Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008."

Transcriptie

1 Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni Stabiele angor Zoekdatum tot 15 maart 2015 Medicamenteuze aanpak Bij patiënten met stabiele angor zonder tekenen van hartfalen is ivabradine in een recente RCT a niet werkzamer gebleken dan placebo 1, 2. Na een gemiddelde follow-up van 28 maanden was er op een gecombineerd primair eindpunt van cardiovasculaire sterfte en niet-fataal myocardinfarct geen statistisch significant verschil tussen ivabradine (tot 10mg per dag) en placebo. In een vooraf gedefinieerde subgroep van patiënten met symptomatische angor was er met ivabradine een toename van dit primair eindpunt. Gegevens omtrent een effect op de angorklachten werden niet gerapporteerd. Ongewenste effecten, waaronder symptomatische bradycardie en voorkamerfibrillatie, traden significant vaker op bij patiënten behandeld met ivabradine. a) RCT waarin patiënten met stabiel coronairlijden werden gerandomiseerd naar een behandeling met ivabradine in een dosis tot maximum 10 mg tweemaal daags of placebo. Patiënten waren ouder dan 55 jaar, vertoonden geen tekenen van hartfalen en hadden een sinusaal ritme van minstens 70 per minuut. Na een gemiddelde follow-up van 28 maanden was er geen verschil tussen ivabradine en placebo op een gecombineerd primair eindpunt van cardiovasculaire sterfte en niet-fataal myocardinfarct (HR 1,08; 95%-BI 0,96 tot 1,20, p = 0,20). Dit primaire eindpunt kwam significant vaker voor bij een vooraf gedefinieerde subgroep van patiënten met inspanningsbeperkende angor (7,6% vs. 6.5% met placebo; HR 1,18; 95%-BI; 1,03 tot 1,35; p= 0,02). Ongewenste effecten, waaronder symptomatische bradycardie (18,0% vs. 2,3%) en voorkamerfibrillatie (5,3% vs 3,8%), traden significant vaker op bij patiënten behandeld met ivabradine. Recent verschenen 3 RCT s en een meta-analyse die de optimale duur van een dubbele anti-aggregerende behandeling met aspirine en een thiënopyridine trachtten te bepalen. In twee RCT s werd een langere duur van een behandeling met acetylsalicylzuur en een thiënopyridine (clopidogrel of prasugrel) na implantatie van een stent vergeleken met een standaardbehandeling van één jaar 3, 4. In de ene RCT a was verder behandelen met een thiënopyridine gedurende 18 maanden geassocieerd met een lager risico van trombose van de stent en majeure cerebrovasculaire en cardiovasculaire events 3. Daartegenover gaf in de andere RCT b continueren van het thiënopyridine gedurende 6-18 maanden geen vermindering in het aantal ischemische complicaties, waaronder trombose van de stent 4. In de eerste RCT had een groot deel van de patiënten risicofactoren van trombose van de stent (bv. na myocardinfarct) terwijl in de tweede RCT patiënten met een hoog risico van trombose geëxcludeerd waren. Het risico van bloeding was in beide studies verhoogd. a) 9,961 patiënten met een drug eluting stent werden na 12 maanden behandeling met een combinatie van clopidogrel of prasugrel en aspirine gerandomiseerd naar het continueren gedurende 18 maanden van clopidogrel of prasugrel bovenop aspirine of

2 placebo bovenop aspirine. Bij meer dan de helft van de patiënten was er minstens 1 risicofactor (positieve hartenzymes, stenose 30 mm, trombus t.h.v. stenose,.) voor trombose van de stent aanwezig. Continueren van het thiënopyridine verlaagt vergeleken met placebo significant het risico van trombose van de stent (0,4% vs. 1,4%; HR 0,29, 95%-BI; 0,17 tot 0,48, p<0.001). Het aantal majeure cardiovasculaire en cerebrovasculaire events was eveneens lager in de groep waarin het thiënopyridine werd verder gegeven (4,3% vs. 5,9%; HR 0,71; 95%-BI; 0,59 tot 0,85, p<0.001). Het risico op matige of ernstige bloeding was verhoogd in de groep waarin het thiënopyridine werd verder gegeven (2,5% vs. 1,6%, p=0,001). b) patiënten werden 1 jaar na plaatsing van een drug eluting stent en een dubbele antiaggregende behandeling gerandomiseerd naar het continueren van de dubbele antiaggregende behandeling gedurende 6 tot 18 maanden of enkel continueren van aspirine. Slechts de helft van de patiënten werd 1 jaar na plaatsing van de stent geschikt bevonden voor randomisatie waardoor deze studie een geselecteerde populatie met een laag risico van trombose bevat. Na een gemiddelde follow-up van 17 maanden was er geen statistisch significant verschil op een gecombineerd primair eindpunt van sterfte, mycocardinfarct, trombose van de stent, CVA of urgente revascularisatie tussen de verlengde duur van een dubbele antiaggregende behandeling en enkel aspirine (4% vs 4%, HR 1,17; 95%-BI 0,68 tot 2,03). Majeure bloedingen waren frequenter met een verlengde duur (7 vs 1 patiënt, HR 0,15; 95%-BI 0,02 tot 1,20). Een derde RCT a vergeleek een behandeling met een dubbele antiaggregerende behandeling van 6 maanden met 24 maanden 5. Het aantal trombotische events en bloedingen verschilde niet significant tussen beide groepen. a) Open-label RCT waarin patiënten gerandomiseerd werden naar een behandeling van 24 maanden of 6 maanden dubbele antiaggregerende behandeling (acetylsalicylzuur met clopidogrel). Geïncludeerde patiënten hadden een PCI gekregen met implantatie van een drug eluting stent. Exclusiecriteria waren PCI voor een acuut myocardinfarct, behandeling van een stenose op de linker hoofd coronair arterie en aspirineresistentie. De studie werd vroegtijdig beëindigd door problemen met recrutering van patiënten waardoor enkel resultaten na 1 jaar beschikbaar zijn. Op een gecombineerd primair eindpunt van sterfte, CVA, myocardinfarct, nood aan acute revascularisatie of majeure bloeding is er geen statistisch significant verschil tussen 6 maanden en 24 maanden dubbele anti-aggregerende behandeling (na 1 jaar: 1,6% vs 1,5%, p=0,85). Een recente meta-analyse a vergeleek een korte duur en een verlengde duur van dubbele antiaggregerende behandeling met acetylsalicylzuur en een thiënopyridine bij patiënten na coronaire stenting 6. De auteurs includeerden 14 RCT s waarin een korte (1 tot 12 maanden) en een lange (12-24 maanden) behandelingsduur werden vergeleken. Ten opzicht van een korte duur geeft een verlengde duur geen verschil in sterfte. a) Systematische review met meta-analyse waarin 14 RCT s met in totaal patiënten werden geïncludeerd die een verlengde duur (12-24 maanden) van een dubbele antiaggregerende behandeling vergeleken met een korte duur (1-12 maanden) of aspirine alleen. In 10 van de 14 RCT s was de indicatie voor antiaggregantia coronairlijden en PCI. Er is geen verschil tussen een korte duur en een lange duur op de eindpunten totale sterfte (HR 1,05; 95%-BI 0,96 tot 1,19), cardiovasculaire sterfte (HR 1,01; 95%-BI 0,93 tot 1,12) en niet-cardiovasculaire sterfte (HR 1,04; 95%-BI 0,90 tot 1,26). De beperkingen van deze meta-analyse zijn de heterogeniteit van de patiëntenpopulaties en de verschillen in behandelingsduur tussen de studies.

3 In commentaarstukken 7-9 wordt gepleit om de duur van een dubbele anti-aggregerende behandeling te laten bepalen door het individuele risico van trombose of bloeding. Ook het type stent zou een rol spelen waarbij nieuwe generatie drug eluting stents een kortere duur mogelijk maken. Invasieve aanpak Een netwerk meta-analyse a vergeleek revascularisatie door middel van coronary artery bypass grafting (CABG) of percutane transluminale coronaire angioplastie (PTCA) met of zonder stenting met medicatie bij patiënten met stabiel coronair lijden 10. De auteurs includeerden 100 RCT s met in totaal patiënten. CABG verlaagt significant het risico van sterfte en myocardinfarct. Het risico van sterfte en myocardinfarct is niet verlaagd na angioplastie met of zonder stenting (bare metal stent, sirolimus eluting stent of zotarolimus eluting stent). Voor een nieuwe generatie van stents (everolimus eluting) is wel een verlaagd risico van sterfte aangetoond. In een commentaarstuk 11 wordt gewezen op methodologische beperkingen inherent aan netwerk meta-analyses waardoor deze resultaten met de nodige voorzichtigheid moeten geïnterpreteerd worden. Deze meta-analyse biedt geen antwoord op de vraag voor welk type patiënt CABG, PTCA of enkel medicatie de beste aanpak is. a) Netwerk meta-analyse (geen rechtstreekse vergelijkingen) met inclusie van 100 RCT s met in totaal patiënten met stabiel coronairlijden. Revascularisatie door middel van CABG of PTCA (ballonangioplastiek, bare metal stent, paclitaxel eluting stent, sirolimus eluting stent, zotarolimus eluting stent of nieuwe generatie everolimus eluting stent) werd vergeleken met optimale medicamenteuze behandeling. CABG verlaagt, vergeleken met medicatie, het risico van sterfte (RR 0,80; 95%BI 0,70 tot 0,91) myocardinfarct (RR 0,79; 95%-BI 0,63 tot 0,99) en nood aan revascularisatie (RR 0,16; 95%-BI 0,13 tot 0,20). Voor PTCA is er enkel met everolimus eluting stents een verlaagd risico op sterfte aangetoond (RR 0,75 (95%-BI 0,59 tot 0,96). Bij patiënten met stabiel coronairlijden en gedocumenteerde myocardischemie heeft PTCA bovenop een medicamenteuze aanpak volgens een recente meta-analyse van 5 RCT s geen meerwaarde 12. PTCA geeft, vergeleken met enkel medicatie, geen daling in sterfte, niet-fataal myocardinfarct, revascularisatie en angor. Bij nagenoeg alle patiënten werd tijdens de procedure een stent geplaatst, enkel bij de meest recente studie was de meerderheid van de stents drug eluting. Deze meta-analyse doet vragen rijzen bij het selecteren van patiënten voor PTCA op basis van myocardischemie 13. a) Meta-analyse met inclusie van 5 RCT s met in totaal patiënten met stabiel coronairlijden en gedocumenteerde myocardischemie waarbij PTCA bovenop medicatie werd vergeleken met medicatie alleen. Myocardischemie werd gediagnosticeerd door middel van inspanningstesten, nucleaire of echocardiografische beeldvorming of fractionele flow reserve (FFR). Na een gemiddelde follow-up van 5 jaar geeft PTCA bovenop medicatie vergeleken met enkel medicatie geen daling in sterfte (6,5% vs 7,3%; OR 0,90; 95%-BI 0,71 tot 1,16), niet fataal myocardinfarct (9,2% vs 7,6%; OR 1,24; 95%-BI 0,99 tot 1,56) en revascularisatie (18,3% vs 28,4%; OR 0,64; 95%-BI 0,35 tot 1,17). Een RCT uit 2010 toonde aan dat sirolimus eluting stents vergeleken met zotarolimus eluting stents na 9 maanden geassocieerd zijn aan lager risico van een gecombineerd eindpunt van cardiale sterfte, myocardinfarct en revascularisatie 14. De resultaten a na een langere follow-up tonen aan dat dit voordeel na 5 jaar niet meer aanwezig is 15.

4 a) Open-label RCT waarin patiënten gerandomiseerd werden naar een behandeling met sirolimus eluting stent of zotarolimus eluting stent. De indicatie voor stenting was stabiele angor bij 50% van de patiënten en instabiele angor of myocardinfarct zonder ST segment elevatie bij 38% van de patiënten. Na 5 jaar was er geen verschil tussen beide stents op het gecombineerd primair eindpunt van cardiale sterfte, myocardinfarct en revascularisatie (17,0 % zotarolimus eluting vs 15,6 % sirolimus eluting (OR 1,10 95%-BI 0,88 tot 1,37, p=0,40)). Volgens een meta-analyse van 5 RCT s a zijn cobalt-chroom everolimus eluting stents vergeleken met bare metal stents geassocieerd aan een lager risico op cardiale sterfte, myocardinfarct en trombose van de stent 16. a) Meta-analyse van individuele patiëntengegevens uit 5 RCT s met in totaal 4,896 patiënten. RCT s die bare metal stents vergeleken met cobal-chroom everolimus eluting stents en minstens 1 jaar duurden werden gëincludeerd. De gemiddelde follow-up bedroeg 720 dagen. Cobalt-chroom everolimus eluting stents scoren vergeleken met bare metal stents op verschillende eindpunt beter; sterfte door hartziekte (HR 0,67; 95%-BI 0,49 tot 0,91; p=0,01), myocardinfarct (HR 0,71; 95%-BI 0,55 tot 0,92; p=0,01), trombose van de stent (HR 0,41; 95%-BI 0,22 tot 0,76; p=0,005) en nood aan revascularisatie (HR 0,29; 95%-BI 0,20 tot 0,41; p<0,001). In de pijplijn Darapladib, een selectieve inhibitor van lipoproteïne-geassocieerd fosfolipase A2, heeft in enkele studies aangetoond een stabiliserend effect uit te oefenen op coronaire atherosclerose In een RCT a met patiënten met stabiel coronair lijden is er na 3,7 jaar geen statistisch significant verschil tussen darapladib en placebo op een gecombineerd primair eindpunt van cardiovasculaire sterfte, myocardinfarct of CVA 19. Ongewenste effecten waaronder diarree en acute nierinsufficiënte waren frequenter in de darapladibgroep. a) RCT met patiënten met stabiel coronair lijden (myocardinfarct, PCI of CABG in voorgeschiedenis) die gedurende 3,7 jaar darapladib of placebo kregen. Patiënten met hartfalen klasse 3 of 4 werden geëxcludeerd. Op het primair gecombineerd eindpunt van cardiovasculaire sterfte, myocardinfarct of CVA is er geen statistisch significant verschil tussen darapladib en placebo (HR 0,94; 95%-BI 0,85 tot 1,03; p=0,20). In de darapladibgroep waren er vergeleken met placebo meer patiënten die de behandeling moesten stoppen omwille van ongewenste effecten, voornamelijk diarree (19,8% vs 13,5%, HR 1,55; 95%-BI 1,43 tot 1,67). Nierinsufficiëntie was eveneens frequenter met darapladib (1,5% vs 1,1%; HR 1,35; 95%-BI 1,03 tot 1,78). Referenties 1. Fox K, Ford I, Steg PG, et al. Ivabradine in stable coronary artery disease without clinical heart failure. N Engl J Med 2014;371:1091-9, Sep 18. DOI: /NEJMoa BCFI. Bijkomende voorzorgsmaatregelen bij het voorschrijven van Ivabradine. Folia 2015;42, Januari.

5 3. Mauri L, Kereiakes DJ, Yeh RW, et al. Twelve or 30 months of dual antiplatelet therapy after drug-eluting stents. N Engl J Med 2014;371: , Dec 4. DOI: /NEJMoa Collet J-P, Silvain J, Barthélémy O, et al. Dual-antiplatelet treatment beyond 1 year after drug-eluting stent implantation (ARCTIC-Interruption): a randomised trial. The Lancet 2014;384: DOI: /s (14) Gilard M, Barragan P, Noryani AAL, et al. Six-month versus 24-month dual antiplatelet therapy after implantation of drug eluting stents in patients non-resistant to aspirin: ITALIC, a randomized multicenter trial. Journal of the American College of Cardiology DOI: /j.jacc Elmariah S, Mauri L, Doros G, et al. Extended duration dual antiplatelet therapy and mortality: a systematic review and meta-analysis. The Lancet 2015;385: DOI: /s (14) Sibbing D, Massberg S. Dual antiplatelet treatment after stenting: is longer better? The Lancet 2014;384: DOI: /s (14) Herrmann HC. Additional studies show no benefit of prolonged dual antiplatelet therapy. NEJM Journal Watch 2014, November 16. Comment on: Gilard M, Barragan P, Noryani AAL, et al. Six-month versus 24-month dual antiplatelet therapy after implantation of drug eluting stents in patients non-resistant to aspirin: ITALIC, a randomized multicenter trial. Journal of the American College of Cardiology DOI: /j.jacc Colombo A, Chieffo A. Dual antiplatelet therapy after drug-eluting stents--how long to treat? N Engl J Med 2014;371:2225-6, Dec 4. Comment on: Mauri L, Kereiakes DJ, Yeh RW, et al. Twelve or 30 months of dual antiplatelet therapy after drug-eluting stents. N Engl J Med 2014;371: , DOI: /NEJMe Windecker S, Stortecky S, Stefanini GG, et al. Revascularisation versus medical treatment in patients with stable coronary artery disease: network meta-analysis. BMJ 2014;348:g3859. DOI: /bmj.g Brown DL. Review: CABG or stents compared with medical therapy in stable coronary artery disease. American College of Physicians 2014;161:JC10, October 21. Comment on: Windecker S, Stortecky S, Stefanini GG, et al. Revascularisation versus medical treatment in patients with stable coronary artery disease: network meta-analysis. BMJ 2014;348:g3859. DOI: /bmj.g Stergiopoulos K, Boden WE, Hartigan P, et al. Percutaneous coronary intervention outcomes in patients with stable obstructive coronary artery disease and myocardial ischemia: a collaborative meta-analysis of contemporary randomized clinical trials. JAMA Intern Med 2014;174:232-40, Feb 1. DOI: /jamainternmed Archbold RA. Similar 5-year clinical outcomes in patients with stable coronary artery disease and myocardial ischaemia managed with an initial approach of medical therapy compared with medical therapy plus percutaneous coronary intervention. Evid Based Med 2014;19:171-2, Oct. Comment on: Stergiopoulos K, Boden WE, Hartigan P, et al. Percutaneous coronary intervention outcomes in patients with stable obstructive coronary artery disease and myocardial ischemia: a collaborative meta-analysis of contemporary randomized clinical trials. JAMA Intern Med 2014;174: DOI: /jamainternmed , DOI: /eb Rasmussen K, Maeng M, Kaltoft A, et al. Efficacy and safety of zotarolimus-eluting and sirolimus-eluting coronary stents in routine clinical care (SORT OUT III): a randomised

