraakbeen 3. beenweefsel. 1. Het bindweefsel bestaat in verhouding uit weinig cellen, met ertussen een intercellulaire stof van niet-levende, draadachtige vezels. De bindweefselvezels kunnen worden ingedeeld in drie typen: a. Collagene vezels bestaan uit het eiwit collageen dat ervoor zorgt dat het weefsel zijn vorm behoudt zonder een starre structuur. 7

8 b. Reticulaire vezels zijn een variant op de collagene vezels. Ze komen vooral voor in combinatie met reticulumcellen. Deze fijne vezels verlenen ondersteuning aan de beenmergcellen en veel organen. Vooral in de lymfatische organen milt en lymfeklieren zijn ze talrijk. c. Elastische vezels zijn dunner en zoals de naam al aangeeft heel elastisch. Met al hun vertakkingen vormen ze een heel netwerk. Deze vezels komen bijvoorbeeld voor in de wanden van bloedvaten, omdat die juist heel rekbaar moeten zijn. Perichondrium 2. Het kraakbeen is veel harder en vaster dan het bindweefsel, veerkrachtiger en min of meer doorschijnend. De intercellulaire stof bestaat uit chondrine, kraakbeenlijm. Het kraakbeen is (behalve op de gewrichtsvlakken) omgeven door kraakbeenvlies (perichondrium). Osteonen Spongiosa 3. Beenweefsel is een hard en stevig weefsel, doordat de intercellulaire stof uit een grondstof van collageen en kalkzouten bestaat, waarin collagene vezels lopen. De kalkzouten verlenen de stevigheid aan het been. In sommige delen is het beenweefsel tot een harde compacte massa geworden, de zogenaamde compacta. Compacta bestaat uit een ingewikkelde structuur die het beste te zien is door een microscoop. Namelijk fijne in elkaar geschoven én in bundels verenigde botbuizen, de zogehete osteonen. In andere delen echter is het beenweefsel sponsachtig gebleven, spongiosa. Microscopisch beeld van spongiosa Corticalis De spongiosa is omsloten door een botkorst, de corticalis. Alleen de schacht van een pijpbeen is niet van dit sponsachtige weefsel gemaakt, maar heeft de vorm van een holle pijp. In de schacht bevindt zich het beenmerg waar de aanmaak van stamcellen plaatsvindt. 8

9 Alle beenderen, worden gevormd uit kraakbeen (cartilago). Het bot groeit in de lengte vanuit de epifysaire schijf. De kraakbeencellen in deze schijf vermeerderen zich enorm en rangschikken zich in rijen waardoor de lengtegroei ontstaat. De diktegroei gaat uit van het bindweefselvlies dat het kraakbeen omgeeft. Een uitzondering hierop vormen de beenderen van het schedeldak, die uit bindweefsel ontstaan. Cartilago Spierweefsel Het spierweefsel heeft als algemeen kenmerk dat het bestaat uit elementen die zich sterk kunnen verkorten, contraheren. Door myofibrillen (spiervezels), die de eigenlijke samentrekbare elementen in het weefsel zijn, wordt de contractie van spieren bewerkstelligd. Er zijn in beginsel drie verschillende vormen van spierweefsel: a. dwarsgestreept spierweefsel Contraheren Contractie b. glad spierweefsel c. hartspierweefsel Het dwarsgestreept spierweefsel (of willekeurig spierweefsel) bestaat uit spiervezels, waarop meerdere kernen liggen die afkomstig zijn van oorspronkelijke spiercellen. Deze spiercellen zijn versmolten, zogenoemde syncytium. De spiervezel bestaat uit fibrillen die in de lengterichting evenwijdig naast elkaar liggen, kunnen contraheren (samentrekken) en omgeven zijn door een vloeibare massa met er omheen een vliesje. Vele spiervezels zijn samengevoegd en omgeven door bindweefsel, dit is de spierbundel. Een aantal spierbundels vormt samen een spier. Om de gehele spier loopt weer een stevige schede van vezelig bindweefsel, genaamd de fascie. Aan het uiteinde van een spier zitten één of meerdere pezen. Zij bestaan uit zeer hard bindweefsel en zijn star. Het gladde spierweefsel (ook wel onwillekeurig spierweefsel genoemd) bestaat wel uit duidelijk herkenbare cellen. Centraal in de cel bevindt zich één celkern. De myofibrillen hebben géén dwarsstreping, ze kunnen slechts tot langzame contracties komen, maar kunnen deze lang volhouden. Glad spierweefsel is te vinden als wandbekleding in holle organen die met de stofwisseling te maken hebben. Fascie Myofibrillen De hartspier heeft een speciale bouw, die op die van de dwarsgestreepte spieren lijkt. Alle vezels zijn onderling verbonden en vormen netwerken. Het hartspierweefsel werkt niet alleen onwillekeurig maar het kan onder invloed van het vegetatieve zenuwstelsel worden bijgestuurd via een prikkelautomaat. 9

10 6.2.7 Zenuwweefsel Een zenuwcel Neuronen Dendrieten Neurieten Axonen Gliaweefsel Het zenuwweefsel bestaat uit cellen met veel uitlopers. Dergelijke cellen heten neuronen. Een neuron bestaat uit een kern met perikaryon, (dat wil zeggen dat deel van het cytoplasma, dat direct om de kern is gelegen) en de verschillende uitlopers van het cytoplasma. Een neuron heeft in ieder geval twee of meer uitlopers. Deze zijn verschillend in lengte. De korte uitlopers noemt men dendrieten, de lange uitlopers neurieten of axonen. Behalve neuronen is er ook steunweefsel aanwezig in het centrale zenuwstelsel, dat men gliaweefsel noemt. Notities 10

11 6.3 Pathologie De klinische patholoog houdt zich bezig met de vragen: Hoe ziet de ziekte eruit? ; Hoe is het mogelijk ontstaan?. Kortom het stellen van een diagnose op basis van onderzoek van zieke weefsels (histopathologie) en cellen (cytopathologie). Deze diagnose is van groot belang voor de behandelend arts voor het opstellen van een behandelplan. De patholoog maakt gebruik van verschillende technieken zoals reguliere microscopie, immunohistologie, elektronenmicroscopie en moleculaire pathologie. Histopathologie Cytopathologie Diagnostische methoden die gebruikt kunnen worden door de patholoog Diagnostische methoden die gebruikt kunnen worden door de patholoog zijn: a. Histochemisch onderzoek b. Immuunhisto- en cytochemie c. DNA-onderzoek d. In situ hybridisatie e. Enzymhisto- en cytochemie f. Elektronenmicroscoop g. Micrografisch chirurgie Histochemisch onderzoek: Vanuit de operatiekamers, het dagcentrum en de poliklinieken worden weefselstukjes en grotere preparaten ter diagnose aangeboden. Na een macroscopische beschrijving en fixatie van het materiaal worden relevante weefselstukjes uitgenomen, ontwaterd en ingebed in paraffine. Van deze paraffineblokjes worden plakjes gesneden met een dikte van enkele micrometers (coupes) en op objectglaasjes aangebracht, die, na uitvoering van een standaard kleurtechniek, microscopisch kunnen worden beoordeeld. Aan de hand van deze microscopische preparaten wordt een diagnose gesteld ten aanzien van de in het weefsel voorkomende afwijkingen. Afhankelijk van de eerste bevindingen of de klinische vraagstelling kunnen op het materiaal aanvullende histologische kleuringen worden verricht. Immuunhisto- en cytochemie: Dit is een techniek waarbij antigenen, moleculen die in staat zijn het afweersysteem te activeren, met behulp van specifieke antilichamen in biologisch weefsel kunnen worden gelokaliseerd. De naam is samengesteld uit "immunis", hetgeen verwijst naar de gebruikte antilichamen en "histos" dat weefsel betekent. De techniek immuunhistochemie wordt veel gebruikt om een diagnose van abnormale cellen te stellen, zoals die voorkomen in tumoren. Immuuncytochemie is dezelfde techniek alleen dan op cel (cyto)- niveau. Antigenen Antilichamen 11

12 DNA-onderzoek: De mogelijkheden hierbij worden met de dag uitgebreid. In situ Morfologie In situ hybridisatie: In situ betekent ter plaatse. In situ hybridisatie is een methode voor het zoeken van specifieke bekende DNA- of RNA-delen in histo / cytologische preparaten zonder verlies van de vorm en bouw van het weefsel/cel (morfologie). Enzymhisto- en enzymcytochemie: Hiermee toont men de activiteit van een enzym in cel- en weefselpreparaten aan. Enzymhisto/enzymcyto-chemie heeft een lagere gevoeligheid dan immuunhistochemie. Elektronenmicroscoop Elektronenmicroscoop: Hierbij wordt van de techniek gebruikgemaakt waarbij elektronen gebruikt worden om het oppervlak of de inhoud van cellen of weefsel af te beelden. Micrografische chirurgie: Beter bekend als Mohs micrografische chirurgie. Deze chirurgie werd ontwikkeld door Frederick Mohs, een Amerikaanse chirurg. Deze operatietechniek wordt gebruikt om huidkanker (het basaalcelcarcinoom) zo precies mogelijk weg te halen, zonder dat daarbij teveel gezonde huid verloren gaat. De weggenomen weefselmonsters worden direct door een patholoog nagekeken terwijl een patiënt nog aan het wachten is. Indien de snijvlakken niet schoon zijn, dus niet kankercel vrij, wordt er nog meer van de huid weggehaald. 12

13 6.4 Samenvatting De menselijke cel is het fundamentele, levende, structurele en functionele onderdeel van het menselijk lichaam. De drie voornaamste onderdelen van een cel zijn het membraan, cytoplasma en nucleus. Uit één cel kunnen vele onderling gelijke cellen ontstaan. Zulke samenhangende cellen vormen samen weer een weefsel. Dankzij een differentiatieproces kan men in het menselijke lichaam talrijke verschillende weefsels onderscheiden. Door een zekere overeenkomst in weefsel kan men weer een weefselgroep vormen. Deze zijn in vier groepen verdeeld. Namelijk: Dek- en klierweefsel Bind- en steunweefsel Spierweefsel Zenuwweefsel Indien er iets mis is op cel- en/ of weefselniveau gaat een patholoog onderzoek verrichten zodat een diagnose en/of behandelplan precies bepaald kan worden. De hiervoor gebruikte technieken zijn zeer dynamisch. Zij zijn zeer onderhevig aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten. 6.5 Woordenlijst Met deze woordenlijst is het gemakkelijk om de medische termen in twee richtingen te leren: dek één kolom af met een stuk papier en vul hierop de vertaling in. Antigeen Axonen of neurieten Cartilago Coiling Contractie Contraheren Corticalis Cytoplasma Dendrieten Differentiatie: Dna desoxyribo nucleine acid Dubbele helix Endocrien molecuul dat in staat is het afweersysteem te activeren lange uitlopers van de zenuwcel kraakbeen manier van wentelen van de dubbele helix het samentrekken samentrekken (werkwoord) botkorst protoplasma van het cellichaam, vloeistof waarin de onderdelen van de cel liggen. korte uitlopers van de zenuwcel het zich ontwikkelen van cellen, weefsels en organen tot eenheden met bepaalde eigenschappen en eigen karakter desoxyribonucleïnezuur, drager van erfelijke eigenschappen DNA kan men opvatten als een soort lange wenteltrap, die zich als een ritssluiting kan openen afgifte direct aan het bloed of een ander orgaan in het lichaam 13

14 Epitheel Exocrien Fascie Glandula Gliaweefsel Histologie Histos In situ Intercellulaire stof Karyoplasma Mucosa Myofibrillen Neurieten of axonen Neuronen Nucleus Osteonen Pathogeniteit Perichondrium Protoplasma Spongiosa dekweefsel afgifte direct door middel van een buisje naar buiten of aan een holte in het lichaam spierschede van vezelig bindweefsel klier steunweefsel in het centrale zenuwstelsel weefselleer weefsel ter plaatse tussenstof tussen de cellen protoplasma van de celkern slijmvlies spiervezels lange uitlopers van de zenuwcel zenuwcellen celkern fijne in elkaar geschoven en in bundels verenigde botbuizen ziekteverwekkend vermogen (bijv. van een virus) kraakbeenvlies celinhoud, bestaande uit een gelachtige substantie sponsachtig gebleven beenweefsel 6.6 Huiswerkopgaven 1. Onderstreep in de volgende woorden het voorvoegsel en vertaal dit, antilichaam cytopathologie histopathologie myofibrillen 2. Welke onderzoeksmethoden gebruikt een patholoog? 3. Zet de volgende woorden uit dit hoofdstuk in het meervoud: dendriet nucleus tractus 4. Welke weefselsoorten kunnen we onderscheiden? 14

15 5. Welke schrijfwijze is correct: a. epifysaire schijf b. epifisaire schijf c. epifyse schijf d. geen van alle 6. Wat is micrografische chirurgie? 7. Wat is het kleinste levende deeltje van een organisme? a. cel b. orgaanstelsel c. kern d. weefsel 8. Verschillende organen bij elkaar die samen één of meer functies hebben, noemen we: a. weefsel b. lichaam c. organisme d. orgaanstelsel of tractus 9. Het verschijnsel waarbij cellen een orgaan gaan vormen heet; a. configuratie b. proliferatie c. differentiatie d. translatie e. transcriptie 10. Waaruit bestaat een zenuwcel? 15

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Weefsels

Samenvatting Biologie Weefsels Samenvatting Biologie Weefsels Samenvatting door een scholier 1693 woorden 29 oktober 2008 7,1 21 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting epitheelweefsel: Epitheelweefsel kan in gedeeld worden naar vorm:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM Cellen, weefsels en organen (grondig lezen) Cellen: Organen: Weefsel: kleinste functionele eenheden van ons lichaam zeer uiteenlopende morfologie (=vorm/bouw) die samenhangt

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting door een scholier 751 woorden 30 mei 2017 8,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 organen en cellen iets uitleg voorbeelden

Nadere informatie

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid

Nadere informatie

In welke volgorde vindt deze deling plaats?

In welke volgorde vindt deze deling plaats? 1. Wat behoort tot de vegetatieve levensverrichtingen van een cel? A) Beweging. B) Prikkelbaarheid. C) Stofwisseling. 2. Wat is de functie van het centraallichaampje? A) Het leveren van energie. B) Het

Nadere informatie

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding

Nadere informatie

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Celleer

Samenvatting Biologie Celleer Samenvatting Biologie Celleer Samenvatting door een scholier 2690 woorden 9 april 2006 6,7 153 keer beoordeeld Vak Biologie Celleer Celmembraan De wand van de cel heet: celmembraan Deze is semi- permeabel

Nadere informatie

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling? 1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Lichaamscellen NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

Cellen in het lichaam.

Cellen in het lichaam. Hfdst. 1 Hfdst. 2 Hfdst. 3 Hfdst. 4 Hfdst. 5 Hfdst. 6 Hfdst. 7 Cellen in het lichaam. Besturing Energievoorziening Beweging en vorm Celbehoud Transport Celdeling Stevigheid van de cel Bron: bewerkt naar

Nadere informatie

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel Auteurs: Sjoerd Schouten & Kelly Simons Studentnr: 0889861, 0879682 Datum: 8 Februari 2015 instituut: Hogeschool

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Cellen

Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische-opdracht door een scholier 1674 woorden 12 juni 2004 5,9 513 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen Elk organisme op aarde is opgebouwd uit één of meer cellen.

Nadere informatie

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel BOTTUMOREN Om beter te kunnen begrijpen wat een bottumor juist is, wordt er in deze brochure meer uitleg gegeven over de normale structuur van het bot. Op die manier krijgt u een beter zicht op wat abnormaal

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

Zenuwcellen met Nissl-substantie

Zenuwcellen met Nissl-substantie Zenuwcellen met Nissl-substantie Download deze pagina als.pdf, klik hier Bronvermelding: 1 Theorie: Junqueira L.C. en Carneiro J. (2004, tiende druk), Functionele histologie, Maarssen. Uitgeverij Elsevier.

Nadere informatie

Algemene anatomie en fysiologie

Algemene anatomie en fysiologie Naam kandidaat: Voetverzorger Kwalificatiecode 10505 Algemene anatomie en fysiologie Datum : 4 juni 2009 Werktijd : 60 minuten Deelkwalificatiecode : 51934 Waardering Cesuur Werkwijze : 1 punt per vraag,

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een

Nadere informatie

Cellen en weefsels. Bouw en functie van het lichaam hangen sterk met elkaar samen. Daarom staan ze bij elkaar in elke hoofdstuk van dit boek.

Cellen en weefsels. Bouw en functie van het lichaam hangen sterk met elkaar samen. Daarom staan ze bij elkaar in elke hoofdstuk van dit boek. Cellen en weefsels 1 Voor een goed begrip van dit eerste hoofdstuk van het boek Anatomie en fysiologie wordt eerst een aantal belangrijke woorden uitgelegd: anatomie is de wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding DC 14 Het bewegingsstelsel 1 Inleiding Wij bewegen voortdurend. Om dat mogelijk te maken, hebben we een heel systeem. Dat systeem bestaat voornamelijk uit beenderen, gewrichten en spieren. De spieren worden

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 2

Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting door Adeline 2260 woorden 18 oktober 2016 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Nanotechnologie Met nano wordt aangeduid dat iets erg

Nadere informatie

1 Cellen en weefsels Basisbegrippen Cellen Weefsels Nog enkele basisbegrippen Afsluiting 35

1 Cellen en weefsels Basisbegrippen Cellen Weefsels Nog enkele basisbegrippen Afsluiting 35 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Cellen en weefsels 9 1.1 Basisbegrippen 9 1.2 Cellen 11 1.3 Weefsels 23 1.4 Nog enkele basisbegrippen 31 1.5 Afsluiting 35 2 Skelet en spieren 36 2.1 Het bewegingsapparaat:

Nadere informatie

B2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat

B2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat Samenvatting door L. 1614 woorden 6 september 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 2 Cellen B1 Weefselonderzoek Kanker bij kanker is de celdeling van een cel ontregeld en ontstaat een

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Een organisme bestaat uit verschillende weefsels, die opgebouwd zijn uit cellen. Cellen zijn dus de bouwblokken van elk levend organisme. De ontwikkeling van slechts een

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november 2009 9,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven 2.1 Het doel van natuurwetenschappelijk werk is: iets te weten

Nadere informatie

Samenvatting biologie thema 2

Samenvatting biologie thema 2 Samenvatting biologie thema 2 Doelstelling 1 Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. - Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten 94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6

Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6 Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1894 woorden 6 november 2007 5,4 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1. Basisstof 1.

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be

Nadere informatie

Les wetenschappen: biologie

Les wetenschappen: biologie Les wetenschappen: biologie 1. De ontdekking van cellen: Vermogen= 0,2mm Lichtmicroscoop= x 1000 Elektronenmicroscoop= x 1000 2. Cellen in relatie met andere organisatieniveaus: Organisme Algemeen Konijn

Nadere informatie

de cel A&F_MBO_H01.indd :21

de cel A&F_MBO_H01.indd :21 1 de cel De cel 1 Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende componenten van een cel. Het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 149 150 Nederlandse Samenvatting Het immuunsysteem beschermt ons lichaam tegen de invasie van lichaamsvreemde eiwiten en schadelijke indringers, zoals bijvoorbeeld bacteriën. Celen die de bacteriën opruimen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft

Nadere informatie

Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kevin Koorda 31 january 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/71664 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie

1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie 1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis Vragen les 1 fysiologie 2) Aan de spina iliaca anterior superior (sias) hechten vast:

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H1+2

Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting door Marjolein 2356 woorden 20 december 2017 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-h12

Nadere informatie

Pagina 2. -Inhoudsopgave. 2 Inhoudsopgave. 3 Inleiding. 4 Hoofdstuk 1. Celleer. 11 Hoofdstuk 2. Weefselleer/Histologie. 23 Hoofdstuk 3.

Pagina 2. -Inhoudsopgave. 2 Inhoudsopgave. 3 Inleiding. 4 Hoofdstuk 1. Celleer. 11 Hoofdstuk 2. Weefselleer/Histologie. 23 Hoofdstuk 3. Pagina 1 -Inhoudsopgave. Paginanummer Onderdeel 2 Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Hoofdstuk 1. Celleer. 11 Hoofdstuk 2. Weefselleer/Histologie 23 Hoofdstuk 3. De huid 34 Hoofdstuk 4. De stofwisseling 37 Hoofdstuk

Nadere informatie

GENEXPRESSIE VOORBEREIDENDE LES

GENEXPRESSIE VOORBEREIDENDE LES GENEXPRESSIE VOORBEREIDENDE LES Alle organismen op aarde zijn opgebouwd uit cellen. Ook jouw eigen lichaam bestaat uit cellen. Die cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit. Zo is een huidcel heel compact,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen Samenvatting door een scholier 299 woorden 28 januari 215 7 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Nanotechnologie 1 nanometer =, 1 meter

Nadere informatie

Biologie 1997 Augustus

Biologie 1997 Augustus www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een

Nadere informatie

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel Auteurs: Sjoerd Schouten & Kelly Simons Studentnr: 0889861, 0879682 Datum: 8 Februari 2015 instituut: Hogeschool

Nadere informatie

WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM. Onco_alg_008

WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM. Onco_alg_008 WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM Onco_alg_008 WAT VINDT U TERUG IN DEZE BROCHURE 01 Inleiding 3 02 Celindeling 3 03 Het lymfestelsel 4 WAT IS KANKER? 2 01 INLEIDING Kanker is een verzamelnaam voor meer dan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Met dit proefschrift ga ik promoveren in de biochemie. In dit vakgebied wordt de biologie bestudeerd vanuit chemisch perspectief. Het

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen Samenvatting Biologie Hoofdstuk : Cellen Samenvatting door Anna 1714 woorden 12 november 2017 8,1 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk : Cellen Paragraaf 1: Celonderdelen Om het overzicht

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede

Nadere informatie

Vragen bij paragraaf 3.1

Vragen bij paragraaf 3.1 Vragen bij paragraaf 3.1 1. Organen en orgaanstelsels a) Beenderstelsel/botttenstelsel b) ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel c) Longen, nieren en huid (de blaas is FOUT) d) spier, klier en bloedvatweefsel

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Voortplanting en celdeling

Voortplanting en celdeling Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken

Nadere informatie

Intermezzo, De expressie van een eiwit.

Intermezzo, De expressie van een eiwit. Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Erfelijkheid NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële

Nadere informatie

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt.

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt. Opdracht door een scholier 1977 woorden 9 december 2016 5,8 6 keer beoordeeld Vak Biologie Theorie algemeen: Bacteriën leven bijna overal. Je vindt ze in een woestijnen en ijsbergen. Ze komen voor in het

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1499 woorden 22 december 2004 6,4 120 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Organismen zijn: planten, dieren en mensen

Nadere informatie

GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT

GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT Alle organismen op aarde zijn opgebouwd uit cellen. Ook jouw eigen lichaam bestaat uit cellen. Die cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit. Zo is een huidcel heel compact,

Nadere informatie

Belangrijke functies van vitale celstoffen

Belangrijke functies van vitale celstoffen Vitale celstofsynergieën (de synergie tussen bepaalde vitale stoffen zoals, vitamines en andere micronutriënten) voor de verzorging van de lichaamscellen Hoofdstuk 3 Belangrijke functies van vitale celstoffen

Nadere informatie

Longen histologie. 1. Trachea 2. Bronchiën 3. Bronchiolen 4. Terminale bronchiolen 5. Respiratoire bronchiolen 6. Alveoli

Longen histologie. 1. Trachea 2. Bronchiën 3. Bronchiolen 4. Terminale bronchiolen 5. Respiratoire bronchiolen 6. Alveoli Longen histologie 1. Trachea 2. Bronchiën 3. Bronchiolen 4. Terminale bronchiolen 5. Respiratoire bronchiolen 6. Alveoli Tentamen - verschil tussen bronchiolen en bloedvaten herkennen - verschil tussen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting 159

Nederlandse Samenvatting 159 Nederlandse Samenvatting 159 NEDERLANDSE SAMENVATTING (voor de leek) In het dagelijkse leven worden wij als mensen steeds geconfronteerd met keuzes. ij de meeste keuzes staan we niet eens meer stil. Je

Nadere informatie

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen Bewegen Om te kunnen bewegen hebben we spieren nodig, maar ook een skelet dat ons lichaam vorm geeft en de beweging mogelijk maakt. Onze gewrichten zorgen er voor dat dit mogelijk is binnen ons lichaam.

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële

Nadere informatie

157 De ontdekking van de natuurlijke aanwezigheid van antisense oligonucleotiden in eukaryote cellen, die de expressie van specifieke eiwitten kunnen reguleren, heeft in de afgelopen tientallen jaren gezorgd

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk

Nadere informatie

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif. Samenvatting Thema 1: Organen en cellen Basisstof 1 Levenskenmerken (levensverschijnselen): - stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding) - groei - voortplanting - reageren op prikkels - ontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2, Cellen: bouw en functie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2, Cellen: bouw en functie Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2, Cellen: bouw en functie Samenvatting door een scholier 1045 woorden 4 maart 2009 7,3 32 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Synaps Synaps 1, Hoofdstuk 2: 'Cellen: bouw

Nadere informatie

Hetzelfde DNA in elke cel

Hetzelfde DNA in elke cel EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten

Nadere informatie

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het?

WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het? WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het? Oncologie/0145 1 Deze informatiebrochure is voor personen met een weke delen sarcoom en alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn: familie, vrienden We geven

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie Circulatie. Spierweefsel. Spierweefsel indeling. Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet

Anatomie / fysiologie Circulatie. Spierweefsel. Spierweefsel indeling. Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet Anatomie / fysiologie Circulatie Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet FHV2009 / Cxx53 13+14 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Spierweefsel Spiercellen gekenmerkt door aanwezigheid van in serie geschakelde

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1

Samenvatting Biologie Thema 1 Samenvatting Biologie Thema 1 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 23 oktober 2007 6,1 58 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat is biologie? Biologie: studie van organismen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend onder de naam bakkersgist. De bekendste toepassing van deze gist is het gebruik voor het rijzen van brood, maar

Nadere informatie

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens! Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor

Nadere informatie

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen 1 In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: opbouw van het menselijk lichaam algemene fysiologie spijsverteringsstelsel ademhalingsstelsel

Nadere informatie

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten

Nadere informatie

In het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op.

In het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op. Algemene anatomie en fysiologie/fysiologie/ niveau 2 Cellen Bouw en functie van cellen Levende organismen bestaan uit één of meer cellen, die er voor zorgen dat de soort en het individu in stand wordt

Nadere informatie

Anatomie en Fysiologie voor de opleiding tot Verpleegkundige

Anatomie en Fysiologie voor de opleiding tot Verpleegkundige Werkboek Anatomie en Fysiologie voor de opleiding tot Verpleegkundige 2 Anatomie en Fysiologie voor de opleiding tot Verpleegkundige 3 Inhoudsopgave Voorwoord en uitleg van de methode... 6 Anatomische

Nadere informatie

Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kevin Koorda 31 January 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/71664 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

toekomstig te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. Door de hoofdstructuur worden natuurgebieden aan elkaar verbonden.

toekomstig te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. Door de hoofdstructuur worden natuurgebieden aan elkaar verbonden. E Ecologische hoofdstructuur Ecologische voedingsmiddelen Ecosysteem Eenjarige plant Effectoren Eicel Eierstokken Eilandjes van Langerhans Eilandtheorie Eileider Eiwitsynthese Een samenhangend netwerk

Nadere informatie

Gewichtsverlies bij Huntington patiënten

Gewichtsverlies bij Huntington patiënten Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Mollige muizen wijzen op het belang van de hypothalamus bij de ziekte

Nadere informatie

Theorie Module Cellen

Theorie Module Cellen Theorie Module Cellen 3VWO/3TTO Biologie Inhoudsopgave Een aantal theorieblokken staan in een kader. Deze theorie is verdieping en hoeft niet geleerd te worden voor het proefwerk, tenzij de docent anders

Nadere informatie

www. Biologie 2001 Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G - A - C - T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één

Nadere informatie

Eindexamen biologie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen biologie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Genetisch gemodificeerde gewassen 1 1, 2, 3 en 5 Voor elke fout of ontbrekend cijfer 1 punt aftrekken. 2 Voorbeelden

Nadere informatie

Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2

Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2 Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2 1. Geef van onderstaande begrippen een omschrijving. celdifferentiatie overgang van stamcellen in specifieke cellen (specialisatie) katalysator een stof die een bepaalde

Nadere informatie

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten Stofwisseling

Mitochondriële ziekten Stofwisseling Mitochondriële ziekten Stofwisseling Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de stofwisseling. De stofwisseling is niet eenvoudig daarom

Nadere informatie

GOED ALS NIEUW BIOLOGIE LEERLINGENHANDLEIDING

GOED ALS NIEUW BIOLOGIE LEERLINGENHANDLEIDING ZO GOED ALS NIEUW BIOLOGIE LES 1: GEKWEEKTE WEEFSELS Als er in ons lichaam iets kapot gaat, kan dat een probleem opleveren. Sommige onderdelen zijn te vervangen, maar zo goed als het origineel wordt het

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT 1.1 De tuin 1 Wat leeft er in een tuin? Organismen: dit zijn levende wezens zoals, planten, dieren, mensen, bacteriën en schimmels. Levenskenmerken:

Nadere informatie

8.1. Boekverslag door L woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2

8.1. Boekverslag door L woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 Boekverslag door L. 2738 woorden 15 december 2014 8.1 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 Samenvatting biologie h.2 2.1: weefselonderzoek

Nadere informatie