Ten geleide. Algemene karakteristiek van het onderwijs in de onderbouw VO

Transcriptie

1 Ten geleide Algemene karakteristiek van het onderwijs in de onderbouw VO Het onderwijs in de onderbouw maakt deel uit van het funderend onderwijs (primair en voortgezet onderwijs). In het stelsel als geheel bevindt de onderbouw zich tussen het basisonderwijs en de bovenbouw van de verschillende schoolsoorten in het voortgezet onderwijs. In de ontwikkelingsfase van leerlingen krijgt dit onderwijs een plaats tussen het 12e en het 14e jaar. De positie op deze twee dimensies bepaalt in belangrijke mate het eigene van deze fase van ontwikkeling. Ten eerste is daar het perspectief van de leerling, het opgroeiende kind tussen 12 en 14 jaar. Jongeren ontwikkelen zich in deze fase vaak snel en soms ook schoksgewijs. Het is bij uitstek een fase van ontdekken van je talenten en je mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. Er is sprake van groei, lichamelijk en zeker ook mentaal en sociaal. Kinderen verbreden hun blik, worden zelfstandiger, kiezen steeds meer hun eigen sociale verbanden en ontwikkelen daarin hun eigen opvattingen, waarden, interesses en voorkeuren. De begrippen afstand en verkennen zijn centrale en kenmerkende begrippen voor deze ontwikkelingsfase. Kinderen moeten vaak verder van huis, verlaten de basisschool in hun directe omgeving en gaan naar een school voor voortgezet onderwijs in een andere wijk, dorp of stad. Geleidelijk aan komen zij ook figuurlijk meer los van thuis. Vertrouwde opvattingen, waarden, normen en gewoonten stellen zij ter discussie. Ook de relatie tot leerkrachten verandert: er komt een einde aan de situatie waarin de leerling de hele schooldag te maken had met één of twee leerkrachten, ook nog eens in een eigen klaslokaal. In hun nieuwe werkelijkheid wisselen leerlingen een aantal malen per dag van leerkracht, vak en lokaal. Het tweede perspectief is dat vanuit het stelsel. De onderbouw combineert het funderende karakter van het basisonderwijs met het oriënterende karakter van de eerste fase van het voortgezet onderwijs. Inhoudelijk gaat het om basiskennis en -vaardigheden die de samenleving voor alle leerlingen van belang vindt voor een goed maatschappelijk functioneren, nu en later. Deze inhoud wordt daarom vastgelegd in de kerndoelen voor de onderbouw. Daarnaast is in het stelsel als geheel de onderbouw bij uitstek een periode van oriëntatie en keuze: de laatste periode waarin leerlingen nog mogelijkheden hebben om zonder al te grote problemen over te schakelen naar een ander schooltype of naar een andere leerweg. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs zijn ze bezig met keuzes die van invloed zijn op hun verdere (school)loopbaan. In de verschillende onderwijsactiviteiten oriënteren leerlingen zich daartoe op zichzelf (wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik?), op hun ontwikkelingsmogelijkheden (hoe zou ik willen worden, hoe zou mijn leven er uit kunnen zien, wat wil ik leren?) en op de wereld van studie en beroep (welke mogelijkheden zijn er voor mij?). Het onderwijs in de onderbouw wil recht doen aan de ontwikkelingsfase van kinderen in de leeftijd van 12 tot 14 jaar door hen te helpen hun wereld te begrijpen en uit te breiden, hen te leren omgaan met verschillen tussen individuen en groepen mensen, en door hen in staat te stellen in toenemende mate zelf sturing te geven aan hun leren en zelf verantwoordelijkheid te nemen. De belangrijkste kenmerken van het onderwijs in de onderbouw zijn: De leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig Recente inzichten in hoe kinderen leren, maken duidelijk dat actief en zelfstandig leren een hoger rendement oplevert dan passief. Daarnaast komt het tegemoet aan de behoefte aan zelfstandigheid van kinderen in deze ontwikkelingsfase. Om actief en zelfstandig leren mogelijk te maken, is leren leren een wezenlijk onderdeel van het onderwijs. De leerling leert samen met anderen Ook hierbij speelt de rendementsgedachte een rol, maar het samen leren en werken biedt ook mogelijkheden tot het ontwikkelen en uitbreiden van sociale en communicatieve vaardigheden. Daarnaast kan het leiden tot reële oefensituaties in het leren erkennen van en leren omgaan met verschillen tussen mensen. Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 1

2 De leerling leert in samenhang Het is voor leerlingen soms moeilijk de samenhang te zien tussen de verschillende vakken in het voortgezet onderwijs. Leren in samenhang betekent onder andere dat leerkrachten die relaties tussen de inhoud uit de verschillende vakken en leergebieden aanbrengen, en dat zij leerlingen laten werken vanuit het geheel naar het deel. De leerling oriënteert zich Het oriënterend karakter van de onderbouw betekent onder andere dat leerlingen zicht krijgen op de mogelijkheden voor hun verdere (school)loopbaan, op de kenmerken van verschillende soorten arbeid en op de samenleving waarin zij leven. Daartoe hoort ook de oriëntatie op waarden, normen en opvattingen in onze maatschappij. Onderwijs met een oriënterend karakter impliceert dat leerlingen leren keuzes te maken tussen de mogelijkheden die zij door hun oriëntatie ontdekken. Zij toetsen deze mogelijkheden aan de eigen interesses en ambities. De leerling leert in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving Uiteraard behoren nieuwe, moderne leermiddelen (waaronder Ict) en een veilig en schoon gebouw deel uit te maken van de leeromgeving van een leerling. Maar er is meer. Leerlingen van 12 tot 14 jaar verkennen mogelijkheden en grenzen van zichzelf en anderen. Ze zoeken daarin ook uitdagingen en risico s. Hun leeromgeving moet daaraan tegemoetkomen en tegelijkertijd voor veiligheid zorgen: een klimaat dat prikkelt tot leren; contexten die realistisch en herkenbaar zijn; een sfeer waarin fouten gemaakt mogen worden; conflicten die opgelost worden door met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren, en waarin gezond en verantwoordelijk gedrag wordt gestimuleerd. De leerling leert in een doorlopende leerlijn Onderwijs in de onderbouw wordt gekenmerkt door de zorg voor een doorlopende leerlijn, over de breuken binnen het stelsel heen: van primair naar voortgezet onderwijs en van onderbouw naar bovenbouw. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat de verschillen zo klein mogelijk worden gemaakt. Duidelijke overgangen bieden de leerling ook sterke mogelijkheden tot bewust ervaren van groei. Onderwijs en begeleiding moeten erop gericht zijn de leerling zo goed mogelijk over de breuklijnen heen te helpen en de groei-ervaring voor elke leerling tot een positieve te maken. V.V. Stroes, teamleider 1 en 2 havo/vwo(+) Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 2

3 Inhoud 1. Bevorderingsrichtlijnen 2. Studieaspecten (alleen 1 e en 2 e klas) 3. Beschrijving per vak Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 3

4 Bevorderingsrichtlijnen 2-vwo-plus Leerjaar 2 (m.u.v. 2 hv) minpunten pluspunten Niet bevorderen bespreekmarge bevorderd 0-0 t/m 1 1,5 en meer 0,5-0 t/m 2 2,5 en meer 1 0 t/m 1 1,5 t/m 4 4,,5 en meer 1,5 0 t/m 2 2,5 t/m 5 5,5 en meer 2 0 t/m 3 3,5 t/m 6 6,5 en meer 2,5 0 t/m 4 4,5 t/m 7 7,5 en meer 3 0 t/m 5 5,5 t/m 8 8,5 en meer 3,5 0 t/m 6 6,5 t/m 9 9,5 en meer 4 0 t/m 7 7,5 t/m 10 10,5 en meer 4,5 0 t/m 8 8,5 t/m 11 11,5 en meer meer doubleren De cijfers van alle vakken tellen mee. Eerst wordt gekeken naar het aantal minpunten op de lijst van het eindrapport. Vervolgens worden de pluspunten geteld. Door combinatie van deze gegevens is in de tabel af te lezen welk overgangsbesluit genomen wordt. De minpunten worden gerekend vanaf 6,0, d.w.z. 5,5 geeft 0,5 minpunt 5,0 geeft 1,0 minpunt 4,5 geeft 1,5 minpunt enz. De pluspunten worden gerekend vanaf 6,5, d.w.z. 7,0 geeft 0,5 pluspunt 7,5 geeft 1,0 pluspunt 8,0 geeft 1,5 pluspunt enz. Een leerling komt automatisch in de bespreekmarge indien: het totaal van de behaalde cijfers in het gebied bespreekmarge zit volgens de bevorderingsrichtlijnen. Het besluit voor leerlingen die in de bespreekmarge vallen wordt door de rapportenvergadering genomen. een leerling 1 of meer minpunten voor de vakken Nederlands, Engels en/of wiskunde heeft. In dat geval beslist de vergadering of bevordering naar een volgend leerjaar mogelijk is. Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 4

5 Bevorderingsrichtlijnen 2 hv 2 havo/vwo gemiddeld eindcijfer tot 6,00 niet bevorderen gemiddeld eindcijfer 6,00 tot 6,30 bespreekmarge gemiddeld eindcijfer 6,30 tot 7,00 gericht bevorderen naar 3 havo gemiddeld eindcijfer 7,00 tot 7,30 bespreekmarge gemiddeld eindcijfer 7,30 en hoger gericht bevorderen naar 3 vwo Bij 2 of meer minpunten: kan geen bevordering plaatsvinden naar 3 vwo. de leerling komt dan in ieder geval in de bespreekmarge, waarbij de vergadering een besluit neemt over bevordering naar 3 havo of niet bevorderen. indien de 2 minpunten vallen bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde is bevordering naar 3 havo niet mogelijk. De cijfers van alle vakken tellen mee. Op basis van het gemiddelde eindcijfer van alle vakken vindt de bevordering plaats. Dit gemiddelde van alle vakken samen wordt afgerond op twee decimalen. De minpunten worden gerekend vanaf 6,0, d.w.z. 5,5 geeft 0,5 minpunt 5,0 geeft 1,0 minpunt 4,5 geeft 1,5 minpunt enz. Een leerling komt automatisch in de bespreekmarge indien: het totaal van de behaalde cijfers in het gebied bespreekmarge zit volgens de bevorderingsrichtlijnen. Het besluit voor leerlingen die in de bespreekmarge vallen wordt door de rapportenvergadering genomen. een leerling 1 of meer minpunten voor de vakken Nederlands, Engels en/of wiskunde heeft. In dat geval beslist de vergadering of bevordering naar een volgend leerjaar mogelijk is. Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 5

6 2. Rapporten op Schaersvoorde In leerjaar 1 en 2 kent Schaersvoorde drie rapporten. De cijfers uit alle rapportperioden tellen mee voor het eindcijfer waarop de overgangsbeslissing wordt genomen. Aan het eind van elke rapportperiode wordt een rapport uitgereikt waarop de cijfers staan vermeld. Op basis van het eindrapport, het 3 e rapport, vindt bevordering plaats. De school baseert de overgangsbeslissing op de behaalde rapportcijfers en op de drie studieaspecten, te weten: werkhouding, zelfstandigheid en inzicht. De overgangsrichtlijnen zijn in de klassen uitgedeeld en zijn bij de leerlingen bekend. Bij het eerste rapport zijn deze ook apart toegevoegd. 1e rapport 2e rapport 3e rapport Periodecijfer (P1) Rapportcijfer (R1) Studieaspecten Periodecijfer (P2) Rapportcijfer (R2) Studieaspecten Periodecijfer (P3) Rapportcijfer (R3) Studieaspecten Berekening van cijfers Een Periodecijfer wordt afgerond op 1 decimaal. (vb.: 6,27 = 6,3 en 6,448 = 6,4) Een Rapportcijfer wordt afgerond op helen en halven. R1 = cijfer van P1 afgerond op half of heel R2 = P1 + 2xP2 3 R3 = P1 + 2xP2 + 2xP3 5 Er wordt dus gerekend met de periodecijfers en niet met de rapportcijfers voor de berekening van het tweede en derde rapportcijfer. Betekenis van de gegevens bij de studie-aspecten: 1 e Werkhouding (hierbij valt te denken aan): - concentratie - interesse - tempo 2 e Zelfstandigheid (hierbij valt te denken aan): - werken volgens een planner - zaken ordenen - gerichte vragen stellen - zelfstandig werken 3 e Inzicht (hierbij valt te denken aan): - overzicht - verbanden leggen - hoofd- en bijzaken onderscheiden - grotere hoeveelheden lesstof overzien - analyseren Betekenis van de gebruikte codes: G = goed V = voldoende Z = zwak O = onvoldoende - = dit gegeven is niet van toepassing bij dit vak of hierover kan geen mening gegeven worden Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 6

7 Programma van toetsing en bevordering 2 havo-vwo Schooljaar Inhoud: - godsdienst - Nederlands - Engels - Frans - Duits - geschiedenis - aardrijkskunde - wiskunde - nastec - biologie - economie - muziek - beeldende vormgeving - bewegingsonderwijs Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 7

8 Vak: godsdienst 2 h/v hfst. 1 De leerlingen: - kunnen het verschil weergeven tussen geschiedenisverhalen en geloofsverhalen; - weten wat profetische verhalen zijn en kunnen er een aantal kenmerken van geven; - kunnen een organisatie noemen die opkomt voor de rechten van mensen - ervaren dat protest iets is van alle tijden en kunnen er voorbeelden van geven uit - deze tijd. - kunnen de begrippen democratie en dictatuur weergeven. hfst. 2 De leerlingen: - hebben kennis van het ontstaan van het zuidrijk Juda en het noordrijk Israël; - hebben kennis van de sociale, economische en religieuze contexten bij de verhalen over Achab en Elia in het noordrijk; - kunnen het verhaal (de nouvelle) van Jona in eigen woorden navertellen; - kunnen de verhalen van de profetische waarschuwingen tegen het onrecht verbinden met waarschuwingen, acties en verhalen in de huidige tijd, kunnen van protesten, acties en verhalen tegen onrecht in de huidige tijd concrete voorbeelden geven. pw 50 minuten Hoofdstuk 1 2 so 20 minuten Hoofdstuk 1 / 2 1 aw Hoofdstuk 1 / 2 1 hfst. 3 De leerlingen: - weten wat het begrip ballingschap inhoudt. - kunnen de profeet Jesaja verbinden met een visioen over de toekomst van de wereld. - kunnen het verhaal over Ester in eigen woorden samenvatten en de betekenis ervan weergeven in de joodse geschiedenis. hfst. 4 De leerlingen kunnen: - onder woorden brengen welke gevoelens en gedachten zij en anderen bij verliefdheid en liefde hebben; - belangrijke symbolen en uitingen van verliefdheid en liefde; - de betekenis van het bijbelboek Hooglied in verleden en heden aangeven; - de beeldtaal uit het Hooglied begrijpen en een aantal voorbeelden eruit uitleggen. pw 50 minuten Hoofdstuk 2 2 pw 50 minuten Hoofdstuk 3 2 so 50 minuten Hoofdstuk 4 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 8

9 hfst. 5 De leerlingen: - kennen de geografische gegevens en de politieke betekenis van Palestina rond het begin van onze jaartelling; - kennen de namen van de belangrijkste machthebbers in de tijd van Jezus en de gevolgen van hun optreden in verband met de ontwikkelingen in Palestina; - kunnen de functies van de joodse tempel en de synagogen met elkaar vergelijken; - kennen de belangrijkste resultaten van het bijbels-wetenschappelijk onderzoek naar de gegevens van Jezus van Nazaret; - ervaren hoe verschillend Jezus in de schilderkunst is afgebeeld, afhankelijk van tijd, plaats en cultuur; - kunnen de belangrijkste namen en titels van Jezus vanuit zijn joodse achtergrond, hemzelf en het geloof van zijn volgelingen verklaren. hfst. 6 De leerlingen kunnen: - drie verhalen noemen van Jezus; - aangeven van welke persoon uit De Verloren Zoon zij iets kunnen leren en wat. - hun mening geven over het gedrag van de arbeiders uit de parabel van de landeigenaar. - in eigen woorden omschrijven wat Samaritanen zijn. - minstens twee verschillen noemen tussen priesters en levieten. hfst. 7 De leerlingen kunnen: - aangeven wat in Jezus tijd onder een wonder wordt verstaan: - het wereldbeeld beschrijven dat de achtergrond vormt van de wonderverhalen: - aangeven wat het eigene is van wonderen in het OT: - uitleggen dat de wonderverhalen in het NT tegen de geloofsachtergrond van OT en NT moeten worden gelezen; - de betekenis aangeven van de uitdrijvingsverhalen in het NT; - aangeven dat wonderverhalen in het NT een belijdeniskarakter hebben; - kunnen het begrip koninkrijk van God of koningschap van God omschrijven; - kunnen voorbeelden geven van wat Jezus met dat koninkrijk van God bedoelde. hfst. 8 De leerlingen - kennen het verhaal over Jezus einde vanaf de intocht in Jeruzalem tot aan de opstanding op Paasmorgen; - ervaren dat er heel veel verschillende antwoorden mogelijk zijn op de bekentenis van Jezus woorden en leven; - verwoorden zelf hun opvatting omtrent het leven van (en het geloof in) Jezus aan de hand van stellingen; - maken kennis met het nieuwe geloof dat ontstaat na de dood van Jezus, namelijk dat Jezus is opgestaan uit de dood en voor zijn volgelingen daarmee de messias is. pw 50 minuten Hoofdstuk 5 2 so 20 minuten Hoofdstuk 6 1 aw Hoofdstuk 7 / 8 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 9

10 Vak: Nederlands Domein A Domein B Domein C Domein D Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging en taalbeschouwing* 2 h/v SO domein B 50 minuten Lezen en 1 Taal&Woordenschat H1 SO domein A Thuis Spreken: Interview 1 PW 50 minuten Toets H1 3 AW domeinen B en D Thuis en in de klas Fictie: Perspectief 2 toevoegen aan portfolio SO domein D 50 minuten Spelling: schema 1 werkwoordspelling *domeinen C en D Thuis en in de klas Fictie&Lezen: Het aantal door de docent aangegeven boeken op de Leesdokkaart 0 PW 50 minuten Toets H2 3 AW domein A 50 minuten en Spreken&Luisteren: 2 voorbereiding in de klas navertellen AW domeinen B en D Thuis en in de klas Fictie: Poëzie en 2 beeldspraak uit H1, 2 en 3 toevoegen aan portfolio SO domein D 50 minuten Gram: zinsontleding uit 1 H1, 2 en 3 PW 50 minuten Toets H3 3 *domeinen C en D Thuis en in de klas Fictie&Lezen: Het aantal door de docent aangegeven boeken op de Leesdokkaart 0 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 10

11 SO domein C 50 minuten Schrijven en gebruik van 1 bronnen uit H2 en H4 SO domein D 50 minuten Taal&Woordenschat en 1 Kijk op Taal H5 + Rijmende uitdrukkingen PW 50 minuten Toets hoofdstuk 4 3 SO domein D 50 minuten Gram. e/o Spelling 1 Zinsdeelstukken/Leestekens PW 50 minuten Toets: Combinatie H5 + 3 H6 PW domein A 50 minuten Lezen H3, H4 en H5 3 *domein C Thuis en in de klas Fictie&Lezen: het aantal door de docent aangegeven boeken op de Leesdokkaart 2 Gehele portfolio wordt in deze periode becijferd * Domeinen De Werkgroep Taal van de commissie Meijerink doet voorstellen voor niveaubeschrijvingen voor de volgende onderdelen van het schoolvak Nederlands. 1. Mondelinge taalvaardigheid, met de subdomeinen gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid. 2. Leesvaardigheid, waarin we twee subdomeinen onderscheiden: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele en literaire teksten. 3. Schrijfvaardigheid, waarmee hier bedoeld wordt het produceren van teksten Schrijfvaardigheid wordt in dit document ruim opgevat: creatieve en zakelijke teksten behoren tot dit domein. 4. Taalverzorging en taalbeschouwing. Bij taalverzorging gaat het om zaken die in dienst staan van verzorgde schriftelijke taalproductie, maar vaak apart aangeleerd moeten worden. Bij taalbeschouwing gaat het om kennis van zinsontleding die ten dienste staat van correcte werkwoordspelling, en om termen en concepten die leerlingen nodig hebben om over mondelinge en schriftelijke fenomenen van gedachten te wisselen. Bron: Over de drempels met taal - De niveaus voor de taalvaardigheid -Onderdeel van de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen 2009 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 11

12 Vak: Engels : - De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesprekken en gezongen teksten. - De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. - De leerling leert strategieën te gebruiken bij het vergaren van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten. - De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en op waarde voor zichzelf en anderen te beoordelen. - De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. - De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. - De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via , brief en chatten. - De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. Domein A: leesvaardigheid Domein B: kijk-/luistervaardigheid Domein C: gespreksvaardigheid Domein D: schrijfvaardigheid 2 h/v so (4) 15 minuten idioom 1 pw (3) 50 minuten idioom / grammatica/ lezen / luisteren 2 so (3) 15 minuten idioom 1 pw (3) 50 minuten idioom / grammatica/ lezen / luisteren 2 so (3) 15 minuten idioom 1 pw (5) 50 minuten idioom / grammatica/ lezen / luisteren 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 12

13 Vak: Frans Domein A Luisteren en begrijpen Domein B Lezen en begrijpen Domein C Spreken Domein D Gesprek voeren Domein E Schrijven Domein F (Domein CDE in compo générale : gram-lees-schrijf) 2 h/v NB: de sectie Frans geeft minimaal drie keer een schriftelijke overhoring (S.O.) per periode en maximaal zeven keer. Deze overhoringen kunnen bestaan uit een voca-overhoring en/of een grammatica overhoring. Bij Ander Werk komen cijfers te staan voor een eventuele huiswerk controle, een mondelinge beurt, luistertoetsen en andere opdrachten. Voor alle toetsvormen geldt dat hier maximale aantallen staan en geen minimale. Code (so/pw/aw/lt) Tijdsduur Omschrijving Gewicht Entreetoets 50 minuten Entreetoets 2 S.O. 15 minuten Voca / gram / huiswerk 1 Proefwerk 50 minuten Hoofdstuk 1 3 Proefwerk Hoofdstuk 2 3 Proefwerk Hoofdstuk 3 3 Ander werk 30 minuten Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Leestoets 30 minuten 2 Leestoets 2 Leestoets 2 Code (so/pw/aw/lt) Tijdsduur Omschrijving Gewicht S.O. 15 minuten Voca / gram / huiswerk 1 Proefwerk 50 minuten Hoofdstuk 4 3 Proefwerk Hoofdstuk 5 3 Proefwerk Hoofdstuk 6 3 Ander werk 30 minuten Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Leestoets 30 minuten 2 Leestoets 2 Leestoets 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 13

14 Code (so/pw/aw/lt) Tijdsduur Omschrijving Gewicht S.O. 15 minuten Voca / gram / huiswerk 1 Proefwerk 50 minuten Hoofdstuk 7 3 Proefwerk Hoofdstuk 8 3 Proefwerk Hoofdstuk 9 3 Ander werk 30 minuten Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Leestoets 30 minuten 2 Leestoets 2 Leestoets 2 Eindtoets Algemene eindtoets 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 14

15 Vak: Duits Domein A Leesvaardigheid Domein B Kijk en Luistervaardigheid Domein C Gespreksvaardigheid Domein D Schrijfvaardigheid 2 h/v s.o. 1a 15 minuten Hoofdstuk 1 1 s.o. 1b 15 minuten Hoofdstuk 1 1 s.o. 2a 15 minuten Hoofdstuk 2 1 s.o. 2b 15 minuten Hoofdstuk 2 1 s.o. 3a 15 minuten Hoofdstuk 3 1 s.o. 3b 15 minuten Hoofdstuk 3 1 Repetitie 1 50 minuten Hoofdstuk 1 2 Repetitie 2 50 minuten Hoofdstuk 2 2 Repetitie 3 50 minuten Hoofdstuk 3 2 Luistertoets 50 minuten Hoofdstuk 1, Leestoets 50 minuten - 2 Spreekvaardigheid 10 minuten Hoofdstuk 1, 2, 3 2 s.o. 4a 15 minuten Hoofdstuk 4 1 s.o. 4b 15 minuten Hoofdstuk 4 1 s.o. 5a 15 minuten Hoofdstuk 5 1 s.o. 5b 15 minuten Hoofdstuk 5 1 s.o. 6a 15 minuten Hoofdstuk 6 1 s.o. 6b 15 minuten Hoofdstuk 6 1 Repetitie 4 50 minuten Hoofdstuk 4 2 Repetitie 5 50 minuten Hoofdstuk 5 2 Repetitie 6 50 minuten Hoofdstuk 6 2 Luistertoets 50 minuten Hoofdstuk 4,5, 6 2 Leestoets 50 minuten - 2 Spreekvaardigheid 10 minuten Hoofdstuk 4, 5, 6 2 s.o. 7a 15 minuten Hoofdstuk 7 1 s.o. 7b 15 minuten Hoofdstuk 7 1 s.o. 8a 15 minuten Hoofdstuk 8 1 s.o. 8b 15 minuten Hoofdstuk 8 1 s.o. 9a 15 minuten Hoofdstuk 9 1 s.o. 9b 15 minuten Hoofdstuk 9 1 Repetitie 7 50 minuten Hoofdstuk 7 2 Repetitie 8 50 minuten Hoofdstuk 8 2 Repetitie 9 50 minuten Hoofdstuk 9 2 Luistertoets 50 minuten Hoofdstuk 7, 8, 9 2 Leestoets 50 minuten - 2 Spreekvaardigheid 10 minuten Hoofdstuk 7, 8, 9 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 15

16 Vak: geschiedenis Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 h/v pw-en 50 minuten Hfd 1 en/of 2 2 So s +/- 30 minuten Delen van hfd 1 en/of 2 1 aw naar gelang opdracht naar gelang opdracht 1 pw-en 50 minuten Hfd 2, 3 en/of 4 2 So s +/- 30 minuten Delen van hfd 3 en/of 4 1 aw naar gelang opdracht naar gelang opdracht 1 pw-en 50 minuten Hfd 4,5 en/of 6 2 So s +/- 30 minuten Delen van hfd 5 en/of 6 1 aw naar gelang opdracht naar gelang opdracht 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 16

17 Vak: aardrijkskunde Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 h/v pw 50 minuten hfst tot 3 so s ± 25 minuten enkele paragrafen 1 pw 50 minuten hfst tot 3 so s ± 25 minuten enkele paragrafen 1 pw 50 minuten hfst tot 3 so s ± 25 minuten enkele paragrafen 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 17

18 Vak: wiskunde Domein A: Vaardigheden Domein B: Formules, functies en grafieken Domein C: Meetkunde 1 Domein D: Toegepaste Analyse 1 Domein E: Meetkunde met coördinaten Domein F: Keuzeonderwerpen 2 h/v pw 50 minuten H1 Lineaire verbanden 3 pw 50 minuten H2 Omtrek en oppervlakte 3 pw 50 minuten H4 De stelling van Pythagoras 3 aw 50 minuten WIMS-toets Breuken 2 pw 50 minuten H3 Algebra 3 pw 50 minuten H5 Lineaire vergelijkingen 3 pw 50 minuten H6 Ruimtemeetkunde 3 aw 50 minuten WIMS-toets Algebra I 2 pw 50 minuten H7 Kwadratische verbanden 3 pw 50 minuten H8 Vlakke meetkunde 3 pw 50 minuten H9 Verschillende verbanden 3 pw 50 minuten H10 Gegevens weergeven 3 aw 50 minuten WIMS-toets Algebra II 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 18

19 Vak: Nastec: Methode Explora H/V 2 Noordhoff Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 h/v pw 50 minuten Rep. H 7 par pw 50 minuten Rep. H 7 par pw 50 minuten Rep. H 8 par aw 200 minuten Werkstuk 2 aw 100 minuten Totaal so,s en practica 2 pw 50 minuten Rep. H 8 par pw 50 minuten Rep. H 9 par pw 50 minuten Rep. H par aw 200 minuten Werkstuk 2 aw 100 minuten Totaal so,s en practica 2 pw 50 minuten Rep. H 4 par pw 50 minuten Rep. H 4 par pw 50 minuten Rep. H 5 2 pw 50 minuten Project 2 aw 200 minuten Werkstuk 2 aw 100 minuten Totaal so,s en practica 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 19

20 Vak: biologie Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 h/v So Hfd 7-eten 1x So Hfd 7-eten 1x Aw Project voeding 2x Pw 50 minuten Hfd 7-eten 3x So Hfd 8-je lijf werkt 1x So Hfd 8-je lijf werkt 1x Aw Practicum visfilet 2x Pw 50 minuten Hfd 8-je lijf werkt 3x So Hfd 9-gezondheid 1x So Hfd 9-gezondheid 1x Aw Practicum 2x bacteriekweek Pw 50 minuten Hfd 9-gezondheid 3x So Hfd 10-dieren en 1x planten So Hfd 10-dieren en 1x planten Pw 50 minuten Hfd 10-dieren en planten 3x So Tekening microscopie 1x So Tekening microscopie 1x So Tekening microscopie 1x Aw Toets microscopie 3x *so s en ander werk worden zo mogelijk ingehaald ** proefwerken dienen altijd ingehaald te worden Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 20

21 Vak: economie Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F Domein G Domein H Domein E Vaardigheden Schaarste Ruil Markt Ruilen over de tijd Samenwerken en onderhandelen Risico en informatie Welvaart en groei Goede tijden, slechte tijden 2 h/v so 25 minuten SO 1 1x so 25 minuten SO 2 1x pw 50 minuten Rep. 1 3x pw 50 minuten Rep. 2 3x so 25 minuten SO 3 1x so 25 minuten SO 4 1x pw 50 minuten Rep. 3 3x pw 50 minuten Rep. 4 3x aw - Praktische opdracht NB so 25 minuten SO 5 1x so 25 minuten SO 6 1x pw 50 minuten Rep. 5 3x pw 50 minuten Rep. 6 3x Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 21

22 Vak: muziek Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 h/v pw 50 minuten Herhaling stof klas 1 2 pw 50 minuten Hoofdstuk 1 2 so 50 minuten Is een samengesteld cijfer meerdere musiceeropdrachten 1 pw 50 minuten Hoofdstuk 2 2 so 50 minuten Is een samengesteld cijfer meerdere musiceeropdrachten 1 pw 50 minuten Hoofdstuk 3 2 so 50 minuten Is een samengesteld cijfer meerdere musiceeropdrachten 1 pw 50 minuten Hoofdstuk 4 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 22

23 Vak: beeldende vormgeving 2 h/v DOELEN De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. De leerling leert, op grond van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- en filmvoorstellingen. De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars., 2 en 3 PW 50 minuten Op te geven hoofdstukken ZOK + theorie uit les 2 en lesmateriaal, kunstbeschouwing Werkstuk Eindwerkstuk periode 3 Ruimtelijke en/of 2-dimensionale verbeelding van opdracht schetsen Schetsen, onderzoek en ideeontwikkeling 1 AW 1 AW 1 AW Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 23

24 Vak: bewegingsonderwijs Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F Domein G zwaaien springen balanceren/jongleren bewegen en muziek stoeispelen lopen spel - over en weer plaatsen - passeren/onderscheppen - inblijven/uitmaken 2 h/v aw 200 minuten zwaaien 1 aw 400 minuten springen 1 aw 200 minuten balanceren 1 aw 100 minuten lopen 1 aw 600 minuten spel 1 aw 300 minuten keuze aw 350 minuten zwaaien 1 aw 250 minuten bewegen en muziek 1 aw 150 minuten stoeispelen 1 aw 250 minuten atletiek 1 aw 600 minuten spel 1 aw 200 minuten keuze aw 200 minuten springen 1 aw 200 minuten balanceren/jongleren 1 aw 650 minuten spel 1 aw 600 minuten atletiek 1 aw 150 minuten keuze Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 24

25 Programma van toetsing en bevordering 2 vwo + Schooljaar Inhoud: - godsdienst - Nederlands - Engels - Frans - Duits - geschiedenis - aardrijkskunde - wiskunde - nastec - biologie - economie - muziek - beeldende vormgeving - bewegingsonderwijs Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 25

26 Vak: godsdienst 2 vwo+ hfst. 1 De leerlingen: - kunnen het verschil weergeven tussen geschiedenisverhalen en geloofsverhalen; - weten wat profetische verhalen zijn en kunnen er een aantal kenmerken van geven; - kunnen een organisatie noemen die opkomt voor de rechten van mensen - ervaren dat protest iets is van alle tijden en kunnen er voorbeelden van geven uit - deze tijd. - kunnen de begrippen democratie en dictatuur weergeven. hfst. 2 De leerlingen: - hebben kennis van het ontstaan van het zuidrijk Juda en het noordrijk Israël; - hebben kennis van de sociale, economische en religieuze contexten bij de verhalen over Achab en Elia in het noordrijk; - kunnen het verhaal (de nouvelle) van Jona in eigen woorden navertellen; - kunnen de verhalen van de profetische waarschuwingen tegen het onrecht verbinden met waarschuwingen, acties en verhalen in de huidige tijd, kunnen van protesten, acties en verhalen tegen onrecht in de huidige tijd concrete voorbeelden geven. pw 50 minuten Hoofdstuk 1 2 so 20 minuten Hoofdstuk 1 / 2 1 aw Hoofdstuk 1 / 2 1 hfst. 3 De leerlingen: - weten wat het begrip ballingschap inhoudt. - kunnen de profeet Jesaja verbinden met een visioen over de toekomst van de wereld. - kunnen het verhaal over Ester in eigen woorden samenvatten en de betekenis ervan weergeven in de joodse geschiedenis. hfst. 4 De leerlingen kunnen: - onder woorden brengen welke gevoelens en gedachten zij en anderen bij verliefdheid en liefde hebben; - belangrijke symbolen en uitingen van verliefdheid en liefde; - de betekenis van het bijbelboek Hooglied in verleden en heden aangeven; - de beeldtaal uit het Hooglied begrijpen en een aantal voorbeelden eruit uitleggen. pw 50 minuten Hoofdstuk 2 2 pw 50 minuten Hoofdstuk 3 2 so/aw 50 minuten Hoofdstuk 4 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 26

27 hfst. 5 De leerlingen: - kennen de geografische gegevens en de politieke betekenis van Palestina rond het begin van onze jaartelling; - kennen de namen van de belangrijkste machthebbers in de tijd van Jezus en de gevolgen van hun optreden in verband met de ontwikkelingen in Palestina; - kunnen de functies van de joodse tempel en de synagogen met elkaar vergelijken; - kennen de belangrijkste resultaten van het bijbels-wetenschappelijk onderzoek naar de gegevens van Jezus van Nazaret; - ervaren hoe verschillend Jezus in de schilderkunst is afgebeeld, afhankelijk van tijd, plaats en cultuur; - kunnen de belangrijkste namen en titels van Jezus vanuit zijn joodse achtergrond, hemzelf en het geloof van zijn volgelingen verklaren. hfst. 6 De leerlingen kunnen: - drie verhalen noemen van Jezus; - aangeven van welke persoon uit De Verloren Zoon zij iets kunnen leren en wat. - hun mening geven over het gedrag van de arbeiders uit de parabel van de landeigenaar. - in eigen woorden omschrijven wat Samaritanen zijn. - minstens twee verschillen noemen tussen priesters en levieten. hfst. 7 De leerlingen kunnen: - aangeven wat in Jezus tijd onder een wonder wordt verstaan: - het wereldbeeld beschrijven dat de achtergrond vormt van de wonderverhalen: - aangeven wat het eigene is van wonderen in het OT: - uitleggen dat de wonderverhalen in het NT tegen de geloofsachtergrond van OT en NT moeten worden gelezen; - de betekenis aangeven van de uitdrijvingsverhalen in het NT; - aangeven dat wonderverhalen in het NT een belijdeniskarakter hebben; - kunnen het begrip koninkrijk van God of koningschap van God omschrijven; - kunnen voorbeelden geven van wat Jezus met dat koninkrijk van God bedoelde. hfst. 8 De leerlingen - kennen het verhaal over Jezus einde vanaf de intocht in Jeruzalem tot aan de opstanding op Paasmorgen; - ervaren dat er heel veel verschillende antwoorden mogelijk zijn op de bekentenis van Jezus woorden en leven; - verwoorden zelf hun opvatting omtrent het leven van (en het geloof in) Jezus aan de hand van stellingen; - maken kennis met het nieuwe geloof dat ontstaat na de dood van Jezus, namelijk dat Jezus is opgestaan uit de dood en voor zijn volgelingen daarmee de messias is. pw 50 minuten Hoofdstuk 5 2 so 20 minuten Hoofdstuk 6 1 aw Hoofdstuk 7 / 8 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 27

28 Vak: Nederlands Domein A Domein B Domein C Domein D Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging en taalbeschouwing* 2 vwo+ SO 50 minuten Lezen en Spelling hfst. 1 1 PW 50 minuten Toets hoofdstuk 1 3 SO 50 minuten Lezen en Woordenschat 1 AW Tijdens lessen en als huiswerk hfst. 2 Fictie/ leesdok Boekopdracht 1 en 2 2 PW 50 minuten Toets hoofdstuk 2 3 AW 50 minuten Spreekvaardigheid 2 AW Tijdens les en als Fictie/leesdok 2 huiswerk Boekopdracht 3 en 4 PW 50 minuten Toets Hoofdstuk 3 3 SO 50 minuten Schrijfvaardigheid/spelling 1 PW 50 minuten Toets hoofdstuk 4 3 AW Tijdens les en als Fictie/ leesdok 2 huiswerk Boekopdracht 5 en 6 SO 50 minuten Grammatica zinsontleding 1 Hfst. 4/5 PW 50 minuten Toets leesvaardigheid 3 Hoofdstuk 1 t/m 6 AW 50 minuten Toets hoofdstuk 5&6 2 In de leesverslagen zijn opdrachten creatief schrijven verweven. Daarnaast zijn er mondelinge presentaties bij deze verslagen. * Domeinen De Werkgroep Taal van de commissie Meijerink doet voorstellen voor niveaubeschrijvingen voor de volgende onderdelen van het schoolvak Nederlands. 1. Mondelinge taalvaardigheid, met de subdomeinen gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid. 2. Leesvaardigheid, waarin we twee subdomeinen onderscheiden: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele en literaire teksten. Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 28

29 3. Schrijfvaardigheid, waarmee hier bedoeld wordt het produceren van teksten Schrijfvaardigheid wordt in dit document ruim opgevat: creatieve en zakelijke teksten behoren tot dit domein. 4. Taalverzorging en taalbeschouwing. Bij taalverzorging gaat het om zaken die in dienst staan van verzorgde schriftelijke taalproductie, maar vaak apart aangeleerd moeten worden. Bij taalbeschouwing gaat het om kennis van zinsontleding die ten dienste staat van correcte werkwoordspelling, en om termen en concepten die leerlingen nodig hebben om over mondelinge en schriftelijke fenomenen van gedachten te wisselen. Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 29

30 Vak: Engels : - De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesprekken en gezongen teksten. - De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. - De leerling leert strategieën te gebruiken bij het vergaren van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten. - De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en op waarde voor zichzelf en anderen te beoordelen. - De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. - De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. - De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via , brief en chatten. - De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. Domein A: leesvaardigheid Domein B: kijk-/luistervaardigheid Domein C: gespreksvaardigheid Domein D: schrijfvaardigheid 2 vwo+ so (4) 15 minuten idioom 1 pw (3) 50 minuten idioom / grammatica/ lezen / luisteren 2 so (3) 15 minuten idioom 1 pw (3) 50 minuten idioom / grammatica/ lezen / luisteren 2 so (3) 15 minuten idioom 1 pw (5) 50 minuten idioom / grammatica/ lezen / luisteren 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 30

31 Vak: Frans Domein A Luisteren en begrijpen Domein B Lezen en begrijpen Domein C Spreken Domein D Gesprek voeren Domein E Schrijven Domein F (Domein CDE in compo générale : gram-lees-schrijf) 2 vwo+ NB: de sectie Frans geeft minimaal drie keer een schriftelijke overhoring (S.O.) per periode en maximaal zeven keer. Deze overhoringen kunnen bestaan uit een voca-overhoring en/of een grammatica overhoring. Bij Ander Werk komen cijfers te staan voor een eventuele huiswerk controle, een mondelinge beurt, luistertoetsen en andere opdrachten. Voor alle toetsvormen geldt dat hier maximale aantallen staan en geen minimale. Code (so/pw/aw/lt) Tijdsduur Omschrijving Gewicht Entreetoets 50 minuten Entreetoets 2 S.O. 15 minuten Voca / gram / huiswerk 1 Proefwerk 50 minuten Hoofdstuk 1 3 Proefwerk Hoofdstuk 2 3 Proefwerk Hoofdstuk 3 3 Ander werk 30 minuten Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Leestoets 30 minuten 2 Leestoets 2 Leestoets 2 Code (so/pw/aw/lt) Tijdsduur Omschrijving Gewicht S.O. 15 minuten Voca / gram / huiswerk 1 Proefwerk 50 minuten Hoofdstuk 4 3 Proefwerk Hoofdstuk 5 3 Proefwerk Hoofdstuk 6 3 Ander werk 30 minuten Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Leestoets 30 minuten 2 Leestoets 2 Leestoets 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 31

32 Code (so/pw/aw/lt) Tijdsduur Omschrijving Gewicht S.O. 15 minuten Voca / gram / huiswerk 1 Proefwerk 50 minuten Hoofdstuk 7 3 Proefwerk Hoofdstuk 8 3 Proefwerk Hoofdstuk 9 3 Ander werk 30 minuten Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Ander werk Luisteren, spreken 1 Leestoets 30 minuten 2 Leestoets 2 Leestoets 2 Eindtoets Algemene eindtoets 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 32

33 Vak: Duits Domein A Leesvaardigheid Domein B Kijk en Luistervaardigheid Domein C Gespreksvaardigheid Domein D Schrijfvaardigheid 2 vwo+ s.o. 1a 15 minuten Hoofdstuk 1 1 s.o. 1b 15 minuten Hoofdstuk 1 1 s.o. 2a 15 minuten Hoofdstuk 2 1 s.o. 2b 15 minuten Hoofdstuk 2 1 s.o. 3a 15 minuten Hoofdstuk 3 1 s.o. 3b 15 minuten Hoofdstuk 3 1 Repetitie 1 50 minuten Hoofdstuk 1 2 Repetitie 2 50 minuten Hoofdstuk 2 2 Repetitie 3 50 minuten Hoofdstuk 3 2 Luistertoets 50 minuten Hoofdstuk 1, 2, 3 2 Leestoets 50 minuten - 2 Spreekvaardigheid 10 minuten Hoofdstuk 1, 2, 3 2 s.o. 4a 15 minuten Hoofdstuk 4 1 s.o. 4b 15 minuten Hoofdstuk 4 1 s.o. 5a 15 minuten Hoofdstuk 5 1 s.o. 5b 15 minuten Hoofdstuk 5 1 s.o. 6a 15 minuten Hoofdstuk 6 1 s.o. 6b 15 minuten Hoofdstuk 6 1 Repetitie 4 50 minuten Hoofdstuk 4 2 Repetitie 5 50 minuten Hoofdstuk 5 2 Repetitie 6 50 minuten Hoofdstuk 6 2 Luistertoets 50 minuten Hoofdstuk 4, 5, 6 2 Leestoets 50 minuten - 2 Spreekvaardigheid 10 minuten Hoofdstuk 4, 5, 6 2 s.o. 7a 15 minuten Hoofdstuk 7 1 s.o. 7b 15 minuten Hoofdstuk 7 1 s.o. 8a 15 minuten Hoofdstuk 8 1 s.o. 8b 15 minuten Hoofdstuk 8 1 s.o. 9a 15 minuten Hoofdstuk 9 1 s.o. 9b 15 minuten Hoofdstuk 9 1 Repetitie 7 50 minuten Hoofdstuk 7 2 Repetitie 8 50 minuten Hoofdstuk 8 2 Repetitie 9 50 minuten Hoofdstuk 9 2 Luistertoets 50 minuten Hoofdstuk 7, 8, 9 2 Leestoets 50 minuten - 2 Spreekvaardigheid 10 minuten Hoofdstuk 7, 8, 9 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 33

34 Vak: geschiedenis Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 vwo+ pw-en 50 minuten Hfd 1 en/of 2 2 So s +/- 30 minuten Delen van hfd 1 en/of 2 1 aw naar gelang opdracht naar gelang opdracht 1 pw-en 50 minuten Hfd 2, 3 en/of 4 2 So s +/- 30 minuten Delen van hfd 3 en/of 4 1 aw naar gelang opdracht naar gelang opdracht 1 pw-en 50 minuten Hfd 4, 5 en/of 6 2 So s +/- 30 minuten Delen van hfd 5 en/of 6 1 aw naar gelang opdracht naar gelang opdracht 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 34

35 Vak: aardrijkskunde Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 vwo+ pw 50 minuten 1 hfst. 2 1 tot 3 so s ± 25 minuten enkele paragrafen 1 pw 50 minuten 1 hfst. 2 1 tot 3 so s ± 25 minuten enkele paragrafen 1 pw 50 minuten 1 hfst. 2 1 tot 3 so s ± 25 minuten enkele paragrafen 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 35

36 Vak: wiskunde Domein A: Vaardigheden Domein B: Formules, functies en grafieken Domein C: Meetkunde 1 Domein D: Toegepaste Analyse 1 Domein E: Meetkunde met coördinaten Domein F: Keuzeonderwerpen 2 vwo+ pw 50 minuten H1 Lineaire verbanden 3 pw 50 minuten H2 Gelijkvormigheid 3 pw 50 minuten H3 Machten en wortels 3 aw 50 minuten Vaardigheden Wims toets 2 so Wimswerkblad of kernvaardigheden 1 so Wimswerkblad of kernvaardigheden 1 pw 50 minuten H4 De stelling van Pythagoras 3 pw 50 minuten H5 Kwadratische formules 3 pw 50 minuten H6 Statistiek 3 pw 50 minuten H7 Procentuele groei 3 aw 50 minuten Vaardigheden Wims toets 2 so Wimswerkblad of kernvaardigheden 1 so Wimswerkblad of kernvaardigheden 1 pw 50 minuten H8 Oppervlakte 3 pw 50 minuten H9 Lineaire vergelijkingen 3 pw 50 minuten H10 Ruimtemeetkunde 3 pw 50 minuten H11 Ontbinden in factoren 3 pw 50 minuten H12 Kijk op kans 3 aw 50 minuten Vaardigheden Wims toets 2 so Wimswerkblad of kernvaardigheden 1 so Wimswerkblad of kernvaardigheden 1 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 36

37 Vak: Nastec: Methode Explora H/V 2 Noordhoff Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 vwo+ pw 50 minuten Rep. H 7 par pw 50 minuten Rep. H 7 par pw 50 minuten Rep. H 8 par aw 200 minuten Werkstuk 2 aw 100 minuten Totaal so,s 2 pw 50 minuten Rep. H 8 par pw 50 minuten Rep. H 9 par pw 50 minuten Rep. H 9 par aw 200 minuten Werkstuk 2 aw 100 minuten Totaal so,s 2 pw 50 minuten Rep. H 10 par pw 50 minuten Rep. H 10 par pw 50 minuten Rep. H 11 2 pw 50 minuten Project 2 aw 200 minuten Werkstuk 2 aw 100 minuten Totaal so,s 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 37

38 Vak: biologie Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 vwo+ So Hfd 7-eten 1x So Hfd 7-eten 1x Aw Project voeding 2x Pw 50 minuten Hfd 7-eten 3x So Hfd 8-je lijf werkt 1x So Hfd 8-je lijf werkt 1x Aw Practicum visfilet 2x Pw 50 minuten Hfd 8-je lijf werkt 3x So Hfd 9-gezondheid 1x So Hfd 9-gezondheid 1x Aw Practicum 2x bacteriekweek Pw 50 minuten Hfd 9-gezondheid 3x So Hfd 10-dieren en 1x planten So Hfd 10-dieren en 1x planten Pw 50 minuten Hfd 10-dieren en planten 3x So Tekening microscopie 1x So Tekening microscopie 1x So Tekening microscopie 1x Aw Toets microscopie 3x * so s en ander werk worden zo mogelijk ingehaald ** proefwerken dienen altijd ingehaald te worden Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 38

39 Vak: economie Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F Domein G Domein H Domein E Vaardigheden Schaarste Ruil Markt Ruilen over de tijd Samenwerken en onderhandelen Risico en informatie Welvaart en groei Goede tijden, slechte tijden 2 vwo+ so 25 minuten Hoofdstuk 1 1x so 25 minuten Hoofdstuk 2 1x pw 50 minuten Hoofdstuk 1, 2 en 3 3x so 25 minuten Hoofdstuk 4 1x so 25 minuten Hoofdstuk 5 1x pw 50 minuten Hoofdstuk 4, 5 en 6 3x aw - Praktsiche opdracht NB so 25 minuten Hoofdstuk 7 1x so 25 minuten Hoofdstuk 7 1x pw 50 minuten Hoofdstuk 7 3x Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 39

40 Vak: muziek Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F 2 vwo+ pw 50 minuten Herhaling stof klas 1 2 pw 50 minuten Hoofdstuk 1 2 so 50 minuten Is een samengesteld cijfer meerdere musiceeropdrachten pw 50 minuten Hoofdstuk 2 2 so 50 minuten Is een samengesteld cijfer meerdere musiceeropdrachten 1 pw 50 minuten Hoofdstuk 3 2 so 50 minuten Is een samengesteld cijfer dat bestaat uit meerdere musiceeropdrachten 1 pw 50 minuten Hoofdstuk 4 Muziek en computer 2 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 40

41 Vak: beeldende vormgeving 2 vwo+ DOELEN De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. De leerling leert, op grond van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- en filmvoorstellingen. De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars., 2 en 3 PW 50 minuten Op te geven hoofdstukken ZOK + theorie uit les 2 en lesmateriaal, kunstbeschouwing Werkstuk Eindwerkstuk periode 3 Ruimtelijke en/of 2-dimensionale verbeelding van opdracht schetsen Schetsen, onderzoek en ideeontwikkeling 1 AW 1 AW 1 AW Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 41

42 Vak: bewegingsonderwijs Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F Domein G zwaaien springen balanceren/jongleren bewegen en muziek stoeispelen lopen spel - over en weer plaatsen - passeren/onderscheppen - inblijven/uitmaken 2 vwo+ aw 200 minuten zwaaien 1 aw 400 minuten springen 1 aw 200 minuten balanceren 1 aw 100 minuten lopen 1 aw 600 minuten spel 1 aw 300 minuten keuze aw 350 minuten zwaaien 1 aw 250 minuten bewegen en muziek 1 aw 150 minuten stoeispelen 1 aw 250 minuten atletiek 1 aw 600 minuten spel 1 aw 200 minuten keuze aw 200 minuten springen 1 aw 200 minuten balanceren/jongleren 1 aw 650 minuten spel 1 aw 600 minuten atletiek 1 aw 150 minuten keuze Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 42

43 Programma van Toetsing en Bevordering schooljaar Pagina 43