VEranTwoord. Voor meer informatie: Redactieadres: Postbus GB Rijswijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VEranTwoord. Voor meer informatie: Redactieadres: Postbus GB Rijswijk"

Transcriptie

1 Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten Voor meer informatie: Redactieadres: Postbus GB Rijswijk VEranTwoord Betere vetzuursamenstelling in producten met plantaardige oliën en vetten Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 23-21

2 VEranTwoord Betere vetzuursamenstelling in producten met plantaardige oliën en vetten Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling Rijswijk, november 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 1

3 Inhoud Voorwoord door Claudia Oomen en Frans Claassen, Productschap MVO, 3 namens de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling Voorwoord door Paul Huijts, Directeur Generaal Volksgezondheid, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 4 Voorwoord door Boudewijn Breedveld, Plaatsvervangend Directeur Voedingscentrum 5 Voorwoord door Marc Jansen, Directeur Consumentenzaken en Kwaliteit CBL 6 Samenvatting 7 Summary 11 Leden van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 16 Vetten en Gezondheid 18 Toepassing van plantaardige oliën en vetten 2 Oprichting, doelen en werkwijze van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 24 Rapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 27 Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) 28 Koninklijke Horeca Nederland (KHN) 38 Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) 42 Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA) 47 Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) en Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF) 51 Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) 63 Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) en Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) 68 Effect op inname van verzadigd en transvet 76 Voorwoord Succesvolle verbetering van vetzuursamenstelling door samenwerking in de keten De vetzuursamenstelling van producten is een terugkerend aandachtspunt in de media, de wetenschap en het beleid voor voeding en gezondheid van de overheid. De afgelopen zeven jaar heeft de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling laten zien dat door zelfregulering belangrijke reducties in transvet en verzadigd vet in producten afkomstig uit de belangrijkste sectoren die (bewerkte) plantaardige oliën en vetten verwerken, gerealiseerd kunnen worden. Aanbieders en afnemers van plantaardige oliën en vetten hebben daarmee hun verantwoordelijkheid genomen en zich ingezet voor een voortgaande verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. De Task Force is in 23 gestart als Task Force Transvetzuren op initiatief van Productschap Margarine, Vetten en Oliën. In 23 bleek dat de inname van transvetzuren via de voeding boven de aanbevelingen van de Gezondheidsraad lag. Daarom hebben de betrokken branches zich aanvankelijk ingezet om de hoeveelheid transvetzuren in levensmiddelen terug te brengen. Om ook in te spelen op de noodzaak om het gehalte aan verzadigde vetzuren in de voeding te verlagen is de Task Force Transvetzuren in 25 omgevormd tot de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Alle betrokken sectoren hebben zich gecommitteerd aan een manifest met een looptijd tot 21, dat in 25 is aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Met deze rapportage sluiten we het Manifest van 25 af. De rapportage beschrijft in detail de initiatieven van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Er wordt ingegaan op de aanleiding voor het vormen van een Task Force, de doelstellingen en natuurlijk de behaalde resultaten. Daarnaast wordt o.a. ingegaan op de relatie tussen vetten en gezondheid en de verschillende productieprocessen in de keten van plantaardige oliën en vetten. Werken aan een betere vetzuursamenstelling kun je niet alleen, maar vraagt een nauwe samenwerking met ketenpartijen, overheid en maatschappelijke organisaties. We waarderen de inzet van eenieder die met ons heeft samengewerkt om de doelen te realiseren en zullen ons ook de komende jaren daar waar mogelijk blijven inzetten voor een verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. Conclusies en aanbevelingen 78 Claudia Oomen Voorzitter Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling Unitmanager Voeding, Productschap Margarine, Vetten en Oliën Frans Claassen Directeur/secretaris Productschap Margarine, Vetten en Oliën 2 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 3

4 Voorwoord Task Force heeft sleutel om gezonde keuze makkelijker te maken Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) streeft ernaar de gezonde keuze makkelijker te maken, ook op het gebied van voeding. De belangrijkste i ngrediënten hiervoor zijn: kennis van wat een gezonde keuze is, bij consument en bij producenten en aanbieders beschikbaarheid van gezond productaanbod De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is een pionier geweest in samenwerking voor gezonde productaanpassing op basis van zelfregulering. Dit is een (inter)nationaal voorbeeld van maatschappelijk relevante innovatiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven. Het is goed te zien dat het bedrijfsleven, verenigd in de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling, de afgelopen jaren haar verantwoordelijkheid heeft gepakt om bij te dragen aan een gezonde samenleving. Zowel via het aanpassen van producten als via informatievoorziening aan consument en professionals. Met name via het aanpassen van producten heeft de Task Force een sleutel in handen om de gezonde keuze makkelijker te maken. De resultaten van de afgelopen jaren hebben dit aangetoond. Niet elk product biedt evenveel mogelijkheid voor verbetering, maar elke productcategorie kan gezonder. Ik ben ervan overtuigd dat deze inzet bijdraagt aan de volksgezondheid. De richtlijn van de Gezondheidsraad voor maximale consumptie van verzadigde vetzuren is echter nog niet bereikt. Dit biedt nog mogelijkheden voor aanvullende gezondheidswinst. Ik moedig u dan ook graag aan de kracht van het bedrijfsleven - producenten én aanbieders - verder te benutten om een volgende stap te maken. Goed samenspel tussen publieke en private partijen om kennis en expertise te delen zal hieraan bijdragen. Ik bedank u voor uw gezonde en innovatieve ondernemerszin! Paul Huijts Directeur Generaal Volksgezondheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Voorwoord Gezonde keuze gemakkelijker Beperking van de hoeveelheid verzadigd vet en transvet in de voeding is één van de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad gericht op de preventie van chronische ziekten. Verbetering van de vetzuursamenstelling van ons eten levert belangrijke gezondheidswinst. De MVO-sector heeft met de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling laten zien dat met zelfregulering verbetering in de vetzuursamenstelling van ons voedsel geboekt kan worden. Om een bijdrage te leveren aan het verlagen van de gemiddelde inname verzadigd vet en transvet zijn, op initiatief van het Productschap Margarine Vetten en Oliën, de handen ineengeslagen en actieplannen geformuleerd. Door deze gezamenlijke aanpak van de hele keten van plantaardige oliën en vetten, heeft de sector een bedreiging om weten te zetten in een uitdaging. Het resultaat is een initiatief waar zij trots op mag zijn. Deze aanpak sluit volledig aan op de push- en pull strategie van het Voedingscentrum. Daarbij worden enerzijds consumenten gestimuleerd gezond en duurzaam te kiezen. Tegelijkertijd richt het Voedingscentrum zich op aanbod en omgeving met als doel een gezonder en duurzamer aanbod in alle sectoren en op alle plaatsen, zodat de gezonde en duurzame keuze de gemakkelijke keuze wordt. Natuurlijk blijft de consument verantwoordelijk voor zijn of haar handelen. Door de Wereld Gezondheidorganisatie is het bedrijfsleven opgeroepen de gezonde keuze voor de consument de gemakkelijke keuze te laten zijn. Dat is extra relevant daar waar de keuzevrijheid van de consument beperkt is of als de keuze min of meer door het bedrijfsleven wordt gemaakt. Denk hierbij aan de keuze voor de soort frituurvet in de catering en de horeca. Hier ligt dus een belangrijke verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de samenleving bij het bedrijfsleven. De MVO-sector heeft die verantwoordelijkheid gezien. De werkwijze van de Task Force, transparant en met alle sectoren aan tafel, is een voorbeeld voor anderen. Ga zo door. Boudewijn Breedveld Plaatsvervangend Directeur Voedingscentrum 4 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 5

5 Voorwoord Lekkere producten met een betere samenstelling; de consument plukt er de vruchten van Gezondheid staat al geruime tijd hoog op de agenda van de supermarktbranche. Wij spannen ons in om het consumenten gemakkelijk te maken om op hun gezondheid te letten. Dit doen wij door consumenten heldere informatie te geven over gezonde keuzes en over een goede balans tussen eten en bewegen. Bijvoorbeeld door het vermelden van het aantal calorieën en het suiker-, zout- en verzadigd-vetgehalte of gezondheidslogo s op de verpakking. Of via de website passievoorfood.nl waarop tips en informatie gegeven worden over gezond leven. Maar ook het sponsoren van (lokale) gezondheidsinitiatieven door supermarkten dragen bij aan een gezondere levensstijl. De supermarktbranche is een belangrijke schakel tussen fabrikant en consument. Met de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is een groot aantal fabrikanten aan de slag gegaan om de vetzuursamenstelling van verschillende productgroepen te verbeteren. Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is blij met de resultaten die de Task Force heeft geboekt. Doordat veel bestaande producten vervangen worden door gezondere varianten wordt de consumptie door consumenten van verzadigde en transvetzuren sterk verminderd. Samen met onze leveranciers werken wij continu aan het uitbreiden van het aanbod gezondere producten. De activiteiten van de taskforceleden sluiten hier prachtig op aan. De gezamenlijke aanpak van branches heeft geleid tot aanzienlijke reductie van transvet en vervanging van verzadigd vet door onverzadigde vetten. Consumenten plukken hier de vruchten van: het wordt steeds gemakkelijker om voor gezond te kiezen. Maar de uitdaging zit vooral in het gezonder maken van producten zonder dat de consument het merkt of daar over na hoeft te denken. Dit is vele malen moeilijker, maar ook daar moeten fabrikanten werk van maken. Het werk van de Task Force blijft belangrijk. Samen kunnen er ambitieuze stappen gezet worden, kan er gebruik gemaakt worden van elkaars kennis en ervaring en zijn innovaties mogelijk. Alleen op deze manier zijn wij in staat om de consument ook in de toekomst steeds gezondere producten aan te bieden. Marc Jansen Directeur Consumentenzaken en Kwaliteit Centraal Bureau Levensmiddelenhandel Samenvatting De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft tussen 23 en 21 door zelfregulering belangrijke reducties gerealiseerd in de gehaltes transvet en verzadigd vet in producten afkomstig uit de belangrijkste sectoren die (bewerkte) plantaardige oliën en vetten verwerken. Leden De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is een uniek samenwerkingsverband tussen aanbieders en afnemers van plantaardige oliën en vetten, inclusief afnemers in de horeca. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Voedingscentrum zijn als waarnemer vertegenwoordigd in de Task Force. De Task Force heeft de volgende leden: Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) Koninklijke Horeca Nederland (KHN) Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA) Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF) Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) Doelen De vetzuursamenstelling van producten is een terugkerend aandachtspunt in het beleid voor voeding en gezondheid van de overheid. De betrokken branches hebben zich de afgelopen jaren ingezet voor een voortgaande verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. Voor de volksgezondheid is het wenselijk verzadigde vetzuren en transvetzuren in de voeding te vervangen door (cis) onverzadigde vetzuren. Alle betrokken sectoren hebben zich gecommitteerd aan een manifest, dat in 25 is aangeboden aan de Minister van VWS. De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling had daarbij de volgende doelen per 21: Het verlagen van de hoeveelheid transvetzuren in de voeding zodat conform de richtlijn van de Gezondheidsraad een inname van maximaal 1 energieprocent in de voeding gerealiseerd kan worden, Het verlagen van de hoeveelheid verzadigd vet in de voeding om hiermee een belangrijke bijdrage te leveren aan de richtlijn van de Gezondheidsraad om in 21 uit te komen op een consumptie van maximaal 1 energieprocent verzadigd vet. De Task Force is in 23 gestart als Task Force Transvetzuren, en is formeel in 25 opgericht onder de naam Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Voor de Task Force was een belangrijke voorwaarde voor verbetering van de vetzuursamenstelling dat de functionele eigenschappen (zoals smaak, houdbaarheid en gewenste consistentie) gehandhaafd bleven. Dit betekent dat een case by case benadering nodig was die 6 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 7

6 gefaseerd plaatshad. Er diende gezocht te worden naar alternatieven met een optimale vetzuursamenstelling die ook prijstechnisch haalbaar waren. Verder moesten ook technologische processen aangepast worden aan de nieuwe recepturen. Activiteiten Om de beoogde doelen te halen heeft de Task Force actie ondernomen op vier terreinen: 1. Stimuleren van innovaties. Voorbeelden hiervan zijn: a. Workshops rondom innovaties van o.a. VBZ/NVB en Productschap MVO, waar vetleveranciers en afnemers bij elkaar gebracht werden b. Communicati ings en presentaties/discussies tijdens ledenvergaderingen van o.a. AKSV, NEBAFA en NBOV c. Technologisch onderzoek zoals het onderzoek Gezonde vetten in de bakkerij van VBZ/NVB 2. Informatievoorziening aan de professionele gebruiker. Voorbeelden hiervan zijn: a. Informatie over vetten Vette Feiten van Productschap MVO afgestemd op de levensmiddelenindustrie. In een later stadium is het bereik hiervan vergroot door samenwerking met de FNLI. b. Campagne Verantwoord Frituren, een initiatief van het Voorlichtingsbureau MVO en KHN, om horecaondernemers te stimuleren om vloeibaar frituurvet te gebruiken 3. Informatievoorziening aan de consument. Voorbeelden hiervan zijn: a. Voorlichting over vetten, o.a. over vloeibare margarine en bak- en braadproducten en vloeibaar frituurvet door het Voorlichtingsbureau MVO b. Communiceren van aanbevelingen voor het gebruik van betere frituurvetten door de VAVI via o.a. verpakkingen c. Snackwijzer van KHN over de voedingswaarde van de meest gegeten snacks 4. Monitoring: De betrokken branches van de Task Force hebben jaarlijks gerapporteerd over de behaalde resultaten. In deze eindrapportage wordt een overzicht gegeven van wat er tussen 23 en 21 bereikt is per sector. De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling ondersteunt de beleidsdoelen van de Nederlandse overheid. Ten behoeve van een goed resultaat is de afgelopen jaren nauw samengewerkt met de overheid, daaraan gelieerde instanties en met maatschappelijke organisaties, zowel op het gebied van kennis, innovatie en monitoring als in communicatie. Resultaten Plantaardige oliën en vetten worden toegepast in een breed scala aan levensmiddelen. De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft monitoringsresultaten beschikbaar uit de gehele keten van plantaardige oliën en vetten, vanaf de grondstof tot een groot aantal eindproducten. Bewerkte oliën en vetten Om ruwe plantaardige oliën geschikt te maken voor consumptie en verwerking in levensmiddelen moeten de meeste oliesoorten in meer of mindere mate industrieel worden bewerkt ter verbetering van de functionaliteit en toepasbaarheid. Het gemiddelde gehalte transvetzuren van deze zogenaamde bewerkte plantaardige oliën en vetten is tussen 23 en 28 afgenomen van 3,4% naar 1% op vetbasis. Ook het gehalte verzadigde vetzuren is afgenomen, van 31% naar 28% op vetbasis. Bakkerijgrondstoffen In broodverbetermiddelen, broodmixen en banketmixen waarin plantaardige oliën en vetten gebruikt worden als ingrediënt blijkt de hoeveelheid transvetzuren en verzadigde vetzuren tussen 23 en 29 flink te zijn geredu- ceerd. Het transvetzuurgehalte is gedaald van 2,8% naar 1,7% op vetbasis. Het aandeel verzadigd vet is tussen 23 en 29 gedaald van 33% naar 3% op vetbasis. Producten uit de industriële bakkerijsector Het gemiddeld transvetzuurgehalte van bakkerijproducten gemaakt op basis van plantaardige oliën en vetten ligt eind 29 onder de 1 gram per 1 gram product. Het gehalte aan transvet in deze industriële bakkerijproducten is in de periode fors gedaald van 18,1% naar 2,5% op vetbasis. Het gehalte verzadigd vet lijkt de laatste jaren ook te zijn gedaald. Voor alle productcategorieën geldt dat het percentage verzadigd vet minder dan 5% op vetbasis is. De som van verzadigd vet en transvet is in de periode van 23 tot 29 gedaald van 6% naar 49% op vetbasis. Producten uit de ambachtelijke bakkerijsector De variatie in de gebruikte grondstoffen en de spreiding in het transvet- en verzadigd-vetgehalte van grondstoffen gebruikt in de ambachtelijke bakkerijsector is groot. Het transvetzuurgehalte van bakkerijmargarines in de ambachtelijke bakkerijsector is tussen 24 en 28 gedaald van 1 gram/1 gram product naar gemiddeld 1 gram/ 1 gram product. Omdat producten op basis van plantaardige oliën en vetten nog niet veel worden gebruikt in de ambachtelijke bakkerij, is de sector de afgelopen jaren intern de discussie gestart hoe de vetzuursamenstelling verder te verbeteren zonder verlies van kwaliteit en smaak van het eindproduct. Halvarine, margarine, bak- en braadproducten en frituurvetten Vloeibare producten uit deze categorie bevatten meer onverzadigde vetzuren dan vaste producten uit deze categorie. Het aandeel vloeibare margarine en bak- en braadproducten op de Nederlandse markt is in de periode verdubbeld van 22% naar 44%. Binnen het segment smeerbare vetproducten voor op brood is het aandeel halvarines gestegen van 66% in 23 naar 74% in 29 ten koste van margarine. Bij zowel vast als vloeibaar frituurvet is het gehalte aan onverzadigde vetzuren gestegen ten koste van het gehalte aan verzadigde en transvetzuren. Mede dankzij de campagne Verantwoord Frituren is het aandeel vloeibare frituurvetten in de horeca sterk gestegen van 51% in 24 tot 78% in 29. Het volumeaandeel vloeibare frituurvetten in de Nederlandse retail is in de periode 23 tot 29 gestegen van 65% tot 87%. Aardappelverwerkende industrie Aardappelproducten worden veelal voorgefrituurd in plantaardige oliën en vetten voordat ze verkocht worden aan de consument of horecaondernemer. Het aanbod van voorgebakken aardappelproducten met een verbeterde vetzuursamenstelling is de afgelopen jaren vergroot. Het gemiddelde gehalte aan verzadigd vet is tussen 23 en 29 gedaald van 55% naar 44% op vetbasis. Het gemiddelde transvetzuurgehalte van voorgebakken aardappelproducten is in dezelfde periode gedaald van 1,5% naar,8% op vetbasis. Na eindbereiding door de consument of horecaondernemer bevat een gefrituurd aardappelproduct in 29 gemiddeld 1,6% transvetzuren op vetbasis, vergeleken met 6,4% op vetbasis in 23. Het verzadigdvetzuurgehalte in het vet van een gefrituurd aardappelproduct is tussen 23 en 29 gedaald van 42% naar 33% op vetbasis. Snackindustrie De vetzuursamenstelling van snacks wordt bepaald door zowel vetten afkomstig van dierlijke producten (vlees, kaas) als plantaardige vetten (als ingrediënt of frituurvet). Onder de scope van de Task Force vallen alleen de plantaardige vetten. Het gehalte aan transvetzuren is tussen 22/23 en 29 in de plantaardige oliën en vetten gebruikt voor de productie van snacks gedaald van 9,7% 8 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 9

7 naar,7% op vetbasis. Het gehalte verzadigde vetzuren in deze vetten is in dezelfde periode gereduceerd van 3% naar 21% op vetbasis. Effect van activiteiten op vetinname Uit eerste resultaten van een onderzoek uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met het Instituut voor Voedselveiligheid (RIKILT) blijkt dat de gemiddelde inname van transvetzuren in 29 door de inspanningen van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling lager is dan de doelstelling van 1 energieprocent. De gemiddelde inname van verzadigd vet is door inspanningen van de Task Force licht, maar niet significant, gedaald. Conclusie De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft de afgelopen jaren de doelen zoals vastgesteld in 25 behaald. Het gehalte aan transvetzuren is in alle aangesloten branches van de Task Force gedaald tot zeer lage niveaus, wat heeft geleid tot een gemiddelde inname van transvetzuren die onder de maximale aanbeveling ligt. Bovendien is de bijdrage van de Task Force-leden aan de totale inname van transvetzuren fors gedaald. Hiermee zijn de aangesloten branches van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling anno 21 niet meer de grootste leveranciers van transvetzuren. De gemiddelde inname van verzadigde vetzuren is nog wel hoger dan de maximale aanbeveling. Desalniettemin is hierbij de afgelopen jaren ook een trend ingezet om het gehalte verzadigde vetzuren te verlagen door met name deze vetzuren te vervangen door onverzadigde vetzuren. De Task Force levert met deze inspanning een belangrijke bijdrage aan het bereiken van de doelen van VWS en laat duidelijk zien dat via zelf regulering veel te bereiken is. De Task Force adviseert Nederlandse en Europese overheden om deze aanpak in de toekomst vaker in te zetten om hiermee bij te dragen aan een betere voeding ten behoeve van de volksgezondheid. Summary Between 23 and 21 by means of self-regulation the Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition (in Dutch: Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling) has achieved substantial reductions in the trans fat and saturated fat contents in products from the most important sectors working with (processed) vegetable oils and fats. Participants The Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition is a unique partnership between suppliers and customers of vegetable oils and fats, including customers in the hotel, restaurant and catering business. Representatives of the Ministry of Health, Welfare and Sports and the Dutch Nutrition Centre act as observers in the Task Force. The Task Force has the following participants: Dutch Association of Producers of Cooked products and Meat Snacks (AKSV) Royal Dutch Hotel, Restaurant, Café and Fastservice Association (KHN) Dutch Association of Manufacturers of Bakery Ingredients (NEBAFA) Product Board for Margarine, Fats and Oils (MVO) Dutch Margarine Producers Association (BNMF) Dutch Association for the Craft Bakery Industry (NBOV) Dutch Association for the Potato Processing Industry (VAVI) Dutch Association for the Bakery and Sweets Industry (VBZ) Dutch Association for the Bakery Industry (NVB) The Task Force was founded in 23 under the name Task Force Trans Fatty acids and was established formally in 25 under the name Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition. Objectives The fatty acid composition of products is a recurring point of attention in government policy concerning nutrition and health. The branches concerned have made efforts in recent years for a continuous improvement in the fatty acid composition of foodstuffs. For public health reasons it is desirable to replace saturated fatty acids and trans fatty acids in food by (cis) unsaturated fatty acids. All sectors involved have committed themselves to a manifesto that was presented to the Dutch Minister of Health, Welfare and Sports in 25. The manifesto contains the following objectives for 21: The reduction of the amount of trans fatty acids in food so that in accordance with the guidelines from the Dutch Health Council, a maximum of 1 percent of energy intake originating from trans fatty acids can be achieved; The reduction of the amount of saturated fat in food in order to make an important contribution to meeting the Dutch Health Council guideline of a maximum of 1 percent of energy intake originating from saturated fat. An important condition for the Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition was that the products functional properties (such as taste, shelf life and desired texture) should not change. This meant that a stepwise and case by case approach was necessary. Alternatives with an optimum fatty acid composition had 1 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 11

8 to be found, taking into account practical feasibility factors like price and availability of raw material. Technological processes also had to be adjusted in order to be suited for the new product compositions. Activities In order to achieve the intended objectives the Task Force undertook action in four areas: 1. Stimulating innovations. Examples here are: a. Workshops about innovations arranged by, among others, VBZ/NVB and the Product Board MVO, where suppliers of fats and customers were brought together b. Communication mailings and presentations/discussions during members meetings of, among others, the AKSV, NEBAFA and NBOV c. Technological research, such as the research project Healthy fats in the baking trade carried out by VBZ/NVB 2. Supplying information to the professional user. Examples here are: a. Information about fats, Facts on Fats from the Product Board MVO aimed particularly at the food industry. In a later phase the campaign s reach was extended by collaboration with the Federation of the Dutch Grocery and Food Industry (FNLI) b. Healthy Frying Campaign, an initiative of the Education Bureau Margarine, Fats and Oils and KHN to stimulate the use of liquid deep-frying fats instead of hard deep-frying fats in deep-fat frying restaurants 3. Supplying information to the consumer. Examples here are: a. Information about fats, including liquid margarine, frying fats and liquid deep-frying fat by the Education Bureau Margarine, Fats and Oils b. Communicating recommendations for the use of better deep-frying fats by the VAVI, including information on the packaging c. Information about snacks from KHN showing the nutritional values of the most commonly consumed snacks 4. Monitoring: the branches involved in the Task Force reported annually on the achieved results. An overview of what has been achieved between 23 and 21 in each sector is given in this final report. The Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition supports the policy objectives of the Dutch government. In order to achieve a good result in the past years the Task Force has worked in close collaboration with government and affiliated bodies and with non governmental organizations, both in the field of knowledge, innovation and monitoring and in communication. Results Vegetable oils and fats are used in a wide range of foodstuffs. The Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition presents the monitoring results available from the whole chain of vegetable oils and fats, from the raw material to a large number of end products. Processed oils and fats In order to make crude vegetable oils suitable for consumption and processing in foodstuffs most types of oils have to be industrially processed to a greater or lesser extent to improve their functionality and applicability. The average content of trans fatty acids in these processed vegetable oils and fats has decreased between 23 and 28 from 3.4% to 1% on fat basis. The content of saturated fatty acids has also decreased, from 31% to 28% on fat basis. Bakery raw materials In bread improvement agents, bread mixes and confectionery mixes in which vegetable oils and fats are used as ingredients the amount of trans fatty acids and saturated fatty acids has been found to have been considerably reduced between 23 and 29. The trans fatty acid content has dropped from 2.8% to 1.7% on fat basis. The amount of saturated fat has declined from 33% to 3% on fat basis between 23 and 29. Products from the industrial bakery sector The average trans fatty acid content in bakery products based on vegetable oils and fats was less than 1 gram per 1 grams product at the end of 29. The content of trans fatty acids in these industrial bakery products dropped enormously in the period from 18.1% to 2.5% on fat basis. The amount of saturated fat has also been found to have dropped in recent years. The percentage of saturated fat is less than 5% on fat basis for all product categories. The sum of saturated fat and trans fat has dropped from 6% to 49% on fat basis over the period Products from the craft bakery sector There is a large variation in the kinds of raw materials and in the amount of trans fat and saturated fat in these raw materials used in the craft bakery sector. The trans fat content of bakery margarines in the craft sector has dropped from 1 grams/1 grams product to an average of 1 gram/1 grams product between 24 and 28. Because products based on vegetable oils and fats are not yet used to a large extent in craft bakery industry, the discussion has been started internally in the sector in recent years as to how the fatty acid composition can further be improved without the end product losing quality and taste. Low fat margarine, margarine, frying fats and deepfrying fats Liquid products in this category contain more unsaturated fatty acids than solid products in this category. The share of liquid margarine and frying fats on the Dutch market has doubled from 22% to 44% in the period The share of low fat margarines in the segment of spreadable fat products (used on bread) increased from 66% in 23 to 74% in 29 at the expense of margarine. The unsaturated fatty acids content in both solid and liquid deep-frying fat increased at the expense of the saturated and trans fatty acids contents. Supported by the Healthy Frying Campaign the volume share of liquid deep-frying fats used in the hotel, restaurant and catering business increased from 51% in 24 to 78% in 29. The volume share of liquid deep-frying fats in the Dutch retail trade increased from 65% to 87% in the period 23 to 29. Potato processing industry Potato products are often pre-fried in vegetable oils and fats before they are sold to the consumer, restaurants or the hotel and catering business. The share of pre-fried potato products with an improved fatty acid composition has increased over the last years. The average saturated fat content has dropped from 55% to 44% on fat basis between 23 and 29. The average trans fatty acid content in pre-fried potato products has dropped from 1.5% to.8% on fat basis in the same period. After final preparation by the consumer or by the hotel or catering entrepreneur a deep-fried potato product contained on average 1.6% trans fatty acids on fat basis in 29 compared with 6.4% on fat basis in 23. The saturated fatty acid content in the fat of a deep-fried potato product dropped from 42% to 33% on fat basis between 23 and 29. Snack industry The fatty acid composition of snacks comprises both fats from animal products (meat, cheese) and vegetable fats (as ingredients or deep-frying fat). Only the vegetable fats fall within the scope of the Task Force. The trans fatty acids content in the vegetable oils and fats used for the production of snacks dropped from 9.7% to.7% on fat basis between 22/23 and 29. The percentage of 12 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 13

9 saturated fatty acids in these fats has been reduced from 3 to 21 on fat basis in the same period. Effect of activities on fat intake The first results from a study carried out by the National Institute for Public Health and the Environment in cooperation with the Dutch Institute of Food Safety show that in 29 the average trans fatty acid intake owing to the efforts of the Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition has fallen below the objective of 1 percent of energy intake. The average saturated fat intake has shown a slight decrease owing to the Task Force s efforts, but not a significant one. Conclusion Over the last few years the Task Force for the Improvement of the Fatty Acid Composition has achieved the objectives as set in 25. The content of trans fatty acids has dropped to very low levels in all affiliated branches and this has led to an average intake of trans fatty acids that lies under the maximum recommended amount. Moreover, the Task Force participants share in the total intake of trans fatty acids has dropped enormously. As a result the affiliated branches of the Task Force are now in 21 no longer the main suppliers of trans fatty acids. The average intake of saturated fatty acids is, though, still above the maximum recommendation. Nevertheless, a trend has also been started in recent years to reduce the content of saturated fatty acids by replacing these, in particular with unsaturated fatty acids. With these efforts the Task Force has made a significant contribution to the objectives of the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sports and has shown clearly that a great deal can be achieved by self-regulation. The Task Force advises the Dutch and European authorities to use this approach more often in the future, thus contributing to a better nutrition leading to an improved public health. 14 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 15

10 Leden van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is een samenwerkingsverband tussen aanbieders en afnemers van plantaardige oliën en vetten en is geïnitieerd door het Productschap Margarine, Vetten en Oliën. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Voedingscentrum zijn als waarnemer vertegenwoordigd in de Task Force. Het aantal levensmiddelen, waarin olie of vet is verwerkt, is enorm. Oliën en vetten bereiken in hun zuivere vorm de consument in de vorm van bijvoorbeeld margarine, slaolie, mayonaise of frituurvet. Productcategorieën waarin plantaardige oliën en vetten een belangrijke rol spelen zijn onder andere snacks en bakkerijproducten. Leden van de Task Force vertegenwoordigen de verschillende productcategorieën waarin plantaardige oliën en vetten worden verwerkt of aangeboden. Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) De AKSV is de brancheorganisatie van de Nederlandse industriële ondernemingen die gemaksvoedingsproducten produceren (snacks, koelverse maaltijden, salades, belegde broodjes en sandwiches etc.). Middels mailings, leden- en commissievergaderingen en de jaarlijkse monitoring zijn bedrijven uit de AKSV-achterban gestimuleerd transvetzuren en verzadigde vetzuren in hun producten te verlagen. AKSV is al vanaf de start van de Task Force (23) betrokken en actief. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) KHN is de brancheorganisatie voor de horeca in Nederland, waarbij zo n 2.5 bedrijven zijn aangesloten. KHN is al vanaf de start van de Task Force (23) betrokken en voert o.a. vanaf 24 samen met het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën (MVO) de campagne Verantwoord Frituren met als doel het stimuleren van het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca ( Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) De NBOV vertegenwoordigt 135 ambachtelijke brooden banketbakkers. In januari 28 is de NBOV officieel toegetreden tot de Task Force, en heeft zich vooral gericht op communicatie over vetten richting haar leden. Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA) NEBAFA vertegenwoordigt de bedrijven die grondstoffen leveren aan de ambachtelijke en industriële bakkerijen. NEBAFA zet zich o.a. door monitoring, onderzoek en communicatie richting haar leden en samenwerking met de Task Force-leden in voor verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van broodbereidingsmiddelen, broodmixen en banketmixen. In januari 28 is de NEBAFA officieel toegetreden tot de Task Force. Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) en Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF) MVO vertegenwoordigt de gehele keten van plantaardige oliën en vetten, inclusief de producenten van consumentenmargarines, frituurvetten, bakkerijmargarines en vetten en oliën voor de toepassing in levensmiddelen. BNMF vertegenwoordigt de fabrikanten van margarine, halvarine en bak- en braadproducten. MVO is initiatiefnemer van de Task Force en voert het voorzitterschap en secretariaat. Daarnaast voert MVO samen met KHN de campagne Verantwoord Frituren met als doel het stimuleren van het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca (www. friturenindehoreca.nl), en voorziet zij in informatie over vetten via het kennisplatform Vette Feiten gericht op de levensmiddelenindustrie ( Voorlichting over vetten richting consumenten wordt uitgevoerd door het Voorlichtingsbureau MVO en gefinancierd door MVO en BNMF. en Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) VAVI is de brancheorganisatie voor de Nederlandse bedrijven van voorgebakken, gekoelde en diepgevroren aardappelproducten. De VAVI is sinds 23 aangesloten bij de Task Force. Naast activiteiten als het uitvoeren van onderzoek en het communiceren van aanbevelingen voor het gebruik van betere frituurvetten of minder vet voor bereiding thuis via o.a. verpakkingen, sponsort de VAVI ook al jaren de campagne Verantwoord Frituren. Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwaren industrie (VBZ) en de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) Deze beide verenigingen vertegenwoordigen samen de industriële bakkerij- en zoetwarensector. Onder bakkerijen zoetwaren worden alle producten begrepen die behoren tot de productgroepen banket/biscuit, brood, broodvervangers, chocolade, suikerwerk en aanverwante producten zoals hartige droge snacks. De NVB vertegenwoordigt de middelgrote en grote (brood)bakkerijondernemingen. VBZ en NVB zijn al vanaf de start van de Task Force (23) betrokken en actief. De belangrijkste activiteiten van VBZ/NVB om haar leden te stimuleren om de vetzuursamenstelling te verbeteren zijn actieve communicatie en het aanbieden van praktische hulpmiddelen zoals het technologisch onderzoek Gezonde vetten in de bakkerij. en 16 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 17

11 14% CH 2 CH CH 2 Vetten en gezondheid Vetten zijn een belangrijk onderdeel van de voeding. Het lichaam heeft elke dag vetten nodig. De inname van vet speelt o.a. een belangrijke rol in de preventie van coronaire hartziekten. De Gezondheidsraad geeft adviezen over hoe de vetinname binnen een gezond voedingspatroon er moet uitzien. Dit hoofdstuk gaat over de verschillende vetzuren en de gezondheidsaspecten van vetten. Verder komen de aanbevelingen van de Gezondheidsraad aan de orde voor de verschillende vetzuren binnen een gezond voedingspatroon. Onverzadigd vetzuur -cis O O O O C C C O R O R R = C = O = H 3 Soorten vetzuren Een vet bestaat uit triglyceriden. 25 Eén vetmolecuul, een triglyceride, is een 2 ester die bestaat uit een glycerolmolecuul met daaraan gekoppeld 15 drie vetzuren (zie figuur 1). Deze vetzuren 1 zijn er in twee vormen: verzadigde 5 vetzuren en onverzadigde vetzuren. 6,4 Onverzadigde vetzuren Onverzadigde vetzuren zijn op te delen in enkelvoudig onverzadigde vetzuren en meervoudig onverzadigde vetzuren. Enkelvoudig verwijst naar het voorkomen van één dubbele binding in de scheikundige structuur 35 van het vet, meervoudig verwijst naar het voorkomen van 3 meer dubbele bindingen. Onverzadigde vetzuren kunnen 25voorkomen in de cis-variant en in de trans-variant, al worden 2 in de praktijk vaak met onverzadigde vetzuren alleen de 15 cis-varianten bedoeld. 1 9,7 Essentiële vetzuren (zie figuren 2 en 3) zijn meervoudig % onverzadigde vetzuren die niet door ons lichaam gemaakt kunnen worden. Deze vetzuren moeten daarom in de voeding voorkomen. Onder de essentiële vetzuren vallen de: % Lipase Omega-3 vetzuren. 31, - Alfa-linoleenzuur (ALA) die voornamelijk 5 voorkomt 24,7 in plantaardige oliën, zoals lijnzaadolie, sojaolie, 4 raapzaadolie - Visvetzuren EPA en DHA 3 16,4 17,1 Omega-6 vetzuren. De bekendste hiervan is het 2 essentiële vetzuur linolzuur uit plantaardige 18,3 oliën, zoals 1 zonnebloemolie.,6 Figuur 1: Vetmolecuul, een triglyceride Trans Verzadigd Som trans- en verzadigd 5 29,5 3,1 Trans-onverzadigde vetzuren (zie figuur 4) worden in de praktijk meestal afgekort tot transvetzuren. Transvetzuren ontstaan in de pensflora van herkauwers. Daarom komen transvetzuren van nature voor in melkvet en vlees van herkauwers. Ook Trans kunnen transvetzuren ontstaan door Verzadigd bewerkingsprocessen van oliën en vetten, al komt dat tegenwoordig 28, vrijwel niet meer voor. 2,5 Verzadigde vetzuren Verzadigde vetzuren bevatten geen dubbele bindingen in de scheikundige structuur van het vet (zie figuur 5). Verzadigde 3,2 vetzuren komen zowel in dierlijke als plantaardige vetten voor. Palmitinezuur is het verzadigde vetzuur 2,3,7 dat het meeste voorkomt in het Nederlandse voedingspatroon, gevolgd door stearinezuur. 5,9 24, % 7 6,9 42,2 4, Olijfolie Sojaolie 8% 13% Bakkersvet COOH 3% Rundvet 3% Zonne Margarines bloemolie 17% COOH 9% alfalinoleenzuur (ALA) (18:3) eicosapentaeenzuur (EPA) (2:5) docosahexaeenzuur (DHA) (22:6) Figuur 2: Structuurformules van de omega-3 vetzuren ALA, EPA, DHA COOH 1 Gezondheidsaspecten van vetten Vetten zijn een brandstof voor het lichaam (1 gram vet levert 9 kcal), ze zorgen voor de opname van de vitamines A, D en E en ze leveren essentiële vetzuren. Vetten zijn nodig voor de celopbouw en voor het afweersysteem en de vetlaag in de huid zorgt voor isolatie. Het grootste = C = O = H gedeelte zou hierbij moeten bestaan uit enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren. Sinds enige jaren is op basis van onderzoeken bekend dat de vetzuursamenstelling belangrijker is dan de totale hoeveelheid vet bij de preventie van hart- en vaatziekten. Dit concludeert ook de Gezondheidsraad in zijn advies uit 21 waarin o.a. de voedingsnormen voor vet en vetzuren = C = O = H zijn vastgesteld. 35 De kans op hart- en vaatziekten 25 wordt verkleind als verzadigde vetzuren worden 2 vervangen door onverzadigde vetzuren, vanwege het 15 gunstige effect op het cholesterolgehalte. Er zijn aanwijzingen 1 dat sommige verzadigde vetzuren ten opzichte van 5koolhydraten een neutraal effect hebben op het cholesterolgehalte. Echter, ten opzichte Raapolie 7% = C = O = H = C = O = H % 2% 4% 6% 8% 1 = C = O = H = C = O = H van onverzadigde vetzuren zijn deze verzadigde vetzuren ongunstiger. Als er gekeken wordt 28 naar andere factoren zoals markers voor inflammatie en tromboseneiging van het bloed, dan zijn er nog H onvoldoende H H gegevens H over de vraag of verschillende verzadigde vetzuren verschillende effecten veroorzaken. R Om C deze C reden C wordt C H geen onderscheid Onverzadigd gemaakt vetzuur tussen -cis verschillende soorten verzadigde H vetzuren, Onverzadigd en blijft vetzuur het van -cis H belang om verzadigde H vetzuren te vervangen door onverzadigde Onverzadigd vetzuren. Transvetzuren hebben O een negatief effect op het ontstaan van hart- en vaatziekten. O Dit effect wordt niet alleen veroorzaakt door een ongunstige wijziging van het cholesterolgehalte CH maar ook door andere risicofactoren. Verzadigde CH 2 vetzuren O gc Transvetzuren R g Onverzadigde vetzuren g 2 O C OR Het CH essentiële O omega-3 C O vetzuur alfa-linoleenzuur heeft mogelijk CH een O beschermend C effect tegen hart- en vaatziekten. Daarnaast zijn er duidelijke aanwijzingen dat R CH omega-3 2 O C R CH vetzuren een rol spelen bij de groei en ontwikkeling van de hersenen en worden zij in verband gebracht 2 O C R O met ADHD en dyslexie. Ook zijn er studies die aantonen O dat omega-3 vetzuren een gunstig effect kunnen hebben op osteoporose en chronische ontstekingsziekten zoals de ziekte van Crohn en reumatoide polyartritis ,2 39,7 4, Onverzadigd vetzuur -cis 4 % 3 36, % 34, Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage 35 Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling ,5 41, Trans Verzadigd Som trans- en verzadigd kg vet en verzadigd vet HO O C Figuur 3: Structuurformule van omega-6 vetzuur linolzuur (18:2) vet verz vet transvet 3 kg transvet g / 1 g Palm Oil Figuur 4: Structuurformule transvetzuur Palm Oleine 66 Palm Stearine 67 Halvarine % Margarine % Figuur 5: Structuurformule verzadigd vetzuur Tafelmargarines Tafelhalvarines Lipase % 35 % R H C H 29,5 29,5 6,4 6,4 H C H Verz Trans, Trans,

12 Toepassing van plantaardige oliën en vetten Er zijn grote verschillen in zowel gezondheidseigenschappen als functionele eigenschappen van verschillende soorten plantaardige oliën en vetten die gebruikt worden in levensmiddelen. Dit hoofdstuk bevat informatie over de verschillende vetten en oliën en hun vetzuursamenstelling. Daarbij wordt ook gekeken naar de relatie tussen de vetten en oliën en hun toepasbaarheid bij de productie van levensmiddelen. De verschillende oliën en hun functionaliteit Er is een breed scala aan plantaardige oliën en vetten voor de toepassing in levensmiddelen beschikbaar, ieder met uiteenlopende vetzuursamenstellingen. De meest voorkomende zijn sojaolie, palmolie, raapolie en zonnebloemolie (goed voor zo n 8 procent van de wereldproductie), al worden oliën als saffloerolie, kokosolie, olijfolie, maïsolie en palmpitolie ook veel gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie. Veel soorten oliën en vetten hebben van nature een gunstige vetzuursamenstelling. De onderlinge verschillen tussen de vetzuursamenstellingen van de oliën zijn groot. Zelfs per seizoen of per regio kunnen er verschillen in de vetzuursamenstelling optreden binnen één individuele oliesoort. Voor de toepassing van een soort moet de producent de onderlinge verschillen tussen en binnen oliesoorten goed kennen. Voor elk eindproduct is het telkens weer van belang om te kijken welke kenmerken van die oliesoort gewenst zijn. Door de juiste grondstof(fen) als uitgangspunt te kiezen wordt een eindproduct verkregen met de juiste vetzuursamenstelling dat voldoet aan de eisen met betrekking tot smaak en functionaliteit. De functionele eigenschappen van een vetmolecuul worden bepaald door de chemische eigenschappen (zoals aantal dubbele bindingen en de locatie van de dubbele binding op de koolwaterstofketen) en fysische eigenschappen (zoals ketenlengte) van de desbetreffende vetzuren. Als een vet bijvoorbeeld hoofdzakelijk verzadigde vetzuren of transvetzuren bevat, dan bepalen deze vetzuren de chemische en fysische eigenschappen van het vet en zal het bij kamertemperatuur vast zijn. Oliën bevatten veel onverzadigde vetzuren en die hebben een laag smeltpunt waardoor ze vloeibaar zijn bij kamertemperatuur. Verzadigde vetzuren en transvetzuren zijn stabieler, hetgeen betekent dat zij minder gevoelig zijn voor de invloed van licht, temperatuur en zuurstof dan onverzadigde vetzuren, waardoor producten met meer onverzadigde vetzuren bijvoorbeeld een korte houdbaarheidstermijn hebben. Binnen de groep onverzadigde vetzuren zijn enkelvoudig onverzadigde vetzuren stabieler dan meervoudig onverzadigde vetzuren. Van plant tot toepasbare olie Om plantaardige en dierlijke oliën en vetten geschikt te maken voor consumptie moeten de meeste oliesoorten worden gezuiverd oftewel geraffineerd. Bij het raffinageproces wordt de olie ontzuurd en worden kleurstoffen, geurstoffen en verontreinigingen verwijderd. Dat ontkleuren gebeurt met een bepaalde kleisoort (bleekaarde). Daarna wordt de olie gefilterd. De bleekaarde blijft dan (samen met de kleurstoffen) achter in het filter. In de laatste stap naar zuivere olie worden geurcomponenten en vluchtige verontreinigingen uit de olie gehaald. Dit gebeurt onder hoge temperaturen en lage druk, door stoom door de olie te leiden. Het resultaat is een schone olie, die neutraal is qua kleur en geur. Olie die gebruikt wordt als tafelolie wordt vaak nog gewinteriseerd. Hiermee wordt voorkomen dat er witte vlokken ontstaan in consumentenverpakkingen. Palm Oil Palm Oleine Palm Stearine Modificatie van oliën en vetten In de loop van de tijd zijn steeds meer nieuwe technieken ontwikkeld om bestaande (plantaardige) oliën en vetten aan te passen zodat ze voor een breder aantal toepassingen in allerlei levensmiddelen geschikt gemaakt kunnen worden. Dit wordt ook wel het modificeren van de oliën en vetten genoemd. Door de juiste (combinatie van) oliesoort(en) te gebruiken en deze te bewerken is het mogelijk om de vetzuursamenstelling en de functionaliteit van het eindproduct in grote mate te beïnvloeden. Zo kan door het verbeteren van de vetzuursamenstelling van een olie bijvoorbeeld het smelttraject worden beïnvloed. In de sector Margarine, Vetten en Oliën (MVO) worden drie processen toegepast voor het modificeren van oliën, te weten: fractioneren; harden / hydrogeneren; omesteren. % 2% 4% 6% 8% 1% Figuur 6: Vetzuursamenstelling van palmolie en gefractioneerde palmolie (oleïne en stearine) Legenda: C14:=myristinezuur C16:=palmitinezuur C18:=stearinezuur C18:1=oliezuur C18:2=linolzuur Fractioneren Fractioneren is een scheidingstechnologie waarbij een olie of vet gescheiden wordt in verschillende delen (fracties). Zo kan een olie of vet in een hoogsmeltende, vaste fase (met relatief meer verzadigde vetzuren) en een laagsmeltende, vloeibare fase (met relatief meer onverzadigde vetzuren) worden gescheiden (zie figuur 6). Met behulp van deze technologie kunnen de verschillende delen van een olie ingezet worden voor specifieke doeleinden. Fractioneren wordt veel toegepast bij palmolie om zo palmoleïne (vloeibaar) en palmstearine (vast) te maken. Palmoleïne bevat relatief veel onverzadigde vetzuren, lijkt wat betreft zijn eigenschappen op zaadoliën en wordt vaak gebruikt voor frituren. Palmstearine wordt gebruikt in margarines om die de juiste consistentie (smeerbaarheid) te geven. Harden / hydrogeneren Dankzij het harden of hydrogeneren van vetten (zie figuur 7) is het mogelijk vetten te maken met de gewenste stevigheid en met het gewenste smeltgedrag. Harden of hydrogeneren is een techniek die als doel heeft de consistentie van het vet te wijzigen. In dit proces worden waterstofatomen met behulp van een katalysator aan de onverzadigde, dubbele bindingen in de vetzuren gekoppeld. In het verleden ontstonden er bij het gedeeltelijk hydrogeneren veel transvetzuren. Tegenwoordig wordt gedeeltelijk hydrogeneren niet meer toegepast en wordt er alleen nog volledig gehydrogeneerd. Bij volledig hydrogeneren ontstaan geen transvetzuren. 2 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 21

13 = C = O = H Onverzadigd Verzadigd Palmolie 8% Palmolie 14% O C C C O R O R R R etzuur -cis H C H H C H C Onverzadigd H C H H H 2 = C = O = H Figuur 7: Moleculaire weergave van hydrogeneren Misvatting Soms worden gedeeltelijk en geheel geharde vetten geweerd uit levensmiddelen. % Dit is gebaseerd op de misvatting dat er automatisch 35 transvetten bij dit proces ontstaan. Dat is niet het geval. Onderzoek laat zien dat harden zelfs kan 3 leiden tot een vet met een gunstigere vetzuursamenstelling en dus met 25 een gunstiger effect op het cholesterolgehalte dan een ongehard vet met vergelijkbare 2 functionele eigenschappen (bron: Mensink, 27). Ook in de 15 natuur komt het harden/hydrogeneren van vetten voor, namelijk in de maag van 1 herkauwers. Hierbij wordt een beperkte hoeveelheid transvetzuren 5 gevormd, wat de oorzaak is van aanwezigheid 6,4,6 van transvetzuren in melk en vlees, en afgeleide producten hiervan. R H C H H C H H C H Verzadigd H C H H 24,7 Lipase Omesteren Omesteren is een proces waarin de verschillende vetzuren uit olie worden herverdeeld over alle tryglyceride moleculen in de olie of in het mengsel van oliën. Tijdens % het proces worden de vetzuurketens 7 van de triglyceride losgeknipt van de glycerolmoleculen en vervolgens 6 hechten de 31, vetzuurketens zich in een andere verdeling weer aan de glycerolmoleculen. 5 Hierdoor veranderen de fysische en functionele eigenschappen van de olie, zodat bij gelijkblijvende vetzuursamenstelling 4 kenmerken als 42,2 smeltgedrag kunnen worden verbeterd. 16,4 17,1 3 Een ontwikkeling die momenteel 2 erg in de belangstelling staat is het enzymatisch omesteren, een vorm van 18,3 1 omesteren waarbij enzymen een rol spelen als katalysator in,9 het proces, in plaats van een chemische stof (zie figuur 8). Trans Verzadigd Som trans- en verzadigd Figuur 8: Vereenvoudigde afbeelding van enzymatisch omesteren Het gebruik van oliën en vetten wordt door de inzet van deze technieken steeds beter mogelijk met een optimale vetzuursamenstelling. Door innovatieve technieken toe te passen worden de vetten met een verbeterde vetzuursamenstelling geschikt Trans Verzadigd gemaakt voor het beoogde gebruik met de daarbij gewenste eigenschappen van het vet. De bovenstaande technieken zelf zijn continu in ontwikkeling 24,7 om de processen aan te passen aan de laatste inzichten 2,5 op het gebied van gezondheidsaspecten en functionaliteit. 4, 6,5 Functies in Olijfolie levensmiddelen 8% Oliën en vetten bereiken in hun zuivere vorm de Bakkersvet consument in de vorm van bijvoorbeeld margarine, slaolie, 3% mayonaise of frituurvet. Rundvet Maar het aantal andere levensmiddelen waarin olie of vet Zonne- is verwerkt, is Margarines enorm. Oliën 3% bloemolie 17% en vetten leveren energie aan de maaltijd, maar zijn ook dragers van smaakstoffen, vitaminen en andere microvoedingsstoffen. Verder maken vetten bepaalde bereidingen zoals frituren en braden mogelijk. Ook spelen ze een rol bij de warmteoverdracht en bij de wateractiviteit van een product. Verder bepalen vetten mede de consistentie, de textuur, het mondgevoel en het smeltgedrag. Productcategorieën waarin plantaardige oliën en vetten een belangrijke rol spelen zijn onder andere: 1. Chips, patat en vleessnacks. Deze producten worden vaak gefrituurd en nemen dan tijdens het frituren olie of vet op. Er zijn ook een aantal vleessnacks die niet gefrituurd worden, maar waar vet als ingrediënt aanwezig is of toegevoegd wordt. 2. Bakkerijproducten, zoals koek en banket, waar gebruik wordt gemaakt van oliën of margarines. Een aantal producten wordt gefrituurd in olie, bijvoorbeeld oliebollen of donuts. In de meeste bakkerijproducten wordt margarine als ingrediënt gebruikt. Bij deze producten zijn een voldoende consistentie van het vet (vloeibaar/ vast, verwerkingseigenschappen, smeltgedrag) en de juiste smaak en mondgevoel van groot belang. 3. Broodverbeteraars, crèmevullingen, poeders, mixen en zoetwaren. Willen we bijvoorbeeld chocola laten hechten aan een koekje, dan werkt dat beter als er wat olie of vet wordt gebruikt. Ook de deklagen van chocolade en banketbakkersproducten bevatten vetten. Plantaardige vetten kunnen worden ingezet als vervanger van cacaoboter of melkvet. Voorbeeld hiervan zijn bepaalde cacaoproducten (koetjesrepen) en crèmes. In de geïndustrialiseerde 35 bakkerij wordt meestal gebruik gemaakt 3 van vloeibare broodverbetermiddelen die een betere vetzuursamenstelling hebben dan vaste broodverbetermiddelen. 4. IJs en ijsproducten, waarin vetten een belangrijke rol spelen bij de smaak, het mondgevoel en de consistentie van het product. Raapolie 7% 5. Voedingssupplementen waarin oliën en vetten ook hoofdbestanddeel kunnen zijn. Dat zijn vooral de oliën en vetten met een gunstig gezondheidsprofiel, zoals lijnzaadolie en visolie. Deze oliën worden gevangen in capsules van gelatine die als extraatje naast de maaltijd worden ingenomen. Halvarine % Margarine % ,5 3,1 3 28, 6 25 vet verz vet transvet , , , ,3 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21,7 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 % , Trans Verzadigd Som trans- en verzadigd et en verzadigd vet 9% kg transvet Sojaolie 13% g / 1 g Verzadigde vetzuren g Transvetzuren g Onverzadigde vetzuren g

14 Oprichting, doelen en werkwijze Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling Het maatschappelijke belang van voeding is, als onderdeel van een gezonde leefstijl, de laatste decennia steeds groter geworden. De Gezondheidsraad heeft de Richtlijnen Goede Voeding opgesteld met daarin ook aanbevelingen voor vet en vetzuren. Hij beveelt aan dat 2 4 procent van de calorieën wordt geleverd door vet. Voor iemand met overgewicht is dit maximaal 35 procent. Het grootste gedeelte zou hierbij moeten bestaan uit onverzadigde vetzuren. Het gehalte verzadigde vetzuren en transvetzuren moet zo laag mogelijk zijn (voor de aanbevelingen zie tabel 1). Reeds in 23 waren gezonde voeding en preventie van overgewicht nationaal en internationaal speerpunten in het volksgezondheidsbeleid in Nederland. Zo streeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) er sinds jaren naar om het aantal mensen met overgewicht niet meer te laten stijgen. Bovendien wil de overheid al jaren dat het verzadigd-vetzuur- en transvetzuurgehalte wordt teruggedrongen, aangezien hiervan Tabel 1: Voedingsnormen voor volwassenen en kinderen vanaf 1 jaar Soort vet/ vetzuur Totaal vet Verzadigde vetzuren Transvetzuren Meervoudig onverzadigde vetzuren Enkelvoudig plus meervoudig onverzadigde vetzuren Linolzuur Alfa-linoleenzuur Visvetzuren EPA en DHA de inname nog boven de aanbeveling lag. Zo heeft het ministerie van VWS zich in het begin van de 21ste eeuw ten doel gesteld dat in 21 de voeding maximaal 1 energieprocent verzadigde vetzuren en maximaal 1 energieprocent transvetzuren zou bevatten. Aanleiding oprichting Task Force Om een belangrijke bijdrage te leveren aan de doelstelling Aanbeveling Gezondheidsraad Bij wenselijk gewicht: 2 4 energieprocent Bij overgewicht: 2 35 energieprocent Zo laag mogelijk, < 1 energieprocent Zo laag mogelijk, < 1 energieprocent <12 energieprocent 8-38 energieprocent Bij overgewicht 8-28/33 energieprocent 2 energieprocent ter voorkoming van deficiëntie 1 energieprocent 45 milligram per dag Bronnen: Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding, 26 en Voedingsnormen: energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten, 21 van de overheid heeft het Productschap Margarine, Vetten en Oliën in 23 het initiatief genomen om de krachten van aanbieders en afnemers van industrieel bewerkte plantaardige oliën en vetten te bundelen om zich in te zetten voor het verder verbeteren van de vetzuursamenstelling van de voeding. In 23 bleek dat de inname van transvetzuren via de voeding boven de aanbevelingen van de Gezondheidsraad lag. Aanvankelijk was het doel van de Task Force dan ook om de hoeveelheid transvetzuren in levensmiddelen terug te brengen. Om ook in te spelen op de noodzaak om verzadigde vetzuren in de voeding te verlagen is de Task Force Transvetzuren in 25 omgevormd tot de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Partijen die zich aangesloten hebben bij de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling zijn: Productschap MVO, Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie en de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (VBZ/ NVB), Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF), Algemene Kokswaren en Snackproducten Vereniging (AKSV), Koninklijke Horeca Nederland (KHN), Vereniging van Aardappelverwerkende industrie (VAVI), De Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV), de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA). Doelen De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft tussen gestreefd naar het behalen van de volgende doelen per 21: Het verlagen van de hoeveelheid transvetzuren in de voeding zodat een inname van maximaal 1 energieprocent in de voeding gerealiseerd kan worden, conform de doelstelling van de Nederlandse overheid. Het verlagen van de hoeveelheid verzadigd vet in de voeding om hiermee een belangrijke bijdrage te leveren aan de doelstelling van de overheid om in 21 uit te komen op een consumptie van maximaal 1 energieprocent verzadigd vet. Nadere toelichting op de doelstellingen De Task Force heeft gestreefd naar vervanging van verzadigde en transvetzuren door (cis)onverzadigde vetzuren. De Task Force heeft zich gericht op verbetering van de vetzuursamenstelling in levensmiddelen waarin industrieel bewerkte plantaardige oliën en vetten verwerkt zijn. Uit gegevens van een RIVM-onderzoek op basis van de laatste Voedselconsumptiepeiling bij jongvolwassenen (zie ook pagina van deze rapportage) blijkt dat alle levensmiddelen die de diverse branches van de Task Force gezamenlijk vertegenwoordigen: - Circa 34 procent van het verzadigd-vetgehalte in de voeding leverden in 23; - Circa 43 procent van het transvetzuurgehalte in de voeding leverden in 23. Voor de Task Force was een belangrijke voorwaarde voor verbetering van de vetzuursamenstelling dat de genoemde functionele eigenschappen (zoals smaak, houdbaarheid en consistentie) gehandhaafd bleven. Dit betekent dat een case by case benadering nodig was die gefaseerd plaatshad. Er diende gezocht te worden naar alternatieven met een optimale vetzuursamenstelling die ook prijstechnisch haalbaar waren. Verder moesten ook technologische processen aangepast worden aan de nieuwe recepturen. Werkwijze Task Force De Task Force heeft in 25 een manifest aangeboden aan de minister van VWS. In dit manifest zijn de doelen van de Task Force opgenomen en ondertekend door alle leden van de Task Force. De activiteiten van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling zijn opgenomen in 24 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 25

15 actieplannen van alle betrokken individuele branches en na te lezen op de website Voorzitterschap en secretariaat werden gevoerd door het Productschap MVO. Vier keer per jaar kwamen de Task Force-leden en de waarnemers bijeen. Potentiële nieuwe leden konden een jaar lang als aspirant-lid aanzitten bij een vergadering, waarna een plan van aanpak van de desbetreffende branche afgerond en gepubliceerd diende te zijn. Volgens die procedure zijn in 28 NEBAFA en NBOV formeel als nieuw lid toegetreden tot de Task Force, en bestond de Task Force sindsdien uit 9 leden. Activiteiten Om de beoogde doelstellingen te behalen heeft de Task Force actie ondernomen op vier terreinen: Stimuleren van innovaties Voorbeelden hiervan zijn o.a. het organiseren van workshops om vetleveranciers en afnemers bij elkaar te brengen met als doel kennisoverdracht van technologische mogelijkheden om de gehaltes transvetzuren en verzadigde vetzuren te verlagen. Ook hebben leden van de Task Force, al dan niet samen met andere partijen, onderzoek uitgevoerd ter stimulering en ondersteuning van innovatie in hun branche. Informatievoorziening aan de consument Door consumenten te informeren over vetten en gezondheid en over producten met een gunstige vetzuursamenstelling zal de consument beter zijn keuze kunnen maken voor producten die passen in een gezonde en smakelijke voeding. Een voorbeeld is de voorlichtingscampagne over vloeibare margarine en bak- en braadproducten. Monitoring De betrokken branches van de Task Force hebben aan de hand van een jaarlijkse monitoring gerapporteerd over de behaalde resultaten. In deze eindrapportage wordt een overzicht gegeven van wat er tussen 23 en 21 bereikt is per sector. Samenwerking Daarnaast heeft de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling de afgelopen jaren nauw samengewerkt met maatschappelijke organisaties, de overheid en daaraan gelieerde instanties. Rapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling Informatievoorziening aan de professionele gebruiker Door het geven van informatie over producten met een gunstige vetzuursamenstelling worden afnemers en gebruikers van vetten en oliën gestimuleerd deze producten te gebruiken. Een voorbeeld hierbij is de campagne Verantwoord Frituren die het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca stimuleert. Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten 26 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 27

16 Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) De leden van de Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) hebben zich de afgelopen jaren sterk ingezet voor de verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste inspanningen en resultaten van de AKSV. Achtergrondinformatie branche De AKSV is met haar aangesloten leden met circa 3.5 werknemers representatief voor de gemaksvoedingindustrie. De leden van de AKSV leveren aan detailhandel, horeca en catering in binnen en buitenland. De leden van de AKSV hebben een uitgebreid assortiment aan levensmiddelen zoals snacks (kroketten, frikadellen, loempia s, hamburgers), salades, koelverse maaltijden, sauzen, pizza s, broodjes. Doelen De AKSV heeft in 23 een plan van aanpak opgesteld met als doelstelling het gehalte aan transvetzuren in de gebruikte vetten uiterlijk eind 25 te halveren en de hoeveelheid verzadigde vetten uiterlijk eind 26 te verminderen met 3% op vetbasis. Als randvoorwaarde was gesteld, dat de som van de transvetzuren en de verzadigde vetzuren niet mocht toenemen. Eind 27 zijn naar aanleiding van de positieve monitoringsresultaten nieuwe doelen opgesteld, zie tabel 2. De percentages in de tabel geven de gehaltes trans- respectievelijk verzadigd vet aan van de door de branche gebruikte vetten, dus niet op eindproductniveau. De doelen zijn geformuleerd op branche niveau (totaal) en uitgesplitst naar vetten die als ingrediënt of als frituurvet worden gebruikt. Bij ingrediëntvetten moet men denken aan oliën of vetten die bijvoorbeeld in salades, kroketten of sauzen worden gebruikt. Verder dient opgemerkt te worden, dat slechts een beperkt deel van de snacks wordt voorgefrituurd in de fabrieken. De meeste snacks worden alleen voorgegaard (via heet water of stoom) en alleen bij de bereiding voor consumptie gefrituurd. Er waren twee opties om aan de doelen te voldoen: 1. Het gebruik van alternatieve vetten met een gezondere samenstelling. 2. Het gebruik van minder vetten. Afhankelijk van het product en diverse levensmiddelenchemische factoren kan uit beide opties worden gekozen. Activiteiten Om de gestelde doelen te bereiken zijn bedrijven uit de AKSV-sector zelf aan de slag gegaan en hebben veelal in samenwerking met toeleveranciers verbeteringen kunnen Tabel 2: Doelen geformuleerd in 23 en 27 en waardes nulmeting. Gehaltes vetzuren zijn percentages in de gebruikte vetten, dus niet op eindproductniveau. % 22 Doelstelling 25/26 % 27 Doelstelling 21 Totaal vet gehalte tfa 9,7 reductie 5% 2,3 < 2, Totaal vet gehalte safa** 29,5 reductie 3% 24,7 < 2 Ingrediënten - gehalte tfa 6,4 reductie 5% 1,9 < 1,75 Ingrediënten - gehalte safa 24,7 reductie 3% 15,4 < 15 Frituurvet - gehalte tfa 18,3 reductie 5% of max 5% 3,1 < 2,5 Frituurvet - gehalte safa 42,2 reductie 3% of max. 4% 36,4 < 3 *tfa = transvetzuren, ** safa = verzadigde vetzuren *** Opmerking: bovenstaande percentages betreffen de vetzuursamenstelling van het gebruikte vet, dus niet de percentages in het eindproduct waarvoor het vet wordt gebruikt. 28 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 29

17 doorvoeren. Vanuit de brancheorganisatie is ondersteuning gegeven door het geven van bijvoorbeeld informatie en het verspreiden van nieuwsbrieven van de Task Force. De monitoringsresultaten zijn teruggekoppeld naar de leden en ook besproken in de ledenvergaderingen. Zodoende hebben snackproducenten onderling informatie kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren. Dit heeft motiverend gewerkt en tot verdere verbeteringen geleid. Daarnaast heeft het bestuur ook duidelijk het beleid uitgedragen en bedrijven aangespoord vetten te gaan gebruiken met een betere vetzuursamenstelling. Het onderwerp vetzuurverbetering heeft sinds de start van de Task Force op de agenda gestaan van de commissie Kwaliteit en Milieu van de AKSV. Monitoringsonderzoeken en rapportages zijn door deze commissie jaarlijks uitgevoerd en individuele bedrijven konden voor ondersteuning of informatie bij deze commissie terecht. Naast de verbeteringen die de AKSV zelf heeft nagestreefd, ondersteunt de AKSV ook de campagne Verantwoord Frituren. Het is immers van belang dat de bereiding van de producten op een verantwoorde wijze gebeurt. Overigens is frituren vaak niet de enige bereidingswijze voor snacks en zijn er meer mogelijkheden, zoals de oven, combisteamer, bakplaat en magnetron. De bereidingswijze is van invloed op de uiteindelijke samenstelling van het product bij consumptie. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen bij de vervanging van vetten door een alternatief met een gezondere vetzuursamenstelling, waar de AKSV rekening mee moest houden. Denk bijvoorbeeld aan smaak, functionele eigenschappen, prijs, verkrijgbaarheid, vraag en verwachting van de afnemer/consument. Enkele voorbeelden: Het vet dat in ragouts voor bijvoorbeeld kroketten wordt gebruikt heeft een functie en is een essentieel ingrediënt. Bij vervanging door een alternatief kunnen kwaliteitsproblemen ontstaan, zoals breken, scheuren of openspringen bij het bakken. Het vet draagt ook bij aan de smeuïgheid van het product. Olijfolie en arachide olie hebben een specifieke smaak die niet bij alle producten past. Bovendien is de prijs erg hoog en is de afnemer van het eindproduct niet altijd bereid om daarvoor te betalen. Bij een meer ambachtelijk product of een product dat in een hoger segment is gepositioneerd, verwacht men bijvoorbeeld dat roomboter wordt gebruikt als ingrediënt in plaats van een margarine. De prijs is een belangrijke factor voor veel snacks. Het gebruik van duurdere grondstoffen, bijvoorbeeld om het totaal vetpercentage te verlagen, leidt tot een hogere prijs. De markt is veelal niet bereid een hogere prijs te betalen. Resultaten In januari 21 is middels een enquête onder de leden onderzocht welke vetten worden gebruikt en wat de percentages verzadigd vet en transvet zijn in diverse eindproducten. Het responsepercentage bedroeg 88,9%, waarmee de gevonden resultaten als representatief beschouwd mogen worden. De resultaten staan in onderstaande tabellen en grafieken. Daar de AKSV haar doelen voor de verbetering van de vetzuursamenstelling niet alleen heeft gedefinieerd over het totaal maar ook gespecificeerd naar gebruiksdoel, zijn ook de resultaten gepresenteerd over totaal, ingrediënten en frituurvetten. % ,4 24,7 16,4 31, 17,1,6 Trans Verzadigd Som trans- en verzadigd Figuur 9: Verbetering vetzuursamenstelling vet als ingrediënt (22 29) Totaal betekent het totaal van alle door de branche gebruikte vetten. Er is gewerkt met gewogen getallen, hetgeen betekent dat de tonnages meegenomen zijn in de berekeningen. Resultaten 29 ten opzichte van 22 Uit onderstaande figuren 9 en 1 is te zien dat het percentage transvet drastisch is afgenomen, verzadigd vet ook is gedaald en de som van trans- en verzadigd vet is afgenomen. Dit geldt voor zowel totaal vet, maar ook als totaal vet wordt opgesplitst in de productgroep vetten die gebruikt worden als ingrediënt en in de productgroep frituurvetten. De branche heeft dus een sterke verbeterslag gemaakt. Resultaten weergegeven per jaar Uit de figuren 11, 12 en 13 is te zien dat het percentage transvet in de gebruikte vetten sterk is gedaald in de periode De verzadigde vetten zijn ook gedaald, maar in de laatste twee jaar weer iets toege- % ,3,9 42,2 4, ,5 41, Trans Verzadigd Som trans- en verzadigd Figuur 1: Verbetering vetzuursamenstelling frituurvet (22 29) 3 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 31

18 9 Verzadigde vetzuren g Transvetzuren g Onverzadigde vetzuren g % % % 29,5 3,1 9,7 5,9 28, 24,7 3,2 2, ,2 18,3 39,7 9,8 34,8 36,4 2,9 3,1 2,5,7 4, ,7 6,4 23,7 24,1 3,4 3,3 Trans Figuur 11: Monitoringsresultaten, gehalte trans- en verzadigde vetzuren in totaal vet Figuur 12: Monitoringsresultaten, gehalte trans- en verzadigde vetzuren in frituurvetten (22 29) 15, Figuur 13: Monitoringsresultaten, gehalte trans- en verzadigde vetzuren in vetten gebruikt als ingrediënt (22 29) 1,9 Verzadigd,9 16,4,6 nomen ten opzichte van het gemeten gemiddelde in 27. Dit valt te verklaren door het toegenomen aandeel palmolie dat circa 5% verzadigd vet bevat. Verder blijkt uit de monitoring dat het aandeel van de frituurvetten is afgenomen 14 en het aandeel vetten dat als ingrediënt wordt gebruikt 12 is toegenomen. kg vet en verzadigd vet 1 Resultaten van aantal gebruikers en volumes per 8 soort vet 6 In figuren 14 en 15 is te zien welke soorten vetten 4 worden gebruikt (opgesplitst naar frituurvet en ingrediënten) en wat het aandeel is in het totaal volume. Ook 2 is aangegeven hoeveel gebruikers procentueel voor de verschillende vetten kiezen. Ook hierbij is een opsplitsing gemaakt naar frituurvet en vetten als ingrediënt. Uit de figuren 14 en 15 kan geconcludeerd worden dat palmolie, uitgedrukt in volumes, verreweg de meeste gebruikte grondstof is voor frituren. Het wordt transvet door slechts 25% van de bedrijven 6 gebruikt die voorfrituren, maar het maakt wel 54,6 52,5 5,8 5 74% van het volume 47,9 uit. 43,9 44,4 Het percentage transvet van palmolie voldoet aan de 4 35,6 doelstelling van de AKSV, het percentage verzadigd vet is echter hoog. 3 7% van de bedrijven die 2 voorfrituren gebruikt een vet 11,9 dat voldoet aan de AKSV-doelen t.a.v. zowel trans- en 1 verzadigde vetzuren in frituurvet. Het 1,5totaal 1,3 volume 1,3 is echter maar 24,8% van het geheel. % van het totaal vetgehalte Uit de figuren 16 en 17 kan geconcludeerd worden dat raapolie in volume verreweg de meest gebruikte olie is als ingrediënt, hoewel het slechts door 14% van het aantal bedrijven wordt gebruikt, dat vet of olie als een ingrediënt gebruikt. Raapolie voldoet aan de 6 doelen van zowel trans- als verzadigd 5165 vet 5215en wordt in 5 groot volume gebruikt door fabrikanten van salades 441 en sauzen. Voor deze productgroep 4 zijn verdere verbeterstappen dan ook niet of nauwelijks meer mogelijk. vet verz vet transvet verzadigd vet 54,3 43,3 56, transvet onverzadigd vet 44,8 verzadigd vet Vloeibaar frituurvet 25% Sojaolie 1% Reuzel 7 5% Zonnebloemolie 1% Figuur 14: Aantal gebruikers vetsoorten om te frituren Olijfolie 8% Diversen 25% Raapolie 14% Palmolie 25% Bakkersvet Zonnebloemolie Vloeibaar %,7% 3% Rundvet 44% 41% 2% Margarines 4% Sojaolie 4% Bakkersvet 3% Rundvet 3% Zonnebloemolie 17% Margarines 9% Figuur 16: Aantal gebruikers soorten vetten als ingrediënt Raapzaadolie 25% Vetzuursamenstelling van eindproducten De AKSV heeft intern een inventarisatie 1 gedaan van de vetzuursamenstelling van de eindproducten. Bij dit g / 1 g % Tafelmargarines 22% 25% 29% Palmolie 8% Zonnebloemolie 6% Raapolie 14% Tafelhalvarines Vloeibaar frituurvet 4% Sojaolie 1% Reuzel 1% Figuur 15: Volume gebruikte vetsoorten voor frituurvet 33% 38% Palmolie 14% Sojaolie 13% Olijfolie 1% Diversen 1% Figuur 17: Volume gebruikte vetsoorten als ingrediënt Palmolie, ongehard 74% Raapolie 7% onderzoek % ufa op % productniveau safa % trans is vanwege de invloed van de bereidingswijze voor consumptie er voor gekozen om de producten af fabriek te analyseren en niet na bereiding Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 1 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling tons 54, ,7,8, / ,8 55, kg transvet

19 Het effect van de keuze van de gebruikte vetten op de samenstelling van het eindproduct varieert behoorlijk per productsoort. Bij de vetten die als ingrediënt worden gebruikt is het effect het grootst. Zeker wanneer het vet een essentieel ingrediënt is van het eindproduct. Denk hierbij aan (beleg)salades, sauzen en ragoutproducten. Het frituurvet, dat gebruikt kan worden om snacks voor te braden in de fabriek, heeft een minder grote invloed, omdat het procentueel minder aanwezig is in het eindproduct. Bij (voorgebraden) vleessnacks, bijvoorbeeld gehaktballen en saté, worden de gehaltes aan verzadigd vet en transvet vooral bepaald door het gebruikte vlees. Deze ingrediënten bevatten van nature trans- en verzadigde vetzuren. Reductiemogelijkheden van verzadigde- en/of transvetten van deze snacks zijn dus beperkt, daar vlees het hoofdbestanddeel is van deze producten. Vervanging van rundvlees door bijvoorbeeld kip of het gebruik van vleesvervangers zijn eventueel een mogelijkheid. Typische waarden voor de samenstelling van het vlees zijn te vinden in tabel 3: Tabel 3: Verzadigd vet en transvet in vlees op vetbasis Vlees afkomstig van Verzadigd vet (% op vetbasis)* Varken Kip Rund *Bron Nevo tabel 29 Transvet (% op vetbasis)* Tabel 4: Enkele productvoorbeelden Product Totaal vet% in eindproduct % verzadigd vet in eindproduct transvet voorkomt. Het gaat overigens nu overal om kleine hoeveelheden. Voor een aantal producten kan de resterende aanwezigheid van transvetzuren verklaard worden uit bijvoorbeeld de van nature aanwezige transvetzuren in vlees of melkvet in roomboter of kaas. % transvet in eindproduct Broodje bapao rundvlees 4,8 1,3,1 Kaassoufflé 14, 5,,1 Rundvleeskroket 8, 4,1,1 Ovenkroket 15, 3,9,2 Frikadel 15, 5,5 <,1 Hamburger 13, 4,2 <,1 Maaltijdloempia kip/ham 5,6 2,7 <,1 Bamischijf 4,4 1,9 <,1 Gehaktbal rundvlees 15,9 7,6,2 Gehaktbal ambachtelijk 17,8 7,6,2 Gehaktbal gebraden 21,6 8,9,3 Gehaktstaaf 14,4 5,2 <,1 Gehaktstaaf gebraden 23, 8, <,1 Kipsaté 16,8 5,3,1 Kipnuggets 15,6 4,2,1 Aardappelsalade 11, 1,,2 Rundvleessalade 1,8,9 <,1 Huzarensalade 6,,5,1 Pastasalade 7,,8,1 Eiersalade 25,9 3,,2 Zalmsalade 25,6 3,7,2 Kipsalade 19,6 1,6,3 Krab/surimisalade 24,8 3,6,2 Erwtensoep 1,1,4 <,1 Tabel 5: Samenvatting resultaten AKSV 22/23 Doelstelling 25/26 door de bedrijven in de branche. Vooral de resultaten ten aanzien van de transvetzuren hebben de doelen ver overtroffen. Als randvoorwaarde was gesteld, dat de som van de transvetzuren en verzadigde vetzuren niet mocht toenemen. In de tabel wordt zichtbaar dat ook hieraan is voldaan. Doelstelling 21 Resultaat monitoring 29 Reductie percentage Branchetotaal Totaal van alle vetten 9,7 reductie 5% < 2,,7 92,8 - gehalte aan transvetzuren Totaal van alle vetten - 29,5 reductie 3% < 2 2,5 3,4 gehalte aan verzadigde vetzuren som TV en VV totaal 39,2 21,2 45,8 Ingrediëntvetten Ingrediënten - gehalte 6,4 reductie 5% < 1,75,6 89,9 aan transvetzuren Ingrediënten - gehalte 24,7 reductie 3% < 15 16,4 33,4 aan verzadigde vetzuren som TV en VV ingr 31, 17,1 45, Frituurvetten Frituurvet - gehalte aan 18,3 reductie 5% < 2,5,9 94,9 transvetzuren Frituurvet - gehalte aan 42,2 reductie 3% < 3 4 5,1 verzadigde vetzuren of max. 4% som TV en VV frituurvet 6,5 41, 32,2 In tabel 4 zijn voorbeelden opgenomen van AKSV producten en hun vetzuursamenstelling. In de nulmeting in 22 werden nog enkele producten gevonden met hoge transvetzuurgehaltes. Hoewel transvetzuren nu nog nauwelijks voorkomen in de gebruikte vetten, staan in de tabel nog enkele producten waarin Resultaten vergeleken met de doelen In tabel 5 zijn de resultaten van de monitoring samengevat en afgezet tegen de gestelde doelen. De laatste kolom in de tabel geeft aan, dat er zeer goede resultaten zijn behaald en grote reducties zijn gerealiseerd 34 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 35

20 Conclusie Uit de gevonden resultaten zijn de volgende conclusies te trekken: 1. Met betrekking tot transvetzuren is aan alle doelen ruimschoots voldaan. Op brancheniveau is een reductie van bijna 93% tussen 22 en 29 gerealiseerd. 2. De som van transvetzuren en verzadigde vetzuren is fors afgenomen, op brancheniveau met bijna 46%. 3. Met betrekking tot verzadigde vetzuren is aan de oorspronkelijke doelstelling voldaan door een reductie te realiseren van ruim 3%. De in 2e instantie geformuleerde einddoelstelling is ook bijna gehaald; de uitkomst is 2,5% en de doelstelling was 2%. Een zeer grote reductie in verzadigde vetten is gerealiseerd door de fabrikanten van salades en sauzen die raapolie (in grote volumes) zijn gaan gebruiken. Ook in de frituurvetten zijn veel bedrijven overgegaan op een vet met een betere vetzuursamenstelling dan de vaste vetten uit het verleden. De AKSV is zeer tevreden met de behaalde resultaten. Er is een grote slag gemaakt op het niveau van toegevoegde ingrediënten en ook op eindproductniveau is de verbetering waarneembaar. Bedrijven hebben een grote inspanning verricht en hebben ook zeer goed meegewerkt bij de jaarlijkse monitoringsonderzoeken. Responsepercentages waren alle jaren zeer hoog (rond de 9%), hetgeen aangeeft dat het onderwerp vetzuurverbetering door de bedrijven serieus is opgepakt. Een verdere verbetering lijkt nog haalbaar indien palmolie, dat een verzadigd-vetgehalte heeft van circa 5%, nog verder vervangen kan worden door een alternatief met een lager gehalte verzadigd vet. De betreffende bedrijven is gevraagd de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken en uiterlijk eind 21 een alternatief in gebruik te nemen (indien mogelijk). Wel dient opgemerkt te worden dat het vervangen van palmolie als frituurvet procentueel weinig bij zal dragen aan de verbetering van de vetzuursamenstelling van het eindproduct. Daarnaast zijn verbeteringen mogelijk door andere ingrediënten die van nature verzadigd vet en transvet bevatten, zoals vlees of melkvet in kaas en roomboter. Deze producten vielen echter tot nu toe buiten de scope van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Bovendien spelen hier een aantal factoren een rol die eerder in dit rapport zijn vermeld. Het opstellen van een verder reductieplan is volgens de AKSV dan ook niet nuttig meer. De AKSV wil in de toekomst wel betrokken blijven bij de Task Force en ondersteunt de verdere activiteiten. 36 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 37

21 Koninklijke Horeca Nederland (KHN) Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft zich de afgelopen jaren ingezet voor de verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste inspanningen en resultaten van KHN. Achtergrondinformatie branche Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is de belangenbehartiger van 2. ondernemers in de horecabranche. In een continu proces realiseert de organisatie alle mogelijke activiteiten om een zo gunstig mogelijk ondernemersklimaat te creëren. KHN is dé brancheorganisatie voor de horeca in Nederland. KHN vindt dat de primaire verantwoordelijkheid voor gezond gedrag bij de consument ligt. Hij is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen keuzes. Echter, KHN neemt vanuit haar maatschappelijke rol wel de medeverantwoordelijkheid om mogelijk bij te dragen aan de verlaging van verzadigd vet en transvetzuren in de totale voeding via zelfregulering. Horeca is meer dan alleen het verstrekken van maaltijden. De gast komt in de horeca voor ontspanning en sfeer en om lekker te eten; het gaat om het product genieten. Gegeven het karakter van de horeca moet de gast en niet op een belerende, maar op een gastvrije wijze attent worden gemaakt op de keuzemogelijkheid voor extra gezond. Zonder daarbij concessies te doen aan de aspecten sfeer en genieten, die een belangrijk deel uitmaken van het verwachtingspatroon van die gast. KHN vindt communicatie erg belangrijk. De discussie moet niet gevoerd worden vanuit negatieve en ongenuanceerde uitgangspunten. Heldere, eenduidige en volledige communicatie is een absolute noodzaak om ondernemers bekend te maken met het fenomeen verzadigd vet en transvet. Alle voor- en nadelen moeten hierbij aan de orde komen, zodat de ondernemer een bewuste keus kan maken. Ook naar de consument toe is het belangrijk dat alle partijen dezelfde boodschap uitdragen, zodat de consument begrijpt waar het om gaat. Op basis van de juiste informatie, kan de consument zelf zijn keuzes maken. Doelstelling KHN toont aan ondernemers de mogelijkheden en kansen om zich met een gezonde leefstijl positief te onderscheiden. KHN ziet het als één van haar taken de horecaondernemer bewust te maken van de problematiek omtrent de vetzuursamenstelling. In samenwerking met het productschap MVO heeft de KHN zich in 25 ten doel gesteld om het aantal gebruikers van vloeibaar frituurvet in de horeca te laten toenemen van 3% in 25 tot minimaal 75% eind 21. Activiteiten Door middel van een collectieve voorlichtingscampagne én het faciliteren van de achterban streven KHN, het productschap Margarine, Vetten en Oliën, de aardappelverwerkende industrie en vertegenwoordigers van frituurvetfabrikanten er al jaren naar om het aandeel verzadigd vet en transvet in frituurvetten substantieel te verlagen. Ook heeft KHN het Convenant Gezond Gewicht mede ondertekend. Binnen dit convenant heeft KHN een plan van aanpak Horeca in beweging gelanceerd. In dit plan van aanpak geeft KHN de ondernemer praktische handreikingen hoe ze hiermee om kunnen gaan binnen hun eigen bedrijfsvoering. Verder zijn concreet de volgende activiteiten in de periode opgepakt: De campagne Verantwoord Frituren is ingezet om het aantal gebruikers van vloeibaar frituurvet in de fastservicesector te laten stijgen. Deze campagne is in 24 gestart door het Voorlichtingsbureau MVO en KHN om het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca te stimuleren. Samenwerking is gezocht met producenten en leveranciers ten aanzien van het stimuleren van een verantwoorde vetzuursamenstelling in hun producten. 38 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 39

22 Kies je een normale portie? Of neem je de super speciaal met extra saus? Ook bij grote trek kun je de porties bescheiden houden. Combineer snacks met brood, groente, salade of fruit. Dat vult beter. Het is vooral belangrijk om meer te bewegen in het dagelijks leven. Laat de auto vaker staan en ga lopen of fietsen. Ook activiteiten als tuinieren, doe-het-zelven en huishouden tellen mee. Een keertje écht te veel gegeten? Compenseer dit met een Balansdag. De volgende dag eet je minder en beweeg je meer. Je eet vol - gens de Schijf van Vijf, maar laat de extraatjes (snoep, snacks, alcohol) weg. Cafetaria die bakken in vloeibaar frituurvet (rijk aan de betere on verzadigde vet ten), herken je aan de verantwoord frituren - sticker op de deur. groot 96 kcal 21 min klein 46 kcal 1 min normaal 67 kcal 14 min kipsaté (3 stokjes) 28 kcal 6 min kaassoufflé 14 kcal 3 min frikadel speciaal 31 kcal 65 min kipcorn 18 kcal 4 min berenhap 32 kcal 7 min rundvleeskroket 21 kcal 45 min kipnuggets (6 stuks) 33 kcal 7 min frikadel naturel 21 kcal 45 min bal gehakt 34 kcal 75 min nasi- en bamirol 21 kcal 45 min mexicano 39 kcal 85 min shoarmarol 22 kcal 45 min pindasaus 65 kcal 15 min light fritessaus 5% olie 2 kcal 5 min fritessaus 35% olie 75 kcal 15 min ketchup 25 kcal 5 min goudse kaas kcal 65 min ham 21 kcal 45 min brie 3 kcal 65 min kipfilet 22 kcal 45 min cheeseburger 3 kcal 65 min hamburger 24 kcal 5 min gezond: kaas, ham en ei 35 kcal 75 min tartaar 26 kcal 55 min shoarma 37 kcal 8 min eiersalade 27 kcal 6 min kroket 375 kcal 8 min tosti (ham/kaas) 28 kcal 6 min frikadel 375 kcal 8 min warm vlees 29 kcal 6 min bal gehakt 5 kcal 11 min 2 kipsaté schotel 119 kcal 26 min uitsmijter 48 kcal 1 min 2 spareribs schotel 164 kcal 35 min nasi schotel 66 kcal 14 min blikje frisdrank 13 kcal 3 min blikje frisdrank zonder energie kcal min blikje bier 14 kcal 3 min blikje alcoholvrij bier 75 kcal 15 min blikje yoghurtdrank 16 kcal 35 min flesje sinaasappelsap 1 kcal 2 min blikje chocomel 22 kcal 45 min beker halfvolle melk 12 kcal 25 min medium milkshake 19 kcal 4 min Raket 5 kcal 1 min Magnum 31 kcal 65 min Solero 1 kcal 2 min medium roomijshoorn 53 kcal 11 min smoothie 11 kcal 25 min roze koek 23 kcal 5 min rol drop 65 kcal 15 min gevulde koek 26 kcal 55 min pakje Evergreen 14 kcal 3 min Mars 27 kcal 6 min pakje Sultana 165 kcal 35 min Twix 29 kcal 6 min ontbijtkoekreep 17 kcal 35 min zakje snoeptomaatjes 1 kcal 2 min zakje appelpartjes 4 kcal 1 min Snacktabel Poster A4.indd :36:33 Man: 25 kcal per dag Vrouw: 2 kcal per dag Project Verantwoord Frituren is in 28 ook doorgetrokken naar andere sectoren naast de fastservicesector zoals de sectoren Toerisme, Recreatie, Sport & Cultuur en Restaurants. Hulpmiddelen zijn beschikbaar gesteld aan de leden van de KHN en verder uitontwikkeld, zoals de snackwijzer in samenwerking met het Voedingscentrum. Horecaondernemers werden gestimuleerd gebruik te maken van gezondere producten/ingrediënten. Best practices van ondernemers zijn geïnventariseerd en gedeeld met andere ondernemers. Het gebruik van gezonde producten is geïntegreerd in de specifieke onderdelen binnen de fastfoodopleidingen en horecavakonderwijs en in de te organiseren vakwedstrijden. Het gebruik van vloeibaar vet is naast het voeren van campagne gestimuleerd door middel van het toekennen van extra punten in de cafetariatop 1 -notering. Verantwoord Frituren KHN heeft in de periode intensief samengewerkt met het Voorlichtingsbureau MVO in het kader van de campagne Verantwoord Frituren. Daarnaast heeft de sector tijdens alle sector- en regiobijeenkomsten de campagne bij haar leden onder de aandacht gebracht. Ook tijdens de gehouden Chinese cafetariadag zijn bij de aanwezige Chinese cafetariaondernemers de voordelen van het Verantwoord Frituren in hun eigen taal bijgebracht. Ook bij deze groep ondernemers groeit het besef voor het gebruik van vloeibare vetten en producten met een betere vetzuursamenstelling. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Fastservice sector hield voorzitter Jos van Alphen een overtuigend betoog over het gebruik van vloeibaar vet. Ook zijn er de afgelopen jaren zowel in print als via internet regelmatig artikelen verschenen over ondernemers die steeds meer de voordelen inzien van het gebruik van vloeibaar vet. Daarbij kan gedacht worden aan artikelen in het eigen Horeca Nederland Magazine, vakbladen en de digitale nieuwsbrief. Snackposter In samenwerking met het Voedingscentrum is de afgelopen jaren de Snackposter geïntroduceerd. De snackposter is een vervolg op de eerder uitgebrachte Snackwijzer. De poster stelt consumenten in staat om bewuste keuzes te maken. De Snackposter presenteert de voedingswaarden van verschillende snacks. Ook staat bij ieder product vermeld hoeveel minuten je moet fietsen om de calorieën te verbranden. Op basis van de Snackposter kan de consument zelf bepalen welke keuze hij maakt uit het ruime en steeds veelzijdiger WAT KIES JIJ? PORTIEGROOTTE BEWEEG JE GENOEG? Meer informatie over gezond, veilig, bewust en lekker eten vind je op wordende assortiment. De Snackposter bevat bovendien nuttige informatie over de campagne Verantwoord Frituren en de Balansdag. De Snackposter ondersteunt horecaondernemers bij hun inspanningen om gasten die bewust willen genieten van de juiste informatie te voorzien. De overhandiging van het eerste exemplaar werd gepresenteerd bij de diploma-uitreiking van de Fastserviceopleidingen in Amersfoort. Het eerste exemplaar van FRITES SNACKS SAUZEN BROODJES energie (kcal) hoe lang fietsen 1 energie (kcal) hoe lang fietsen 1 MAALTIJDEN SALADES huzarensalade 18 kcal 4 min gemengde salade 35 kcal 1 min DRANKEN IJS/MILKSHAKES/ SMOOTHIES CANDYBARS/ KOEKEN GROENTE/FRUIT BALANSDAG ONVERZADIGD=OKÉ Wist je dat De waarden in de tabel zijn gebaseerd op gemiddelde porties in de horeca en de NEVO-tabel Gemiddeld voor een persoon van 7kg. 2 Inclusief frites en salade met dressing. Af en toe snacken moet kunnen. Het ruime aanbod biedt vele mogelijkheden om te genieten. Deze snackwijzer helpt je om een bewuste keuze te maken. mannen ongeveer 25 kcal per dag nodig hebben en vrouwen 2 kcal? een complete warme maaltijd normaal tussen de 55 en 9 kcal telt. Tel je eigen bestelling eens op. de richtlijn voor een tussendoortje kcal per portie is? Neem dus een calorierijke snack liever als onderdeel van de lunch of het avondeten. frisdrank zonder energie (bijvoorbeeld sinas light of cola light) en water kcal bevatten? rode sauzen (ketchup, curry, salsa) en light fritessaus veel minder calorieën hebben dan gewone fritessaus? de Snackposter is overhandigd aan Cora van Mora, de koningin van de snacks. De introductie van de Snackposter volgde op de gezamenlijke ontwikkeling van de Snackwijzer en de Caloriechecker voor de horeca. Resultaten De bereikte resultaten zijn gebaseerd op de bevindingen van het productschap MVO, rapportage De belangrijkste resultaten zijn hier kort weergegeven. De Voedsel en Warenautoriteit (VWA) voert regelmatig een onderzoek uit naar het aantal gebruikers van vloeibaar frituurvet in de fastservicesector (cafetaria s en fastfoodrestaurants), de doelgroep van de campagne. Uit laatste onderzoeksresultaten (28) van de VWA blijkt dat 56% van de bedrijven in de fastservicesector vloeibaar frituurvet gebruikt; een stijging van 23% ten opzichte van de eerste meting van de VWA van medio 24. Dat in de fastservicesector het gebruik van vloeibaar frituurvet de afgelopen jaren continue is gestegen blijkt ook uit cijfers van het Productschap MVO over het aandeel vloeibaar frituurvet in de horeca. Hieruit blijkt dat het aandeel vloeibare frituurvetten in de horeca mede dankzij de campagne Verantwoord Frituren de afgelopen tijd verder is gestegen naar gemiddeld 7% in 27 en gemiddeld 78% in 29. Ter vergelijking: het volumeaandeel van vloeibaar frituurvet in de retail is 87%. Conclusie Mede dankzij de inzet van de KHN is het aandeel vloeibare frituurvetten in de horeca gestegen tot 78% in Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 41

23 Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) In januari 28 is de Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) officieel toegetreden tot de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Dit betekent dat de NBOV gedurende 2 jaar de inspanningsverplichting aanging om - waar mogelijk - het gehalte aan verzadigd vet en transvet in bakkerijproducten te verlagen. In dit hoofdstuk staan de inspanningen en resultaten beschreven die door de NBOV binnen de Task Force zijn gerealiseerd. Achtergrondinformatie De Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) behartigt de belangen van de ambachtelijke brood- en banketbakkers op het gebied van o.a. arbeidsvoorwaarden, juridische zaken, communicatie, economie en voedselveiligheid. De activiteiten van de NBOV laten zich verdelen in drie kerntaken. Deze zijn: 1. collectieve belangenbehartiging 2. individuele dienstverlening 3. voorlichting en communicatie met de branche De NBOV- bedrijven bestaan voor het merendeel uit gemengde bedrijven (brood en banket). Een kleiner deel (circa 2%) bestaat uit banketbakkerijen/patisserieën/ chocolaterieën. Ambachtelijke bakkerijen richten zich veelal in eerste instantie op de verkoop van brood- en banketproducten via hun winkel(s). Daarnaast zijn er bedrijven die ook de levering aan derden in hun pakket hebben (o.a. aan supermarkten, horecabedrijven, instellingen en collegabedrijven). De NBOV heeft zich ingezet voor een verantwoorde vetzuursamenstelling in de producten van haar achterban. Doelen De doelstelling van de NBOV in de Task Force was tweeledig: 1. Verlaging van het gemiddelde gehalte aan verzadigd vet in bakkerijproducten met ten minste 1% op basis van 1 gram product. 2. De hoeveelheid transvet beperken tot maximaal 2% berekend op het totaal vetgehalte, waarbij bij verlaging van transvet de som van verzadigd vet en transvet niet mag stijgen. Activiteiten In 28, 29 en 21 heeft de NBOV een enquête uitgevoerd onder bakkers en een vetzuuranalyse verricht. Daarnaast heeft de NBOV middels haar ledenblad ook regelmatig aandacht besteed aan vetten. Meting gebruik margarine en roomboter Middels een enquête onder alle NBOV leden heeft de NBOV onderzocht of bakkers gebruik maken van roomboter, margarine of een combinatie van beide vetten in een zestal bakkerijproducten (cake, crème, zandkoekjes, croissants, saucijzenbroodjes en gevulde koek). Vetzuuranalyse eindproducten Van de zes producten uit de enquête (cake, crèmevulling, zandkoekjes, croissants, saucijzenbroodjes en gevulde koek) is in 28, 29 en 21 de vetzuursamenstelling bepaald. Hiervoor zijn bij 1 verschillende bakkerijen producten opgehaald die volgens de ondernemer zijn bereid met margarine/plantaardige vetten. In 29 waren er 9 nieuwe bakkerijen betrokken bij het onderzoek (1 overlap ten opzichte van 28), in 21 werden 5 bakkerijen uit 28 en 5 bakkerijen uit 29 bezocht. Bij de bemonstering in 21 bleek dat een tweetal van de geselecteerde bedrijven was overgeschakeld op het gebruik van uitsluitend roomboter. Hierdoor konden in 21 minder monsters verzameld worden. De bakkerijen bevonden zich verspreid over Nederland, waarbij het zuidelijk deel van het land wat meer bezocht werd dan het overige deel (zie schema). Tabel 6: Onderzoek naar vetzuursamenstelling; verdeling van de bezochte bakkerijen over verschillende provincies Provincie Limburg Noord-Brabant Zeeland Utrecht Zuid-Holland Noord-Holland Gelderland Drenthe 1-1 Overijssel Friesland Totaal Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 43

24 Van de verzamelde producten is een mengmonster gemaakt en van dit mengmonster is de vetzuursamenstelling geanalyseerd. Dit onderzoek is uitbesteed aan KBBL te Wijhe. De conclusies zijn uitsluitend gebaseerd op het onderzoek aan deze mengmonsters. De resultaten geven een indicatie van de vetzuursamenstelling van ambachtelijke bakkerijproducten, maar kunnen niet gebruikt worden om te extrapoleren naar alle producten van de totale ambachtelijke bakkerijsector. Ook het onderzochte aantal bedrijven en producten is hiervoor niet representatief genoeg. Resultaten Gebruik margarine en roomboter in de ambachtelijke bakkerijen In 29 gebruikte een groter aandeel van de respondenten roomboter, en werden er minder producten bereid met margarine, een combinatie of beide soorten vetten. In 21 kiest het merendeel van de ondervraagde ambachtelijke bakkers nog steeds voor het gebruik van roomboter. Tabel 7: Resultaten enquête gebruik vetten in ambachtelijke bakkerijen Aantal respondenten Uitsluitend roomboter 71% 79% 67% Uitsluitend margarine 11% 12% 12% Mengsel van vetten in product 12% 7% 16% Beide vetten worden gebruikt, 6% 2% 5% maar in afzonderlijke producten 1% 1% 1% Vetzuursamenstelling eindproducten Het is lastig om een trend waar te nemen van de vetzuuranalyse van de producten cake, crèmevulling, zandkoekjes, croissants, saucijzenbroodjes en gevulde koek. In 29 leek de hoeveelheid transvet en de som van verzadigd vet en transvet voor een aantal producten gereduceerd te zijn, maar deze verbetering blijkt helaas niet uit de meting van 21. Drie van de zes producten (cake, crème en croissants) vertonen bij de 3e steekproef in 21 zelfs een hoger transvetgehalte dan in de mengmonsters uit 28. Voor de overige drie producten (gevulde koek, zandkoekjes en saucijzenbroodjes) werd in het mengmonster van 21 wel een lager transvetgehalte gevonden dan in het mengmonster van 28. Zandkoekjes en gevulde koek voldoen volgens de analyse van 21 aan de gestelde doelstelling van maximaal twee procent transvet van het totaal vetgehalte, maar bij zandkoekjes gaat dit gepaard met een stijging van de som van de hoeveelheid transvet en de hoeveelheid verzadigd vet. Ook in 29 zien we dat een lager gehalte transvet helaas niet altijd gepaard gaat met een verlaging van de som van verzadigd vet en transvet (cake, gevulde koek). Ook komt het voor dat het transvetgehalte hoger is terwijl de som van transvet en verzadigd vet lager is (croissants, saucijzenbrood). De grote verschillen tussen de metingen uit 28, 29 en 21 doen vermoeden dat er een grote spreiding is in het transvetpercentage van ambachtelijk bereide producten. Gezien de beperkte omvang van de steekproeven kunnen we verder helaas geen uitspraak doen over het gemiddelde transvetgehalte van ambachtelijke bakkerijproducten. Ook kunnen we niet concluderen dat er binnen de branche een significante verandering in de situatie is ten opzichte van 28. In de meting van 21 is de hoeveelheid verzadigd vet op eindproduct voor drie van de zes producten lager dan in de meting van 28. Namelijk voor cake, zandkoekjes en saucijzenbroodjes. Het gemeten verzadigd-vetgehalte per 1 gram product is voor deze producten in 21 gemiddeld genomen 8,4% lager in vergelijking met 28. Cake is het enige product waarin een 1% lager gehalte verzadigd vet is gemeten in 21. Dit is echter ook het enige product van de drie waarin het transvetgehalte juist hoger is dan gemeten in 28. Bij de crèmemonsters werd in beide mengmonsters vrijwel dezelfde hoeveelheid verzadigd vet gemeten. De overige twee producten, gevulde koek en croissants, werd helaas respectievelijk 13% en 5,6% meer verzadigd vet gemeten in vergelijking met 28. Het gehalte aan verzadigd vet in de producten varieert tussen de metingen van de afgelopen 3 jaar behoorlijk, terwijl de som van verzadigd en transvet minder sterke verschillen vertoont. Dit maakt dat er helaas geen algemene trends te benoemen zijn. Ook valt er geen uitspraak te doen over een eventuele significante verandering in de situatie ten opzichte van Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 45

25 Conclusie In de ambachtelijke bakkerijsector is de afgelopen jaren vermoedelijk weinig vooruitgang geboekt aan verbetering van de vetzuursamenstelling. Daar dit onderwerp niet de hoogste prioriteit heeft gekregen binnen de sector is dit project helaas onvoldoende van de grond gekomen. Op basis van de uitgevoerde vetzuuranalyses durft de NBOV vanwege de beperkte omvang helaas geen uitspraak te doen of er een significante verandering heeft plaatshad gedurende de afgelopen jaren voor wat betreft de gemiddelde vetzuursamenstelling van de ambachtelijke bakkerijproducten. Vanwege de grote variatie in de gebruikte grondstoffen en de grote spreiding in het transvetzuur- en verzadigd-vetgehalte van deze vetten, is de sector de afgelopen jaren intern de discussie gestart hoe de vetzuursamenstelling te verbeteren zonder verlies van kwaliteit en smaak. In 21 werkt meer dan de helft van de NBOV-leden die op de enquête hebben gereageerd, uitsluitend met roomboter. Daarvoor hebben zij bewust gekozen omdat ze zich daarmee wensen te onderscheiden van het supermarktkanaal en omdat er bij de klanten vraag is naar producten met roomboter. Als branchevereniging kan NBOV niet voorbij gaan aan het feit dat ambachtelijke bakkers zich willen en moeten kunnen blijven onderscheiden op smaak en kwaliteit. Het gebruik van roomboter is hierin voor de ambachtelijke bakkerijsector belangrijk. Ambachtelijke bakkers zitten in het spanningsveld tussen de wens van de klant (smaak, bereid met echte boter en onderscheid ten opzichte van de supermarkt) en de doelstelling van de Task Force (reductie transvet en verzadigd vet). Elk NBOV-lid maakt daarom zijn eigen keuze tussen roomboter, margarine of een mix hiervan. Daarbij spelen ook praktische zaken zoals smaak, verwerkbaarheid en prijs een rol. Dit wordt mede bepaald door wat de grondstofleveranciers kunnen leveren. De voorkeur van veel ambachtelijke bakkers voor het gebruik van roomboter blijkt uit de resultaten van de afgenomen enquêtes en het feit dat een aantal margarine gebruikers uit ons analyseonderzoek tussentijds zijn overgestapt op roomboter. De vetzuursamenstelling zou wellicht verbeterd kunnen worden door roomboter in ambachtelijk bereide producten daar waar mogelijk - te vervangen door plantaardige varianten die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren en die weinig tot geen transvetten bevatten. Natuurlijk zal de NBOV daar waar mogelijk en relevant aandacht blijven besteden aan de vetzuursamenstelling van producten. Met het oog op de maatschappelijke discussie rondom gezond eten en leven zullen wij onze achterban zeker (blijven) informeren over de mogelijkheden voor het gebruik van zowel margarines als van roombotersoorten met een (licht) verbeterde vetzuursamenstelling. De uiteindelijke keuze is aan de ondernemer zelf. Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA) De Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA) heeft zich de afgelopen jaren sterk ingezet voor de verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste inspanningen en resultaten van de bakkerijgrondstoffenindustrie. 46 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 47

26 Achtergrondinformatie NEBAFA vertegenwoordigt de bedrijven die grondstoffen leveren aan de ambachtelijke en industriële bakkerijen. Toen NEBAFA zich in 28 aansloot bij de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling was de eerste vraag wat wordt onder bakkerijgrondstoffen verstaan? Omdat algemeen wordt aangenomen dat dit alle grondstoffen zijn die de bakker nodig heeft om brood en banket te maken was het nodig het begrip bakkerijgrondstoffen te beperken tot de producten die de leden van NEBAFA produceren en afzetten op de Nederlandse en buitenlandse markten. De groepen bakkerijgrondstoffen die binnen de NEBAFA scope vallen is breed en niet alle producten worden meegenomen in het programma voor verbetering van de vetzuursamenstelling. Efficiënter is om te kijken naar de bijdrage van de specifieke grondstoffen aan de vetinname. Dat zijn de volgende producten: verbetermiddelen broodmixen banketmixen lossingsmiddelen marsepein en spijs vullingen en coatings Het aandeel vet dat de NEBAFA-leden via deze producten op de Nederlandse markt brengen is als volgt verdeeld: Productgroepen broodbereidingsmiddelen, broodmixen en banketmixen marsepein en spijs, lossingsmiddelen Bijdrage aan vetinname ton/jaar % vullingen en coatings Totaal Het lag voor de hand om het NEBAFA beleid om de vetzuursamenstelling van bakkerijgrondstoffen te richten op die producten die de grootste bijdrage leveren aan de vetconsumptie. Te weten, broodverbetermiddelen, broodmixen en banketmixen. Een broodverbetermiddel is een samengesteld product dat bestaat uit een combinatie van basisingrediënten, additieven en technologische hulpstoffen. Broodverbetermiddelen hebben een belangrijke functie bij de beheersing van het brood bereidingsproces door fluctuaties in de kwaliteiten van grondstoffen op te vangen. En, ze zijn een onmisbaar middel bij het verbeteren van organoleptische eigenschappen van het brood waardoor een breed assortiment van broodproducten kan worden gerealiseerd. Broodmixen en banketmixen zijn halffabrikaten waaraan de gebruiker een beperkt aantal basisgrondstoffen behoeft toe te voegen om er het gewenste eindproduct van te maken. Verrassend genoeg vallen margarine en boter niet onder de NEBAFA lijst van bakkerijgrondstoffen. Deze producten worden gemaakt door bedrijven die tot de sector vetten en oliën en/of de zuivelindustrie horen. De bedrijven die vallen onder het Productschap MVO volgen de doelstelling van dit productschap. Qua volume zijn de belangrijkste afnemers van NEBAFA de ambachtelijke en industriële bakkers. Andere distributiekanalen zijn bijvoorbeeld de grootkeukens, cateraars, kantines. Doelen Na de selectie van de producten waarvan de vetzuursamenstelling moet worden verbeterd zijn in 28 de volgende sectordoelen geformuleerd voor 21: verlaging van het gehalte aan verzadigde vetzuren met tenminste 1% gemiddeld in de producten op basis van 1 gram product ten opzichte van 23 de hoeveelheid transvetzuren in de producten mag gemiddeld niet meer zijn dan maximaal 2% berekend op vetbasis. bij verlaging van de transvetzuren mag de som van de verzadigde vetzuren en transvetzuren niet stijgen. Activiteiten Om de vastgestelde doelen te realiseren zijn de volgende acties geformuleerd: Jaarlijkse monitoring van de vetzuursamenstelling van de geselecteerde bakkerijgrondstoffen; Verbetering van de vetzuursamenstelling van de bakkerijgrondstoffen; Samenwerking met branchegenoten. Verbetering van de vetzuursamenstelling van bakkerijgrondstoffen wordt gerealiseerd door grondstoffen met een gunstiger vetzuursamenstelling te gebruiken (verzadigd vet vervangen door onverzadigd vet), minder vet te gebruiken of toe te voegen en de functionaliteiten van vetten onder de loep te nemen en te onderzoeken of deze door andere producten kunnen worden vervangen. De basisvoorwaarde die in acht genomen moet worden is dat een bakkerijgrondstof voor de afnemer (bakker) nog verwerkbaar moet zijn en de gewenste kwaliteit van het eindproduct in stand blijft. Nevenactiviteiten Aan de zuivelindustrie heeft NEBAFA een standaard banketmix ter beschikking gesteld om proeven uit te voeren met botersoorten met verbeterde vetzuur stelling. De resultaten van deze proeven zijn bij NEBAFA niet bekend. Met de afnemers in de ambachtelijke en industriële bakkerijsectoren is o.a. via de vakbladen gecommuniceerd over de inspanningen van de bakkerijgrondstoffenindustrie om de vetzuursamenstelling in bakkerijgrondstoffen te verbeteren. Via productontwikkeling is ook op ondernemingsniveau ingespeeld op de trend om gezonde producten aan te bieden. Naast de reductie van zout is de verbetering van de vetzuursamenstelling een belangrijk element in de vernieuwing van bakkerijproducten (zie ook het artikel NEBAFA: gezondheid één van de drijfveren van innovatie in Vette Feiten no. 4 maart 21). 48 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 49

27 kg vet en verzadigd vet Vetzuursamenstelling bakkerijgrondstoffen % van het totaal vetgehalte vet verz vet transvet Resultaten De resultaten van de monitoring van de vetzuursamenstelling van bakkerijgrondstoffen in de periode 23 tot en transvet verzadigd vet onverzadigd vet met 29 zijn weergegeven in de bovenstaande grafiek. 52,5 54,6 5,8 47,9 Uit de resultaten 43,9 blijkt dat: 44,4 43,3 44,8 43,8 a. de 35,6 totale hoeveelheid vet die door de deelnemende NEBAFA leden op de markt is gezet daalt sinds 26 b. in alle productgroepen daalt het volume vet zowel 11,9 absoluut als uitgedrukt in een percentage van het product 1,5 1,3 1,3,7,8,8 c. het aandeel verzadigd vet berekend op het totaal / vetgehalte is gestabiliseerd op een waarde die in 29 1,75 % lager ligt dan die in 23 d. de hoeveelheid transvet lager is dan 2% (op het vet) e. de som van verzadigd en transvet is gedaald 54,3 56, 54,4 55,4 kg transvet Conclusie g / 1 g Planmatige aanpak voor de verbetering van de vetzuursamenstelling van bakkerijgrondstoffen heeft gewerkt en heeft geleid tot een verbetering van de vetzuursamenstelling van bakkerijgrondstoffen. De gestelde doelen voor verzadigd Tafelmargarines vet en transvetzuren zijn gehaald. Tafelhalvarines De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft hierin een belangrijke rol gespeeld omdat het heeft gefunctioneerd als een platform voor kennisuitwisseling en samenwerking. De brede samenstel- Vloeibaar % 54 ling van het platform heeft de uitwisseling van best 44% 45 41% practices en samenwerking in de keten bevorderd. 38% 36 33% 29% % 27 25% Voorts heeft het platform een belangrijke 22% rol gespeeld in de communicatie over 18 vetten en vetzuursamenstelling. De branches hebben 9hiervan kunnen profiteren door te verwijzen naar de informatie die hierover bij het platform beschikbaar is. Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) en Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF) De margarine, vetten en oliën (MVO)-sector heeft zich de afgelopen jaren sterk ingezet voor de verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste inspanningen en resultaten van de MVO-sector. tons 6 In cijfers: transvet verzadigd vet 5 Totaal Vet kg verz vet kg verz.vet in % vet transvet kg trans.vet in % vet , , , , , , , , , , , , / % 4 % ufa % safa % trans Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling

28 Achtergrondinformatie MVO-sector Het productschap MVO vertegenwoordigt de gehele keten van plantaardige en dierlijke oliën en vetten, inclusief de producenten van consumentenmargarines, frituurvetten, bakkerijmargarines en vetten en oliën voor de toepassing in levensmiddelen. De BNMF vertegenwoordigt de fabrikanten van margarine, halvarine en baken braadproducten. Als ketenorganisatie met een publiekrechtelijke taak heeft het Productschap MVO een specifieke positie en verantwoordelijkheid om in samenwerking met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties duurzame ontwikkeling binnen de MVO-sector te realiseren. Het maatschappelijk streven naar een duurzamere consumptie vertaald naar een gezonder eetpatroon heeft het productschap MVO ertoe gebracht de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling in het leven te roepen. MVO is voorzitter van de Task Force en voert het secretariaat. MVO zet zich hierbij in om de ingezette trend naar betere vetten in de voeding voort te zetten, door de vraag naar deze vetten verder te stimuleren en draagvlak voor het gebruik hiervan te vergroten. Doelen Het Productschap MVO heeft samen met het MVObedrijfsleven en de betrokken brancheorganisatie BNMF bij het afsluiten van het Manifest van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling in 25 de volgende sectordoelen tot 21 gesteld: Een toename van het aandeel vloeibare margarine en bak- en braadproducten in de retail van 24% in 25 tot minimaal 4% in 21. Een toename van het aantal gebruikers van vloeibaar frituurvet in de fastfoodsector van 3% in 25 tot minimaal 5% eind 26 en tot 75% eind 21. Een toename van het aandeel vloeibare frituurvetten in de retail van 68% in 25 tot minimaal 9% in 21. Samen met de afnemers vertegenwoordigd in de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling de hoeveelheid transvetzuren en verzadigd vet in industrieel bewerkte oliën en vetten verlagen die gebruikt worden in de snackindustrie, aardappelverwerkende industrie, bakkerij- en zoetwarenindustrie, conform de doelen van de Task Force. Activiteiten Productinformatie margarineproducten Al sinds begin jaren tachtig wordt op bijna alle margarines, halvarines en bak- en braadproducten vrijwillig een volledige voedingswaardedeclaratie op het etiket vermeld. Hierbij wordt zowel het gehalte aan verzadigd vet en onverzadigd vet op het etiket vermeld als ook, sinds 1996, het gehalte aan transvetzuren. Door alle margarinefabrikanten wordt informatie over de producten gegeven via (gratis) consumententelefoon, websites, brochures en reclame. Voorlichtingsbureau MVO In aansluiting op de productinformatie van de margarinefabrikanten geeft het Voorlichtingsbureau MVO objectieve en genuanceerde voorlichting over de wijze waarop margarine, halvarine en bak- en braadproducten passen in een gezonde, eigentijdse en smakelijke voeding past. Aan de hand van campagnes geeft het Voorlichtingsbureau MVO informatie over vetten en gezondheid en over producten met een gunstige vetzuursamenstelling. Hierdoor zal de consument beter zijn keuze kunnen maken voor producten die passen in een gezonde en smakelijke voeding. De campagnes worden actief ondersteund en mede uitgedragen door alle margarinefabrikanten. Concrete activiteiten van het Voorlichtingsbureau MVO: Aandacht voor vloeibare margarine Tussen 22 en 25 voerde het Voorlichtingsbureau samen met de individuele margarinefabrikanten de massamediale campagne Vloeibare margarine, van nature gezonder om de consument te wijzen op de voordelen (zoals gezondheidsaspecten, gebruiksmogelijkheden) van vloeibare producten. Ook in de jaren daarna is het Voorlichtingsbureau deze boodschap blijven uitdragen op consumenten. Mede door het grote succes van deze campagne zijn veel consumenten vloeibare margarine gaan zien als gezond alternatief van de wikkels margarine en heeft dit geresulteerd een in toenamen van het aandeel vloeibare margarine en bak- en braadproducten (zie paragraaf resultaten). Aandacht voor gezondheidsaspecten van margarine Naast basisvoorlichting van het Voorlichtingsbureau MVO over het belang van het smeren van de boterham voerde het Voorlichtingsbureau MVO samen met de individuele margarinefabrikanten tussen 26 en 28 voerde de massamediale campagne Brood is gezond, brood met margarine is gezonder. Dankzij deze campagne weet een grotere groep consumenten dat het belangrijk is om elke dag margarine te gebruiken voor op brood; 9% weet dat het belangrijk is om elke dag margarine te gebruiken. Bij consumenten die de campagne niet kenden, was dit 7%. Om ouders van jonge kinderen te informeren over de belang van het gebruik van margarine op de boterham van jonge kinderen (-4 jaar) heeft het Voorlichtingsbureau MVO de afgelopen jaren de campagne Smeer je Groot! gevoerd. Deze campagne van het Voorlichtingsbureau MVO werd wederom uitgevoerd in samenwerking met de margarinefabrikanten. Uit onderzoek blijkt dat baby s en peuters te weinig goede vetten binnen krijgen, terwijl gezonde onverzadigde vetten onmisbaar zijn voor kinderen in de groei. De campagne-uitingen werden verspreid via consultatiebureaus, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Lessen voor basis en voortgezet onderwijs Vet lekker, vet gezond en de Vet Leuke Leskaarten over Vet zijn onderwijspakketten voor respectievelijk groep 7 en 8 van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Bij de publicatie van deze rapportage is bovendien het nieuwe lespakket EstaVette gereed voor kinderen in groep 5 en 6 van het basisonderwijs. Voorlichting aan jongeren over de juiste keuze van vetten en de rol van halvarine, margarine en bak- en braadproducten in een verantwoord en gezond voedingspatroon staan centraal in deze lespakketten. Aanleiding hiervoor is de toenemende vraag van scholen naar lesmateriaal over gezonde voeding, mede door het toenemende aantal kinderen dat niet ontbijt, maar ook doordat overgewicht en extreem lijngedrag steeds vaker voorkomen. 52 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 53

29 Campagne Verantwoord Frituren Het Voorlichtingsbureau MVO is initiator en mede afzender van de campagne Verantwoord Frituren. Deze campagne heeft als doel om het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca te stimuleren. Vloeibaar frituurvet bevat minder transvetzuren en meer onverzadigd vet dan vaste frituurvetten. Jarenlang bestond in de retail en horeca de gewoonte om te frituren in vast frituurvet. De campagne Verantwoord Frituren wordt sinds 24 uitgevoerd door het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën en Koninklijk Horeca Nederland. De campagne wordt ondersteund door een groot aantal sponsoren, waaronder fastfoodformules en leveranciers. Ook maatschappelijke organisaties zoals het Voedingscentrum en de Nederlandse Hartstichting ondersteunen de campagne door het belang van de keuze voor vloeibaar frituurvet richting ondernemers en consumenten te communiceren. De Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren geparticipeerd via (kleine) subsidies (van Senter/Ministerie van Economische Zaken (24 en 25) of Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (27)). Vloeibaar frituurvet past in een verantwoorde bedrijfsvoering omdat het rijk is aan goede onverzadigde vetzuren en weinig transvetzuren bevat. In het reglement van de campagne wordt een normering gesteld voor gebruik van het beeldmerk van de campagne wat betreft de vetzuursamenstelling van de vloeibare frituurvetten. De normering is minimaal 65% onverzadigd vet en maximaal 5% transvetzuren. Deze normering past in de doelen van de overheid om de hoeveelheid verzadigde en transvetzuren in de Nederlandse voeding terug te dringen. Doel van de campagne is om zoveel mogelijk cafetaria ondernemers te doen overstappen op vloeibaar frituurvet. Bij de start van de campagne in 24 is de doelstelling vastgesteld om het aantal fastfoodondernemers dat vloeibaar frituurvet gebruikt te doen stijgen van 1% in 23 tot 5% eind 26. Deze doelstelling bleek eind 26 te zijn behaald. Als vervolg daarom is begin 27 een nieuwe ambitieuze doelstelling opgesteld om het aantal fastfoodondernemers dat vloeibaar frituurvet gebruikt te doen stijgen tot 75% eind 21. De campagne bestond o.a. uit activiteiten voor kennisoverdracht richting ondernemers, zoals workshops, nieuwsbrieven, website, handleiding en wervingsadvertenties in vakbladen. Dit bleek zeer effectief voor agendasetting bij de fastfoodformules en bekende namen uit de fastfoodwereld. Daarnaast waren er de afgelopen jaren activiteiten die zich juist richten op de consument, om daarmee indirect de horecaondernemer te overtuigen. Voorbeeldacties zijn een gevelschildje ter vergroting van de zichtbaarheid van cafetaria s waar verantwoord wordt gefrituurd, en een wedstrijd voor consumenten voor de mooiste foto in een cafetaria waar het groene logo te zien is, een loterij wedstrijd en een huis-aan-huisfolder. Sinds 28 is Judoka Dennis van der Geest aan de campagne verbonden als ambassadeur. De campagne wordt goed gewaardeerd door gebruikers, pers en stakeholders. Dit blijkt uit o.a. de diverse prijzen die inmiddels ontvangen zijn (bv. de Shop Out of Home prijs 24 en aanmoedigingsprijs van de Jaarprijs Voedingscentrum 25). Code of Practice voor frituurvetten in de horeca Naast het verbeteren van de vetzuursamenstelling door het voeren van de campagne Verantwoord Frituren worden door de sector ook grote inspanningen gedaan om binnen het segment van vaste frituurvetten het aandeel vaste frituurvetten met een hoog transvetzuurgehalte zoveel mogelijk te verlagen door het afsluiten van een Code of Practice. Uit onderzoek van de VWA bleek dat in 26 nog bijna de helft (49%) van de vaste frituurvetten gebruikt in de fastfoodsector, een transvetzuurgehalte heeft hoger dan 15%. Het gehalte aan transvetzuren in vaste frituurvetten op de markt liep daarbij op tot 46%. In de Code of Practice committeren alle Nederlandse frituurvetfabrikanten (van A-merken en private labels) zich aan het stapsgewijs terugdringen van de hoeveelheid transvetzuren in vaste frituurvetten voor de horeca naar maximaal 5% transvetzuren per 1 januari 212. Om dit te bereiken zijn hiervoor in november 27 richtlijnen tot 1 januari 21 opgesteld: Per 1 januari 28 worden in Nederland geen vaste frituurvetten meer verkocht met meer dan 3% transvetzuren door grossiers en fabrikanten aan eindgebruikers Per 1 januari 29 worden in Nederland geen vaste frituurvetten meer verkocht met meer dan 2% transvetzuren door grossiers en fabrikanten aan eindgebruikers Per 1 januari 21 worden in Nederland geen vaste frituurvetten meer verkocht met meer dan 15% transvetzuren door grossiers en fabrikanten aan eindgebruikers In november 29 zijn hiervoor aanvullende richtlijnen tot 212 opgesteld: Per 1 januari 211 worden in Nederland geen vaste frituurvetten meer verkocht met meer dan 1% transvetzuren door grossiers en fabrikanten aan eindgebruikers Per 1 januari 212 worden in Nederland geen vaste frituurvetten meer verkocht met meer dan 5% transvetzuren door grossiers en fabrikanten aan eindgebruikers Bij het implementeren van deze richtlijnen wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk gehalte van onverzadigd vet in vaste frituurvetten omwille van het gezondheidseffect. Minimale voorwaarde is dat de som van de hoeveelheid transvetzuren en verzadigde vetzuren in vaste frituurvetten niet stijgt. Het naleven van de Code of Practice wordt gemonitord en indien nodig zal het Productschap MVO een zwarte lijst opstellen met daarop producten die niet aan de Code of Practice voldoen. VETTE FEITEN kennisplatform Om de retail en voedingsmiddelenindustrie op maat te informeren over vetten en gezondheid heeft het productschap MVO sinds 27 een kennisplatform voor de doelgroepen retail en voedingsmiddelenindustrie onder de naam VETTE FEITEN. Het hoofddoel is het verbeteren van de kennis over vetten bij 54 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 55

30 de voedingsmiddelenindustrie en retail met als doel stimuleren van innovaties op het gebied van vetzuursamenstelling. Dit betekent o.a. dat de voedingsmiddelenindustrie (m.n. de productontwikkelaars) aangesproken wordt op haar verantwoordelijkheid met betrekking tot een verbetering van de vetzuursamenstelling. De retail wordt hierbij eveneens aangesproken aangezien zij een versterkend effect heeft op de ontwikkelingen die binnen de industrie plaatsvinden. Via een website ( en en een serie factsheets biedt MVO een aantal handvatten om productontwikkeling te stimuleren van producten met een betere vetzuursamenstelling. Jaarlijks zijn voor deze websites aansprekende cases verzameld, voorbeelden van geslaagde productinnovaties van levensmiddelenfabrikanten. In het verlengde hiervan is een samenwerking tot stand gekomen met de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI), die een online zichtboek uitgeeft met cases over het voorkomen van overgewicht. Aan dit zichtboek is een module toegevoegd over vetzuursamenstelling. Door de beide websites en aan elkaar te linken wordt tevens het bezoek aan de website vergroot, wat verder bevorderlijk is door het toepassen van enkele zoekmarketing - technieken. Verder worden er jaarlijks vier edities uitgebracht van de nieuwsbrief Vette Feiten in samenwerking met de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Resultaten Bewerkte oliën en vetten Om plantaardige oliën en vetten geschikt te maken voor consumptie en/of verwerking in voedingsmiddelen moeten de meeste oliesoorten in meer of mindere mate worden bewerkt zodat ze voor een breder aantal toepassingen in levensmiddelen kunnen worden ingezet. Bewerkingen zijn nodig om de olie te zuiveren, de functionaliteit (stevigheid en smeltgedrag) te verbeteren en/ of vetzuursamenstelling te verbeteren. De oliën en vetten industrie heeft zich de afgelopen jaren sterk ingespannen om de functionaliteit én de vetzuursamenstelling van het eindproduct in grote mate te verbeteren. De meeste voorkomende plantaardige oliën en vetten die -al dan niet in bewerkte vorm- in levensmiddelen worden toegepast zijn sojaolie, palmolie, raapolie, zonnebloemolie, kokosolie maïsolie en palmpitolie (zie tabel 8 voor de verschillende bewerkte varianten met hun vetzuursamenstelling). Saffloerolie en olijfolie, worden ook in beperkte mate gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie. Om een uitspraak te doen over de verbeteringen in de vetzuursamenstelling van bewerkte oliën en vetten in de levensmiddelenindustrie wordt vanwege gebrek aan gegevens op nationaal niveau gebruik gemaakt van gegevens verzameld door de Europese brancheorganisatie voor oliën en vetten, FEDIOL. Vrijwel alle Nederlandse oliën- en vettenbedrijven exporteren en/of worden binnen het concern internationaal aangestuurd. Om die reden wordt verondersteld dat de gegevens op EU-niveau representatief zijn voor de situatie in Nederland. In tabel 9 wordt de trend weergegeven van de vetzuursamenstelling van bewerkte oliën en vetten verkocht aan de Europese levensmiddelenindustrie. Uit de tabel blijkt dat op Europees niveau het gemiddelde gehalte transvetzuren van bewerkte oliën en vetten is afgenomen van 3,4% naar 1% op vetbasis. Ook het gehalte verzadigde vetzuren is afgenomen van 3,7% naar 27,3% op vetbasis. De enkelvoudig onverzadigde vetzuren zijn toegenomen van 34,8% naar 4,6% op vetbasis. Bakkerijmargarines Bakkerijmargarines in de ambachtelijke markt (24 en 28) Om een beeld te krijgen van de vetzuursamenstelling van bakkerijmargarines in de ambachtelijke markt heeft Tabel 8: Vetzuursamenstelling van de meestvoorkomende bewerkte oliën en vetten gebruikt in de Europese voedingsmiddelenindustrie Olie en Vetten Raapzaad olie Gedeeltelijk gehard 19(*) Gedeeltelijk gehard 32 Gehard 65 Trans vetzuren (%) < <.5 de Wageningen Universiteit in 28 in opdracht van het productschap MVO de vetzuursamenstelling van 14 bakkerijmargarines uit de ambachtelijke markt onderzocht. Dit onderzoek was een vervolg op eerdere onderzoeken naar de vetzuursamenstelling van deze producten uitgevoerd in 1996 en 24. Verzadigde Vetzuren (%) Enkelvoudig onverzadigde vetzuren (%) Meervoudig onverzadigde vetzuren (%) Zonnebloemolie < Zonnebloemolie met hoog oliezuurgehalte < Sojaolie Gedeeltelijk gehard 25 Gedeeltelijk gehard 35 Gehard 65 < < Maïsolie < Palmolie Gedeeltelijk gehard 45 Gehard 58 Palmoleine IV 62 <1 2 <.5 < Palmpitolie < Palmpit Stearine < Gehard < Kokosnoot olie < (*)Smeltpunt ( C). Bron: FEDIOL Tabel 9: Gemiddelde vetzuursamenstelling van de bewerkte oliën & vetten verkocht aan de EU levensmiddelenindustrie 23, 28 Bewerkte Oliën & Vetten (in 1 ton) Verzadigde vetzuren (% op vetbasis) Meervoudig onverzadigde vetzuren (% op vetbasis) Enkelvoudig onverzadigde vetzuren (% op vetbasis) Bron: FEDIOL Uit het onderzoek blijkt dat de vetzuursamenstelling van bakkerijmargarines zich de afgelopen jaren in gunstige zin heeft ontwikkeld. Het transvetzuurgehalte van bakkerijmargarines is drastisch teruggedrongen van 1 gram/1 gram product in 24 naar gemiddeld 1 g per 1 g product in 28. Het verzadigd-vetgehalte is gestegen Transvetzuren (% op vetbasis) 56 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 57

31 Verzadigde vetzuren g Transvetzuren g Onverzadigde vetzuren g ,5 41, m trans- en verzadigd Zonnebloemolie 1% van gemiddeld 34 gram/1 gram product in 24 naar gemiddeld 41 g per 1 g product in 28. De som van transvetzuren en verzadigde vetzuren is met 42 g per 1 g product de afgelopen jaren nagenoeg onveranderd gebleven (was 44 g per 1 g in 24), maar door Raapolie de 14% verwijdering van de transvetzuren Diversen is netto de trend in 25% samenstelling echter wel in gunstige zin veranderd. Raapzaadolie 25% De huidige gemiddelde vetzuursamenstelling van ambachtelijke bakkerijmargarines is hiermee gunstiger dan de vetzuursamenstelling van roomboter (transvetzuurgehalte 3,5 g en verzadigd-vetgehalte 53 gram). Uit een Olijfolie onderzoek van de 8% NBOV (28) blijkt dat ambachtelijke bakkerijen voor 2% Bakkersvet gebruik maken van bakkerijmargarines en voor 8% van 3% Rundvet roomboter als basisingrediënt voor haar producten. Met een 3% toename van het gebruik van Zonnebloemolie nog verdere gezondheids- 17% Margarines bakkerijmargarines is dan ook 9% winst in deze sector te behalen. g / 1 g Palmolie 8% Sojaolie 13% Palmolie, ongehard 74% Verzadigde vetzuren g Transvetzuren g Onverzadigde vetzuren g Bakkerijmargarines in de industriële markt Veel bedrijven binnen de industriële levensmiddelensector zijn overgegaan naar industriële bakkerijmargarines die zijn geproduceerd zonder gebruik te maken van gedeeltelijk hydrogeneren, zodat transvetzuren niet langer een issue zijn. Hierdoor kan in veel eindproducten het verzadigde vetaandeel wel iets zijn gestegen. De volgende uitdaging voor de industriële bakkerijsector bestaat erin om dit verzadigde vetaandeel te verminderen. Dit is geen gemakkelijke opdracht vanwege ten eerste de productietechnische beperkingen en ten tweede komt de houdbaarheid van eindproducten met een hoger onverzadigd vetaandeel in het gedrang. Daarnaast heeft ook hier de internationale context veel invloed op de Nederlandse situatie, waar de druk op verlaging van verzadigd vet in producten vaak duidelijk lager is dan in Nederland. Maar een eerste verbetering van de vetzuursamenstelling, inclusief lagere gehaltes aan verzadigd vet, heeft zich aangediend. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van vloeibare frituur- Zonnebloemolie 3% Margarines 4% Sojaolie 4% Bakkersvet,7% Rundvet 2% Olijfolie 1% Diversen 1% Tafelmargarines Tafelhalvarines Raapolie Bron: Voorlichtingsbureau MVO; vetgehalte van verkrijgbare A-merken, 7% 29. Figuur 18: Gemiddelde vetzuursamenstelling van alle A-merken margarines en halvarines voor op brood (n=28) Palmolie 14% Halvarine % Margarine % Figuur 19: Het aandeel margarine, halvarine ten opzichte van alle smeerbare vetten (exclusief roomboter) in de retail per jaar (Bron: Nielsen) vetten, cakes en gistdegen die worden geproduceerd met zachtere (minder verzadigde) margarines en functionele oliën met een betere vetzuursamenstelling die worden toegevoegd in de recepten. Halvarines en margarines voor op brood De margarine-industrie heeft voor de oprichting van de Task Force al vele inspanningen verricht die bijdragen aan een betere vetzuursamenstelling. Sinds 23 bestaat de markt van halvarines en margarines al uit een breed assortiment smeersels voor op brood variërend in vetgehalte en met een goede vetzuursamenstellingen. In alle margarines, halvarines en bak- en braadproducten was de hoeveelheid transvetzuren medio jaren negentig al teruggebracht tot het gunstige gehalte van maximaal 1 gram per 1 gram, en was de hoeveelheid verzadigde vetzuren flink gereduceerd. Onderstaande figuur laat ter illustratie de vetzuursamenstelling per 1 gram product zien van de huidige A-merken margarine(producten) (met 4% tot 8% vet) en halvarine(producten) (met minder dan 4% vet) die op de markt zijn. De vetzuursamenstelling van zowel de margarineproducten als halvarineproducten is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd, wat verklaard kan worden door het feit dat deze producten in 23 al een gunstige vetzuursamenstelling hadden. De diversiteit van het assortiment komt dan ook overeen met 23 en omvat margarines met 8% vet, margarineproducten 7%, 6% en 42% vet en halvarines met 4% vet en halvarineproducten met 38%, 35% vet. Daarnaast zijn er in 29 net als in 23 enkele lightproducten (2% of 25% vet) op de markt. In 29 vallen alle halvarines voor op brood (A-merken) in de bij voorkeur categorie van het Voedingscentrum, dat wil zeggen dat ze minder dan 16 gram verzadigd vet per 1 gram product bevatten. Hoewel het aanbod en de vetzuursamenstelling van margarines en halvarines voor op brood niet substantieel is veranderd, is in de periode 23 tot 29 het aandeel halvarines op de Nederlandse markt ten opzichte van alle smeerbare vetten (excl. roomboter) gestegen van 66% tot 74%, ten koste van het aandeel margarines. De totale markt van margarines en halvarines voor op brood is iets gestegen in 29 t.o.v. 23. Bak- en braadproducten Sinds eind jaren negentig is het assortiment bak- en braadproducten uitgebreid met vloeibare margarine en bak- en braadproducten rijk aan onverzadigde vetzuren en arm aan verzadigde vetzuren. De vetzuursamenstelling van vloeibare margarine en bak- en braadproducten is gedurende de afgelopen jaren niet veel veranderd. Het reeds gunstige transvetzuurgehalte is voor zowel de vloeibare als de vaste varianten gelijk gebleven met het percentage van 1% transvetzuren op het totaal vetgehalte van het product (zie tabel 1). Het gehalte verzadigde vetzuren van vaste margarines en bak- en braadproducten is gedaald met 5% op vetbasis en het gehalte onverzadigde vetzuren is toegenomen met 5% op vetbasis (zie tabel 1). Naast een kleine verandering in de vetzuursamenstelling van bak- en braadproducten, heeft de grootste verandering de afgelopen jaren plaatsgevonden door het vergroten Tabel 1: Gemiddelde vetzuursamenstelling van vaste en vloeibare margarines en bak- en braadproducten in de retail (21, 29) Jaar 23* 29** Vloeibaar Transvetzuren % 1 1 Verzadigde vetzuren % Onverzadigde vetzuren % Vast Transvetzuren % 1 1 Verzadigde vetzuren % 45 4 Onverzadigde vetzuren % *Bron: Voedingswaardekaart Voorlichtingsbureau MVO, 21 **Bron: Voedingswaardekaart Voorlichtingsbureau MVO, Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 59

32 ,6 43,9 1,5 54, Figuur 23 2: Het aandeel 24 vloeibare 25 margarine 26 en 27 bak- en 28 braadproducten 29 ten opzichte van alle margarine en bak- en braadproducten (exclusief oliën) in de retail per jaar (Bron: Nielsen) tons % trans roomboter* 4 Pakje vloeibare olijfolie* zonnebloemolie* 1 1 margarine** margarine** roomboter* Pakje vloeibare olijfolie* zonnebloemolie* Warenautoriteit (VWA) voert regelmatig een onderzoek margarine** margarine** uit naar het gebruik van 65,5 vetten binnen deze branche vet Transvet Enkelvoudig onverzadigd vet *Bron: Nevo-tabel, 29 Meervoudig Uit laatste onverzadigd onderzoeksresultaten vet 65,5 (28) van de VWA % op vetbasis Transvet Verzadigd vet %**Voorlichtingsbureau op vetbasis MVO; gemiddelde Transvet waarden Verzadigd vet in de vetzuursamenstelling van A-merken, 54,329 53, 51,6 4 6 blijkt dat 56% van de bedrijven in de fastservice-sector 42, 51,6 33,5 5,3 31,1 vloeibaar 31 frituurvet gebruikt; een 32,2 stijging 3,4 van 23% ten 5 48,4 46,8 29,3 3,1 29,9 42, 32,8 3 Figuur 21: Vetzuursamenstelling van roomboter, pakje margarine 41,4 opzichte van de eerste meting van de VWA van medio 4(wikkel), vloeibare margarine, olijfolie en zonnebloemolie. 32,8 34,8 1,63,4,63,7 43,9 1,3 transvet 5,8 47,9 van het verzadigd aandeel vetvloeibare onverzadigd margarine vet en bak-en braadproducten ten opzichte van de vaste varianten. Het aandeel 54,3 verzadigd 56, vet onverzadigd 54,4 55,4 vet van de vloeibare 56, margarine en bak- en braadproducten 54,3 44,8 54,4 55,4 44,4 43,3 43,8 op de Nederlandse markt is in de periode 23 tot 29 44,4 43,3 44,8 43,8 verdubbeld van 22% naar 44% (zie figuur 2). De doelstelling van het productschap MVO om te komen tot een aandeel vloeibare margarine en bak- en braadproducten van minimaal 4% in de retail in 21, zoals vastgesteld in 25, is hiermee ruimschoots behaald. 1,3 Frituurvetten in de horeca Dat in de fastservice-sector het gebruik van vloeibaar frituurvet de afgelopen jaren continue is gestegen blijkt uit cijfers van het Productschap MVO over het aandeel vloeibaar frituurvet in de horeca. Hieruit blijkt dat het aandeel vloeibare transvetfrituurvetten verzadigd vet in de horeca mede dankzij de campagne transvet Verantwoord verzadigd Frituren vet de afgelopen tijd verder is gestegen naar 78% in 29 (zie tabel 11). Ook zijn er aanwijzingen dat het aantal gebruikers van vloeibaar frituurvet in de fastservice-sector (cafetaria s en fastfoodrestaurants) -de doelgroep van de campagne Verantwoord Frituren- nog steeds stijgt. De Voedsel en 24 (zie tabel 12). 4,6,7,8,8 23/4,5 1,325 1,326,727,828, transvet 5,8 47,9 3/ Tabel 11: Het aandeel vloeibare 3586 en vaste frituurvetten in de horeca ten opzichte van alle frituurvetten 3586 in de horeca per jaar Jaar Aandeel Vloeibaar (%) 24* ** / /4 25 *Bron: 26MVO, 27 24; **Bron: 28 MVO, Aandeel Vast (%) % % % 5 4 % % 22% % 25% % 29% 33% 33% % ufa 38% 38% Vloeibaar % Vloeibaar % 44% 41% 44% 6 41% Vloeibare margarines en bak- en braadproducten kenmerken zich door het hoge gehalte aan onverzadigde vetzuren en een laag gehalte aan verzadigde vetzuren, vergelijkbaar met dat van een olie. Deze producten zijn hierdoor een gezonder alternatief voor een pakje margarine of roomboter (zie figuur 21). % ufa % safa % 7 trans % safa Tabel 12: Aantal gebruikers frituurvetten in de fastservice-sector (24 en 29) transvet verzadigd vet Jaar Aantal gebruikers Vloeibaar (%) 24* ** Aantal gebruikers Vast (%) *Bron: VWA, 25; ** Bron: VWA, 29: meting geschied in 28 Ook de vetzuursamenstellingen van zowel vloeibaar als vast frituurvet zijn de afgelopen jaren verbeterd. Uit de gegevens van de VWA afkomstig uit 24 en 28 blijkt dat bij zowel vast als vloeibaar frituurvet het gehalte aan onverzadigde vetzuren is gestegen ten koste van het gehalte aan verzadigde en transvetzuren (zie tabel 13) / Tabel 13: Gemiddelde vetzuursamenstelling frituurvetten vast en frituurvetten vloeibaar in de fastservice-sector (24 en 28)* Jaar * 28** 65,5 Vloeibaar Transvetzuren % 51,6 1 42, Verzadigde vetzuren % 3 26 Onverzadigde 32,8 vetzuren % Vast Transvetzuren % ,4 1,6 Verzadigde vetzuren % % TFA % Onverzadigde SFA vetzuren % UFA % *Bron: VWA, 25; meting geschied in 24 ** Bron: VWA, 29: meting geschied in 28 Conform de afspraken in de MVO Code of Practice voor vaste frituurvetten in de horeca is te veronderstellen dat ook na 28 de vetzuursamenstelling van vaste frituurvetten nog verder is verbeterd. Het transvetzuurgehalte van vaste frituurvetten in de horeca is sinds dit jaar maximaal 15%, en zal de komende jaren nog verder teruggebracht worden tot een maximum van 5%. In zijn totaliteit betekent de combinatie van een lager aandeel vast frituurvet en verbeterde vetzuursamenstellingen, dat de hoeveelheid verzadigde vetzuren in een % ufa % safa frituurvet bestemd voor de horeca gemiddeld is gedaald 1 met 7% en de hoeveelheid transvetzuren met 9%. De 9 hoeveelheid 28 onverzadigde vetzuren is gestegen met 16% Frituurvetten in de retail 6 Het aandeel vloeibare frituurvetten 85in de Nederlandse retail 5 % is in de periode 23 tot 29 gestegen van 65% tot 4 87% (zie 67onderstaande figuur). MVO had zich ten doel gesteld 3 dat het aandeel vloeibare frituurvetten in de retail zou 2groeien tot 9%. Hoewel 4 een sterke stijging van het aandeel 1 heeft plaatsgevonden van 22% is het helaas net niet gelukt de 4 ambitieuze 1 doelstelling 1 van 9% te halen. De vetzuursamenstelling roomboter* Pakje van vloeibare frituurvetten olijfolie* was margarine** margarine** al gunstig en is tussen 23 en 29 niet veel veranderd. Daarentegen is de vetzuursamenstelling van vaste frituurvetten in de retail wel drastisch verbeterd. Terwijl het gehalte transvetzuren in 23 nog lag op een gemiddelde van 1% op vetbasis is dit in 29 gereduceerd tot 2% op vetbasis ,1 9 87% 1 85% 1 82% 9 % SFA % UFA 8 7,8 79% 87% 6 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 27,3 2,8 2,3 2, 1,9 1,7 4,4 76% 85% Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling ,9 3,2 72% 2,3 2,5 82% % % % 72% 76% 79% 82% 85% % trans zonnebloemolie* 87% Figuur 22: Het aandeel vloeibare frituurvetten ten opzichte van alle frituurvetten in de retail per jaar (Bron: Nielsen)

33 Tabel 14: Gemiddelde vetzuursamenstelling van vaste en vloeibare frituurvetten in de retail (23, 29) Jaar 23* 29** Vloeibaar Transvetzuren % 1 1 Verzadigde vetzuren % Onverzadigde vetzuren % Vast Transvetzuren % 1 2 Verzadigde vetzuren % Onverzadigde vetzuren % *Bron: Nevo, 21; **Bron: Nevo, 29 Door de sterke stijging van het aandeel vloeibare frituurvetten in de retail en daarbij de verbeterde vetzuursamenstelling van vaste frituurvetten in de retail is het verzadigd-vetzuurgehalte van de totale markt van frituurvetten in de retail gedaald van 25% in 23 naar 18% in 29. Het transvetzuurgehalte is gedaald van 4% in 23 tot 1% in 29. Conclusie De afgelopen jaren laten een verbetering van de vetzuursamenstelling van MVO-producten zien. Het gemiddelde gehalte transvetzuren van plantaardige oliën en vetten die in bewerkte vorm toegepast worden in levensmiddelen afgenomen van 3,4% naar 1% op vetbasis. Ook het gehalte verzadigde vetzuren is afgenomen van 3,7% naar 27,3% op vetbasis. Bij margarines in de Nederlandse ambachtelijke markt blijkt dat het transvetzuurgehalte is teruggedrongen van 1 gram/1 gram in 24 naar gemiddeld 1 gram/ 1 gram product. Ook is er de afgelopen jaren veel bereikt door de inzet van de margarine-industrie. De doelstelling van MVO zoals vastgesteld in 25, om het aandeel vloeibare margarine en vloeibare bak- en braadproducten in de retail te verhogen tot minimaal 4% in 21, is ruimschoots behaald. Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) De Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) heeft de afgelopen 15 jaar actief gewerkt aan de verbetering van de vetzuursamenstelling van haar aardappelproducten. De toetreding in 22/23 tot de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft dit proces een extra impuls gegeven. Door de frituurvetfabrikanten is de afgelopen decennia hard gewerkt aan een assortiment van frituurvetten met een betere vetzuursamenstelling. Bij zowel vast als vloeibaar frituurvet is het gehalte aan onverzadigde vetzuren gestegen ten koste van het gehalte aan verzadigde en transvetzuren. Mede dankzij de campagne Verantwoord Frituren is het gebruik van vloeibare frituurvetten in de horeca sterk toegenomen en is het aandeel gestegen van 51% in 24 tot 78% in 29. Het aandeel vloeibare frituurvetten in de Nederlandse retail is in de periode 23 tot 29 gestegen met 22%. De MVO-sector is tevreden met de behaalde resultaten en heeft hiermee de belangrijkste doelen zoals vooraf vastgesteld behaald. 62 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 63

34 Achtergrondinformatie branche VAVI is de brancheorganisatie voor de Nederlandse bedrijven van voorgebakken, gekoelde en diepgevroren aardappelproducten. In 24 was 85% van de voorgebakken, gekoelde en diepgevroren aardappelproducten op de Nederlandse markt afkomstig van de VAVI bedrijven. Doelen Al bij toetreding van VAVI tot de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling was er op het vlak van de reductie van transvetzuren een mooie stap gemaakt. Na 22 hebben de VAVI-leden zich binnen de Task Force opnieuw ingezet voor een betere vetzuursamenstelling en zich ten doel gesteld een verdere reductie van transvetzuren te realiseren. Verder had VAVI het streven om het gehalte van verzadigde vetzuren verder te reduceren. Activiteiten Het streven naar een verdere reductie van verzadigdeen transvetzuren heeft o.a. geleid tot aanpassingen in grondstoffen en tot ontwikkeling van nieuwe producten. Verder zijn concreet de volgende activiteiten ondernomen: Op bijvoorbeeld verpakkingen, in brochures en op websites heeft VAVI informatie en advies gegeven over producten, bereidingswijzen en te gebruiken frituuroliën. VAVI heeft de campagne Verantwoord Frituren gesteund en is een enthousiaste promoter van deze campagne. VAVI heeft onderzocht d.m.v. een haalbaarheidsstudie wat de mogelijke %-reductie van verzadigde vetzuren binnen de productieprocessen van de VAVI-leden van de VAVI was. VAVI heeft aanbevelingen gegeven voor het gebruik van betere frituurvetten voor bereiding thuis en in food service. Producten en/of bereidingswijzen die leiden tot verlaging van de inname van vet zijn aangeboden en gepromoot door VAVI. Dit kunnen producten zijn die minder vet bevatten en/of producten die geen tweede frituurbereiding nodig hebben zoals producten voor bereiding in de huishoudoven, combisteamer, heteluchtoven, impinger. VAVI heeft met het implementeren van verbeterde productiemethoden en verbeterde efficiency de totale hoeveelheid vet op voorgebakken producten laten dalen. VAVI heeft een groter aanbod gerealiseerd van producten die, als ze uit de fabriek komen, niet zijn voorgebakken en geen vet bevatten. VAVI heeft producten ontwikkeld die na eindbereiding in de friteuse minder vet bevatten dan vergelijkbare gefrituurde producten. Dit leidt tot minder transvetzuren en verzadigde vetzuren. Resultaten Om inzichtelijk te maken wat er met de inspanningen is bereikt aan verlaging van verzadigd vet en transvet heeft de VAVI steeds jaarlijkse gemonitord. Bij deze monitoring gaat het om de absolute hoeveelheid vet die de VAVI bedrijven via hun producten op de Nederlandse markt afzetten. Deze hoeveelheid vet wordt daarbij opgedeeld in onverzadigd vet, verzadigd vet en transvet. Deze monitoring betreft grotendeels voorgebakken aardappelproducten (gekoeld en diepvries). De meeste van deze producten, maar ook de meeste niet voorgebakken producten (gekoeld en diepvries) vereisen na verkoop nog een tweede bereiding voordat ze geconsumeerd kunnen worden: frituren/bakken door de consument thuis, in een cafetaria of in een restaurant. De tweede bereiding van aardappelproducten is in belangrijke mate Om ook inzicht te krijgen in dit laatste heeft de VAVI haar monitoringsactiviteiten uitgebreidt met gegevens op eindproductniveau. Dit is een belangrijke stap voor de Task Force om te kunnen toetsen of de doelstelling van de Task Force van 21 gehaald worden. Resultaten op productniveau zoals verkocht door VAVI leden In tabel 15 zijn de gegevens opgenomen zoals door het VAVI secretariaat samengesteld op basis van de input van haar leden. Het betreft dus de absolute hoeveelheid vet die de VAVI bedrijven via hun producten hebben afgezet op de Nederlandse markt. Als zodanig geven deze cijfers weer wat de directe inspanning van de VAVI is geweest om de eigen vetten aan te passen en of te verlagen. Tabel 15: Totale hoeveelheid vet in VAVI producten op de Nederlandse markt Jaar Frituurvet totaal in metric tonnen Waarvan Transvet in metric tonnen Waarvan Verzadigd in metric tonnen / Waarvan Onverzadigd in metric tonnen Tussen 1998 en 23 is het gehalte transvetzuren flink gedaald en het gehalte onverzadigd vet gestegen. De verklaring voor deze cijfers ligt in het feit dat de 6 industrie in die periode op 54,3 grote 53,schaal is gestopt met 5,3 het gebruik 5 48,4 46,8 van gedeeltelijk geharde frituurvetten. 41,4 Triggers 4hiervoor waren het toenemend besef dat transvetten niet goed zijn voor de gezondheid en de situatie 3 in Denemarken. Verzadigd vet Transvet Enkelvoudig onverzadigd vet % op vetbasis Meervoudig onverzadigd vet % op vetbasis Transvet Verzadigd vet % op vetbasis Transvet Verzadigd vet ,5 31,1 31 bepalend voor de vetzuursamenstelling van het gecon sumeerde aardappelproduct en dus voor de inname van verzadigd vet en transvet uit aardappelproducten door de 5 34,8 4,6 2 Nederlandse bevolking. 25 3,4 3,7 1 27,3 1 2,8 32,2 2,3 3,4 2, 29,3 3,1 29,9 1, ,9 1, ,1 7,8 4,4 3,2 2,3 2,5 tons transvet Tussen 23 en 29 zijn de volgende verbeteringen in vetzuursamenstelling waar te nemen: ruim 5% reductie van transvetzuren (qua samenstelling daalt het gehalte transvetzuren van 1,5% naar 65, ,8%). 51,6 5 16% toename van onverzadigde vetzuren (qua samenstelling stijgt het gehalte onverzadigde vetzuren van 42, 4 32,8 43,9% naar 55,4%). 3 26% reductie van verzadigde vetzuren (qua samenstelling daalt het gehalte verzadigde vetzuren van 54,6% 2 1 6,4 naar 43,8%). Momenteel is (ongeharde) palmolie het meest gebruikte frituurmedium. Ook zijn er producten, productranges en soms hele product assortimenten die geproduceerd worden met plantaardige oliën met een gunstigere vetzuursamenstelling dan palmolie Resultaten op eindproductniveau, de totale Nederlandse markt De VAVI heeft ook een inschatting gemaakt van de vetzuursamenstelling van bewerkte aardappelproducten zoals deze uiteindelijk gegeten worden door de consument. Concreet heeft de VAVI berekend wat de vetzuursamenstelling is van alle gekoelde en diepvries verzadigd vet / Figuur 23: Absolute hoeveelheden transvet en verzadigd vet per jaar in door VAVI voorgebakken, gekoelde en diepvries producten. 1,6 % TFA % SFA % UFA 64 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling

35 % van het totaal vetgehalte ,9 52,5 35,6 54,6 43,9 transvet 5,8 47,9 verzadigd vet onverzadigd vet 1,5 1,3 1,3,7,8, / Figuur 24: Percentages transvet, verzadigd vet en onverzadigd vet per jaar op vetbasis in door VAVI voorgebakken, gekoelde en diepvries producten. tons aardappelproducten op de Nederlandse markt na transvet verzadigd vet bereiding. Dit is op de volgende manier gedaan: Voor deze berekening zijn meer producten meegenomen dan waar deze monitoring standaard betrekking op heeft. De producten die extra zijn meegenomen 3586 zijn de producten die door de industrie niet zijn voorgebakken en de producten gemaakt door niet VAVI leden. Bij 1165 eindbereiding, in geval van frituren of bak&braad, wordt er vet toegevoegd. Voor de samenstelling van deze vetten zijn we uitgegaan van de monitorgegevens / van MVO. Een ander fenomeen waar rekening mee gehouden is bij eindbereiding is dat het gewicht van het product afneemt door verdamping van water ,4 Om uit te kunnen rekenen wat de gemiddelde vetzuursamenstelling is op eindproductniveau is de volgende rekenmethode toegepast: ,5 De totale markt is opgesplitst in food service en retail en vervolgens zijn beide verder opgesplitst 51,6in een aantal product categorieën. 42, Voor iedere categorie is het 32,8 absolute marktvolume aangegeven in tonnen. Vervolgens is elke categorie beschouwd als 1 grote portie. Indien voorgebakken dan is dit gedaan in olie 54,3 43,3 56, 44,8 54,4 43,8 55, ,4 1, % , 9 22% 32,8 25% ,5 33% 29% 51,6 % TFA % SFA % UFA Figuur 25: De vetzuursamenstelling van een gemiddeld bereid aardappelproduct. met de gemiddelde VAVI samenstelling. Eindbereiding is vervolgens gedaan met frituurvet of bak&braad vet met de gemiddelde MVO samenstelling. 1 Uiteindelijk resulteert dit in een gemiddelde vetzuursamenstelling op eindproductniveau 9 28 op basis van wat er in totaliteit aan aardappelproducten 8 op de markt is gebracht. Al zegt deze vetzuursamenstelling 7 niet 59 zoveel over de vetzuursamenstelling 6 van een individueel geconsumeerd aardappelproduct, 5deze berekening geeft wel % een goed beeld van de gemiddelde 4 inname per hoofd 67 van de bevolking uit bereide aardappelproducten. De 3 individuele inname van hoeveelheid en soort vet uit aardappelproducten hangt af van de individuele keuzes die een persoon maakt. In de eerste plaats gaat het om de 4 keuze voor het type aardappelproduct roomboter* en daarbinnen Pakje kan nog eens gekozen worden voor verschillende margarine** types oliën en vetten om in te bereiden met verschillen in vetzuursamenstelling. De resultaten van deze berekening leiden tot de volgende conclusies over de vetzuursamenstelling van een gemiddeld bereid aardappelproduct tussen 23 en 29 (zie figuur 25): 1 Hoeveelheid aardappelproduct en hoeveelheid vet is % ufa 38% 41% % safa Vloeibaar % 44% vloeibare margarine** olijfolie* % trans zonnebloemolie* tussen 23 en 29 vrijwel gelijk gebleven. Het gehalte trans vet in totaal vet is gedaald van 6,4% naar 1,6%. Het gehalte verzadigd vet in totaal vet is gedaald van 42% naar 32,8%. Het gehalte onverzadigd vet in totaal vet is gestegen van 51,6% naar 65,5% Aanvullend op figuur 25 kunnen we het volgende opmerken: De gemiddelde situatie is in de retail beter dan in de food service. De oorzaak hiervan ligt in de eerste plaats bij de gemiddeld betere samenstelling van het retail frituurvet. De verbetering ten opzichte van 23 is groter in de food service dan in de retail. Dit heeft er mee te maken dat de food service situatie in 23 niet zo goed was. Er was veel ruimte voor verbetering. Met name qua transvetzuren. Hier is een grote slag gemaakt en Verantwoord Frituren heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Qua gemiddelde inname per hoofd van de bevolking in 29 blijkt dat de gemiddelde consument na bereiding 11,7 kg aardappelproducten (gekoeld en diepvries) consumeert. Daarvan zijn 8,2 kilogram frites na bereiding, 1,35 kilogram vet, waarvan,44 kilogram verzadigde vetzuren en,2 kilogram transvetzuren. Conclusie Het aanbod van voorgebakken aardappelproducten met een verbeterde vetzuursamenstelling is de afgelopen jaren vergroot. Het gemiddelde gehalte aan verzadigd vet is gedaald van 55% op vetbasis in 23 naar 44% in 29. Het gemiddelde transvetzuurgehalte van voorgebakken aardappelproducten is in dezelfde periode gedaald van 1,5% naar,8% op vetbasis. Na eindbereiding door de consument of horecaondernemer bevat een gefrituurd aardappelproduct in 29 gemiddeld 1,6% transvetzuren op vetbasis, vergeleken met 6,4% in 23. Het verzadigd-vetgehalte in het vet van een gefrituurd aardappelproduct is gedaald van 42% in 23 naar 33% in 29. 6,4 1,6 9 87% 85% 82% % TFA % SFA % UFA 8 79% 76% 72% 7 66 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 65% Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling

36 Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) en Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) De Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) en de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) zijn al vanaf de start van de Task Force (23) actief betrokken en hebben zich de afgelopen jaren sterk ingezet voor de verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste inspanningen en resultaten van de industriële bakkerijsector. Achtergrondinformatie branche De Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) behartigt de belangen van producenten van de productgroepen fijne bakkerswaren, chocolade, zoetwaren en hartige versnaperingen. VBZ voert ook het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB). De NVB vertegenwoordigt de Nederlandse middelgrote en grote (brood)bakkerijondernemingen. Deze beide verenigingen vertegenwoordigen tezamen de industriële bakkerij- en zoetwarensector. Het bevorderen van een maatschappelijk verantwoord ondernemersklimaat staat centraal in de missie van VBZ/ NVB. Het stimuleren van gezonde innovatie bij de circa 2 aangesloten bedrijven is daarbij een belangrijke peiler. VBZ/NVB heeft de afgelopen jaren haar leden actief gestimuleerd om de vetzuursamenstelling van producten te verbeteren. Verder is de bakkerijsector ook betrokken bij andere maatschappelijke ontwikkelingen waarbij de volksgezondheid centraal staat en ook de hoeveelheid vet in een product (uitgedrukt in grammen of per portie) een rol kan spelen, bijvoorbeeld in de discussie rondom overgewicht. In deze rapportage wordt hier echter niet verder op ingegaan, aangezien het doel van de Task Force zich uitsluitend richt op verbetering van de vetzuursamenstelling. Verreweg het merendeel van bakkerijproducten worden op basis van plantaardige vetten en oliën gemaakt. Daarnaast bieden bakkerijen ook specifieke roomboterproducten aan. De Task Force richt zich op plantaardig vet en derhalve zijn voor deze rapportage alleen de resultaten op basis van plantaardig vet of mengsels van plantaardig en een klein percentage dierlijk vet meegenomen. Het is van belang om te benadrukken dat door de bakkerijsector ook producten met een zeer lage hoeveelheid en/of voornamelijk onverzadigd vet worden geproduceerd, zoals brood, ontbijtkoek, eierkoeken, crackers, beschuit, toast. Vanwege het doel van de Task Force heeft VBZ/NVB ervoor gekozen om deze producten niet mee te nemen in deze jaarrapportage. Indien een totaaloordeel zou moeten worden gegeven over alle bakkerijproducten zouden deze gegevens uiteraard wel moeten worden meegewogen. Activiteiten Project Gezonde vetzuren in de bakkerij In opdracht van VBZ/NVB heeft TNO Kwaliteit van Leven het onderzoek Gezonde vetzuren in de bakkerij uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was de aangesloten leden te ondersteunen bij het reduceren van het gehalte aan verzadigd vet met 33% in koek- en banketproducten op basis van plantaardige oliën en vetten, met behoud van kwaliteit. Deze haalbaarheidstudie heeft betrekking op 7 productcategorieën: cake, harde wafels, zachte wafels, zandgebak, crème en korst- & gistdeegproducten. In 27 zijn de eerste 3 fasen van het project afgerond: mogelijke oplossingsrichtingen zijn door middel van een literatuurstudie bepaald, deze zijn getest op de voorbeeldrecepturen en tenslotte zijn de bevindingen getoetst in een breder scala aan recepturen. In 28 is een vervolgtraject ingezet voor de daadwerkelijke toepassing van het onderzoek in de praktijk. VBZ bedrijven hebben zich ingeschreven voor het aangeboden clusterproject om de resultaten van het onderzoek op individuele basis met ondersteuning van TNO toe te passen. In 29 zijn de resultaten beschikbaar gesteld aan alle leden. Omdat reductie van verzadigd vet in bakkerijproducten gebaseerd op korstdeeg en gistdeeg (croissants) naar aanleiding van het onderzoek nog niet voldoende kon worden gerealiseerd, is vervolgonderzoek gedaan door TNO. In 21 kon het onderzoek uiteindelijk naar tevredenheid worden afgerond. 68 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 69

37 Communicatie Behalve het concreet aanbieden van hulpmiddelen om de vetzuursamenstelling in producten te verbeteren, stimuleert VBZ haar leden ook om deze hulpmiddelen te gebruiken of op een andere manier bij te dragen aan de verbetering van de vetzuursamenstelling van producten. Daartoe is tijdens meerdere VBZ/NVB bijeenkomsten aandacht besteed aan dit onderwerp. VBZ/NVB heeft ook regelmatig via nieuwsbrieven, werkgroepen, ledenvergaderingen, ledencontacten, extranet/website (met o.a. een uitgebreid ondernemersportal) en publicaties aandacht gevraagd voor het onderwerp vetzuren en haar leden gestimuleerd om een bijdrage te leveren aan de gezamenlijke doelen. In 29 heeft de bakkerijsector een Road Tour georganiseerd voor bakkerijen en klanten over diverse gezondheidsthema s, waaronder de vetzuursamenstelling. Dossierinformatie is via diverse kanalen beschikbaar gesteld, o.a. via het Nederlands Bakkerij Centrum in Wageningen. VBZ/NVB heeft haar leden niet alleen gestimuleerd om de vetzuursamenstelling te verbeteren, maar ook om de communicatie over de voedingswaarde van producten naar de consument te verbeteren door gebruik te maken van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn systematiek (zie Declaratie van verzadigd vet maakt onderdeel uit van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn. Verder heeft VBZ/NVB haar leden en andere branchegenoten opgeroepen deel te nemen aan de databank SpecsPlaza als onderdeel van BakkerijPlaza. Specsplaza is een efficiënte manier om ingrediënteninformatie (waaronder samenstelling en voedingswaarden) binnen de bakkerijketen uit te wisselen. Ook is VBZ/NVB actief betrokken geweest bij de verdere uitvoering van het plan van aanpak van het Convenant Overgewicht/Gezond Gewicht in FNLI verband als convenantpartner. VBZ/NVB heeft haar leden tevens geadviseerd om innovaties waar mogelijk ook op andere manieren dan middels reclame of verpakkingsinformatie te communiceren. Bijvoorbeeld door het weergeven van innovaties op de website in het zichtboek van de FNLI en in de brochure Langer en vitaal genieten; ook een kwestie van gezond gedrag van Studiecentrum Snacks en Zoetwaren. Deze brochure is vooral gericht op de retail en is te downloaden via VBZ/NVB heeft een grote achterban van fabrikanten die voornamelijk producten onder private label produceren. In de communicatie naar de bedrijven is geen specifiek onderscheid gemaakt tussen merk- en private label. Echter, bij private label producten kunnen receptuurwijzigingen alleen met instemming van de afnemer, die merkeigenaar is, worden doorgevoerd. De producent moet zich gedurende de looptijd van een contract houden aan de overeengekomen specificaties. Om innovaties bij met name private label producten mogelijk te maken, is een goede samenwerking tussen producent en retailer wenselijk c.q. noodzakelijk. Een aspect is bijvoorbeeld in hoeverre additieven kunnen worden ingezet; dit moet ook passen in het beleid van afnemers. Over de samenwerking tussen retail- en bakkerijbranche zijn reeds afspraken gemaakt. Samenwerking in de keten Waar mogelijk zijn andere partijen ook bij het proces betrokken om een bijdrage te leveren aan het beter mogelijk maken van een gezondere samenstelling van producten. Daartoe heeft VBZ onder andere overleg met het Centraal Bureau Levensmiddelendetailhandel (CBL). Ook de samenwerking met de toeleverende industrie heeft de aandacht gehad. Op 4 maart 21 is in samenwerking met FrieslandCampina Kievit, Food Valley, Nizo, Oost NV en Syntens, een symposium productinnovatie Lekkere bakkerijproducten, verantwoord vet georganiseerd. Dit symposium richtte zich op de hele keten, van toeleverancier tot retail. Op dit symposium zijn enkele innovaties de revue gepasseerd. Het doel was om de diverse ketenpartijen met elkaar in contact te brengen en innovatie te stimuleren. Ter bekrachtiging is een publicatie n.a.v. dit symposium uitgegeven. Kritische succesfactoren VBZ/NVB probeert doorlopend inzicht te verkrijgen in de belangrijkste knelpunten en kritische succesfactoren die bedrijven ervaren bij verbetering van de vetzuursamenstelling en het op de markt brengen van deze innovaties. Recepturen en werkwijzen zijn zeer divers en vragen per product om een specifieke aanpak, waarbij producttesten afhankelijk kunnen zijn van seizoensomstandigheden. Behoud van productkwaliteit blijft een technologisch grote uitdaging. Een andere belemmering is dat er onvoldoende vetten beschikbaar zijn met een gezondere vetzuursamenstelling. Een nauwe samenwerking met de olie- en vetverwerkende industrie is daarom nodig. Hier gaan ook investeringen mee gepaard en daarnaast kosten dergelijke processen veel tijd. Een belangrijk aspect zijn de moeilijkheden die gepaard gaan met herformulering (aanpassing van bestaande producten). Bij de ontwikkeling van een nieuw product, met een verantwoorde vetzuursamenstelling, is er nog geen verwachting van de consument over de sensorische eigenschappen van een product en is de kans op acceptatie groter. Echter herformulering blijkt in de praktijk zeer lastig te zijn, omdat de consument een bepaalde verwachting heeft. Veel banket- en koekproducten zijn traditionele producten met traditionele recepturen. In de praktijk blijkt dat een verandering van de vetzuursamenstelling consequenties kan hebben voor de sensorische eigenschappen van een product. Op basis van reacties van de bedrijven lijkt het er sterk op dat de vraag in Nederland naar producten met een verbeterde vetzuursamenstelling nog steeds niet heel concreet speelt. De markt kenmerkt zich in belangrijke name door concurrentie op prijs, waarbij behoud van kwaliteit uiteraard een belangrijke rol speelt. Over de wijze waarop geherformuleerde producten en nieuwe producten gepositioneerd zouden moeten worden, zal nog veel gesproken worden. Bakkerijproducten zijn ten slotte bij uitstek producten die inspelen op genieten, smaak en emotie. Een ander aandachtspunt is de internationale context die veel invloed heeft op de Nederlandse situatie. Vrijwel alle leden van VBZ exporteren en/of worden binnen het concern internationaal aangestuurd. De producten worden voor meerdere landen en afnemers gemaakt. In andere landen wordt aan verlaging van het verzadigd-vetgehalte een andere prioriteit of invulling gegeven; er is wel vraag naar producten met weinig transvet. Fabrikanten geven ook aan dat de wetgeving de communicatie over verbeteringen niet altijd toelaat en dat het gat tussen de toegestane claims en de daadwerkelijke verbeteringen te groot is. Aansluitend ziet VBZ/NVB de besluitvorming rondom de voedingsprofielen (als gevolg van EG-verordening 1924/26 (Claimsverordening) als een enorme bedreiging voor het verbeteren van de vetzuursamenstelling. De voedingsprofielen stellen eisen aan de samenstelling van producten om een claim te mogen gebruiken. De levensmiddelenindustrie pleit ervoor om het gebruik van claims en communicatie over productverbetering in alle productcategorieën mogelijk te blijven houden. Bovendien moet een consument, om een bewuste keuze te kunnen maken, goed geïnformeerd 7 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 71

38 worden en goede communicatiemogelijkheden zijn dan onontbeerlijk. Op het moment van het maken van deze rapportage is nog niet bekend of de voedingsprofielen dermate restrictief zullen worden dat de hele productcategorie bakkerswaren geen mogelijkheden meer krijgt om gezonde innovaties te communiceren. Investeringen kunnen derhalve niet of nauwelijks worden terugverdiend. Als gevolg hiervan zal het bedrijfsleven naar verwachting de prioriteit leggen bij innoveren op smaak. Voor de volksgezondheid en de doelen van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is dit een zorgelijke ontwikkeling. Resultaten VBZ/NVB heeft jaarlijks productgegevens verzameld op basis van vragenlijsten die aan leden zijn toegezonden, websites van fabrikanten en verpakkingen. Gegevens van andere onderzoeken, zoals van de Voedsel en Waren autoriteit (VWA) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), zijn niet verwerkt in deze rapportage. In tabellen 16 tot en met 2 zijn de resultaten van de monitoring van 23 tot 29 weergegeven per productgroep. In tabel 21 is de vetzuursamenstelling van de bakkerijproducten van tabel 16 tot en met 2 cumulatief weergegeven. De monitoringsgegevens zijn berekend naar de volgende percentages: verzadigd vet t.o.v. totaal vet transvet t.o.v. totaal vet som van beiden t.o.v. totaal vet Deze percentages zeggen daadwerkelijk iets over de vetzuursamenstelling en de resultaten. Tabel 16: Vetzuursamenstelling biscuitproducten: aandeel verzadigd en transvet t.o.v. totaal vet Jaar Verzadigd vet tov totaal vet (%) Transvet tov totaal vet (%) 23 33,8 2,1 53,9 24, 25 54,8 4,1 58, , 2,9 61, ,1 3,7 57, , 1,1 46, ,4 1 44,5 Som verzadigd + transvet tov totaal vet (%) Tabel 17: Vetzuursamenstelling zandgebak/ boterdeegproducten: aandeel verzadigd en transvet t.o.v. totaal vet Jaar Verzadigd vet tov totaal vet (%) Transvet tov totaal vet (%) 23 41, 14,4 55,4 24, 25 49,7 3,6 53, ,7 2,8 56, ,1 2,8 54, ,4 2, 49, ,4 2 46,6 Som verzadigd + transvet tov totaal vet (%) Tabel 18: Vetzuursamenstelling cakedeegproducten: aandeel verzadigd en transvet t.o.v. totaal vet Jaar Verzadigd vet tov totaal vet (%) Transvet tov totaal vet (%) 23 36,4 17,6 54, 24, 25 4,2 1,7 51, 26 47,9 5,8 53, ,9 1,6 57, ,1,7 49, ,8 1 48,1 Som verzadigd + transvet tov totaal vet (%) Tabel 19: Vetzuursamenstelling wafels: aandeel verzadigd en transvet t.o.v. totaal vet Jaar Verzadigd vet tov totaal vet (%) Transvet tov totaal vet (%) 23 5,4 3,7 81,1 24,25 55,6 15,8 71,4 26 6,1 5,7 65,8 27 5,2 3,8 54, ,4 4,9 52, ,4 6 55, Som verzadigd + transvet tov totaal vet (%) Tabel 2: Vetzuursamenstelling korstdeeg-/gistdeegproducten: aandeel verzadigd en transvet t.o.v. totaal vet Jaar Verzadigd vet tov totaal vet (%) Transvet tov totaal vet (%) 23 45,4 7,4 52,8 24, 25 51,1 4,8 55,9 26 5,7 4,8 55, ,8 4,1 56, ,9 2,6 55,5 29 5, 2 52,2 Som verzadigd + transvet tov totaal vet (%) Tabel 21: Vetzuursamenstelling bakkerijproducten totaal: aandeel verzadigd en transvet t.o.v. totaal vet Jaar Verzadigd vet tov totaal vet (%) Transvet tov totaal vet (%) 23 41,4 18,1 59,5 24, 25 5,3 7,8 58, ,3 4,4 58, , 3,2 56, ,4 2,3 5, ,8 2,5 49,3 Som verzadigd + transvet tov totaal vet (%) De volgende opmerkingen zijn bij de tabellen te maken: 1. Op basis van voortschrijdend inzicht is in de loop van de Task Force periode gekozen voor een rapportage met een andere productgroepindeling. Sommige producten zijn bijvoorbeeld bij nader inzien ondergebracht bij een andere hoofdgroep, waardoor de gegevens niet volledig vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren. In de eindrapportage hebben we deze verschillen getracht zoveel mogelijk te minimaliseren. 2. Uit de jaarlijkse monitoring blijkt dat de verschillende vetgehaltes binnen één productcategorie enorm uiteenlopen vanwege de zeer grote diversiteit aan koek-/ banketproducten. De bandbreedte (minimum - maximum) wordt dus niet zozeer bepaald door de mate van innovatie en productverbetering, maar meer door bijvoorbeeld de verschillende soorten biscuits en recepturen binnen de categorie biscuit. Hoe meer productgegevens beschikbaar kwamen, hoe groter de verschillen duidelijk werden. 3. Ten opzichte van de beginperiode van de Task Force is de respons toegenomen, maar blijft gezien de enorme diversiteit aan bakkerijproducten relatief laag. De representativiteit van de monitoringsgegevens van de jaren voor 29 kan worden teruggevonden in voorgaande rapportages. Voor 29 geldt dat de resultaten zijn gebaseerd op gegevens van in totaal zo n 2 producten. De representativiteit van de gegevens voor de categorie wafels is betrekkelijk laag (n=7 in 29). 4. De vetzuursamenstelling zoals weergegeven in de grafieken, is de samenstelling van het eindproduct, inclusief vullingen en/of coatings. Deze vetzuursamenstelling is afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van een vulling of coating, de soort vulling en de hoeveelheid. Bij producten die een vulling met vet bevatten, zal de vetzuursamenstelling en de hoeveelheid vet in het eindproduct beïnvloed worden door de vulling. Dit is bijvoorbeeld het geval bij gebruik van chocolade-, kaas- of roomvullingen. Bij vetvrije 72 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 73

39 vullingen, zoals fruitvullingen, zal de hoeveelheid vet in verhouding afnemen, maar heeft de vulling verder geen invloed op de vetzuursamenstelling. Het is lastig om in te schatten of er verbeteringen zijn gerealiseerd bij producten met vetrijke vullingen. Deze producten zijn wel meegenomen in de monitoring. 5. De gemiddelden mogen niet worden beschouwd als gewogen gemiddelden, omdat het niet haalbaar was een goede relatie te leggen met verkoop- en consumptiehoeveelheden. Een belangrijk resultaat is dat bedrijven het gehalte transvetzuren in hun producten de afgelopen jaren zeer drastisch hebben verlaagd. Dit gehalte is bij alle categorieën gemiddeld minder dan 1 gram per 1 gram eindproduct. Gemiddeld is het gehalte transvet t.o.v. totaal vet in 29 t.o.v. 23 gedaald met 86% (bakkerijproducten totaal, tabel 21). Het verzadigd-vetgehalte is ten opzichte van 23 iets toegenomen. Om de functionele product- en proceseigenschappen te behouden is verlaging van transvet namelijk gepaard gegaan met een stijging van het verzadigd-vetgehalte. Toch kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de laatste jaren ook het verzadigd-vetgehalte lijkt te dalen (vanaf 26 is deze daling ingezet). Belangrijk is ook dat de som van verzadigd en transvet in de periode van 23 tot 29 niet is toegenomen, maar gedaald met 17% (29 t.o.v. 23). Voor alle productcategorieën geldt dat het percentage verzadigd vet ten opzichte van het totale vetgehalte lager is dan 5%. Het gehalte verzadigd vet in de productcategorie biscuit is slechts 44%. Een belangrijke subgroep uit deze categorie zijn de zogenoemde verantwoorde tussendoortjes. In deze subcategorie is veel geïnvesteerd onder andere ter verbetering van de totale voedingswaarde en de vetzuursamenstelling. Project Gezonde vetzuren in de bakkerij Uit het onderzoek van TNO Kwaliteit van Leven Gezonde vetzuren in de bakkerij bleek dat voor de productgroepen cake, harde wafels, zachte wafels, zandgebak en crème TNO oplossingen had om het gehalte verzadigd vet met 33% te verlagen. Hiermee was de doelstelling van het project voor deze productgroepen gehaald. De groep producten waarbij het verbeteren van de vetzuursamenstelling het meest complex is gebleken, is de groep korst- en gistdeegproducten. Het productieproces vergt een grote hardheid van het vet, met de juiste smelteigenschappen. Daarom heeft VBZ/NVB in 29 aan TNO opdracht gegeven om een vervolgonderzoek te starten om de doelstelling van 33% minder verzadigd vet ook in de productcategorieën korst- en croissantdeeg te realiseren. Inmiddels zijn ook voor deze groepen oplossingen aangereikt, en kan het verzadigd-vetgehalte in deze zogenaamde toerdegen met 3% worden gereduceerd. Het onderzoek is in 21 afgerond. Conclusie De afgelopen jaren laat een verbetering van de vetzuursamenstelling van bakkerijproducten zien. Het gehalte transvet is sterk gedaald en nog maar zeer minimaal. Dit ging gepaard met een stijging van het gehalte verzadigd vet enige jaren geleden, maar ook hierover kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de trend naar verlaging zich voortzet. In technologisch opzicht zijn er zeker stappen voorwaarts gezet. De productontwikkeling, commerciële vertaalslag en acceptatie bij de consument vergt meer tijd. Aangezien productontwikkeling, zowel op grondstofniveau als op eindproductniveau, nog volop gaande is, verwacht VBZ/NVB dat verdere productverbeteringen mogelijk zijn. VBZ/NVB zal zich daarom ook de komende jaren actief inspannen voor de verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van bakkerijproducten. Samenwerking in de keten van grondstof tot consument, waarbij ook duurzaamheid een steeds belangrijker criterium zal moeten zijn, is hierbij cruciaal. 74 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 75

40 Effect Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling op inname van verzadigd vet en transvetzuren Geschat effect van door de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling gerealiseerde herformuleringen op jongvolwassenen. Naast de reguliere monitoring van de bereikte resultaten op productniveau tussen 23 en 21 heeft de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling het afgelopen jaar nauw samengewerkt met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en RIKILT (Instituut voor Voedselveiligheid, Wageningen UR) om samen in kaart te brengen wat de Task Force met haar productinnovaties heeft bereikt aan verlaging van de inname van transvetzuren en verzadigde vetzuren sinds de oprichting in 23. Het RIKILT en het RIVM, partners in het overheidsgesubsidieerde project Herformulering levensmiddelen, gebruikten daar waar mogelijk de beschikbare monitoringsgegevens van de Task Force om de inname van vet en vetzuren in 23 en 29 te berekenen. In dit hoofdstuk worden de eerste conceptresultaten van dit deelonderzoek beschreven. Doelstelling van het onderzoek van het RIVM en het RIKILT was om het effect te schatten van de via de Task Force geherformuleerde voedingsmiddelen op de inname van verzadigd vet en transvet in 23 en 29 van de Nederlandse bevolking. Voor de cijfers over de inname van producten is gebruik gemaakt van de gegevens van de Voedselconsumptiepeiling (VCP) uit 23 bij jongvolwassenen. De VCP bevat gegevens over hoeveel er van een bepaald product op een dag is gegeten door de gemiddelde Nederlander. Deze gegevens zijn gebruikt als basis voor de berekening van de inname van verzadigd vet en transvet in zowel 23 als in 29. Voor de vetzuursamenstelling van de producten vóór herformulering in 23 werd gebruik gemaakt van de NEVO-tabel 21. De vetzuursamenstelling van de producten na herformulering in 29 werd zoveel mogelijk bepaald op basis van de monitoringsgegevens van de Task Force, en waar nodig aangevuld met de meest recente NEVO-tabel 29 online. De vetzuursamenstelling van de overige producten die niet onder het werkgebied van de Task Force vielen werden als ongewijzigd beschouwd. Om die reden is voor zowel de berekening van de inname van 23 als 29 voor deze producten gerekend met de NEVO-tabel 21. Uit de eerste conceptresultaten van het huidig onderzoek blijkt dat herformulering van de producten van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft bijgedragen aan een significante verlaging van de inname van transvetzuren. De geschatte inname daalde van 1 energieprocent in 23 naar,8 energieprocent in 29. De geherformuleerde producten van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling hadden slechts een klein en niet-significant effect op de inname van verzadigd vet: de gemiddelde inname daalt van 12,9 en% in 23 naar 12,8 en% in 29. De inname van onverzadigd vet is de afgelopen tien jaar nauwelijks veranderd van 18,3 en% in 23 naar 18,2 en% in 29. Dit geldt zowel voor de inname van meervoudig als voor de inname van enkelvoudig onverzadigd vet. Ook de geschatte inname van totaal vet is in 29 niet veranderd ten opzichte van 23. De productgroepen van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling droegen in 23 en 29 voor 34% bij aan de totale inname van verzadigd vet. Voor transvetzuren droegen de productgroepen van de Task Force voor 43% bij in 23, en voor 3% aan de inname in 29. Deze conceptresultaten moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. In het onderzoek konden niet alle monitoringsdata van de Task Force worden meegenomen, o.a. doordat in de VCP 23 niet alle producten door jongvolwassenen werden gegeten of omdat de monitoringsdata niet altijd de gehele vetzuursamenstelling betroffen inclusief de hoeveelheid onverzadigd vet. Belangrijk hierbij is dat de VCP 23 is uitgevoerd bij een beperkte groep jongvolwassenen en in het najaar, een periode die kenmerkend is voor een relatief grote afzet van seizoensproducten binnen het segment koek en gebak. Tot slot is er in de opzet van dit onderzoek beperkt rekening gehouden met eventuele verschillen in keuze van consumenten voor producten met een betere vetzuursamenstelling tussen 23 en 29. Dit verdient aandacht in vervolgonderzoek. De verwachting is dat begin 211 dit deelonderzoek van het project Herformulering levensmiddelen wordt afgerond en de definitieve resultaten beschikbaar komen. De resultaten zullen dan aangeboden worden voor publicatie in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift. Conclusie De verbeteringen in vetzuursamenstelling in producten van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling hebben volgens de eerste conceptresultaten van het RIVM en het RIKILT bijgedragen aan een significant lagere inname van transvetzuren en een kleine, niet significante, daling in de inname van verzadigd vet. De gemiddelde geschatte inname van transvetzuren ligt momenteel op,8 energieprocent en ligt daarmee onder de maximale bovengrens van 1 energieprocent. De geschatte bijdrage van de productgroepen van de Task Force aan de inname van transvetzuren is bovendien gedaald. De geschatte inname van verzadigd vet is in 29 met 12,8 energieprocent nog wel steeds hoger dan aanbevolen. De producten van de Task Force dragen momenteel voor circa 1/3 bij aan de totale inname van trans- en verzadigd vet in de voeding, en zijn daarmee niet (meer) de grootste leveranciers in de dagelijkse voeding. 76 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 77

41 Conclusie en aanbevelingen De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft door gebruik van gezonde vetten de vetzuursamenstelling van een groot palet aan producten tussen 23 en 21 aanzienlijk verbeterd. De hoeveelheid industriële transvetzuren is de afgelopen jaren substantieel gedaald tot zeer lage niveaus in alle aangesloten branches van de Task Force. Ook met het verlagen van de hoeveelheid verzadigde vetzuren is een goede start gemaakt. De Task Force heeft de afgelopen zeven jaar gewerkt aan een verbetering van de vetzuursamenstelling van voedingsmiddelen met daarin plantaardige oliën en vetten als ingrediënt. De Task Force is in 23 gestart als Task Force Transvetzuren, en is formeel in 25 opgericht onder de naam Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Belangrijkste activiteiten van de Task Force betroffen het stimuleren van innovaties, informatievoorziening over producten met een gunstige vetzuursamenstelling en jaarlijkse monitoring van de resultaten. Door het jaarlijks publiceren van deze monitoringsresultaten lieten de verschillende sectorpartijen in de Task Force ook tussentijds zien belangrijke vooruitgang te boeken ten aanzien van verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding en om hiermee invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid. De Task Force heeft met deze inspanningen de doelstellingen zoals vastgesteld in 25 behaald. Doel van de Task Force was het verlagen van de hoeveelheid transvetzuren tot een inname van maximaal 1 energieprocent transvetzuren, en een bijdrage te leveren aan de doelstelling van de overheid om de inname van verzadigd vet te verlagen. Uit eerste resultaten van het RIVM in samenwerking met het RIKILT blijkt dat de de gemiddelde inname van transvetzuren in 29 door de inspanningen van de Task Force lager is dan de doelstelling van 1 energieprocent. Bovendien is de bijdrage van de Task Force-leden aan de totale inname van transvetzuren fors gedaald. Hiermee zijn de aangesloten branches van de Task Force anno 21 niet meer de grootste leveranciers van transvetzuren. De gemiddelde inname van verzadigd vet is door inspanningen van de Task Force licht, maar niet significant, gedaald. Herformulering van producten bleek de afgelopen jaren niet altijd even gemakkelijk, met name doordat de consumentenvraag naar producten met een betere vetzuursamenstelling achterblijft bij de wens van de industrie om te innoveren. Dit komt in eerste instantie doordat verandering van de vetzuursamenstelling consequenties kan hebben op prijs en/of de sensorische eigenschappen van een product. De markt kenmerkt zich momenteel in belangrijke mate door concurrentie op prijs en kwaliteit, en nauwelijks op het gebruik van gezondere ingrediënten waaronder vetten. Daarnaast kan de voedingsmiddelenindustrie als gevolg van de Claimsverordening slechts in beperkte mate communiceren over productverbeteringen naar de consument. Om innovaties op het gebied van verbetering van de vetzuursamenstelling te stimuleren is het noodzakelijk dat ook in de toekomst dit aan de consument kenbaar gemaakt kan (blijven) worden. Tot slot heeft ook de internationale context waarin de leden van de Task Force opereren veel invloed op de Nederlandse situatie. In de landen buiten Nederland stijgt weliswaar de vraag naar producten met weinig transvetzuren, maar is nog nauwelijks vraag naar producten met minder verzadigd vet. Voor verdere verbetering van de vetzuursamenstelling in de voeding zal dan ook meer aandacht moeten zijn voor het stimuleren van de consumentenvraag naar producten met een betere vetzuursamenstelling. Zowel de Task Force als het bijbehorende bedrijfsleven zijn tevreden met de resultaten zoals weergegeven in deze eindrapportage. De Task Force laat met deze monitoringsrapportage duidelijk zien dat de afgelopen jaren via zelfregulering, in goed partnerschap met het Ministerie van VWS en het Voedingscentrum, veel is bereikt en dat het bedrijfsleven invulling heeft gegeven aan zijn verantwoordelijkheid om betere vetten toe te passen in voedingsmiddelen. De Task Force heeft met deze inspanning een grote bijdrage geleverd aan het bereiken van de doelen van de Nederlandse overheid. De Task Force is met haar aanpak een goed voorbeeld voor veel andere Europese landen, waar de weg van zelfregulering vaak minder vanzelfsprekend is en waar vaker wetgeving wordt ingezet als instrument ter beperking van o.a. de hoeveelheid transvetzuren in de voeding. De Task Force onderstreept het belang van een totale verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding, en niet alleen maar een verlaging van transvetzuren. De resultaten van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling laten zien dat de hoeveelheid industriële transvetzuren in levensmiddelen inmiddels zeer laag is, resulterend in een gemiddelde transvetzuurinname die ligt onder de aanbeveling van 1 energieprocent. Door het initiatief te nemen voor zelfregulering kon de industrie op haar manier werken aan de gezondere vetzuursamenstelling van een product, rekening houdend met functionele (waaronder smaak, houdbaarheid en gewenste consistentie) en praktische aspecten (waaronder prijs en beschikbaarheid van grondstoffen). De Task Force is er trots op dat zelfregulering heeft gewerkt om de hoeveelheid industriële transvetzuren in producten drastisch terug te brengen en de totale vetzuursamenstelling van producten verder te verbeteren omwille van een goede volksgezondheid. Hiermee komt formeel een einde aan het Manifest dat in 25 is aangeboden aan de minister van VWS. De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling adviseert de Nederlandse overheid om de aanpak van zelfregulering in de toekomst te stimuleren en te ondersteunen om hiermee bij te dragen aan een betere voeding ten behoeve van de gezondheid van de Nederlandse én Europese bevolking. De Task Force is van mening dat met de huidige betrokken sectoren de afgelopen jaren heel veel is bereikt aan verbetering van de vetzuursamenstelling. De gemiddelde inname van transvetzuren ligt dankzij inspanningen van de Task Force inmiddels onder de maximale aanbeveling. Om de vetzuursamenstelling van de voeding mogelijk nog verder te verbeteren zullen in de toekomst ook sectoren buiten de Task Force hun bijdrage moeten leveren. De eerste signalen voor wat betreft het verbreden van draagvlak en de activiteiten naar andere branches, producenten en aanbieders, omwille van een verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding, zijn positief en de Task Force kijkt dan ook met vertrouwen uit naar de toekomst. 78 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 Eindrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 21 79

42 Colofon Redactie: Productschap MVO, Janneke van der Bijl Ontwerp en opmaak: Borren, Beusichem Drukwerk: Libertas, Bunnik 8

VEranTwoord. Voor meer informatie: Redactieadres: Postbus 3095-2280 GB Rijswijk info@vetzuursamenstelling.nl www.vetzuursamenstelling.

VEranTwoord. Voor meer informatie: Redactieadres: Postbus 3095-2280 GB Rijswijk info@vetzuursamenstelling.nl www.vetzuursamenstelling. Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten Voor meer informatie: Redactieadres: Postbus 395-228 GB Rijswijk info@vetzuursamenstelling.nl www.vetzuursamenstelling.nl VEranTwoord Betere vetzuursamenstelling

Nadere informatie

Betere vetzuursamenstelling in producten met plantaardige oliën en vetten

Betere vetzuursamenstelling in producten met plantaardige oliën en vetten Betere vetzuursamenstelling in producten met plantaardige oliën en vetten Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 23-21 De Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft tussen 23 en 21 door zelfregulering

Nadere informatie

Transvetzuurgehalte in chips verlaagd

Transvetzuurgehalte in chips verlaagd Transvetzuurgehalte in chips verlaagd Projectnummer: ZD 04 K102 Datum: maart 2006 1 Samenvatting Het streven van de Minister van VWS is dat in 2010 meer mensen eten volgens de Richtlijnen Goede Voeding

Nadere informatie

Voor op brood (kuipjes 41 % totaal vet) Voor op brood (kuipjes > 41 % vet) Twenty Four Brio Light Becel pro.activ Calorie Light

Voor op brood (kuipjes 41 % totaal vet) Voor op brood (kuipjes > 41 % vet) Twenty Four Brio Light Becel pro.activ Calorie Light INFOKAART n van margarine-, halvarine- en bak- en braadproducten December 2016 - Het assortiment margarineproducten wordt steeds groter en sluit steeds beter aan op de wensen en eisen van de consument.

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca (3)

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca (3) Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca (3) Voedsel en Waren Autoriteit Afdeling Signalering en Ontwikkeling Regio Zuid (Deel)projectnummer: ZD06D230 Thema Voeding & Gezondheid December

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting Voedsel en Waren Autoriteit, Projectnummer: ZD05K101 September 2005 1 Samenvatting Eén van de beleidsdoelstellingen van de minister van

Nadere informatie

natuurlijke oorsprong

natuurlijke oorsprong PALMOLIE Palmolie is de meest gebruikte plantaardige olie in de wereld en een belangrijke bron van vetten in onze voeding. Palmolie is een ingrediënt in margarines, koekjes en ijs, maar ook in non-food

Nadere informatie

Vetzuursamenstelling van bakkerijmargarines in Nederland in 2008

Vetzuursamenstelling van bakkerijmargarines in Nederland in 2008 Voedingsmiddelenanalyses van de Afdeling Humane Voeding Deel 15 Vetzuursamenstelling van bakkerijmargarines in Nederland in 2008 Paul JM Hulshof, Truus Kosmeyer Maart 2009 Afdeling Humane Voeding Wageningen

Nadere informatie

Kies gezond vet! Wetenschap en praktijk! Gerard Hornstra,"

Kies gezond vet! Wetenschap en praktijk! Gerard Hornstra, Kies gezond vet! Wetenschap en praktijk! Gerard Hornstra," emeritus hoogleraar " Experimentele Voedingskunde" Universiteit Maastricht" " Voorzitter MVO stuurgroep" Kies gezond vet! Kies gezond vet!! Vet

Nadere informatie

Jaarrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 2008

Jaarrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 2008 www.vetzuursamenstelling.nl redactieadres: info@vetzuursamenstelling.nl Postbus 3095-2280 GB Rijswijk Jaarrapportage Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling 2008 1 Jaarrapportage Task Force Verantwoorde

Nadere informatie

Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book

Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE E-book WAT IS VET? VET IS EEN VOEDINGSSTOF DIE ZIT IN BIJVOORBEELD HALVARINE, OLIE, VLEES, KAAS EN IN KOEK, SNACKS EN SAUZEN. VET IS ALTIJD EEN MENGSEL VAN VETZUREN.

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Vetten zijn gezond en noodzakelijk laat je niets wijsmaken Vet heeft een slecht imago en dat is vreemd omdat vet noodzakelijk is en zeker niet alleen maar slecht is en het het is niet iets wat je zoveel

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

RESULTATEN 2013 61% 53% 30%

RESULTATEN 2013 61% 53% 30% RESULTATEN 53% 3% 61% 1% : de norm in 215 DUURZAME PALMOLIE IN Het aandeel duurzame verwerkt door de Nederlandse voedingsmiddelen in is 61%. Hiermee laat dit rapport opnieuw een groei in het aandeel duurzame

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Auteurs: Erik Konings, Joke Sens, Linda van Rooij-van den Bos, Martin Kooijman. Voedsel en Waren Autoriteit / Keuringsdienst van Waren, regio Zuid

Nadere informatie

NBOV: Gebruik margarine en roomboter in de bakkerssector

NBOV: Gebruik margarine en roomboter in de bakkerssector www.vetzuursamenstelling.nl NBOV: Gebruik margarine en roomboter in de bakkerssector De NBOV heeft een enquête uitgevoerd om te onderzoeken of bakkers gebruik maken van roomboter of margarine in 6 verschillende

Nadere informatie

Jaarresultaat en plan van aanpak

Jaarresultaat en plan van aanpak Jaarresultaat en plan van aanpak Januari 2008 Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten Vereniging voor de Aardappelverwerkende industrie (VAVI) Activiteiten 2007 Vanaf eind jaren negentig heeft de aardappelverwerkende

Nadere informatie

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips Vetten 1 Onderwerpen Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips 2 Wat zijn vetten? Vetten zijn naast eiwitten en koolhydraten, een van de drie

Nadere informatie

Oliën en vetten kies gezond en lekker

Oliën en vetten kies gezond en lekker Meer weten? Op www.vettefeiten.nl vind je nog veel meer informatie over de rol van oliën en vetten in ons dagelijks leven. Volg ons ook op twitter: @MVOvettefeiten Contact MVO - de ketenorganisatie voor

Nadere informatie

BE Nanoregistry Annual Public Report

BE Nanoregistry Annual Public Report 1 BE Nanoregistry Annual Public Report Carine Gorrebeeck FPS Health, Food Chain Safety & Environment 2 WHY? The objectives of the registry (a.o.): - Traceability: allow competent authorities to intervene

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Koninklijke Horeca Nederland (KHN)

JAARVERSLAG. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) AAN : Deelnemers Netwerk HP VAN : Secretariaat Netwerk HP DATUM : 30 november 2012 ONDERWERP : Overzicht voortgang 2012 deelnemers Netwerk HP Inleiding Eind 2011 hebben diverse brancheorganisaties met

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor goede vetten

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor goede vetten E-learning module vetten en gezondheid Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor goede vetten Hoofdstuk 1 gaat over de rol van vetten in een gezond voedingspatroon. Na bestudering van dit hoofdstuk weet

Nadere informatie

Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012

Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012 Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding... 2 2. Olieleveranciers (Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (Vernof))... 4 3. Voedingsmiddelenindustrie

Nadere informatie

no.1 in Gezond Frituren

no.1 in Gezond Frituren no.1 in Gezond Frituren A healthy story Kan een nieuw product een bewezen succes zijn? Ja. Romi introduceerde als eerste Gezond Frituren en werd daarmee voortrekker van een succesvolle trend. Een trend

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 532 Voedingsbeleid Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

PRODUCTEN VOOR DE FOODSERVICE

PRODUCTEN VOOR DE FOODSERVICE Creative with oils & fats PRODUCTEN VOOR DE FOODSERVICE A.1. ONS GAMMA FRITUURVETTEN Product Omschrijving Kenmerken FRIBEL 4x2,5 kg en 12,5 kg Het goudgele uitzicht en de niet te evenaren smaak blijven

Nadere informatie

De vetzuursamenstelling van producten hartige snacks - groot. Datum 8 april 2014

De vetzuursamenstelling van producten hartige snacks - groot. Datum 8 april 2014 De vetzuursamenstelling van producten hartige snacks - groot Datum 8 april 2014 De vetzuursamenstelling van producten hartige snacks (groot) 28 augustus 2013 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 Doel...

Nadere informatie

Bio-olie voor warmtekrachtkoppeling. Frank Bergmans

Bio-olie voor warmtekrachtkoppeling. Frank Bergmans Bio-olie voor warmtekrachtkoppeling Frank Bergmans Inhoud 1. Productschap MVO 2. Grondstoffen bio-olie 3. Wetgeving 4. Marktontwikkelingen Productschap Margarine, Vetten en Oliën 2 1 Productschap MVO Ketenorganisatie

Nadere informatie

Geïnspireerd door de natuur. Overgang naar pure zonnebloemolie voor Fact aardappelspecialiteiten No. 1

Geïnspireerd door de natuur. Overgang naar pure zonnebloemolie voor Fact aardappelspecialiteiten No. 1 Geïnspireerd door de natuur Overgang naar pure zonnebloemolie voor Fact aardappelspecialiteiten No. 1 Het eerste complete assortiment vriesverse aardappelspecialiteiten bereid met pure zonnebloemolie Onze

Nadere informatie

Vetten, sojaproducten en gezondheid van het hart Wat zegt de wetenschap?

Vetten, sojaproducten en gezondheid van het hart Wat zegt de wetenschap? Vetten, sojaproducten en gezondheid van het hart Wat zegt de wetenschap? Standpuntnota van de ENSA Scientific Advisory Committee Inleiding Sinds vele jaren erkennen wetenschappers de belangrijke rol die

Nadere informatie

Manifest Task Force Duurzame Palmolie

Manifest Task Force Duurzame Palmolie Manifest Task Force Duurzame Palmolie Initiatief ter stimulering van het gebruik van RSPO-gecertificeerde palmolie in Nederland November 2010 Rijswijk www.taskforceduurzamepalmolie.nl 1. Ambitie De Nederlandse

Nadere informatie

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager. Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager www.bpmo-academy.nl Wat is kwaliteitsmanagement? Kwaliteitsmanagement beoogt aan te sturen op het verbeteren van kwaliteit. Tevens houdt het zich bezig met het verbinden

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

MVO pleit voor een valide voedselkeuzelogo dat communiceert en stimuleert

MVO pleit voor een valide voedselkeuzelogo dat communiceert en stimuleert MVO pleit voor een valide voedselkeuzelogo dat communiceert en stimuleert Samenvatting MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten pleit voor een voedselkeuzelogo op de voorzijde van verpakkingen mits

Nadere informatie

Akkoord. Verbetering Productsamenstelling

Akkoord. Verbetering Productsamenstelling Akkoord Verbetering Productsamenstelling zout, verzadigd vet, suiker (calorieën) Gezondere producten 1 kiezen kan en moet makkelijker worden voor consumenten. Een gezond voedingspatroon is belangrijk voor

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Productschap Margarine, Vetten en Oliën Introductie Toepassingen biotech in food en feed Mondiale ontwikkeling ggo-gewassen Posities key stakeholders EU (overheid, retail, industrie, ngo s) Ggo en relatie met 1e generatie biobrandstoffen Toekomstige

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

Alcohol policy in Belgium: recent developments

Alcohol policy in Belgium: recent developments 1 Alcohol policy in Belgium: recent developments Kurt Doms, Head Drug Unit DG Health Care FPS Health, Food Chain Safety and Environment www.health.belgium.be/drugs Meeting Alcohol Policy Network 26th November

Nadere informatie

De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013

De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten 27 februari 2013 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Manifest Essentiële vetten voor kinderen

Manifest Essentiële vetten voor kinderen Manifest Essentiële vetten voor kinderen BF2532 Blue Band Manifest Brochure.indd 1 29-06-2010 11:16:39 Inhoudsopgave Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland... 4 Diëtisten Coöperatie Nederland en Nederlandse

Nadere informatie

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market Aim of this presentation Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market Energieleveranciers.nl (Energysuppliers.nl) Founded in 2004

Nadere informatie

Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen

Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen op de dagelijkse suikerinname in Nederland In het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP) hebben verschillende partijen afgesproken het

Nadere informatie

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in cafetaria s en snackbars, nummer 5

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in cafetaria s en snackbars, nummer 5 Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in cafetaria s en snackbars, nummer 5 Voedsel en Waren Autoriteit Afdeling Signalering en Ontwikkeling Regio Zuid (Deel)projectnummer: ZD08 1622 Thema Voeding

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Inhoud. Samenvatting... 4 Inleiding... 9 Doel...11 Werkwijze...12 Resultaten...16 Conclusies...22 Bijlagen 1, 2 en

Inhoud. Samenvatting... 4 Inleiding... 9 Doel...11 Werkwijze...12 Resultaten...16 Conclusies...22 Bijlagen 1, 2 en Pagina 2 van 35 Monitoring van het verzadigd vet- en zoutgehalte in levensmiddelen waarvoor afspraken zijn gemaakt in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling 2017 21 december 2017 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014 Process Mining and audit support within financial services KPMG IT Advisory 18 June 2014 Agenda INTRODUCTION APPROACH 3 CASE STUDIES LEASONS LEARNED 1 APPROACH Process Mining Approach Five step program

Nadere informatie

VAN WETENSCHAP CONSUMENT KATHELIJN VAN ELK VOEDINGSKUNDIGE, UNILEVER NEDERLAND. 3 december 2015

VAN WETENSCHAP CONSUMENT KATHELIJN VAN ELK VOEDINGSKUNDIGE, UNILEVER NEDERLAND. 3 december 2015 VAN WETENSCHAP CONSUMENT KATHELIJN VAN ELK VOEDINGSKUNDIGE, UNILEVER NEDERLAND 3 december 2015 WIE BEN IK? R&D Vlaardingen: India: Nederland: WAAR WERK IK? UNILEVER IS EEN WERELDWIJD OPEREREND BEDRIJF

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

UFS Productspecification

UFS Productspecification Page 1 of 5 Algemene informatie Description Becel 60% vet 120 x 20g e Exemption Flags Product Name Exempt from Artwork Exempt from NEP Reporting Country Becel Brand Name 60% vet Product Name Legal Description

Nadere informatie

VETGEHALTE IN MAGERE RUNDVLEESPRODUCTEN

VETGEHALTE IN MAGERE RUNDVLEESPRODUCTEN . VETGEHALTE IN MAGERE RUNDVLEESPRODUCTEN Voedsel en Waren Autoriteit Project nr: OT 04H002.11 April 2005 OT04H002.11 6-9-2005 Pagina 1 van 5 INHOUD SAMENVATTING...3 SUMMARY..3 TREFWOORDEN. 3 1. INLEIDING..4

Nadere informatie

Interaction Design for the Semantic Web

Interaction Design for the Semantic Web Interaction Design for the Semantic Web Lynda Hardman http://www.cwi.nl/~lynda/courses/usi08/ CWI, Semantic Media Interfaces Presentation of Google results: text 2 1 Presentation of Google results: image

Nadere informatie

MINDER SUIKER BETER VET UITDAGINGEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE

MINDER SUIKER BETER VET UITDAGINGEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE MINDER SUIKER BETER VET UITDAGINGEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE WIE IS FLANDERS FOOD? VZW 2005 Vlaamse voedingsbedrijven + Fevia Vlaanderen WAT IS ONZE MISSIE? Flanders FOOD ondersteunt en faciliteert competitieve,

Nadere informatie

POSITION PAPER VOEDSELKEUZELOGO S

POSITION PAPER VOEDSELKEUZELOGO S POSITION PAPER VOEDSELKEUZELOGO S CONSUMENTENBOND, 12 APRIL 2018 1 Wat wil de Consumentenbond? De Consumentenbond vindt het van groot belang dat er een duidelijke kleurcodering c.q. voedselkeuzelogo 1

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

VETTEN EN GEZONDHEID INGEBORG A BROUWER, PHD HOOGLERAAR VOEDING VOOR GEZOND LEVEN VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

VETTEN EN GEZONDHEID INGEBORG A BROUWER, PHD HOOGLERAAR VOEDING VOOR GEZOND LEVEN VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM VETTEN EN GEZONDHEID INGEBORG A BROUWER, PHD HOOGLERAAR VOEDING VOOR GEZOND LEVEN VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM ACHTERGROND Geregistreerd voedingswetenschapper: Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen

Nadere informatie

2010 Integrated reporting

2010 Integrated reporting 2010 Integrated reporting Source: Discussion Paper, IIRC, September 2011 1 20/80 2 Source: The International framework, IIRC, December 2013 3 Integrated reporting in eight questions Organizational

Nadere informatie

Productherformulering in Nederlandse zuivel

Productherformulering in Nederlandse zuivel Productherformulering in Nederlandse zuivel Bijdrage Nederlandse zuivelsector aan het Akkoord Verbetering Productsamenstelling Inleiding Zuivel speelt een belangrijke rol in een gezond voedingspatroon

Nadere informatie

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M.

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M. Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M. (Bert) Vrijhoef Take home messages: Voor toekomstbestendige chronische zorg zijn innovaties

Nadere informatie

UFS Productspecification

UFS Productspecification Page 1 of 5 Algemene informatie Description Becel Omega 3, 2,5kg e Product Name Country Becel Brand Name Omega 3 Product Name Legal Description Country product met 38% vet Descriptive Name Note Symbols/Logos

Nadere informatie

ARTIST. Petten 24 September 2012. www.ecn.nl More info: schoots@ecn.nl

ARTIST. Petten 24 September 2012. www.ecn.nl More info: schoots@ecn.nl ARTIST Assessment and Review Tool for Innovation Systems of Technologies Koen Schoots, Michiel Hekkenberg, Bert Daniëls, Ton van Dril Agentschap NL: Joost Koch, Dick Both Petten 24 September 2012 www.ecn.nl

Nadere informatie

CHROMA STANDAARDREEKS

CHROMA STANDAARDREEKS CHROMA STANDAARDREEKS Chroma-onderzoeken Een chroma geeft een beeld over de kwaliteit van bijvoorbeeld een bodem of compost. Een chroma bestaat uit 4 zones. Uit elke zone is een bepaald kwaliteitsaspect

Nadere informatie

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP

Nadere informatie

Monitoring verzadigd vetgehalte in levensmiddelen

Monitoring verzadigd vetgehalte in levensmiddelen Monitoring verzadigd vetgehalte in levensmiddelen Onderzoek van 414 levensmiddelen in 2015 Aanleiding De Nederlandse overheid streeft ernaar dat consumenten een bewuste keuze kunnen maken voor gezonder

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1 The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety De Rol van Gevarieerd Ontbijten en Consciëntieusheid in Angst

Nadere informatie

Belangrijkste bevindingen

Belangrijkste bevindingen A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Belangrijkste bevindingen Verandering in consumptie

Nadere informatie

rdr 4Y( ) MVO pleit voor een valide voedselkeuzelogo dat communiceert en stimuleert Doc. 52 Samenvatting MVO -

rdr 4Y( ) MVO pleit voor een valide voedselkeuzelogo dat communiceert en stimuleert Doc. 52 Samenvatting MVO - de communiceert en stimuleert MVO pleit voor een valide voedselkeuzelogo dat 4Y( ) 2719 EK Zoetermeer info@mvoni Louis Braillelaan 80 T 079 363 43 50 www.mvo.ni MVO - ketenorganisatie voor oliën en vetten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor vetten

Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor vetten Hoofdstuk 1 - Gezond eten met aandacht voor vetten Dit hoofdstuk bevat zeven vragen Hoofdstuk 1 gaat over het belang van een gezond voedingspatroon en de rol van vetten hierin. Na bestudering van dit hoofdstuk

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

NETWORK CHARTER. #ResourceEfficiency

NETWORK CHARTER. #ResourceEfficiency NETWORK CHARTER 1 WHAT IS THE EREK NETWORK? EREK stands for the European Resource Efficiency Knowledge Centre, a vibrant platform to enable and reinforce businesses and especially small and medium sized

Nadere informatie

Oordeel inzake Ketenafspraak inzake zout in hartige diepvriessnacks (ingediend door FNLI, CBL, AKSV)

Oordeel inzake Ketenafspraak inzake zout in hartige diepvriessnacks (ingediend door FNLI, CBL, AKSV) Wetenschappelijke Advies Commissie Productverbetering Oordeel inzake Ketenafspraak inzake zout in hartige diepvriessnacks (ingediend door FNLI, CBL, AKSV) Utrecht, 15 mei 2018 (laatst gewijzigd op 31 mei

Nadere informatie

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels) Staten-Generaal Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels) Subject: Sustainable Flemish SDI Nature: Mobilising, Steering Organisers:

Nadere informatie

Analyse innovatie van producten met het Vinkje

Analyse innovatie van producten met het Vinkje Analyse innovatie van producten met het Vinkje 28 april 216 Inleiding Stichting Ik Kies Bewust heeft twee doelstellingen: 1. producenten stimuleren gezondere producten te maken, en 2. consumenten helpen

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Wat zijn de nieuwe voedingsaanbevelingen vanuit de wetenschap? Prof. Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Voedingsonderzoek is moeilijk! Hoe komen Richtlijnen tot

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je

Nadere informatie

UFS Productspecification

UFS Productspecification Page 1 of 5 Algemene informatie Description Becel Dieet / Classic 2kg Product Name Country Becel Brand Name Dieet / Classic Product Name Legal Description Country Product met 60% vet Descriptive Name Note

Nadere informatie

Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015

Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015 Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 5 Palmolie wordt verwerkt in meer dan de helft van de producten die te koop zijn in de supermarkt. Daarmee is het de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld.

Nadere informatie

Internationaal Palmolie-inkoopbeleid

Internationaal Palmolie-inkoopbeleid Internationaal Palmolie-inkoopbeleid Stand: september 2015 Onze visie Eenvoud, verantwoord, betrouwbaar: al meer dan 100 jaar ligt koopmanschap ten grondslag aan het succes van ALDI NORD (hierna: ALDI).

Nadere informatie

Монгол page 1 and 2, Nederlands blz 3 en 4 English page 5 and 6. Jaarverslag / Auditor s report 2011

Монгол page 1 and 2, Nederlands blz 3 en 4 English page 5 and 6. Jaarverslag / Auditor s report 2011 Монгол page 1 and 2, Nederlands blz 3 en 4 English page 5 and 6 Jaarverslag / Auditor s report 2011 1 2 Het bestuur van de NGO All for Children heeft op 26 mei 2012 het volgende jaarverslag vastgesteld

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1992 Nr. 135

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1992 Nr. 135 10 (1986) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1992 Nr. 135 A. TITEL Briefwisseling tussen de Nederlandse en de Britse bevoegde autoriteiten ter uitvoering van artikel 36, derde

Nadere informatie

3.1 Inleiding 67 3.2 Suiker en suikers

3.1 Inleiding 67 3.2 Suiker en suikers INHOUD 13 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Definitie van vet 18 1.2.1 Structuur van vet 18 1.2.2 Vetzuurgroepen 19 1.2.3 Oorsprong van vet 23 1.3 Aanwezigheid van vet in levensmiddelen 24 1.3.1 Onverzadigde vetzuren

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

UFS Productspecification

UFS Productspecification Spec / Rev 66343966IS / 2 Page 1 of 5 Algemene informatie Description Bona Margarine 2kg e Product Name Country Legal Description Bona Brand Name Margarine Product Name Symbols/Logos Country margarine

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Laboratory report. Independent testing of material surfaces. Analysis of leaching substances in treated wood samples conform guide line EU 10/2011

Laboratory report. Independent testing of material surfaces. Analysis of leaching substances in treated wood samples conform guide line EU 10/2011 Independent testing of material surfaces Laboratory report Analysis of leaching substances in treated wood samples conform guide line EU 10/2011 Customer Wasziederij De Vesting BV Trasweg 12 5712 BB Someren-Eind

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie