RUIMTELIJKE ORDENING: definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Transcriptie

1 Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Vergadering van 2 oktober 2013 Aanwezig: Wouter Beke, burgemeester-voorzitter Erwin Van Pée, Guy Legein, Sara Verbeeck, Marleen Kauffmann, schepenen Door Steyaert, Gilbert Hulsmans, Jos Wouters, Eric Coenen, Uzeyir Karaca, Ronald Peeters, Danny Bloemen, Toni Fonteyn, Diane De Volder, Katrien Ozeel, Jos Berghmans, Bert Boeckx, Marco Nicoli, Franky Geypen, Maarten Vanzeir, Matthias Pira, Annika Lenaerts, Werner Noels en Annick Philips, gemeenteraadsleden. Sonja Surkyn, schepen-voorzitter OCMW (zonder stemrecht) Dany Punie, wd. gemeentesecretaris RUIMTELIJKE ORDENING: definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Aan de Kom Percelen gelegen 1 ste afdeling Achter het Kanaal Sie A nrs A, 3415 B, 3416 A, 3417 A, 3418 A, 3419 A, 3420 A, 3421 A, 3422 A, 3423 A, 3424 A, 3425 A, 3426 A, 3427 A, 3428 A, 3429 A, 3430 A, 3431 A, 3432 A, 3433 A, 3434 A, 3435 A, 3436 A, 3437 A, 3438 A, 3439 A, 3440 A, 3441 A, 3442 A, 3443 A, 3444 A, 3445 A, 3446 A, 3447 A, 3448 A, 3449 A, 3450 A, 3451 A, 3452 A, 3453 A, 3454 A, 3510 A en 3511 A. DE GEMEENTERAAD Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43. Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij latere wetten en decreten. Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) welke van kracht is geworden op 1 september 2009 en de latere wijzigingen., inzonderheid de artikels en Gelet op het decreet betreffende het Grond- en Pandenbeleid van 27 maart 2009 en de latere wijzigingen. Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

2 Overwegende dat het woonuitbreidingsgebied gelegen naast het Kanaal van Beverlo, zich situeert binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied van Leopoldsburg zoals voorzien in het ontwerp eindrapport afbakening KSG Leopoldsburg van februari 2005 (RUP in beginfase van opmaak). Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Leopoldsburg (GRS), definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 29 mei 2008 en goedgekeurd door de bestendige deputatie op 28 augustus Overwegende dat in de aanzet tot de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, diversificatie van het woningaanbod via Wonen aan het water opgenomen is als één van de strategische projecten. Overwegende dat in het richtinggevend deel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Leopoldsburg (GRS) strategische stedelijke projecten (kanaalkom en stationsomgeving) zijn opgenomen die voor nieuwe impulsen moeten zorgen voor de kleinstedelijke ontwikkeling en de lokale woonmarkt. De eigentijdse en kwalitatieve uitstraling van deze strategische projecten zorgen voor een nieuwe dynamiek en vormen een motorfunctie voor de opwaardering van het woonpatrimonium in het algemeen. Gelet op de ruimtelijke kernbeslissingen RKB 27 (opmaak van een gemeentelijk BPA/ RUP voor de kanaalkom) en RKB 36 (opmaken van inrichtingsplannen voor het openbaar domein rond de kanaalkom) zoals opgenomen in het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Leopoldsburg (GRS). Gelet op het schrijven van de provincie Limburg met de vermelding dat de bestendige deputatie in zitting van 25 november 2010 besliste dat het RUP Aan de Kom op gemeentelijk niveau kan uitgewerkt worden, rekening houdende met de mogelijke juridische problemen ten gevolge van deze voorafname van het PRUP Afbakening kleinstedelijk gbied Leopoldsburg en op voorwaarde dat er een afstemming gebeurt met het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg. Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 maart 2005 betreffende de opmaak van een BPA Aan de Kom lastvoorwaarden en bestek. Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 september 2005 waarbij de opdracht voor de opmaak van het BPA Aan de Kom na een onderhandelingsprocedure werd toegewezen aan Libost-Groep NV, studiebureau (ondertussen Grontmij NV). Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 1 februari 2008 tot de omzetting van het bijzonder plan van aanleg (BPA) Aan de Kom naar een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Aan de Kom. Gelet op het schrijven van 3 juli 2009 (met het bijhorende screeningsdossier )naar het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer met de vraag om een beslissing te nemen betreffende de opmaak van een plan-mer. Overwegende dat het RUP niet van rechtswege plan-mer plichtig is en dus in aanmerking komt voor een onderzoek tot milieueffectrapportage.

3 Gelet op het schrijven van 10 augustus 2009 van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer (kenmerk LNE/MER/OHPL0208/09) met als conclusie dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat derhalve de opmaak van een plan-mer niet nodig is. Gelet op artikel , 1, zesde lid van de Vlaamse Codex en het advies van de afdeling Milieu, Natuur en Energiebeleid dienst veiligheidsrapportering van 6 augustus 2012 waaruit blijkt dat voor het GRUP geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden en dat er voor het aspect externe veiligheid geen verdere actie dient ondernomen te worden. Gelet op de watertoets. Het voorliggende project is niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgevoelig gebied gelegen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Gelet op de plenaire vergadering van 21 september 2012, waarop alle adviesverlenende instanties werden uitgenodigd en verzocht werden het voorontwerp te adviseren. Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 21 september 2012 en de uitgebrachte adviezen. Overwegende dat het voorontwerp in functie van de op de plenaire vergaderingen van 21 september 2012 geformuleerde opmerkingen en adviezen werd aangepast. Overwegende dat het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Aan de Kom voorlopig werd vastgesteld door de gemeenteraad op 3 april Gelet op artikel van de Vlaamse Codex waarin gesteld wordt dat het voorlopig vastgestelde plan verstuurd moet worden naar de deputatie van de provincie waarin de gemeente gelegen is, naar het agentschap en naar de Vlaamse Regering en dat volgens artikel van deze Vlaamse Codex deze instanties, evenals het college van burgemeester en schepenen en de deputatie van respectievelijk de gemeenten en de provincies die grenzen aan de gemeente, hun adviezen, opmerkingen en bezwaren kunnen versturen naar de GECORO tijdens de periode van het openbaar onderzoek. Gelet op artikel en 3 van de Vlaamse Codex waarin gesteld wordt dat het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van GRUP onderwerpt aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen. Dat het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van GRUP van 6 mei 2013 tot en met 4 juli 2013 onderworpen heeft aan een openbaar onderzoek; dat dit openbaar onderzoek vooraf werd aangekondigd door publicatie in het Belgisch Staatsblad, in drie dagbladen die in de gemeente worden verspreid, in het gemeentelijk infoblad en op de gemeentelijke website. Gelet op de adviesaanvragen verstuurd tijdens de periode van het openbaar onderzoek, namelijk het vragen van advies op 10 april 2013 aan de deputatie provincie Limburg, Ruimtelijke Ordening Limburg, de Vlaamse Regering, aan de aanpalende gemeentebesturen van Lommel, Beringen, Ham, Hechtel-Eksel, Balen en de deputatie van de provincie Antwerpen. Gelet op het getuigschrift van opening van openbaar onderzoek van 8 april 2013.

4 Gelet op het getuigschrift van sluiting van openbaar onderzoek van 8 juli Gelet op de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen, opmerkingen en bezwaren; dat er 4 ontvankelijke adviezen, 5 ontvankelijke bezwaren, 1 onontvankelijk bezwaar en 1 opmerking (informatief plannetje zonder begeleidende tekst) werden ontvangen. Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de deputatie provincie Limburg van 7 juni 2013: Op 3 april 2013 stelde de gemeenteraad van Leopoldsburg het ontwerp van het GRUP- Aan de Kom te Leopoldsburg voorlopig vast. Het openbaar onderzoek werd gestart op 6 mei 2013 en loopt gedurende 60 dagen tot en met 4 juli Het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg (RSPL) werd definitief vastgesteld door de provincieraad in zitting van 18 september 2002 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 februari Het goedkeuringsbesluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 februari Op 12 maart 2003 (veertien dagen na de bekendmaking) is het RSPL in werking getreden. Sedertdien vormen het RSPL en de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP's), naast het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV), het toetsingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen. De actualisatie van het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg werd definitief vastgesteld door de provincieraad in zitting van 16 mei 2012 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 juli Het goedkeuringsbesluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 september Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Leopoldsburg werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Leopoldsburg op 29 mei 2008 en goedgekeurd door de deputatie op 28 augustus Het besluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 september Op 23 september 2008 (14 dagen na de bekendmaking) is het GRS- Leopoldsburg in werking getreden. Sedertdien vormt het GRS-Leopoldsburg een bijkomend toetsingskader voor wat de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen van Leopoldsburg betreft. Bijgevolg worden de GRUP s van Leopoldsburg met het oog op hun goedkeuring door de deputatie getoetst aan het RSPL, het RSV, eventuele PRUP s en het GRS-Leopoldsburg. 1 Juridisch-planologische context 1.1 Overeenstemming met het RSPL (en het RSV) 1.2 Overeenstemming met de PRUP s 1.3 Overeenstemming met het GRS-Leopoldsburg 1.4 De watertoets 1.5 De ruimtelijke veiligheidstoets 1.6 De plan-mer-plicht 2 Ruimtelijke afweging 3 Conclusie. 1 JURIDISCH-PLANOLOGISCHE CONTEXT

