Volledig mee eens. Volledig mee oneens. Enigszins mee oneens. Enigszins mee eens

Transcriptie

1 1. Ik vind mezelf niet flexibel en/of heb het gevoel, dat met het klimmen der jaren mijn flexibiliteit afneemt. 2. Als dingen anders lopen dan ik had verwacht, vind ik dat geen enkel probleem. 3. Ik heb een of rdere zintuiglijke overof ondergevoeligheden (horen, zien, voelen, proeven, ruiken). 4. Het kost mij geen moeite om de bedoelingen van anderen goed in te schatten. 5. Ik voel mij vaak ongelukkig en/of onbegrepen en/of niet op mijn gemak, als ik mij in een groep bevind. 6. Ik vind het stal niet moeilijk om nieuwe vaardigheden aan te leren. 7. Ik heb het gevoel ernstig tekort te schieten in een of rdere rollen die ik vervul in het leven. 8. In mijn fantasie heb ik een eigen wereld gecreëerd, waarin ik graag mijn tijd doorbreng. 9. Ik vind de ste sociale omgangsregels nuttig en/of vanzelfsprekend. 10. Ik voel me regelmatig extreem vermoeid en dit lijkt geen lichamelijke oorzaak te hebben. 11. Ik zie stal niet tegen onbekende situaties op. 12. Ik heb een of rdere grote liefhebberijen en/of belangstellingsgebieden waaraan ik het liefst al mijn tijd besteed. 13. Ik werd/word op school of op het werk gepest. 14. Ik heb geen moeite met intimiteit en/of met aanrakingen door anderen. 15. Mijn soort humor wordt door anderen vaak niet begrepen. 16. Ik moet er erg mijn best voor doen om er een regelmatig eetpatroon op na te houden en/of gevarieerd te eten. 17. Ik heb vaak te horen gekregen dat ik iets wel kan, als ik het maar voldoende wil. on on

2 18. Ik zie niet op tegen het kopen en/of in gebruik nemen van nieuwe (huishoudelijke) apparaten. 19. Ik voel me woedend en/of neerslachtig als ik onbegrip tegenkom. 20. Ik heb er moeite om mensen te herkennen als ik ze op een andere plek ontmoet dan gebruikelijk (bijv. een collega tegenkomen bij het boodschappen doen en die dan niet herkennen). 21. Het maakt voor mij weinig verschil of ik schriftelijk of mondeling met iemand communiceer. 22. Andere mensen lijken mij vaak niet te kunnen volgen in mijn denken. 23. In het contact met andere mensen loop ik regelmatig tegen misverstanden aan (bijv. doordat ik hun uitspraken letterlijk opvat). 24. Ik trek mij er weinig van aan wat andere mensen van mij vinden. 25. Ik heb een ongewone houding en/of manier van bewegen (bijv. houterig, op de tenen lopen, voorovergebogen lopen). on on 26. Ik kan goed met kritiek omgaan. 27. Ik heb altijd het gevoel gehad anders te zijn dan anderen. 28. Het kost mij stal geen moeite om mijn eigen grenzen aan te geven en/of te bewaken. 29. Ik heb regelmatig het gevoel de wereld niet te begrijpen en/of ik heb regelmatig het gevoel dat de wereld mij niet begrijpt. 30. Ik denk regelmatig aan zelfmoord en/of heb daar in het verleden regelmatig aan gedacht. 31. Ik heb geen moeite met in- en/of doorslapen. 32. Ik moet er enorm mijn best voor doen om mij net zo te gedragen als andere mensen. 33. Ik heb moeite met het waarnemen en/of herkennen van non-verbale communicatie (bijv. gebaren, gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding, klank van de stem). 34. Ik heb vrijwel geen last van gevoelens van eenzaamheid.

3 on 35. Ik denk in beelden en/of kleuren. 36. Ik vind het moeilijk om mijn aandacht op rdere dingen tegelijk te richten (bijv. naar iemand luisteren en tegelijkertijd op zijn of haar lichaamstaal letten). 37. Als ik met iemand in gesprek ben, kost me dat zoveel energie dat ik na afloop erg uitgeput ben. 38. Bij het aangaan van nieuwe contacten heb ik niet zo snel last van angstgevoelens en/of stress. 39. Ik word regelmatig overschat en/of onderschat. 40. Ik heb geen moeite met het plannen en het uitvoeren van wat ik gepland heb. 41. Ik kan buitenshuis werken niet volhouden of buitenshuis werken kost mij erg veel energie. 42. Ik ben vaak te goed van vertrouwen of juist te wantrouwig. 43. Ik heb er geen problemen om rdere dingen tegelijk te doen. 44. Ik herken symptomen van autisme bij een of rdere naast familieleden (ouders, grootouders, kind(eren), broers, zussen, neven, nichten, ooms, tantes) en/of een of rdere naaste familieleden hebben een diagnose in het autismespectrum. 45. Ik explodeer als ik ergens van schrik, of ik raak dan juist erg in mijzelf gekeerd. 46. Ik heb geen moeite met het opbouwen en/of onderhouden van vriendschappen. 47. Ik vang de (subtiele) signalen met betrekking tot hoe iemand zich voelt niet op, maar als ik weet hoe iemand zich voelt, voel ik wel met die persoon. 48. Ik heb er moeite om de tijd goed in te schatten. Hierdoor schat ik vaak teveel en/of juist te weinig tijd in voor in bezigheid. on 49. Het is voor mij niet zo belangrijk om altijd alles onder controle te hebben. 50. Ik heb geen moeite met gezagsrelaties. 51. Ik word vaak overvallen door een gevoel van machteloosheid.

4 52. Ik wil het een ander altijd naar de zin maken en vergeet daarbij mijn eigen behoeftes. 53. Ik kan mij er vrij gemakkelijk overheen zetten als een ander zich niet aan een afspraak houdt. 54. Ik raak in paniek, ik word boos of ik trek mij in mijzelf terug als er iets niet duidelijk is. 55. Ik heb veel dingen geleerd door af te kijken hoe anderen het doen. on on 56. Ik ben snel afgeleid. 57. Ik heb er geen moeite om de grapjes van anderen te begrijpen en/of op te merken. 58. Mijn gemoedstoestand kan van het ene op het andere moment totaal omslaan. 59. Ik heb er moeite om te zien dat er iets moet gebeuren (bijv. huishoudelijke klusjes, klusjes op het werk) en/of ik zie wel dat er iets moet gebeuren, maar het kost mij veel moeite om het daadwerkelijk te gaan doen. 60. Ik ondervind vaak hinder van allerlei angsten. 61. Ik vind het leuk om verrast te worden. 62. Ik ben een zwart/wit (goed/fout) denker. 63. Ik ben erg onhandig (ik stoot me vaak of gooi regelmatig dingen om) en/of ik let juist heel goed op dat ik nergens tegenaan stoot. 64. Ik heb geen moeite met loslaten. 65. Als er iets tegen mij gezegd wordt, duurt het een tijdje voordat de betekenis tot mij doordringt. 66. Ik wieg soms heen en weer en/of rol of bonk met mijn hoofd en/of maak andere repeterende bewegingen (bijv. in gespannen situaties), of ik heb dit voornamelijk in mijn jeugd gedaan. 67. Het kost mij geen moeite om mijn huishouden zelfstandig op orde te houden. 68. Ik heb regelmatig het gevoel op mijn tenen te moeten lopen (in figuurlijke zin).

5 69. Ik kan goed onderscheiden of iemand gewoon aardig tegen mij doet of dat die persoon een bijbedoeling daar heeft. 70. Ik heb een heel eigen manier van leven, waarin ik niet op de ste andere mensen lijk. 71. Het kost mij geen moeite om een partnerrelatie te vinden en/of op te bouwen en/of te onderhouden. 72. Als ik een (belangrijke) afspraak heb, bedenk ik van tevoren allerlei scenario s met betrekking tot het verloop van de afspraak (bijv. als hij/zij dit zegt, zeg ik dat en dan op een heleboel verschillende manieren). 73. Volgens mij heb ik vanzelf geleerd hoe ik met andere mensen om moet gaan; ik heb er nooit moeite voor moeten doen om het aan te leren. 74. Ik houd graag vast aan een vaste volgorde om handelingen uit te voeren. Als ik dat niet zou doen, gaat het niet goed omdat ik dan (deel)handelingen vergeet. 75. Ik vind het stal leuk om op bezoek te gaan of bezoek te krijgen. 76. Ik heb moeite met het maken van oogcontact en/of ik ben iemand die anderen aanstaart. 77. Ik ben heel gevoelig voor prikkels van buitenaf en/of ik heb er grote moeite om mij af te sluiten voor prikkels van buitenaf (bijv. geluiden, licht, beweging). 78. Ik heb er geen moeite om te schakelen tussen twee verschillende bezigheden of taken. 79. Ik krijg regelmatig te horen dat ik te hard of te direct ben, terwijl ik van mezelf vind dat ik heel veel rekening probeer te houden met de gevoelens van anderen. 80. Kleding moet bij mij wijd zijn (zodat ik mij vrij voel en/of minder prikkels ervaar) en/of kleding moet juist strak zitten (zodat ik mij omringd of begrensd voel). 81. Ik heb er geen moeite om mijn gevoelens te voelen en/of te benoemen. on on

6 82. Ik heb er moeite om nee te zeggen of ik zeg juist meteen nee als mij iets wordt gevraagd. 83. Ik voer mijn handelingen heel bewust uit en/of ik denk goed na bij alles wat ik doe. 84. Ik heb er stal geen moeite om mij te ontspannen. 85. Ik heb er grote behoefte aan om regelmatig alleen te zijn. 86. Ik ben heel perfectionistisch en/of idealistisch en ik erger me er mateloos aan als andere mensen dat niet zijn. 87. Ik kan moeilijk een tussenweg vinden in het uiten van mijn emoties. Als ik boos ben, ben ik meteen heel erg boos en/of als ik enthousiast ben, ben ik meteen heel erg enthousiast. 88. Ik kan mij gemakkelijk voorstellen hoe het zou zijn om iemand anders te zijn. 89. Gesprekken repeteren zich soms eindeloos in mijn hoofd (waardoor ik bijvoorbeeld moeite heb om de slaap te vatten). 90. Ik heb moeite met figuurlijk taalgebruik (bijv. spreekwoorden, gezegdes) en/of heb een (kort) moment nodig om te beseffen dat het om figuurlijk taalgebruik gaat. 91. Ik kan hoofd- en bijzaken goed van elkaar onderscheiden. 92. Ik heb regelmatig last van irritatie, woedeuitbarstingen, huilen en/of een verlamd gevoel. 93. Het komt regelmatig voor dat iemand zich gekwetst voelt door iets wat ik heb gezegd of gedaan, terwijl ik juist erg mijn best doe om dat te voorkomen. 94. Als ik in theorie iets geleerd heb, heb ik er geen moeite om dit ook in de praktijk toe te passen. 95. Ik heb er veel last van als er etiketten in mijn kleding zitten en/of als de naden van sokken niet goed zitten. 96. Ik voel me stal niet onveilig in situaties die door anderen gevaarlijk worden gevonden en/of ik zie juist overal gevaar in. on on

7 97. Ik voel mij het prettigst als ik mij in het gezelschap van anderen bevind. 98. Ik doe dingen het liefst altijd op dezelfde manier. 99. Ik vind het moeilijk om aangeleerde vaardigheden in een (iets) andere situatie toe te passen en/of te herkennen dat ze in de nieuwe situatie ook moeten worden toegepast Overzicht houden gaat mij gemakkelijk af. on on pagina 1 pagina 2 pagina 3 pagina 4 pagina 5 pagina 6 Totaalscore Hoe bereken je de score? Voor elke enigszins of volledig dat je als antwoord hebt gegeven op de vragen: 1, 3, 5, 7, 8, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 19, 20, 22, 23, 25, 27, 29, 30, 32, 33, 35, 36, 37, 39, 41, 42, 44, 45, 47, 48, 51, 52, 54, 55, 56, 58, 59, 60, 62, 63, 65, 66, 68, 70, 72, 74, 76, 77, 79, 80, 82, 83, 85, 86, 87, 89, 90, 92, 93, 95, 96, 98 en 99, tel je 1 punt. Voor elke enigszins of volledig on dat je als antwoord hebt gegeven op de vragen: 2, 4, 6, 9, 11, 14, 18, 21, 24, 26, 28, 31, 34, 38, 40, 43, 46, 49, 50, 53, 57, 61, 64, 67, 69, 71, 73, 75, 78, 81, 84, 88, 91, 94, 97 en 100, tel je ook 1 punt. Deze punten bij elkaar geteld maakt je totaalscore. Wat houdt de score in? 0 t/m 39 punten Je hebt nagenoeg geen overeenkomsten met vrouwen die gediagnosticeerd zijn met een autismespectrum stoornis. 40 t/m 69 punten Je hebt enkele overeenkomsten met vrouwen die gediagnosticeerd zijn met een autismespectrum stoornis. 70 t/m 100 punten Je hebt veel overeenkomsten met vrouwen die gediagnosticeerd zijn met een autismespectrum stoornis. Disclaimer: Er kunnen geen rechten aan de score op deze vragenlijst ontleend worden. De score op deze vragenlijst is geen enkele garantie tot een diagnose in het autismespectrum, het dient slechts ter indicatie. Wend je voor diagnostiek tot je huisarts zodat deze je kan doorverwijzen naar een deskundige.