5.3 Niets regelen. 5.4 Grondaankoop en onteigening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "5.3 Niets regelen. 5.4 Grondaankoop en onteigening"

Transcriptie

1 het onderhoud van de ecologische verbindingszone omdat ook rekening gehouden moet worden met de reguliere onderhoudstaak van de leggerwaterloop (zie ook het Ontheffingen- en vergunningenbeleid waterschap Brabantse Delta en Waterlopen op orde ). Deze primaire functie mag immers niet in het gedrang komen. Dit alles maakt het onderhoud van een dergelijke evz dermate ingewikkeld dat dit niet zondermeer aan een derde kan worden overgelaten. Merk op dat het belang van de waterloop voor de waterhuishouding de reden is waarom deze waterlopen op de legger geplaatst worden, het waterschap zelf het onderhoud van de ze waterlopen op zich neemt en er in de keur extra regels gesteld worden ten behoeve van het onderhoud (zoals de obstakelvrije strook van 4 meter breedte). Naast de duurzame realisatie van de evz als zodanig, vergt het juiste beheer en onderhoud van een aanleggende evz veel van degene die het onderhoud uitvoert. Immers, het onderhoud van de evz moet zodanig uitgevoerd worden dat het gewenste natuurdoeltype tot ontwikkeling komt. Tegelijkertijd moet overlast voor de omgeving voorkomen worden en moet de reguliere waterhuishoudkundige werking van de waterloop gewaarborgd worden. Dit betekent concreet dat het onderhoud van evz s in hoge mate (gedetailleerd) maatwerk is en zich niet leent voor uitbesteden aan derden. Het beleid van het waterschap inzake beheer en onderhoud is er dan ook op gericht het beheer en onderhoud van evz s eigen hand te houden. 5.3 Niets regelen De nuloptie niets regelen is niet van toepassing op evz s. Hoewel strikt genomen natuurbeheer niet tot de wettelijk opgedragen taken van het waterschap behoort, heeft het waterschap een resultaatsverplichting. Als het waterschap niets regelt voor de realisatie van de evz s die tot haar deel van de resultaatsverplichting hoort, vindt er geen realisatie plaats. 5.4 Grondaankoop en onteigening Grondaankoop voor de realisatie van evz s gebeurt op dit moment enerzijds door het benaderen van agrariërs met de vraag of men een strook wil verkopen aan het waterschap. Anderzijds gebeurt dit door strategische percelen aan te kopen die op de markt komen om deze in te richten als stapsteen of in te zetten als ruilgrond. In de praktijk blijkt de aankoop van grond ten behoeve van evz s heel moeizaam te verlopen. Agrariërs zitten er niet op te wachten om slechts een deel van een perceel te verkopen. Een logische oplossing zou zijn het hele perceel kopen, splitsen en dan een deel doorverkopen, maar dat blijkt in de praktijk niet te werken. Het perceel is kleiner geworden en minder aantrekkelijk omdat er een evz naast ligt. Voor het waterschap zit hier een financieel risico aan in de zin dat het waterschap met een groot aantal percelen blijft zitten die niet snel doorverkocht kunnen worden en dus geld kosten. Daarnaast zijn er veel agrariërs die niet willen verkopen, ook al zouden ze een bonus of zelfs 2 maal de vrije agrarische waarde aangeboden krijgen. Deze agrariërs zijn bevreesd voor overlast door onkruiden vanuit de evz en willen daarom absoluut niet verkopen ten behoeve van natuur. Los van het grondverwervingsbeleid als zodanig is het verstandig om als waterschap (aan de hand van reeds gerealiseerde evz s) te laten zien dat deze vrees niet gegrond is en dat het maken van goede afspraken mogelijk is. Het waterschap is niet in de positie om grondeigenaren te dwingen grond ten behoeve van een evz te verkopen of om te onteigenen. Onteigenen is momenteel op basis van Rijksbeleid in ieder geval niet aan de orde, maar al zou het Rijk dit beleid laten varen dan nog kan het waterschap niet gaan onteigenen. Het waterschap heeft daar immers geen titel voor, omdat het realiseren van natuur geen wettelijk opgedragen taak van het waterschap is. Het waterschap is dus voor het in eigendom krijgen van gronden aangewezen op vrijwillige aankoop. In het verleden zijn door het waterschap al diverse acties ondernomen om gronden in eigendom te krijgen. Zo heeft het waterschap grond ingebracht in landinrichtingsprojecten om zo via grondruil gronden voor waterschapsdoelstellingen te verkrijgen, evz s in het bijzonder. Hierbij is er nog wel een aandachtspunt dat de meeste evz s die via de landinrichting gerealiseerd zijn, maar 10 meter breed zijn in plaats van 25 meter. Strikt genomen heeft het waterschap hiermee haar deel van de doelstelling gerealiseerd, maar de evz als zodanig is nog niet per definitie gerealiseerd. Naast het participeren in landinrichtingsprojecten wordt ook door het waterschap momenteel al zelf ruilgrond aangekocht en ingezet om gronden voor evz s te verkrijgen. Daarnaast zijn ook via de reconstructie en revitalisering afspraken gemaakt om de aankoop van gronden te faciliteren (gronddocumenten en gezamenlijke grondbank). Toch zal het verkrijgen van het eigendom van gronden problematisch blijven omdat uiteindelijk alles afhangt van de bereidheid van de grondeigenaar om mee te werken. Zie ook de algemene aandachtspunten bij grondaankoop uit paragraaf

2 5.5 Blauwe diensten Door projecten in het verleden is ervaring opgedaan met de realisatie van ecologische verbindingszones. Dat waren echter projecten waar de grond werd aangekocht en ingericht door het waterschap. Op het gebied van ecologische verbindingszones is er wat betreft blauwe diensten maar één project echt uitgevoerd. Door voormalig waterschap De Dongestroom zijn in 1999 bij drie landeigenaren ecologische verbindingszones uitgevoerd als een blauwe dienst naast de Oude Leij en de Groote Leij. In totaal gaat het om 500 meter ecologische verbindingszone met een breedte van 10 meter. In dit project zijn ecologische verbindingszones gerealiseerd door agrariërs een vergoeding van 3.140,- per ha per jaar te geven voor het beschikbaar stellen van de grond. De inrichting en het beheer van de ecologische verbindingszone wordt verzorgd door het waterschap. Bij het niet verlengen van het contract moet het waterschap de maatregelen weer ongedaan maken. De afspraken waren vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst met een duur van 5 jaar. De contracten uit 1999 liepen af in 2004, maar zijn toen omwille van het pilotkarakter tot en met 2008 verlengd. Uit een tussentijdse evaluatie in 2004 kon niet worden afgeleid of de natuurdoelstellingen echt gehaald waren. De totale ecologische verbindingszone was te klein om na te kunnen gaan om deze ook echt als zodanig werkt. Vergelijkt men de kosten van aankoop met de kosten van een blauwe dienst, dan blijkt het volgende: Kosten blauwe dienst: 5000m2 * /ha/jaar = 1570 per jaar Kosten aankoop: 5000m2 * 3,50/m2 = (N.b. 3,50/m2 is momenteel de gemiddelde grondprijs voor een normaal agrarisch perceel) Vergelijking: de kosten van aankoop zijn voldoende om 16 jaar een blauwe dienst aan te gaan. Hierbij is rekening gehouden met een rente van 4,5%. Bij aankoop is de investering voor de langere termijn veilig gesteld, met een blauwe dienst moet de maatregel op kosten van het waterschap weer ongedaan gemaakt worden wanneer het contract niet verlengd kan worden. In het kader van de ecologische verbindingszone langs het Mark-Vlietkanaal (Toekomstvisie Mark-Vliet) is een tweede pilot in gang gezet om op twee percelen die niet aangekocht konden worden, met een blauwe dienst te werken. Daar werd op basis van het natuurdoeltype ter plaatse uitgegaan van het aanleggen van bloemrijk grasland. De vergoeding was daar berekend op 2000 /ha/jaar. Deze vergoeding is destijds door het dagelijks bestuur (alleen voor dit ene proefproject) goedgekeurd. Deze blauwe dienst zou worden ondergebracht in de Pilot Stimuleringsregeling Groene en Blauwe diensten Brabantse Delta e.o. van de provincie die op zijn beurt ondergebracht zou worden in het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Vanwege de problemen om het stimuleringskader goedgekeurd te krijgen door de EU, kan deze pilot niet daadwerkelijk gestart worden. Samengevatte ervaringen tot dusver Op basis van de eerste pilots en andere soortgelijke projecten elders in het land kunnen een aantal lessen getrokken worden: Hoewel een evz in beginsel aan een specifieke locatie is gebonden (een waterloop met natuurwaarden, aangewezen in het WHP2+), zijn er in beginsel toch voldoende aanknopingspunten om een blauwe dienst toe te kunnen passen. Juist omdat er de mogelijkheid is om in plaats van een aaneengesloten strook ook met stapstenen te werken is er toch voldoende mate van vrijwilligheid, die nodig is bij blauwe diensten. Aandachtspunt is wel dat de inrichtingsmaatregelen laagdrempelig zijn en makkelijk omkeerbaar als de contracten aflopen. De inrichting van de evz moet aansluiten op de nagestreefde natuurdoeltypen. Dit betekent dat er in bepaalde gevallen ingrijpende inrichtingsmaatregelen nodig zijn. Blauwe diensten zijn in die gevallen niet toepasbaar. Belangrijk aandachtspunt blijft het afstemmen met het beheer en onderhoud van de waterloop. Alle evz s uit het WHP2+ liggen langs leggerwaterlopen die een belangrijke waterhuishoudkundige functie voor de water aan- en afvoer hebben. Deze moet gewaarborgd blijven door goed onderhoud. Dit betekent op zijn beurt weer aanvullende eisen aan de inrichting van de evz, waardoor het moeilijker wordt dit op een goede wijze via een blauwe dienst te realiseren. Ook hier geldt dat voor de toepasbaarheid van blauwe diensten een en ander afhangt van de mate waarin de extra eisen ten behoeve van het onderhoud zich verhouden met de natuurdoeltypen. Het is goed te realiseren dat men via een blauwe dienst geen duurzame oplossing bereikt. Als het contract beëindigd wordt, moeten de ingrepen ongedaan gemaakt worden. Dit betekent dat de inrichtingskosten en de kosten van het instandhouden in de periode daarvoor, tevergeefs zijn geweest. Dit is dus alleen zinvol als er concreet uitzicht is op het later alsnog kunnen aankopen van de evz. Kortom: een blauwe dienst als overbrugging. Het aanleggen van een ecologische verbindingszone of natuurbeheer is bovenwettelijk, want dit hoort niet tot de wettelijk opdragen taken van het waterschap. Een blauwe dienst is vanuit dat oogpunt verdedigbaar. -15-

3 De mogelijkheden om blauwe diensten in te zetten zijn beperkt maar onder een aantal voorwaarden zijn er nog wel blauwe diensten denkbaar. Hoe de blauwe dienst er precies uit moet komen te zijn zal in hoge mate maatwerk zijn, omdat dit van verschillende factoren afhangt, niet in de laatste plaats van het te realiseren natuurdoeltype. Een blauwe dienst is echter alleen interessant als die gerealiseerd wordt met omkeerbare maatregelen en als de blauwe dienst dient ter overbrugging met concreet uitzicht op een latere aankoop van de grond. N.B.: In theorie kan een blauwe dienst nog overwogen worden als extra maatregel om een gerealiseerde evz te vervolmaken. Dit speelt als er geen aaneengesloten strook ingericht is, maar wel door stapstenen aan de gewenste oppervlakte per kilometer strekkende kilometer waterloop is voldaan. Het inzetten van een blauwe dienst, heeft dan niet meer tot doel om doelstellingen van het waterschap te realiseren (dat is dan immers al gebeurd conform het WHP2+ en het bestuursprogramma,) maar is dan een extra inspanning. Het ligt echter niet in de rede om dit te doen, aangezien het bestuursprogramma prioriteit geeft aan het realiseren van de WHP2+ doelstellingen. Daarnaast past dit ook niet in het beleid dat het waterschap voert ten aanzien van de realisatie van ecologische zones die niet tot de WHP-doelstellingen behoren, namelijk wel welwillend meewerken maar niet participeren. 5.6 Zakelijke rechten en kwalitatieve verplichtingen Een meer duurzame manier van het verwerven van gronden zonder deze aan te kopen is het afsluiten van een erfdienstbaarheid, het vestigen van erfpacht of het aangaan van een kwalitatieve verplichting. Vooral een erfdienstbaarheid lijkt op het eerste gezicht interessant. Echter, er moet bij een erfdienstbaarheid een relatie zijn tussen het heersende erf en het een dienende erf. Er moet sprake zijn van een soort wederdienst. Bij de realisatie van een evz kan dit een probleem zijn. Voor het dienend erf zal vaak naar de ondergrond van de aanliggende leggerwaterloop gekeken worden. Deze ondergrond is echter niet altijd in eigendom van het waterschap en kan dan niet voor een erfdienstbaarheid benut worden. Het gebruik van een kwalitatieve verplichting al dan niet in combinatie met de vestiging van een bepaald (zakelijk) recht voor het realiseren van een evz is mogelijk, maar geniet zeker niet de voorkeur. De reden hiervoor is dat door het aanleggen van een evz (die gedoogd moet worden) het overige gebruik van de grond onmogelijk is geworden. Kwalitatieve verplichtingen en zakelijke rechten gaan echter wel uit van een nevengebruik. 5.7 Stimuleringsregeling Stimuleringsregelingen zijn slechts zeer beperkt inzetbaar voor de realisatie van evz s. Aangezien een subsidie bedoeld is voor te stimuleren van goed omschreven gedragingen zonder inrichtingsmaatregelen (zoals bij akkerrandenbeheer) kan een stimuleringsregeling alleen voor evz s zoals bloemrijk grasland ingezet worden. Een ander aspect dat bij een stimuleringsregeling is het gegeven dat een stimuleringsregeling in beginsel overal in een gebied ingezet kan worden en niet aan specifieke locaties gebonden is. Evz s zijn dat in dit geval wel, omdat het specifiek gaat om de evz s uit het WHP2+. Dit zou eventueel nog opgelost kunnen worden door in een kaart bij de subsidieverordening specifiek aan te geven voor welke evz s de regeling geldt. Dan blijft echter nog als knelpunt over dat evz s onderling verschillen qua doelstellingen. De nagestreefde natuurdoeltypen zijn niet overal hetzelfde en kunnen ook niet overal zonder ingrijpende inrichtingsmaatregelen gerealiseerd worden. Dit alles maakt het praktisch ondoenlijk dit in een subsidieverordening te omschrijven. Daarbij is het ook de vraag in hoeverre het de moeite loont om dit nader te omschrijven. Het aantal gevallen waar dit instrument toegepast zou kunnen worden is naar verwachting zo beperkt, dat het niet de moeite loont om daar een subsidieregeling voor in te stellen en op de markt te zetten. Ten slotte is een subsidie ook nog per definitie tijdelijk van aard, voor een evz in duurzaam gerealiseerd moet worden, is een subsidie ook uit dat oogpunt niet toepasbaar. 5.8 Keur Aangezien natuurbeheer en/of de realisatie van evz s niet tot de wettelijk opgedragen taken van het waterschap behoren, kan geen gebruik gemaakt worden van het instrument van de keur om de realisatie van evz s te faciliteren. -16-

4 5.9 Financiële aspecten Het inzetten van andere instrumenten dan aankoop ten behoeve van de realisatie van evz s valt heel snel negatief uit ten gunste van grondaankoop. Dit pleit er eens te meer voor uiteindelijk voor de meest duurzame oplossing te kiezen, dat wil zeggen nog steeds voorkeur te blijven geven aan aankoop van gronden boven andere opties. Andere opties zoals blauwe diensten (voor zover praktisch toepasbaar) zijn vanuit financieel oogpunt alleen interessant ter overbrugging wanneer er concreet uitzicht is op latere aankoop Tussentijdse conclusie Uit de bovenstaande paragrafen kan geconcludeerd worden dat er weinig praktische en goede alternatieven zijn voor grondaankoop waar het huidige beleid op gericht is. De alternatieven die er zijn, zijn slechts in een beperkt aantal situaties inzetbaar en leveren alleen een semi-permanente oplossing. Het gaat dan ook nog om zeer specifiek maatwerk. Met het toepassen ervan zal zorgvuldig omgegaan moeten worden, juist omdat het maatwerk is en omdat het financiële plaatje (inrichting en beheer) al snel negatief uitslaat in vergelijking tot grondaankoop en inrichting door het waterschap. -17-

5 6 Beek- en kreekherstel 6.1 Inleiding In het kader van het bestuursprogramma moet het waterschap de komende jaren vele kilometers/hectares beek- en kreekherstel realiseren. Momenteel ligt het accent op het aankopen van grond om beek- en kreekherstel te realiseren. Hierbij geldt overigens dat er vaak overlap is met andere waterthema s zoals bijvoorbeeld evz, waarvoor ook de gronden ook aangekocht worden. De verwerving van gronden door aankoop gaat echter vaak niet snel genoeg voor de realisatie van het bestuursprogramma. 6.2 Beleidskader Het WHP2+ onderscheidt niet letterlijk de functie beek- en kreekherstel. In de praktijk gaat beek- en kreekherstel over de integrale beekontwikkeling multifunctioneel gebruik. Het gaat daarbij om het verbeteren van de natuurwaarden van het beekdal in combinatie met andere doelstellingen zoals waterberging. De beken waarop beek- en kreekherstel van toepassing is, zijn dan ook beken met de functie waternatuur, al dan niet met de deelfunctie viswater of evz. Vanuit de algemene uitgangspunten uit het WHP2+ is beek- en kreekherstel als een aparte doelstelling terug gekomen in de reconstructieplannen. In de tekst die in de reconstructieplannen staat blijkt ook duidelijk dat het niet alleen om de beek zelf gaat die hersteld moet worden, maar ook het brongebied. Dit betekent dat met het herinrichten van de beek alleen de doelstelling nog niet helemaal gehaald is. In april 2002 is een gezamenlijk rapport opgesteld door de provincie en de waterschappen waarin de globale doelstellingen voor beek- en kreekherstel concreter zijn uitgewerkt naar streefbeelden voor de diverse soorten beken (Streefbeelden voor beken en kreken in Noord-Brabant). In de praktijk betekent dit dat voor het herstel van de beek meestal geen gronden apart aangekocht hoeven te worden omdat dit in de meeste gevallen voor andere doelstellingen moet gebeuren. Maar let op, dat is niet per definitie altijd zo. In de gevallen dat er alleen een combinatie met waterberging is, zal er nog wel grond verworven moeten worden omdat voor waterberging in beginsel met een gedoogplicht gewerkt zal gaan worden en grondaankoop alleen als smeerolie aan de orde is. Bij beek- en kreekherstel is het belangrijkste aandachtspunt qua ruimtebeslag de ruimte die de beek nodig heeft om weer te kunnen meanderen. Hiervoor zijn geen eenduidige vuistregels beschikbaar zoals bij evz s waar de vuistregel is dat een evz gemiddeld 25 meter breed is. Het ontbreken van een heldere vuistregel betekent in de praktijk dat per geval goed onderbouwd moet worden welke gronden nodig zijn en waarom. Het dagelijks bestuur heeft uitsproken dat zij daarom per project een goede onderbouwing wil zien welke gronden absoluut nodig zijn en welke uitwijkmogelijkheden er zijn als gronden op de meest gewenste plaats niet (tijdig) aangekocht kunnen worden. Is het in die gevallen wel mogelijk om het de inrichting te schuiven zodat gebruik gemaakt kan worden voor gronden die wel (tijdig) verworven kunnen worden? 6.3 Niets regelen De nuloptie niets regelen is niet van toepassing. Het herstel van de beek en het herstel van het brongebied zullen niet zonder actief ingrijpen van de grond komen. 6.4 Grondaankoop en onteigening Omdat beek- en kreekherstel meestal een combinatie met een andere functie is waarvoor grond verworven moet worden, kan voor grondaankoop op het beleid voor die andere functie worden aangesloten. In de praktijk zal dat meestal het beleid voor de verwerving van evz s zijn omdat die combinatie veruit het meeste voorkomt. Dit betekent op zijn beurt dat de voorkeur uitgaat naar het aankopen van gronden en zo te streven naar een zo duurzaam mogelijke oplossing. Dwingende maatregelen zoals onteigening zijn hier niet aan de orde maar wel is er het streven via kavelruil en de grondbank (i.k.v. de reconstructie/revitalisering) -18-

6 zo snel mogelijk de benodigde gronden te verwerven. Het gaat daarbij om stroken grond van wisselende breedte langs de beek. Voor het herstel van de brongebieden is het aankopen (laat staan onteigenen) niet aan de orde. Hier hoeft in beginsel niets ingericht te worden, maar moet er alleen voor gezorgd worden dat het water vastgehouden wordt. 6.5 Blauwe diensten Voor het realiseren van een natuurlijk ingerichte beek is het instrument blauwe dienst niet goed toepasbaar. De maatregelen zijn te ingrijpend, te definitief van aard en het doel is aan een hele specifieke ruimte/locatie gebonden. Hiervoor gelden dezelfde mitsen en maren als voor evz s (zie het vorige hoofdstuk). Voor het herstel van de brongebieden kan een blauwe dienst mogelijkheden bieden. Aangezien voor het herstel van de brongebieden vooral het vasthouden van water in de brongebieden van belang is, ligt daar een duidelijke parallel met water vasthouden in de haarvaten ook wel bergen aan de bron genoemd. Dit thema wordt in het volgende hoofdstuk beschreven. 6.6 Zakelijke rechten en kwalitatieve verplichtingen Op zich is een zakelijk recht in de vorm van een strook naast de beek en alternatief om het meanderen van een beek mogelijk te maken. Binnen bepaalde grenzen kan de beek dan rustig meanderen en kunnen oevers verweren, kortom doen wat natuurlijke beken normaal zouden doen, zonder juridische obstakels. Het dient dan wel de aanbeveling dat zakelijke recht eenmalig af te kopen. Het is immers niet praktisch om ten eeuwige dage te blijven betalen aan een zakelijk recht terwijl het voor- of nadeel voor de ontvanger van de vergoeding (canon) ook niet constant is over de tijd. Bij de eenmalige afkoop loopt men echter tegen het gegeven het deel van het perceel naast de beek die afkalft, onverkoopbaar wordt. Dit betekent dat bij het afkopen van de schade in de praktijk een bedrag moet worden betaald waarvoor de grond aangekocht had kunnen worden of zelfs nog meer. Dit maakt deze optie dan ook vanuit een financieel oogpunt niet rendabel. Als er desondanks voor gekozen wordt deze optie toe te passen is het afkoopbedrag erg afhankelijk is van de situatie ter plaatse en zal het aantal gevallen waarin hiermee gewerkt kan worden ook zeer beperkt zijn. Aangezien het dan niet de moeite zou lonen om hiervoor een aparte (ingewikkelde) schadebeoordelingssystematiek te ontwikkelen, zou dan per project een onafhankelijke schadetaxateur een schadetaxatie uit moeten voeren. Ook dat brengt aanzienlijke extra kosten met zich mee die het gebruik van deze instrumenten niet rechtvaardigen. 6.7 Stimuleringsregeling Een stimuleringsregeling is goed inzetbaar voor minimale ingrepen die eigenlijk niet veel meer vergen dan het verrichten van bepaalde handelingen door de ontvanger van de subsidie. Een stimuleringsregeling is daarom beperkt inzetbaar voor beek- en kreekherstel. De enige denkbare toepassing zou kunnen zijn het nemen van kleinschalige maatregelen in de brongebieden van de beek om het water helder te houden of vast te houden zodat het kan infiltreren. In feite gaat het dan om water vasthouden in de haarvaten (zie volgend hoofdstuk). 6.8 Keur Over de mogelijkheden om de keur toe te passen verschillen de meningen binnen Brabant sterk. Waterschap De Dommel heeft er bij de herziening van de keur voor gekozen om zogenaamde meanderzones in te stellen (artikel 10 Keur oppervlaktewateren Waterschap De Dommel 2005). Binnen een zone van 25 meter (tenzij in de legger anders bepaald) uit de insteek van een leggerwaterloop met de functie Waternatuur geldt een verbod voor het aanbrengen van bouwwerken, graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk en kabels & leidingen leggen. Bij het opstellen van de keur voor waterschap Brabantse Delta heeft het bestuur destijds aangegeven de keur niet te willen gebruiken voor het realiseren van beleidsdoelen (zoals beek- en kreekherstel). Het is echter de vraag in hoeverre de keur überhaupt gebruikt kan worden om zones te vrij te houden voor het laten meanderen van een beek, al dan niet in combinatie met een passende bestemming in het bestemmingsplan. De vraag is of het waterschap de bevoegdheid heeft om via de keur regels te stellen op dit -19-

7 vlak. Het antwoord op deze juridische vraag is niet eenvoudig. Er moet sprake zijn van een waterhuishoudkundig belang dat een dermate grote aantasting van het eigendomsrecht rechtvaardigt. De juridische opvatting, dat een dergelijke regel een te grote aantasting van het eigendomsrecht is en dus niet toepasbaar is. 6.9 Financiële aspecten Ten behoeve van het weer laten meanderen van een beek maakt het voor de keuze uit diverse opties niet uit wat de inrichtingskosten zijn. Deze zijn ongeacht de optie hetzelfde en dus vergelijkbaar. De afweging zal dan ook gebaseerd zijn op de kosten voor het beschikbaar krijgen van de gronden. In de praktijk zal het dan gaan om aankoop versus de kosten voor een zakelijk recht. Bij een zakelijk recht wordt de verwachte schade (verminderde opbrengst van het perceel door de aanwezigheid van een waterloop) gekapitaliseerd over een aantal jaren met inachtneming van een wettelijke rente. Verwacht mag worden dat deze kosten vergelijkbaar zullen zijn met de aankoop van een substantiële hoeveelheid grond Tussentijdse conclusie Voor de realisatie van beek- en kreekherstel zijn geen goede alternatieve instrumenten voor vrijwillige grondaankoop. Alleen door combinaties met andere functies, kritisch te zijn bij het bepalen welke gronden écht nodig zijn én het maximaal benutten van de mogelijkheden die er zijn om grondaankoop te faciliteren en te versnellen, kunnen de gronden die nodig zijn voortvarend verworven worden. -20-

8 7 Water vasthouden in de haarvaten / bergen aan de bron 7.1 Inleiding Het thema water vasthouden in de haarvaten betreft het vasthouden van water helemaal bovenstroom in het watersysteem. Het vasthouden van water bovenstrooms in het watersysteem dient drie doelen. Ten eerste vermindert het bovenstrooms vasthouden van water de druk op de benedenstroomse gebieden en vermindert zo de behoefte aan waterbergingsgebieden. Vandaar ook dat in de berekeningen ten behoeve van de waterbergingsvisie ook maatregelen voor water vasthouden in de haarvaten zijn meegenomen. Ten tweede draagt het bovenstrooms water vasthouden door meer infiltreren bij aan het herstel van brongebieden van beken. Ten derde is water vasthouden in de haarvaten in beeld als maatregel voor verdrogingsbestrijding bij natuur en landbouw. Er is geen eenduidige definitie wat water vasthouden in de haarvaten eigenlijk precies is. In de praktijk levert dat nogal wat verwarring op over het soort maatregelen die onder deze vlag genomen worden. Eenduidigheid is echter wel van cruciaal belang om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen kunnen worden. Uitgaande van de inzichten die momenteel gehanteerd worden in de diverse beleidsdocumenten (zoals de reconstructieplannen) heeft water vasthouden in de haarvaten te maken met kleinschalige, vrijwillige maatregelen in bovenstrooms gelegen sloten (aan het begin van het watersysteem), waarbij in beginsel geen water op het maaiveld wordt gezet. 7.2 Beleidskader Water vasthouden in de haarvaten is geen aparte benoemde beleidsdoelstelling uit het WHP2+, maar komt in het WHP2+ aan de orde bij het thema beek- en kreekherstel en het heeft raakvlakken met waterberging. In de reconstructie- en revitaliseringsplannen is water vasthouden in de haarvaten expliciet als maatregel benoemd bij de onderdelen waterdoelen/ggor en beekherstel. In het waterbeheersplan van het waterschap (IWWB-2) staat water vasthouden in de haarvaten niet als zodanig benoemd, wel is in het kader van het waterbeheersplan in het verleden al ingezet op waterconserveringsmaatregelen in het kader van het Landbouw Ontwikkelingsplan (LOP), door het plaatsen op vrijwillige basis van kleine stuwtjes om water te conserveren: de zogenaamde LOP-stuwen. Deze LOPstuwen werden geplaatst door de projectorganisatie van waterschap en ZLTO en werden vervolgens bediend door agrariërs. De uitvoerende werkzaamheden van dit project zijn al lang afgerond. De evaluatie van de genomen maatregel (voorzien na 5 jaar) wordt opgepakt door het waterschap. Deze evaluatie zal inzicht geven in de concrete effecten van de maatregelen. In de tussentijd heeft het LOP-project al wel heeft waardevolle informatie opgeleverd voor de mogelijke aanpak van het thema water vasthouden in de haarvaten en hoe hierover afspraken met agrariërs gemaakt kunnen worden. N.B.: Begin 2007 zal door de gezamenlijke waterschappen in samenwerking met ZLTO en terreinbeheerders (trekker is waterschap De Dommel) nog een nader onderzoek plaatsvinden om te bepalen welke effecten die bepaalde maatregelen hebben en welke technische maatregelen in welke situaties zinvol zijn. Om te bepalen wanneer er welke maatregelen genomen worden en welke bedragen daarbij gemoeid zijn, is dat onderzoek en de evaluatie van het LOP-project van belang. Dit betekent dat concreet beleid pas kan worden geformuleerd zodra de eerste resultaten beschikbaar zijn. In dit rapport wordt daarom alleen een voorlopige globale verkenning uitgevoerd naar welke instrumenten in beeld kunnen komen. 7.3 Niets regelen Strikt genomen is de optie niets doen mogelijk. Water vasthouden in de haarvaten is geen doel op zich. Als het waterschap er echter voor kiest niets te doen aan water vasthouden in de haarvaten, betekent dit wel extra inspanningen voor waterberging en verdrogingsbestrijding en zal er een andere aanpak voor het herstel van de brongebieden van beken moeten komen. Niets doen en niets regelen zijn echter twee verschillende zaken. Als het waterschap er wélvoor kiest om wel in te zetten op water vasthouden in de haarvaten, maar er niet voor kiest actief regelingen te treffen, is het zeer de vraag in hoeverre het realiseren -21-

9 van water vasthouden in de haarvaten van de grond komt. De ervaringen uit het LOP-project hebben geleerd dat het eigen voordeel van waterconservering voor de deelnemende agrariërs weliswaar de sleutel tot het succes is geweest, maar dat de inspanningen van het waterschap/zlto de katalysator zijn geweest om het project aan de gang te krijgen. Geconcludeerd kan worden dat zonder enige actieve inzet van het waterschap, water vasthouden in de haarvaten niet van de grond zal komen. 7.4 Grondaankoop en onteigening Voor het realiseren van water vasthouden in de haarvaten is het niet noodzakelijk om gronden duurzaam te verwerven. Aankoop of onteigening zijn dan ook niet aan de orde. 7.5 Blauwe diensten Voor water vasthouden in de haarvaten geldt dat dit thema geschikt is voor het toepassen van blauwe diensten in de vorm van overeenkomsten of via een stimuleringsregeling (zie paragraaf 7.7). Het genoemde LOP-project was eigenlijk een soort blauwe diensten project. Het ging om vrijwillig te nemen, kleinschalige maatregelen, die ook niet strikt aan een bepaalde locatie gebonden zijn. Hoewel de maatregelen ten behoeve van het Landbouw Ontwikkelingsplan technisch gezien niet altijd dezelfde zullen zijn als maatregelen die voor water vasthouden in de haarvaten genomen kunnen worden, is de werkwijze wel vergelijkbaar. De Unie van Waterschappen heeft op 31 mei 2006 een ledenbrief doen uitgaan over de stand van zaken bij blauwe diensten. In deze ledenbrief plaatst de Unie van Waterschappen kritische kanttekeningen bij het bovenwettelijke karakter van water vasthouden. Volgens de Unie van Waterschappen is van bovenwettelijkheid geen sprake bij peilbesluiten en bovendien kunnen via de keurontheffing eisen (peilen) worden gesteld aan stuwen van derden (niet in beheer bij het waterschap). Hierbij is er echter geen rekening gehouden met het gegeven dat peilbesluiten niet overal genomen kunnen worden omdat een peilbesluit verondersteld dat een bepaald peil in een gebied gestuurd en gehandhaafd kan worden. In vrij afwaterende gebieden is daar echter geen sprake van. Daarnaast wordt er voorbij gegaan aan het feit dat ingelanden niet per keur verplicht kunnen worden een stuw te plaatsen, daar waar die er niet is. Een en ander betekent echter wel dat blauwe diensten niet mogelijk zijn in peilbeheerste gebieden (want daar kan wel een peilbesluit genomen worden, ook al is het wellicht geen verplicht peilbesluit gebied). Het grootste nadeel van blauwe diensten is dat uitgegaan moet worden van individuele contracten. Voor de effectiviteit van het beleid is het echter waarschijnlijk wenselijk om op vele plaatsen in het beheersgebied maatregelen te nemen. Dit betekent dat er een groot aantal overeenkomsten moet worden afgesloten die bijgehouden moeten worden en waarvan nagegaan moet worden (al is het maar steekproefsgewijs) of de prestatie die in de overeenkomst is vastgelegd ook daadwerkelijk geleverd wordt. Dit brengt een grote administratieve last met zich mee. Bij het toepassen van een stimuleringsregeling is de administratieve last minder hoog, omdat daar uitgegaan wordt van één uniforme regeling met standaardmaatregelen. Dit maakt het contractbeheer administratief beter beheersbaar en drukt de administratieve lasten. 7.6 Zakelijke rechten en kwalitatieve verplichtingen Voor het realiseren van water vasthouden in de haarvaten is het niet noodzakelijk om gronden meer duurzaam te verwerven. Het vestigen van zakelijke rechten is dan ook niet aan de orde. 7.7 Stimuleringsregeling Zoals in paragraaf 7.5 al is aangegeven leent het thema water vasthouden in de haarvaten zich in principe goed voor het toepassen van een stimuleringsregeling. De te nemen maatregelen zijn niet alleen vrijwillig, kleinschalig en bovenwettelijk, maar de maatregelen zijn ook heel goed op voorhand exact te omschrijven in een subsidieverordening. Hoewel er via de keurontheffing wel eisen aan stuwen e.d. gesteld kunnen worden, kan iemand niet zondermeer verplicht worden een stuw te plaatsen (zie ook paragraag 7.8). De stimuleringsregeling ziet dan ook op het stimuleren van maatregelen door ingelanden, niet op het reguleren daarvan (daarvoor is de nog steeds noodzakelijke keurontheffing het geëigende middel). Het is bij een stimuleringsregeling wel noodzakelijk om onderscheid te maken tussen de peilbeheerste gebieden en de vrijafwaterende gebieden, omdat deze watersystemen (en dus ook de te nemen -22-

10 maatregelen) verschillend zijn. In de peilbeheerste gebieden kan het verbreden van watergangen door flauwe oevers gestimuleerd worden. Hierdoor wordt de inhoud van het watersysteem per peilvak vergroot en is er dus meer ruimte voor waterberging en wateropslag in de zomer. Waterschap Rivierenland heeft een dergelijke stimuleringsregeling opgesteld (Stimuleringsregeling waterbergingsoevers Waterschap Rivierenland 2006). Voor de vrijafwaterende gebieden zal nader bekeken moeten worden welke maatregelen eventueel uitgewerkt kunnen worden tot een pakket aan goed omschreven beheersmaatregelen, in welk gebied deze toegepast kunnen worden en onder welke voorwaarden. 7.8 Keur Zonder in te gaan op de vraag het afdwingen van watervasthouden via de keur überhaupt kan (dat kan namelijk niet), is het niet absoluut noodzakelijk of wenselijk om per algemene regel ingelanden te verplichten maatregelen te nemen voor het vasthouden van water. Het stellen van algemene regels in de keur is dan ook niet aan de orde. Wel kunnen aan een keurontheffing zoals een stuw die een ingeland wil plaatsen voorwaarden verbonden worden aan werken, zoals de stuwhoogte. 7.9 Financiële aspecten Hangende het Brabantbrede onderzoek is nog niet duidelijk wat de kansen en beperkingen zijn ten aanzien van water vasthouden. Dat betekent ook dat de beschikbare opties ook nog niet goed tegen elkaar kunnen worden afgewogen Tussentijdse conclusie Gelet op de beschikbare opties zal het bij water vasthouden vooral gaan om kleinschalige maatregelen die gerealiseerd kunnen worden via stimuleringsregeling. De enige andere opties die aan de orde kan zijn, zijn blauwe diensten. Blauwe diensten brengen echter grotere administratieve lasten met zich mee. Voor degene die het water gaat vasthouden maakt het qua mogelijkheden en vergoeding niet veel uit of er sprake is van een stimuleringsregeling of van een blauwe dienst, zodat de voorkeur uitgaat naar het inzetten van een stimuleringsregeling (eventueel als onderdeel in de provinciale regeling zoals bij Actief Randenbeheer het geval is). -23-

11 8 Conclusies Als de tussentijdse conclusie van ieder hoofdstuk in een tabelvorm worden weergegeven ontstaat het onderstaande beeld. Instrumenten waterberging Natte Natuurparels evz Beek- en kreekherstel Vasthouden in haarvaten (uitstraling) Niets regelen /- Aankoop Blauwe dienst - - +/- - + (contractvorm) Zakelijk recht / - - +/- + - kwalitatieve verpl. Stimuleringsregeling (subsidie) Schaderegeling Keur Onteigenen N.B.: ++= voorkeursinstrument, + = inzetbaar, +/- = beperkt inzetbaar, - = niet inzetbaar voor dit thema. Het is mogelijk dat instrumenten in combinaties worden ingezet per thema. Hoewel de tabel sterk vereenvoudigd is en geen recht doet aan de nuances die schuilgaan achter de plussen en de minnen, wordt wel duidelijk dat per waterthema het aantal opties beperkt is. Bij ieder thema springt er één instrument als duidelijke voorkeur uit. Wat ook opvalt is dat het voorkeursinstrument niet steeds grondaankoop is. Bij natte natuurparels en waterberging wordt niet uitgegaan van grondaankoop als eerste optie, maar van een schaderegeling gekoppeld aan een publiekrechtelijk besluit, zoals de keur in het geval van waterberging. Ten aanzien van de waterthema s kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Waterberging Voor het thema waterberging geldt dat het proces alleen bereikt kan worden door het slim toepassen van grondaankoop en latere doorverkoop, waarbij ingespeeld wordt op kansen die in de streek ontstaan. Hierbij moet wel steeds nadrukkelijk gekeken worden in hoeverre de verwervings- en beheerkosten financieel efficiënt zijn. Natte natuurparels Met het reguliere instrumentarium dat beschikbaar is, zijn er voldoende instrumenten beschikbaar om het hydrologisch herstel van natte natuurparels te realiseren. Ecologische verbindingszones Er zijn weinig praktische en goede alternatieven zijn voor grondaankoop. De alternatieven die er zijn, zijn slechts in een beperkt aantal situaties inzetbaar en leveren alleen een semi-permanente oplossing. Beek- en kreekherstel Voor de realisatie van beek- en kreekherstel zijn geen goede alternatieve instrumenten voor vrijwillige grondaankoop. Alleen door combinaties met andere functies, kritisch te zijn bij het bepalen welke gronden écht nodig zijn én het maximaal benutten van de mogelijkheden die er zijn om grondaankoop te faciliteren en te versnellen, kunnen de gronden die nodig zijn voortvarend verworven worden. Water vasthouden in de haarvaten Gelet op de beschikbare opties zal het bij water vasthouden vooral gaan om kleinschalige maatregelen die gerealiseerd kunnen worden via stimuleringsregeling. De enige andere opties die aan de orde kan zijn, zijn blauwe diensten. Blauwe diensten zijn echter vanwege de grotere administratieve lasten minder interessant. Voor de agariër maakt het verschil tussen een subsidie en een blauwe dienst geen verschil. -24-

12 Bijlage I Schema vastleggen waterberging o.b.v. de huidige wetgeving 1. Vertrekpunt. - Per deelstroomgebied wordt het watersysteem vastgelegd en/of geoptimaliseerd. - waterbergingslocaties nader concretiseren - Voorleggen aan de streek en bespreken met belanghebbenden 2. Opstellen ontwerp besluit tot aanleg of verbetering waterstaatswerk (waterbergingsgebied) beschrijving project en uitvoeringswijze - te treffen maatregelen - kaart met ruimtelijke gevolgen - gevolgen project voor gemiddelde overstromingskans per jaar in beeld brengen - opstellen ontwerp-legger: o legger kaarten met bestaande waterberging o onderhoudsplichtige: waterschap o onderhoudsverplichtingen o.a. : o - herstel talud/oever o - verwijderen onevenredig drijfvuil 3a. overleg met: - gemeenten - koepelorganisaties 3b. overleg met: - ingelanden - de streek 4. definitief concept optimalisatie waterberging 5. besluit tot aanleg of verbetering waterstaatswerk (waterbergingsgebied) (inclusief rechtsbescherming) Keur op de waterberging (incl. rechtsbescherming) 6. opname waterbergingsgebieden in legger / opname waterberging in bestemmingsplan -25-

13 7. Inrichtingsmaatregelen (inclusief schadevergoeding) 8. ingebruikname waterberging. O.b.v. de Keur 9. behandeling verzoek om planschade provincie/gemeente (vloeit voort uit 6) 10. Behandeling verzoek inundatieschade obv: - Verordening nadeelcompensatie waterberging - door waterschap sluiten van privaatrechtelijke overeenkomst, waarin afspraken gemaakt worden over vergoeding van de daadwerkelijk opgetreden inundatieschade op basis van vooraf vastgelegde normen -26-

14 Toelichting schema waterberging In bijgaande schema s worden stappenplannen weergegeven die doorlopen moeten worden om regionale waterbergingsgebieden juridisch correct vast te leggen. Schema vastlegging waterberging o.b.v. de huidige regelgeving Vooraf: in dit schema worden de te volgen stappen die gezet moeten worden indien de Ontwerp-Waterwet nog niet in werking is getreden. Dit schema en de toelichting beschrijft het proces in het licht van de Ontwerp-Waterwet zoals die bekend is in september Parallel aan het schema: vaststellen van een Keur op de waterberging. De Keur waterberging loopt vooruit op artikel 5.19 Ontwerp- Waterwet, dat bepaalt: Rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken, gelegen in een bergingsgebied, zijn gehouden in dat gebied de tijdelijke berging van water te gedogen., in combinatie met artikel 1.1 waarin het begrip bergingsgebied is gedefinieerd als een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor tijdelijke berging van water bestemd gebied, niet behorend tot een oppervlaktewaterlichaam 1. vertrekpunt: per deelstroomgebied wordt het watersysteem vastgelegd en/of geoptimaliseerd. De resultaten van de optimalisatiestudies resulteren in maatregelen, waarvoor besluiten zullen worden genomen. 2. het algemeen bestuur neemt dit besluit als bedoeld in artikel 79 jo. 153 Waterschapswet. In een (inspraak- en rechtsbeschermings)procedure is voorzien. 3. a, b en c.: Uitgebreid overleg met gebied. 4. ontwerp definitief maken. 5. besluit nemen. 6. opname waterberging in de legger / opname waterberging in bestemmingsplan. 7. de nodige inrichtingsmaatregelen zullen juridisch kunnen plaatsvinden met behulp van hetzij de vestiging van zakelijke rechten, hetzij (onder omstandigheden) het opleggen van een duldplicht (via de Belemmeringenwet privaatrecht c.q. Waterstaatswet 1900), hetzij via onteigening. De aard van het in te roepen juridisch instrument zal afhangen van de wil van de grondeigenaar om mee te werken, als ook van de mate van ingrijpendheid van de maatregel. 8. de behandeling van een verzoek om planschade is afhankelijk van het van toepassing zijn van de Reconstructiewet op het betrokken gebied. Deze actie vloeit voort uit actie inundatieclaims worden afgehandeld op basis van de (bijzondere) Verordening Nadeelcompensatie waterberging, tenzij eerder een overeenkomst is gesloten. In deze overeenkomst maken betrokkene en waterschap afspraken over vergoeding van de daadwerkelijk opgetreden inundatieschade op basis van vooraf vastgelegde normen. Nb: Het gaat om een schema. Dit betekent dat in de praktijk afwijkingen (bijv tav de volgorde van activiteiten) voor kunnen komen/wenselijk blijken te zijn. -27-

15 Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur -28-

16 Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op grond van het provinciaal waterhuishoudingsplan is de afgelopen jaren actief ingezet op het hydrologisch herstel van de natte natuurparels. In het kader van de reconstructie zandgronden en het akkoord van Cork zijn daar nadere afspraken over gemaakt. Door een werkgroep van de waterschappen De Dommel, Aa en Maas en Brabantse Delta, de provincie en DLV Groen en Ruimte is een eerste analyse uitgevoerd hoe dit hydrologisch herstel aangepakt moet worden in technische en juridische zin. Op basis van de eerste analyse was echter een verdieping van het juridisch instrumentarium en het ontwikkelen van juridische modelinstrumenten gewenst. Dit rapport is het resultaat van deze verdiepingsslag. 1.2 Natte natuurparels en overige natte natuur De aanleiding van dit rapport is het uitvoering geven aan het hydrologisch herstel van natte natuurparels door de waterschappen. In dit rapport wordt specifiek ingegaan op de beleidsmatige achtergronden en het juridisch instrumentarium voor natte natuurparels. De voor natte natuurparels ontwikkelde juridische aanpak is echter eveneens van toepassing op overige hydrologisch te herstellen natte natuurgebieden. De aanpak van natte natuurparels is maatwerk. In ieder specifiek geval is een unieke combinatie van technisch ingrepen nodig om het hydrologisch herstel te realiseren. Dit betekent ook dat voor iedere situatie een unieke combinatie van besluiten genomen moet worden om dit mogelijk te maken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld waterberging is het daarom niet mogelijk in deze rapportage een zeer gedetailleerde aanpak op te schrijven die voor elke situatie zondermeer toepasbaar is. Deze rapportage beschrijft dan ook alleen de hoofdlijnen en geeft aandachtspunten aan voor het te doorlopen proces. Per natte natuurparel zal het een en ander nog juridisch uitgewerkt moeten worden op basis van de modellen en handvatten die hier gegeven worden. De juridische werkgroep heeft de vergoedingssystematiek van DLV Groen en Ruimte voor de technische berekening van schade niet nader onderzocht. Naar de mening van de juridische werkgroep vertoont het systeem dat er nu ligt op het eerste gezicht geen leemten of hiaten, maar een inhoudelijke beoordeling van de berekeningssystematiek en/of normbedragen vergt specialistische kennis en is niet ter beoordeling van de juridische werkgroep. Het vergoedingensysteem is op dit moment nog niet volledig en dient nog verder uitgewerkt te worden. 1.3 Status van dit rapport Deze rapportage geeft op hoofdlijnen aan welke aanpak en procedures gevolgd moeten worden om natte natuurparels hydrologisch te herstellen. Dit rapport bevat dus geen concrete regelingen, zoals die bijvoorbeeld voor waterberging zijn gemaakt. De reden hiervoor is dat voor het verwezenlijken van natte natuurparels zeer uiteenlopende maatregelen nodig kunnen zijn. De besluiten die hiervoor genomen moeten worden kunnen variëren van een keurontheffing, een peilbesluit tot een besluit aanleg/verbetering waterstaatswerk. Daarnaast is dit rapport niet door derden getoetst. Op zichzelf is dit rapport geen beleidsdocument dat als zodanig moet worden vastgesteld. De bestuurlijke besluitvorming beperkt zich tot het afspreken van de hier beschreven gezamenlijke lijn. De vergoedingssystematiek moet echter wel door ieder waterschap afzonderlijk worden vastgesteld. Per waterschap zal per project nader bekeken moeten worden welke besluiten genomen moeten worden om de maatregelen te kunnen realiseren. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de belangrijkste conclusies uit de eerste analyse samengevat. In hoofdstuk 3 zijn de relevante beleidsuitgangspunten ten aanzien van natte natuurparels op een rij gezet. Hoofdstuk 4 gaat in op de soorten schade die aan de orde zijn en de voorwaarden die het Europees recht stelt aan schadevergoeding. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op het juridisch instrumentarium door te schetsen in welke fasen van een herstelproject, welke besluiten genomen moeten worden, als inleiding op de -29-

17 Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur modelovereenkomst. De modelovereenkomst zelf is met een toelichting opgenomen in de bijlagen. In hoofdstuk 6 zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen. -30-

18 Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur 2 Korte samenvatting van de eerste analyse Voorafgaande aan dit rapport is een eerste analyse van de aanpak van het hydrologisch herstel van natte natuurparels uitgevoerd. Het doel van die eerste analyse was ( ) om de juridische mogelijkheden van een generiek systeem van blauwe diensten voor de uitstralingsgebieden rondom de natte natuurparels in beeld te brengen, alsmede de bijbehorende vergoedingensystematiek (zie blz. 4, Uitstraling natte natuur(parels) en blauwe diensten d.d. 20 januari 2006, DLV Groen en Ruimte). Uit deze eerste analyse is een globale aanpak naar voren gekomen in technisch inhoudelijke zin en in juridische zin. Gelet op de onderzoeksvraag op basis waarvan de eerste analyse is uitgevoerd is toen alleen gekeken naar de uitstralingsgebieden van de natte natuurparels, niet naar het natuurgebied zelf. Bovendien beperkte de vraag zich tot de mogelijkheden van de inzet van blauwe diensten in de uitstralingsgebieden. De conclusie was dat blauwe diensten niet toepasbaar zijn. Gelet op de beperkte onderzoeksvraag werd alleen op hoofdlijnen geschetst hoe het dan wel moet. De rapportage van DLV Groen en Ruimte (Uitstraling natte natuur(parels) en blauwe diensten d.d. 20 januari 2006) is begin 2006 in het ORLG besproken. Daar is de wens geuit om nadere uitwerking aan de alternatieven te geven in de vorm van een juridisch instrumentarium. 2.1 Belangrijkste conclusies eerste analyse Om op een rechtmatige manier vernattende maatregelen te kunnen doorvoeren zijn altijd formele overheidsbesluiten nodig in de natte natuurparel. In het uitstralingsgebied worden verder geen maatregelen genomen. Dit betekent dat ongewenste uitstralingseffecten niet meer zijn dan schade die veroorzaakt wordt door maatregelen genomen binnen de natte natuurparel. De hoofdconclusie uit het DLV rapport is dan ook dat de inzet van een blauwe dienst in de uitstralingsgebieden rondom de natte natuurparels geen optie is. Dit betekent echter niet dat de verdere planuitwerking niet in goed overleg met de betrokken burgers en bedrijven kan plaatsvinden zoals in het akkoord van Cork bedoeld was. Wat volgens het DLV rapport wel perspectief zou bieden zijn privaatrechtelijke overeenkomsten met agrariërs over het vergoeden van vernattingsschade rond natte natuur(parels). Al in de planfase kunnen technische maatregelen om de uitstralingseffecten zo veel mogelijk voorkomen worden onderzocht en in het ontwerpplan worden meegenomen. Afspraken over schadevergoeding kunnen in een overeenkomst worden vastgelegd. Een dergelijke overeenkomst biedt de meeste perspectieven als deze in de beginfase wordt afgesloten. Op dat moment is er de vrijheid om in onderling overleg tot een voor alle partijen acceptabele oplossing te komen. Bieden compenserende maatregelen geen of niet voldoende perspectief dan zal het draagvlak voor een overeenkomst moeten worden besproken en kan men ook de afweging maken tussen een eenmalige afkoop vooraf of vergoeding(en) achteraf op basis van een vooraf afgesproken schadevergoedingsregeling. In dit rapport van de juridische werkgroep wordt nader onderzocht en uitwerkt in hoeverre de perspectieven die in het DLV rapport zijn aangestipt, daadwerkelijk toepasbaar zijn. Op basis van de eerste analyse is door DLV Groen en Ruimte een concept vergoedingssystematiek uitgewerkt. Deze concept vergoedingensystematiek is gebaseerd op de landelijk geaccepteerde HELPtabellen en gaat uit van de meest voorkomende (verwachte) combinaties van grondwaterstandverandering, grondsoorten en gewassen in de uitstralingsgebieden. Deze vergoedingssystematiek ziet alleen op schade voor de landbouw. De juridische werkgroep gaat ervan uit dat er geen vernattingsmaatregelen zullen worden genomen die nadelige effecten hebben voor woningen en ander gebouwen. Vernatting van gebouwen kan immers niet worden afgedaan met een jaarlijkse schadevergoeding. Indien vernatting van gebouwen voorzien wordt zullen ofwel technische maatregelen genomen moeten worden om de gebouwen afdoende te beschermen, ofwel er moeten ter plaatse minder ingrijpende vernattingsmaatregelen genomen worden. -31-

19 Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur 3 Relevante beleidsachtergronden Algemene uitgangspunten De term natte natuurparel is geïntroduceerd in het Streekplan Noord-Brabant 2002 (paragraaf streekplan). In het streekplan wordt tevens op hoofdlijnen aangegeven wat het nagestreefde doel is, namelijk hydrologische bescherming van deze bijzonder gevoelige natuurgebieden tegen ongewenste ruimtelijke ingrepen. De aanwijzing van gebieden als natte natuurparel met als uitgangspunt het tegengaan van verdere verdroging en het streven naar hydrologisch herstel is verder uitgewerkt in de Partiële herziening Waterhuishoudingsplan (WHP2+). Het is echter niet zo dat deze gebieden niet eerder al in beeld waren als bijzonder gevoelige natuurgebieden. Bovendien was het bijbehorende beleid ook niet nieuw. Al in het eerste en tweede Provinciale Waterhuishoudingsplan waren de gebieden die nu natte natuurparel heten, opgenomen onder de functie water voor de landnatuur met een tweesporig herstelbeleid dat enerzijds gericht is op het handhaven van een standstill en anderzijds gericht is op hydrologisch herstel. In het Streekplan 2002 en het WHP2+ worden de natte natuurparels echter als aparte categorie gebieden benoemd en wordt het beleid ten aanzien van het hydrologisch herstel concreter gemaakt dan voorheen. Hydrologisch beleid Het hydrologische beleid uit het WHP2+ ten aanzien van natte natuurparels kent twee sporen, namelijk enerzijds de natte natuurparels beschermen tegen verdere verdroging en anderzijds door herstelmaatregelen de verdroging opheffen. Het standstill beleid wordt hier voor de volledigheid kort toegelicht omdat dit van belang is voor de bescherming van de natte natuurparels tegen verdroging. Het standstill beleid heeft echter geen directe relatie met het streven naar hydrologisch herstel dat voor dit rapport relevant is. Spoor 1: standstill beleid In het WHP2+ wordt het standstill-beleid verder uitgewerkt. Dit gebeurt door van de waterbeheerders (provincie en waterschappen) het toepassen van een strikt beschermingsbeleid te vragen in een zone van gemiddeld 500 meter rondom natte natuurparels. De afstand 500 meter volgt ook uit het WHP2+. De provincie heeft de 500 meterbeschermingszone vanwege hun rol als grondwaterbeheerder verwerkt in de Verordening waterhuishouding Noord-Brabant De waterschappen Brabantse Delta en De Dommel hebben dezelfde grenzen in hun keuren verankerd. Waterschap Aa en Maas is de keuraanpassing aan het voorbereiden. In de reconstructie- en gebiedsplannen zijn de begrenzingen zoals deze in de Verordening waterhuishouding Noord-Brabant 2005 zijn begrensd zonder wijzigingen overgenomen. Het gaat om een rechtstreeks doorwerkend onderdeel van de reconstructieplannen. Dit betekent in de praktijk dat de natte natuurparels én de 500 meterzones, conform de provinciale verordening, in de reconstructieplannen zijn opgenomen met een aanlegvergunningenstelsel en dat deze vervolgens verplicht in de bestemmingsplannen moet worden opgenomen (op basis van art. 27 reconstructiewet). Voor de gebiedsplannen geldt geen rechtstreekse planologische doorwerking, maar geldt wel dat het vastgestelde gebiedsplan de status heeft die een streekplanuitwerking ook heeft (met andere woorden: vastgesteld provinciaal ruimtelijk beleid). Dit alles betreft echter alleen het standstill-beleid. Spoor 2: hydrologisch herstel Voor het hydrologisch herstel geldt dat het WHP2+ bepaalt dat er sprake is van een resultaatsverplichting. In de natte natuurparels moeten door herstelmaatregelen specifieke natuurdoelen gehaald worden. De natuurdoelen die gehaald moeten worden in de natte natuurparels zijn vastgelegd in de natuurdoeltypen in de provinciale natuurgebiedsplannen. Daarnaast heeft Provinciale Staten de kaders vastgesteld voor GGOR op grond van artikel van de Verordening waterhuishouding Noord-Brabant Het waterschap stelt vervolgens het GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime) vast, uiterlijk in 2010 (art lid 1 Verordening waterhuishouding Noord-Brabant 2005). Het herstel van de natte natuurparels neemt daarbij een prominente rol in. -32-

20 Bijlage II Juridische leidraad ontwikkeling natte natuur Planologisch beleid Voor wat betreft het standstillbeleid is in de reconstructieplannen duidelijk omschreven wat er minimaal moet gebeuren in bestemmingsplannen. Voor het hydrologisch herstel is dit nog niet duidelijk omschreven en zal bij de uitwerking naar bestemmingsplannen gekeken moeten worden of het planologisch regime dat er al is voor het standstill beleid nog verder verruimd moet worden (dat kan zowel in ruimtelijke zin door grotere beschermingszones in te stellen als in juridische zin door extra planvoorschriften in te stellen). De uiteindelijke afweging of dit past binnen een goede ruimtelijke ordening ligt bij de desbetreffende gemeente. Wat betreft het ontwikkelingsbeleid ten behoeve van het hydrologisch herstel geldt dat het streekplan daar geen concrete uitspraken over doet. Dat is op zich ook wel logisch, omdat dit niet op dat schaalniveau te doen is en bovendien destijds niet duidelijk was wat er precies gebeuren moest. Het streekplan zegt in paragraaf hierover dat in de reconstructie- en gebiedsplannen ( ) wordt via de methodiek waterdoelen bekeken welke maatregelen nodig zijn om de gewenste doelstellingen voor de natuurwaarden te realiseren. Het planologisch regime zal telkens maatwerk moeten zijn en zich mede moeten richten op bescherming en herstel (verdrogingsbestrijding) van de waterafhankelijke natuur. ( ) In de tussentijd zal via de watertoets bekeken worden of ruimtelijke plannen en projecten aanvaardbaar zijn vanuit dit oogpunt. (blz. 51 Streekplan Noord-Brabant 2002, partiële herziening 3 december 2004) Beleid ten aanzien van de aanpak van het hydrologisch herstel Het beleid ten aanzien van het hydrologisch herstel staat goed omschreven in de vastgestelde kaders GGOR van de provincie. "In de reconstructieplannen is uitgegaan van de zogenaamde overeenkomst van Cork. Dit akkoord gaat uit van het herstellen van de natte natuurparels met maatregelen in het natuurgebied tot aan de rand met omliggend landbouwgebied. Natte natuurparels zijn in het Streekplan, Koepelplan en de partiële herziening van het Provinciale Waterhuishoudingsplan opgenomen als natuurgebieden met bijzondere natuurwaarden en afhankelijk van hydrologische omstandigheden. In de eerste planperiode van de reconstructie worden in ongeveer 50 % van het areaal van de natte natuurparels vernattingsmaatregelen tot aan de rand van de natuurparels genomen. Hierbij worden in het aangrenzende landbouwgebied geen vernattingsmaatregelen genomen. In het landbouwgebied grenzend aan een natte natuurparel zal de grondwaterstand mogelijk stijgen. Voor de overige natte natuurparels geldt eenzelfde aanpak, maar dan in de tweede planperiode." ( ) "Voor de natte natuurparels geldt dat maatregelen tot de rand van het natuurgebied uitgevoerd worden. Door deze maatregelen kunnen uitstralingseffecten ontstaan naar de omliggende functies. De definitieve omvang van de uitstralingszones worden door de waterschappen nog nader bepaald in gebiedsgerichte uitwerkingen. Het verhogen van de grondwaterstand in omliggend landbouwgebied door vernattingsmaatregelen in natuurgebieden kan nadelig zijn voor de bedrijfsvoering en bestaande bebouwing, maar dat is niet per definitie het geval. Er kan ook sprake zijn van een verbetering van de landbouwkundige omstandigheden door de afname van droogteschade. Daar waar daadwerkelijk sprake is van beperking van gebruiksmogelijkheden wordt in overleg met betrokken gezocht naar een oplossing. Dit kan in de vorm van technische compensatie, financiële compensatie, maar ook compensatie in de vorm van grond." In de bestuursovereenkomst tussen provincie en waterschappen is bovendien opgenomen dat: Maatregelen die binnen de EHS alsmede in de omgeving daarvan nadelige gevolgen zullen hebben voor burgers en bedrijven, zullen niet in uitvoering worden genomen zonder de in redelijkheid te vorderen medewerking van de betrokken grondeigenaren en grondgebruikers. Daarnaast is opgenomen dat: de waterschappen waar nodig en wenselijk overeenkomsten naar burgerlijk recht sluiten met agrarische ondernemers die bereid en in staat zijn om een vorm van dagelijks beheer van de bij hen in eigendom of gebruik zijnde gronden te realiseren die congruent zijn met de doelstellingen van de EHS (zie artikel 13 lid 3 en 4 van de bestuursovereenkomst tussen de provincie en de waterschappen 2004). Relevant natuurbeleid De natuurdoelen die gehaald moeten worden in de natte natuurparels zijn vastgelegd in de natuurdoeltypen op basis van de provinciale natuurgebiedsplannen. Op basis van deze natuurdoeltypen wordt bepaald in welke mate vernatting nodig is en dus ook welke maatregelen genomen moeten worden en waar in de natte natuurparel. Daarnaast is van belang dat de natte natuurparels onderdeel zijn van de landelijke EHS. Dit betekent dat het aankoop en subsidiebeleid van het Rijk ten behoeve van de realisatie van de EHS in 2020 van toepassing is. -33-

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Deze folder gaat over het herstellen van natte natuurparels in Noord-Brabant.

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Auteur: N. van Rooij District: Raam Inhoudsopgave Pagina 1 van 7 Leeswijzer... 3 DEEL

Nadere informatie

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk Waterplan Land van Cuijk 1 Inhoud Waterplan land van Cuijk: 1. Waarom het 2. Wat is het 3. Totstandkoming 4. Communicatie over 5. Uitvoeringsprogramma 6. Vragen 2 1 Raad gemeente Heeft u nog iets te kiezen?

Nadere informatie

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011:

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011: Datum: 16-11-2011 Voorstelnummer: I8025 Onderwerp: voorstel peilgestuurde drainage Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011: 1. het dagelijks bestuur te adviseren over bijgevoegd

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Hatertse en Overasseltse Vennen

Hatertse en Overasseltse Vennen Hatertse en Overasseltse Vennen Maatregelplan aanpak verdroging en natuur Harro Kraal Waterschap Rivierenland Beleid Rijksbeleid TOP-gebieden EHS Provinciaal Waterhuishoudingsplan Actiegebieden Waterberging

Nadere informatie

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied)

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied) Bijlage 4 Toelichting beleid dempen sloten (landelijk gebied) Inleiding Doel van het dempingenbeleid is het waarborgen van de bestaande goede wateraanvoer en waterafvoer in het landelijk gebied en het

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Raadsvoorstel Vergadering: : 28 april 2008 Agendanummer : 7 Opiniërende vergadering : 14 april 2008 Portefeuillehouder : L.C.J. Lijmbach Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Aan de raad,

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

In het vergunningenspoor worden de volgende toetsingscriteria gebruikt.

In het vergunningenspoor worden de volgende toetsingscriteria gebruikt. Beleidsregels onderhoudsstroken langs a-wateren 1. Inleiding Het beheer en onderhoud van a-wateren is een belangrijke taak van het waterschap. Door de toenemende gronddruk in het beheergebied wordt op

Nadere informatie

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet Verwijderen 2 bruggen vervangen door 2 duikers in Zandhoekse Loop en Landmeersche Loop Pagina 1 van 6 26-3-2019 projectplan verwijderen

Nadere informatie

Schade door wateroverlast Voorkomen, afkopen of vergoeden?

Schade door wateroverlast Voorkomen, afkopen of vergoeden? Schade door wateroverlast Voorkomen, afkopen of vergoeden? Amersfoort, 14 november 2013 Wat is doelmatig omgaan met de schadevraag? Robert van Cleef Copyright 2007 by Sterk Consulting. Private for the

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Projectplan Waterwet (definitief besluit) Datum 08-09-2014 Projectnummer P2200C Onderwerp Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit

Nadere informatie

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007 K a n s e n voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t Onderzoeksrapport Mei 2007 Opdrachtgever: Uitvoerenden: In samenwerking met: Provincie Noord-Brabant Brabants Landschap Brabants Particulier

Nadere informatie

Ad a. Algemeen belang Elke handeling met een publieke grondslag wordt geacht genomen of gedaan te zijn in het algemeen belang.

Ad a. Algemeen belang Elke handeling met een publieke grondslag wordt geacht genomen of gedaan te zijn in het algemeen belang. Toelichting Algemene toelichting Inleiding Artikel 7.14 van de Waterwet bevat een algemene regeling die voorziet in de vergoeding van schade als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid

Nadere informatie

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers Herstel natte natuurparels De Utrecht Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers Doel van de informatiebijeenkomst Alle agrariërs in de natte natuurparel en/of in de beschermingszone informeren

Nadere informatie

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden 1. Familie Willems, Roderwolde Functies beekdal Hoger peil toename kwel rand effecten (onkruid / vliegen) Grenzen peilbesluit komen overeen met de vastgestelde

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar?

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar? PAS en grondbezit Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar? PAS EN GRONDBEZIT WELKE GEVOLGEN HEEFT DE PAS VOOR U ALS GRONDEIGENAAR? Gezonde natuur zorgt voor een rijk Brabants landschap om

Nadere informatie

Waterschap De Dommel. Waterberging. De visie tot 2050 op hoofdpunten

Waterschap De Dommel. Waterberging. De visie tot 2050 op hoofdpunten Waterschap De Dommel Waterberging De visie tot 2050 op hoofdpunten Inhoud 2 De waterbergingsvisie van Waterschap De Dommel; doel, kader en status 4 Werknormen wat zijn dat? 5 Waterschap De Dommel kan niet

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

Schadevergoeding in de Waterwet Seminar VVOR17 januari 2013. Dr.mr. Frank Groothuijse

Schadevergoeding in de Waterwet Seminar VVOR17 januari 2013. Dr.mr. Frank Groothuijse Schadevergoeding in de Waterwet Seminar VVOR17 januari 2013 Dr.mr. Frank Groothuijse Plan van behandeling 1. Hoofdlijnen Waterwet 2. Schadevergoedingsregeling: 7.14 Wtw 3. Gedoogplicht aanleg/wijziging

Nadere informatie

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT pagina 1 Van 7 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Beschrijving

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Maasdriel Nr. 116856 7 juli 2017 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel Nadere regels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek

Nadere informatie

Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019

Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019 Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019 Pagina 1 van 7 november 2018 Inhoudsopgave Projectplan Waterwet Deel I Deel II Deel III Deel IV Aanleg of wijziging van duiker Verantwoording Rechtsbescherming

Nadere informatie

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5 Artikel 1 Begripsbepalingen a. Steiger: constructie, die over een oppervlaktewaterlichaam is geplaatst en is verankerd in het achterliggende perceel. b. Natuurvriendelijke

Nadere informatie

Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden

Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden Datum: 12 januari 2016 Aanvang: 20.00 uur Locatie: Café Ons Thuis, Bredaseweg 20 Terheijden Welkom door Leon van Rijthoven

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Projectplan Waterwet

Projectplan Waterwet Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te Someren-Eind Document titel Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te

Nadere informatie

Advies. aan de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland inzake

Advies. aan de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland inzake Advies aan de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland inzake de verantwoordelijkheidsverdeling bij aanpassing van duikers ten behoeve van de verbreding van de provinciale weg N207

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012 Zaaknummer: AVGCL37 Collegevoorstel Inleiding Kortheidshalve wordt naar het raadsvoorstel verwezen voor verdere informatie Feitelijke informatie Afweging Inzet van Middelen Voorgenomen besluit Wij stellen

Nadere informatie

Nadeelcompensatie bij vernatting

Nadeelcompensatie bij vernatting Nadeelcompensatie bij vernatting Deze notitie geeft een toelichting op hoe het waterschap om gaat met nadeelcompensatie bij vernatting van landbouwgronden als gevolg van door het waterschap genomen besluiten

Nadere informatie

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal Onderwerp Status : Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal : Ontwerpbesluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden : 3 december

Nadere informatie

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009 Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009 Algemeen Wetgeving en beleid De Keur is gebaseerd op de Waterschapswet, de Waterwet, het Waterbesluit, het Waterbeheerplan en de Provinciale Waterverordening.

Nadere informatie

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET (definitief besluit) Projectnummer Onderwerp CP2119 projectplan voor Molenbeek Nunspeet Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het projectplan

Nadere informatie

GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012

GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012 Reg.nr: FLO/2011/18042 Pagina 1 van 5 GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012 AAN DE RAAD Onderwerp: Uitwerking opties realisatie tweede hockeyveld Kollenberg Nuth 1. Samenvatting

Nadere informatie

omschrijving wijziging:

omschrijving wijziging: 5.14 Het (ver)graven van (nieuwe) oppervlaktewaterlichamen Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1, 2 en

Nadere informatie

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2 Groningen; deelgebied A2 projectnr. 343811 revisie 0 9 oktober 2018 auteur(s) Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen Inhoud 1 No-Regret... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2

Nadere informatie

RfC W-1402-0031 - Definitie van waterbodem up-to-date maken

RfC W-1402-0031 - Definitie van waterbodem up-to-date maken RfC W-1402-0031 - Definitie van waterbodem up-to-date maken Algemeen Update ronde Status Publicatiedatum Sluitingsdatum Impact December 2014 Doorgevoerd 17-12-2014 MIDDELGROOT Inhoud Onder Werkveld (Kennisgebied)

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen op verzoek van de gemeente of het anderszins nemen van maatregelen

Nadere informatie

Dialoog veehouderij Venray

Dialoog veehouderij Venray Dialoog veehouderij Venray aanbevelingen dialoog veehouderij gemeente Venray Datum 21 december 2016 Portefeuillehouder Martijn van der Putten Team RO Naam steller Jos Kniest De onderstaande aanbevelingen

Nadere informatie

Pilot Vergelijking Waternood & KRW-Verkenner

Pilot Vergelijking Waternood & KRW-Verkenner Pilot Vergelijking Waternood & KRW-Verkenner iov STOWA Ws Brabantse Delta Peter de Koning Kees Peerdeman Frans Jorna Piet van Iersel Roel Knoben Waternoodmiddag, Amersfoort, 2 maart 2010 Vraagstelling

Nadere informatie

Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014

Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014 Bedrijfswaterplan Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014 Bedrijfsgegevens Gegevens van het bedrijf Naam bedrijf : Naam en voorletter(s) : Adres : Postcode en woonplaats

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Aan de Raad Made, 23 december 2008 Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 29 januari 2009 Nummer raadsnota: 8 Onderwerp: Beheer natte ecologische verbindingszones / Uitvoeringsproject

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Ruimte voor de Grecht DSPDF_1CB_31313139393036373432.doc Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling vakgroep Ruimtelijke ordening Mei 2013 Gemeente Woerden,

Nadere informatie

Legger Wateren. tekstuele deel

Legger Wateren. tekstuele deel Legger Wateren tekstuele deel januari 2015 Inhoud Bepalingen Legger Wateren 5 1. Algemene bepalingen 5 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 5 2. Onderhoudsplichtigen 6 Artikel 2.1. Onderhoudsplichtigen van

Nadere informatie

Bijlage III. Schouwbeleid deel 2. Doorkijk naar de praktijk. September 2008. concept 20 dec. 1

Bijlage III. Schouwbeleid deel 2. Doorkijk naar de praktijk. September 2008. concept 20 dec. 1 Bijlage III Schouwbeleid deel 2 Doorkijk naar de praktijk September 2008 concept 20 dec. 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoe schoon is schoon genoeg? 4 o Inhoud van de schouw 4 o Legger 4 Waar beoordelen we

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE SCHOUW KERINGEN

BELEIDSNOTITIE SCHOUW KERINGEN BELEIDSNOTITIE SCHOUW KERINGEN Inleiding Het schouwen of inspecteren van de regionale en overige keringen werd min of meer meegenomen in de schouw van de oppervlaktewateren. De aandacht werd daarbij echter

Nadere informatie

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Logo Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Ten behoeve van de watertoets voor de verbreding van de A2 s-hertogenbosch - Eindhoven is gezocht naar mogelijkheden om water te infiltreren,

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder ing. A.E.H. van Helvoirt-Looman Vergadering : 6 mei 2014 Agendapunt : 5. Bijlagen : 1. Volledige teksten eerder genomen besluiten 2. Onderscheiden

Nadere informatie

Kansenkaart energie uit waterkracht

Kansenkaart energie uit waterkracht Kansenkaart energie uit waterkracht Bedoeling van de kansenkaart In de zoektocht naar duurzame energie gaat de belangstelling ook uit naar energie uit water. Als waterschap hebben we, net als onze regio,

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Herinrichting beekdal Oude Strijper Aa Beknopte toelichting op de plannen en procedure

Herinrichting beekdal Oude Strijper Aa Beknopte toelichting op de plannen en procedure Herinrichting beekdal Oude Strijper Aa Beknopte toelichting op de plannen en procedure In het beekdal dreigen bossen en vennen te verdrogen. Ook staat kwetsbare natuur onder druk door te hoge stikstofuitstoot.

Nadere informatie

Projectplan C8514 Aanleg stuw Rooseboom en zandvang in de Zijdewetering (ontwerpbesluit)

Projectplan C8514 Aanleg stuw Rooseboom en zandvang in de Zijdewetering (ontwerpbesluit) Projectplan C8514 Aanleg stuw Rooseboom en zandvang in de Zijdewetering 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Er wordt een nieuwe automatische stuw en een nieuwe zandvang aangelegd

Nadere informatie

BESLUIT LEGGERWIJZIGING

BESLUIT LEGGERWIJZIGING Definitief legger besl uit Z2016-0273 22 j uni 2016 J a BESLUIT LEGGERWIJZIGING De leggerwijziging heeft betrekking op: 1. het gedeeltelijk dempen (verleggen) van het primaire oppervlaktewater Trade Port

Nadere informatie

Rechtspositie waterbewoners

Rechtspositie waterbewoners Rechtspositie waterbewoners Date: 12/06/2013 Achtergrond In april 2012 heeft de Tweede Kamer de regering verzocht een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de rechtsbescherming van woonbootbewoners,

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Ruimte voor dijken Ruimte door recht

Ruimte voor dijken Ruimte door recht Ruimte voor dijken Ruimte door recht SLOTBIJEENKOMST RUIMTELIJK INSTRUMENTARIUM DIJKEN 11 februari 2016 - Inntel Hotel Rotterdam Centre Berthy van den Broek & Marleen van Rijswick Inhoud Regelgeving is

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik Voornemen Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1 Landgoed Heijbroeck Waterparagraaf Datum : 11 juni 2013 Auteur Opdrachtgever : W.J. Aarts : Fam. van Loon 1 VOORWOORD In opdracht van Fam. van Loon is er door Bureau van Nierop een waterparagraaf conform

Nadere informatie

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder

Nadere informatie

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: 270001. Voorstel

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: 270001. Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 7 Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: 270001 In D&H: 15-12-2010 Steller: Arjan Koerhuis In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 58 37 SKK 14-01-2010 Afdeling:

Nadere informatie

Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT

Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Uden, juni 2009 Inhoudsopgave blz 1. Inleiding 3 2. Stimuleren ontwikkelingen in het landelijk gebied

Nadere informatie

Ruimte voor de beek. Ervaring bij Waterschap Limburg. project Loobeekdal, periode Frans Verdonschot Martijn Schraven

Ruimte voor de beek. Ervaring bij Waterschap Limburg. project Loobeekdal, periode Frans Verdonschot Martijn Schraven Ervaring bij Waterschap Limburg Ruimte voor de beek project Loobeekdal, periode 2005-2015 Frans Verdonschot Martijn Schraven Loobeekdal Venray 2 Loobeekdal doelen Doelen n Realisatie natuur (EHS) met natte

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college,

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college, Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Gemeente Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar

Nadere informatie

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst Notitie bij raadsvoorstel Bestuursovereenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeenten in de provincie Noord-Brabant in het kader van de uitvoering van reconstructieen gebiedsplannen ex artikel

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

NOTA VAN INLICHTINGEN. Openbare verkoop bij inschrijving van percelen grond binnen en buiten het Natuur Netwerk Brabant (NNB)

NOTA VAN INLICHTINGEN. Openbare verkoop bij inschrijving van percelen grond binnen en buiten het Natuur Netwerk Brabant (NNB) NOTA VAN INLICHTINGEN Openbare verkoop bij inschrijving van percelen grond binnen en buiten het Natuur Netwerk Brabant (NNB) Datum: 18 augustus 2018 OPGELET! Financieringsmogelijkheid via Het Nationaal

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen Factsheet: rechtsbescherming tegen besluiten op grond van de Omgevingswet Bij het vormgeven van de rechtsbescherming onder de Omgevingswet is aangesloten bij het bestaande wettelijke stelsel. Onderstaande

Nadere informatie

Uitwerking realisatiestrategiekaart Ecologische Hoofdstructuur; omslag van minder verwerving naar meer beheer.

Uitwerking realisatiestrategiekaart Ecologische Hoofdstructuur; omslag van minder verwerving naar meer beheer. Uitwerking realisatiestrategiekaart Ecologische Hoofdstructuur; omslag van minder verwerving naar meer beheer. 1. Inleiding Het beleid van provincie en rijk is er op gericht het natuurbeheer door particulieren

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van het college van burgemeester en wethouders verplaatsen, of het anderszins

Nadere informatie

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 6 Onderwerp: Visie op de legger Nummer: 775122 In D&H: 07-01-2014 Steller: M. de Burger In Cie: BMZ 21-01-2014 Telefoonnummer: (030) 634 5849 SKK Afdeling:

Nadere informatie

beschikkende op de desbetreffende aanvraag van 23 januari 2017, ingekomen op 31 januari 2017 geregistreerd onder zaaknummer 16.ZK19428.

beschikkende op de desbetreffende aanvraag van 23 januari 2017, ingekomen op 31 januari 2017 geregistreerd onder zaaknummer 16.ZK19428. Zaaknr. : 16.ZK19428 Kenmerk : 17UT000332 Barcode : *17UT000332* Watervergunning Het hoofd afdeling vergunningen, daartoe bevoegd krachtens het besluit Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther Waterschap Aa en Maas 's-hertogenbosch, 12 maart 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 DEEL I: VERRUIMING PROFIELEN

Nadere informatie

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Notitie Aan: Waterschap De Dommel Van: Onno de Vrind Datum: 17 november 2017 Kopie: - Ons kenmerk: BD5471/N0004/901865/EHV Classificatie: Definitief HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp:

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Inhoud 1. Inleiding en juridische procedure 2 2. Zienswijzen overlegpartners 2 - Waterschap Hunze en Aa s 3. Gevolgen voor het bestemmingsplan 4 2 1. Inleiding

Nadere informatie

Aanleg loopbrug over sluis Den Deel Het aanleggen van een loopbrug over de schutsluis van Gemaal Den Deel

Aanleg loopbrug over sluis Den Deel Het aanleggen van een loopbrug over de schutsluis van Gemaal Den Deel Aanleg loopbrug over sluis Den Deel Het aanleggen van een loopbrug over de schutsluis van Gemaal Den Deel auteur(s) M.S.van der Meer Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1108973 Datum: Behandeld door: 3 December 2013 griffie Afdeling/Team: Griffie / Onderwerp: digitalisering raad Samenvatting:

Nadere informatie

Nota inspraak en overleg

Nota inspraak en overleg Nota inspraak en overleg Voorontwerp bestemmingsplan KRW Modderbeek Maart 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Status nota inspraak en overleg 1.3 Reacties vooroverleg 1.4 Ingekomen

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014

Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Castricum. Nr. 78794 31 december 2014 Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014 Het college van burgemeester en wethouders maakt

Nadere informatie

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen Beleidskader Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen In het buitengebied 1. Inleiding Het Streekplan Gelderland (2005) biedt nieuwe beleidsruimte voor

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) gemeente Olst-Wijhe

Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) gemeente Olst-Wijhe Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 19 januari 2015 8 2015/02 n.v.t. wethouder M. Blind Kenmerk 14.408410

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van het college van burgemeester en wethouders verplaatsen of het anderszins

Nadere informatie

beschikkende op de desbetreffende aanvraag van 20 november 2018, ingekomen op 22 november 2018, geregistreerd onder zaaknummer 16.ZK06833.

beschikkende op de desbetreffende aanvraag van 20 november 2018, ingekomen op 22 november 2018, geregistreerd onder zaaknummer 16.ZK06833. Zaaknr. : 16.ZK06833 Kenmerk : 18UT011026 Barcode : *18UT011026* Watervergunning Het hoofd afdeling vergunningen, daartoe bevoegd krachtens het besluit Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Compensatie N605 en LOG en uitbreiding Peellandschapspark Voskuilenheuvel

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Compensatie N605 en LOG en uitbreiding Peellandschapspark Voskuilenheuvel GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 14 februari 2012 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Compensatie N605 en LOG en uitbreiding Peellandschapspark Voskuilenheuvel

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie