Taal actief. versie voor de christelijke school. Informatiebrochure. Taal en spelling Groep 4 tot en met 8

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Taal actief. versie voor de christelijke school. Informatiebrochure. Taal en spelling Groep 4 tot en met 8"

Transcriptie

1 Informatiebrochure Taal en spelling Groep tot en met 8

2 lnhoud De methode De speerpunten van - versie voor de christelijke school Taal lnhoud en didactiek Een resultaatgerichte methode met houvast 6 Structuur en organisatie Makkelijk werken in een vaste structuur 8 Differentiatie Differentiëren op drie niveaus in één taalboek! 10 Materialen Basismaterialen en waardevolle extra s 12 De handleiding 1 Een ankerverhaal 16 Een les taal verkennen 18 Een les schrijven 20 Het plusboek 22 lct Visuele en auditieve ondersteuning 3 Een christelijke taalmethode Waarom een versie van voor de christelijke school? 35 Extra: woordenschat extra Voor kinderen met een beperkte woordenschat 36 lnformatie Meer weten over - versie voor de christelijke school? 38 Inhoudsopgave Spelling lnhoud en didactiek Oefenen en herhalen voor het beste resultaat 2 Structuur en organisatie Dezelfde vaste opbouw als taal 26 Differentiatie Differentiëren op drie niveaus in één werkboek! 28 Materialen Een les spelling: onveranderlijke woorden 30 Een les werkwoordspelling 32

3 De methode De speerpunten van - staat voor kwaliteit. helpt om het optimale uit kinderen te halen. Goed resultaat is belangrijk. De beste taalexperts en bekende kinderboekenschrijvers werkten aan deze editie mee. Daarnaast zijn tientallen testscholen betrokken geweest bij de ontwikkeling van, waardoor de methode optimaal aansluit bij de praktijk. Inhoudelijk is deze editie van - versie voor de christelijke school helemaal up-to-date. De methode voldoet aan het referentiekader voor taal en ondersteunt opbrengstgericht werken. De speerpunten van - versie voor de christelijke school zijn: Werken op je eigen niveau Vanaf dag één wordt er in - versie voor de christelijke school gedifferentieerd op drie niveaus. Ook in instructie wordt gedifferentieerd. Verlengde instructie is opgenomen in de handleiding. - heeft een plusboek met daarin een uitdagend programma voor Weet wat je leert! Kinderen leren beter als ze weten wat en waarom ze iets leren. Met - versie voor de christelijke school maakt u ze daarvan bewust. De lesdoelen zijn ook opgenomen in het leerlingmateriaal. Veel aandacht voor woordenschat taalbegaafde kinderen. - besteedt in het basisprogramma veel aandacht aan woordenschat. Zo komen alle themawoorden meerdere keren aan de orde. Voor kinderen met een beperkte woordenschat is er nog een aanvullend programma: woordenschat extra. De methode Uitdagende spellinglijn Het spellingprogramma is overzichtelijk. Per week wordt er één nieuwe spellingcategorie aangeboden en worden er categorieën herhaald. Praktische methode - is makkelijk om mee te werken. U bent er snel in thuis en u heeft door de overzichtelijke handleiding weinig voorbereidingstijd nodig. -, dat spreekt voor zich! De methode De heldere lijn, het eenduidige leerstofaanbod en de kwalitatief sterke inhoud van de methode maakt het werken met gemakkelijk Meester ten Hoor, Eben Haëzerschool, Oldebroek De taalbeheersing van onze leerlingen vraagt om bijzonder goed taalonderwijs: met menen wij dat te kunnen geven. trekt het niveau van ons taalonderwijs boven verwachting omhoog! Meester ten Hoor, Eben Haëzerschool, Oldebroek 5

4 lnhoud en didactiek - Taal Het beste resultaat en houvast voor ieder kind - heeft een duidelijk instructie-model. De methode bestaat uit een leerlijn taal en een leerlijn spelling. Binnen de leerlijn taal worden de volgende vier domeinen in aparte lessen behandeld: woordenschat taal verkennen spreken & luisteren schrijven Geïntegreerde leerlijnen De leerlijnen taal en spelling in - versie voor de christelijke school zijn volledig op elkaar afgestemd. De ankerverhalen vormen het vertrekpunt voor alle lessen. De verhalen zijn geschreven door bekende kinderboekenauteurs als Willemijn de Weerd, Christine Stam en Roland Kalkman. Het kind centraal door differentiatie Vanaf dag één werken alle kinderen op hun eigen niveau. Dit ga je leren the ma 1 Het zelfstandig naamwoord les the ma 2 2 Inhoud en didactiek Het lidwoord de dier het the ma 3 2 ding een les the ma Klinkers en medeklinkers 2 Het bijvoeglijk naamwoord Jan valt op straat. Het bijvoeglijk naamwoord de witte broek een lieve mama klinkers a, e, i, medeklinkers b, c, d, f, De zin les 2 De agent heeft een pen. hoofdletter Een zin maken punt Mijn zusje aait een hondje. 7 meester heeft 2 klanken: mees + ter Inhoud en didactiek basis van het resultaat gaan kinderen aan de slag op hun de gekke, rode stoel eigen niveau. Ook in de instructie wordt gedifferentieerd. Verlengde instructie is opgenomen in de handleiding. Voor Het werkwoord mens Direct na de instructie maken ze drie beginopdrachten. Op les De samenstelling taalbegaafde kinderen heeft - versie voor de Het alfabet 7 9 christelijke school een plusboek met uitdagende opdrachten. fiets + abcdefghijklm 12 Weet wat je leert! 7 Het verkleinwoord 9 nopqrstuvwxyz de tv De woordspin Leestekens: de punt bel Samenwerken kinderen over wat ze leren. Elk taal- en werkboek start met Woordenschat 1 Werkwoord en zelfstandig naamwoord in een zin vis + je = visje boom + pje = boompje deur + tje = deurtje Praat rustig. 1 themawoorden De samenstelling 7 9 Juf loopt met twee paarse krukken. eet + lepel Woorden verdelen in klanken Het pictogram 9 eetlepel de vis de het beeldscherm De woordparachute Woorden leren door naar een plaatje te kijken 12 de baars de computer - informeert de De jongen is blij. fietsbel Samenwerken Woordenschat 1 de schol de tong Kijk elkaar aan en gebruik elkaars naam. 1 themawoorden Woorden onthouden door er een tekening van te maken de vitrine Samenwerken 1 Woordenschat Praat om de beurt. 1 themawoorden rolstoel Samenwerken Woordenschat 1 Wacht op elkaar. 1 themawoorden een visuele leerlijn. In deze leerlijn zien de kinderen wat ze de komende thema s gaan leren. Daarnaast wordt aan het begin van iedere les het de christelijke school doet dit in de lessen woordenschat en instapkaartje behandeld. Het instapkaartje geeft een met woordspelletjes, maar ook in de overige lessen taal en duidelijke doelbeschrijving ( Dit ga je leren ) en een uitleg in spelling komen de woorden terug. - versie voor begrijpelijke taal ( Dit moet je weten ). Zo weten kinderen de christelijke school is zo opgebouwd dat de kinderen wat ze gaan leren. Het instapkaartje vormt ook een goed meerdere keren in aanraking komen met de themawoorden. hulpmiddel bij het zelfstandig werken. Elke les wordt afgesloten met een uitstapkaartje. Dit is een belangrijk Voor kinderen met een beperkte woordenschat is er een reflectiemoment voor de kinderen; ze kijken terug op het aanvullend programma: woordenschat extra. Zie pagina 3. lesdoel. Veel oefenen en herhalen 6 Veel aandacht voor woordenschat In - wordt veel - besteedt veel geoefend. Ook herhaling van de lesdoelen is een vast aandacht aan woordenschat. De leerlijn woordenschat zit in onderdeel van het basisprogramma. Aan het eind van week het basisprogramma en volgt de didactiek uit Met woorden 1 en 2 herhaalt u met de kinderen de doelen van die week in de weer van Dirkje van den Nulft & Marianne Verhallen: in een toepassingsles. De doelen worden voor de toets ook De kern van consolideren is veel en speels herhalen van herhaald in een les samenwerkend leren en na de toets in zowel het woord als de betekenis. - versie voor de weektaak. 7

5 Structuur en organisatie - Taal Makkelijk werken in een vaste structuur Structuur en organistaie - heeft een vaste opbouw. Dat zorgt ervoor dat leerkrachten en kinderen makkelijk met de methode kunnen werken. Elke taalles heeft een leerkrachtgebonden lesdeel en een lesdeel zelfstandig werken. In combinatieen kunt u de lesdelen tegenover elkaar zetten. In de handleiding staat bij elke les een suggestie hoe u dit eenvoudig kunt doen. Een jaarplanning met ruimte - heeft acht jaarlijks terugkerende thema s die elk vier weken duren. Er zijn dus 32 lesweken per jaar, wat ruimte geeft in het jaarprogramma. Voor een zinvolle invulling van de uitloopruimte heeft - versie voor de christelijke school diverse suggesties in de vorm van een instapweek, uitstapweek en parkeerweken. De parkeerweek kan onder andere gebruikt worden voor uitloop in het programma of het afnemen van niet-methodegebonden toetsen. Taal actief - heeft lessen voor de parkeerweek. Er is ook een instapprogramma beschikbaar. De kinderen maken kennis met de structuur van de methode en worden inhoudelijk voorbereid op de eerste thema s. Het instapprogramma vindt u op Elk thema een vaste opbouw Een thema duurt vier weken en begint altijd met een ankerverhaal. Alle ankerverhalen zijn geschreven op het Vaste opbouw per basisweek Op maandag staat - versie voor de christelijke school altijd in het teken van woordenschat, inclusief het lezen van het ankerverhaal. Op dinsdag tot en met vrijdag staat er een taalles van 0 minuten op het programma. De organisatie van een basisweek Taal ziet er als volgt uit: taallessen lesdag lesduur materiaal maandag 60 min. taalboek dinsdag 0 min. taalboek woensdag 0 min. werkboek donderdag 0 min. taalboek vrijdag 0 min. werkboek Duidelijke handleiding De leerkrachtenhandleiding van - versie voor de christelijke school is overzichtelijk, makkelijk en volledig. U Structuur en organistaie juiste technisch leesniveau. Het ankerverhaal vormt het Op dinsdag tot en met vrijdag staat er tevens een les spelling krijgt een duidelijke uitleg van de methode en de manier uitgangspunt voor het gehele thema. In de eerste drie weken van 20 minuten op het programma. U geeft dus per dag waarop u, zonder veel voorbereiding, uw lessen stap voor geeft u de basislessen. Tijdens de basislessen differentieert u 60 minuten les met - versie voor de christelijke stap kunt uitvoeren. Bij elke les vindt u ook suggesties voor op drie niveaus. Aan het eind van week 3 volgt een taaltoets. school. het werken in combinatieen. In week gaan kinderen aan de hand van de toetsresultaten remediëren, herhalen of verrijken (r-h-v). Elk lestype een vaste opbouw Werken met de weektaak week 1 week 2 week 3 week De lessen binnen - versie voor de christelijke school hebben dezelfde herkenbare opbouw. Een les Onderdelen van - versie voor de christelijke school zijn heel geschikt om in te zetten tijdens de dag- of 3 basisweken differentiatie op 3 niveaus toets r-h-v bestaat uit een leerkrachtgebonden lesdeel en een lesdeel zelfstandig werken. weektaak. In de handleiding treft u hiervoor concrete tips aan. 8 9

6 Differentiatie - Taal Differentiëren op drie niveaus in één taalboek! Met - versie voor de christelijke school kunt u moeiteloos differentiëren op drie niveaus. En wat het nog makkelijker maakt: de drie niveaus staan allemaal in één taalboek. Zo werkt ieder kind op zijn eigen niveau. Ook in de instructie wordt gedifferentieerd. Verlengde instructie is opgenomen in de handleiding. Differentiëren vanaf dag 1 - differentieert in elke les op drie niveaus: drempelniveau basisniveau Het resultaat bepaalt op welk niveau ze de les kunnen instappen. Thematoets Bij elk thema maken de kinderen aan het eind van week 3 een toets. De toets is opgenomen in een toetsboek aparte reflectielessen voor schrijven. Daarin ordenen en beoordelen de kinderen zelf hun schrijfproducten voor een schrijfportfolio. Differentiatie na de toets In elk thema neemt u aan het eind van week 3 een toets af. verrijkingsniveau en bestaat uit meerkeuzevragen. De taaltoets heeft drie Het toetsresultaat bepaalt het niveau waarop de kinderen in onderdelen: taal verkennen, woordenschat en plusvragen. week werken. De taalzwakke kinderen geeft u verlengde In - start de De resultaten bepalen het startniveau van het kind in week. instructie. Daarna maken zij samen met u de -opdracht differentiatie al direct na de beginopdrachten in het lesonderdeel Eerst proberen. Aan de hand van het aantal Plustoets in het taalboek en werken zelfstandig verder met de -opdracht. De gemiddelde kinderen werken zelfstandig in Differentiatie fouten bepaalt u op welk niveau de kinderen aan de slag gaan. Kinderen die een fout maken bij het onderdeel Eerst proberen, beginnen met en maken ook de opdracht bij. De overige kinderen beginnen met. Zij maken vervolgens De plustoets wordt gemaakt door de kinderen die in het plusboek werken en/of door de kinderen die het plusboek volgens u aankunnen. De plustoets geeft een goede indicatie of de kinderen voldoende taalniveau hebben bereikt om te werken met het plusboek. Toetsing spreken & luisteren en schrijven het taalboek. De taalbegaafde kinderen werken verder in het plusboek. Differentiatie ook de opdracht bij. - heeft De taalbegaafde kinderen maken de opdracht bij en observatie- en beoordelingsformulieren waarmee u werken daarna in het plusboek. Op deze manier halen alle het niveau van elk kind op het onderdeel spreken & kinderen het kerndoelen- en referentieniveau en laat u elk luisteren en schrijven kunt bepalen. Daarnaast zijn er kind werken op zijn eigen niveau. Toetsing voor een optimale leerweg In - speelt toetsing een belangrijke rol. Het is een hulpmiddel om op verschillende momenten het niveau van kinderen te bepalen en de beste leerweg voor elk individueel kind uit te kiezen. Eerst proberen Na de instructie start elke les taal verkennen en woordenschat met het onderdeel Eerst proberen. Dit is een minitoets waarbij de kinderen drie opdrachten maken

7 Materialen - Taal Basismaterialen en waardevolle extra s Materaialen De materialen voor de leerlijn taal bestaan uit basismateriaal en extra materiaal. Het basismateriaal is minimaal nodig voor de uitvoering van het programma. Met de extra materialen komt - versie voor de christelijke school tegemoet aan de vraag van veel scholen. Zo is er een aanvullend pakket woordenschat extra voor kinderen met een beperkte woordenschat (zie pagina 36 in deze brochure). Voor taalbegaafde kinderen heeft - versie voor de christelijke school een plusboek (zie pagina 37 in deze brochure). Met de software voor het digitaal schoolbord maakt u de lessen interactiever en effectiever. handleiding spelling Dit werkboek is van: taalboek A werkboek A spelling werkboek A taal antwoordenboek A spelling antwoordenboek A taal Dit werkboek is van: handleiding taal werkboek B spelling antwoordenboek B spelling Materaialen Dit werkboek is van: basismateriaal extra materiaal handleiding antwoordenboek taalboek a/b plusboek (zie bladzijde 35) taalboek B werkboek B taal antwoordenboek B taal toetsboek taal werkboek a/b digibordsoftware toetsboek pakket woordenschat extra (zie bladzijde 3) Dit werkboek is van: 12 13

8 - Taal De handleiding taal Weinig voorbereidingstijd zien. STAP 1 Introductie de pagina s uit de les- en werkboeken afgebeeld. De korte, actiegerichte teksten in de handleiding maken het mogelijk om al Lesdoelen belangrijke informatie; Materiaal De kinderen kunnen het gezegde aanwijzen in een zin. De kinderen begrijpen dat een vertelzin en een vraagzin uit minimaal een onderwerp met gezegde bestaat Lesduur Taalboek, blz Antwoordenboek taal, blz. 8 Plusboek Aanwijzingen bij de les 0 minuten lezende les te geven, na een beperkte voorbereidingstijd. Handig voor invallers! Overzichtelijk In concrete stappen staan per lesonderdeel de aanwijzingen voor het geven van de les. De gele blokken zijn instructiegerelateerd. De blauwe blokken zijn gekoppeld aan de zelfstandig werken momenten. STAP 2 Instructie 1 Lees samen de eerste alinea van het ankerverhaal. Laat de kinderen de onderwerpen en persoonsvormen opzoeken. Herhaal indien nodig hoe dat moet. In twee zinnen staat er nog een werkwoord bij. Kunnen jullie die werkwoorden vinden? Schrijf de onderwerpen en werkwoorden op: Ik ben geboren. Dat was wennen. 2 Neem Dit moet je weten met de kinderen door en bespreek de voorbeeldzin. Nanouck is klinkt nog niet af. Nanouck is geboren vertelt veel meer over Nanouck. Maar vaak is het gezegde alleen de persoonsvorm. Bijvoorbeeld in: Nanouck schreef een stuk voor de schoolkrant. 3 Laat de kinderen zelf een zin maken met: Ik kan en dan een werkwoord. (Ik kan dansen). Vraag wat het onderwerp is, wat de persoonsvorm en wat het gezegde. TAALBOEK we ek 2 th em a 5 les 7 1 Mijn vader kon in Nederland werken. Doe het zo: Mijn vader kon werken. 2 Mijn oma heeft een bontjas voor me genaaid. 3 Zelfs mijn opa moest bijna huilen bij ons vertrek. Heb je een fout? Begin bij Heb je alles goed? Begin bij Dit ga je leren Je leert wat het gezegde is. Je leert hoe je het gezegde vindt in een zin. 1 Kika en Luca mogen samen een spreekbeurt houden. Doe het zo: mogen houden Ik ben klaar. Jij ook? Als onderwerp kozen ze pooldieren. Ze hebben de spreekbeurt samen bedacht. Kika heeft alle hoofdpunten al opgeschreven. Luca moet nog afbeeldingen zoeken. Hij gaat dat zo snel mogelijk doen. 2 a Schrijf het onderwerp en het gezegde op. Onderstreep de persoonsvorm. 1 De kinderen maken item 2 en 3 Oproep 1 Zeehondjes worden nog steeds massaal gedood. Doe het zo: Kinderen die alles goed hebben, beginnen bij. Kinderen die niet alles goed hebben, beginnen bij. Overleg met kinderen die twijfelen of voor wie u een andere keuze hebt gemaakt barbaars Erg wreed (iemand met opzet en zonder medelijden pijn doen). Ja, het wordt mooi hoor! b Maak de volgende zin af. Kies uit A of B. Als je van een zin het onderwerp en het gezegde opschrijft A heb je de belangrijkste informatie van een zin bij elkaar. B weet je precies wie iets doet en waarom hij/zij dat doet. 3 Schrijf het onderwerp en het gezegde op. Onderstreep de persoonsvorm. 1 IJsberen kunnen met moeite hun hoofd boven water houden. Doe het zo: Ysberen kunnen houden Je moet dat natuurlijk niet letterlijk nemen. De ijsberen kunnen zonder ijs bijna niet overleven in de natuur. Dat wordt voor een deel veroorzaakt door hun jachtmethode. IJsberen gaan geduldig bij een wak in het ijs zitten wachten op een zeehond. 6 Suffe zeehond? Nee, hij moet nu eenmaal boven water ademen. 2 Wij willen deze barbaarse jacht beperken. 3 We gaan de zeehondenjacht uitbeelden. De mensen moeten de waarheid beseffen. woorden Vertel in je eigen tussen de wat het verschil is een zin en persoonsvorm in zin. een in gde geze het _T5_V5.indd :51 Antwoorden 1 Mijn vader kon werken. 2 Mijn oma heeft genaaid. 3 Mijn opa moest huilen. Bij de aanwijzingen van de Verlengde instructie 1 Wat vonden jullie moeilijk aan de oefenzinnen? Kunnen jullie werkwoorden goed herkennen? Oefen als dit niet zo is met het herkennen van werkwoorden in de zinnen: We moeten zuinig zijn met energie. We hebben al heel veel olie en gas opgestookt. Oefen daarna met het vinden van de persoonsvorm. 2 Laat de kinderen een werkwoord bedenken bij: Ik laat (vallen, lezen, horen). Laat ze de zin opschrijven en een rondje om het onderwerp zetten en een streep onder het gezegde zetten. Maak van de zin nu een wij-zin: Wij laten (...) Laat de kinderen ontdekken dat de persoonsvorm wel verandert, maar de rest van het gezegde niet. 3 Maak de eerste twee items van opdracht 1 samen. Daarna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag. les staat indien van belang achtergrondinformatie over het doel, de plaats in de leerlijn en extra didactische aanwijzingen. Verlengde instructie - versie voor de christelijke school differentieert ook in instructie. Verlengde instructie is opgenomen in de handleiding. Combinatieen Bij iedere les staan Zeehondjes worden gedood Eerst proberen STAP Werkafspraken materialen en de lesduur. De kinderen werken zelfstandig aan de opdrachten. Stap 6: bespreek de uitstapkaart met A en B op een moment naar keuze. 5 De jagers doden zeehondjes soms met een knuppel! 6 De zeehonden worden op zo n beroerde manier doodgemaakt vanwege hun vel. Dit moet je weten Alle werkwoorden in een zin vormen samen het gezegde. Een van de werkwoorden is de persoonsvorm. Bijna elke zin heeft een onderwerp en een gezegde. 1 Schrijf alle werkwoorden van de zin op. 18 B stap 5 les 8, stap 1-2 Nanouck is in Groenland geboren. STAP 3 Oefenen van Eerst proberen. Bij het eerste item kunnen ze zien wat de bedoeling is. 2 Kijk de items samen na. Wijs de kinderen erop dat alleen de persoonsvorm minder vertelt over wat het onderwerp doet dan het hele gezegde. A stap 1- stap 5 de lesdoelen, benodigde STAP 5 Zelfstandig werken taal verkennen Eerst proberen Schrijf het onderwerp en het gezegde op. Onderstreep de persoonsvorm De meeste vertelzinnen of vraagzinnen bestaan uit een onderwerp en een gezegde. Er zijn natuurlijk allerlei uitzonderingen. De leerlijn gezegde is tot nu toe als volgt opgebouwd:, thema : vragen over een werkwoord (wat wordt er gedaan) 5, thema 6: onderwerp en werkwoord (persoonsvorm) hebben hetzelfde getal 6, thema 1, 2 en 3: herkennen van de persoonsvorm in de zin. Soms bestaat het gezegde uit één werkwoord (de persoonsvorm), soms uit twee werkwoorden of meer. Door deze twee of meer werkwoorden kom je meer te weten over wat het onderwerp doet. Combinatieen 1 1 mogen houden kozen hebben bedacht heeft opgeschreven moet zoeken gaat doen Handleiding taal 6 Malmberg s-hertogenbosch Ik kan erg goed Wat mis je nog in deze zin? Maak de zin af door op te schrijven: Ik kan erg goed uitleggen. Wat voor woord is uitleggen? (Een werkwoord.) In deze zin staan dan twee werkwoorden: kan en uitleggen. Onderstreep het gezegde. Deze twee werkwoorden noemen we samen het gezegde. In deze les ga je leren wat het gezegde is en hoe je het vindt. In de handleiding staan Boven de les staat Thema 5 aarde week 2 Les 7 taal verkennen De handleiding laat in één oogopslag het lesverloop Extra informatie Groep 6, handleiding 2a 1 Zeehondjes worden gedood Wij willen beperken We gaan uitbeelden De mensen moeten beseffen De jagers doden De zeehonden worden doodgemaakt 2b concrete tips voor 1 Bespreek de uitstapkaart. Laat de combinatieen en de kinderen in tweetallen hun antwoord vergelijken en tot één formulering komen. Laat de antwoorden noemen. Schrijf een antwoord op het bord. Het onderwerp is degene die de activiteit in de zin doet. Het gezegde zijn alle werkwoorden die samen de activiteit van de zin uitdrukken. Één van de werkwoorden in het gezegde is de persoonsvorm. 2 Wat zegt meer over wat iemand doet? Alleen de persoonsvorm of het hele gezegde? Laat de kinderen in tweetallen een voorbeeld bedenken waaruit dit blijkt. 3 In les 10 ga je nog een keer oefenen met het gezegde. dag- en/of weektaak. Antwoorden Onderaan vindt u de antwoorden op de opdrachten. A 3 1 IJsberen kunnen houden STAP 6 Reflectie Je moet nemen De ijsberen kunnen overleven Dat wordt veroorzaakt IJsberen gaan zitten wachten Hij moet ademen Handleiding taal 6 Malmberg s-hertogenbosch EXTRA OEFENEN Print/kopieer het oefenblad

9 - Taal Een ankerverhaal Rode draad Iedere 1e les van de week is een woordenschatles. De les start met een ankerverhaal. Het ankerverhaal vormt de rode draad van de lessen taal en spelling in die week. Bekende kinderboekenschrijvers De ankerverhalen zijn geschreven door bekende kinderboekenschrijvers zoals Willemijn de Weerd, Christine Stam en Roland Kalkman. Avi-niveau Alle ankerverhalen zijn geschreven op het technisch leesniveau van de betreffende jaar. thema 6 week 2 beeldtaal Verzinnen jullie ook wel eens een verhaaltje? Ik vind het heel leuk, omdat je dan je fantasie mag gebruiken. Soms schrijf ik ook over dingen die echt gebeurd zijn. Mijn dochter heeft een keer broodkorsten over de schutting gegooid. In het boek De knuffel van Sofie doet Sofie dat ook. Stout hè? Groetjes, Willemijn de Weerd 8 Geheime hut Weet je zeker dat er in dit bos een hut staat?, vraagt Geke. Daan prikt met zijn vinger op de kaart. Kijk, zegt hij, hier staat GH. Dat betekent vast geheime hut. Geke houdt de kaart vast. Er staat ook dat ergens in het bos een plas ligt. Die heb ik hier nog nooit gezien!, zegt ze. Jij speelt altijd alleen aan het begin van het bos. Ik ben zo benieuwd naar de hut van mijn broers! Als we nou morgen overdag gaan zoeken!, zegt ze. Vandaag hebben mijn broers een feestje, zegt Daan. Daarom weten we zeker dat ze niet bij de hut zijn. Goed dan, zegt Geke met een diepe zucht. Ze probeert de grote zwarte zaklamp aan te doen. Wat gaat dat lastig, als je handen bibberen. Ik ga wel voorop, zegt Daan dapper. Hij loopt met flinke passen het donkere bos in. Geke probeert hem bij te houden. Wat is dat?, vraagt Geke plotseling. Ze ziet iets engs bewegen, het lijkt wel een beest! Het is gewoon een klein dennenboompje, zegt Daan. Er kraken takken en in de verte glinstert iets wits. Zullen we naar huis gaan?, vraagt Geke klappertandend. Daan pakt zijn verrekijker en loert erdoor. Het is de plas, roept hij blij. Dat betekent dat we dicht bij de hut zijn. Geke ziet de waterplas nu ook liggen. Zouden er gevaarlijke slangen leven? Ik wil naar huis!, zegt Geke. Maar we zijn er bijna. Laten we een rondje om de plas lopen. Geke denkt na. Zou ze in haar eentje naar huis durven lopen? Het bos is helemaal verlaten en donker. Goed, we lopen één rondje, zegt ze. Tijdens het lopen hoort Geke rare geluiden. Zouden dat de gevaarlijke slangen zijn? Ze vinden nergens een hut. GH betekent vast geen hut, zegt Geke. Kom, we gaan naar huis. Maar Daan schudt zijn hoofd. Ik weet waar je de GH kunt vinden, zegt Geke. Ze probeert haar stem opgewekt te laten klinken. Daan kijkt haar onderzoekend aan. Jij? Geke knikt. Kom maar. Ik zal je ernaartoe brengen. Ze lopen terug over het bospaadje. We gaan verkeerd, roept Daan. Nee, we gaan goed, zeker weten, zegt Geke. Even later stoppen ze voor het huis waar Geke woont. Waar is de GH nou?, vraagt Daan. Hier natuurlijk!, knipoogt Geke. GH is Gekes huis. themawoorden loeren Scherp naar iets kijken. aangapen Met open mond naar iemand kijken. Je kijkt dom of verbaasd. staren Je kijkt een tijdje naar één punt. Maar je ziet eigenlijk niets. gluren Je kijkt van buiten naar binnen. Of van binnen naar buiten. Je wilt niet gezien worden. het symbool Een plaatje dat iets anders voorstelt. De duif is het symbool voor vrede. het teken Een cijfer, letter of iets anders. Tekens zie je op je mobiele telefoon of computer. tijdens In de tijd dat het gebeurt. de verrekijker Hiermee kun je dingen die ver weg zijn, goed zien. klappertanden Je tanden tikken zachtjes tegen elkaar, omdat je het heel koud hebt of bang bent. de plas Het meer. knipogen Eén oog even dichtdoen terwijl je iemand aankijkt. de fantasie Wat je verzint, het is niet echt. 9 Themawoorden Naast het ankerverhaal staan de themawoorden. De kleur van de woorden geeft aan op welke wijze ze worden aangeboden. De oranje woorden worden altijd in samenhang aangeboden. Dit gebeurt met behulp van vier vaste structuren: woordparachute, woordspin, woordkast en woordtrap. De themawoorden komen terug in alle lessen taal en spelling van het thema

10 - Taal Een les taal verkennen Taal verkennen is de nieuwe naam voor taalbeschouwing. Weet wat je leert! Kinderen leren beter als ze weten wat ze leren. Daarom staat bij iedere les het lesdoel en de uitleg in de instapkaart. Een handig hulpmiddel bij het zelfstandig werken. Eerst proberen Na de instructie die plaatsvindt aan de hand van het instapkaartje (Dit ga je leren en Dit moet je weten) maken de kinderen drie oefeningen (Eerst proberen). Het resultaat bepaalt op welk niveau de kinderen gaan oefenen. STAP 1 Introductie Lees samen het tweede stukje van het ankerverhaal. Welke zelfstandige naamwoorden staan in dit stukje? Schrijf de zelfstandige naamwoorden die de kinderen noemen op het bord. Welke woorden staan er vóór de zelfstandige naamwoorden? Schrijf die erbij. Onderstreep de, het en een en vertel dat dit lidwoorden zijn. Je gaat leren wat een lidwoord is en waar het bij hoort. STAP 2 Instructie 1 Neem Dit moet je weten met de kinderen door. Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord. Herinner de kinderen aan les 2. Toen hebben ze geleerd wat een zelfstandig naamwoord is (een woord voor een mens, dier of ding). 2 Lees samen met de kinderen het tweede stukje van het ankerverhaal nog eens. Welk woord staat er voor duif? Waarom staat er eerst een duif en dan de duif? Kan het ook andersom? Lees het stukje nog eens en verwissel de en een. In welke volgorde passen de lidwoorden het best? Hoe zou dat komen? 3 Neem nog een paar zinnen uit het ankerverhaal en laat de kinderen daar zelf de lidwoorden en de zelfstandige naamwoorden in benoemen. STAP 3 Oefenen 1 De kinderen maken item 2 en 3 van Eerst proberen. Bij het eerste item kunnen ze zien wat de bedoeling is. 2 Kijk de items samen na. Bij welke woorden past de? Bij welke het? Bij welke een? Had iedereen hetzelfde? Bij welke woorden kun je kiezen tussen twee lidwoorden? TAALBOEK thema 1 week 1 les Thema 1 vriendschap week 1 Les taal verkennen Lesdoelen Materiaal Lesduur De kinderen herkennen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord in een zin. De kinderen kunnen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord combineren in een zin. Taalboek, blz Antwoordenboek taal, blz. 6 Plusboek Verlengde instructie: voor ieder kind 3 gekleurde kaartjes met de, het en een. 0 minuten 1 Eerst proberen Schrijf het lidwoord en het zelfstandig naamwoord op Doe het zo: de slak Heb je een fout? Begin bij Heb je alles goed? Begin bij 1 Schrijf het lidwoord en het zelfstandig naamwoord op. 1 In de sloot wonen de dieren. Doe het zo: de sloot, de dieren 2 De vissen zijn in het water. 3 De kikkers zijn op de kant. Er zwemt een zwaan. 5 In de sloot ligt een bootje. Antwoorden Eerst proberen 1 de slak 2 de duif, de vogel 3 het raam 1 1 de sloot, de dieren 2 de vissen, het water 3 de kikkers, de kant een zwaan 5 de sloot, een bootje 2 1 de boom 2 een jongen 3 het meisje de jongen 5 het nest 6 de duif, de vogel, het nest taal verkennen Dit ga je leren Je leert wat een lidwoord is. Je leert waar een lidwoord bij hoort. Dit moet je weten de het een jongen meisje jongen, meisje aap schaap aap, schaap tafel huis tafel, huis Aanwijzingen bij de les De kinderen leren in deze les het begrip lidwoord. Lidwoorden behoren tot de zogenaamde functiewoorden. Functiewoorden kunnen nooit op zichzelf voorkomen, maar moeten altijd verbonden zijn met een ander woord. Zo zijn lidwoorden gekoppeld aan zelfstandige naamwoorden. Een zelfstandig naamwoord is een inhoudelijk woord. 2 Kijk naar het plaatje. Schrijf een lidwoord en een zelfstandig naamwoord op. 1 De kat zit hoog in de kruin van Doe het zo: de boom 2 Daar zijn en een meisje. 3 De boom is te hoog voor helpt haar. 5 De kat sluipt naar 6 Pas op! Red 3 a De, het of een? Schrijf de woorden in het goede rijtje. Tip: veel woorden passen in twee rijtjes. berg sloot water kippen maantje maan bed Doe het zo: de het een de berg het water een berg b Zoek twee woorden met de. Maak er woorden van met het. Doe het zo: de berg - het bergje 3 a de het een de berg het water een berg de sloot het maantje een sloot de kippen het bed een bed de maan Combinatieen A B stap 1- stap 5 stap 5 dag- of weektaak Stap 6: bespreek de uitstapkaart met A en B op een moment naar keuze. de kruin De top van een boom. Welke lidwoorden ken je nu? Schrijf ze op. b de berg, het bergje de sloot, het slootje de maan, het maantje 15 STAP Werkafspraken Kinderen die alles goed hebben, beginnen bij. Kinderen die niet alles goed hebben, beginnen bij. Overleg met kinderen die twijfelen en de kinderen voor wie u een andere keuze hebt gemaakt. STAP 5 Zelfstandig werken De kinderen werken zelfstandig aan de opdrachten. Verlengde instructie Benoem dingen in de klas (de tafels, de stoelen, het bord, een schrift) en maak er samen met de kinderen een zin mee. Zorg ervoor dat u alleen tastbare zelfstandige naamwoorden neemt. Zien de kinderen dat er voor elk zelfstandig naamwoord een lidwoord past? Geef de kinderen drie gekleurde kaartjes met daarop de woorden de, het en een. Lees de eerste zin van het verhaaltje bij opdracht 1 voor en laat de kinderen het goede kaartje omhoog steken zodra ze een lidwoord horen. Doe dit ook met zin 2 en zin 3. Maak de eerste twee items van opdracht 1 samen. Daarna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag. STAP 6 Reflectie 1 Bespreek de uitstapkaart. Wie vindt het nog lastig om lidwoorden te vinden in de zin? Laat een aantal kinderen een zelfstandig naamwoord plus lidwoord noemen. Benoem steeds de woorden. Extra Schrijf een aantal meervouden en verkleinwoorden door elkaar op het bord. Vraag welk lidwoord erbij hoort. Ga met elkaar na of dit altijd zo is. Vraag voor welke woorden een niet past (woorden die in het meervoud staan). En voor welk soort woorden staat altijd het? (verkleinwoorden). 2 In les 5 gaan we nog een keer oefenen met het lidwoord. EXTRA OEFENEN Print/kopieer het oefenblad. Drie niveaus Alle lessen taal verkennen, woordenschat en spelling bieden oefenstof op 3 niveaus. drempelniveau basisniveau verrijkingsniveau Woord van de dag In iedere basisles wordt er een woord van de dag aangeboden. Reflectie Iedere les eindigt met een haalbare reflectievraag. Handleiding taal Malmberg s-hertogenbosch Handleiding taal Malmberg s-hertogenbosch

11 - Taal Een les schrijven Stap voor stap Elk thema van - versie voor de christelijke school telt twee lessen schrijven, die steeds dezelfde stapsgewijze opbouw hebben. De lessen spreken & luisteren hebben een soortgelijke opbouw. Reviseren Vanaf 5 leren de kinderen een aantal keren per jaar, verspreid over twee schrijflessen, om een beginversie van hun tekst te schrijven, deze te reviseren en vervolgens een eindversie te schrijven. thema 8 les week 3 1 Verkennen Lees de . a Wie is de zender van deze mail? de meester b Heb jij ook een adres? a nee a ja, dat is 2 Voorbereiden a Je gaat de meester terugmailen. Wat vind je leuk om te doen in de laatste week van het schooljaar? b a Ik vul de schrijfhulp niet in. Tip: kijk er wel goed naar! a Ik vul de schrijfhulp wel in. 3 Schrijven Schrijf je op de computer. Denk ook aan: hoofdletters en punten vraagtekens en uitroeptekens Sla af en toe een regel over. Nakijken Lees je na. Klaar? Stuur de mail naar je juf of meester. Van: Aan: Onderwerp: 5 Presenteren Vind je het goed dat de juf of meester je voorleest? a ja a liever niet Dit ga je leren Je leert hoe je een schrijft. schrijven Dit moet je weten Een is vaak kort maar heeft wel een inleiding, een kern en een slot. Hallo, mailen Een schrijven. het adres Het adres van de persoon waar je de naartoe stuurt. <@onzeschool.nl> meester <meester@onzeschool.nl> bijna vakantie Het is bijna vakantie. Wat hebben jullie hard gewerkt dit jaar! Natuurlijk moeten we nog dingen afmaken en opruimen. Maar we gaan ook nog leuke dingen doen in de laatste week van het schooljaar. Wat? Dat mogen jullie zelf bedenken. Wat zou jij leuk vinden? Mail me maar terug! Groetjes van de meester schrijfhulp Aan: Hier komt het adres van je juf of meester. Het onderwerp Bedenk een goede titel. Waar gaat het over? De inleiding Aan wie mail je? Hoe begroet je die? De kern Hier komt je bericht. Wat wil je zeggen? Het slot Zet er een groet onder en je naam. nakijkhulp ja nee Heb je een goede titel bedacht? a a Heb je antwoord gegeven op de vraag? a a Heb je je naam eronder gezet? a a Heb je af en toe een regel overgeslagen? a a Wat vond je het moeilijkst? a Het adres goed intypen. a Een goede titel bedenken. a De vraag beantwoorden. 71 Hulp Elke les heeft een schrijfhulp en een nakijkhulp : een checklist voor het schrijven en nakijken/verbeteren van een tekst. Presenteren Binnen de stapsgewijze schrijflessen in - versie voor de christelijke school spelen publiceren en presenteren een belangrijke rol. De kinderen bespreken of presenteren altijd het gemaakte werk. Dit gebeurt in jes en in een schrijfportfolio

12 - Taal Het plusboek Het gebruik van het plusboek Thema s Groep 6, plusboek is optioneel. th e m a 1 Voor wie? C we ek 1 Dit ga je dit thema leren Je leert een mening vormen en onderbouwen. Je bereidt een positiedebat voor dat je met de hele gaat houden. tegenstelli ngen Het plusboek biedt taalbegaafde kinderen B Inhoud A Een thema bestaat uit met een bronnenpagina. Hier staan naast de benodigde bronnen voor de opdrachten, de thema overstijgende doelen. de argumentenkaart Stelling van de dag weekopdrachten en start voor tegen 1 Op alle scholen moet het schoo luniform ingevoerd worden. We 2 zodawillen een kortere middagpauze, t we eerder naar huis kunnen. Kinde 3 hoe ren moeten zelf kunnen bepalen laat ze naar school willen. Was het vandaag leuk op schoo l? nut van bomen De bomen moeten blijven staan, want ze geven lekker veel schaduw. natuur De bomen in de straat moeten blijven staan, omdat er veel vogels in wonen. overig Wij spelen altijd boomtikkertje, dus de bomen moeten blijven Een echte berg in Nederland?? nut van bomen De bomen moeten niet gekapt worden, omdat bomen de lucht schoner maken. natuur Die bomen zijn wel zestig jaar oud, daar blijf je gewoon van af. overig Ik vind dat de bomen moeten blijven, omdat ze bij de straat horen. nut van bomen Het is beter als de bomen weggaan, want ze geven veel rommel in de straat. nut van bomen Ik vind dat de bomen weg kunnen, want dan kan de stoep breder worden en is er meer plek om te spelen. veiligheid De bomen moeten weg, want je kunt vallen over die losse stenen. overig De bomen kunnen weg, want ik vind het eng als de takken kraken als het waait. Stelling De bomen waarvan de wortels de omhoog duwen, straat stenen in de moeten gekapt worden. veiligheid Zonder bomen kun je de weg beter overzien. overig Van mij mogen de bomen weg, want ik ben allergisch voor stuifmeel. Een echte hoge berg midden in Nederland. Met skipistes, haarspeldbochten en eeuwige sneeuw op de top. Als het aan journalist Thijs Zonneveld ligt, komt zo n berg er gewoon. Ieder jaar vertrekken miljoenen Nederlanders naar buitenlandse bergen om daar te skiën, te wandelen of te fietsen. Oud-wielrenner en journalist Thijs Zonneveld vindt dat Nederlanders daar het land niet voor uit moeten gaan. Serieus Hij schreef een stukje voor de krant waarin hij fantaseerde over een echte berg in Nederland. Veel mensen raakten enthousiast over het idee. Plannen Langzaam werd het bergplan serieuzer. Er kwamen ruim vijftig architecten, ingenieurs en andere deskundigen bij elkaar om plannen te verzinnen voor de berg. Hoog Het hoogste punt van het Nederlandse vasteland is nu de Vaalserberg (322 meter). De nieuwe berg moet minstens zes keer zo hoog worden: ongeveer tweeduizend meter. Daarvoor is een lap grond nodig ter grootte van de stad Utrecht. Een logische plek zou bijvoorbeeld de polder van Flevoland zijn. Nadelen Er zitten natuurlijk ook nadelen aan zo n berg. Zo kost het aanleggen veel geld. Volgens Zonneveld zelfs wel twee miljard euro. Maar aan zo n berg valt natuurlijk ook te verdienen. Met een tolweg met haarspelden bijvoorbeeld. Of met de verkoop van skipassen. Je kunt ook prachtige dure huizen bouwen, met uitzicht op Londen en Antwerpen! De thema s sluiten aan actueel Wat vandaag in het nieuws is of het gesprek van de dag. en zijn op een taal en/ op het basisprogramma of letterkundige manier de argumentenkaart Schema waarin argumenten voor en tegen een stelling zo bij elkaar zijn gezet dat je snel ziet welk onderwerp waar bij hoort. het betoog Verdediging van iets of iemand in een toespraak. uitgewerkt. de context De situatie waaruit een bepaalde stelling naar voren komt. het debat Een discussievorm waarbij een stelling wordt verdedigd of bestreden volgens bepaalde regels. formuleren Verwoorden. de interactie Wisselwerking tussen twee of meer personen. de monoloog Een toespraak waarbij één persoon aan het woord is. doen dit in de tijd voor Organisatie uitdagende lesstof voor taal. themawoorden De kinderen die aan de slag gaan met het plusboek zelfstandig werken tijdens de lessen taal verkennen. het positiedebat Een debat waarin iedereen door de plek waar hij staat laat zien wat zijn mening is. prikkelend Uitdagend; roept op tot discussie. je omver laten praten (uitdrukking) Door de argumenten van een ander van mening veranderen. voet bij stuk houden (uitdrukking) Bij je mening blijven, wat de ander ook zegt. 7 23

13 tenten Ik maak het woord langer. Aan het eind van het woord hoor ik t. lnhoud en didactiek - Spelling Ik hoor honden Het ei-verhaal In de leerlijn taal verkennen komen deze begrippen en eind mei zinsdelen al vanaf 5 verkennend aan bod. Eén nieuwe categorie per week In elke basisweek biedt - versie voor de christelijke autoweg auto er dreigt storm sein ik snauw school één nieuwe spellingcategorie aan. Vanaf eind 6 bij. Daarnaast worden elke week twee eerder aangeboden uit twee leerlijnen: categorieën opgefrist. Spellinghulpjes eikel klein paleis Te nt of ho nd? De lessen spelling geeft u in tot en met 8. Eind van het aantal fouten in het oefendictee van de instructieles 6 start u al met werkwoordspelling. Vanaf dat bepaalt u op welk niveau het kind start in de volgende les moment gaat de helft van de lessen over het correct leren zelfstandig werken. Alle opdrachten staan overzichtelijk in schrijven van werkwoorden. Bij werkwoordspelling wordt één werkboek. Op deze manier werken de kinderen vanaf er een beroep gedaan op de kennis van grammaticale week 1 op hun eigen niveau. heilig t. tent hon78den geheim Ik hoor Ik schrijf d grauw au Jag er of ba kk er? breinaald steiger Verdee l het woord in klanke n. d. hond zeilboot nauw rauw arbeid peil weinig klei Ik schr aa, ee, oo, uu Dit is een lange klank. teken: a, e,ijfoéé,n upauze. miauwen jagauwger rauwkost Wat hoor je aan het eind van de eerste klank groe p? Ik schrijf hier na twee dezelfd e medeklinkers. a, e, i, o, u Dit is een korte klank. bakker Het ei-verhaal begrippen en het inzicht in relaties tussen zinsdelen. veilig eind mei ik eis Keizer Hein ik reis seizoen leider eik eikel beide allebei plein klein paleis ei scheiding feit Weet wat je leert! steil afscheid Ome Paul kauw eiland Leila ik kauw leren. meisje geit blauw uwgom lichtb Goed leren spellen is eenkakwestie van lauw oefenen. - heilig weiland klei geheim versie voor de christelijkesaschool laat kinderen veel oefenen us grauw arbeid rauw breinaald teil paus pauw wenkbrauw Laura Structureel herhalen en oefenen leerlijn zien de kinderen wat ze de komende thema s gaan klauw prei lauw vóór het woordendictee.flauw Elke spellingcategorie komt per leerjaar meerdere malen en in alle leerjaren terug, maar dan au U begint elke les met de behandeling van het instapkaartje. nauw met steeds moeilijkere woorden. weinig augurk Op het instapkaartje staat een voorbeeldwoord met ste Bij elke les zelfstandig werken is er een dauwextra oefenblad peil iger automaat ik snauw beitel karwei Elk werkboek spelling start met een visuele leerlijn. In deze spreiden 78 autoweg auto eigen trein ik dweil ik brei kei Het au-verhaal er dreigt storm sein zeilboot een afbeelding en de spellingaanpak in het kort. Het rauwkost instapkaartje is een goed hulpmiddel bij het zelfstandig werken. beschikbaar. gauw pauze miauwen Uitdagende spellinglijn 79 Spellingonderwijs mag niet te voorspelbaar zijn. Het moet Elke les sluit u af met een uitstapkaartje. Dit is een belangrijk de kinderen actief laten nadenken. Daarom staat in elke les reflectiemoment voor de kinderen; ze kijken terug op de één spellingprobleem centraal, maar krijgen de kinderen spellingcategorie. ook woorden met andere en meerdere spellingproblemen :36 aangeboden. Op deze manier houdt - versie voor de christelijke school de kinderen bij de les. 2 blauw lichtbla saus lauw flauw klauw augurk weiland kauwgom Inhoud en didactiek de christelijke school standaard, ook bij Spelling. Op basis Ik maak het woord langer. teil Ik schrijf meisje geit tenten Aan het eind van het woor d hoor ik t. Leila t prei Differentiëren op drie niveaus is met - versie voor beitel karwei spreiden Ik hoor Laura eiland ik dweil ik brei afscheid ik kauw Ome Paul kauw plein kei p p eigen trein steil ei Standaard differentiëren op drie niveaus scheiding feit beide allebei eik onveranderlijke woorden (38 categorieën) Inhoud en didactiek Het au-verhaal ik reis leider Spelling - bestaat Werkwoordspelling vanaf 6 a, e, i, o, u Dit is een korte klank. seizoen komt er per week één spellingcategorie werkwoordspelling werkwoorden (10 categorieën) ik eis veilig Keizer Hein d. hond d Oefenen en herhalen voor het beste resultaat De taalontwikkeling van het kind staat centraal in -, en dus ook in de leerlijn spelling. Aan de ontwikkeling van het spellingprogramma hebben diverse spellingspecialisten, leerkrachten en IB ers meegewerkt. De thema s van Spelling sluiten aan bij Taal. Ik schrijf Wat hoor je aan het eind van de eerste klank? Verdeel het woord in klanken. 25

14 Structuur en organisatie - Spelling Dezelfde vaste opbouw als taal Structuur en organistaie Net zoals bij Taal - versie voor de christelijke school wordt er bij Spelling - met dezelfde acht thema s van vier weken gewerkt. Duidelijke jaaropbouw Het jaarprogramma van Spelling - versie voor de christelijke school beslaat 32 weken. De overige weken kunt u gebruiken voor uitloop of eigen projecten. Ook voor Spelling zijn er de instapweek, parkeerweken en uitstapweek. Hiervoor heeft - versie voor de christelijke school ook lessen uitgewerkt. Net zoals bij taal is er bij spelling een instapprogramma van een week beschikbaar. Vaste opbouw per thema Elk thema duurt vier weken. De eerste drie weken zijn basislessen waarin u de kinderen nieuwe stof aanbiedt en ze ermee laat oefenen op drie niveaus. Week is bestemd voor toetsing en remediëring, herhaling of verrijking (r-h-v). Toetsing gebeurt aan de hand van twee dictees. Het woordendictee aan het begin van week en het zinnendictee aan het eind van week. week week woorden- 3 basisweken: dictee differentiatie op r-h-v 3 niveaus zinnendictee Vaste opbouw per week Op maandag staat - versie voor de christelijke school altijd in het teken van taal en woordenschat, inclusief het lezen van het ankerverhaal. Daarom is er op maandag geen spellingles. Op dinsdag tot en met vrijdag geeft u, naast de taallessen, ook de spellinglessen. Vier spellinglessen per week dus, afwisselend instructie en zelfstandig werken. Door de afwisseling van instructielessen en lessen zelfstandig werken is Spelling - versie voor de christelijke school geschikt voor combinatieen. De organisatie van een basisweek Spelling ziet er als volgt uit: lesdag lestype lesduur materiaal maandag dinsdag instructie 20 min. werkboek woensdag zelfstandig werken 20 min. werkboek donderdag instructie 20 min. werkboek vrijdag zelfstandig werken 20 min. werkboek Vaste opbouw per les Ook de lessen in Spelling - versie voor de christelijke school hebben een vaste, herkenbare opbouw. Elke les duurt 20 minuten. instructieles les zelfstandig werken introductie zelfstandig werken instructie reflectie Eerst proberen (oefendictee) Structuur en organistaie Werken met de weektaak Onderdelen van Spelling - versie voor de christelijke school zijn geschikt om in te zetten tijdens de dag- of weektaak. In de handleiding leest u welke onderdelen dat zijn

15 Differentiatie - Spelling Differentiëren op drie niveaus in één werkboek! Spelling - versie voor de christelijke school maakt differentiëren op drie niveaus heel eenvoudig. Met behulp van het lesonderdeel Eerst proberen in de instructieles bepaalt u het niveau van elk kind. Vervolgens gaan de kinderen in de les zelfstandig werken op hun eigen niveau aan de slag. Alle opdrachten staan in één werkboek. Overzichtelijk en praktisch! Differentiëren vanaf het allereerste moment Spelling - differentieert in elke les op drie niveaus: * drempelniveau ** basisniveau *** verrijkingsniveau Zwakke spellers beginnen met en maken ook de opdracht bij. De overige kinderen beginnen met. Zij maken vervolgens ook de opdracht bij. Zo laat u elk kind meteen werken op zijn eigen niveau. Toetsing voor een optimale leerweg Regelmatig toetsen is belangrijk binnen Spelling Woordendictee en zinnendictee Aan het begin van week van elk thema maken de kinderen een woordendictee. Daarmee worden de nieuwe spellingproblemen van het betreffende thema getoetst. Op basis van de resultaten van het woordendictee gaan de kinderen remediëren, herhalen of verrijken. Aan het eind van week neemt u een zinnendictee af. Met de -. Er zijn dan ook diverse resultaten kunt u vaststellen of het kind in week is toetsmomenten. vooruitgegaan. Eerst proberen Aansluiting bij Cito Differen tiatie Na het instapkaartje en de instructie start elke instructieles met het onderdeel Eerst proberen. Dit is een oefendictee van acht woorden. Daarin worden vier woorden uit de nieuwe categorie en vier woorden uit een al eerder aangeboden categorie getoetst. Het resultaat bepaalt op welk niveau de kinderen de volgende les kunnen instappen: of. De leerlijn spelling in - versie voor de christelijke school sluit volledig aan bij Cito. In de stof voor de parkeerweken staan bovendien kant-en-klare spellingtoetsen die op dezelfde manier zijn opgesteld als de Cito-spellingtoetsen Differen tiatie 28 29

16 - Spelling Een les spelling: onveranderlijke woorden De lessen spelling zijn afwisselend instructielessen en zelfstandig werken lessen. Oefendictee Kinderen maken tijdens de instructieles het oefendictee bij Eerst proberen. U kijkt samen met de kinderen het dictee na. De woorden waar een vierkantje voor staat, zijn de categoriewoorden. Woorden waar een rondje voor staat, zijn de opfriswoorden uit eerder aangeboden categorieën. thema les 5 week 1 1 Aan welk klusje heb jij een hekel? Waar heb jij nog meer een hekel aan? En waar heeft de juf of meester een hekel aan? 2 Verbeter het briefje op het prikbord. De zinnen hebben geen hoofdletter of punt. Maak er goede zinnen van. woordenschat taal verkennen Dit ga je doen Je oefent wat je deze week geleerd hebt: de themawoorden zinnen maken met een hoofdletter en punt zinnen maken met een werkwoord Een hekel hebben aan. Als je er helemaal niet van houdt. a Kijk naar de foto s in het plakboek. Schrijf bij elke foto een zin. Denk aan de vragen! Wie? Wat? Peter Peter eet een ijsje. Opa Nina Drie niveaus Na het oefendictee worden er werkafspraken gemaakt voor de les zelfstandig werken. De opdracht is zo samengesteld dat de kinderen altijd de oefenwoorden kunnen opzoeken als ze dat willen. Het leerdoel wordt geoefend met categoriewoorden, waarin ook andere spellingproblemen kunnen voorkomen. In de oefening zijn ook concurrerende woorden opgenomen. W wie koopt onze ouderwetse trapauto? hij ziet er nog goed uit hij is leuk voor peuters mijn broertje is er te oud voor hij heeft er nu een hekel aan bel me als je hem wilt kopen Het leerdoel wordt geoefend met een open, creatieve opdracht. mijn juf of meester mijn vriend of vriendin 3 Je gaat speelgoed of spullen uit je kamer verkopen. Schrijf een briefje op het prikbord hierboven. Schrijf erbij of het ouderwets of modern is. Tip: kijk bij opdracht 2. b Teken in de lege vakken een foto. Schrijf bij elke foto een zin. Lees jouw zinnen bij opdracht 3 en. Heb je een hoofdletter en een punt gebruikt? a altijd a soms a nooit

17 - Spelling Een les werkwoordspelling onderwerp In de instapkaart wordt de ik, jij? stam vind spellingcategorie uitgelegd jij, u, hij, zij, het stam +t vindt aan de hand van een wij, jullie, zij hele werkwoord vinden tegenwoordige tijd Jij biedt l 1 n 2 l 3 n hecht vindt blijf kleed Ik heb maar de helft! Bieden jullie niet meer? veertig euro. Achmed biedt Zijn vrienden bieden niet meer. 2 Wij baden ons graag met warm water. me graag met warm water. Paul baadt warm water. Eerst proberen l 5 n 6 l 7 n 8 begroet bied nies word zich graag met EKP EKT John en Ger baden met warm water. Jij baadt 3 Raad jij waar ik heen ga? Jij raadt nooit waar ik heen ga. niet waar ik heen ga. Aisha raadt a Ik begin bij a Ik begin bij Wie raadt les 8 zich graag je ook graag met warm water. Jullie raden fout. onveranderlijke woorden. 1 Wie biedt er meer dan vijftig euro? Ik baad werkwoordschema. vast wel waar ik heen ga. er waar ik heen ga? 3 Vul de goede vorm van het werkwoord in. Maak dan de zin af. 1 Vul de goede vorm van het werkwoord in. Kies uit: biedt vinden melden meldt word vindt vindt Lisette een portemonnee op straat. Ze brengt hem naar het politiebureau. Ze meldt het op het politiebureau. 1 laden De tuinman 2 redden Ik red laadt 3 schudden Waarom schud leiden 5 weten 6 rijden zijn kruiwagen het niet om 32 bieden De politieagent biedt worden Ik word haar een beloning aan. er helemaal verlegen van, zegt Lisette. 7 lijden vol met bladeren.? waarom? De scheidsrechter leidt Wie weet. jij. Herman rijdt. 6 is hetzelfde als die van de Strategisch spellen 2 Vul de goede vorm van het werkwoord in. De opbouw van de lessen Dit moet je weten De stam eindigt op d: vind. In de ik-vorm hoor je t, maar je schrijft d. In de hij-vorm hoor je t, maar je schrijft dt. aangeboden. Werkwoorden als vinden. les 7 de tegenwoordige tijd Dit ga je leren Je leert hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd schrijft. van werkwoorden in bieden Zeggen hoeveel geld je ergens voor wilt geven wordt de spelling Herkenbare lesopbouw EZB th em a 8 werkwoordspelling ECB In de laatste thema s van w eek 2 O BCE Vanaf 6! Ik lijd. n geleerd met een Je hebt werkwoorde st. aan wat bij jou pa stam op d. Kr uis zit met t he e ho lijk de a Nu snap ik ein die dt. t goed wanneer je a Ik snap nog nie dt schrijft

18 lct Visuele en auditieve ondersteuning Een christelijke taalmethode Waarom een versie van voor de christelijke school? ICT - heeft verschillende digitale middelen voor leerkracht en kind. Er is eenvoudig te bedienen digibordsoftware voor taal, spelling en woordenschat extra. Daarnaast biedt - versie voor de christelijke school oefensoftware voor kinderen voor spelling. Deze software zet de oefeningen automatisch klaar op het juiste niveau. Met de digitale middelen van - versie voor de christelijke school maakt u uw lessen interactief en zorgt u ervoor dat de stof goed beklijft. Voor de leerkracht: digibordsoftware taal digibordsoftware spelling digibordsoftware woordenschat extra In de digibordsoftware is het lesproces van de leerkracht het uitgangspunt. Alles wat u doet tijdens de instructie wordt door deze software ondersteund. Naast de pagina s uit het lesboek en de opdrachten uit het werkboek zijn er animaties, filmpjes, audiofragmenten en onder-steunende modellen voor woordenschat. U navigeert eenvoudig vanuit het lesmenu. Voor de leerling: oefenprogramma spelling Met de oefensoftware van Malmberg oefenen de kinderen effectief. Het oefenprogramma spelling heeft een uniek foutendetectiesysteem, dat niet alleen kijkt of een woord goed of fout is. Het kijkt ook welke fout er gemaakt wordt. Het systeem geeft hulp op maat. Daarnaast krijgen de kinderen als beloning, twee keer per oefensessie een De keuze voor een taalmethode maakt u niet zomaar. Verschillende factoren spelen een rol in uw beslissing. Verschillende betrokkenen binnen of buiten uw school hechten aan verschillende zaken belang. Eigen sfeer Het predicaat christelijk (in welke denominatie dan ook) draagt u niet voor niets. U probeert dat dagelijks opnieuw vorm te geven en het werkt door in veel keuzes die u maakt. Ook is de christelijke identiteit bepalend voor het onderwijs waar u voor staat en voor de sfeer die er bij u op school heerst. De ouders en het bestuur verwachten ook dat de eigen sfeer gehandhaafd blijft. Uiteraard wilt u een methode die bij uw school past. Als u op het ene moment Bijbels gefundeerd onderwijs geeft en dat vertaalt naar het dagelijks leven, dan wilt u werken met een taalmethode die deze lessen ondersteunt en in ieder geval niet tegenspreekt. Christelijke auteurs - is aan dit uitgangspunt getoetst. De methode bevat aantrekkelijke verhalen van christelijke auteurs, die zich afspelen in een sfeer en omgeving die uw leerlingen herkennen. De methode doet recht aan de verhoudingen tussen God en zijn schepselen, maar ook aan de verhoudingen tussen verschillende generaties en mensen onderling. Ook de uitstraling van de methode in z n verschijningsvorm zal voor u herkenbaar en eigen zijn. Voor alle illustraties is steeds gezocht naar passende afbeeldingen. Kwaliteit Uiteraard moeten keuzes die u maakt ten behoeve van de identiteit van uw school niet ten koste gaan van de kwaliteit Christelijke taalmethode kort spelletje aangeboden. Kinderen doorlopen hun eigen van de materialen of van uw budget. Met - versie leerroute. Het programma zet automatisch oefeningen klaar voor de christelijke school borgt u beide zaken. op het niveau van het kind. De kwaliteit van en toegankelijkheid van heeft zich reeds jaren bewezen. In de christelijke versie is dat niet anders. Het didactisch bouwwerk blijft onaangetast en wordt hier en daar anders ingevuld door een aangepaste tekst. 3 35

19 Extra: Woordenschat Extra Voor kinderen met een beperkte woordenschat Extra: Plusboek Voor taalbegaafde kinderen Extra - besteedt in het basisprogramma al veel aandacht aan woordenschat. Voor de meeste kinderen is dat voldoende. Maar speciaal voor kinderen met een beperkte woordenschat is er een apart programma: woordenschat extra. Woordenschat extra Het programma woordenschat extra bevat per jaar 80 nieuwe woorden. Dit zijn eenvoudiger woorden die niet in het basispakket van - versie voor de christelijke school voorkomen. Woordenschat extra volgt de didactische aanpak uit Met woorden in de weer van Dirkje van den Nulft & Marianne Verhallen. Organisatie en inhoud In het programma woordenschat extra komen dezelfde acht thema s voor als in het taal- en spellinggedeelte van -. Het pakket bestaat uit drie voorleesverhalen per thema, geschreven door bekende christelijke kinderboekenschrijvers. In elk verhaal worden twintig woorden gesemantiseerd. De verhalen en semantiseringen (in beeld en geluid) kunnen worden aangeboden op het digibord. Woordenschat extra beslaat ongeveer zestig minuten per week. Materialen Het pakket woordenschat extra bestaat uit: digibordsoftware waarin de verhalen worden voorgelezen en de woorden worden uitgebeeld door middel van een filmpje; werkboek; antwoordenboek; handleidingkatern, inclusief toetsbladen en registratieblad. Dit werkboek is van: antwoordenboek woordenschat extra werkboek woordenschat extra handleiding woordenschat extra Plusboek Omdat niet elk kind alle oefenstof nodig heeft, biedt - voor iedere jaar een plusboek voor taalbegaafde kinderen. Voor taalbegaafde kinderen is een gecomprimeerd programma genoeg. Het plusboek biedt kinderen uitdagende lesstof voor taal op hun niveau. Organisatie en inhoud In het plusboek zijn de thema s uit het basismateriaal op een taal- en/of letterkundige manier uitgewerkt. Een thema bestaat uit vier weekopdrachten. In de drie basisweken doen de kinderen kennis en vaardigheden op die ze in week toepassen in een eindopdracht. De kinderen die aan de slag gaan met het plusboek, doen dit in de tijd voor zelfstandig werken tijdens de lessen taal verkennen. Ze volgen de introductie en instructie van deze lessen, maar maken minder oefenstof. In de tijd die overblijft wordt er gewerkt in het plusboek. De bedoeling van het plusboek is dat de taalbegaafde kinderen kort door de leerkracht worden begeleid, uitgedaagd en geëvalueerd op hun eigen leerproces. In het bijbehorende handleidingkatern staan praktische aanwijzingen voor de organisatie, instructie en de begeleiding van deze kinderen. Materialen Om aan de slag te kunnen met het plusboek zijn de volgende materialen nodig: plusboek handleidingkatern plusboek handleiding plusboek Extra 36 37

20 lnformatie Meer weten over -? Wilt u graag meer informatie over -? De relatiebeheerders van Groen Educatief helpen u graag met al uw vragen. Ook bieden zij ondersteuning wanneer u op uw school start met -. Zichtzending Vraag een gratis zichtzending aan van - versie voor de christelijke school. Met deze zichtzending kunt u de lesmaterialen geheel vrijblijvend twee maanden op school uitproberen. Informatie Telefoon Voor al uw vragen kunt u meteen contact opnemen met uw relatiebeheerder. U kunt ze rechtstreeks bellen op telefoonnummer (088) U kunt ook mailen naar educatief@jongbloed.com. lnternet Op vindt u informatie over de methode, de materialen, referentiescholen en nog veel meer. Bestellen en prijzen Voor meer informatie over prijzen en bestellingen kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier of met de afdeling verkoop van Jongbloed via het telefoonnummer (088) educatief@jongbloed.com. Uitgeverij Groen Educatief is een onderdeel van Jongbloed Educatief Marktweg 73a Postbus 8 80 AL Heerenveen 38 39

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. groep 4 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. Materiaal Oefenblad

Nadere informatie

INFORMATIEBROCHURE. Taal en spelling Groep 4 tot en met 8

INFORMATIEBROCHURE. Taal en spelling Groep 4 tot en met 8 INFORMATIEBROCHURE Taal en spelling Groep 4 tot en met 8 lnhoud De methode Waarom Taal actief? 2 Taal lnhoud en didactiek Een resultaatgerichte methode met houvast 4 Structuur en organisatie Makkelijk

Nadere informatie

we ek 1 Dit ga je dit thema leren Je leert een mening vormen en onderbouwen. Je bereidt een positiedebat voor dat je met de hele groep gaat houden.

we ek 1 Dit ga je dit thema leren Je leert een mening vormen en onderbouwen. Je bereidt een positiedebat voor dat je met de hele groep gaat houden. thema 1 we ek 1 Dit ga je dit thema leren Je leert een mening vormen en onderbouwen. Je bereidt een positiedebat voor dat je met de hele groep gaat houden. tegenstelli ngen B A de argumentenkaart Stelling

Nadere informatie

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een

Nadere informatie

informatiebrochure Taal en spelling Groep 4 tot en met 8

informatiebrochure Taal en spelling Groep 4 tot en met 8 informatiebrochure Taal en spelling Groep 4 tot en met 8 lnhoud De methode Waarom Taal actief? 2 Taal lnhoud en didactiek Een resultaatgerichte methode met houvast 4 Structuur en organisatie Makkelijk

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les

Nadere informatie

UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht!

UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht! UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht! Informatie: er is maar één juiste keuze! In onze informatiecentra in Rijssen en Ede vindt u de materialen uit de verschillende methoden, zodat u zich goed

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. groep 8 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Verlengde instructie: Per kind een blad met

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

De kinderen leren een mening vormen. De kinderen bereiden een positiedebat voor dat ze met de hele groep gaan houden. tegenstellin

De kinderen leren een mening vormen. De kinderen bereiden een positiedebat voor dat ze met de hele groep gaan houden. tegenstellin Thema 1 tegenstellingen week 1 Bronnenpagina s Themadoel Materiaal De kinderen leren een mening vormen en onderbouwen. Plusboek, blz. 6-7 Eindopdracht De kinderen bereiden een positiedebat voor dat ze

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Taaljournaal, tweede versie

Taaljournaal, tweede versie SPELLING Taaljournaal, tweede versie Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8. KWALITEITSKAART Spellen en stellen PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl. Deze website bevat

Nadere informatie

Benodigde voorkennis spelling groep 5

Benodigde voorkennis spelling groep 5 Taal actief 4 spelling groep 5-8 spelling groep 5 In dit document is een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen spelling groep 5. Deze kennis maakt onderdeel uit van de leerlijn groep 4. Hebben

Nadere informatie

Lijn 3 in een combinatiegroep

Lijn 3 in een combinatiegroep Inhoud 1 Werken met blz. 3 2 2-3 blz. 4 3 3-4 blz. 6 Bijlagen 1 De combinatie Lijn 3 - Station Zuid blz. 7 2 De combinatie Lijn 3 - Station Zuid en Taal actief 4 blz. 9 3 De combinatie Lijn 3 - Station

Nadere informatie

11 september 2014. Carin de Beijer Stieneke Bun

11 september 2014. Carin de Beijer Stieneke Bun 11 Carin de Beijer Stieneke Bun De juffen Juf Carin Maandag en dinsdag 16 woensdagen Juf Stieneke Donderdag en vrijdag 22 woensdagen 2 Weektaak Zelfstandig werken Verschillende vakken Eigen werk en tijd

Nadere informatie

voor nut van bomen Het is beter als de bomen weggaan, want ze geven veel rommel in de straat.

voor nut van bomen Het is beter als de bomen weggaan, want ze geven veel rommel in de straat. Thema 1 tegenstellingen week 1 Bronnenpagina s Themadoel De kinderen leren een mening vormen en onderbouwen. Aanwijzingen bij het thema Plusboek, blz. 6-7 Dit thema gaat over het vormen en onderbouwen

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6

Uitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6 Uitprobeerpakket Toetsboek 4 groep 4 blok 6 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Maandbrief groep 3/4 - maart 2015

Maandbrief groep 3/4 - maart 2015 Maandbrief groep 3/4 - maart 2015 Beste ouders/verzorgers, Na een fijne voorjaarsvakantie, zijn we weer hard aan het werk gegaan. Alle kinderen hadden wel iets leuks beleefd of gedaan tijdens de vakantie,

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer

Nadere informatie

Tien eenheden per jaar, voor dertig weken spellingonderwijs (exclusief

Tien eenheden per jaar, voor dertig weken spellingonderwijs (exclusief SPELLING Zin in taal (oude versie) Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en www.schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken.

Nadere informatie

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8. KWALITEITSKAART Spellen en stellen SPELLING PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Programma. Starten met Pluspunt. Pluspunt in het kort Materialen Starten met Pluspunt Handige tips en weetjes Afronding. Tussendoor opdrachten

Programma. Starten met Pluspunt. Pluspunt in het kort Materialen Starten met Pluspunt Handige tips en weetjes Afronding. Tussendoor opdrachten PowerPoint heeft het automatisch downloaden van deze externe afbeelding niet toegestaan om te voorkomen dat uw privacy in het gevaar komt. U kunt de afbeelding alsnog downloaden en weergeven door op de

Nadere informatie

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten.

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten. Voorwoord: Het verbeterplan Spelling obs de Lisdodde Daltonschool Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten. Tijdens de klassenbezoeken

Nadere informatie

De groep 5 bestaat uit 14 leerlingen, zij vormen samen met 9 leerlingen van groep 4 de combinatiegroep 4/5.

De groep 5 bestaat uit 14 leerlingen, zij vormen samen met 9 leerlingen van groep 4 de combinatiegroep 4/5. Informatie groep 5 Algemeen: Leerkrachten: Ellen Moerman maandag, dinsdag en woensdag. Iris Stuur donderdag en vrijdag. Groep 5 De groep 5 bestaat uit 14 leerlingen, zij vormen samen met 9 leerlingen van

Nadere informatie

Kleuters leren lezen

Kleuters leren lezen Kleuters leren lezen Lerespel Inhoudsopgave INLEIDING... 3 STAP 1: KINDEREN MOETEN EERST BESEFFEN WAT LEZEN IS EN WAAROM HET HANDIG IS OM HET TE KUNNEN.... 4 STAP 2: DE VOORBEREIDING OP HET ZELF LEZEN;

Nadere informatie

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze.

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze. Race lezen 1 leesracemap 1 timer 1. Neem een leesracemap naar keuze. 2. Neem elk een leesbundel uit de map. 3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje tekst. 4. Wissel de rollen om. Nu heb je

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2014-2015

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2014-2015 Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2014-2015 Samenwerkingsschool de Lispeltuut Juf Teatske Juf Marleen Juf Judith Het informatieboekje voor groep 5/6 In dit boekje willen wij u in t kort vertellen hoe

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2017

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2017 Nieuwsbrief groep 3 oktober 2017 Nieuws uit de groep: Woensdag 4 oktober deden we met maar liefst 4 teams mee met het korfbaltoernooi voor groep 3 en 4. De kinderen hebben het ontzettend goed gedaan! Wat

Nadere informatie

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij?

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij? Het schooljaar is weer begonnen. Dit jaar zijn we gestart met groep 1 tot en met 5. Het was eerst voor iedereen even wennen, maar het gaat nu heel erg goed! Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode

Nadere informatie

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 4

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 4 HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 4 1 Over dit instapprogramma Dit instapprogramma is opgesteld voor kinderen in groep 4 om hen kennis te laten maken met de structuur en opbouw van Staal Spelling.

Nadere informatie

Informatieavond groep 4

Informatieavond groep 4 Informatieavond groep 4 Dagindeling- weekrooster -Elke dag starten we met stillezen, om het lezen te bevorderen. Zo beginnen we de dag altijd heel rustig. -Daarna hebben we het vak; levensbeschouwing en

Nadere informatie

Nieuwsbrief cbs Sjaloom. Cursusjaar Voor groot en klein zullen we eerlijk en aardig zijn. Nummer: 2 Datum:

Nieuwsbrief cbs Sjaloom. Cursusjaar Voor groot en klein zullen we eerlijk en aardig zijn. Nummer: 2 Datum: Nieuwsbrief cbs Sjaloom Cursusjaar 2015-2016 Nummer: 2 Datum: 29-08-16 Algemeen Belangrijke data: 29 Augustus Techniekmiddag 05 September Luizencontrole gr. 5 t/m 8 06 September Informatie Avond voor alle

Nadere informatie

taal actief malmberg 0C1F6DEEC91AB4681B9557C1D0E7637D Taal Actief Malmberg 1 / 6

taal actief malmberg 0C1F6DEEC91AB4681B9557C1D0E7637D Taal Actief Malmberg 1 / 6 Taal Actief Malmberg 1 / 6 2 / 6 3 / 6 Taal Actief Malmberg Taal actief differentieert vanaf dag 1 op 3 niveaus. Ook in de instructie. De handleiding bevat een verlengde instructie voor kinderen die wat

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool de Lispeltuut

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool de Lispeltuut Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsschool de Lispeltuut Oostkapelle, september 2015 informatieboekje voor groep 5/6 In dit boekje willen wij u in t kort vertellen hoe en met welke

Nadere informatie

Kalender september en oktober. Vrijdag 18 september Bezoek groep 7/8 aan Kramer Zuurkool

Kalender september en oktober. Vrijdag 18 september Bezoek groep 7/8 aan Kramer Zuurkool obs De Phoenix Week 38-2015 Beste ouder(s)/verzorger(s), Bedankt voor uw komst op de groepsinformatieavond van vorige week. Tijdens deze avond is uitleg gegeven over de manier van werken en de methodes

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Welkom op onze pagina. Groep 4b en 5. Obs de aanloop

Welkom op onze pagina. Groep 4b en 5. Obs de aanloop Welkom op onze pagina Groep 4b en 5 Obs de aanloop Wat doen we in groep 4? Rekenen Taal Lezen Spelling Van begrijpend luisteren naar begrijpend lezen Schrijven Natuur verkeer Tekenen/handvaardigheid/muziek/gymnastiek

Nadere informatie

16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.

16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op. Les 1 16. En nu vakantie! 1 Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op. Les 2 Les 2. 1. Leuk! We gaan kamperen Vul in de zinnen

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 6

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 6 HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 6 1 Over dit instapprogramma Dit instapprogramma is opgesteld voor kinderen in groep 6 om hen kennis te laten maken met de structuur en opbouw van Staal Spelling.

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016 Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016 Leerkrachten: 4/5 Anja Smits en Jennie van Laarhoven 5A Marloes Bongers ALGEMEEN GEDEELTE Zelfstandig werken In de groepen 5 werken de leerlingen

Nadere informatie

Informatieboekje groep 7 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool De Lispeltuut

Informatieboekje groep 7 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool De Lispeltuut Informatieboekje groep 7 schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsschool De Lispeltuut Oostkapelle, september 2015 Beste ouders, Voor u ligt het informatieboekje van groep 7. Hierin staat informatie over de vakken

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2016

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2016 Nieuwsbrief groep 3 oktober 2016 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van oktober. Door middel van de nieuwsbrief houden we u op de hoogte van alles wat er in de groep gebeurd. Ook vertellen we wat

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Handleiding Instapprogramma Staal taal

Handleiding Instapprogramma Staal taal Handleiding Instapprogramma Staal taal 1 Over dit instapprogramma Dit instapprogramma is opgesteld voor kinderen in groep 5 tot en met 8, om hen kennis te laten maken met de structuur en opbouw van Staal

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8 Handleiding Gedicht In het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties zijn de rechten voor het kind opgenomen. U maakt deze rechten concreet en zichtbaar,

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 5

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 5 HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 5 1 Over dit instapprogramma Dit instapprogramma is opgesteld voor kinderen in groep 5 om hen kennis te laten maken met de structuur en opbouw van Staal Spelling.

Nadere informatie

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 7

HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 7 HANDLEIDING INSTAPPROGRAMMA STAAL SPELLING 7 Vooraf advies invoering Wanneer u voor het eerst met Staal Spelling gaat werken in groep 7, dan heeft u twee mogelijkheden: 1 U gebruikt het materiaal van groep

Nadere informatie

Leerkracht: Josefien Groep: 3/4 Werkdagen: maandag t/m vrijdag Stagiaire: Jessica (maandag en dinsdag)

Leerkracht: Josefien Groep: 3/4 Werkdagen: maandag t/m vrijdag Stagiaire: Jessica (maandag en dinsdag) Welkom! Leerkracht: Josefien Groep: 3/4 Werkdagen: maandag t/m vrijdag Stagiaire: Jessica (maandag en dinsdag) Leerkracht: Denice Groep: 4/5 Werkdagen: maandag t/m vrijdag Stagiaires: Pjotr (maandag) en

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Nieuwsbrief groepen 3 week: 4

Nieuwsbrief groepen 3 week: 4 Nieuwsbrief groepen 3 week: 4 Wist je dat? - Kern 7 van Veilig Leren Lezen over piraten gaat en we dat thema erg leuk vinden. - Er de afgelopen 2 weken regelmatig lessen uitvielen, omdat we druk bezig

Nadere informatie

Kwartetten met klinkers

Kwartetten met klinkers Kwartetten met klinkers Onderwerp Woorden met een korte of lange klank die bestaan uit een of twee klankgroepen. Doel De kinderen leren het verschil tussen een korte en een lange klank. Ze leren dat ze

Nadere informatie

Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel

Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel SPELLING Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl

Nadere informatie

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras - WOORDEN VERANDEREN Kies een woord uit het woordpakket. gras - grap Schrijf dit woord in je schrift. glas kras Maak een nieuw woord door één letter grijs te veranderen. Zoek zoveel mogelijk nieuwe woorden.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2. Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen

Nadere informatie

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede

Nadere informatie

WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017

WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017 WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017 Even voorstellen: Thijs Backx Femke de Graef 2 Groep 7: - Belangrijk jaar - Meer eigen verantwoordelijkheid (zelf nakijken) - VO informatie avonden

Nadere informatie

Schooljaar nummer 2 donderdag 22 september Studiedag team, alle leerlingen vrij

Schooljaar nummer 2 donderdag 22 september Studiedag team, alle leerlingen vrij VLINDERPOST Nieuwsbrief van RKB De Vlinder Frankrijklaan 2 1966 VD Heemskerk Tel. : 0251 237766 vlinder@tabijn.nl Schooljaar 2016-2017 nummer 2 donderdag 22 september 2016 Agenda: Woensdag 28 sep. Maandag

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015 Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van oktober. Door middel van de nieuwsbrief houden we u op de hoogte van alles wat er in de groep gebeurd. Ook vertellen we wat

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

De stof wordt veel beter ingeoefend en herhaald in vergelijking met de vorige methode. Ineke Kempers-Schaafsma, OBS Haarschool, Holten

De stof wordt veel beter ingeoefend en herhaald in vergelijking met de vorige methode. Ineke Kempers-Schaafsma, OBS Haarschool, Holten Dat is duidelijk! De stof wordt veel beter ingeoefend en herhaald in vergelijking met de vorige methode. Ineke Kempers-Schaafsma, OBS Haarschool, Holten De klassikale lessen zijn leuker en afwisselender

Nadere informatie

Kindcentrum Cornelius

Kindcentrum Cornelius Kindcentrum Cornelius Groep 6 St. Jozefplein 7, 5428 GL Venhorst. 0492 35 90 36 e-mail: info@cornven.nl website : www.cornven.nl Snappet Ook dit jaar werken wij in groep 5 t/m 8 weer met Snappet. Groep

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

Thema 1 vriendschap lesmenu taal

Thema 1 vriendschap lesmenu taal Thema 1 vriendschap lesmenu taal Over het thema Elk thema van Taal actief begint in week 1, 2 en 3 met een ankerverhaal. Het ankerverhaal is het vertrekpunt voor de lessen van die week. De lesdoelen worden

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Ruud Janssen Alles telt (2e editie - ThiemeMeulenhoff) De methode biedt een doorgaande lijn vanuit de kleuterbouw. De leerlijnen zijn digitaal beschikbaar. Het

Nadere informatie

Sterk in Taal en Spelling

Sterk in Taal en Spelling Sterk in Taal en Spelling Staal Spelling methodiek José Schraven: voordoen, verwoorden, begeleid inoefenen, gerichte feedback 3 onderdelen: 1. spelling (onveranderlijke woorden): 34 categorieën verdeeld

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7 Leerlingboekje les 11 en 12 Naam Schrijfopdracht 6 Echte vrienden Groep 7 Schrijven met peerresponse Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen SLO, 2018 1 Waarover

Nadere informatie

Thema 2. Rennen voor geld

Thema 2. Rennen voor geld Thema 2 Rennen voor geld Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra s onmiddellijk Les 1 reis, ijs Sjoerd vertelt zijn opa dat hij rondjes gaat lopen op een sportterrein. Wat een ander woord voor terrein?

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie