De afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee,
|
|
- Julia Verbeke
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee, DOOR L. C. PREY, ( Kapitein der Infanterie. (Vervolg en slot van blz. 800.) A d 3. Zooals ook in het Wetsontwerp is toegelicht, is het moeilijk op de in dit punt gestelde vraag thans reeds een volledig antwoord te geven. In vele opzichten zal het verstandig zijn de ervaringen van dezen oorlog, volgens betrouwbare gegevens, af te wachten en eerst daarna het noodige vast te stellen. Toch betreft dit, naar onze meening, meestal de détails der uitvoering; de groote lijnen zijn wel degelijk te beoordeelen, ook zonder de hooger genoemde ervaringen af te wachten. Vangen wc hiertoe in het Noorden aan. Van de groote belangen van het voortdurende bezit over de te bouwen sluizen bij Wieringen zoowel bij een front maken naar de Oostals naar de westzijde, was ook de Staats-Commissie overtuigd. Op blz. ii van het Rapport dezer Commissie luidde het o. m.: Hieruit blijkt de noodzakelijkheid om de sluizen, zoowel tegen aan- vallen van de land-, als van de zeezijde te verdedigen en wel op zoo- danige wijze, dat niet alleen den vijand het gebruik daarvan ontzegd, maar dat gebruik ook ons gewaarborgd worde." Draagt men de verdediging daarvan op aan een te bouwen permanent werk, dan zal dit alléén niet in staat zijn die taak te vervullen. Het zou spoedig ingesloten zijn en dan moeten vallen. Er moet hier dus een krachtige positie worden gevormd, die niet ingesloten kan worden en dus ten allen tijde ondersteuning kan krijgen. Daartoe is evenwel de ontworpen afsluitdijk ten eenenmale ongeschikt: hierop wezen we reeds in den aanvang van deze beschouwingen. Voorts zal het voor het behoud van die positie van belang zijn, dat de toegangen te water t. w. Vliegat en Texelsche gat zéér goed worden verdedigd; versperringen en klein marinematerieel kunnen in dit opzicht zéér veel doen. De Staats-Commissie lichtte, ten aanzien van het bovenstaande het navolgende toe: Na voltooiing van den afsluitdijk en de inpolderingen zal het blijvend bezit van de provincie N. Holland uit een verdedigingsoogpunt van grootere waarde zijn dan onder de bestaande omstandigheden het geval 5»
2 8 5 6 is, terwijl die provincie dan tevens, méér dan thans, vanuit Friesland, zal bedreigd zijn. Om deze redenen zal de uitvoering van het werk f ook noodwendig, moeten leiden tot een uitbreiding van de tot ver- dediging dier landstreek thans beschikbare levende strijdkrachten." Met dezen eisch kunnen we ons ten volle vereenigen, maar we voegen daar nog aan toe, dat tevens noodig zal zijn een afdoende verbetering der St. v. d. Helder en een deugdelijke versperring van het Vliegat, aangezien dit de belangrijke toegangen zijn tot de sluizen bij Wieringen. Maar al zou dit alles tot stand zijn gebracht, dan nog achten we de kansen geenszins gunstig, omdat de ontworpen afsluitdijk noch bij een aanval uit het Oosten, noch bij een uit het Westen, langdurig te verdedigen is in verband met de daaraan verbonden, reeds vroeger aangeduide, bezwaren en voorts omdat de sluizen zelf, bij een aanval uit het Noorden te zéér bedreigd zijn gelegen Wat de voorzieningen aan de St v. Amsterdam betreft, deze wenschte de Staats-C'ommissie te beperken tot een doortrekken van het Oostfront, langs den westelijken dijk van de Z.W. inpoldering ongeveer van Edam tot nabij Monnikendam. Daartoe zouden forten moeten worden gebouwd, terwijl polders der Z.W. inpoldering dienden te kunnen worden geïnundeerd. Hiermede zal dus eenigermate zijn tegemoet gekomen aan het verlies in weerstandsvermogen, hetwelk dit frontdeel der St. v. A. bezat, als zijnde beschermd door de Zuiderzee. Dat evenwel de bedoelde voorzieningen belangrijke kosten zullen veroorzaken, behoeft geen betoog. Ten aanzien van den noordelijken vleugel der N.H.W.L. zegt de Staats-Commissie het volgende: Het bezit van Muiderberg zal voor den verdediger der St. v. Am- sterdam van zéér groote waarde zijn. In den bestaanden toestand is deze hoogte van de landzijde slechts aan te vallen over de smalle strook uiterwaarden, bekend onder den naam van de Maatlanden". terwijl een aanval te water niet moeilijk af te weren is. Door den meerdijk van de Z.O. inpoldering op Muiden te doen aanloopen, wordt Muiderberg ook van de Noordzijde aanvalbaar hetgeen vermeden moet worden. Dezelfde meerdijk nadert voorts het fort Pampus op zoo geringen afstand, dat dit met vrucht door landbatterijen beschoten zou kunnen worden. Om deze nadeelen zooveel mogelijk te voorkomen is het noodig den meerdijk zoodanig te ontwerpen dat: a. de aansluiting met den vasten wal niet Westelijker plaats vinde dan bij de Oostpunt van Muiderberg, b. de richting van hier zoodanig gekozen worde dat het punt van
3 857 den meerdijk hetwelk 5000 M. van de kerk van Muiderberg ligt, op minstens 5 K.M. van het fort Pampus verwijderd zij. Aan deze eischen zal zonder bezwaar kunnen worden voldaan, om- dat het buiten de indijking te brengen terrein bijna uitsluitend uit zandgrond bestaat." Uit deze beschouwingen zou men kunnen opmaken, dat daarbij niet onder de oogen is gezien de mogelijkheid om deelen der Zuidoostelijke inpoldering, gelegen ten Noorden van Naarden, onder water te zetten of dat men de noodzakelijkheid daarvan niet aanwezig acht. Immers het is niet aan te nemen, dat men voor den aanvoer van dat vijandelijk geschut alléén in aanmerking heeft gebracht den meerdijk van de Zuidoostelijke inpoldering. Van een inundatie, als bovenbedoeld, zou evenwel ook weinig te verwachten zijn, aangezien deze door den vijand zonder eenig bezwaar en zonder dat onzerzijds daartegen maatregelen kunnen worden genomen, zou zijn te overvoeren. Het peil toch van die polders zal zijn gelegen op 4.60, 5.50 en 6.30 A.P., terwijl het peil op het IJsselmeer dan vermoedelijk 0.40 A.P. of hooger zal zijn. Op die overvoerde inundatie kan de vijand dan op weinig diepgaande vaartuigen (daartoe speciaal geconstrueerd) geschut brengen tot achter den bedoelden meerdijk, nadat eerst zijn infanterie eveneens over de overvoerde inundatie naar dien dijk is aangevoerd en aldaar een beschermende stelling heeft ingenomen. We gaan n.l. van de veronderstelling uit, dat verkeer langs den dijk zelf d. w. z. van het N.O. naar het Z.W. is uitgesloten in verband met aanwezigheid van ons marinematerieel op het IJsselmeer. Of er dus een inundatie is gesteld in het Westelijk deel der Zuidoostelijke inpoldering of niet, het naderen tot den Westelijken dijk van die inpoldering blijft den aanvaller in ieder geval mogelijk. Heeft hij eenmaal een positie bezet, als hierboven geschetst, dan mag voorzeker de noordelijke vleugel der N.H.W.L. ernstig bedreigd heeten; een aanval op Muiden, krachtig met geschutvuur ondersteund, zal dan veel kans van slagen hebben. Die aansluiting iets ten Oosten van Muiderberg moet dan ook absoluut onvoldoende worden geacht, en de dan geschapen configuratie van het terrein wordt voor de N.H.W.L. een gevaar, waartegen noch door fortenbouw, noch door het stellen van inundatiën afdoende kan worden gewaakt. En zooals reeds hierboven werd aangeduid, dat gevaar wordt vergroot door de aanwezigheid van een belangrijk acces te water als het te maken Eemkanaal zal vormen, dat tot nabij Muiderberg toe doorloopt, dus eindigt op een afstand van nog geen 4 K.M. van Muiden. We willen thans trachten aan te geven hoe het afsluitings- en gedeeltelijke droogmakingsplan ware te verwezenlijken met gelijktijdige oplevering van groote voordeelen uit militair oogpunt en zonder mede-
4 8 5 8 brenging van de noodzakelijkheid om groote uitgaven te doen tot het scheppen van gunstiger voorwaarden voor de landsdefensie. In de eerste plaats dan zouden we wenschen, dat aan de noordzijde van het IJsselrneer méér wordt ingedijkt, dan volgens het plan der Staats-Commissie in het voornemen ligt. Er moet worden gevormd een breede strook gronds, welke Holland aan Friesland hecht. Op schets 2 is een en ander aangeduid. De afsluitdijk, waaraan wat afmetingen en weerstandsvermogen overigens dezelfde eischen moeten blijven gesteld, vormt dus de noordelijke begrenzing van het hier gelegen, in te polderen gebied. Na hetgeen hierboven is uiteengezet, behoeft de waarde van een aardrijkskundige gesteldheid als op schets 2 is aangegeven, geen verder betoog. Tusschen de noordwestelijke en noordoostelijke inpoldering blijft een kanaal uitgespaard, dat de verbinding vormt tusschen IJsselmeer en de' zee. De uitwateringssluizen zouden we gebouwd wenschen aan de zuidzijde van dat kanaal; zij liggen dan beschermd tegen aanvallen van uit zee en zijn tegen aanvallen van de landzijde gemakkelijker te verdedigen. Ook zonder den bouw van permanente versterkingen achten we die verdediging, zoowel tegen aanvallen uit het Westen als tegen zulke uit het Oosten, in verband met de defensieve kracht van het geschapen terrein, zeer goed uitvoerbaar. De spoorwegverbinding Holland Friesland zou eveneens aan het zuidelijk deel dat kanaal moeten overschrijden; die verbinding is dan de kortste en zij is ongetwijfeld veel veiliger gelegen, dan de ontworpen spoorwegverbinding langs den afsluitdijk. Op het tusschen de beide noordelijke inpolderingen uitgespaarde kanaal zullen eb en vloed zich doen gelden; de naar de zijde van dat kanaal gekeerde dijken zullen dus, ten noorden der uitwateringssluizen voldoende sterk moeten zijn om hooge vloedstanden te kunnen doorstaan. Aangezien de buitenwaterstanden in den regel veel hooger zullen zijn dan 0.40 A.P. (peil IJsselmeer) is de uitwatering der bedoelde inpolderingen gedacht naar het IJsselmeer, naar de Zuidzijde dus. Door de bovenbedoelde inpoldering zullen de havens van Workum en Hindeloopen worden afgesloten, behalve voor zeer kleine vaartuigen, die langs polder- en ringvaarten het IJsselmeer zullen kunnen blijven bereiken. Bij de verkaveling zou daar althans rekening mede kunnen worden gehouden. Overigens is het niet van veel beteekenis en zal de ligging aan de aan te leggen spoorlijn Sneek Stavoren Medemblik het gemis der vrachtvaart kunnen vergoeden. Met Harlingen staat de zaak eenigszins anders. Zoowel naar het oordeel der Zuiderzee-vereeniging als naar dat der Staats-Commissie zou het noodig zijn, eenerzijds met het oog op de beteekenis van die plaats als haven, anderzijds voor de afwatering van Frieslands boezem, een kanaal aan te leggen van Harlingen naar Piaam, uitmondende dus in het IJsselmeer. De beteekenis van Harlingen als haven voor de noorde-
5
6 859 lijke provinciën zetelt evenwel voornamelijk in het verkeer met Engeland en Zweden (invoer van hout; grondstoffen voor de spinnerijen, steenkolen; uitvoer van landbouwproducten en vee). Van de afsluiting der Zuiderzee zal dit verkeer geen nadeel ondervinden, aangezien het gericht is op het Zeegat van het Vlie en het niet te verwachten is, dat door de afsluiting verandering zal worden gebracht in die vaarwaters, welke het Vliegat met de Willemshaven verbinden. Naast dit overzeesche verkeer staat dan de vaart op Holland over de Zuiderzee zelve. Ten behoeve daarvan zou dus dat kanaal noodig zijn. Bij een inpoldering aan de noordoostzijde van het IJsselmeer zou het wil dit kanaal aan het beoogde doel beantwoorden moeten worden doorgetrokken tot Stavoren, en daar moeten uitmonden in het IJsselmeer. De sluizen, die dan daar zouden moeten worden gebouwd, moeten in onze handen blijven, evenzeer als die bij Wieringen; volkomen dezelfde argumenten gelden ook daarvoor. Volgens de Staats- Commissie zou dan ook de bouw van een fort (in dat ontwerp natuurlijk gedacht bij Piaam) noodig zijn. Het behoeft geen betoog, dat op die wijze het behoud der sluizen geenszins is verzekerd te achten, althans niet, wanneer het een uit het Oosten gerichten aanval geldt. Wij vermeenen dan ook, dat dit kanaal voor de landsdefensie uiterst n a d e e l i g zal zijn tenzij het wordt geleid van Piaam of van Hindeloopen in westwaarsche richting en uitmondt in het IJsselmeer bezuiden de Wieringersluizen. Alsdan valt de verdediging dezer sluis met die der Wieringersluizen samen. - Dat overigens een afsnijding der verbinding van Harlingen met het IJsselmeer (althans voor zoover de schepen niet de route willen volgen door het noordelijk deel der Zuiderzee en vervolgens door het kanaal tusschen de noordelijke inpolderingen en de Wieringersluizen) eenig nadeel voor de binnenlandsche vaart zal tengevolge hebben, wordt wellicht vergoed door een toename van de vaart op het buitenland. Wanneer dan op boven uiteengezette wijze een verbinding zal zijn tot stand gebracht tusschen Holland en Friesland, dan vermeenen we, dat bij een aanval uit het Westen de ten Noorden van de Stelling van Amsterdam aan de kust opgestelde troepen, nadat de landing aldaar of meer zuidwaarts mocht zijn gelukt, zullen kunnen worden teruggenomen op de lijn Wieringen Medemblik en dat daaraan dan de verdediging van het breede acces naar Friesland met vertrouwen kan worden opgedragen. Die troepen zullen bij hun verdedigingstaak veel steun vinden in de gesteldheid van het terrein (polderland) terwijl zij ten allen tijde uit het Oosten zullen kunnen worden versterkt. Geldt het een aanval uit het Oosten, dan denken wij ons die taak opgedragen aan de uit de noordelijke provinciën gevormde landweerbataljons, die, nadat hun taak om de mobilisatievervoeren der militie te beschermen en de verplaatsing der gemobiliseerde eenheden (welke
7 86o dan altijd zal moeten geschieden via de noordelijke inpolderingen, omdat dat de zekerste weg is, al is hij wat langer) te dekken, zal zijn geëindigd, teruggaan op de linie Piaam Stavoren of zooveel meer oostwaarts als de terreinsgesteldheid mogelijk of wenschelijk maakt. (Friesche meren). Een nadeel tegen het inpolderen van Zuiderzeebodem als op schets 2 aan de noordoostzijde is aangegeven, is, dat die bodem aldaar voor een belangrijk deel bestaat uit z a n d. Het spreekt nu wel van zelf, dat uit een economisch oogpunt daartegen onmiddellijk verzet is aan te teekenen. Nota No. 7 der Zuiderzee-vereeniging zegt op blz. 4 hieromtrent het navolgende: Bij het opmaken van een algemeen plan van indijking binnen de ontworpen afsluiting N. Holland Wieringen Friesland wordt op den voorgrond gesteld, dat het wenschelijk is, zoo min mogelijk zand in te dijken. Wel kan ze e zand worden bebouwd, doch het zal slechts zéér geringe waarde hebben. Hoewel nu deze waarde voldoende kan zijn om de kosten der verkaveling en het slechten der weringen te dekken, zoodat zeezand wanneer het eenmaal drooggemaakt is, wel in cultuur gebracht zal kunnen worden, vooral als er gelegenheid bestaat om bevloeiïng toe te passen, zoo is het toch aan geen twijfel onder- hevig, dat de waarde van zeezand te gering is, om behalve bovenge- noemde kosten ook nog die der indijking en droogmaking goed te maken." In het bovenstaande wordt dus al van e e n i g e waarde van het zeezand gesproken; inderdaad zou het ook bevreemding wekken om, waar tegenwoordig onder de krachtige impuls van de Heide-Maatschappij de woeste gronden zienderoogen afnemen, de uitspraak te zien neergeschreven, dat aan zandgronden geen waarde moet worden toegekend. De Zuiderzee-vereeniging meent dat de kosten der indijking en droogmaking niet zouden worden goedgemaakt; maar wanneer door een configuratie, als in schets 2 bedoeld de bouw van forten tot verdediging der Wieringersluizen kan achterwege blijven, de spoorwegverbinding belangrijk korter zal kunnen zijn en bovendien voor de landsdefensie belangrijk gunstiger voorwaarden zullen zijn geschapen, dan vragen wij, is die indijking en droogmaking te duur gekocht? Bovendien het door ons bedoelde gedeelte bestaat niet geheel uit zeezand; er zijn nog beteekenende deelen klei, van meer of minder zwaar gehalte, en zavelgronden in aanwezig, welke deelen in vruchtbare polders zullen kunnen worden herschapen (Schets 3). Er zou hiervan dus een landschap kunnen worden gevormd, ongeveer overeenkomend met die welke men vindt o. a. in de provinciën Utrecht, Gelderland en N. Brabant, waar vruchtbare kleigronden gelegen zijn naast boschrijke streken en zandgronden. Zonder twijfel zullen bovendien voor den aanleg van wegen, vorming van dorpen, voor de slooten en tochten enz. groote stukken van
8
9 861 de meer zand bevattende deelen kunnen worden bestemd. Voorts zou het kanaal tusschen de beide inpolderingen beter iets meer naar het Oosten kunnen worden aangelegd, hetgeen, aangezien de sluizen dan toch meer binnenwaarts komen te liggen en niet nabij de Oostpunt van Wieringen, geen bezwaren medebrengt en het voordeel zou hebben, dat de kanaalbodem geheel uit zeezand zou bestaan en eenige goede kleistreken nog aan de westelijke inpoldering zouden kunnen worden toegevoegd Dit schijnt ook meer overeen te komen met een gunstige ligging der sluizen, althans in het Rapport der Staats-Commissie wordt op blz. 5 vermeld: In 't algemeen schijnt bij samentrekking van alle sluizen op één punt, niet de voorkeur gegeven te moeten worden aan een der uit- hoeken van het IJsselmeer, zooals de Oostpunt van Wieringen. Een punt meer midden in den afsluitdijk gelegen, ter plaatse waar deze door de grootste diepte gaat, ware te verkiezen. Tegen het maken van een groot sluisgebouw in zee, waarbij bovendien, zooals nader zal worden aangetoond, nog militaire werken noodig zijn ter verdediging van de sluizen in tijd van oorlog wordt echter uit een technisch * oogpunt nog al bezwaar gezien, terwijl bovendien de militaire verdediging moei- lijker wordt, naarmate het te verdedigen punt verder van den vasten wal verwijderd ligt en derhalve minder gemakkelijk van daaruit kan worden ondersteund." Richten we thans den blik naar het Zuidelijk deel van de Zuiderzee om na te gaan op welke wijze hier de landsdefensie bij een gedeeltelijke droogmaking zou kunnen zijn gebaat. Op blz. 793 e. v. betoogden wij, dat de wijze van inpolderen, zooals die is voorgesteld door de Staats-Commissie en zooals die thans ook in het Wetsontwerp is aangeduid, waarbij dus een + 5 K.M. breed kanaal het IJsselmeer met Amsterdam zou verbinden, in militair opzicht niet gunstig genoemd kan worden. De natuurlijke kracht van het Oostfront der St. v. Amsterdam alsmede de aanleuning der N.H.W.L. zouden goeddeels worden prijs gegeven, hetgeen door den bouw van forten niet geheel kan worden vergoed. De breedte van het kanaal is reeds thans, gelet op de dracht van het hedendaagsche geschut, te gering; van een vrije vaart van Nederl. marinevaartuigen langs de noordwestzijde van dat kanaal zou reeds nu geen sprake kunnen zijn. Bovendien is het geenszins voorzichtig zich te bepalen tot een minimum grens, maar wijzer is het een ruime veiligheidsfactor in rekening te brengen, zoodat men ook in de verre toekomst van die vrije vaart zeker zal kunnen zijn. Mede met het oog op het behoud van de deugdelijke aanleuning van den noordelijken vleugel der N.H.W.L achten wij het gewenscht aan de Utrechtsche kust minder in te polderen en de bedijking eerst te doen aanvangen oostwaarts van de Eem. Deze rivier blijft dus zijn tegenwoordigen loop behouden doch zal, omdat zij dan uitwatert op
10 862 een meer met regelbaar peil, op dezelfde wijze in ee.n verbeterden waterstaatkundigen toestand van de provincie Utrecht, meer speciaal van de Geldersche vallei, kunnen bijdragen, als het geval zou zijn, indien zij verlengd zou worden tot aan de Vecht, hetgeen volgens het Wetsontwerp, in de bedoeling lag. Zooals hiervóór reeds is uiteengezet, zou deze verlenging van de Eem van geenerlei beteekenis zijn voor de inundatiën van het Noordelijk deel der Waterlinie; integendeel zou de- verlengde Eem, loopende in een richting loodrecht op het front der linie, een breed acces meer vormen, hetgeen ware te vermijden. Wanneer dan verder aan de zuidwestelijke inpoldering een vorm werd gegeven als aangegeven op schets 2, waarbij dus het Qostfront der St. v. Amsterdam blijft gedekt door de Zuiderzee (dan IJsselmeer), terwijl de zuidoostelijke inpoldering zich minder ver noordwestwaarts uitstrekt, wordt de toestand hier van dien aard, dat én N.H.W.L. én St. v. Amsterdam zonder aanleg van permanente werken aan de zijde van het IJsselmeer afdoende beschermd blijven, terwijl bovendien een operatie van een uit het Oosten oprukkenden vijand met negeering van de N.H.W.L., rechtstreeks op Amsterdam even onwaarschijnlijk blijft als zulks thans het geval is. En dit laatste achten wij, het zij nogmaals herhaald, van het grootste belang. Alleen met Holland als achterland zullen we in staat zijn om den strijd vol te houden, zoolang als het leger weerstand kan bieden zoo noodig in afwachting van hulp van buiten. Maar opgesloten in de St. v. Amsterdam zal, door het gebrek aan hulpbronnen en levensmiddelen, het leger den strijd spoedig moeten opgeven, terwijl de kans, dat van buitenaf hulp wordt gebracht geringer zal zijn naarmate aan onze eigen troepenmacht de vrijheid van beweging zal' zijn benomen. Heeft de vijand eenmaal de St. v. Amsterdam ingesloten en heeft hij vasten voet aan de kust, dan is zijn positie ijzersterk en wordt het voor een mogendheid die om staatkundige redenen zich tegen den ondergang van Nederland zou willen verzetten, oneindig veel moeilijker om operatief in te grijpen, dan wanneer wij nog standhouden aan Oost- en Zuidzijde van de vesting Holland. Naar onze meening moeten wij daar onze kracht zoeken. Zonder St. v. Amsterdam maar met een deugdelijke H.W.L. en een leger, dat sterk genoeg is om die linie te verdedigen en dat dus ook groot genoeg is om aan de kust tegen een vijand uit het Westen het landen te beletten, achten we onze verdediging het beste gewaarborgd. Omdat dit onze overtuiging is, en omdat de Zuiderzee bij de verdediging van de vesting Holland zoo'n belangrijke rol speelt, hebben wij het gewenscht geacht de afsluitings- en droogmakingsplannen, thans in een Wetsontwerp belichaamd, nader uit militair oogpunt te bezien. Waar onlangs één onzer volksvertegenwoordigers in een brochure, getiteld: Noodzakelijke legerhervorming", o. a. zegt:.... dat de wetten, die den grondslag leggen voor de Nederland- sche weermacht, bovenal sociale wetten zijn; sociale wetten van de
11 86 3 eerste orde" en elders: De landsverdediging is een nationale zaak van het hoogste belang"... daartegenover staat in schril contrast de betrekkelijk geringe aandacht, die gewijd is aan en de stiefmoederlijke behandeling die de landsverdediging ondervond bij de besprekingen, die geleid hebben tot de vorming van een plan, waarbij de aardrijkskundige gesteldheid van ons land zeer ingrijpend zal worden gewijzigd, en bij de uitvoering van welk plan de landsverdediging zoo nauw is betrokken. Zelfs heeft de aandacht, die er dan nog uit militair oogpunt aan het ontwerp is gewijd, aan Mr. G. Vissering (in de Econ Stat. Berichten) aanleiding gegeven tot de volgende beschouwingen. De eenige groote schaduw op het verdienstelijke ontwerp van mi- nister L e l y is (dus), dat de militaire macht het veto kan blijven uit- spreken over deze onderneming op grond dat de leiders der landsver- dediging het in theorie nog niet eens mochten zijn over het resultaat, dat uit de militaire lessen van dezen oorlog te trekken zal zijn. Wie zal dit resultaat met volkomen zekerheid kunnen vaststellen, nu nog bijna dagelijks nieuwe oorlogswerktuigen en oorlogs-methoden worden uitgevonden? Wie zal kunnen verklaren wanneer het tijdstip zal aan- breken, dat de militaire deskundigen eens van zin kunnen verklaren, dat zij die wetenschap voldoende hebben verkregen? Mag men bij e,ene dergelijke groote onzekerheid een zoo groot lands- belang op den achtergrond schuiven, de daad van directe krachtsver- sterking ten achter te stellen bij het theoretisch zoeken naar verbetering der weermiddelen van militair standpunt? Dat is een zeer zwakke zijde van het wetsontwerp. Moge onze Volks- vertegenwoordiging, den minister in zijn schoon streven tegemoetko- mend, alsnog eene betere oplossing vinden voor deze betreurenswaardige oorzaak tot verder dralen." v Wanneer men dan naleest wat het Wetsontwerp te dien aanzien zegt, dan blijkt dat het veto, waarover Mr. Vissering het heeft, eigenlijk alléén betreft: het zich uitspreken over de kosten van de door de uitvoering van het plan noodig wordende voorzieningen in het belang der landsverdediging, en voorts ook nog de vaststelling van de uitge- breidheid welke met het oog op de belangen der landsverdediging, aan de Zuidoostelijke inpolde- ring zal kunnen worden gegeven." Dat dus de militaire macht het veto zal kunnen uitspreken over deze onderneming (in hoeverre dit n. o. m. wenschelijk zou zijn, moge uit het voorafgegane zijn gebleken) is dus absoluut onjuist. Men heeft er evenwel nog niet de financieele gevolgen, voor wat betreft de militaire voorzieningen, die uit het plan zouden voortvloeien, van willen vaststellen, omdat vermeend werd dat zulks, met het oog op den tegen-
12 864 woordigen oorlog, niet verstandig zou zijn. Dit moet eerst worden onderzocht en de uitslag van dat onderzoek zal moeten worden afgewacht, alvorens met de werkzaamheden zal kunnen worden begonnen. Het plan zelf echter d. w. z. de vorm waarin door de afsluiting en gedeeltelijke droogmaking de Zuiderzee zal worden gewijzigd, blijft onaangetast, behoudens wellicht eenige wijziging in de gedaante van de zuidoostelijke inpoldering. Er is dus geen sprake van het uitspreken van een veto over het verwerpen van het plan, alleen van een uitstel van de werkzaamheden. Maar zóó weinig wordt nog van sommige zijden ingezien, wat we hierboven aanhaalden, n.l. dat de landsverdediging een nationale zaak is van het hoogste belang, dat zelfs dat geringe verband, wat gebracht is tusschen het plan en de landsverdediging genoemd wordt: een groote schaduw op het ontwerp van Minister Lely." Laten we hopen, dat uitingen als deze niet zullen leiden tot een betreurenswaardig overylen", waarvan zij, die aan ons Volk verantwoordelijk zullen zijn voor de wijze, waarop wellicht ooit onze weermacht den strijd tegen den indringer zal moeten voeren, de dupe zullen zijn.
De afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee,
De afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee, DOOR L. C. PREY, Kapitein der Infanterie. De Memorie van Toelichting op het, bij de Tweede Kamer ingediende, Wetsontwerp tot afsluiting en gedeeltelijke
(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).
^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende
een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.
ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven
w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE
i OU MALAIS V. r;b,aparxy w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE 1. Tracé van het Eendrachtskanaal met zeehaven Bergen op Zoom. 2. Uitmonding van voormeld kanaal en haven in de Open Westerschelde.
OMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125.
OMffiRWIJSRAAD. Bericht op schrijven van.,...: i 13. ff ebruari 1930»Nr.436» Af d.h.o» Betreffende: eer-s-toexes.--vo-or de moderne...talen aim de Ri jksuniversi t ei t en# 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi
Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst
(Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor
27 wensch om eene nieuwe regeling te scheppen, maar niet van de gedachte, of men meer voelt voor de openbare school of de bijzondere school of omgekeerd. De Minister CORT VAN DER LINDEN zeide nog in de
Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,
2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op
HET ONTWERP VOOR HET HOFPLEIN DOOR DR. H. P. BERLAGE.
HET ONTWERP VOOR HET HOFPLEIN DOOR DR. H. P. BERLAGE. In dit jaarboekje mag, volgens den redacteur, niet ontbreken een herinnering aan de opdracht, gegeven door het Gemeentebestuur aan den heer A. C. Burgdorffer
De economische en militaire beteekenis van het kanaalplan van de Kanaalvereeniging de Geldersche Vallei",
t De economische en militaire beteekenis van het kanaalplan van de Kanaalvereeniging de Geldersche Vallei", DOOR P. W. SCHARROO, Kapitein der Genie, Leeraar aan de Hoogere Krijgsschool. INLEIDING. Nauwelijks
de Loonschendijk Van de grensscheiding met de gemeente Capelle aan de grenspaal oostwaarts tot de Dijkbaansche of Egbondsch steeg
!"!" de Loonschendijk Van de grensscheiding met de gemeente Capelle aan de grenspaal oostwaarts tot de Dijkbaansche of Egbondsch steeg de Wittendijk Van de grensscheiding met de gemeente Capelle oostwaarts
PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN
No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN
AFSLUITING EN INPOLDERING VAN DE ZUIDERZEE
AFSLUITING EN INPOLDERING VAN DE ZUIDERZEE Een onderzoek naar de militaire visie op de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee in de periode 1892 tot 1918 Inleiding Nederland, waterland. Al eeuwen vechten
Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal.
^, Aan de Tweede Kamer de Staten-Generaal. Den len Maart jl. werden door Zijne Excellentie den Minister van Justitie bij Uwe Vergadering ingediend wetsontwerpen, betreffende de inrichting en het rechtsgebied
Van moeilijke naar toegankelijkere woorden
Van moeilijke naar toegankelijkere woorden aandachtig goed aan de hand van met, door aangaande aangezien omdat aanstonds dadelijk, gauw, binnenkort aanvankelijk eerst, eerder, in het begin achten vinden,
PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND
PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND bij de Ij Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud van II hedenmorgen doe ik U hierbij een Nota toekomen die enige Jl_S bedachten bevat over de wijze waarop
AAN DE TWEEDE KABIER DER STATEN-GE3JERAAL.
^)r^^ t cyi^j^ X >^- AAN DE TWEEDE KABIER DER STATEN-GE3JERAAL. DE STATEN DER PEOVINCIE DRENTHE hebben kermis * genomen van het door de Ecgering voorgestelde wetsontwerp van regterlijlce inrigting. Zij
Liniepad Abcoude. Liniepad Abcoude / wandelroute (10 km) Wandelen langs de Stelling van Amsterdam. Horeca Forten in de omgeving.
Liniepad Abcoude Wandelen langs de Stelling van Amsterdam Forten Horeca Forten in de omgeving Molens in de omgeving pagina 1 / 5 Omschrijving Deze wandelroute is opgesteld door Natuurmonumenten WANDELEN
ROTZOOIEN. MET WATER Opdrachtbladen
Opdrachtbladen Naam Groep Datum Opdrachtblad Water in de polder Opdracht 1 De Nieuwe Hollandse Waterlinie moest de vijand tegen houden. Dit gebeurde door een brede strook land onder water te zetten. Dat
DOOR DR. IR. G. J. H. MOLENGRAAFF
A. KORTE UITEENZETTING VAN DE DESTIJDS DOOR DEN MIJNBOUWKUNDIGEN DIENST OPGESTELDE PLANNEN TOT WATERVOOR- ZIENING VAN DE HAVEN VAN WILLEMSTAD EN VAN DIE STAD ZELVE OP HET EILAND CURASAO DOOR DR. IR. G.
Het belang van den Scheepvaartweg van Amsterdam naar den Rijn voor de landsverdediging.
Het belang van den Scheepvaartweg van Amsterdam naar den Rijn voor de landsverdediging. DOOR L. C. PREIJ, Kapitein der Infanterie. In de NOS. i en 2 van dezen jaargang van dit tijdschrift heeft de Kapitein
1.2 De Bank heeft bij brief van 25 september 2017 een beroepschrift met bijlage ingezonden.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-037 d.d. 22 mei 2018 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. S.B. van Baalen, mevr. mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken- Röell, J.C.H. Kars AAG CERA en F.R. Valkenburg AAG
Vind de mooiste fietsroutes op www.route.nl. Fietsroute 121590 Culemborg, Nieuwegein en Everdingen
Fietsroute 121590 Culemborg, Nieuwegein en Everdingen Praktische informatie Dichtstbijzijnde parkeerplaats dagrecreatieterrein everstein Lekdijk 4124 KC Vianen Dichtstbijzijnde parkeerplaats vanaf eindpunt
Liniepad Abcoude. Liniepad Abcoude / wandelroute (10 km) Wandelen langs de Stelling van Amsterdam. Horeca Forten in de omgeving.
Liniepad Abcoude Wandelen langs de Forten Horeca Forten in de omgeving Molens in de omgeving pagina 1 / 6 Omschrijving Deze wandelroute is opgesteld door Natuurmonumenten WANDELEN OVER HET LINIEPAD De
Over.lruk i.il..pro CIVE", Je Jaargang No. 5, 1944 OPEN LOOPGRAVEN NOODMAATREGEL
Over.lruk i.il..pro CIVE", Je Jaargang No. 5, 1944 OPEN LOOPGRAVEN ALS NOODMAATREGEL TER VERKRIJGING VAN EENIGE SCHUILGELEGENHEID TEGEN LUCHTGEVAAR. WANNEER GEEN MATERIALEN VOOR DEN AANLEG VAN OVERDEKTE
College voor geschillen medezeggenschap defensie
ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme
THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1
THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1 Naam: Groep: INDUSTRIALISATIE (1801 TOT 1940) DE INPOLDERING VAN HET HAARLEMMERMEER Bekijk de video Industriële Revolutie nogmaals. 1 Waarom kreeg het Haarlemmermeer
Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196
Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni 2011 Rapportnummer: 2011/196 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester
Vast-stelling begrooting openbaar lichaam,,de Wieringermeer" voor 1938. Wijziging begrooting Zuiderzeefonds voor 1936.
6 301.5. Vast-stelling begrooting openbaar lichaam,,de Wieringermeer" voor 1938. Wijziging begrooting Zuiderzeefonds voor 1936. 301. 5. BIJLAGE VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING. Nota betreffende de financiering
HET WATERSCHILD. De geschiedenis van het Muiderslot en het water
HET WATERSCHILD LESBRIEF BASISONDERWIJS De geschiedenis van het Muiderslot en het water nieuwe, ondergrondse ruimte op het terrein achter het kasteel te bezoeken zonder rondleiding geschikt voor leerlingen
DE WISSELING IN HET OPPERBEVEL VAN LAND- EN ZEEMACHT IN FEBRUARI 1940
DE WISSELING IN HET OPPERBEVEL VAN LAND- EN ZEEMACHT IN FEBRUARI 1940 HARE OORZAKEN EN HARE GEVOLGEN Door I.H. REYNDERS GENERAAL b.d., OUD-OPPERBEVELHEBBER VAN LAND- EN ZEEMACHT Voorwoord. In den vroegen
ECLI:NL:RVS:2006:AZ1751
ECLI:NL:RVS:2006:AZ1751 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-11-2006 Datum publicatie 08-11-2006 Zaaknummer 200606784/2 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige
ECLI:NL:RBGEL:2015:4920
ECLI:NL:RBGEL:2015:4920 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28 07 2015 Datum publicatie 29 07 2015 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB 15 _ 3697 E Bestuursprocesrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige
Het huizenblok aan de Zuidziide der voormaliqe Haqensteeq, thans Hagenkade. te Kampen.
Het huizenblok aan de Zuidziide der voormaliqe Haqensteeq, thans Hagenkade. te Kampen. Ondanks het verzet van den Minister van Binnenlandsche Zaken, in weerwil van den strijd hier gevoerd door Kunstgenootscha
STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene
Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325
Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale
Uitspraak /1/R1
Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Drie mobilisaties. NIMH Ben Schoenmaker. Ministerie van Defensie. Drie mobilisaties
1870-1914-1939 NIMH Ben Schoenmaker 1 Een oordeel uit 1940 De commandant-veldleger, luitenant-generaal J.J.G. baron Van Voorst tot Voorst: Wie van onze Waterlinie proeft, sterft er aan. Bron: Militaire
Vroeger. door Bart Middelburg. Tekening Maarten Oortwijn/Noord-Hollands Archief
Vroeger door Bart Middelburg Tekening Maarten Oortwijn/Noord-Hollands Archief Kop: Het visserij-oorlogje (1895-1925) met Purmerland Tekst: Tot wapengekletter is het nooit gekomen, maar er woedde eind negentiende,
DE GROOTE (OUDE) MELM EN DE KLEINE MELM door Ds.J.J. Bos
overgehouden. Alles werd door de veilingmeester ter tafel gebracht en moest weg. Zo verdween roemloos een Soester recreatiegelegenheid om plaats te maken voor een druk verkeerskruispunt. DE GROOTE (OUDE)
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
De Vecht fortenfietsroute
De Vecht fortenfietsroute Fietsen langs de Bezienswaardigheden Forten Fietsknooppunt Fietsknooppunten op deze route 44 45 49 48 47 47 37 38 39 1 41 42 44 pagina 1 / 5 Omschrijving De Vecht fortenfietsroute
Herwijnen, Mijnliefflaan 8
Herwijnen, Mijnliefflaan 8 Vrije bouwkavel van 574 m² Bouw geheel naar eigen wens! Op een unieke locatie aan de rand van het dorp ligt deze aantrekkelijke bouwkavel van 574 m². De kans om uw droomhuis
Stelling van Amsterdam
Stelling van Amsterdam Zuidoostbeemster De Nieuwe Tuinderij west 27 oktober 2016 Kenmerk 2344B/N2016-01/MW Projectnummer 2344B Aan Gemeente Beemster Van Manon Witbraad 1. Inleiding De verdedigingslinie
Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110
Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie
Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004
Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................
Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.
Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen
De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk
Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet
vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie
No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie PRIJSVRAAG van de N. L W. V- Nu de verschillende stadsgemeenten in Ned.-Indië
Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten Betreft: Toestand Midden-Oosten Afgesloten 17.00 uur op 15 oktober
No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No.
No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. 1 NIX BANUOHNG VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. L Inleiding, 1. Het werkplan
IJsselmeer 7 dagen. individuele fietsreis vanaf 515 Rondje IJsselmeer met de Afsluitdijk
IJsselmeer 7 dagen individuele fietsreis vanaf 515 Rondje IJsselmeer met de Afsluitdijk Nederlands meest bijzondere en populaire fietstocht is de 400 km tellende tour rond het IJsselmeer, een rondje "Hollands
Aanvraag om vergunning 1
Aanvraag om vergunning 1 ABRvS 15 januari 1998, nr. E03.96.0137 (Oudenbosch) Herhaalde aanvraag. Verweerder heeft terecht de aanvraag onder verwijzing naar het eerste besluit afgewezen nu de aanvrager
151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie
RAPPORT inzake de klacht van Verzoeker tegen de Minister van Justitie 1. Inleiding Verzoeker heeft op 16 juli 2015 een verzoekschrift ingediend bij de Ombudsman van Curaçao waarin verzocht is om een onderzoek
Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
(Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin
NOG EENIGE OPMERKINGEN OVER SURINAAM- SCHE LIBERIA-KOFFIE EN DE MOGELIJKHEID TOT VERBETERING DER REPUTATIE ER VAN
NOG EENIGE OPMERKINGEN OVER SURINAAM- SCHE LIBERIA-KOFFIE EN DE MOGELIJKHEID TOT VERBETERING DER REPUTATIE ER VAN DOOR DR. J. E. VAN AMSTEL In een artikel, getiteld: Een en ander over de bereiding van
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE?
BIBLIOTHEEK INSTITUUT VOOR 631.8 BODEMVRUCHTBAARHEID GRONINGEN No... /O 7.. ' IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE? TH. J. FERRARI Instituut voor Bodemvruchtbaarheid,
DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,
RAAD VAN BEROEP voor de DIRECTE BELASTINGEN te s-gravenhage. Aangeteekend per post aan partijen toegezonden 26 Mei 1937 De Secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te s-gravenhage
ECLI:NL:CRVB:2017:1859
ECLI:NL:CRVB:2017:1859 Instantie Datum uitspraak 12-04-2017 Datum publicatie 23-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4501 WW Socialezekerheidsrecht
ECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RVS:2015:435 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-02-2015 Datum publicatie 18-02-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201402761/1/R1 Bestuursrecht Eerste
ONDERWIJSRAAD. AAN Zijne Excellent ie, den Minister van On'derwï jai, Kuis t en & Wet ens chapp en
ONDERWIJSRAAD. N. 589...A. Bericht op schrijven van...1.7 Jun i. '21 n.6^.02*af d L. 0. A. Betreffehde:...9." M. XP.....Al g,maa t v.-best. *? ; doof s to jmen-e.n...blind en on d erwi j s 'S-GRAVENHAGE,
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren
OVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.
OVER HE WARMEHEOREMA VANNERNS DOOR H. A. LORENZ. De thermodynamische stelling die eenige jaren geleden door Nernst werd opgesteld, komt hierop neer dat de entropieën van twee gecondenseerde, b.v. vaste
Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1
Intitulé : Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 1, vierde lid, en 11, eerste lid, van de Landsverordening elektriciteitsconcessies Citeertitel: Landsbesluit elektrische
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,
C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend
Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:
Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der
Proefboerderijen in de provincie Groningen,
Proefboerderijen in de provincie Groningen, door Dr. D. J. Hissink, In de Algemeene Vergadering van de Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid, gehouden te Groningen op 24 Juni 1913, diende de
Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl -
Graag zou ik je bij dezen iets vertellen betreffende onnodig moeilijk taalgebruik dat geregeld wordt gebezigd. Alhoewel de meeste mensen weten dat ze gerust in spreektaal mogen schrijven, gebruiken ze
SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#
162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen
Zijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t %
ONDERWIJSRAAD. * ' r^téfë^ 0 ' : \' ' ' t '' &$ ^* N./128 70. 'S-GRAVENHA^E,*. + /f Maart 1934 Staten laan 125. Bericht op schrijven van fift***e e l' eve bü het antwoord dagteekening 24 AUgUStUS 1933»Nr»
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 100.99 ingediend door: wonende te hierna te noemen 'klaagster, tegen: gevestigd te hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1974-1975 12 994 Defensienota 1974 Nr. 24 Brief van de Staatssecretaris van Defensie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,
ARTILLERISTISCHE OPGAVEN
ARTILLERISTISCHE OPGAVEN DOOR H. J. J. W. DÜRST BRITT Kapitein 2 R.V.A. Alvorens de beantwoording te geven van de vorige opgave wordt medegedeeld, dat, ingevolge L.O. 1939 No. 292, zijn verschenen: Tweede
ECLI:NL:RVS:2012:BY6738
ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste
WBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö
QNDE A A D. N. 140 40 S.O. Bericht op schrijven van...^ Betreffende: -l.f$80ntw«çp J_YePlaglllg van ds. openbare uitgaven. 'S-GRAVENHAGE, 1 Statenlaan 125. & WBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö Men gelieve bij het
DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
Zaaknummer: S20-19 Datum uitspraak: 2 mei 2013 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies In het geschil tussen G.B. Jonkman en M. Van der Wijk te Drachten verder te noemen: Jonkman,
Ontslag na doorstart faillissement
Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden
Texel Landschappelijke ontwikkelingen
Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse
No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG
No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,
Uitspraak /2/R3
pagina 1 van 6 Uitspraak 201506928/2/R3 Datum van uitspraak: woensdag 11 januari 2017 Tegen: de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer
Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG
de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.
IJsselmeer sportief, 6 dagen
IJsselmeer sportief, 6 dagen individuele fietsreis vanaf 485 Rondje om het IJsselmeer Nederlands meest bijzondere en populaire fietstocht is de 400 km tellende tour rond het IJsselmeer. Eén van de mooiste
Brittenburg-Lugdunum Batavorum.
Brittenburg-Lugdunum Batavorum. Aan de hand van Prof. Dr. P. J. Blok dankt het Leidsche Jaarboekje van 1904 een zeer belangwekkend artikel over Lugdunum Batavorum, waarin de hooggeleerde de meening uitspreekt,
Complexnummer:
Complexnummer: 528604 Smallepad 5 3811 MG Amersfoort Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl T 033 421 74 21 F 033 421 77 99 E info@cultureelerfgoed.nl Complexnaam Grebbelinie, Werk a/d
Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012
Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012 Delfzijl Eemshaven B. REGLEMENT KADE- EN LIGPLAATSGELD 2012 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a) Aanvrager: de natuurlijke- of rechtspersoon
Bijlagen. 403. 1 3. Tweede Kamer. 1. Aanleg van een schcepvanrtverbinding van Amsterdam. ;t den Boven-Rijn ten behoeve van de Rijnvaart, enz. 403. 1.
Bijlagen. 403. Aanleg van een schcepvanrtverbinding van Amsterdam 1 3. Tweede Kamer. 1 ;t den Boven-Rijn ten behoeve van de Rijnvaart, enz. 403. 1. KONINKLIJKE BOODSCHAP. 403. 3. MEMORIE VAN TOELICHTING.
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 204093/1/V3 Datum uitspraak: 1 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats
Uitspraak /1/R6
pagina 1 van 5 Uitspraak 201502181/1/R6 Datum van uitspraak: woensdag 16 september 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: de raad van de gemeente Beverwijk Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer
10/01/2012 ESMA/2011/188
Richtsnoeren en aanbevelingen Samenwerking, met inbegrip van delegatie, tussen de ESMA, de bevoegde autoriteiten en de sectorale bevoegde autoriteiten krachtens Verordening (EU) nr. 513/2011 inzake ratingbureaus
Correspondentieadres: Hollandseweg 20 3227 CB Oudenhoorn Tel. 0181-461429
Correspondentieadres: Hollandseweg 20 3227 CB Oudenhoorn Tel. 0181-461429 Aan de griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer de heer drs. M.J. van der Leeden Postbus 20018
Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.
Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN ingediend door: U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.1004 (026.02) tegen: hierna te noemen 'klager', hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Uitspraak /1/A1
pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: