Onderzoekslijn Passend Onderwijs naar Passende Arbeid (PoPa)

Transcriptie

1 Onderzoekslijn Passend Onderwijs naar Passende Arbeid (PoPa) lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit, HAN Levi van Dijk & Maritza Gerritsen 10 april 2018

2 Even voorstellen. Levi Maritza

3 PoPa in vogelvlucht (1) In 2016 geïnitieerd door oa. gemeente Nijmegen, UWV Werkbedrijf, Tandem Welzijn en neergestreken bij HAN Sociaal. Bedoeld om: ervaringen van jongeren die te maken hebben met de overgang van passend onderwijs naar passende arbeid in kaart te brengen professionals te laten leren van ervaringen van jongeren verbeteringen te laten plaatsvinden in de locale context.

4 Popa in vogelvlucht (2) vliegende brigade actieleertraject studentonderzoeken PoPa onderzoek onder 35 jongeren

5 Vliegende Brigade Meet en Eat met jongeren met ervaring Input Karavaan Verdieping thema s uit het onderzoek

6 Huidige studentonderzoeken Onderzoek naar hoe ervaringsdeskundigheid arbeidsparticipatie kan bevorderen Casestudy

7 Actieleertraject Reflectiebijeenkomsten met professionals uit het opbouwwerk, ROC Nijmegen, UWV, gemeente.

8 Onderzoek onder 35 jongeren Hoe ervaren jongeren met een ondersteuningsbehoefte de hulp binnen het onderwijs en bij het vinden van passende arbeid en wat hebben zij nodig om hun toekomst verder vorm te geven?

9 Narratieven van 35 jongeren nader geanalyseerd Narratieve onderzoeken gedaan door verschillende studentgroepen aan het einde van hun bacheloropleiding. Overall geanalyseerd en thematisch gecodeerd Doelgroep bestond uit jongeren van MBO1 tot universiteit (geneeskunde). Leeftijd jaar.

10 Theoretisch kader Veranderingen in zorg, welzijn en onderwijs zorgen voor een verschuivend kader (Movisie, 2015). Jongeren met met een psychische kwetsbaarheid vallen vaker uit tijdens hun studie (Delfgou, 2016) Jongeren met een beperking zijn significant minder actief op de arbeidsmarkt (Verhoef et al, 2015) Eenzijdige focus op eigen kracht werkt beperkend (van Hal et. al, 2013) Professionals in onderwijs en arbeidsreintegratie geven aan voor vraagstukken te staan waar zij niet op zijn voorbereid (Korevaar, 2015, Polstra, 2012)

11 Overall bevindingen Jongeren erkennen ondersteuning nodig te hebben, maar willen liefst als zo normaal mogelijk worden gezien. Jongeren hebben over de linie allemaal de wens om vooruitgang te boeken.

12 Jongeren in het hoger onderwijs (HBO, WO) Ervaren meer moeite om de juiste hulp te vinden tijdens hun studie. Ik kan goed nadenken, ik kan goed redeneren, ik kan goed praten maar ik heb ook wel forse problemen. Dus het is ook niet heel raar dat ik hulp nodig heb met studeren. Maar ik denk dat ( ) als ze wél echt zouden meedenken, dat het heel anders zou gaan ( ). Het is heel moeilijk om studiebegeleiding te krijgen, maar ook is er te weinig begrip voor mijn situatie op universitair niveau.

13 Ervaren meer moeite om de juiste hulp te krijgen buiten de studie. Ik heb het idee dat MEE zich meer richt op mensen met een lager opleidingsniveau en ADHD. Ze leggen alles zo vaak uit! Maar dat is het probleem bij mij niet. Het gaat meer om de praktische kant. En om colleges van drie uur, hoe houd ik het vol in godsnaam om een college van drie uur te doen. Bij MEE had ik het idee dat ze daar veel minder van begrepen.

14 Hebben last van frequente wisselingen van professionals. Ik heb hier gewoond, op m n vorige kamer en ik ga nu beschermd wonen. Steeds een andere huisarts, steeds een andere apotheek en steeds een ander sociaal wijkteam. ( ) En dan heb je nog al die mensen die van baan verwisselen. ( ) Ik ben gewend om alles zonder hulp te doen ( ) Dus ik vind het moeilijk om hulp te accepteren. En je weet toch dat die mensen dan snel weer weg gaan.

15 Geven aan moeite te hebben met erkennen van hun problematiek als die pas later aan het licht komt. De studentenpsycholoog heeft wel zijn best gedaan om mij te helpen. Maar ik denk ook niet dat ik daar voor openstond. ( ) Ik kan heel goed faken dat het goed met me gaat. Ik denk dat ik dat bij al mijn hulpverleners heb gedaan. ( ) Maar eigenlijk was ik een beetje dood aan het gaan van binnen, van verdriet om van alles.

16 Ervaren de overgang naar werk als opnieuw beginnen. Wat ik lastig vind aan werken is dat er minder aandacht is voor je. Mijn teamleider interesseert zich niet voor het welzijn van zijn werknemers. Oké, ik geef wel aan dat ik tegen dingen aanloop alleen vervolgens gebeurt er niks mee. Ik krijg bijvoorbeeld geen inspraak in mijn rooster, ook als ik weet dat iets voor mij niet werkt.

17 Conclusies jongeren ervaren niet centraal te staan en mogelijkheden worden door professionals te vaak cognitief benaderd. met name jongeren die pas op latere leeftijd ondersteuning nodig hebben hebben moeite deze te erkennen. professionals geven aan extra competenties nodig te hebben nu er een complexere doelgroep het onderwijs en de arbeidsmarkt betreedt.

18 Een betaalde baan staat als toekomstwens vaak voorop. De overgang naar werk zou moeten verbeteren, in bijzonder de overdracht.