Programma van Toetsing en Doorstroming De lln krijgen een halfjaar lessen Drama

Transcriptie

1 De lln krijgen een halfjaar lessen Drama Leerweg: BB, KB, TL regulier, sport en opstap Klas: Leerjaar Vak: Drama Toetsnr Methode: Geen Wat moet je voor de toetsing doen? Kerndoelen * Soort + tijd.2. BASIS SPEL: De leerling kent de basisprincipes om een scène te kunnen spelen.,2 Weging W S: De leerling kent de definitie van de 3 w s en kan deze zichtbaar toepassen bij het maken van een scène.,2 Einde rapportperiode TABLEAUS: De leerling is in staat om een goede tableau te kunnen maken.,2,4, SLOWMOTION: De leerling kan slowmotion toepassen in een scène.,2,4,5 Einde rapportperiode 2. Einde rapportperiode 3. Kerndoelen onderbouw: CURSUSJAAR

2 . De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. 2. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. 3. De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. 4. De leerling leert, met behulp van visuele of auditieve middelen, verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer). 5. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars. CURSUSJAAR

3 Leerweg: BB, KB, TL, EXPRESSIE Klas: Leerjaar Vak: Drama Toetsnr Methode: Geen Wat moet je voor de toetsing doen? Kerndoelen * Soort + tijd.2. BASIS SPEL: De leerling kent de basisprincipes om een scène te kunnen spelen. 2 Weging W S: De leerling kent de definitie van de 3 w s en kan deze zichtbaar toepassen bij het maken van een scène.,2.2.3 EMOTIES: De leerling kan in zijn spel schakelen tussen verschillende emoties.,2,5 Einde rapportperiode NATUURLIJK SPEL: De leerling is zich bewust van wat natuurlijk spelen betekent en kan deze manier van spelen terug laten zien bij het presenteren van scènes.,2, W S: De leerling kent de definitie van de 5 w s en kan deze zichtbaar toepassen bij het maken van een scène.,2, ONREALISTISCH SPEL: De leerling is zich bewust van wat onrealistisch spel is en kan samen met groepsgenoten een scène maken en spelen die een onrealistische inhoud bevat. Einde rapportperiode 2.,2, DANS: De leerling kan het aangeleerde materiaal zelfstandig uitvoeren.,2,3,4, TABLEAUS: De leerling is in staat om een goede tableau te kunnen maken.,2,3,4, SLOW MOTION: De leerling kan slow motion toepassen in een scène.,2,3,4,5 Einde rapportperiode 3. CURSUSJAAR

4 Kerndoelen onderbouw:. De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. 2. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. 3. De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. 4. De leerling leert, met behulp van visuele of auditieve middelen, verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer). 5. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars. CURSUSJAAR

5 Leerweg: BB, KB, TL EXPRESSIE Klas: Leerjaar 2 Vak: Drama Toetsnr.2. Methode: Geen Wat moet je voor de toetsing doen? 5 W S: De leerling kent de definitie van de 5 w s en kan deze zichtbaar toepassen bij het maken van een scène. Kerndoelen * Soort + tijd 2 Weging.2.2 JABBERTALK: De leerling kan jabbertalk inzetten in een scène waaruit de 3 w s duidelijk worden voor het publiek.,2.2.3 VERBODEN TE LACHEN: De leerling kan de scène draaiende houden, valt zelf niet uit zijn concentratie en kan tevens de ander aan het lachen maken.,2,5 Einde rapportperiode INSPRINGSPEL: De leerling is in staat om in te springen in een scène en daarmee het wie, wat, waar kan veranderen.,2, IMPROVISATIE: De leerling kan op basis van improvisatie de scène draaiende houden en weet hoe om te gaan met zijn tegenspeler bij het improviseren.,2, DIALOGEN SCHRIJVEN: De leerling weet wat een dialoog is en kan in groepsverband een dialoog schrijven waarbij de 3 w s nog niet duidelijk zijn.,2,3 Einde rapportperiode DANSEN: De leerling kan het aangeleerde materiaal zelfstandig uitvoeren.,2,3,4, CONFLICTEN: De leerling is zich bewust van wat een conflict betekent en weet een origineel conflict uit te spelen in een zelfgemaakte scène.,2,3,4, PERSONAGES: De leerling kan een personage opbouwen vanuit een zelfgekozen foto. De leerling gebruikt hierbij zijn lichaam en stem op een andere manier.,2,3,4,5 Einde rapportperiode 3. CURSUSJAAR

6 Kerndoelen onderbouw:. De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. 2. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. 3. De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. 4. De leerling leert, met behulp van visuele of auditieve middelen, verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer). 5. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars. CURSUSJAAR