Meer dan 25 jaar coronaire stents
|
|
- Joachim de Meyer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Stand van zaken Meer dan 25 jaar coronaire stents Joost Daemen, Robert Jan van Geuns en Felix Zijlstra Het aantal Nederlanders dat jaarlijks gedotterd wordt, ligt rond de ; circa 90% van hen krijgt een stent geïmplanteerd. Ongeveer twee derde van de patiënten wordt gedotterd in verband met een acuut coronair syndroom; het percentage patiënten met stabiel coronair lijden dat gedotterd wordt, neemt af. De moderne drug-eluting stent zorgt voor een aanzienlijke verbetering in de duurzaamheid van de behandeling; 7% van de patiënten heeft na 1 jaar een nieuwe behandeling nodig. Complexe vernauwingen die vroeger veelal werden behandeld met coronaire bypasschirurgie zijn toegankelijk voor dotteren door innovaties en verbeteringen in techniek en apparatuur. Een combinatie van functionele en anatomische metingen van de vernauwing is nodig om een weloverwogen beslissing te nemen over het wel of niet implanteren van een stent. In een groot aantal studies wordt momenteel onderzocht wat de ideale combinatie is van een stent en trombocytenaggregatieremmers. KLINISCHE PRAKTIJK De stent vormt een belangrijk onderdeel van de dotterprocedure. Op jaarbasis worden er in Nederland zo n stents geplaatst. In dit artikel bespreken wij de achtergrond van de stent, de ontwikkelingen sinds het eerste ontwerp in 1985, de inzichten op het gebied van trombocytenaggregatieremmers en blikken we vooruit op de toekomst. Erasmus Medisch Centrum, afd. Thoraxcentrum, Rotterdam. Dr. J. Daemen, aios cardiologie; dr. R.J. van Geuns en prof.dr. F. Zijlstra, interventiecardiologen. Contactpersoon: prof.dr. F. Zijlstra (f.zijlstra.1@erasmusmc.nl). Pathofysiologie van aderverkalking Om de gedachten achter de ontwikkeling van de hedendaagse stent te kunnen begrijpen, is enige achtergrondkennis over atherosclerose van belang. Beschadigingen van het endotheel zorgt voor afname van de vaatwandelasticiteit, voor activatie van het afweersysteem en voor een grotere kans op het stollen van passerend bloed. Ook krijgen cholesteroldeeltjes de kans zich te nestelen in de vaatwand. Als gevolg groeit de binnenste vaatwand langzaam naar binnen en kan er een plaque ontstaan met een vernauwing (stenose) als gevolg. Wanneer zich in de plaque scheurtjes ontwikkelen, kan de inhoud van de plaque, die veelal bestaat uit cholesterol en ontstekingscellen, in contact komen met het bloed en ontstaat er een stolsel. Dit kan tot een plotse afsluiting van het bloedvat leiden, zoals bij een acuut myocardinfarct. In 2010 stierven er in Nederland 6823 mensen aan een hartinfarct (bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Historie van interventiecardiologie Het idee om mechanisch vernauwingen in de kransslagader op te heffen kwam in 1964 van Dotter en Judkins; dit werd jaren later gevolgd door de introductie van de ballondilatatie (coronairangioplastiek) door Andreas Gruentzig in Het principe was eenvoudig. Een kleine NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5201 1
2 KLINISCHE PRAKTIJK katheter werd via een slagader in de lies onder röntgendoorlichting opgevoerd tot aan de inmonding van de rechter of linker kransslagader. Vervolgens werd een ballon door middel van een voerdraad in de kransslagader tot voorbij de vernauwing gebracht. Door de ballon ter plaatse onder hoge druk op te blazen werd de plaque tegen de wand gedrukt en de vernauwing opgeheven. Hoewel deze behandeling in het begin van de jaren 80 snel zijn intrede vond, bleken bij een flink deel van de patiënten complicaties op te treden. Zo ontstonden er scheurtjes in de binnenbekleding van de kransslagader (dissecties) die door lokale schade leidden tot plotse afsluiting van het vat (trombose). Daarbij bleken nieuwe behandelingen frequent noodzakelijk. De ontwikkelingen stonden niet stil en in 1985 plaatste de Argentijn Julio Palmaz de eerste stent. Hij legde hiermee de basis voor een behandeling die vandaag de dag bij meer dan 90% van alle dotterprocedures ingezet wordt. De stent maakt dissecties hanteerbaar en voorkomt acute vaatafsluiting. Door zijn starre metalen frame voorkomt een stent constrictie van het bloedvat na schade door de ballon en voorkomt daarmee ook een gedeelte van de nieuwe vernauwingen die na ballondilatatie bij veel patiënten optreden. Gerandomiseerde studies bij zowel patiënten met stabiel coronair lijden als bij patiënten met een acuut myocardinfarct toonden aan dat de stent veilig was en effectiever in het voorkomen van nieuwe behandelingen. 1,2 Indicatiestelling Therapiekeuze Het acuut coronair syndroom vertegenwoordigt momenteel de voornaamste indicatie om patiënten te dotteren; deze indicatie geldt voor circa 70% van alle patiënten die gedotterd worden. Zowel percutane transluminale coronairangioplastiek (PTCA) als bypasschirurgie (CABG) zijn erop gericht klachten te verminderen en ischemische complicaties te voorkomen die kunnen leiden tot overlijden of een hartinfarct. Beide behandelingen zijn voor de indicatie acuut coronair syndroom bewezen bijzonder effectief te zijn. Het percentage patiënten dat behandeld wordt in verband met stabiel coronair lijden neemt gestaag af; momenteel is dat zo n 30%. Dit komt met name door het alsmaar verbeteren van farmacologische behandelmogelijkheden. De keuze voor PTCA of CABG hangt af van vele factoren. Een patiënt met vernauwingen in meerdere coronaire vaten of vernauwingen in de hoofdkransslagader wordt besproken in een hartteam voordat een specifieke behandeling wordt gekozen. Dit team bestaat uit een thoraxchirurg, een interventiecardioloog en de betreffende hoofdbehandelaar. Het risicoprofiel van de patiënt speelt hierbij een belangrijke rol. Diagnostiek Grofweg kan men stellen dat bloedvaten met een diameter > 2 mm in aanmerking komen voor stentimplantatie. Chirurgische anastomosen zijn mogelijk op vaten met een diameter tot circa 1,5 mm. Men kan zich echter voorstellen dat de keuze tot wel of niet behandelen van een patiënt met een vat met een vernauwingspercentage rond de 50% tot discussie kan lijden. Enerzijds wil men niet overbehandelen, anderzijds wil de patiënt verlost worden van zijn klachten. Uit onderzoek weten we dat het dotteren van vernauwingen die aantoonbaar zuurstoftekort (ischemie) induceren tot verbetering van de functionele status en de prognose leidt. Voor vernauwingen die geen ischemie induceren, is optimale medicamenteuze therapie even veilig en effectief. 3 De eerste aanvullende diagnostiek bestaat uit niet-invasieve ischemiedetectie middels een fietsproef, perfusiescintigrafie en stressecho s van het hart; deze onderzoeken gebeuren veelal poliklinisch. Bij invasieve ischemiedetectie wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van metingen van de fractional flow reserve (FFR). Hierbij wordt de bloeddruk voorbij de stenose gemeten door een voerdraadje met 2 druksensoren in de kransslagader te plaatsen. De FFR-waarde kan eenvoudig bepaald worden door de ratio te berekenen tussen de druk achter de vernauwing en de druk bij de aorta, het begin van kransslagader voor de vernauwing. Zonder vernauwing is er geen drukverschil (FFR = 1,0). Een waarde van < 0,8 voorspelt ischemie met een zekerheidsgraad van meer dan 90%. 4 Aantallen en patiëntkenmerken In 2010 werden er in Nederland ongeveer dotterprocedures uitgevoerd in 29 dottercentra waarbij zo n patiënten een stentimplantatie ondergingen. Over de jaren blijkt het aantal PTCA s gestaag toe te nemen met een parallelle stijging van het aantal geïmplanteerde stents. Verklaring voor de stijging van het aantal PTCA s in het laatste decennium is de verbetering van de techniek; steeds complexere vernauwingen die voorheen bij voorkeur werden behandeld middels bypasschirurgie, kunnen worden gedotterd. Zelfs voor een vernauwing in alle 3 de kransslagaders en voor afwijkingen in de hoofdkransslagader is bypasschirurgie geen sine qua non meer. 5 Met name bij patiënten met een angiografische complexiteitsscore (SYNTAX-score) < 22 zijn de risico s op ernstige cardiale of cerebrovasculaire complicaties vergelijkbaar voor PTCA en CABG. Deze score is gebaseerd op angiografische bevindingen; hoe hoger de score, hoe complexer de coronaire afwijkingen en hoe hoger het risico op een slechte uitkomst. 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5201
3 Verdere ontwikkeling van de stent Bijwerkingen van de eerste stent Ondanks dat de stent veel problemen van de ballondilatatie ophief, bleek acute vaatafsluiting nog steeds bij een deel van de patiënten voor te komen. Hoge doses plaatjesremmers en anticoagulantia waren noodzakelijk, met een inherent bloedingsrisico (bij tot wel 14% van de patiënten) en met verlengde ziekenhuisopnames (initieel gemiddeld 8 dagen) als gevolg. 7 Daarbij bracht de stentplaatsing een lokale ontstekingsreactie in de vaatwand teweeg, met littekenvorming (figuur). Het percentage stents dat opnieuw dichtgroeide (re-stenose) bleek 30-40% te zijn. 8 KLINISCHE PRAKTIJK De stent die nooit meer dicht zou groeien In april 2002 werd de eerste drug-eluting stent commercieel geïntroduceerd. De coating van de stent bevat een krachtig afweerremmend medicijn dat re-stenose moet voorkomen. Deze polymeer zorgt ervoor dat het medicijn langzaam vrijgegeven wordt gedurende 1-12 maanden. De specifieke oploseigenschappen en kenmerken verschillen tussen de vele nieuwe soorten drug-eluting stents. De drug-eluting stent deed wat hij beloofde: in de eerste gerandomiseerde studie uit 2002 was het percentage restenosen gereduceerd tot 0%. In de controlearm waarin patiënten een niet-gecoate stent ( bare metal stent ) geïmplanteerd kregen, was dat percentage na 1 jaar 27%. 9 Hoewel de resultaten van deze studie werden genuanceerd in de dagelijkse praktijk, werd de drug-eluting stent al snel eerste keus. In 2010 werden er wereldwijd al meer dan 4,5 miljoen geïmplanteerd en groeide de concurrentie snel. De stent ontwikkelde zich van een relatief dik metalen frame (circa 120 µm) met een biologisch nietafbreekbare coating tot meer flexibele versies met dunnere draadjes (circa 60 µm); oplosbare coatings en vele medicijnen werden getest om re-stenose tegen te gaan. De reden voor de verscheidenheid in het ontwerp van de stents berustte op een aantal bijwerkingen van de eerste generatie drug-eluting stents die inmiddels deels zijn ondervangen. Zo leek de coating allergische reacties op te kunnen wekken en bleken de draadjes van het stentframe te kunnen breken. Een krachtige medicijn dat weefselnieuwgroei in de stent tegenging, zorgde ervoor dat de stent als het ware naakt in de vaatwand bleef liggen; dit was exact het tegenovergestelde van de nietgecoate stent die opnieuw dichtgroeide. Het nadeel hiervan was echter dat er een continu risico van enkele procenten per jaar op trombose bestond, waarvoor langdurige (> 1 jaar) behandeling met trombocytenaggregatieremmers noodzakelijk werd. 10 bindweefselkap stent lipidenrijke kern FIGUUR Histologisch preparaat met resorcine-fuchsine-kleuring: in het bloedvat is ondanks een stent een restenose opgetreden (foto: dr. H. van Beusekom). Zorgwekkende berichten In september 2006 werd het succes van de drug-eluting stent bruusk de kop ingedrukt door 3 presentaties op het jaarlijkse congres van de European Society of Cardiology in Barcelona. In vergelijking tot de niet-gecoate stent zouden drug-eluting stents leiden tot een hogere incidentie van late (> 30 dagen) stenttrombose, met nieuwe hartinfarcten en overlijden. 11 Zorgwekkende boodschappen verschenen wereldwijd in de media en het gebruik van drug-eluting stents halveerde onmiddellijk. Gelijktijdig brak er een nieuw tijdperk aan van wetenschappelijk onderzoek naar deze stents. Gegevens van grote gerandomiseerde studies werden opnieuw zeer grondig geanalyseerd en grote groepen patiënten met de drug-eluting stents werden gevolgd. De drug-eluting stent bleek net zo veilig als de niet-gecoate variant; overleving en het aantal nieuwe hartinfarcten tot 5 jaar na implantatie waren gelijk voor beide soorten stents. 12 Daarbij werd de effectiviteit van de drug-eluting stents bevestigd en bleek dat het risico op re-stenose, met noodzakelijke nieuwe dotterprocedu- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5201 3
4 KLINISCHE PRAKTIJK res als gevolg, sterk werd teruggedrongen. Het verhoogde risico op late trombose van drug-eluting stents van de eerste generatie bleef echter een feit en dit leidde ertoe dat met succes nieuwe coatings werden ontwikkeld. De incidentie van late stenttrombose met drug-eluting stents van de derde generatie bedraagt zo n 1,4% na 2 jaar. 13 Gecoat versus niet-gecoat Sinds de introductie van de drug-eluting stents in 2002 zijn er honderden onderzoeksartikelen verschenen die de uitkomsten van verschillende drug-eluting en nietgecoate stents vergeleken in uiteenlopende patiëntgroepen. Zo werd gekeken naar het effect van de stents bij patiënten met diabetes mellitus, acute myocardinfarcten, bloedvaten van een klein kaliber (< 2,5mm), ernstig verkalkte vaten, etcetera. Tevens werd de kosteneffectiviteit van de drug-eluting stent onder de loep genomen. 14 Veel van de vergelijkende studies tussen verschillende drugeluting stents onderling toonden conflicterende resultaten wanneer er werd gekeken naar subgroepen van patiënten. De studies werden vaak beperkt door mankementen in de studieopzet en door gebrek aan voldoende patiënten en aan juiste uitkomstmaten om valide statistische conclusies te trekken. De resultaten van vergelijkend onderzoek met de niet-gecoate stents waren echter vrijwel eenduidend. De drug-eluting stent bleek in alle subgroepen effectiever dan de oude niet-gecoate stent. In het algemeen ligt het risico dat een patiënt terugkomt met een nieuwe vernauwing in een drug-eluting stent van de derde generatie rond de 7% na 1 jaar. 15 Naast de patiënten met stabiel coronair lijden bestaat de belangrijkste groep patiënten die in aanmerking komt voor een stent uit patiënten met een acuut myocardinfarct (momenteel 30-40% in de dagelijkse praktijk). Bij patiënten met een hartinfarct blijkt de lokale schade aan de vaatwand van een andere aard en ernst te zijn dan bij patiënten met stabiele angineuze klachten die electief gedotterd worden. 16 Vanuit pathofysiologisch oogpunt blijft het dan ook de vraag of lokale afgifte van een medicijn net zo effectief is in het inflammatoir milieu van het acuut coronair syndroom als in een stabiele plaque. Desalniettemin laten recente meta-analyses van gerandomiseerde studies zien dat het gebruik van drug-eluting stents bij patiënten met een myocardinfarct veilig is en effectiever is dan het gebruik van niet-gecoate stents. Een blik in de toekomst Door de continue innovaties werd enkele jaren geleden de biologisch oplosbare stent ontwikkeld. 17 Deze stent biedt initieel dezelfde voordelen als de metalen stent, maar verliest na maanden zijn mechanische structuur en lost op in CO 2 en H 2 O. Groot bijkomend voordeel is het feit dat er geen potentieel blootliggend metaal in de vaatwand achterblijft, waardoor de noodzaak tot langdurige trombocytenaggregatieremming sterk teruggebracht zou kunnen worden. Ook blijft de weg voor aanvullende of alternatieve diagnostische strategieën en behandelingen in de toekomst open. Waar de metalen stents (drugeluting en niet-gecoat) onderzoek van de kransslagaderanatomie middels multislice -CT-scanners vrijwel onmogelijk maken, is dit bij oplosbare stents geen probleem en zouden daarmee in de toekomst nieuwe hartkatheterisaties vermeden kunnen worden. Tevens blijft de optie tot het aanleggen van chirurgische anastomosen bestaan. De ontwikkeling van de oplosbare stents bevindt zich echter nog in een vroeg stadium en vele zaken, zoals de tijdsduur waarin stentstructuur in ieder geval behouden moet blijven, moeten nog bepaald worden. De eerste langetermijnresultaten bevestigen echter de verwachte voordelen van het concept. Trombocytenaggregatieremmers Tijdens de eerste dotterprocedures met stents werden vanwege het risico op acute afsluiting van de stent hoge doses anticoagulantia en acetylsalicylzuur gebruikt, met een hoog bloedingsrisico als gevolg. In de BENESTENTstudie kregen patiënten naast > IU heparine, mg acetylsalicylzuur per dag, in combinatie met dipyridamol 75 mg 3 dd gedurende 6 maanden én acenocoumarol (streef-inr: 2,5-3,5) gedurende 3 maanden. In de onderzoeksarm liep het percentage patiënten met bloedingen op tot maar liefst 13,5%. 1 Met de komst van de modernere stent en de ontwikkeling van thienopyridines veranderde dit beleid fundamenteel en werd de additionele therapie met orale anticoagulantia snel afgeschaft. Hoewel de behandeling met acetylsalicylzuur de hoeksteen bleef 80 mg 1 dd bleek voldoende werden er moderne thienopyridines aan de behandeling toegevoegd, zoals adenosinedifosfaat(adp)- receptorantagonisten die de activatie van bloedplaatjes blokkeren. Een van de bekendste thienopyridines is clopidogrel, dit medicijn wordt momenteel tot 12 maanden na de stentimplantatie voorgeschreven. Sinds kort is het aanbod van plaatsjesremmers uitgebreid met prasugrel, ticagrelor en nieuwe soorten factor Xa-remmers die mogelijk een additioneel effect hebben bij patiënten met een acuut coronair syndroom. Het risico op stenttrombose met moderne generatie stents is al teruggedrongen van 24% bij de eerste roestvrijstalen stents tot circa 1,4% met de hedendaagse drug-eluting stents van de derde generatie. Potentere plaatjesremmers zorgen voor een nog verdere afname in nieuwe hartinfarcten en mortaliteit na de procedure. 18,19 Punt van discussie blijft de optimale gebruiksduur van trombocytenaggregatieremmers naast acetylsalicylzuur 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5201
5 na stentplaatsing; dit is tot recent niet prospectief onderzocht. Daarbij is het risico op trombo-embolische complicaties in de loop der jaren verschoven. Vroeger was de kans groot dat een stent dicht ging zitten binnen de eerste weken na plaatsing; heden ten dage lijkt het risico op stenttrombose eerder een probleem op de lange termijn. De Europese richtlijnen uit 2011 zijn dan ook helder: 1 jaar duale therapie met trombocytenaggregatieremmers, bestaande uit acetylsalicylzuur en clopidogrel, prasugrel of ticagrelor, is de aangewezen behandeling. Recente studies laten echter zien dat het risico op trombose van drugeluting stents van de tweede en derde generatie dusdanig klein is dat het gerechtvaardigd zou kunnen zijn om na 3 tot 6 maanden over te gaan over monotherapie met acetylsalicylzuur. 20 Mocht de patiënt, bijvoorbeeld vanwege atriumfibrilleren, al orale anticoagulantia (coumarines) gebruiken, wordt de keuze moeilijker. Het bloedingsrisico neemt namelijk direct toe met ieder middel dat wordt toegevoegd; dit geldt zowel voor coumarines als voor clopidogrel, prasugrel en ticagrelor. Vooralsnog lijkt het gerechtvaardigd om bij patiënten met een hoog bloedingsrisico (patiënten met nierfunctiestoornissen, eerdere beroertes of bloedingen, hypertensie en leeftijd boven de 75 jaar) te kiezen voor een combinatie van orale anticoagulantia en 1 van de 3 thienopyridines, zonder toevoeging van acetylsalicylzuur, met name gezien het verhoogde risico op bloedingen bij tripeltherapie. 21 Maagbescherming met protonpompremmers dan wel H 2 -receptorantagonisten wordt gepropageerd bij patiënten met een hoog bloedingsrisico en bij patiënten met een combinatietherapie van orale anticoagulantia. Over de interactie van enkele van de maagbeschermende middelen met clopidogrel bestaat zeer controversieel bewijs. Het lijkt in ieder geval zinvol na te denken of het voorschrijven van een maagzuurremmer wel echt noodzakelijk is. Duale therapie met trombocytenaggregatieremmers is zeker geen reden tot het standaard geven van maagzuurremmers Conclusie Sinds de eerste stentimplantatie in 1985 heeft de stent belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. De implantatie van een drug-eluting stent is tegenwoordig de behandeling van eerste keus. Afhankelijk van het risicoprofiel van de patiënt moeten patiënten nog geruime tijd acetylsalicylzuur en trombocytenaggregatieremmers of orale anticoagulantia gebruiken. Ontwikkeling van oplosbare stents is in volle gang; de verwachting is dat dit de stents van de toekomst zijn. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 19 september 2012 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A5201 Leerpunten Jaarlijks wordt er in Nederland bij ongeveer patiënten een stent geplaatst. De voornaamste indicatie voor een stentimplantatie is een acuut coronair syndroom, gevolgd door stabiel coronair lijden. Een patiënt die behandeld is met de nieuwste generatie drug-eluting stents heeft een kans van circa 7% om binnen 1 jaar een nieuwe behandeling te ondergaan in verband met re-stenose. De kans op stenttrombose ligt op 1,4% na 2 jaar. Er wordt nog gezocht naar de ideale combinatie van stent en trombocytenaggregatieremmende medicatie. De ontwikkeling van oplosbare stents is volop bezig; de verwachting is dat hiermee problemen van huidige drug-eluting stents ondervangen zullen worden. > Meer op KLINISCHE PRAKTIJK Literatuur 1 Serruys PW, de Jaegere P, Kiemeneij F, et al. A comparison of balloonexpandable-stent implantation with balloon angioplasty in patients with coronary artery disease. Benestent Study Group. N Engl J Med. 1994;331: Suryapranata H, van t Hof AW, Hoorntje JC, de Boer MJ, Zijlstra F. Randomized comparison of coronary stenting with balloon angioplasty in selected patients with acute myocardial infarction. Circulation. 1998;97: Boden WE, O Rourke RA, Teo KK, et al. Optimal medical therapy with or without PCI for stable coronary disease. N Engl J Med. 2007;356: Pijls NH, De Bruyne B, Peels K, et al. Measurement of fractional flow reserve to assess the functional severity of coronary-artery stenoses. N Engl J Med. 1996;334: Serruys PW, Morice MC, Kappetein AP, et al. Percutaneous coronary intervention versus coronary-artery bypass grafting for severe coronary artery disease. N Engl J Med. 2009;360: De Boer PM, Kappetein AP, van den Brand M, Serruys PW. Vergelijking tussen PCI en CABG bij ernstig coronairlijden. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A660. NTvG 7 Serruys PW, Di Mario C. Who was thrombogenic: the stent or the doctor? Circulation. 1995;91: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5201 5
6 KLINISCHE PRAKTIJK 8 Serruys PW, Luijten HE, Beatt KJ, et al. Incidence of restenosis after successful coronary angioplasty: a time-related phenomenon. A quantitative angiographic study in 342 consecutive patients at 1, 2, 3, and 4 months. Circulation. 1988;77: Morice MC, Serruys PW, Sousa JE, et al. A randomized comparison of a sirolimus-eluting stent with a standard stent for coronary revascularization. N Engl J Med. 2002;346: Daemen J, Wenaweser P, Tsuchida K, et al. Early and late coronary stent thrombosis of sirolimus-eluting and paclitaxel-eluting stents in routine clinical practice: data from a large two-institutional cohort study. Lancet. 2007;369: Camenzind E, Steg PG, Wijns W. Stent thrombosis late after implantation of first-generation drug-eluting stents: a cause for concern. Circulation. 2007;115: , discussion Spaulding C, Daemen J, Boersma E, Cutlip DE, Serruys PW. A pooled analysis of data comparing sirolimus-eluting stents with bare-metal stents. N Engl J Med. 2007;356: Räber L, Magro M, Stefanini GG, et al. Very late coronary stent thrombosis of a newer-generation everolimus-eluting stent compared with early-generation drug-eluting stents: a prospective cohort study. Circulation. 2012;125: Ong AT, Daemen J, van Hout BA, et al. Cost-effectiveness of the unrestricted use of sirolimus-eluting stents vs. bare metal stents at 1 and 2-year follow-up: results from the RESEARCH Registry. Eur Heart J. 2006;27: Stefanini GG, Byrne RA, Serruys PW, et al. Biodegradable polymer drugeluting stents reduce the risk of stent thrombosis at 4 years in patients undergoing percutaneous coronary intervention: a pooled analysis of individual patient data from the ISAR-TEST 3, ISAR-TEST 4, and LEADERS randomized trials. Eur Heart J. 2012;33: De Luca G, Dirksen MT, Spaulding C, et al. Drug-Eluting vs Bare-Metal Stents in Primary Angioplasty: A Pooled Patient-Level Meta-analysis of Randomized Trials. Arch Intern Med. 2012;172: Serruys PW, Garcia-Garcia HM, Onuma Y. From metallic cages to transient bioresorbable scaffolds: change in paradigm of coronary revascularization in the upcoming decade? Eur Heart J. 2012;33:16-25b. 18 Wiviott SD, Braunwald E, McCabe CH, et al. Prasugrel versus clopidogrel in patients with acute coronary syndromes. N Engl J Med. 2007;357: Wallentin L, Becker RC, Budaj A, et al. Ticagrelor versus clopidogrel in patients with acute coronary syndromes. N Engl J Med. 2009;361: Valgimigli M, Campo G, Monti M, et al. Short- Versus Long-Term Duration of Dual-Antiplatelet Therapy After Coronary Stenting: A Randomized Multicenter Trial. Circulation. 2012;125: Nikolsky E, Mehran R, Dangas GD, et al. Outcomes of patients treated with triple antithrombotic therapy after primary percutaneous coronary intervention for ST-elevation myocardial infarction. Am J Cardiol. 2012;109: Abraham NS, Hlatky MA, Antman EM, et al. ACCF/ACG/AHA 2010 Expert Consensus Document on the concomitant use of proton pump inhibitors and thienopyridines: a focused update of the ACCF/ACG/ AHA 2008 expert consensus document on reducing the gastrointestinal risks of antiplatelet therapy and NSAID use: a report of the American College of Cardiology Foundation Task Force on Expert Consensus Documents. Circulation. 2010;122: Hunfeld NG, Valkhoff VE, Touw DJ, Sturkenboom MC, Kuipers EJ. Clopidogrel en protonpompremmers: onvoldoende bewijs van interactie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A Harmsze AM, de Boer A, Boot H, et al. Interactie tussen clopidogrel en protonpompremmers. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5201
De ontwikkelingen in dotteren en coronaire stents
C. Simsek, J. Daemen, F. Zijlstra De ontwikkelingen in dotteren en coronaire stents In Nederland ondergaan jaarlijks meer dan 30.000 mensen een dotterprocedure, waarbij in 90% van de gevallen een stent
Nadere informatieAntistolling: Kunt u het bijhouden?
Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming
Nadere informatie5-jaars Follow-up van de FAME studie
5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of
Nadere informatieP2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac
P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac 326, 330, 331 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld
Nadere informatieVergelijking tussen PCI en CABG bij ernstig coronairlijden*
Onderzoek Vergelijking tussen PCI en CABG bij ernstig coronairlijden* Sanneke P.M. de Boer, Arie P. Kappetein, Marcel J.B.M. van den Brand en Patrick W.J.C. Serruys Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie
Nadere informatieHartkatheterisatie, dotter of omleidingen
Van harte welkom! Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen 20.00 Opening door Wendy de Valk 20.05 Harteraad en Hartezorg 20.15 Presentie Leo Gerhards, arts ass cardiologie 20.40 Henk Drent, ervaringsdeskundige
Nadere informatieTherapie Stabiel Coronairlijden
Therapie Stabiel Coronairlijden Dr. Luc Muyldermans Dr. Yves Vandekerckhove Dr. Luc Missault Dr. Daniël Dendooven Dr. Patrick Coussement Prof. Mattias Duytschaever Prof. René Tavernier Dr. Philippe Debonnaire
Nadere informatieBloedingen onder antitrombotische medicatie
Bloedingen onder antitrombotische medicatie Timing van herstarten Marieke Gimbel, arts-onderzoeker cardiologie 06-11-2018 Disclosure belangen spreker Marieke Gimbel - St. Antonius ziekenhuis Geen (potentiële)
Nadere informatieAdverse outcomes following percutaneous transcatheter interventions Hassell, M.E.C.J.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Adverse outcomes following percutaneous transcatheter interventions Hassell, M.E.C.J. Link to publication Citation for published version (APA): Hassell, M. E. C.
Nadere informatieCombinatietherapie van TARs en NOACs
NECF nascholing 27-9-2016 Combinatietherapie van TARs en NOACs Margreet Warlé-van Herwaarden, openbaar apotheker, Groesbeek Harvey Fijn, cardioloog i.o., CWZ Inhoud Inleiding (dilemma en gevolgen combineren,
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)
Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder
Nadere informatieHoofdstuk 2: Preprocedurele serum waarden van acute-fase reagentia en de prognose na percutane coronaire interventie
Samenvatting 111 CHAPTER 10 Ondanks verbeteringen in de techniek van percutane coronaire interventie (PCI), blijft restenose een belangrijk probleem. De reactie van de vaatwand op beschadiging speelt een
Nadere informatieMonitoring antiplatelet therapy in patients undergoing percutaneous coronary intervention. Nicoline J Breet
Monitoring antiplatelet therapy in patients undergoing percutaneous coronary intervention Nicoline J Breet Pijn op de borst Man, 62 jaar oud Geen cardiovasculaire ziekten Risicofactoren hart- en vaatziekten
Nadere informatieDuitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1
Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd
Nadere informatieNieuwe perspectieven bij stenttrombose en antitrombotica
Verslag van het Second Belgian Congress on Acute Cardiac Care. Deel 2 Nieuwe perspectieven bij stenttrombose en antitrombotica Sofie Gevaert Op 11 juni organiseerde BIWAC haar tweede congres dat bijgewoond
Nadere informatieNederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG maart 2007
Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG 2713003 26 maart 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieNederlandse samenvatting
198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel
Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel
Nadere informatieMaagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108
Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 04-03-2014 Doel Verlagen
Nadere informatieDisclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond
Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieAntitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)
Antitrombotica Nederlands Vasculair Forum 2017 Melvin Lafeber AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie) DISCLOSURES AIOS Interne Geneeskunde Consulent BENU apotheken Nederland Redactiecommissie
Nadere informatieInterventiecardiologie en cardiochirurgie Harttrimclub. Dieke Hoftijzer, interventiecardioloog 18 maart 2019
Interventiecardiologie en cardiochirurgie Harttrimclub Dieke Hoftijzer, interventiecardioloog 18 maart 2019 1 Inhoud - Introductie: nieuwe ontwikkelingen in RdGG - Ontstaan van aderverkalking - Voorkomen
Nadere informatieBETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN
BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon
Nadere informatieMaagbescherming bij NSAID-gebruik 107
Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 29-05-2013 Doel Verlagen van
Nadere informatieChapter 8. Samenvatting en conclusie
Chapter 8 Samenvatting en conclusie 110 Doel van het promotieonderzoek was (1) evaluatie van het resultaat van vroege abciximab toediening vóór primaire percutane coronaire interventie (PPCI) in patiënten
Nadere informatieCARVASZ Stents van bench to bedsite. Karin Arkenbout 15 november 2013
CARVASZ Stents van bench to bedsite Karin Arkenbout 15 november 2013 Coronaire anatomie Atherosclerose Procedure Stenttypen Introductie RCA RCA: right coronary artery Sinusknoop proximale tak RCA in 60%,
Nadere informatieNOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016
NOAC en coronairlijden Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016 Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties Geen
Nadere informatieCORONAIRLIJDEN. Hiërarchie gecombineerd voor Coronairlijden
Coronairlijden CORONAIRLIJDEN is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als coronaire atherosclerose welke leidt tot progressieve lumenvernauwing van één of meerdere kransslagaderen (coronairen) met myocardiale
Nadere informatieACUTE CORONAIRE SYNDROMEN
ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN Definitie, pathofysiologie, symptomatologie en diagnostiek Dr. Marcel Daniëls Jeroen Bosch Ziekenhuis s-hertogenbosch ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN pathofysiologie Definitie symptomatologie
Nadere informatieNederlandse samenvatting
N EDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 8 Nederlandse samenvatting 87 C HAPTER 8 In de prehistorie, toen er nog werd gejaagd met mes en speer, hing het leven af van een snelle reactie op eventuele verwondingen.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Kransslagadervernauwing en hartklachten Kransslagadervernauwing is een van de belangrijkste ziekten in de westerse wereld. De kransslagaderen zijn de bloedvaten die het hart van
Nadere informatieDissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.
Nadere informatieAntistolling bij cardiologische interventies
Antistolling bij cardiologische interventies WES symposium 11 maart 2010 Alina Constantinescu, cardioloog in opleiding, Erasmus MC Coronaire arteriele trombus Factoren: Atherosclerotische plaque Endotheel
Nadere informatieBehandeling van het acute herseninfarct
Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige
Nadere informatieDokter op Dinsdag. Jawed Polad Interventiecardioloog Jeroen Bosch Ziekenhuis
Dokter op Dinsdag Jawed Polad Interventiecardioloog Jeroen Bosch Ziekenhuis Het hart is voornamelijk gemaakt van speciale spier. Het hart pompt bloed in de slagaders (bloedvaten) die het bloed naar alle
Nadere informatieWerken de trombocytenaggregatieremmers? Is meten ook weten? Renske Olie Internist-vasculair geneeskundige MUMC 19-01-2016, Vascular Rounds
Werken de trombocytenaggregatieremmers? Is meten ook weten? Renske Olie Internist-vasculair geneeskundige MUMC 19-01-2016, Vascular Rounds Inhoud - Trombocytenaggregatieremmers - Opzet polikliniek antitrombotica
Nadere informatieCitation for published version (APA): Fokkema, M. L. (2013). Outcome after percutaneous coronary intervention Groningen: s.n.
University of Groningen Outcome after percutaneous coronary intervention Fokkema, Marieke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.
Nadere informatiePrehospitale trombolyse niet langer nodig. door Marc de Leeuw - 22-02-2013
Prehospitale trombolyse niet langer nodig NHG-Standaard Acuut coronair syndroom herzien door Marc de Leeuw - 22-02-2013 De NHG-Standaard Acuut coronair syndroom is recent herzien. Een belangrijke wijziging
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Nadere informatieLange termijn follow up van coarctatio aorta
Diagnostiek en chirurgie in de levensloop van een patiënt met een aangeboren hart-afwijking. Coarctatio Aortae Lange termijn follow up van coarctatio aorta Toon (A.L.) Duijnhouwer, cardioloog Take home
Nadere informatieVolumenormen cardiologie 2016
Volumenormen cardiologie 2016 Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Auteur: Moniek Elsendoorn, beleidsmedewerker kwaliteit Vastgesteld: 14 september 2016 Evaluatiedatum:
Nadere informatieABSORB II-onderzoek toont vergelijkbare resultaten voor de oplosbare stent van Abbott ten opzichte van de meest toegepaste stent wereldwijd
ABSORB II-onderzoek toont vergelijkbare resultaten voor de oplosbare stent van Abbott ten opzichte van de meest toegepaste stent wereldwijd De Absorb Bioresorbable Vascular Scaffold (BVS) van Abbott is
Nadere informatiePerioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners
Perioperatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers Aspirine en/of ADP receptor inhibitor (Plavix of clopidogrel, Efient of
Nadere informatiea a a a a a a a a a a a a a a a a a
a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a genezen is beter dan voorkomen prof. dr. maarten l. simoons a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a
Nadere informatieCh apter 9. Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief
Ch apter 9 Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief 197 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN TOEKOMSTPERSPECTIEF Het doel van dit proefschrift is om te evalueren
Nadere informatieClinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J. Link to publication
Nadere informatieUniversity of Groningen. Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend
University of Groningen Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please
Nadere informatieHet gebruik van hoge druk ballonnen in de behandeling van CCSVI
Het gebruik van hoge druk ballonnen in de behandeling van CCSVI Door Dr. Jan de Letter Vaatchirurg In een door The Essential Health Clinic uitgebrachte nieuwsbrief van 13-09-2011 werden de meningen van
Nadere informatieSamenvattingen en Conclusies
De algemene inleiding van het proefschrift (Hoofdstuk 1) beschrijft de epidemiologie van CAD wereldwijd, en specifiek in Nederland. De onderliggend principes van atherosclerose vorming en progressie worden
Nadere informatieZorgpad Atriumfibrilleren (AF)
Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines
Nadere informatieGeautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc
Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Jorrit Harms OSV: Dr. Kees van Boven Inhoud Achtergrond
Nadere informatieDotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname
U wacht in het ziekenhuis op een PCI behandeling van de kransslagaders van het hart. PCI staat voor Percutane Coronaire Interventie, beter bekend als het plaatsen van een stent. Dit wordt ook wel een dotterbehandeling
Nadere informatieDiabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures
Diabetes in ACS Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen No disclosures Wat we weten van diabeten Outcome na ACS slechter dan bij niet diabeten: o Dood o Infarct o Stroke o Bloeden Korte termijn én lange termijn:
Nadere informatieMedicatie of dotteren bij chronische pijn op de borst? Wat willen mensen? Stabiele angina pectoris: medicatie of dotteren?
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma, Liset van Dijk, Joke Korevaar, Marloes van Dijk en Judith de Jong. Medicatie of dotteren
Nadere informatieAntistollingsbehandeling
Patiënteninformatie Antistollingsbehandeling Informatie omtrent antistollingsmedicatie 1234567890-terTER_ Antistollingsbehandeling Informatie omtrent antistollingsmedicatie U heeft een afspraak in Tergooi
Nadere informatieDeze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.
Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Stabiele angor Zoekdatum tot 15 maart 2015 Medicamenteuze aanpak Bij
Nadere informatieSamenvatting en Conclusie
amenvatting en Conclusie Hart- en vaatziekten, een verzamelnaam voor aandoeningen die het hart en bloedsomloop aangaan, vormen een groeiend medisch probleem en zijn momenteel doodsoorzaak nummer één in
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieUniversity of Groningen. Restenosis in clinical practice Rahel, Braim Mohammed
University of Groningen Restenosis in clinical practice Rahel, Braim Mohammed IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies 221 SAMENVATTING EN CONCLUSIES In de algemene inleiding (Hoofdstuk 1) wordt een overzicht gegeven van de toepassing van multi-slice computed tomography (MSCT) voor de diagnostiek
Nadere informatieGender differences in heart disease. Dr Danny Schoors
Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen
Nadere informatie'Ongenuanceerde berichtgeving kan dodelijk zijn!'
'Ongenuanceerde berichtgeving kan dodelijk zijn!' De eerste patiënten hebben zich al gemeld: ik heb mijn dabigatran maar niet meer ingenomen, want je krijgt er een maagbloeding van. Misschien is ongenuanceerde
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
NEDERLANDSE SAMENVATTING Ondanks verbeteringen in behandeltechnieken blijven plotse hartdood en een hartinfarct (door afsluiting van een kransslagader) tot de voornaamste redenen behoren van ziekte en
Nadere informatieAntitrombotische therapie rondom percutane coronaire interventie
capita selecta Antitrombotische therapie rondom percutane coronaire interventie F.W.A.Verheugt, H.Dieker en W.R.M.Aengevaeren Antitrombotische therapie rondom percutane coronaire interventie is belangrijk
Nadere informatieChapter 6 Samenvatting en Conclusies
Chapter 6 Chapter 6 Samenvatting en Conclusies 165 Chapter 6 Samenvatting en Conclusies De diagnose hartinfarct wordt gesteld aan de hand van klinische, elektrocardiografische en biochemische kenmerken.
Nadere informatieNVVC-CONNECT. In kaart brengen van zorg voor. Nederlandse patiënt met myocardinfarct
NVVC-CONNECT In kaart brengen van zorg voor Nederlandse patiënt met myocardinfarct 1 NVVC-CONNECT Behandeling myocardinfarct Kan het beter? Regionale samenwerking Kan het beter? 4 mei 2012 2 NVVC-CONNECT
Nadere informatieCardiologie. Verder na het hartinfarct.
Cardiologie Verder na het hartinfarct. Machiel van de Wetering Sylvia de Waal 18-3-2014 presentatie 1 inleiding 2 Richtlijn/protocol aan de hand van voorbeelden 3 samenvatting / discussie inleiding - Informatieoverdracht
Nadere informatieThema: Beroerte. Nieuwe ontwikkelingen. Maarten Uyttenboogaart Neuroloog in opleiding. 3 maart 2010 16-3-2010 2
Thema: Beroerte Nieuwe ontwikkelingen Maarten Uyttenboogaart Neuroloog in opleiding 3 maart 2010 16-3-2010 2 Inhoud Behandeling acuut herseninfarct: - stroke unit - trombolyse - dotteren - schedeldaklichting
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32654 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nucifora, Gaetano Title: Clinical applications of non-invasive imaging techniques
Nadere informatieTreatment strategies and risk stratification in non ST elevation acute coronary syndromes Windhausen, A.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Treatment strategies and risk stratification in non ST elevation acute coronary syndromes Windhausen, A. Link to publication Citation for published version (APA):
Nadere informatieCardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico
Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom
Nadere informatieLipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?
Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,
Nadere informatieRichtlijnen voor percutane coronaire interventie
Richtlijnen voor percutane coronaire interventie NVVC-richtlijnen in zakformaat Richtlijnen voor percutane coronaire interventie, gebaseerd op de ESC richtlijn Guidelines for Percutaneous Coronary Interventions
Nadere informatieAtriumfibrilleren & NOAC s. Dionne van Kessel
Atriumfibrilleren & NOAC s Dionne van Kessel S Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of
Nadere informatieTrombose van een coronaire stent na het staken van behandeling met clopidogrel
casuïstische mededelingen Trombose van een coronaire stent na het staken van behandeling met clopidogrel J.W.van Werkum, A.A.C.M.Heestermans, W.Jaarsma, R.W.M.Hautvast, M.J.de Boer en J.M.ten Berg Bij
Nadere informatieANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES
ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The merit of radial access, thrombus aspiration, and drug-eluting stents in primary PCI: controversies in the treatment of acute myocardial infarction Vink, M.A.
Nadere informatiePerioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden
Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Anticoagulantia Vitamine K antagonisten (VKA) Trombocytenaggregatieremmers
Nadere informatiePre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt).
Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt). D. Ali, MJ. Fokkert, RJ. Slingerland, R. Tolsma, A. Mosterd, M. Ishak, F. Van Eenennaam, K. Bruheim, J.M. ten Berg, A.
Nadere informatieCardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG
Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG Dhr. A, 48 jaar taxichauffeur s ochtends 06.20 uur acuut pijn op de borst met een zwaar gevoel in
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieAnticoagulatie en anti-aggregatie bij acute coronaire syndromen: nieuwkomers en vaste waarden 1
2 Tijdschr. voor Geneeskunde, 68, nr. 1, 2012 doi: 10.2143/TVG.68.01.2001102 PENTALFA: DE BEHANDELING VAN ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN 1 Anticoagulatie en anti-aggregatie bij acute coronaire syndromen: nieuwkomers
Nadere informatieTrombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia.
Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia. Farmacologische aspecten clopidogrel Ralf Stemkens Ziekenhuisapotheker i.o. 27 september 2016 Inleiding Na herseninfarct/tia:
Nadere informatieVernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason
Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren Joep Hufman, Medical Scientific Liason Agenda/ Content Atrium fibrilleren & Stollingscascade Heden Toekomst Discussie Atrium fibrilleren en Stollingscascade
Nadere informatieContent. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?
Disclosures: Zeg eens A. Over Atrium fibrilleren en Antistolling in ESRD Geen Marjolijn van Buren Internist-Nefroloog Content Epidemiologie: en Nierfalen & Nierfalen: Epidemiologie whites ARIC study Atheroslerosis
Nadere informatieSamenvatting*en*conclusies* *
Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief
Nadere informatieAntistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG
Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Epidemiologie van atriumfibrilleren (AF) Meest voorkomende ritmestoornis in de westerse wereld Gemiddeld
Nadere informatie5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden
5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden
Nadere informatie24 september 2015. Van harte welkom!
24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
Chapter 9 NEDERLANDSE SAMENVATTING Boezemfibrilleren is een zeer frequent voorkomende hartritmestoornis en daardoor een belangrijk klinisch probleem. Onder de westerse bevolking is de kans op boezemfibrilleren
Nadere informatieOverbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand
Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte
Nadere informatieTAR s: Combinaties, Do s & Don ts
TAR s: Combinaties, Do s & Don ts Congressponsoren AstraZeneca Bayer BoehringerIngelheim Pfizer/BMS Rolf Veldkamp, cardioloog Ravee Rambharose, kaderhuisarts HVZ Aris Prins, apotheker Indeling Trombocytenaggregatie
Nadere informatieOperatie bloedvat hals. Het ontstaan van een vernauwing. Klachten
Operatie bloedvat hals De belangrijkste slagaders in het hoofd zijn de linker- en rechter halsslagader. Ze ontspringen vlak boven het hart uit de grote lichaamsslagader (aorta) en lopen voor in de hals
Nadere informatieNS approval ID 143540 revision date 03-2014. Leven na een hartaanval
Mijn nieuwe leven! NS approval ID 143540 revision date 03-2014 Leven na een hartaanval Inhoud Inleiding.... P. 01 Het gezonde hart... P. 02 Wat is een hartaanval?... P. 02 Hoe ontstaat een hartaanval?...
Nadere informatieSamenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.
1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose
Nadere informatie