5 Binnen het RUP wordt ter hoogte van de kanaalkom het bestaande woonuitbreidingsgebied en een deel van de noordelijk gelegen lokale bedrijvenzone (gewestplanbestemming) ontwikkeld in functie van wonen. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van ca 13,5ha. Het doel van het RUP is te komen tot een samenhangende ontwikkeling, met een differentiatie in het woonaanbod, het creëren van een relatie met het centrum van Leopoldsburg en het aanbieden van een toeristisch-recreatief attractiepunt op niveau van de gemeente. 1.1 Overeenstemming met het RSPL (en het RSV) Het ontwerp-grup Aan de Kom Leopoldsburg kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het RSPL. Leopoldsburg is geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Het plangebied ligt vermoedelijk binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied. 1.2 Overeenstemming met de PRUP s Momenteel is het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg in opmaak. De voorstudie van het afbakeningsproces werd op 23 juni 2005 afgerond en goedgekeurd door de deputatie. De opmaak van het RUP bevindt zich in beginfase. De deputatie heeft op 25 november 2010 de subsidiariteit voor de opmaak van een gemeentelijk RUP ter hoogte van het woonuitbreidingsgebied B11 (De Kom) gegeven. Dit gebeurde op basis van een geactualiseerde woonbehoeftestudie, opgemaakt en bijgebracht door de gemeente Leopoldsburg (goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 mei 2010). De mogelijke juridische problemen ten gevolge van de voorafname op het PRUP afbakening KSG Leopoldsburg zijn door de gemeente gekend. 1.3 Overeenstemming met het GRS De overeenstemming met het GRS-Leopoldsburg is uitgebreid opgenomen in de toelichtingsnota van het RUP. Het ontwerp-grup Aan de Kom kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het GRS en de opmaak ervan geeft deels uitvoering aan volgende bindende bepalingen: RKB12: selectie van zone voor kleinschalige kantoorontwikkeling; RKB13: selectie van zone voor economische activiteiten gekoppeld aan pleziervaart; RKB16: selecte van elementen voor sport en recreatie met bovenlokale uitstraling; RKB19: selectie van strategische plaatsen openbaar domein; RKB27: opmaak van een gemeentelijk BPA/RUP voor de kanaalkom. 1.4 De watertoets In de toelichtingsnota is onder hoofdstuk 12 een watertoets opgenomen. Hierin wordt geconcludeerd dat er weinig tot geen schadelijke effecten ten aanzien van het verlies van waterbergend vermogen zullen zijn en dat er bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning echter toch het advies van de bevoegde instanties aangevraagd moet worden. Naar aanleiding van de plenaire vergadering stelde de provinciale dienst Waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies. In het voorliggend RUP is nog niet aan dit advies tegemoet gekomen. De voorschriften moeten nog aangevuld worden. 1.5 De ruimtelijke veiligheidstoets

6 De dienst VR heeft bij brief van 6 augustus 2012 aan de gemeente laten weten dat het plan geen relevante ruimtelijke ontwikkeling inhoudt voor wat het aspect externe (mens)veiligheid betref en stelt dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden. 1.6 De plan-mer-plicht De dienst MER heeft bij brief van 10 augustus 2009 laten weten dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planmer niet nodig is. 2 RUIMTELIJKE AFWEGING Naar aanleiding van de plenaire vergadering bracht de provincie een voorwaardelijk gunstig advies uit. Ten opzichte van het document van de plenaire vergadering werden er nog een aantal aanpassingen gedaan ten gevolge van de adviezen van de verschillende instanties. Zo is langsheen het kanaal een zone non aedificandi aangegeven en is de weg langsheen het kanaal in de voorschriften verankerd als een jaagpad. Voor de verschillende deelgebieden wordt een gemiddelde woondichtheid aangegeven. Dit komt voor het totale plangebied neer op een gemiddelde dichtheid van 25 won/ha. Het document werd voor een deel aangepast aan de opmerkingen van de provincie. Aan een aantal opmerkingen werd geen gevolg werd gegeven: Er moet nog tegemoet gekomen worden aan het advies van de provinciale dienst Waterlopen. M.b.t. de ontsluiting van het plangebied: De ontsluiting van de zones voor wonen is verduidelijkt en aangegeven op het grafisch plan. Ter hoogte van de zone SW2, waar aan de zijde van het kanaal en de Steenweg handel, horeca en kantoren toegelaten worden, is echter nog geen zicht gegeven op de ontsluiting, de parkeerbehoefte en parkeervoorzieningen. Tijdens de plenaire vergadering werd gesteld dat een verbeterde toelichting over het parkeergebeuren in het RUP geïntegreerd zou worden. Deze is nergens terug te vinden. Voldoende aandacht voor de ontsluiting en het parkeergebeuren voor deze zone met een doorvertaling naar het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften is nodig opdat handel, horeca en kantoren in deze zone toegelaten kunnen worden. M.b.t. de woonkwaliteit: In het kader van de plenaire vergadering werden meer voorwaarden omtrent de waarborg van de ruimtelijke kwaliteit ter hoogte van de zones SW1 en SW2 gevraagd, meer bepaald de voorwaarden over privacy, lichten en zichten en de relatie met de bestaande omgeving. Hierbij werden meer gedetailleerd volgende voorbeelden aangegeven: de relatie tussen de bebouwing van zones A en B ter hoogte van SW1 en de bouwhoogte langsheen de Vaartstraat. De woondichtheid ter hoogte van de zones SW1 en SW2 is verhoogd ten opzichte van de plenaire vergadering, waardoor voldoende garanties naar ruimtelijke kwaliteit eens te meer belangrijk zijn. Het is dan ook zeer sterk aangewezen om voldoende ruimte tussen de binnenste en de buitenste bouwzones te garanderen (zowel voor SW1 als SW2) in de stedenbouwkundige voorschriften en de bouwhoogte van de buitenste bouwzone te beperken. Een verplichting van 3 bouwlagen langsheen de Vaartstraat is zeker niet aanvaardbaar. Voor de verschillende zones is de opmaak van een inrichtingsplan opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Dit is positief en kan zeker een bijkomend element tot het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit betekenen. De manier waarop het inrichtingsplan als voorwaarde is ingeschreven in arikels 7 en 8 (p.100 en 119) impliceert echter een uitbreiding van de vergunningsprocedure. Dit is niet mogelijk binnen

7 een RUP en het voorschrift moet daarom geherformuleerd worden. Het inrichtingsplan kan bijvoorbeeld wel als informatief document gevraagd worden bij het verkavelingsplan. Per projectzone is een gemiddelde bouwdichtheid opgenomen. Het is aangewezen om richtinggevend in de voorschriften ook de oppervlakte van de verschillende zones op te nemen zodat duidelijk is voor welke oppervlakten deze dichtheden gelden. M.b.t. het decreet grond- en pandenbeleid: Met betrekking tot artikel 8 zijn de voorschriften van het decreet grond- en pandenbeleid ingeschreven. Het betreft hier echter een omzetting van KMO-zone (gewestplan) naar woonzone waardoor; conform artikel en de plannorm hier niet van toepassing is. De voorschriften m.b.t. het grond- en pandendecreet moeten uit dit artikel geschrapt worden. M.b.t. de fasering: Tijdens de plenaire vergadering werd gesteld dat de ontwikkeling van de eerste fase de ontwikkeling van de tweede fase niet mag hypothekeren. Het voorschrift (p.99) werd behouden, met aanvulling van bovenstaande zinsnede waardoor er in het voorschrift een tegenspraak ontstaat. De formulering van het voorschrift moet herbekeken worden. Specifiek per zone worden volgende opmerkingen herhaald: Zone ZW en W: Welk straatbeeld wordt aan de zijde van de Lidostraat nagestreefd? De voorschriften laten dit open. Het is niet wenselijk dat ter hoogte van deze straat achterkanten ontwikkeld kunnen worden. In de stedenbouwkundige voorschriften (p.99) is verordenend opgenomen dat de leefruimten georiënteerd zijn naar het water. Zone ZW en W: Het is aangewezen om ter hoogte van de projectzones een minimum begroeningspercentage op te nemen, ook voor de groepswoningbouw (p.105 en 110). Groenassen en verbinding voor langzaam verkeer: In de toelichtingsnota wordt gesteld dat de structurerende groenassen en de verbinding voor langzaam verkeer aan elkaar gekoppeld worden. Is dit de bedoeling? Dit is nergens doorvertaald in de stedenbouwkundige voorschriften. 3 CONCLUSIE Het ontwerp-grup Aan de Kom te Leopoldsburg kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het RSPL en is een uitwerking van de bindende bepalingen van het GRS. Er kan bijgevolg een voorwaardelijk gunstig advies verleend worden mits tegemoet gekomen wordt aan bovengestelde opmerkingen. Gelet op het gunstig advies van Ruimte Vlaanderen ( Limburg ) van 3 juli 2013: 1. rechtsgrond van het advies en relevante regelgeving of beleidskaders Op grond van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bezorgt Ruimte Vlaanderen aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening een advies over de overeenstemming van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Artikel voorziet dat dit advies integraal opgenomen dient te worden in het advies van de GECORO. De herziening van het PRS werd goedgekeurd op 23/07/2012. Het GRS werd goedgekeurd op 28/08/2008. Binnen het plangebied gelden volgens het gewestplan Hasselt-Genk volgende bestemmingen: woonuitbreidingsgebied, zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO s, woongebied en agrarisch gebied.

8 Het planningsproces met betrekking tot de afbakening van het kleinstedelijk gebied Leopoldsburg werd nog niet afgerond. De voorstudie van het afbakeningsproces voor het kleinstedelijk gebied van provinciaal niveau Leopoldsburg werd door de deputatie in zitting van 23 juni 2005 goedgekeurd. Het plangebied is gelegen binnen de grenzen van het voorstel van afbakening, zoals opgenomen in deze voorstudie. De opmaak van een RUP werd opgenomen als de gebiedsgerichte actie nr. 3 Geïntegreerd stedelijk project Kanaalkom. In zitting van 25 november 2010 besliste de deputatie dat het RUP De Kom op gemeentelijk niveau kon uitgewerkt worden, rekening houdende met de mogelijke juridische problemen ten gevolge van deze voorafname van het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg en op voorwaarde dat er een afstemming gebeurt met het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg. 2. samenvatting van het dossier Het ontwerp RUP Aan de Kom wordt opgesteld in het kader van de realisatie van één van de strategische projecten, zoals voorzien in het GRS. Het GRS stelt dat dit gebied rond de kanaalkom één van de twee strategische projecten in de gemeente is waarvan de ontwikkeling de uitbouw van de kleinstedelijke kern van Leopoldsburg ondersteunt. De doelstelling van het voorliggend ontwerp van RUP is het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied aan de kanaalkom, eventueel aangevuld met omliggende andere gebieden. 3. beknopte historiek Op 21/09/2012 werd een plenaire vergadering gehouden. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar gaf een gunstig advies. Op 03/04/2013 werd het plan voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Het openbaar onderzoek loopt van 06/05/2013 tot 04/07/ verenigbaarheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Leopoldsburg werd in het RSV geselecteerd als een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. De voorgestelde ontwikkeling binnen het plangebied kadert binnen de visie van het RSV inzake de ontwikkeling van de stedelijke gebieden. 5. algemene conclusie Het ontwerp RUP is in overeenstemming met de opties van het RSV inzake kleinstedelijke gebieden en geeft uitvoering aan het GRS. Het wordt gunstig geadviseerd. Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van de stad Lommel van 4 juni 2013 en van de gemeente Hechtel-Eksel van 11 juni Gelet op het feit dat conform artikel en 5 van de Vlaamse Codex de GECORO alle adviezen, opmerkingen en bezwaren in het kader van het openbaar onderzoek gebundeld en gecoördineerd heeft; dat de GECORO op 2 september 2013 een gemotiveerd advies uitgebracht heeft aan de gemeenteraad; dat dit advies integraal (inclusief bijlagen) toegevoegd wordt in bijlage; dat de GE- CORO tot volgend advies komt: Advies Voor de oplijsting van en de samenvatting met behandeling en het voorstel tot aanpassing per ingediend document (advies, bezwaar of opmerking): ZIE BIJLAGE Het bezwaarschrift 2.1 van de familie Oeyen Frans-Van Broekhoven Reinhilde (29 april 2013) werd ingediend buiten termijn (openbaar onderzoek van 6 mei t.e.m. 4 juli 2013); is dus onontvankelijk maar wordt toch behandeld (voorstel van aanpassingen: geen aanpassingen).

9 Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de deputatie provincie Limburg van 7 juni 2013: Op 3 april 2013 stelde de gemeenteraad van Leopoldsburg het ontwerp van het GRUP- Aan de Kom te Leopoldsburg voorlopig vast. Het openbaar onderzoek werd gestart op 6 mei 2013 en loopt gedurende 60 dagen tot en met 4 juli Het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg (RSPL) werd definitief vastgesteld door de provincieraad in zitting van 18 september 2002 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 februari Het goedkeuringsbesluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 februari Op 12 maart 2003 (veertien dagen na de bekendmaking) is het RSPL in werking getreden. Sedertdien vormen het RSPL en de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP's), naast het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV), het toetsingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen. De actualisatie van het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg werd definitief vastgesteld door de provincieraad in zitting van 16 mei 2012 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 juli Het goedkeuringsbesluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 september Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Leopoldsburg werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Leopoldsburg op 29 mei 2008 en goedgekeurd door de deputatie op 28 augustus Het besluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 september Op 23 september 2008 (14 dagen na de bekendmaking) is het GRS- Leopoldsburg in werking getreden. Sedertdien vormt het GRS-Leopoldsburg een bijkomend toetsingskader voor wat de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen van Leopoldsburg betreft. Bijgevolg worden de GRUP s van Leopoldsburg met het oog op hun goedkeuring door de deputatie getoetst aan het RSPL, het RSV, eventuele PRUP s en het GRS-Leopoldsburg. 1 Juridisch-planologische context 1.1 Overeenstemming met het RSPL (en het RSV) 1.2 Overeenstemming met de PRUP s 1.3 Overeenstemming met het GRS-Leopoldsburg 1.4 De watertoets 1.5 De ruimtelijke veiligheidstoets 1.6 De plan-mer-plicht 2 Ruimtelijke afweging 3 Conclusie. 1 JURIDISCH-PLANOLOGISCHE CONTEXT Binnen het RUP wordt ter hoogte van de kanaalkom het bestaande woonuitbreidingsgebied en een deel van de noordelijk gelegen lokale bedrijvenzone (gewestplanbestemming) ontwikkeld in functie van wonen. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van ca 13,5ha.

10 Het doel van het RUP is te komen tot een samenhangende ontwikkeling, met een differentiatie in het woonaanbod, het creëren van een relatie met het centrum van Leopoldsburg en het aanbieden van een toeristisch-recreatief attractiepunt op niveau van de gemeente. 1.1 Overeenstemming met het RSPL (en het RSV) Het ontwerp-grup Aan de Kom Leopoldsburg kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het RSPL. Leopoldsburg is geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Het plangebied ligt vermoedelijk binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied. 1.2 Overeenstemming met de PRUP s Momenteel is het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg in opmaak. De voorstudie van het afbakeningsproces werd op 23 juni 2005 afgerond en goedgekeurd door de deputatie. De opmaak van het RUP bevindt zich in beginfase. De deputatie heeft op 25 november 2010 de subsidiariteit voor de opmaak van een gemeentelijk RUP ter hoogte van het woonuitbreidingsgebied B11 (De Kom) gegeven. Dit gebeurde op basis van een geactualiseerde woonbehoeftestudie, opgemaakt en bijgebracht door de gemeente Leopoldsburg (goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 mei 2010). De mogelijke juridische problemen ten gevolge van de voorafname op het PRUP afbakening KSG Leopoldsburg zijn door de gemeente gekend. 1.3 Overeenstemming met het GRS De overeenstemming met het GRS-Leopoldsburg is uitgebreid opgenomen in de toelichtingsnota van het RUP. Het ontwerp-grup Aan de Kom kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het GRS en de opmaak ervan geeft deels uitvoering aan volgende bindende bepalingen: RKB12: selectie van zone voor kleinschalige kantoorontwikkeling; RKB13: selectie van zone voor economische activiteiten gekoppeld aan pleziervaart; RKB16: selecte van elementen voor sport en recreatie met bovenlokale uitstraling; RKB19: selectie van strategische plaatsen openbaar domein; RKB27: opmaak van een gemeentelijk BPA/RUP voor de kanaalkom. 1.4 De watertoets In de toelichtingsnota is onder hoofdstuk 12 een watertoets opgenomen. Hierin wordt geconcludeerd dat er weinig tot geen schadelijke effecten ten aanzien van het verlies van waterbergend vermogen zullen zijn en dat er bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning echter toch het advies van de bevoegde instanties aangevraagd moet worden. Naar aanleiding van de plenaire vergadering stelde de provinciale dienst Waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies. In het voorliggend RUP is nog niet aan dit advies tegemoet gekomen. De voorschriften moeten nog aangevuld worden. 1.5 De ruimtelijke veiligheidstoets De dienst VR heeft bij brief van 6 augustus 2012 aan de gemeente laten weten dat het plan geen relevante ruimtelijke ontwikkeling inhoudt voor wat het aspect externe (mens)veiligheid betref en stelt dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

11 1.6 De plan-mer-plicht De dienst MER heeft bij brief van 10 augustus 2009 laten weten dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planmer niet nodig is. 2 RUIMTELIJKE AFWEGING Naar aanleiding van de plenaire vergadering bracht de provincie een voorwaardelijk gunstig advies uit. Ten opzichte van het document van de plenaire vergadering werden er nog een aantal aanpassingen gedaan ten gevolge van de adviezen van de verschillende instanties. Zo is langsheen het kanaal een zone non aedificandi aangegeven en is de weg langsheen het kanaal in de voorschriften verankerd als een jaagpad. Voor de verschillende deelgebieden wordt een gemiddelde woondichtheid aangegeven. Dit komt voor het totale plangebied neer op een gemiddelde dichtheid van 25 won/ha. Het document werd voor een deel aangepast aan de opmerkingen van de provincie. Aan een aantal opmerkingen werd geen gevolg werd gegeven: Er moet nog tegemoet gekomen worden aan het advies van de provinciale dienst Waterlopen. M.b.t. de ontsluiting van het plangebied: De ontsluiting van de zones voor wonen is verduidelijkt en aangegeven op het grafisch plan. Ter hoogte van de zone SW2, waar aan de zijde van het kanaal en de Steenweg handel, horeca en kantoren toegelaten worden, is echter nog geen zicht gegeven op de ontsluiting, de parkeerbehoefte en parkeervoorzieningen. Tijdens de plenaire vergadering werd gesteld dat een verbeterde toelichting over het parkeergebeuren in het RUP geïntegreerd zou worden. Deze is nergens terug te vinden. Voldoende aandacht voor de ontsluiting en het parkeergebeuren voor deze zone met een doorvertaling naar het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften is nodig opdat handel, horeca en kantoren in deze zone toegelaten kunnen worden. M.b.t. de woonkwaliteit: In het kader van de plenaire vergadering werden meer voorwaarden omtrent de waarborg van de ruimtelijke kwaliteit ter hoogte van de zones SW1 en SW2 gevraagd, meer bepaald de voorwaarden over privacy, lichten en zichten en de relatie met de bestaande omgeving. Hierbij werden meer gedetailleerd volgende voorbeelden aangegeven: de relatie tussen de bebouwing van zones A en B ter hoogte van SW1 en de bouwhoogte langsheen de Vaartstraat. De woondichtheid ter hoogte van de zones SW1 en SW2 is verhoogd ten opzichte van de plenaire vergadering, waardoor voldoende garanties naar ruimtelijke kwaliteit eens te meer belangrijk zijn. Het is dan ook zeer sterk aangewezen om voldoende ruimte tussen de binnenste en de buitenste bouwzones te garanderen (zowel voor SW1 als SW2) in de stedenbouwkundige voorschriften en de bouwhoogte van de buitenste bouwzone te beperken. Een verplichting van 3 bouwlagen langsheen de Vaartstraat is zeker niet aanvaardbaar. Voor de verschillende zones is de opmaak van een inrichtingsplan opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Dit is positief en kan zeker een bijkomend element tot het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit betekenen. De manier waarop het inrichtingsplan als voorwaarde is ingeschreven in arikels 7 en 8 (p.100 en 119) impliceert echter een uitbreiding van de vergunningsprocedure. Dit is niet mogelijk binnen een RUP en het voorschrift moet daarom geherformuleerd worden. Het inrichtingsplan kan bijvoorbeeld wel als informatief document gevraagd worden bij het verkavelingsplan. Per projectzone is een gemiddelde bouwdichtheid opgenomen. Het is aangewezen om richtinggevend in de voorschriften ook de oppervlakte van de verschillende zones op te nemen zodat duidelijk is voor welke oppervlakten deze dichtheden gelden.

12 M.b.t. het decreet grond- en pandenbeleid: Met betrekking tot artikel 8 zijn de voorschriften van het decreet grond- en pandenbeleid ingeschreven. Het betreft hier echter een omzetting van KMO-zone (gewestplan) naar woonzone waardoor; conform artikel en de plannorm hier niet van toepassing is. De voorschriften m.b.t. het grond- en pandendecreet moeten uit dit artikel geschrapt worden. M.b.t. de fasering: Tijdens de plenaire vergadering werd gesteld dat de ontwikkeling van de eerste fase de ontwikkeling van de tweede fase niet mag hypothekeren. Het voorschrift (p.99) werd behouden, met aanvulling van bovenstaande zinsnede waardoor er in het voorschrift een tegenspraak ontstaat. De formulering van het voorschrift moet herbekeken worden. Specifiek per zone worden volgende opmerkingen herhaald: Zone ZW en W: Welk straatbeeld wordt aan de zijde van de Lidostraat nagestreefd? De voorschriften laten dit open. Het is niet wenselijk dat ter hoogte van deze straat achterkanten ontwikkeld kunnen worden. In de stedenbouwkundige voorschriften (p.99) is verordenend opgenomen dat de leefruimten georiënteerd zijn naar het water. Zone ZW en W: Het is aangewezen om ter hoogte van de projectzones een minimum begroeningspercentage op te nemen, ook voor de groepswoningbouw (p.105 en 110). Groenassen en verbinding voor langzaam verkeer: In de toelichtingsnota wordt gesteld dat de structurerende groenassen en de verbinding voor langzaam verkeer aan elkaar gekoppeld worden. Is dit de bedoeling? Dit is nergens doorvertaald in de stedenbouwkundige voorschriften. 3 CONCLUSIE Het ontwerp-grup Aan de Kom te Leopoldsburg kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het RSPL en is een uitwerking van de bindende bepalingen van het GRS. Er kan bijgevolg een voorwaardelijk gunstig advies verleend worden mits tegemoet gekomen wordt aan bovengestelde opmerkingen. Gelet op het gunstig advies van Ruimte Vlaanderen ( Limburg ) van 3 juli 2013: 1. rechtsgrond van het advies en relevante regelgeving of beleidskaders Op grond van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bezorgt Ruimte Vlaanderen aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening een advies over de overeenstemming van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Artikel voorziet dat dit advies integraal opgenomen dient te worden in het advies van de GECORO. De herziening van het PRS werd goedgekeurd op 23/07/2012. Het GRS werd goedgekeurd op 28/08/2008. Binnen het plangebied gelden volgens het gewestplan Hasselt-Genk volgende bestemmingen: woonuitbreidingsgebied, zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO s, woongebied en agrarisch gebied. Het planningsproces met betrekking tot de afbakening van het kleinstedelijk gebied Leopoldsburg werd nog niet afgerond. De voorstudie van het afbakeningsproces voor het kleinstedelijk gebied van provinciaal niveau Leopoldsburg werd door de deputatie in zitting van 23 juni 2005 goedgekeurd. Het plangebied is gelegen binnen de grenzen van het voorstel van afbakening, zoals opgenomen in deze voorstudie. De opmaak van een RUP werd opgenomen als de gebiedsgerichte actie nr. 3 Geïntegreerd stedelijk project Kanaalkom.

13 In zitting van 25 november 2010 besliste de deputatie dat het RUP De Kom op gemeentelijk niveau kon uitgewerkt worden, rekening houdende met de mogelijke juridische problemen ten gevolge van deze voorafname van het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg en op voorwaarde dat er een afstemming gebeurt met het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Leopoldsburg. 2. samenvatting van het dossier Het ontwerp RUP Aan de Kom wordt opgesteld in het kader van de realisatie van één van de strategische projecten, zoals voorzien in het GRS. Het GRS stelt dat dit gebied rond de kanaalkom één van de twee strategische projecten in de gemeente is waarvan de ontwikkeling de uitbouw van de kleinstedelijke kern van Leopoldsburg ondersteunt. De doelstelling van het voorliggend ontwerp van RUP is het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied aan de kanaalkom, eventueel aangevuld met omliggende andere gebieden. 3. beknopte historiek Op 21/09/2012 werd een plenaire vergadering gehouden. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar gaf een gunstig advies. Op 03/04/2013 werd het plan voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Het openbaar onderzoek loopt van 06/05/2013 tot 04/07/ verenigbaarheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Leopoldsburg werd in het RSV geselecteerd als een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. De voorgestelde ontwikkeling binnen het plangebied kadert binnen de visie van het RSV inzake de ontwikkeling van de stedelijke gebieden. 5. algemene conclusie Het ontwerp RUP is in overeenstemming met de opties van het RSV inzake kleinstedelijke gebieden en geeft uitvoering aan het GRS. Het wordt gunstig geadviseerd. Het woonuitbreidingsgebied gelegen naast het Kanaal van Beverlo, situeert zich binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied (KSG) van Leopoldsburg zoals voorzien in de voorstudie van het afbakeningsproces van februari 2005 (opmaak RUP in beginfase). Het ontwerp GRUP Aan de Kom kadert in zijn globaliteit binnen de doelstellingen van het GRS: diversificatie van het woningaanbod via Wonen aan het water is opgenomen als één van de strategische projecten de kanaalkom en de stationsomgeving zijn in het richtinggevend deel opgenomen als strategische stedelijke projecten die voor nieuwe impulsen moeten zorgen voor de kleinstedelijke ontwikkeling en de lokale woonmarkt. De eigentijdse en kwalitatieve uitstraling van deze strategische projecten moeten zorgen voor een nieuwe dynamiek en een motorfunctie vormen voor de opwaardering van het woonpatrimonium in het algemeen. geeft uitvoering aan de ruimtelijke kernbeslissingen RKB 27 en RKB 36uit het bindend deel. In de mate van het mogelijke werd rekening gehouden met de meeste opmerkingen uit het vorig advies (voor plenair overleg). Het advies is een bundeling van de voorstellen tot aanpassing. (Zie bijlage) Algemene conclusie:

14 De GECORO geeft unaniem gunstig advies op voorwaarde dat gevolg wordt gegeven aan de voorstellen van aanpassing. (Zie bijlage) Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 september 2013 waarin zij verklaren kennis te hebben genomen van het advies van de GECORO van 2 september 2013 bevattende de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren, en zij beslist hebben om de plannen voor te leggen aan de gemeenteraad van 2 oktober 2013 voor definitieve vaststelling; Overwegende dat de gemeenteraad de beoordeling en de motivering van de GECORO van de tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte adviezen, bezwaren en opmerkingen en de argumentatie van de GECORO bijtreedt en tot de hare maakt, zoals gevoegd als bijlage die dus integraal deel uitmaakt van onderhavige beslissing; in het bijzonder voor wat betreft de behandeling van de voorwaardelijke adviezen, bezwaren en opmerkingen. Gelet op artikel van de Vlaamse Codex waarin wordt beschreven dat niet-vervallen verkavelingen kunnen worden opgeheven als gevolg van de definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan, op voorwaarde dat dit bij de voorlopige en definitieve vaststelling van het plan uitdrukkelijk is aangegeven, ten minste op het grafisch plan; Overwegende dat volgende vergunde en niet-vervallen verkaveling in het te ontwikkelen gebied gelegen is en dient opgeheven te worden: /1990 (ref. R-O Limburg 7101 V 9005) goedgekeurd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 1990 en afgegeven aan de heer G. Vannut i.n.v. de heer en mevrouw De Neve-Janssens voor de kadastrale percelen 1 e afdeling Sie A nrs. 39/4 E, 39/4 F, 39/4 G, 39/3 C en 39 P 79 (thans 3425 A, 3426 A, 3427 A, en 3430 A gelegen Lidostraat. Overwegende dat het voorliggend ontwerp GRUP Aan de Kom een invulling geeft aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; Gelet op voorliggend ontwerp GRUP Aan de Kom, bestaande uit een toelichtingsnota, de verordenende stedenbouwkundige voorschriften, de bijlagen m.b.t. de screeningsnota, de bevoegdheidsdelegatie en de beschrijving van de jachthaven en een verordenend grafisch plan.. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging; BESLUIT Goedgekeurd met 23 stemmen voor, 0 tegen en 1 onthouding. Stemden voor: Wouter Beke, Erwin Van Pée, Guy Legein, Sara Verbeeck, Marleen Kauffmann, Door Steyaert, Gilbert Hulsmans, Jos Wouters, Eric Coenen, Uzeyir Karaca, Katrien Ozeel, Franky Geypen, Matthias Pira, Annika Lenaerts, Toni Fonteyn, Diane De Volder, Jos Berghmans, Bert Boeckx, Marco Nicoli, Werner Noels Danny Bloemen, Maarten Vanzeir en Annick Philips,

15 Stemde tegen: / Onthield zich: Ronald Peeters/ Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van het openbaar onderzoek ingericht van 6 mei 2013 t.e.m. 4 juli Artikel 2 De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (GECORO) van 2 september Artikel 3 De gemeenteraad keurt de definitieve vaststelling van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Aan de Kom goed, bevattende een toelichtingsnota, de verordenende stedenbouwkundige voorschriften, de bijlagen m.b.t. de screeningsnota, de bevoegdheidsdelegatie en de beschrijving van de jachthaven en een verordenend grafisch plan zoals het werd opgemaakt door studiebureau Libost-Groep NV (ondertussen Grontmij NV ) en zoals aangepast aan het advies van de GECORO. Artikel 4 De gemeenteraad gaat akkoord met de opheffing van de verkaveling gelegen binnen het bestemmingsgebied. Het betreft de verkaveling met ref /1990 (ref. R-O Limburg 7101 V 9005) goedgekeurd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 1990 en afgegeven aan de heer G. Vannut i.n.v. de heer en mevrouw De Neve-Janssens. Artikel 5 Conform artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening zal de beraadslaging, samen met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het volledig advies van de GECORO ter goedkeuring verstuurd worden aan de deputatie en overgemaakt aan de bevoegde planologische ambtenaar en Ruimte Vlaanderen, Limburg. Namens de gemeenteraad get. Dany Punie wd. gemeentesecretaris get. Wouter Beke burgemeester-voorzitter Voor eensluidend uittreksel Dany Punie wd. gemeentesecretaris Wouter Beke burgemeester