6 controlled superiority trial. The Lancet 2010;375: DOI: /s (10) Maeng M, Tilsted HH, Jensen LO, et al. Differential clinical outcomes after 1 year versus 5 years in a randomised comparison of zotarolimus-eluting and sirolimus-eluting coronary stents (the SORT OUT III study): a multicentre, open-label, randomised superiority trial. The Lancet 2014;383: DOI: /s (14) Valgimigli M, Sabate M, Kaiser C, et al. Effects of cobalt-chromium everolimus eluting stents or bare metal stent on fatal and non-fatal cardiovascular events: patient level meta-analysis. BMJ 2014;349:g6427. DOI: /bmj.g Johnson JL, Shi Y, Snipes R, et al. Effect of darapladib treatment on endarterectomy carotid plaque lipoprotein-associated phospholipase A2 activity: a randomized, controlled trial. PLoS One 2014;9:e DOI: /journal.pone Serruys PW, Garcia-Garcia HM, Buszman P, et al. Effects of the direct lipoprotein-associated phospholipase A(2) inhibitor darapladib on human coronary atherosclerotic plaque. Circulation 2008;118: , Sep 9. DOI: /CIRCULATIONAHA The Stability Investigators. Darapladib for Preventing Ischemic Events in Stable Coronary Heart Disease. NEJM 2014;370: DOI: /NEJMoa

7 Aanpak van stabiele angor Zoekdatum tot 1 april 2014 Medicamenteuze aanpak Een review over de medicamenteuze behandeling na plaatsing van een stent bevestigt de huidige aanbevolen aanpak met twee antiaggregantia 1. Deze dubbele antiaggrerende behandeling bestaat uit levenslang acetylsalicylzuur mg/d en een thiënopyridine (clopidogrel, prasugrel, ticlopidine) of ticagrelor gedurende 12 maanden a en is in 3 RCT s superieur gebleken aan warfarine. Clopidogrel 75mg is de eerste keus bij angor zonder een acuut coronair syndroom. Prasugrel en ticagrelor zijn bij angor met een acuut coronair syndroom werkzamer dan clopidogrel maar ze houden een hoger risico op bloedingen in. Bij patiënten die reeds vitamine K antagonisten nemen, tonen studies een duidelijk verhoogd risico van bloedingen met een tritherapie (toevoegen van acetylsalicylzuur en een thiënopyridine), zonder winst op trombo-embolische complicaties. Volgens de auteurs is dan het weglaten van acetylsalicylzuur een zinvolle optie. a. Review waarin 91 RCT s werden geïncludeerd die medicamenteuze behandeling na stenting onderzochten. In 3 RCT s is een bitherapie met acetylsalicylzuur en een thiënopyridine superieur aan warfarine op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Een geïncludeerde meta-analyse van 4 RCT s toont aan dat een bitherapie langer dan 1 jaar niet superieur is in termen van mortaliteit (OR= 1,15; 95%BI 0,85 tot 1,54), op myocardinfarct (OR= 0,95; 95%BI 0,66 tot 1,36) en stenttrombose (OR= 0,88; 95%BI 0,43 tot 1,81). Het risico van majeure bloeding is hoger bij een behandeling langer dan 1 jaar (OR= 2,64; 95%BI 1,31 tot 5,30). Voor zowel prasugrel als ticagrelor is er telkens 1 RCT die bij patiënten met een acuut coronair syndroom een reductie van de cardiovasculaire sterfte, myocardinfarct, CVA en stenttrombose aantoont vergeleken met clopidogrel. Het risico van fatale bloeding en majeure bloeding is echter hoger. 1 RCT vergeleek tritherapie (anticoagulans, clopidogrel en acetylsalicylzuur) met bitherapie (anticoagulans en clopidogrel) bij 573 patiënten na stenting. Deze studie toont na 1 jaar minder bloedingen met bitherapie, vergeleken met tritherapie zonder toename van cardiovasculaire events (MI, CVA, stenttrombose). Een overzichtsartikel bevestigt de beperkte plaats van ivabradine, nicorandol, ranolazine en trimetazidine in de onderhoudsbehandeling van angor 2. Ze zijn geïndiceerd wanneer β-blokkers of calciumantagonisten gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden. Enkel ivabradine is in België beschikbaar. Een open-label RCT a bij een beperkte groep geselecteerde patiënten met angiografisch bevestigde coronaire hartziekte toont aan dat colchicine als aanvullende behandeling bij een statine, een plaatjesremmer en een antihypertensivum, het risico van cardiovasculaire events sterk verlaagt 3. Dit dient nog bevestigd te worden in andere studies.

8 a. RCT waarin 532 patiënten met stabiel coronairlijden gedurende gemiddeld 3 jaar gerandomiseerd werden naar een behandeling met colchicine 0,5mg per dag versus geen behandeling. 70 tot 80% van de patiënten hadden antecedenten van CABG of PTCA. Het primair eindpunt was een samengesteld eindpunt van acuut coronair syndroom, cardiaal arrest buiten het hospitaal of ischemisch niet VKF-gerelateerd CVA. In de colchicinegroep was de incidentie van dit primaire eindpunt significant lager vergeleken met de controlegroep (HR= 0,33; 95%BI 0,18 tot 0,59 p <0,001; NNT= 11). Voor acuut coronair syndroom (een secundaire uitkomstmaat) was de incidentie eveneens significant lager in de colchicinegroep (HR= 0,33;95%BI 0,18 tot 0,63; p<0,001). In de colchicinegroep stopte 11% van deelnemers met de inname van colchicine binnen de maand na de start van de studie omwille van gastro-intestinale intolerantie. Referenties 1. Brilakis ES, Patel VG, Banerjee S. Medical management after coronary stent implantation: a review. JAMA 2013;310: DOI: /jama Jones DA, Timmis A, Wragg A. Novel drugs for treating angina. BMJ 2013;347:f4726. DOI: /bmj.f Christiaens T. Lage dosis colchicine voor secundaire preventie van cardiovasculaire ziekte? Minerva 2013;12: Comment on: Nidorf SM, Eikelboom JW, Budgeon CA. Low-dose colchicine for secondary prevention of cardiovascular disease. J Am Coll Cardiol 2013;61:

9 Aanpak van stabiele angor Zoekdatum tot 1 april 2013 Nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak Er zijn weinig gegevens over de vergelijking tussen dihydropiridines onderling bij angor. In drie kleine studies van korte duur werd geen verschil gevonden tussen amlodipine en felodipine wat betreft symptoomcontrole en ongewenste effecten; er zijn geen gegevens over mortaliteit 1. Nieuwe gegevens over de invasieve behandeling In de FAME-2-studie werd bij patiënten met stabiel coronair lijden, de aanwezigheid van hemodynamisch significante stenose geïdentificeerd door meting van de fractional flow reserve tijdens coronaire angiografie; het merendeel van deze patiënten vertoonde stabiele angor. Patiënten met een hemodynamisch significante stenose (73% van de onderzoeksgroep), werden gerandomiseerd naar PTCA met stent + optimale medicamenteuze behandeling ( invasieve behandeling ) of naar optimale medicamenteuze behandeling alleen. De primaire uitkomst was een samengesteld eindpunt van mortaliteit, myocardinfarct en dringende revascularisatie. De studie werd na 7 maanden voortijdig gestopt omdat werd vastgesteld dat in de invasief behandelde groep de dit primair eindpunt significant minder optrad (4,3 vs. 12,7%). Deze significantie is volledig te verklaren door de lagere nood aan dringende revascularisatie in de invasief behandelde groep (1,6 vs. 11,1%); de cardiale en totale mortaliteit en het aantal myocardinfarcten verschilden niet significant. Het gebrek aan blindering en het voortijdige stopzetten zijn belangrijke methodologische beperkingen van deze studie. Deze studie voegt niets toe aan de beschikbare kennis: in geval van stabiele angor kan PTCA de symptoomcontrole verbeteren, maar het leidt niet tot een lager risico van myocardinfarct of overlijden 2. Referenties 1. UK Medicines Information. How do amlodipine and felodipine compare for the treatment of stable angina? Medicines Q&As October 15, De Bruyne B, Pijls NH, Kalesan B, et al. for the FAME 2 Trial Investigators. Fractional flow reserve-guided PCI versus medical therapy in stable coronary disease. N Engl J Med 2012;367: (doi: /NEJMoa )

10 Aanpak van stabiele angor Zoekdatum tot 1 april 2012 Zijn er nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak van stabiele angor? In gerandomiseerd onderzoek is eerder aangetoond dat ACE-inhibitoren de morbiditeit en mortaliteit bij hoogrisicopatiënten met bewezen coronairlijden lichtjes doen dalen. In een gerandomiseerde studie bij patiënten die recent coronary artery bypass grafting (CABG) ondergingen, werd de ACE-inhibitor quinapril vergeleken met placebo. Het betrof hier cardiaal stabiele patiënten zonder specifieke indicaties voor behandeling met een ACE-inhibitor. Na 3 maanden werd een verhoogde incidentie van cardiovasculaire events vastgesteld in de actief behandelde groep (4,8 vs. 3,2%, een significant verschil); bij verdere follow-up tot 3 jaar was er geen significant verschil tussen quinapril en placebo. Hypotensie en hoest kwamen significant vaker voor bij patiënten behandeld met quinapril. Er zijn dus geen argumenten om bij laagrisico, cardiaal stabiele patiënten na CABG een ACE-inhibitor toe te voegen aan de behandeling 1. Zijn er nieuwe gegevens over de invasieve behandeling van stabiele angor? In tegenstelling tot het bewezen nut van percutane transluminale coronaire angioplastie (PTCA) in geval van een acuut coronair syndroom, blijft er veel onzekerheid rond het nut van PTCA bij patiënten met stabiel coronairlijden. Een recente meta-analyse groepeert 8 gerandomiseerde, gecontroleerde studies met in totaal meer dan patiënten waarin PTCA plus stenting - de actuele interventionele techniek - werd vergeleken met optimale medicamenteuze behandeling (acetylsalicylzuur, β-blokker, ACE-inhibitor en statine). Vijf studies onderzochten patiënten met stabiele angor, in de 3 andere studies waren cardiaal stabiele patiënten met recent myocardinfarct opgenomen. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de groep behandeld met PTCA plus stenting en de medicamenteus behandelde groep wat betreft mortaliteit, niet-fataal myocardinfarct, ongeplande revascularisatie en persisterende angor 2,3. Er zijn dus momenteel geen argumenten om patiënten met stabiel coronairlijden initieel met stenting te behandelen. Uit eerdere studies is niet af te leiden wat de eventuele meerwaarde van CABG ten opzichte van medische behandeling is bij patiënten met coronairlijden plus geassocieerd hartfalen met ernstige linkerventrikeldisfunctie, aangezien deze systematisch geëxcludeerd werden. In een studie werden patiënten met hartfalen (vnl. NYHA-klasse II-III) en een ejectiefractie 35%, die in aanmerking

11 kwamen voor CABG, gerandomiseerd naar medische behandeling alleen of medische behandeling plus CABG. Alle patiënten hadden in mindere of meerdere mate angorklachten. Bij opvolging tot 5 jaar was er geen verschil tussen beide groepen wat betreft totale mortaliteit; de cardiovasculaire mortaliteit was randsignificant lager in de invasief behandelde groep a. a. RCT met patiënten met hartfalen (vnl. NYHA-klasse II-III) en een ejectiefractie 35%, die in aanmerking kwamen voor CABG. Alle patiënten hadden in mindere of meerdere mate angorklachten, personen met ernstige angor (Canadian Cardiovascular Society klasse III) werden geëxcludeerd. Optimale medische behandeling bestond uit ACE-inhibitoren of sartanen, β-blokkers en warfarine of acetylsalicylzuur. Na 56 maanden opvolging bedroeg de totale mortaliteit, het primair eindpunt, 41% in de medicamenteus behandelde groep en 36% in de groep behandeld met CABG plus geneesmiddelen (hazard ratio= 0,86 (95% BI 0,72-1,04). De cardiovasculaire mortaliteit was randsignificant lager in de invasief behandelde groep (28 vs. 33%; HR= 0,81 (95% BI 0,66-1,00) 4. Zijn er nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak van het cardiovasculaire risico? In gerandomiseerd onderzoek is duidelijk aangetoond dat behandeling met acetylsalicylzuur mg/dag de morbiditeit en mortaliteit bij angorpatiënten doet dalen. Een Britse patiënt-controlestudie onderzocht het effect van stoppen van de behandeling met acetylsalicylzuur. De studie includeerde patiënten bij wie ooit een behandeling met acetylsalicylzuur werd opgestart voor de secundaire preventie van cardiovasculaire events; patiënten werden opgevolgd gedurende 3 jaar. Ongeveer 40% van de geïncludeerde patiënten had stabiele angor. Patiënten die recent de behandeling met acetylsalicylzuur stopten, hadden een hoger risico van niet-fataal myocardinfarct: per patiënten die hun behandeling stopten traden er per jaar 4 extra niet-fatale infarcten op. De mortaliteit ten gevolge van coronairlijden was niet significant verhoogd. Deze gegevens ondersteunen het nut van voortzetten van acetylsalicylzuur bij cardiovasculair belaste patiënten, waaronder ook personen met angor 5. De werkzaamheid van extra visolie, via de voeding of via supplementen, bij personen met coronairlijden, is niet duidelijk. Mogelijk is er een positief effect op de incidentie van myocardinfarct, maar een effect op mortaliteit werd niet vastgesteld. In subgroepanalyse werd enkel een mogelijke winst gevonden in studies met voornamelijk personen met een eerder myocardinfarct, maar niet in studies bij personen met stabiele angor 1. Recente meta-analyses bevestigen de plaats van statines bij personen met coronairlijden; er wordt een duidelijke winst gevonden op de mortaliteit en het aantal cardiovasculaire events. Er zijn geen gegevens specifiek bij personen met stabiele angor of bij patiënten die PTCA ondergingen 1.

12 Zijn er nieuwe gegevens over de niet-medicamenteuze aanpak van het cardiovasculaire risico? Cardiale revalidatie Recente studies, zowel observationeel als gerandomiseerd, bevestigen de boodschap van de Transparantiefiche: oefentherapie, binnen het kader van cardiale revalidatie, verlaagt de mortaliteit bij personen met coronairlijden: OR= 0,64 (95% BI 0,46-0,88) 1,6,7.

13 Referenties 1. Skinner JS, Cooper A. Secondary prevention of ischaemic cardiac events. BMJ Clinical Evidence [online] 2012 [cited march 15] Stergiopoulos K, Brown D. Initial coronary stent implantation with medical therapy vs medical therapy alone for stable coronary artery disease. Arch Int Med 2012;172: Boden WE. Mounting evidence for lack of PCI benefit in stable ischemic heart disease. Arch Int Med 2012;172: Velazquez EJ, Lee KL, Deja MA, et al. for the STITCH Investigators. Coronary-artery bypass surgery in patients with left ventricular dysfunction. N Engl J Med 2011;364: Rodriguez LA, Cea-Soriano L, Martin-Merino E, Johansson S. Discontinuation of low-dose aspirin and risk of myocardial infarction: case-control study in UK primary care. BMJ 2011;343:d4094 (doi: /bmj.d4094). 6. Foody JM. Cardiac rehabilitation after percutaneous coronary intervention reduces mortality. J Watch Cardiology June 15, Comment on: Goel K et al. Impact of cardiac rehabilitation on mortality and cardiovascular events after percutaneous coronary intervention in the community. Circulation 2011;123: Lawler PR, Filion KB, Eisenberg MJ. Efficacy of exercise-based cardiac rehabilitation post-myocardial infarction: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Am Heart J 2011;4:

14 Aanpak van stabiele angor: update juni 2011 Zoekdatum tot 1 april 2011 Zijn er nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak van stabiele angor? In een kleine studie van korte duur (65 patiënten, studieduur 12 weken) bleek dat het toevoegen van hooggedoseerd allopurinol (600 mg/d) aan standaard anti-angineuze behandeling de inspanningscapaciteit kan verbeteren bij patiënten met stabiele angor 1. Verder onderzoek is nodig om de eventuele plaats van allopurinol in de aanpak van angor te bepalen. Ivabradine was reeds geregistreerd voor de behandeling van stabiele angor wanneer β-blokkers gecontra-indiceerd zijn, niet verdragen worden of onvoldoende doeltreffend zijn. Recent werd de indicatie uitgebreid met gebruik in associatie met β-blokkers bij patiënten met onvoldoende controle ondanks optimale dosis β-blokkers en met een hartfrequentie >60/minuut. Dit gebeurde op basis van de Associate-trial. In deze 4 maanden durende studie bleek het toevoegen van ivabradine aan atenolol te leiden tot een kleine winst qua inspanningstolerantie; er was geen significant verschil in het aantal angoraanvallen en het gebruik van snelwerkende nitraten a. a. Dubbelblinde RCT met 889 patiënten met stabiele angor, allen behandeld met atenolol 50 mg/d. Patiënten werden gerandomiseerd naar bijkomende behandeling met ivabradine 2 maal 5-7,5 mg/d gedurende vier maanden of naar placebo. Op het einde van de studie was in de groep behandeld met de combinatiebehandeling de toename van de inspanningstolerantie hoger dan in de atenololgroep: toename van 24 vs. 8 seconden 2. Hoewel statistisch significant, kan aan de klinische relevantie van dit verschil, nl. 16 seconden, getwijfeld worden 3. De incidentie van angoraanvallen en de nood aan snelwerkende nitraten verschilde niet significant 2. Zijn er nieuwe gegevens over de invasieve behandeling van stabiele angor? Stents In eerder onderzoek (COMPARE, zie update 2010) bleek een stent die everolimus vrijgeeft te leiden tot minder majeure cardiale incidenten dan een paclitaxel-eluting stent. Dit wordt bevestigd in de recente SPIRIT IV-studie: een stent van de tweede generatie die everolimus vrijgeeft blijkt na 1 jaar superieur aan een paclitaxel eluting stent van de eerste generatie a. In eerder onderzoek (SORT OUT III studie, zie update 2010) bleek een stent die sirolimus vrijgeeft geassocieerd met minder majeure cardiovasculaire incidenten dan een stent die zotarolimus vrijgeeft. Dit werd niet teruggevonden in een recente RCT: zotarolimus bleek na 1 jaar non-inferieur aan everolimus m.b.t. majeure cardiovasculaire incidenten b. Gegevens op langere termijn met deze recentere stents ontbreken momenteel. Uit angst voor een verhoogd risico van late strenttrombose in drug-eluting stents, wordt dit type stent meestal voorbehouden voor coronairen van kleinere diameter. In een RCT bij patiënten die omwille van letsels aan de grote coronairen nood hadden aan stents van 3-4 mm breed, werd geen verschil gevonden in cardiovasculaire

15 morbiditeit en mortaliteit tussen een bare-metal stent en 2 types drug-eluting stents (everolimus en sirolimus) c. Een recente Cochrane-review vergelijkt drug-eluting stents (DES) met bare-metal stents (BMS) en rapporteert resultaten tot 5 jaar na de ingreep. Deze grote meta-analyse bevestigt de conclusie van de Transparantiefiche: er werden geen significante verschillen gevonden tussen DES en BMS wat betreft mortaliteit, AMI of trombose. Bij gebruik van stents die sirolimus, paclitaxel, everolimus, zotarolimus of tacrolimus vrijstellen was er wel minder vaak nood aan revascularisatie vergeleken met BMS. Zoals eerder vermeld in de Transparantiefiche betreft het hier grotendeels aymptomatische stenosen die vastgesteld werden bij routinematig angiografisch onderzoek d. a. RCT met patiënten met coronairlijden; de incidentie van angor werd niet gerapporteerd. Een stent die everolimus vrijgeeft werd vergeleken met een paclitaxel eluting stent. Primair eindpunt was een samengesteld eindpunt: cardiale mortaliteit, AMI en nood aan revascularisatie. Na 1 jaar was het primair eindpunt opgetreden bij 4,2% in de everolimus groep en bij 6,8% in de paclitaxel groep (p= 0,0001) 4. b. Non-inferioriteitsstudie met patiënten; ongeveer 1/3 met angorklachten. Een stent die zotarolimus vrijgeeft werd vergeleken met een everolimus eluting stent. Primair eindpunt was een samengesteld eindpunt: cardiale mortaliteit, AMI en nood aan revascularisatie. Na 1 jaar was het primair eindpunt opgetreden bij 8,2% in de zotarolimus groep en bij 8,3% in de everolimusgroep 5. c. RCT met patiënten die omwille van letsels in de grote coronairen die nood hadden aan stents van 3-4 mm breed. Ongeveer 1/3 van de populatie had angorklachten. Patiënten werden gerandomiseerd over 3 types stents: eerste generatie sirolimus-eluting stent, tweede generatie everolimus-eluting stent of een bare metal-stent. Patiënten kregen gemiddeld elk 1,7 stents en allen kregen clopidogrel gedurende 1 jaar. Primair eindpunt was een samengesteld eindpunt van cardiale mortaliteit en niet-fataal AMI. Na 2 jaar werden er tussen de drie groepen geen significante verschillen vastgesteld m.b.t. het primair eindpunt. Evenmin waren er significante verschillen wat betreft stenttrombose. De nood aan revascularisatie was lager bij een DES (3,7 en 3,1%) dan bij een BMS (8,9%) 6. d. Meta-analyse van 47 RCT s met in totaal patiënten waarin bare metal-stents (BMS) werden vergeleken met drug-eluting stents (DES); zoekdatum tot april Er zijn geen gegevens over het percentage angorpatiënten. Wat betreft de klinische eindpunten mortaliteit, myocardinfarct of trombose werden geen significante verschillen gevonden tussen DES en BMS, en dit bij metingen van 6 maanden tot 5 jaar. Het aantal revascularisaties was significant lager bij gebruik van een DES; met sirolimus, paclitaxel, zotarolimus en everolimus werd dit voordeel teruggevonden tot 3-4 jaar na plaatsing. Gegevens van langere duur ontbreken meestal 7. Invasieve versus medicamenteuze behandeling Uit onderzoek is gebleken dat PTCA, al dan niet gecombineerd met het plaatsen van een stent, bij patiënten met stabiele angor een positieve invloed heeft op de angorklachten en de levenskwaliteit. Een effect op mortaliteit en majeure cardiovasculaire incidenten werd nooit aangetoond. Toch blijkt in een recente enquête, uitgevoerd in de Verenigde Staten bij personen met stabiele angor, het merendeel van de patiënten overtuigd dat PTCA hun kans op myocardinfarct zou verminderen 8. De auteurs van een bijhorend editoriaal besluiten dat de informatieoverdracht tussen arts en patiënt kan verbeterd worden 9. Zijn er nieuwe gegevens over de niet-medicamenteuze aanpak van het cardiovasculair risico? In een RCT met follow-up van 8 jaar bleek dat het toevoegen van cognitieve gedragstherapie aan gangbare zorg bij patiënten met coronaire pathologie kan

16 leiden tot een verlaagde incidentie van cardiovasculaire events. De totale mortaliteit bleek niet beïnvloed te worden a. a. RCT met 362 patiënten die recent opgenomen waren omwille van AMI of coronaire revascularisatie. 57% van de patiënten had stabiele angor. Patiënten werden gerandomiseerd over gangbare zorg of gangbare zorg plus cognitieve gedragstherapie (CGT). Het CGT-programma was toegespitst op stressmanagement en omvatte 20 sessies in kleine groepen, gespreid over 1 jaar. De gemiddelde follow-up bedroeg 8 jaar en de risicofactoren voor cardiovasculair lijden veranderden niet significant gedurende deze periode. Toevoegen van CGT bleek geassocieerd aan een significante verlaging van het aantal fatale en niet-fatale cardiovasculaire incidenten (primair samengesteld eindpunt: HR=0,59; 95% BI 0,42-0,83) en het aantal myocardinfarcten (HR= 0,55; 95% BI 0,36-0,85). De totale mortaliteit verschilde niet significant tussen beide groepen (HR= 0,72; 95% BI 0,40-1,30) 10,. Zijn er nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak van het cardiovasculair risico? De mogelijkheid van een interactie tussen clopidogrel en protonpompinhibitoren, met een mogelijk verminderd effect van clopidogrel werd de laatste jaren uitgebreid onderzocht. In een RCT (COGENT-studie) bij personen met coronairlijden bleek het toevoegen van omeprazol aan een behandeling met acetylsalicylzuur plus clopidogrel niet te leiden tot meer cardiovasculaire events a. De korte opvolgingsduur, nl. gemiddeld 3 maanden, en de geringe statistische power omwille van voortijdig beëindigen van de trial zijn ernstige beperkingen van deze studie. a. RCT met patiënten met coronairlijden; het percentage angorpatiënten wordt niet gerapporteerd. Patiënten werden allen behandeld met clopidogrel plus acetylsalicylzuur en werden bijkomend gerandomiseerd naar omeprazol of placebo. De mediane opvolgingsduur bedroeg 106 dagen. In de groep behandeld met omeprazol traden minder klinische gastro-intestinale events op (1,1 vs. 2,9%; p<0,001). Wat betreft het primair cardiovasculair eindpunt, een composiet van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal AMI, revascularisatie en CVA, werd in de met omeprazol behandelde groep geen verhoogde incidentie gevonden (4,9 vs. 5,7%; p=0,96). Zelfs bij patiënten met verhoogd risico zoals na plaatsen van een stent, wordt geen verhoogd cardiovasculair risico vastgesteld 12,13. Referenties 1. Noman A, Ang D, Ogston S, et al. Effect of high-dose allopurinol on exercise in patients with chronic stable angina: a randomized, placebo controlled crossover trial. Lancet 2010;375: TardiF JC, Ponikowski P, Kahan T, for the ASSOCIATE study investigators. Efficacy of the If current inhibitor ivabradine in patients with chronic stable angina receiving beta-blocker therapy: a 4-month, randomized, placebo-controlled trial. Eur Heart J 2009;30: Anonymous. Angor stable: pas plus de place pour l ivabradine en 2010 qu en Revue Prescrire 2010;30: Stone GW, Rizvi A, Newman W, et al. Everolimus-eluting versus paclitaxel-eluting stents in coronary artery disease. N Engl J Med 2010;362: Serruys PW, Silber S, Garg S, et al. Comparison of zotarolimus-eluting and everolimus-eluting coronary stents. N Engl J Med 2010;363:

17 6. Kaiser C, Galatius S, Erne P, et al. for the BASKET-PROVE Study Group. Drug-eluting versus bare-metal stents in large coronary arteries. N Engl J Med 2010;363: Greenhalgh J, Hockenhull J, Rao N, Dundar Y, Dickson RC, Bagust A. Drug-eluting stents versus bare metal stents for angina or acute coronary syndromes. Cochrane Database of Systematic Reviews 2010, Issue 5. Art. No.: CD DOI: / CD pub2. 8. Rothberg MB, Sivalingam SK, Ashraf J, et al. Patients and cardiologists perceptions of the benefits of percutaneous coronary intervention for stable coronary disease. Ann Int Med 2010;153: Fernandez A. Improving the quality of informed consent: it is not all about the risks. Ann Int Med 2010;153: Gullikson M, Burell G, Vessby B. Randomized controlled trial of cognitive behavioral therapy vs standard treatment to prevent recurrent cardiovascular events in patients with coronary heart disease. Secondary prevention in Uppsala Primary Health Care Project (SUPRIM). Arch Int Med 2011;171: Schwenk TL. Cognitive-behavioral therapy in patients with coronary artery disease. J Watch Gen Med February 8, Comment on: Gullikson M, Burell G, Vessby B. Randomized controlled trial of cognitive behavioral therapy vs standard treatment to prevent recurrent cardiovascular events in patients with coronary heart disease. Secondary prevention in Uppsala Primary Health Care Project (SUPRIM). Arch Int Med 2011;171: Bhatt DL, Cryer BL, Constant CF, for the COGENT Investigators. Clopidogrel with or without omeprazole in coronary artery disease. N Engl J Med 2010;363: Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. Protonpompinhibitoren en clopidogrel: geen evidentie van klinisch significante interactie. Folia Pharmacotherapeutica 2011;38:6-7.

18 Aanpak van stabiele angor: update juni 2010 Zoekdatum tot 1 april 2010 Is er nieuwe evidentie over invasieve behandeling van stabiele angor? In een recente RCT (SORT OUT III) bij patiënten gedurende 18 maanden bleek een sirolimus eluting stent geassocieerd met minder majeure cardiovasculaire incidenten dan een stent die zotarolimus vrijgeeft, een stent van de tweede generatie a. In een studie bij patiënten gedurende 12 maanden (COMPARE) bleek een stent die everolimus vrijgeeft te leiden tot minder majeure cardiale incidenten dan een paclitaxel eluting stent van de tweede generatie b. Gegevens op langere termijn ontbreken momenteel. a. Enkelblinde RCT met patiënten, bij ongeveer 50% van hen was stabiele angor de indicatie voor PTCA. Een stent die zotarolimus vrijgeeft werd vergeleken met een sirolimus stent. Primair eindpunt was een samengesteld eindpunt van majeure cardiale incidenten: AMI, cardiale mortaliteit en nood aan revascularisatie. Na 9 maanden was het primair eindpunt vaker opgetreden in de groep behandeld met de zotarolimus stent: 6 vs. 3%; p=0,0002. Ook na 18 maanden was er een significant voordeel van sirolimus. Op 9 maanden was er geen significant verschil in totale mortaliteit, maar op 18 maanden was de sirolimus stent superieur op dit vlak (3 vs. 4%; p=0,035) 1. b. RCT met patiënten, waarvan 38% met stabiele angor. Primair eindpunt was een samengesteld eindpunt van majeure cardiale incidenten: AMI, cardiale mortaliteit en nood aan revascularisatie. Twee types drug eluting stents van de tweede generatie werden vergeleken: everolimus versus paclitaxel. Na 12 maanden was het primair eindpunt vaker opgetreden in de groep behandeld met de paclitaxel stent: 9 vs. 6%; p=0,02. Er waren geen significante verschillen mbt. totale en cardiale mortaliteit 2. Eerdere meta-analyses vergeleken PTCA met medicamenteuze behandeling met betrekking tot mortaliteit en majeure cardiovasculaire incidenten en vonden een voordeel van PTCA in de oudere, vaak methodologisch zwakkere, maar niet in de nieuwere studies. Een recente meta-analyse onderzoekt de relatieve werkzaamheid van beide behandelingen op symptoomcontrole. Bij het bundelen van alle geïncludeerde studies blijkt PTCA werkzamer dan medicamenteuze behandeling mbt. symptoomcontrole (aantal patiënten zonder angor: 73 vs. 63%, een significant verschil). Wanneer enkel de meest recente studies geanalyseerd worden, is het voordeel van PTCA niet langer significant a. a. Meta-analyse van 14 RCT s met in totaal patiënten met stabiel coronairlijden; het percentage patiënten met angor varieerde van 12 tot 100%, naargelang de studie. PTCA werd vergeleken met medicamenteuze behandeling; studieduur 1-10 jaar. Op het einde van de follow-up vertoonde 73% van de patiënten geen angor meer, vergeleken met 63% van de patiënten in de medicamenteus behandelde groep (OR= 1,69; 95% BI 1,24-2,30; NNT= 10). In bijkomende analyses werd de superioriteit van PTCA enkel vastgesteld in de studies van kortere duur (1-5 jaar) en in de oudere studies. In de recentere studies wordt geen significant voordeel gevonden van PTCA mbt. symptoomcontrole. De auteurs menen dat dit voor een groot deel te verklaren is door een betere, evidence-based medicamenteuze behandeling in de recentere studies, waaronder de COURAGE-trial 3. Is er nieuwe evidentie over medicamenteuze aanpak van het cardiovasculair risico? Bij patiënten met een drug-eluting stent en zonder bloeding of ischemische incidenten is behandeling met clopidogrel plus acetylsalicylzuur langer dan 12 maanden niet werkzamer dan voortgezette behandeling met acetylsalicylzuur in

19 monotherapie mbt. AMI en cardiale mortaliteit a. Grotere studies zijn echter nodig om een definitief antwoord te geven. In België wordt clopidogrel vergoed voor één enkele periode van 12 maanden na plaatsing van de drug eluting stent.

20 a. Gebundelde resultaten van een interimanalyse van 2 open-label RCT s. Studiepopulatie: patiënten zonder majeure cardiovasculaire of cerebrovasculaire incidenten of majeure bloeding die reeds gedurende 12 maanden na inplanting van drug-eluting stent werden behandeld met clopidogrel plus acetylsalicylzuur. Na randomisatie worden patiënten gedurende 2 jaar verder behandeld met de associatie of met aspirine in monotherapie. Primair eindpunt was een composiet van AMI en cardiale dood. Na 2 jaar was het primair eindpunt opgetreden bij 1,8% van de patiënten behandeld met clopidogrel plus acetylsalicylzuur, vergeleken met 1,2% bij de patiënten behandeld met acetylsalicylzuur alleen (HR= 1,65; 95% BI 0,80-3,36). Voor de afzondelijke eindpunten AMI, CVA, stenttrombose, nood aan revascularisatie, majeure bloeding en totale mortaliteit waren er evenmin significante verschillen tussen beide groepen. De auteurs benadrukken dat, gezien het primair eindpunt minder vaak optrad dan verwacht, de studie te weinig power had om eventueel significante verschillen vast te stellen 4,5. Een recente meta-analyse onderzoekt de plaats van ACE-inhibitoren en sartanen bij patiënten met stabiel coronairlijden en intacte ventrikelfunctie. Van de 6 geïncludeerde studies met ACE-inhibitoren, vermeldt slechts 1 het aantal angorpatiënten (HOPE-studie: 56% angorpatiënten). De boodschap van de Transparantiefiche blijft behouden: toevoegen van een ACE-inhibitor aan standaard medicamenteuze behandeling bij hoogrisicopatiënten verlaagt in beperkte mate de totale en de cardiovasculaire mortaliteit en de kans op CVA en niet-fataal AMI. Er zijn geen argumenten dat sartanen werkzaam zouden zijn bij deze populatie. In 1 RCT met 37% angorpatiënten (TRANSCEND-studie) wordt geen effect gevonden van telmisartan op AMI, CVA en cardiovasculaire mortaliteit, vergeleken met placebo. Toevoegen van telmisartan aan een behandeling met ramipril (ONTARGET-studie, 35% patiënten met stabiele angor) heeft geen effect op totale mortaliteit en AMI, en leidt vaker tot ongewenste effecten 6,7. Referenties 1. Rasmussen K, Maeng M, Kaltoft A, et al. on behalf of the SORT OUT III study group. Efficacy and safety of zotarolimus-eluting and sirolimus-eluting coronary stents in routine clinical care (SORT OUT III): a randomised controlled superiority trial. Lancet 2010;375: Kedhi E, Joesoef KS, McFadden E, et al. Second-generation everolimus-eluting and paclitaxel-eluting stents in real-life practice (COMPARE): a randomised trial. Lancet 2010;375: Wijeysundera HC, Nallamothu BK, Krumholz H, et al. Meta-analysis: effects of percutaneous coronary intervention versus medical therapy on angina relief. Ann Int Med 2010;152: Park SJ, Park DW, Kim YH, et al. Duration of dual antiplatelet therapy after implantation of drug-eluting stents. N Engl J Med 2010; 362: Berger PB. Optimal duration of clopidogrel use after implantation of drug-eluting stents - Still in doubt. N Engl J Med 2010;362: Baker WL, Coleman CI, Kluger J, et al. Systematic review: comparative effectiveness of angiotensin-converting enzyme inhibitors or angiotensin II-receptor blockers for ischemic heart disease. Ann Int Med 2009; Coleman CI, Baker WL, Kluger J, Reinhart K, Talati R, Quercia R, Mather J, Giovenale S, White CM. Comparative Effectiveness of Angiotensin Converting Enzyme Inhibitors or Angiotensin II Receptor Blockers Added to Standard Medical Therapy for Treating Stable Ischemic Heart Disease. (Prepared by the University of Connecticut/Hartford Hospital Evidence-based

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Aanpak van stabiele angor Zoekdatum tot 1 april 2014 Medicamenteuze

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Antistolling: Kunt u het bijhouden? Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie?

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie? Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie? Eikelboom JW, Connolly SJ, Bosch J, et al; COMPASS Investigators. Rivaroxaban with or without aspirin in stable cardiovascular

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Combinatietherapie van TARs en NOACs NECF nascholing 27-9-2016 Combinatietherapie van TARs en NOACs Margreet Warlé-van Herwaarden, openbaar apotheker, Groesbeek Harvey Fijn, cardioloog i.o., CWZ Inhoud Inleiding (dilemma en gevolgen combineren,

Nadere informatie

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac 326, 330, 331 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld

Nadere informatie

Behandeling na een acuut coronair syndroom

Behandeling na een acuut coronair syndroom Behandeling na een acuut coronair syndroom Een nieuwe uitdaging in de ketenzorg CVRM Nascholing Stedelijke werkgroep Amsterdam 9 en 14 juni 2010 A.L.M. Bakx, cardioloog, BovenIJ Ziekenhuis SECUNDAIRE PREVENTIE

Nadere informatie

Therapie Stabiel Coronairlijden

Therapie Stabiel Coronairlijden Therapie Stabiel Coronairlijden Dr. Luc Muyldermans Dr. Yves Vandekerckhove Dr. Luc Missault Dr. Daniël Dendooven Dr. Patrick Coussement Prof. Mattias Duytschaever Prof. René Tavernier Dr. Philippe Debonnaire

Nadere informatie

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies 54 Wetenschappelijke conclusies 1. - Aanbeveling van het PRAC Achtergrondinformatie Ivabradine is een hartfrequentieverlagend middel met een specifiek effect op

Nadere informatie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie

Nadere informatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie Bloedingen onder antitrombotische medicatie Timing van herstarten Marieke Gimbel, arts-onderzoeker cardiologie 06-11-2018 Disclosure belangen spreker Marieke Gimbel - St. Antonius ziekenhuis Geen (potentiële)

Nadere informatie

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie Chapter 8 Samenvatting en conclusie 110 Doel van het promotieonderzoek was (1) evaluatie van het resultaat van vroege abciximab toediening vóór primaire percutane coronaire interventie (PPCI) in patiënten

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

University of Groningen. Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend

University of Groningen. Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend University of Groningen Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA)

Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA) Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA) Zoekdatum

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Zoekdatum

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia.

Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia. Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia. Farmacologische aspecten clopidogrel Ralf Stemkens Ziekenhuisapotheker i.o. 27 september 2016 Inleiding Na herseninfarct/tia:

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Nieuwe perspectieven bij stenttrombose en antitrombotica

Nieuwe perspectieven bij stenttrombose en antitrombotica Verslag van het Second Belgian Congress on Acute Cardiac Care. Deel 2 Nieuwe perspectieven bij stenttrombose en antitrombotica Sofie Gevaert Op 11 juni organiseerde BIWAC haar tweede congres dat bijgewoond

Nadere informatie

Urinezuur en het hart

Urinezuur en het hart Urinezuur en het hart Stephanie Cuypers Co-assistent anesthesie KU Leuven 2011-2012 Prof. Dr. E Vandermeulen, promotor Urinezuur en het hart Inleiding Materialen en methode Discussie Stabiele angor: definitie

Nadere informatie

Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen

Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen Van harte welkom! Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen 20.00 Opening door Wendy de Valk 20.05 Harteraad en Hartezorg 20.15 Presentie Leo Gerhards, arts ass cardiologie 20.40 Henk Drent, ervaringsdeskundige

Nadere informatie

Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study'

Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Heart Protection Study Collaborative Group. MRC/BHF Heart Protection Study of cholesterol lowering with simvastatin in 20 536 high-risk

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Fokkema, M. L. (2013). Outcome after percutaneous coronary intervention Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Fokkema, M. L. (2013). Outcome after percutaneous coronary intervention Groningen: s.n. University of Groningen Outcome after percutaneous coronary intervention Fokkema, Marieke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.

Nadere informatie

Casus: Mona L. 72 jaar

Casus: Mona L. 72 jaar Casus: Mona L. 72 jaar Dringende presentatie op uw raadpleging Sinds 1u aanhoudende hoogabdominale last. Dit nam opnieuw toe bij het stappen van de wagen tot aan de praktijk. Gisteren trad dezelfde klacht

Nadere informatie

DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE

DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE ADHD Een gerandomiseerde dubbelblinde studie bij 516 kinderen en adolescenten met ADHD vond een beter effect op de ADHDsymptomen met methylfenidaat (Concerta, Rilatine

Nadere informatie

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine

Nadere informatie

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011 Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire

Nadere informatie

Medicatie of dotteren bij chronische pijn op de borst? Wat willen mensen? Stabiele angina pectoris: medicatie of dotteren?

Medicatie of dotteren bij chronische pijn op de borst? Wat willen mensen? Stabiele angina pectoris: medicatie of dotteren? Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma, Liset van Dijk, Joke Korevaar, Marloes van Dijk en Judith de Jong. Medicatie of dotteren

Nadere informatie

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom

Nadere informatie

ACUUT CORONAIR SYNDROOM. 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis

ACUUT CORONAIR SYNDROOM. 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis ACUUT CORONAIR SYNDROOM 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis Doelen Behandeling van ACS - Medicamenteus - Invasief Complicaties Prognose 2 Behandeling:

Nadere informatie

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Epidemiologie van atriumfibrilleren (AF) Meest voorkomende ritmestoornis in de westerse wereld Gemiddeld

Nadere informatie

Evidence-based Lifestyle Advies

Evidence-based Lifestyle Advies Evidence-based Lifestyle Advies Focus op dieet Willem Bax*, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Vaatcentrum Alkmaar *,Conflict of interest m.b.t. onderwerp: geen 1 Vrouw, 48 jaar, VG: RA, zus DM-2,

Nadere informatie

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG. Rechtstreekse mededeling aan de Gezondheidszorgbeoefenaars

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG. Rechtstreekse mededeling aan de Gezondheidszorgbeoefenaars Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Preprocedurele serum waarden van acute-fase reagentia en de prognose na percutane coronaire interventie

Hoofdstuk 2: Preprocedurele serum waarden van acute-fase reagentia en de prognose na percutane coronaire interventie Samenvatting 111 CHAPTER 10 Ondanks verbeteringen in de techniek van percutane coronaire interventie (PCI), blijft restenose een belangrijk probleem. De reactie van de vaatwand op beschadiging speelt een

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel EFIENT. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN Het doel van dit themanummer is een synthese te geven van de beschikbare informatie over antitrombotische behandeling in de eerste lijn,

Nadere informatie

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF Preventie van CVA: Zijn NOACs Altijd Superieur? Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF o Superioriteit versus warfarine o Superioriteit versus

Nadere informatie

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures Diabetes in ACS Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen No disclosures Wat we weten van diabeten Outcome na ACS slechter dan bij niet diabeten: o Dood o Infarct o Stroke o Bloeden Korte termijn én lange termijn:

Nadere informatie

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter?

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? TRIP Symposium 29 november 2007 Cynthia So, internist Sanquin Bloedbank ZW Inhoud presentatie Waarom bloed besparen? Wat is er aan evidence? Lopende studies Waarom

Nadere informatie

Update Transparantiefiches

Update Transparantiefiches Update Transparantiefiches Juni 2012 Inhoudsopgave Aanpak van stabiele angor... 1 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten... 5 Aanpak van jicht... 8 Aanpak van maagklachten... 9 Aanpak van

Nadere informatie

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Samen zorgen Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Goof Zonneveld, huisarts in Sint Pancras en kaderhuisarts HVZ Secundaire preventie Verbinding tussen 2 e en 1 e lijn NVVC-Connect

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG maart 2007

Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG maart 2007 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG 2713003 26 maart 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers Aspirine en/of ADP receptor inhibitor (Plavix of clopidogrel, Efient of

Nadere informatie

De medicamenteuze behandeling van VKF. Do s & Don ts. Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica

De medicamenteuze behandeling van VKF. Do s & Don ts. Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica De medicamenteuze behandeling van VKF Do s & Don ts Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica 1 Voorkamerfibrillatie 2 Meest voorkomende aritmie wereldwijd Immense

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 04-03-2014 Doel Verlagen

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

HARTFALEN BEHANDELRICHTLIJNEN

HARTFALEN BEHANDELRICHTLIJNEN HRTFLEN BEHNDELRCHTLJNEN Voor meer informatie zie hartfalen.nl 2015 Novartis Pharma, oktober 2015, 1015HF466074 Wat is de definitie van hartfalen? De richtlijn van de European Society of Cardiology (ESC)

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd. Fosinopril C09AA09, april 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie en symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Fosinopril wordt door Ephor niet geadviseerd als behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen

Nadere informatie

OVERZICHT RECENTE LITERATUUR

OVERZICHT RECENTE LITERATUUR KLINISCHE FARMACOLOGIE, VAKGROEP FARMACOLOGIE OVERZICHT RECENTE LITERATUUR Prof Dr T Christiaens, Prof Dr T Debacker, Dr E Van Leeuwen Universiteit Gent 12/09/2018 ANTIHYPERTENSIVA Wright JM et al. First-line

Nadere informatie

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017 Oncologische geneesmiddelen langs de lat Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017 a.dingemans@mumc.nl Nieuwe middelen Dingemans 15 maart 2016 2 Disclosures I attended advisory boards

Nadere informatie

Ch apter 9. Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief

Ch apter 9. Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief Ch apter 9 Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief 197 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN TOEKOMSTPERSPECTIEF Het doel van dit proefschrift is om te evalueren

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van voorkamerfibrillatie, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van voorkamerfibrillatie, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van voorkamerfibrillatie, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Voorkamerfibrillatie Publicatiedatum tot 15 september 2015 Epidemiologische

Nadere informatie

Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct

Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct Arianne Verburg, Paul Janssen, Henk van Weert Onderzoek Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct Samenvatting Verburg AFE, Janssen PGH, Van Weert HCPM. Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct.

Nadere informatie

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Marij Zuidersma Promotoren: Peter de Jonge, Johan Ormel, Henk Jan Conradi Interdisciplinary center for psychiatric epidemiology University

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking?

Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking? Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking? Jeroen van Oostrum Hoofd Business Intelligence Center 24 november 2009 Stellingen Stelling 1: Patiëntuitkomstmaten, zoals heropnames, complicaties en patiënttevredenheid,

Nadere informatie

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Alcohol: Epidemiologische gegevens WHO: Europa, regio hoogste

Nadere informatie

Antistolling bij cardiologische interventies

Antistolling bij cardiologische interventies Antistolling bij cardiologische interventies WES symposium 11 maart 2010 Alina Constantinescu, cardioloog in opleiding, Erasmus MC Coronaire arteriele trombus Factoren: Atherosclerotische plaque Endotheel

Nadere informatie

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker Hoe hartfalen te herkennen Mark Valk, huisarts onderzoeker vroegdiagnostiek hartfalen Leusden 24 april 2012 2 Disclosure Geen belangenverstengeling Komt het vaak voor? 0,8% tussen de 55 en 64 jaar 3% tussen

Nadere informatie

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen CVRM addendum (kwetsbare) ouderen Prof. Dr. Majon Muller Internist-OUDGNK Hoofd sectie OUDGNK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Vergelijking tussen PCI en CABG bij ernstig coronairlijden*

Vergelijking tussen PCI en CABG bij ernstig coronairlijden* Onderzoek Vergelijking tussen PCI en CABG bij ernstig coronairlijden* Sanneke P.M. de Boer, Arie P. Kappetein, Marcel J.B.M. van den Brand en Patrick W.J.C. Serruys Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie

Nadere informatie

Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst

Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst Intensivist/cardioloog @iccvanderhorst Conflict of interest Perner A, Laake J, van der Horst ICC. Innovation and safety in critical care: should

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie

Nadere informatie

Treatment strategies and risk stratification in non ST elevation acute coronary syndromes Windhausen, A.

Treatment strategies and risk stratification in non ST elevation acute coronary syndromes Windhausen, A. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Treatment strategies and risk stratification in non ST elevation acute coronary syndromes Windhausen, A. Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

Herstart antistolling na bloeding. Karina Meijer internist-hematoloog UMCG

Herstart antistolling na bloeding. Karina Meijer internist-hematoloog UMCG Herstart antistolling na bloeding Karina Meijer internist-hematoloog UMCG 020318 Disclosures Onderzoeksgeld van Bayer en Pfizer (voor hemofiliegerelateerde projecten), van Sanquin voor PCC studie Speaker

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/50588

Nadere informatie

Update PCSK9 trials. Vascular Rounds MUMC

Update PCSK9 trials. Vascular Rounds MUMC Update PCSK9 trials Vascular Rounds MUMC 16 mei 2017 Frank L.J. Visseren Disclosures Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties: Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding

Nadere informatie

Dobutamine Stress MRI

Dobutamine Stress MRI Naam promovendus: Th.J.A. Kuijpers Promotiedatum: 9 februari 2005 Naam promotor: Prof. Dr. M. Oudkerk Titel proefschrift: Dobutamine Stress MRI Dobutamine Stress MRI In de afgelopen vijf jaar heeft de

Nadere informatie

Wat is nieuw in Antistollingswereld?

Wat is nieuw in Antistollingswereld? Wat is nieuw in Antistollingswereld? Peter Verhamme Bloedings- en vaatziekten UZ Leuven NOACs/DOACs - Antistolling bij VKF: Waarom we NOACs verkiezen! - Peri-operatief beleid 1 Nieuwe orale anticoagulantia

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

Prehospitale trombolyse niet langer nodig. door Marc de Leeuw - 22-02-2013

Prehospitale trombolyse niet langer nodig. door Marc de Leeuw - 22-02-2013 Prehospitale trombolyse niet langer nodig NHG-Standaard Acuut coronair syndroom herzien door Marc de Leeuw - 22-02-2013 De NHG-Standaard Acuut coronair syndroom is recent herzien. Een belangrijke wijziging

Nadere informatie

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag.

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag. Captopril C09AA0, februari 2019 Indicatie Hypertensie. Hartfalen: de behandeling van chronische decompensatio cordis met afname van de systolische ventriculaire functie, in combinatie met diuretica en,

Nadere informatie

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Dr. L. Dirix Medische Oncologie Behandeling van vaste tumoren Adjuverende therapie Uitgezaaide ziekte Gerandomizeerd onderzoek

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie