Een analyse van vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een analyse van vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Een analyse van vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Ryck Sabrina (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. Philip Traest Commissaris: Dhr. Nicholas De Nil

2

3

4

5 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Een analyse van vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Ryck Sabrina (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. Philip Traest Commissaris: Dhr. Nicholas De Nil

6

7 VOORWOORD Deze masterproef werd geschreven in het kader van mijn masteropleiding aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit te Gent. De strafuitvoeringsrechtbank en haar strafuitvoeringsmodaliteiten nemen een prominente plaats in binnen het gerechtelijk systeem en de maatschappij. De kritiek en commotie rond de voorwaardelijke invrijheidstelling sprak mij steeds opnieuw aan. Gezien het ondertussen al meer dan vijf jaar geleden is eer de strafuitvoeringsrechtbanken in werking traden vond ik het de moeite waard om deze instelling en haar werking van dichter bij te bekijken en deze aan een evaluatie te onderwerpen. Het schrijven van een masterproef is het resultaat van vele maanden opzoekingswerk en het lezen en verwerken daarvan. Deze intensieve taak zou ik niet volbracht kunnen hebben zonder de steun van een aantal mensen, tot wie ik hier een woord van dank wil richten. In de eerste plaats wil ik professor Philip TRAEST bedanken voor het promoten van mijn masterproef en mij de mogelijkheid te geven om deze op een zelfstandige manier te voltooien. Hiernaast wil ik ook graag de heer Nicholas DE NIL bedanken om de taak van leescommissaris op zich te willen nemen. Vervolgens wil ik mijn familie, partner en vrienden bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun en aanmoedigingen tijdens het schrijven van mijn masterproef. Tot slot wil ik in het bijzonder mijn ouders bedanken die mij de kans hebben gegeven om mijn opleiding aan de universiteit te beginnen en af te maken. Zowel tijdens het schrijven van mijn masterproef als de voorbije academiejaren stonden zij steeds klaar om mij met raad en daad bij te staan. Sabrina De Ryck i

8 ii

9 INHOUDSOPGAVE LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN FREQUENT GEBRUIKTE WETTEN... VIII INLEIDING... 1 DEEL 1 - DE SITUERING VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK... 5 HOOFDSTUK 1. HET STRAFUITVOERINGSSYSTEEM IN BELGIË... 5 HOOFDSTUK 2. RATIO LEGIS VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK... 6 HOOFDSTUK 3. DOEL VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK... 8 DEEL 2 - WETGEVEND KADER... 9 HOOFDSTUK 1. VOORAFGAANDEN... 9 Afdeling 1. De situatie vóór Afdeling 2. De Wet Lejeune van 31 mei 1888 ( )... 9 Afdeling 3. Jaren 90 van de twintigste eeuw: hervorming wordt op gang getrapt Regeerakkoord DEHAENE II (juni 1995) Oriëntatienota Strafbeleid en gevangenisbeleid (juni 1996) De zaak DUTROUX als katalysator (augustus 1996) Afdeling 4. Wet 5 en 18 maart 1998: Commissies voorwaardelijke invrijheidstelling ( ) Afdeling 5. De 21 e eeuw: op weg naar de strafuitvoeringsrechtbanken HOOFDSTUK 2. DE WET EXTERNE RECHTSPOSITIE EN DE BEVOEGDHEDEN VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANKEN (17 MEI 2006) 16 HOOFDSTUK 3. INWERKINGTREDING: 1 FEBRUARI HOOFDSTUK 4. EVOLUTIE SINDS 1 FEBRUARI Afdeling maart 2013: de wet Martin Verstrenging van de procedure Wijziging van de tijdsvoorwaarden voor veroordeelden tot 30 jaar gevangenisstraf of levenslang Positief injunctierecht voor de minister van Justitie Afdeling 2. Wet van 15 december 2013: verbetering van de positie van het slachtoffer DEEL 3 - HOE IS DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK GEORGANISEERD? HOOFDSTUK 1. SAMENSTELLING VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK HOOFDSTUK 2. OPENBAAR MINISTERIE BIJ DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK Afdeling 1. Samenstelling Afdeling 2. Bevoegdheid HOOFDSTUK 3. TERRITORIALE BEVOEGDHEID iii

10 HOOFDSTUK 4. HET GEBRUIK DER TALEN IN GERECHTSZAKEN DEEL 4 - MATERIËLE BEVOEGDHEID HOOFDSTUK 1. DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK Afdeling 1. Strafuitvoeringsmodaliteiten Beperkte detentie Elektronisch toezicht Voorwaardelijke invrijheidstelling Voorlopige invrijheidstelling met oog op verwijdering van het grondgebied of met oog op overlevering Art. 59 Wet Externe Rechtspositie: een tweesporenbeleid Afdeling 2. Wet op de geïnterneerden Afdeling 3. De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank Begrip Termijn Procedure Jaarlijkse controle Definitieve invrijheidstelling HOOFDSTUK 2. DE STRAFUITVOERINGSRECHTER Afdeling 1. Algemene bevoegdheden Afdeling 2. Bijzondere bevoegdheden Voorlopige invrijheidstelling om medische redenen Herberekening van de strafmaat ingeval van samenloop Vervanging van een vrijheidsstraf door een werkstraf De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht HOOFDSTUK 3. DE MINISTER VAN JUSTITIE Afdeling 1. Uitgaansvergunning Begrip en tijdsvoorwaarden Tegenaanwijzingen Procedure Uitvoering van de straf Niet-naleving van de voorwaarden Afdeling 2. Penitentiair verlof Begrip en tijdsvoorwaarden Tegenaanwijzingen Procedure Uitvoering van de straf Niet-naleving van de voorwaarden Afdeling 3. De onderbreking van de strafuitvoering om uitzonderlijke redenen Begrip en tijdsvoorwaarden Tegenaanwijzingen iv

11 3. Procedure Uitvoering van de straf Niet-naleving van de voorwaarden DEEL 5 - DE WERKING VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK HOOFDSTUK 1. DE PROCEDURE VOORAFGAAND AAN DE ZITTING HOOFDSTUK 2. DE ZITTING VOOR DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK Afdeling 1. Procedurele aspecten Afdeling 2. Beslissingspraktijk van de strafuitvoeringsrechtbank Evaluatie van de tegenaanwijzingen In interactie met andere procesactoren Spanningsveld tussen sociale re-integratie en bescherming van de maatschappij HOOFDSTUK 3. UITSPRAAK EN VONNIS Afdeling 1. Het vonnis Het motiveringsbeginsel Het onpartijdigheidsbeginsel Het beginsel van de redelijke termijn De aanvang van de uitvoering van de strafuitvoeringsmodaliteit De mededeling van de beslissing Afdeling 3. Beslissing tot toekenning tot een strafuitvoeringsmodaliteit Afdeling 4. Beslissing tot weigering van de toekenning tot een strafuitvoeringsmodaliteit Afdeling 5. Toekenning van een andere dan de gevraagde strafuitvoeringsmodaliteit HOOFDSTUK 4. VERDER VERLOOP VAN DE STRAFUITVOERINGSMODALITEITEN NA TOEKENNING Afdeling 1. Opvolging en controle van de strafuitvoeringsmodaliteiten De controle van de strafuitvoeringsmodaliteiten De opvolging van de strafuitvoeringsmodaliteiten Afdeling 2. Herroeping, schorsing, herziening van de strafuitvoeringsmodaliteiten en voorlopige aanhouding75 1. Herroeping van de strafuitvoeringsmodaliteit Schorsing van de strafuitvoeringsmodaliteit Herziening van de strafuitvoeringsmodaliteit Procedure tot herroeping, schorsing en herziening van de strafuitvoeringsmodaliteit De rechten van het slachtoffer Afdeling 3. Definitieve invrijheidstelling HOOFDSTUK 5. RECHTSMIDDELEN HOOFDSTUK 6. DE RECHTEN VAN HET SLACHTOFFER Afdeling 1. Welke personen vallen onder de categorie slachtoffer? Afdeling 2. Procedure om gehoord en geïnformeerd te worden v

12 DEEL 6 EVALUATIE VAN HET INSTITUUT VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK EN HAAR WERKING HOOFDSTUK 1. DE SITUATIE TUSSEN 2007 EN 2012, VIJF JAAR INWERKINGTREDING VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANKEN Afdeling 1. De meerwaarde van de strafuitvoeringsrechtbank en haar ongeëvenaarde werking Eindelijk rechtszekerheid Multidisciplinaire samenstelling: uniek in Europa! Onafhankelijkheid Jurisdictionele methode Continuïteit van de opvolging Afdeling 2. Oorspronkelijke en nieuwe hiaten in de wetgeving en de struikelblokken in haar werking Gebrekkige legistieke kwaliteit van de wetgeving Obstakels bij het realiseren van de sociale reclassering van de veroordeelde Pijnpunten aangaande de rechtsmiddelen Cesuur van drie jaar De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank Problemen bij de uitvoering van bepaalde strafuitvoeringsmodaliteiten Controle en begeleiding Ontbreken overleg Statuut leden Samenstelling selectiecomité en evaluatiecomité voor de assessoren De positie van het slachtoffer Territoriale bevoegdheid De hoge werklast bij de strafuitvoeringsrechtbanken Afdeling 3. Andere opmerkingen/kanttekeningen Strafuitvoeringstraject HOOFDSTUK 2. DE SITUATIE NA 2012 (VERANDERINGEN TUSSEN 1 FEBRUARI 2012 EN 2015) Afdeling 1. Wet 15 december 2013: een pluspunt? Afdeling 2. Pijnpunten naar aanleiding van de wet Martin Bijzondere kamer van de strafuitvoeringsrechtbank Obstakels bij het realiseren van de sociale reclassering van de veroordeelde Positief injunctierecht van de minister van Justitie Overbevolking Debat over de strafuitvoering Afdeling 3. Andere opmerkingen/kanttekeningen Wat krijgt de SUR(B) nog op haar bord? Inspanningen van de overheid op het vlak van sociale re-integratie? De media DEEL 7 - TOEKOMSTPERSPECTIEVEN NIEUWE JUSTITIEPLAN GEENS HOOFDSTUK 1. WAT ZIJN DE PLANNEN VOOR DE STRAFUITVOERINGSRECHTER? HOOFDSTUK 2. WAT ZIJN DE PLANNEN VOOR DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK? vi

13 CONCLUSIE BIBLIOGRAFIE vii

14 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN FREQUENT GEBRUIKTE WETTEN Directie Detentiebeheer EVRM FOD IVBPR NICC PSD SURB TBS VDAB VI VI-wet Directie Detentiebeheer van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen van de FOD Justitie Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Federale Overheidsdienst Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Psychosociale Dienst strafuitvoeringsrechtbank terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank Vlaamse Dienst Voor Arbeidsbemiddeling Voorwaardelijke invrijheidstelling Wet 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1994, BS 2 april 1998 Wet Externe Rechtspositie Wet 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, BS 15 juni 2006 Wet Martin Wet van 17 maart 2013 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, BS 19 maart 2013 Wet SURB Wet van 17 mei 2006 houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken, BS 15 juni 2006 viii

15 Een opsluiting werkt als een boemerang: wie opgesloten wordt, komt terug vrij 1 1 L. ROBERT, Geleidelijke terugkeer of plotse overgang naar de samenleving? Langgestrafte gedetineerden in de gevangenis van Andenne in T. DAEMS, P. PLETINKX, L. ROBERT, V. SCHEIRS, A. VAN DE WIEL, K. VERPOEST (ed.), Achter tralies in België, Gent, Academic Press, 2009, 163. ix

16 x

17 INLEIDING 1. Sinds 1 mei 2007 beslissen in België multidisciplinair samengestelde strafuitvoeringsrechtbanken over vier aspecten van het strafuitvoeringstraject van gedetineerden met een straftotaal van meer dan drie jaar. 2 Het ontbreken van een adequate rechtspositie van gedetineerden in het Belgisch strafuitvoeringsrecht is decennialang het voorwerp van kritiek geweest. 3 De wet op de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten 4 en de wet houdende de oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken betekenen een grote stap voorwaarts in de verwettelijking van de Belgische strafuitvoering en hebben een eindpunt gezet achter een hervormingsproces dat al zeer lang aan de gang was De multidisciplinaire samenstelling van de strafuitvoeringsrechtbanken, het zoeken naar het evenwicht tussen de sociale re-integratie van de veroordeelde en het risico op recidive en het samenspel van verschillende procesdeelnemers maken van de beslissingspraktijken van de strafuitvoeringsrechtbanken een interessante Belgische penale praktijk. 6 De verschillende aspecten van de strafuitvoeringsrechtbank samengenomen maakt haar aldus tot een uniek concept. 3. In deze masterproef bepreken we de verschillende aspecten van de strafuitvoeringsrechtbank en gaan we dieper in op haar werking. Na vijf jaar inwerkingtreding is het tijd voor een grondige analyse en hiermee hopen we een beeld te krijgen van zowel de meerwaarde die ze brengt in het gerechtelijk systeem als van de problemen waar ze mee te kampen heeft. 4. Vermits er de laatste jaren nog ingrijpende wetswijzingen zijn doorgevoerd werd het onderzoeksveld van deze masterproef uitgebreid van de invoering van de strafuitvoeringsrechtbank tot op heden. Exact na vijf jaar werking van de strafuitvoeringsrechtbanken heeft de wetgever het roer volledig omgeslagen, het is bijgevolg onontbeerlijk om deze veranderingen te negeren. 5. De Wet op de Externe Rechtspositie en de Wet houdende oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken vormen de belangrijkste bron voor de analyse in deze masterproef. Om de leemtes in de huidige regelgeving te detecteren werd er een studie gemaakt van de voorbereidende werken en de toepasselijke rechtspraak en rechtsleer. Aangezien er enkel cassatieberoep openstaat 2 V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, Y. VAN DEN BERGE, Rechtbanken krijgen greep op de uitvoering van vrijheidsstraffen, Vigiles 2007, Hierna Wet Externe Rechtspositie genoemd. 5 V. SCHEIRS, Na vijf jaar strafuitvoeringsrechtbanken. De strafuitvoeringsrechtbanken buitenspel, de minister terug aan zet?, Fatik 2012, 3.; E. MAES en C. TANGE, De strafuitvoeringsrechtbanken en de voorwaardelijke invrijheidstelling. Enkele empirische gegevens over de toepassing van VI tegen het licht van een steeds toenemende gevangenispopulatie en de toepassing om een strenge(re) strafuitvoering, Fatik 2012, V. SCHEIRS, De strafuitvoeringsrechtbank aan het werk. Een etnografisch onderzoek naar interacties, beslissingsprocessen en praktijk, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2014, 17. 1

18 tegen beslissingen van de strafuitvoeringsrechtbank, is het vooral de rechtspraak van het Hof van Cassatie die de Wet Externe Rechtspositie heeft uitgelegd en zelfs aangevuld. Er heeft zich sinds de inwerkingtreding van de strafuitvoeringsrechtbanken een jurisprudentie ontwikkeld die een belangrijke bron van recht is ter verduidelijking van de wettelijke bepalingen. Voornamelijk de literatuurstudie heeft er voor gezorgd dat er heel wat problemen bij de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken aan het licht kwamen. 6. In België wordt tot op heden weinig onderzoek gedaan naar de beslissingsprocessen van de strafuitvoeringsrechtbanken. Er is dan ook zeer weinig informatie voorhanden. Zeer recent, in november 2014, verscheen het doctoraatsproefschrift van Veerle SCHEIRS van de Vrije Universiteit Brussel inzake een etnografische studie naar de beslissingspraktijken van de in 2007 opgerichte strafuitvoeringsrechtbanken. Desbetreffend werk is een onuitputtelijke bron van informatie geweest om meer te weten te komen over de beslissingsprocessen en knelpunten van de strafuitvoeringsrechtbanken Aangaande de evaluatie van de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken nam SCHEIRS in 2012, iets meer dan vijf jaar na de inwerkingtreding een interview af met vier ervaringsdeskundigen, mensen die in hun dagelijkse praktijk veelvuldig in contact komen met de (beslissingen van de) strafuitvoeringsrechtbank. Dit leverde zeer waardevolle kennis op om meer inzicht te krijgen in het leven zoals het is: de strafuitvoeringsrechtbank. Een aantal opmerkelijke citaten uit het interview zijn zodoende in deze masterproef opgenomen. 8. Deze masterproef is opgebouwd in zeven delen die vervolgens onderverdeeld zijn in verschillende hoofdstukken. 9. Vooraleer we de strafuitvoeringsrechtbank zelf bespreken, kijken we eerst waar in het gerechtelijk landschap de strafuitvoeringsrechtbank zich situeert. Daarmee samenhangend verduidelijken we de ratio legis en het doel van de strafuitvoeringsrechtbank. 10. De strafuitvoeringsrechtbank is geen instituut dat zich ontwikkeld heeft in de 21 e eeuw, de grondvesten hiervoor zijn reeds in de 19 e eeuw ontstaan. Om het concept van de strafuitvoeringsrechtbank in zijn geheel te kunnen omvatten is het aangewezen om de evolutie na te gaan van het prille begin tot op heden. Dit hebben we kort maar bondig weergegeven in deel twee. 7 V. SCHEIRS, De strafuitvoeringsrechtbank aan het werk. Een etnografisch onderzoek naar interacties, beslissingsprocessen en praktijk, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2014, 305p. 2

19 11. Vervolgens kijken we hoe de strafuitvoeringsrechtbanken georganiseerd zijn. We bespreken de samenstelling van de strafuitvoeringsrechtbank en de positie van het Openbaar Ministerie. Ook de territoriale bevoegdheid en het gebruik der talen in gerechtszaken komt aan bod. 12. Deel vier behandelt de materiële bevoegdheidsverdeling tussen de strafuitvoeringsrechtbank, de strafuitvoeringsrechter en de minister van Justitie. Het is belangrijk het wettelijk kader inzake de strafuitvoeringsmodaliteiten weer te geven opdat we de beslissingspraktijk van de strafuitvoeringsrechtbank zouden kunnen begrijpen. 13. In deel vijf gaan we dieper in op de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken dewelke uit verschillende facetten bestaat. We schetsen de volledige tijdslijn die een gedetineerde kan doorlopen bij de strafuitvoeringsrechtbank, te beginnen met de te volgen procedure alvorens hij kan verschijnen voor de strafuitvoeringsrechtbank en te eindigen met kwesties die zich afspelen nadat de strafuitvoeringsrechtbank de gedetineerde een strafuitvoeringsmodaliteit toekende. Gelet op het belang dat we hechten aan het begrijpen van de beslissingspraktijk van de strafuitvoeringsrechtbank maken we hierbij een gedetailleerde analyse van het beslissingsproces van de strafuitvoeringsrechtbank. 14. Vervolgens onderwerpen we de strafuitvoeringsrechtbank en haar werking aan een grondige analyse. We bekijken de meerwaarde van de strafuitvoeringsrechtbank in het gerechtelijk systeem en zetten haar pluspunten in de verf. Hier tegenover bespreken we de hiaten die bij de inwerkingtreding reeds bestonden en problemen die er naderhand bijgekomen zijn, al dan niet door de meest recente wetswijzigingen. Sommigen auteurs in de rechtsleer hebben voorstellen tot verbetering gedaan, ook dit komt aan bod in deze masterproef. 15. Tenslotte nemen we een kijkje in het nieuw justitieplan van minister Geens. Hoe wil hij de minister van Justitie de huidige stand van zaken veranderen en welke problemen noopt hij hiermee op te lossen? 3

20 4

21 DEEL 1 - DE SITUERING VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 16. Vooraleer het instituut/figuur van de strafuitvoeringsrechtbank besproken kan worden, is het belangrijk te weten waar in het gerechtelijk landschap de strafuitvoeringsrechtbank zich situeert. Hiervoor moeten we kijken hoe het strafuitvoeringssysteem in België georganiseerd is. Daarmee samenhangend bepalen we de ratio legis en het doel van de strafuitvoeringsrechtbank dat de wetgever voor ogen had. HOOFDSTUK 1. HET STRAFUITVOERINGSSYSTEEM IN BELGIË 17. Wanneer iemand schuldig bevonden wordt aan een misdrijf, legt de rechterlijke macht die persoon een straf op. Vervolgens is het de vraag of deze opgelegde straf ook effectief en volledig uitgevoerd moet worden. Het is namelijk niet zo omdat een gevangenisstraf van een bepaalde duur door de rechter is uitgesproken, dat de veroordeelde deze volledig ondergaat. 8 De rechter staat enkel in voor de straftoemeting, hierbij rekening houdend met mogelijke verschoningsgronden, verzachtende omstandigheden en recidivisme. 9 Na het bepalen van de strafmaat zit de taak van de rechter er op en is het aan het openbaar ministerie en de minister van Justitie om zich toe te leggen op de strafuitvoering. Het initiatief tot de tenuitvoerlegging van de straf wordt door het openbaar ministerie genomen 10, terwijl de verdere uitvoering wordt verricht door de Federale Overheidsdienst Justitie. Vrijheidsstraffen worden ten uitvoer gelegd door het directoraat-generaal EPI Penitentiaire Inrichtingen, dat onder de FOD Justitie ressorteert. 11 Toenmalig Minister van Justitie Vandeurzen stelde in zijn beleidsverklaring van 7 april 2008 dat de strafuitvoering het sluitstuk is van de strafrechtsketen. Ze is er een essentiële schakel van en moet bijgevolg geloofwaardig zijn Overeenkomstig de basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden 13 is de Belgische strafuitvoering gericht op het herstel van het door het misdrijf aan de slachtoffers aangedane onrecht, op de rehabilitatie van de veroordeelde en op de geïndividualiseerde voorbereiding van zijn re-integratie in de vrije samenleving Het strafuitvoeringssysteem in België is zo ontwikkeld dat bepaalde gevangenisstraffen niet of maar gedeeltelijk worden uitgevoerd in de gevangenis. De veroordeelden die hun gevangenisstraf niet 8 C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, deel 1, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2011, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, deel 1, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2011, Art. 165 Sv. 11 C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, deel 1, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2011, Algemene beleidsnota van de minister van justitie, Parl.St. Kamer , nr. 0995/ Wet 12 januari 2005 Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, BS 1 februari V. SCHEIRS, De strafuitvoeringsrechtbank aan het werk. Een etnografisch onderzoek naar interacties, beslissingsprocessen en praktijk, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2014, 22. 5

22 uitvoeren in de gevangenis krijgen meestal ofwel een werkstraf, ofwel worden ze onder elektronisch toezicht geplaatst en krijgen ze een enkelband. De veroordeelden die hun gevangenisstraf maar gedeeltelijk uitvoeren in de gevangenis maken gebruik van bepaalde strafuitvoeringsmodaliteiten, waarvan de voorwaardelijke invrijheidstelling wellicht de meest gekend vorm is om hun straf buiten de gevangenis uit te voeren. De verscheidene strafuitvoeringsmodaliteiten zijn ingegeven door twee motieven. Enerzijds keert het grote merendeel van de gedetineerden op een bepaald moment terug naar de maatschappij en anderzijds is er het aspect van de overbevolking in de Belgische gevangenissen. 20. Het eerste motief is een penologische overweging dat voortbouwt op het feit dat het doel van de strafuitvoering er eerder in bestaat de veroordeelde te resocialiseren in plaats van hem te vergelden. Op een bepaald ogenblik komt de veroordeelde terug in de maatschappij, maar het is onmogelijk dat hij van meet af aan terug gere-integreerd is in de maatschappij. Hij zal wellicht niet van de ene op de andere dag werk hebben en een woonplaats hebben en daarom is het beter dat de gedetineerde zich geleidelijk aan kan re-integreren in de maatschappij, dit via de diverse strafuitvoeringsmodaliteiten. Het is beter om buiten de gevangenis te werken aan de re-integratie Het tweede motief is een systematische overweging. Er in België een algemeen tekort aan gevangeniscellen voor gedetineerden. Enerzijds heeft men in België gekozen voor het bijbouwen van gevangeniscapaciteit en het huren van gevangeniscellen in de gevangenis van Tilburg en anderzijds is het mogelijk om gedetineerden minder lang op te sluiten. Gedetineerden komen dan ofwel vroeger vrij, ofwel voeren ze hun gevangenisstraf uit op een alternatieve manier, bijvoorbeeld via een werkstraf of via de enkelband De instelling die sinds 2007 beslist over de strafuitvoeringsmodaliteiten is de strafuitvoeringsrechtbank. HOOFDSTUK 2. RATIO LEGIS VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 23. België was in een ver verleden internationaal één van de koplopers inzake het gevangeniswezen en de uitvoering van vrijheidsstraffen. Een wettelijke regeling inzake de interne en de externe rechtspositie van veroordeelden was tot 2006 echter onbestaande. 17 Er bestond enkel een wettelijke basis voor de voorwaardelijke invrijheidstelling. 18 De uitvoerende macht, de minister van Justitie had de beslissingsbevoegdheid inzake de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals 15 K. BEYENS, De gevangenis uit en de samenleving in?, Ad Rem 2010, K. BEYENS, De gevangenis uit en de samenleving in?, Ad Rem 2010, V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, Wet van 31 mei 1988 tot de invoering van de Voorwaardelijke Invrijheidsstelling in het strafstelsel, BS 3 juni

23 uitgaansvergunningen, penitentiair verlof, halve vrijheid, elektronisch toezicht en de voorlopige invrijheidsstelling. Het strafuitvoeringssysteem werd met andere woorden voor een groot deel geregeld via ministeriële omzendbrieven, gecreëerd door de minister van Justitie waardoor een volwaardige juridische externe rechtspositie onbestaande was. 19 Nochtans kan de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten grondwettelijk gezien enkel via een nieuwe rechtelijke uitspraak, op grond van de voorwaarden en de procedure die bij wet vastgesteld zijn. 20 Het beginsel van de scheiding der machten, vastgelegd in artikel 40 van de Grondwet, beperkt de taak van de uitvoerende macht tot de loutere materiële uitvoering van de opgelegde straf. De inhoudelijke invulling van de strafuitvoering is een bevoegdheid van de wetgevende macht, enkel zij kan legitiem de aard en de duur van de straf veranderen. De meeste ministeriële omzendbrieven kwamen bovendien ad hoc, zonder duidelijke en coherente beleidsvisie tot stand, waardoor er van een transparant en coherent strafuitvoeringsbeleid geen sprake was. De strafuitvoering werd gekenmerkt door een gebrek aan transparantie, coherentie en vooral een gebrek aan rechtszekerheid. 21 Het was dan ook niet verwonderlijk dat gedetineerden klaagden over de willekeur en de rechteloosheid Er was dus nood aan een wettelijke verankering van de externe rechtspositie van gedetineerden en de oprichting van een multidisciplinair samengesteld orgaan waardoor de controle van de uitvoerende macht op de strafuitvoering zou dalen. De (te) grote rol die de uitvoerende macht speelt bij de strafuitvoering was en is ontoelaatbaar: de minister van Justitie stelt zich boven de rechterlijke macht door vonnissen te wijzigen, straffen te hervormen, en dit kan niet. 23 De beslissingsbevoegdheid inzake de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten van de uitvoerende macht, in concreto de minister van Justitie 24, werd deels overgeheveld naar de rechterlijke macht, de facto de strafuitvoeringsrechtbank. Deze zou onpartijdig en onafhankelijk kunnen beslissen. De oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken leidt aldus tot een nieuwe verdeling van de bevoegdheden tussen de uitvoerende macht en de rechterlijke macht V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, 50.; Y. VAN DEN BERGE, De invloed van de rechtspraak op de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2012, Y. VAN DEN BERGE, Rechtbanken krijgen greep op de uitvoering van vrijheidsstraffen, Vigiles 2007, V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, 50.; V. SCHEIRS, Na vijf jaar strafuitvoeringsrechtbanken. De strafuitvoeringsrechtbanken buitenspel, de minister terug aan zet?, Fatik 2012, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, J. MOSTINCKX, Veroordeelden en slachtoffers beter af met strafuitvoeringsrechtbanken: justitieassistenten rapporteren aan strafuitvoeringsrechtbank, Sociaal 2007, 15.; V. SCHEIRS, Na vijf jaar strafuitvoeringsrechtbanken. De strafuitvoeringsrechtbanken buitenspel, de minister terug aan zet?, Fatik 2012, 3. 7

24 HOOFDSTUK 3. DOEL VAN DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 25. De strafuitvoeringsrechtbanken zijn de rechtbanken die waken over de uitvoering van de straffen, uitgesproken door hoven en rechtbanken. De algemene taak van de strafuitvoeringsrechtbank is met andere woorden het beleid en de opvolging van de strafuitvoering België heeft ervoor de gekozen om in plaats van vergelding re-integratie als doel van de strafuitvoering voorop te stellen. Bij vergelding is er maar één figuur die centraal staat, de gedetineerde zelf. Bij re-integratie is dit anders, naast de gedetineerde (in feite de ex-gedetineerde) treft de re-integratie ook zijn sociale omgeving, slachtoffers, als de bredere samenleving. 27 Zo waren de doelstellingen van de wetgever bij de invoering van de twee wetten in 2006 de sociale re-integratie van de gedetineerde bevorderen, de maatschappij beschermen door recidive te beperken en de rechtspositie van de gevangene verbeteren. Door het toekennen van een voorwaardelijke invrijheidstelling beogen de strafuitvoeringsrechtbanken deze doelstellingen te bereiken, met name door een overgangsperiode in te lassen tussen detentie en volledige vrijheid. De instelling van de strafuitvoeringsrechtbank maakt de (h)erkenning van re-integratie als doel van de strafuitvoering beter mogelijk J. MOSTINCKX, Veroordeelden en slachtoffers beter af met strafuitvoeringsrechtbanken: justitieassistenten rapporteren aan strafuitvoeringsrechtbank, Sociaal 2007, V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, Commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, Externe rechtspositie van gedetineerden en Straftoemeting, Eindverslag, Deel I, Algemene inleiding - Strafuitvoeringsrechtbanken en externe rechtspositie van gedetineerden, 2003, 6. 8

25 DEEL 2 - WETGEVEND KADER 27. Binnen de Belgische strafuitvoering heeft het hervormingsproces dat geleid heeft tot de effectieve oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken een aantal mijlpalen bereikt. Deze worden besproken onder het hoofdstuk voorafgaanden. Vervolgens staan we stil bij de eigenlijke wetten van 2006, de inwerkingtreding hiervan in 2007 en de verdere evolutie tot op vandaag. HOOFDSTUK 1. VOORAFGAANDEN 28. Er is met de wetten van 2006 een onomkeerbare evolutie in de strafuitvoering ingezet waarvan de wortels heel ver teruggaan. De idee van een wettelijke regeling van de strafuitvoering en het toevertrouwen van deze materie aan strafuitvoeringsrechtbanken is niet nieuw. Het legde doorheen de geschiedenis een lange weg af van ongeveer 120 jaar. 29 AFDELING 1. DE SITUATIE VÓÓR In 1831 werd het eerste systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling met name de voorwaardelijke genade ingevoerd. De gedetineerden kregen als het ware een beloning voor hun goed gedrag. Er was echter geen toezicht op de veroordeelde bij zijn re-integratie Het tweede aspect van de strafuitvoeringsmodaliteit kunnen we situeren in 1857, de voorwaardelijke invrijheidstelling was een complement van het regime van de cellulaire opsluiting. Het Belgische gevangenissysteem, waarvan Edouard DUCPÉTIAUX de grondlegger was, had als tweeledig doel de cellulaire opsluiting en de morele verbetering van de gedetineerde. De gedetineerde diende destijds zijn straf volledig uit te zitten. 31 AFDELING 2. DE WET LEJEUNE VAN 31 MEI 1888 ( ) 31. Op basis van de wet van 31 mei 1888, ook wel de wet Lejeune genoemd, was de minister van Justitie bevoegd voor de voorwaardelijke invrijheidstelling en de verdere opvolging ervan. De voorwaardelijke invrijheidstelling maakt deel uit van het progressief penitentiair stelsel. Lejeune streefde namelijk naar een trapsgewijze invrijheidstelling, vertrekkende van een volledige opsluiting dat overgaat naar een voorwaardelijke invijheidstelling en tenslotte eindigt bij de definitieve 29 J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, 1.; C. HERMANS, Strafuitvoeringsrechtbanken uit de startblokken. De nieuwe strafuitvoeringsrechtbanken en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2007, E. MAES, Het wettelijk kader. Korte historiek, inhoud en commentaren. in J. GOETHALS en M. BOUVERNE-DE BIE (Eds.), Voorwaardelijke invrijheidstelling: Wetgeving, predictie en begeleiding, Gent, Academic Press, 2000, A. NEYS en T. PETERS, De geschiedenis van het gevangeniswezen in A. NEYS, T. PETERS, F. PIETERS en J. VANACKER (Eds.), Tralies in de weg. Het Belgische gevangeniswezen: historiek, balans en perspectieven, Leuven, Universitaire Pers, 1994,

26 invrijheidstelling van de gedetineerde. De wet Lejeune was een middel om gedetineerden die zich goed gedroegen en die zich op een gelaagde manier zouden kunnen re-integreren in de samenleving, vrij te laten. Het was ook de bedoeling recidive te beperken via een begeleide en gecontroleerde overgang van het leven tussen vier muren naar dit in volledige vrijheid. 32. Indien de gedetineerde een derde van zijn straf had uitgezeten, met een minimum van drie maanden, kon deze vrijkomen. Voor recidivisten gold een andere regel, zij moesten twee derden van hun straf hebben uitgezeten, met een minimum van zes maanden. Indien de gedetineerde echter tot levenslang veroordeeld was, kon hij pas vrijkomen na het verstrijken van een termijn van tien jaar. Opnieuw gold er een andere regel indien de gedetineerde zich in het geval van wettelijke herhaling bevond, dan kon deze pas vrijkomen na het verstrijken van een termijn van 14 jaar. Naast deze tijdsvoorwaarden moest de gedetineerde ook beschikken over voldoende reclasseringsmogelijkheden. De minister van Justitie kende de voorwaardelijke invrijheidstelling toe, na advies van het openbaar ministerie waardoor de voorwaardelijke invrijheidstelling een gunstmaatregel was. Er was echter heel wat kritiek op het systeem Lejeune aangezien het onduidelijk was welke criteria er meespeelden in de besluitvorming en het systeem de beslissing van de rechterlijke macht uitholde. Het grootste punt van kritiek betrof de zwakke rechtspositie van de veroordeelden De verdere juridisering van de strafuitvoering is een zeer lang proces geweest. Het ontbreken van een adequate rechtspositie van gedetineerden was reeds decennialang voorwerp van kritiek en debat. De eerste grondvesten dateren al van 1888, kort na het invoeren van de modaliteit van de voorwaardelijke invrijheidstelling, toen ontstonden er reeds ideeën voor het betrekken van een rechter in de strafuitvoering Eind de jaren 60, begin jaren 70 klonken vanuit de magistratuur gelijkaardige signalen. Het uithollen van de door de magistraten opgelegde straf door de minister van Justitie was hiervoor een belangrijke drijfveer. De magistratuur had het er moeilijk mee dat de uitvoerende macht de door haar opgelegde vrijheidsstraffen aantastte door tot 2/3 e ervan niet uit te voeren. Ook de publieke opinie was meer en meer van oordeel dat veroordeelden maar een klein deel van de uitgesproken straffen ondergaan. Die overtuiging groeide verder daar opeenvolgende ministers van Justitie steeds verdergaande maatregelen troffen vanwege de overbevolking van de gevangenissen waarbij ze 32 E. MAES en C. TANGE, De strafuitvoeringsrechtbanken en de voorwaardelijke invrijheidstelling. Enkele empirische gegevens over de toepassing van VI tegen het licht van een steeds toenemende gevangenispopulatie en de toepassing om een strenge(re) strafuitvoering, Fatik 2012, ; E. MAES, Het wettelijk kader. Korte historiek, inhoud en commentaren. in J. GOETHALS en M. BOUVERNE-DE BIE (Eds.), Voorwaardelijke invrijheidstelling: Wetgeving, predictie en begeleiding, Gent, Academic Press, 2000, E. MAES en C. TANGE, De strafuitvoeringsrechtbanken en de voorwaardelijke invrijheidstelling. Enkele empirische gegevens over de toepassing van VI tegen het licht van een steeds toenemende gevangenispopulatie en de toepassing om een strenge(re) strafuitvoering, Fatik 2012,

27 enerzijds de instroom van gevangenen beperken door de niet uitvoering van korte straffen en anderzijds de uitstroom versnellen door veroordeelden tot drie jaar gevangenisstraf quasi automatisch vrij te laten na 1/3 e van hun straf of zelfs nog minder Gedetineerden en mensenrechtenorganisaties hadden kritiek op de willekeur en rechtsonzekerheid bij de toekenning van de strafuitvoeringsmodaliteiten. Vervolgens vond er in de zomer van 1976 een wekenlange staking plaats van de gedetineerden in Leuven-Centraal, deels veroorzaakt door de gebrekkige transparantie van de VI-procedure. De centrale eis behelsde de hervorming van de voorwaardelijke invrijheidstelling. In die periode ontwikkelden zich ook de eerste academische pleidooien voor een juridisering van de invrijheidsstellingsprocedure. Zo houden ELIAERTS en ROZIE een betoog voor de installatie van een alleenzetelende strafuitvoeringsrechter In 1985 pleitte Robert LEGROS, Koninklijk Commissaris voor de hervorming van het strafwetboek, in zijn Voorontwerp van Strafwetboek voor de invoering van Excecutierechtbanken en hij introduceerde, onder meer geïnspireerd op Frankrijk, de figuur van de strafuitvoeringsrechter. 36 AFDELING 3. JAREN 90 VAN DE TWINTIGSTE EEUW: HERVORMING WORDT OP GANG GETRAPT 1. Regeerakkoord DEHAENE II (juni 1995) 37. In het regeerakkoord van 1995 werd voor het eerst voorgesteld om een Commissie van Magistraten op te richten die zou beslissen over de toepassing van de wet Lejeune Oriëntatienota Strafbeleid en gevangenisbeleid (juni 1996) 38. Het was echter wachten tot juni 1996 eer de idee van een globale regeling van de externe rechtspositie van gedetineerden door voormalig minister van Justitie Stefaan DE CLERCK aan de Kamercommissie Justitie voorgesteld werd in zijn oriëntatienota Strafbeleid en Gevangenisbeleid. Het ontstaan van de huidige hervorming van de strafuitvoering is daarin terug te vinden. In de nota treffen we aanzetten voor elektronisch toezicht, herstelgerichte detentie en een wettelijke regeling 34 V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, 51.; F. PIETERS, De wetten betreffende de strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: Mayday, Mayday? Panopticon 2007, C. ELIAERTS en M. ROZIE, Toezicht op de uitvoering van de straf, RW , ; C. ELIAERTS, De herziening van de wet op de voorwaardelijke invrijheidsstelling: op weg naar een strafuitvoeringsrecht?, Panopticon 1980, ; V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, 51.; F. PIETERS, De wetten betreffende de strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: Mayday, Mayday? Panopticon 2007, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, 2.; C. HERMANS, Strafuitvoeringsrechtbanken uit de startblokken. De nieuwe strafuitvoeringsrechtbanken en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2007, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, 2. 11

28 van zowel de interne als de externe rechtspositie van veroordeelden. Er wordt ook voorgesteld dat de minister zich zou kunnen laten bijstaan door een penitentiaire adviescommissie, bestaande uit twee magistraten en twee ervaringsdeskundigen inzake strafuitvoering en reclassering. Hij schrijft: België kent, in tegenstelling tot onze buurlanden slechts een zeer summiere wettelijke basis voor de strafuitvoering en het penitentiair regime. Er zijn enkele disparate, vaak verouderde bepalingen in het Strafwetboek en in het Wetboek van Strafvordering, en er is de wet Lejeune. De normering van de strafuitvoering en het penitentiair regime is evenwel in hoofdorde een aangelegenheid van de uitvoerende macht en de penitentiaire administratie gebleven. Dit is een scheefgegroeide situatie. Zo kan men terecht vragen stellen bij de al enkele jaren gelden praktijk dat de minister van Justitie, op grond van een eenvoudige omzendbrief over de voorlopige invrijheidstelling met het oog op genade, de door de rechterlijke macht uitgesproken straffen omzet in kortere straffen De minister van Justitie gaf vervolgens aan Professor Lieven DUPONT van de KU Leuven de opdracht een voorontwerp 39 van Beginselenwet Gevangeniswezen en Tenuitvoerlegging van Vrijheidsstraffen op te maken. Hierin zou zowel de interne, als de externe rechtspositie van gedetineerden uitgewerkt worden De zaak DUTROUX als katalysator (augustus 1996) 40. Twee maanden na de oriëntatienota van DE CLERCK kreeg België te maken met de zaak Dutroux waardoor één en ander op het gebied van voorwaardelijke invrijheidstelling in een stroomversnelling terechtkwam. Toenmalig minister van Justitie Melchior WATHELET had DUTROUX op 8 april 1992 na zes jaar gevangenisstraf voorwaardelijk in vrijheid gesteld, dit ondanks het negatief advies van het openbaar ministerie. Enkele maanden later pleegde hij evenwel opnieuw soortgelijke feiten en maakte hij zich bovendien meermaals schuldig aan ontvoering en moord. De wetgever en de maatschappij werden zo geconfronteerd met de pijnpunten van de wet Lejeune en zijn van mening dat het niet meer aan de minister van Justitie was om te beslissen over de voorwaardelijke invrijheidstelling C. HERMANS, Strafuitvoeringsrechtbanken uit de startblokken. De nieuwe strafuitvoeringsrechtbanken en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2007, Tegen september 1997 zou Dupont zijn proeve van voorontwerp afgerond hebben. 40 J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, 2.; C. HERMANS, Strafuitvoeringsrechtbanken uit de startblokken. De nieuwe strafuitvoeringsrechtbanken en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2007, 7. 12

29 De dramatische ontknoping inzake de ontvoerde meisjes van half augustus 1996 hebben Justitie in zijn geheel onder druk gezet en ook inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling worden op korte termijn wijzigingen verwacht De Parlementaire onderzoekscommissie Dutroux toonde zich in haar verslag voorstander van de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken die moeten beslissen over alle modaliteiten en aspecten van de strafuitvoering. Verder kwamen in het rapport Commissie-Dutroux nog diverse opmerkingen voor in verband met diverse aspecten van de strafuitvoering, met name: de erkenning van het recht van het slachtoffer om geconsulteerd te worden, sociale en psychologische begeleiding en toezicht op de naleving van de voorwaarden. 43 AFDELING 4. WET 5 EN 18 MAART 1998: COMMISSIES VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING ( ) 42. Daar de oprichting van een multidisciplinair samengestelde strafuitvoeringsrechtbank een grondwetswijziging impliceerde en de zaak DUTROUX de politieke druk om een snelle aanpassing van de VI-regeling noopte, koos men in 1998 voor het commissiemodel als tussenstap Op 1 maart 1999 werden de multidisciplinaire Commissies voor de Voorwaardelijke Invrijheidsstelling op basis van de twee wetten van maart opgericht, waardoor de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling aan de bevoegdheid van de minister van Justitie onttrokken werd. Deze Commissies werkten met een magistraatvoorzitter en twee assessoren: één gespecialiseerd in sociale re-integratie en één gespecialiseerd in strafuitvoering. Een ander belangrijke wijziging in de wet is de mogelijkheid tot een tegensprekelijk debat. Verder moesten gedetineerden een reclasseringsplan kunnen voorleggen vooraleer er werd over gegaan tot de beslissing omtrent voorwaardelijke invrijheidstelling. Er mochten ook geen contra-indicaties bestaan die zouden wijzen op een ernstig risico voor de maatschappij en de gedetineerde moest de voorwaarden voor de 42 Wetsontwerp betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de Wet van 9 april 1930 ter bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de Wet van 1 juli 1964, Parl.St. Kamer, , 1070/1, Parlementair onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak Dutroux- Nihoul en consorten. Aanvullend verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heer Renaat Landuyt en mevrouw Nathalie de T Serclaes, Parl.St. Kamer, , 713/6, ; C. HERMANS, Strafuitvoeringsrechtbanken uit de startblokken. De nieuwe strafuitvoeringsrechtbanken en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2007, 7.; V. SCHEIRS, De strafuitvoeringsrechtbank aan het werk. Een etnografisch onderzoek naar interacties, beslissingsprocessen en praktijk, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2014, V. SCHEIRS en J. MILLEN, De strafuitvoeringsrechtbanken gewikt en gewogen: alle begin is moeilijk, Ad Rem 2010, 51.; Commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, Externe rechtspositie van gedetineerden en Straftoemeting, Eindverslag, Deel I, Algemene inleiding - Strafuitvoeringsrechtbanken en externe rechtspositie van gedetineerden, 2003, Wet 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1994, BS 2 april 1998; Wet 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling, BS 2 april 1998, erratum BS 7 augustus

30 proeftijd aanvaarden. 46 Bovendien werd bij de vrijlating de ex-gedetineerde maatschappelijk opgevolgd door de dienst justitiehuizen. Voor seksuele delinquenten golden evenwel strengere voorwaarden De taak van de Commissies voor de Voorwaardelijke Invrijheidstelling beperkte zich tot de strafmodaliteit van de voorwaardelijke invrijheidstelling, in de praktijk hoofdzakelijk tot straffen boven de drie jaar. Aangezien dit slechts één vijfde van alle vrijstellingen behelsde, behandelde de Commissie hiermee slechts een beperkt onderdeel van de externe rechtspositie van de veroordeelden Het was in het begin reeds duidelijk en aangekondigd dat de Commissies voor de Voorwaardelijke Invrijheidsstelling slechts een eerste aanzet en de voorlopers waren van de strafuitvoeringsrechtbanken, meer bedoeld als een onmiddellijk antwoord op een politiek probleem dat zich acuut stelde. De strafuitvoeringsrechtbanken zelf konden toen niet opgericht worden omdat het grondwetsartikel dat de oprichting zou toelaten niet voor herziening vatbaar was verklaard. 49 Deze Commissies hebben gefunctioneerd tot februari Op 31 mei 1998 werd er in het Octopus-akkoord beslist om de bevoegdheid op het gebied van de strafuitvoering van de administratieve commissies, waaronder de Commissie voor de Voorwaardelijke Invrijheidstelling, over te hevelen naar een nieuwe instantie: de strafuitvoeringsrechtbank. 50 AFDELING 5. DE 21 E EEUW: OP WEG NAAR DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANKEN 47. De Commissie Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden of de Commissie Dupont onder voorzitterschap van Professor Lieven DUPONT zou een voorontwerp van wet opmaken betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden en de invoering van penitentiaire rechtbanken. De commissie heeft hier ook effectief een belangrijk werkstuk over gemaakt door in 2000 haar conceptnota neer te leggen R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors deel 2, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2014, 464.; Y. VAN DEN BERGE en F. VERBRUGGEN, Strafuitvoering: de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken, Brugge, Vanden Broele, 2007, KB 10 februari 1999 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling, BS 23 februari 1999.; C. HERMANS, Strafuitvoeringsrechtbanken uit de startblokken. De nieuwe strafuitvoeringsrechtbanken en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden, Fatik 2007, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, Voorstel van resolutie betreffende de hervorming van de politiediensten van de gerechtelijke organisatie, Parl.St. Kamer, , 1568/2, , 37 en J. VANACKER, De strafuitvoeringsrechtbanken en de externe rechtspositie van veroordeelden: een (recht)bank vooruit, Panopticon 2007, 2. 14

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken.

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. A CTUALIA RABG 2006/13-14 Adoptie door personen van hetzelfde geslacht http://www.strada.be/staatsblad/link.php?blz=31128&jaar=2006&seq=1 In het Belgisch Staatsblad van 20 juni 2006 verscheen de wet van

Nadere informatie

Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht

Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale Universiteit Limburg is een uniek

Nadere informatie

OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN

OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN Prof. Dr. L. Dupont (ed.) Proeve van Voorontwerp van Beginselenwet Gevangeniswezen en Tenuitvoeirlegging van Vrijheidsstraffen door Prof: Dr. Lieven Dupont

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Vertaling van het Franse origineel

Vertaling van het Franse origineel Nota van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad van Justitie met het oog op de hoorzitting voor de Commissie Justitie van de Kamer op 20 maart 2019 over het wetsvoorstel 3527/001

Nadere informatie

Voorwoord 13 Peter Pletincx

Voorwoord 13 Peter Pletincx Voorwoord 13 Peter Pletincx Gapen bij de gapende kloof Strafbeleid, gevangeniswezen en de weergekeerde stilte rond de legitimiteitscrisis van de vrijheidsstraf 17 Tom Daems 1. Inleiding 17 2. Schaapjes

Nadere informatie

Bibliotheek van het federaal Parlement De strafuitvoeringsrechtbanken dossier nr

Bibliotheek van het federaal Parlement De strafuitvoeringsrechtbanken dossier nr Deze electronische versie maakt het mogelijk alle documenten van de papieren versie te raadplegen, die in electronische vorm bestaan. Dit laatste is niet het geval voor bepaalde artikels van doctrine,

Nadere informatie

DE TOEKENNING VAN PENITENTIAIRE VERLOVEN EN/OF UITGAANSVERGUNNINGEN DOOR DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK: EEN TWEESPORENBELEID?

DE TOEKENNING VAN PENITENTIAIRE VERLOVEN EN/OF UITGAANSVERGUNNINGEN DOOR DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK: EEN TWEESPORENBELEID? Dorien De Turck Master in de Criminologische Wetenschappen Faculteit Recht en Criminologie Vakgroep Criminologie Academiejaar 2012-2013 DE TOEKENNING VAN PENITENTIAIRE VERLOVEN EN/OF UITGAANSVERGUNNINGEN

Nadere informatie

De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie

De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door (01000365)

Nadere informatie

Achter tralies in België

Achter tralies in België Achter tralies in België Tom Daems Peter Pletincx Luc Robert Veerle Scheirs Angela van de Wiel Karen Verpoest (eds.) Achter tralies in België Tom Daems Peter Pletincx Luc Robert Veerle Scheirs Angela van

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 4 2012 CASSATIEBEROEP STRAFZAKEN Strafzaken Beslissingen vatbaar voor casstieberoep Strafvordering Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep Ontvankelijkheid

Nadere informatie

Woord vooraf. en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (afgekort WERV), BS 15 juni 2006.

Woord vooraf. en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (afgekort WERV), BS 15 juni 2006. Op 1 februari 2007 werd het startschot gegeven voor wat een geheel vernieuwde strafuitvoering zou moeten worden. De multidisciplinaire strafuitvoeringsrechtbanken (SURBs) traden die dag in werking. 1 Ze

Nadere informatie

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord... vii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... Voorwoord..................................................... i iii Hoofdstuk 1. Inleiding historisch overzicht.........................

Nadere informatie

C @ ~ Possibilités d application de la surveillance électronique dans le cadre de la détention préventive. riminologie

C @ ~ Possibilités d application de la surveillance électronique dans le cadre de la détention préventive. riminologie Direction Opérationnelle de Criminologie Operationele Directie Criminologie C @ riminologie J ust. Collection des rapports et notes de recherche / Collectie van onderzoeksrapporten & onderzoeksnota s n

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0788.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0788.N A V, terbeschikkinggestelde van de strafuitvoeringsrechtbank, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

EEN NIEUWE SPELER IN HET STRAFUITVOERINGSVELD

EEN NIEUWE SPELER IN HET STRAFUITVOERINGSVELD EEN NIEUWE SPELER IN HET STRAFUITVOERINGSVELD Onderzoek naar het nut van en de problemen bij de implementatie van de strafuitvoeringsrechtbank in het kader van de externe rechtspositie van gedetineerden

Nadere informatie

Uitsluitend voor academisch gebruik. Gelieve steeds te verwijzen naar de gepubliceerde versie.

Uitsluitend voor academisch gebruik. Gelieve steeds te verwijzen naar de gepubliceerde versie. Uitsluitend voor academisch gebruik. Gelieve steeds te verwijzen naar de gepubliceerde versie. De Ridder, S. & Breuls, L. (2017). De vervroegde invrijheidstelling van buitenlandse gedetineerden zonder

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken

Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken ref.: PEN-046 Doelgroep magistraten van de zetel en het parket die kandidaat zijn voor de functies van respectievelijk

Nadere informatie

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Hoofdstuk 1. Omschrijving van het onderwerp... 3

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Hoofdstuk 1. Omschrijving van het onderwerp... 3 iii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... i ALGEMENE ORIËNTATIE Hoofdstuk 1. Omschrijving van het onderwerp........................ 3 Hoofdstuk 2. Actuele Belgische

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke

Nadere informatie

Rechten van volwassenen in detentie: de basiswet voor volwassenen

Rechten van volwassenen in detentie: de basiswet voor volwassenen Rechten van volwassenen in detentie: de basiswet voor volwassenen Eric Maes Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Overzicht wetgevende initiatieven Prof. Lieven Dupont (2003): (...) vermoedelijk

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

LEVEN MET VOORWAARDEN: EEN ONDERZOEK NAAR DE BELEVING VAN DE VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING

LEVEN MET VOORWAARDEN: EEN ONDERZOEK NAAR DE BELEVING VAN DE VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID LEVEN MET VOORWAARDEN: EEN ONDERZOEK NAAR DE BELEVING VAN DE VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden: Laksisme viert hoogtij. 21 februari 2006 Volksvertegenwoordiger

Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden: Laksisme viert hoogtij. 21 februari 2006 Volksvertegenwoordiger Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden: Laksisme viert hoogtij Persconferentie Bart Laeremans 21 februari 2006 Volksvertegenwoordiger Samenvatting Het wetsontwerp betreffende

Nadere informatie

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen

Nadere informatie

De juridische implicaties van het elektronisch toezicht als autonome straf

De juridische implicaties van het elektronisch toezicht als autonome straf Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 De juridische implicaties van het elektronisch toezicht als autonome straf Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend

Nadere informatie

De belangrijkste nieuwigheden die deze hervorming met zich meebrengt zijn de volgende :

De belangrijkste nieuwigheden die deze hervorming met zich meebrengt zijn de volgende : I.T. 111 JURIDISCHE STATUUT VAN DE PERSOON Inhoud I.T. 111 JURIDISCHE STATUUT VAN DE PERSOON... 1 Inleiding... 1 Doel van de informatie... 2 Samenstelling... 2 Structuren... 2 Controles... 3 Opmerking

Nadere informatie

De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering. Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen

De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering. Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen 23 oktober 2012 Inleiding Beroering rond voorwaardelijke invrijheidstelling Michèle Martin

Nadere informatie

Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf?

Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf? 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf? Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale Universiteit Limburg is een uniek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (Parl. St. Kamer , nr. 1960/001)

Wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (Parl. St. Kamer , nr. 1960/001) Wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (Parl. St. Kamer 2004-2005, nr. 1960/001) Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden (Parl. St. Kamer 2004-2005,

Nadere informatie

Burgerparticipatie bekeken vanuit een Belgisch constitutioneel perspectief 11 Eric Lancksweerdt. 1 Inleiding 11

Burgerparticipatie bekeken vanuit een Belgisch constitutioneel perspectief 11 Eric Lancksweerdt. 1 Inleiding 11 Inhoud Burgerparticipatie bekeken vanuit een Belgisch constitutioneel perspectief 11 Eric Lancksweerdt 1 Inleiding 11 2 Begripsomschrijving, kenmerken doelstelling 13 2.1 Begripsomschrijving 13 2.2 Kenmerken

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2019-06-19 Numac : 2019041200 5 MEI 2019. - Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek...

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek... I Inhoudstafel 1. Potpourri en de burgerlijke rechtspleging... 1 Piet Taelman I. Inleiding... 1 II. VAJA en enkele andere aspecten van de informatisering van justitie.. 2 III. Gezag van gewijsde... 7 IV.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1153.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1153.N R S B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Lars Breuls 1. FATIK: Hoe blikt u vandaag terug op tien jaar strafuitvoeringsrechtbanken?

Lars Breuls 1. FATIK: Hoe blikt u vandaag terug op tien jaar strafuitvoeringsrechtbanken? De natuurlijke rechter in strafuitvoering FATIK sprak met Roland Cassiers, rechter in de strafuitvoeringsrechtbank van Antwerpen, over tien jaar Wet Externe Rechtspositie Lars Breuls 1 Ondanks het gerechtelijk

Nadere informatie

De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf

De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf Masterproef van de opleiding 'Master in de rechten' Ingediend door Stefanie

Nadere informatie

DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN VERVROEGDE INVRIJHEIDSTELLING IN BELGIË EN DAARBUITEN

DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN VERVROEGDE INVRIJHEIDSTELLING IN BELGIË EN DAARBUITEN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-09 DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN VERVROEGDE INVRIJHEIDSTELLING IN BELGIË EN DAARBUITEN Het koningstuk van de strafuitvoering Masterproef van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk:

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk: Ere-voorzitter Prof. mr. Pietervan Vollenhoven Postbus 93166 2509 AD Den Haag T 070 363 59 36 Ministerie van Justitie en Veiligheid T.a.v. de Minister voor Rechtsbescherming Zijne Excellentie de heer drs.

Nadere informatie

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5762 Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van het Strafwetboek,

Nadere informatie

Samenwerking Justitie Arbeidszorg: kringloopwinkel Brugse Poort

Samenwerking Justitie Arbeidszorg: kringloopwinkel Brugse Poort Samenwerking Justitie Arbeidszorg: kringloopwinkel Brugse Poort Naar aanleiding van een aantal evoluties die wij binnen de werking van onze vzw een open plaats, departement kringloopwinkel Brugse poort

Nadere informatie

De interne en externe rechtspositieregeling van gedetineerden: een beknopt overzicht van enkele recente ontwikkelingen

De interne en externe rechtspositieregeling van gedetineerden: een beknopt overzicht van enkele recente ontwikkelingen De interne en externe rechtspositieregeling van gedetineerden: een beknopt overzicht van enkele recente ontwikkelingen Tom DAEMS en Elien GOOSSENS 1 De interne en externe rechtspositieregeling onderging

Nadere informatie

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Situering rol als detentieconsulent GTB = Gespecialiseerd Team Bemiddeling. Begeleiding en ondersteuning van mensen met een lange afstand of begeleidingsnood

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.0337.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0337.N V K, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie te Antwerpen, met kantoor te 2018 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Wederopsluiting na vrijlating uit de gevangenis

Wederopsluiting na vrijlating uit de gevangenis Wederopsluiting na vrijlating uit de gevangenis Luc ROBERT & Eric MAES (promotor) 16 februari 2012 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie OVERZICHT Intro: recidive-onderzoek in België

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander

Nadere informatie

Scenario s voor de gevangenis van de toekomst

Scenario s voor de gevangenis van de toekomst Scenario s voor de gevangenis van de toekomst Tom Vander Beken Studiedag Justitie 2020. Brussel, 3 maart 2016 t. +32 9 264 69 39 f. +32 9 264 69 71 tom.vanderbeken@ugent.be 1 Overzicht 2 1. Inleiding 2.

Nadere informatie

JAARLIJKSE STATISTIEKEN

JAARLIJKSE STATISTIEKEN 1 JAARLIJKSE STATISTIEKEN STRAFUITVOERINGSRECHTBANK BRUSSEL 2017 Carine Das Griffier-Hoofd van Dienst Strafuitvoeringsrechtbank Brussel 2 2017 STRAFUITVOERINGSRECHTBANK Aantal dossiers : 2007 2.232 (FR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK. De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Van der Steur,

VOOR RECHTSPRAAK. De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Van der Steur, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 26januari 2016 Uw kenmerk 678021 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1936.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1936.N K E L D, inverdenkinggestelde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, en mr. Philip

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis 1. Inhoud van het CAP Het centraal aanmeldpunt drugs of kortweg CAP, wil alle gedetineerden met een drugprobleem ondersteunen in hun zoektocht

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 37/2009 van 4 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 37/2009 van 4 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4517 Arrest nr. 37/2009 van 4 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 64, 65, 68 en 96 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie