DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De tekening geeft een gewricht met de verschillende delen schematisch weer.

Transcriptie

1 DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN. WEEFSELS EN ORGANEN In welke rij zijn er alleen organen genoemd die geheel in de buikholte voorkomen? A hart longen luchtpijp B lever nieren schildklier C lever maag nieren D maag lever slokdarm De afbeeldingen geven vier verschillende organismen weer. De tekening geeft een gewricht met de verschillende delen schematisch weer. Welk organisme behoort tot de groep van de zoogdieren? A B C D STEVIGHEID De stof die bij insecten zorgt voor de stevigheid is een A hoornachtige stof. B kalkachtige stof. C kraakbeenachtige stof. D sponsachtige stof. De delen die ervoor zorgen dat de botten op hun plaats blijven zijn aangegeven met de cijfers A en. B en. C en. D en. Vier planten zijn: een tajerbladplant, een tomatenplant, een manplant en een soepgroenteplant. Bij welke plant wordt de stevigheid het meest verkregen door houtstof? A B C D 5

2 STOFWISSELING Drie spijsverteringssappen bij de mens zijn: alvleessap, maagsap en speeksel. In welk(e) van deze spijsverteringssappen komt het enzym amylase voor? A alleen in B alleen in C alleen in en D alleen in en Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via A de celwand. B de huid. C de tracheeën. D het celmembraan In de lucht die Frits uitademt zit 7% zuurstof en % koolstofdioxide. Zat er in de lucht die Frits had ingeademd meer of minder zuurstof? En meer of minder koolstofdioxide? Wat kan er gebeuren als er in de dikke darm een te snelle darmperistaltiek plaatsvindt? 9 A De vertering kan langzamer plaatsvinden. B De vertering kan sneller plaatsvinden. C Er kan te veel water worden onttrokken aan de voedselbrij. D Er kan te weinig water worden onttrokken aan de voedselbrij. 0 De afbeelding geeft een dwarsdoorsnede van een blad schematisch weer. In welk(e) deel (delen) kan er verbranding plaatsvinden? A alleen in B alleen in en C alleen in en D in,, en Zuurstof in de ingeademde lucht was Koolstofdioxide in de ingeademde lucht was A B C D meer. meer. minder. minder. meer. minder. meer. minder.

3 In vier met lucht gevulde, afgesloten glazen bakken groeien levende organismen. Bak en staan in het donker en bak en staan in het licht.het koolstofdioxidegehalte wordt in alle bakken gemeten. peperplantjes paddenstoelen In welke bak (bakken) mt de hoeveelheid koolstofdioxide zeker toe? A alleen in bak B alleen in de bakken en C alleen in de bakken en D in de bakken, en Waardoor kan er transport van water vanuit de stengel naar de bladeren plaatsvinden? Door A fotosynthese B verbranding C worteldruk D zuigkracht De functie van de rode bloedcellen is A onschadelijk maken van ziekteverwekkers. B vervoeren van zuurstof. C vervoeren van voedingsstoffen. D zorgen voor de bloedstolling. 5 De tekeningen geven de fasen van de hartslag bij de mens schematisch weer. TRANSPORT Welke stoffen worden door de bastvaten vervoerd? En in welke richting gebeurt dat? stoffen richting naar de... toe A water en suikers B water en suikers C water en zouten D water en zouten bladeren wortels bladeren wortels Welke tekening geeft het samentrekken van de kamers aan? A B C D

4 6 De tekening geeft de bloedsomloop bij een vis schematisch weer. 8 Ruben, een gele koorts patiënt, vertoont de volgende ziektebeelden : geelkleuring van de huid( de handpalmen); geringe zuivering van het bloed; overmatige afbraak van rode bloedcellen. k Welk bloedvat is aangegeven met de letter K? Vervoert dit bloedvat zuurstofrijk- of zuurstofarmbloed? K is een A kieuwader. B kieuwader. C kieuwslagader. D kieuwslagader. UITSCHEIDING 7 Vier organen van de mens zijn: de lever, de milt, de nieren en de galblaas. Het bloevat vervoert zuurstofarm bloed. zuurstofrijk bloed. zuurstofarm bloed. zuurstofrijk bloed. Welk orgaan scheidt veel water en zouten uit? A de galblaas B de lever C de milt D de nieren Welk orgaan van deze patiënt functiort dan minder goed? A de galblaas B de lever C de milt D de nieren HORMONEN 9 Drie stoffen die in het lichaam van de mens voorkomen zijn: glucagon, insuline en amylase. Welke van deze stoffen kan of kunnen aan het bloed worden afgegeven? A alleen amylase B alleen insuline C alleen insuline en glucagon D insuline, glucagon en amylase 0 De ontwikkeling van borsten bij meisjes in de puberteit wordt veroorzaakt door de werking van een hormoon. Dit hormoon wordt gevormd in de A baarmoeder. B borsten. C eierstokken. D schildklier.

5 In het menselijk lichaam onderscheiden we twee soorten klieren: klieren met een afvoerbuis en klieren zonder afvoerbuis. Tot welke soort behoren de zweetklieren? En de schildklier? zweetklieren behoren tot de schildkier behoort tot ZENUWSTELSEL Enkele activiteiten van het zenuwstelsel van de mens zijn: het verwerken van impulsen, afkomstig van een oog; het regelen van een gewilde beweging van een arm; het geleiden van impulsen bij een kniepeesreflex. Bij welke van deze activiteiten spelen de grote hersenen een belangrijke rol? A B C D A alleen bij en B alleen bij en C alleen bij en D bij, en Na sterilisatie van een haan blijven de teelballen hormonen produceren. Kunnen deze hormonen worden afgevoerd? De tekening geeft een gedeelte van het centrale zenuwstelsel van de mens schematisch weer. A, via de aders van de teelballen B, via de urinebuis C, via de zaadleiders D, ze kunnen niet worden afgevoerd. Met welk cijfer is de hersenstam aangegeven? A B C D

6 5 De tekening geeft een doorsnede van het ruggenmerg van een mens schematisch weer. P stelt een zenuwcel voor. Welk type zenuwcel stelt P voor? P En in welke richting geleidt het de impulsen? ZINTUIGEN 7 In welk deel van het oor worden de geluidsprikkels omgezet in impulsen? A gehoorzenuw B ovale venster C ronde venster D slakkenhuis 8 Kleurenblindheid kan ontstaan, doordat bepaalde zintuigcellen in de ogen beschadigd zijn. Welke zintuigcellen zijn beschadigd? P stelt voor een Het geleidt impulsen In welk deel van het oog liggen deze zintuigcellen? A bewegingszenuwcel. B bewegingszenuwcel. C gevoelszenuwcel. D gevoelszenuwcel. naar het cellichaam toe. van het cellichaam af. naar het cellichaam toe. van het cellichaam af. beschadigde zintuigcellen A kegeltjes B kegeltjes C staafjes D staafjes De zintuigcellen liggen in het netvlies. vaatvlies. netvlies. vaatvlies. 6 Mer King heeft zoveel bier gedronken, dat hij wankelend loopt en wartaal spreekt. Blijkt uit de bovenstaande gegevens dat alcohol invloed heeft op de grote hersenen van de mens? En op de kleine hersenen? invloed op de grote hersenen A B C D invloed op de kleine hersenen 9 In het lichaam van Patricia vinden de volgende processen plaats: rillen en klappertanden; de haren op de huid staan overeind; de bloedvaten in de huid vernauwen zich. Welke zintuigen in de huid van Patricia zijn geprikkeld? A drukzintuigen B koudezintuigen C tastzintuigen D warmtezintuigen

7 0 Chantal heeft een verstopte neus. Welke functie van de neus kan hierdoor niet verstoord worden? A aanmaak van slijm B filtratie van de ingeademde lucht C verwarming van de lucht D waarneming van lekkere geuren GROEI EN ONTWIKKELING Van waaruit vindt de diktegroei bij planten plaats? Tot welk type weefsel behoort dit deel? Oom Anand laat zijn zaadleiders afbinden. Vindt er bij hem dan nog zaadlozing plaats? Kan hij nog zorgen voor een bevruchting van een eicel? plaatsvinden van zaadlozing A B C D zorgen voor bevruchting van een eicel De functie van de eileider is het zorgen voor diktegroei vanuit A de stengeltop B de stengeltop C het cambium D het cambium type weefsel deelweefsel vulweefsel deelweefsel vulweefsel A innesteling. B ontwikkeling van eicellen. C rijping van eicellen. D transport van eicellen. 5 De pijltjes in de tekening geven de vormen van bestuiving bij planten schematisch weer. Sahiel en Gloria vinden in een rottende sinaasappel insectenlarven. Hoe worden deze larven genoemd? Wat voor soort gedaanteverwisseling hebben deze insecten? Zelfbestuiving is aangegeven met de cijfers A en alleen. B en alleen. C, en alleen D, en alleen. Deze larven heten A maden. B maden. C wormen. D wormen. De gedaanteverwisseling is onvolkomen. volkomen. onvolkomen. volkomen.

8 Vijf organismen zijn: MILIEU 6 een sprinkhaan, een rijstplant, een slang, een kikker en 5 een aka. In welke volgorde kunnen deze organismen in een voedselketen geplaatst worden? A 5 B 5 C 5 D 5 7 In de buurt van een kreek staat een grote vuilstortplaats. Op een bepaald moment merkt men dat er veel dode vissen in de kreek zijn. Door welke vorm(en) van vervuiling kunnen deze vissen doodgegaan zijn? A alleen bodemvervuiling B bodem- en grondwatervervuiling C bodem- en luchtvervuiling D lucht- en grondwatervervuiling TROPISCHE HYGIËNE 8 De verwekker van de ziekte van Weil is een 9 Twee leerlingen doen de volgende uitspraken over bloedarmoede bij een malariapatiënt: Brian zegt:,,door een tekort aan rode bloedcellen ontstaat er bloedarmoede bij een malariapatiënt. Maikel zegt:,,de oorzaak van bloedarmoede bij een malariapatiënt is dat de rode bloedcellen worden vernietigd. Voor deze uitspraken geldt: A alleen Brian heeft gelijk. B alleen Maikel heeft gelijk. C Maikel en Brian hebben beiden gelijk. D Maikel en Brian hebben beiden ongelijk. Vier ziekten zijn: malaria, filaria, dengue en zika. 0 Van welke ziekten worden de ziekteverwekkers overgebracht door dezelfde soort muskiet? A dengue en zika B filaria en zika C malaria en dengue D malaria en filaria A bacterie. B rat. C virus. D worm.