Wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (Parl. St. Kamer , nr. 1960/001)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (Parl. St. Kamer , nr. 1960/001)"

Transcriptie

1 Wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (Parl. St. Kamer , nr. 1960/001) Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden (Parl. St. Kamer , nr. 2170/001) 1. Genese van de wetsontwerpen houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken en betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden 1. Het wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken werd samen met het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden voorbereid in de schoot van de zgn. Commissie Holsters, genoemd naar de voorzitter van de Commissie, dhr. Denis HOLSTERS, ere-voorzitter van het Hof van Cassatie. De Commissie Holsters werd destijds als een Commissie strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting op 28 februari 2000 plechtig geïnstalleerd. 2. Beide wetsontwerpen zijn geschraagd op de algemene principes die de Commissie Holsters als een rode draad doorheen haar werkzaamheden spon. (a) Legaliteitsbeginsel Enkel de voorwaardelijke invrijheidstelling 1 en de voorlopige invrijheidstelling om medische redenen 2 zijn thans wettelijk geregeld. Het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden beoogt een wettelijke basis te zijn voor alle strafuitvoeringsmodaliteiten. (b) (c) Beperking van de schadelijke gevolgen van detentie Herstel Het slachtoffer blijft betrokken bij het proces van de uitvoering van de straf. Het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden legt de rol van het slachtoffer in de fase van de strafuitvoering wettelijk vast. Het slachtoffer krijgt een rol toebedeeld die niet meer beperkt is tot de procedure van de voorwaardelijke invrijheidstelling maar uitgebreid wordt tot het volledige verloop van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsberovende straf. 1 Wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen bij de wet van 1 juli 1964, B.S. 2 april 1998 en wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, B.S. 2 april 1998, err., B.S., 7 augustus Artikel 96, 2 e lid van het K.B. van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, B.S. 25 mei

2 (d) Responsabilisering en participatie De veroordeelde moet actief meewerken aan de voorbereiding op het verlaten van de strafinrichting. 3. Een andere krachtlijn die het voorliggend wetgevende initiatief beheerst, is het streven naar een bevoegdheidsverdeling tussen de minister van Justitie en de strafuitvoeringsrechtbank. Algemeen zal de minister bevoegd zijn voor de toekenning van volgende strafuitvoeringsmodaliteiten : uitgangsvergunning; penitentiair verlof en onderbreking van de strafuitvoering. In het oorspronkelijke wetsontwerp werd aan de minister van Justitie ook de bevoegdheid toegekend van de voorlopige invrijheidstelling ten gevolge van ernstige redenen van overbevolking 3. Die bevoegdheid werd door de Senaatscommissie uit het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden geschrapt a.g.v. onder meer de kritieken door de Hoge Raad voor de Justitie en de Raad van State 4. De strafuitvoeringsrechter of de strafuitvoeringsrechtbank zullen bevoegd zijn voor de toekenning van de volgende strafuitvoeringsmodaliteiten : beperkte detentie, elektronisch toezicht, voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering, voorwaardelijke invrijheidstelling en de voorlopige invrijheidstelling om medische redenen Strafuitvoeringsrechtbanken : krachtlijnen van het wetsontwerp (Parl. St. Kamer , nr. 1960/001) 2.1. Vooraf 4. De bevoegdheden van de strafuitvoeringsrechtbanken worden bepaald in het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden 6. Zij worden hierna verder besproken De strafuitvoeringsrechtbank 5. Het voorstel van de Commissie Holsters om de strafuitvoeringsrechtbank op te richten als een afdeling van de rechtbank van Eerste Aanleg van de hoofdplaats van de provincie werd door de regering niet gevolgd. Er werd nog een poging ondernomen in het Parlement om het voorstel van de Commissie Holsters te integreren in de wettekst maar deze mislukte 8. 3 Artikelsgewijze toelichting, Parl. St. Senaat , nr /1, Zie amendement nr. 34 senator Hugo Vandenberghe, Parl. St. Senaat , nr /5, Voor een meer uitgebreide toelichting bij de strafuitvoeringsmodaliteiten : cf. p. 12 e.v. 6 Parl. St. Kamer , nr. 2170/ Zie bespreking wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden (p. 8 e.v.). 2

3 Het wetsontwerp houdende oprichting strafuitvoeringsrechtbanken past artikel 76 Ger. W. aan zodat voortaan de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd zal bestaan uit een of meer strafuitvoeringskamers. Die kamers vormen dan een nieuwe vierde afdeling van de rechtbank van eerste aanleg : de strafuitvoeringsrechtbank. Er worden bijgevolg zes strafuitvoeringsrechtbanken opgericht (Antwerpen, Gent, Brussel (met een Franstalige én een Nederlandstalige kamer), Bergen en Luik). Dat aantal stemt overeen met het aantal commissies V.I. dat thans operationeel is. De strafuitvoeringskamers kunnen zetelen zowel in de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd als in de strafinrichtingen Samenstelling strafuitvoeringsrechtbanken 6. De samenstelling van de strafuitvoeringsrechtbank varieert naargelang zij kennis moet nemen van vrijheidsberovende straffen waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt 9. In strafuitvoeringszaken worden de zaken betreffende één of meer vrijheidsberovende straffen waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt, toegewezen aan de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank die zetelt als alleenrechtsprekend rechter (artikel 91 Ger. W. wordt aangevuld met een nieuw lid). In alle andere gevallen bestaan de kamers van de strafuitvoeringsrechtbank uit een rechter (die het voorzitterschap waarneemt) en twee assessoren in strafuitvoeringszaken (artikel 92 Ger. W.). De ene assessor is gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in sociale reïntegratie. Een amendement dat erop gericht was het onderscheid in de samenstelling van de strafuitvoeringsrechtbank naar gelang van de duur van de vrijheidsberovende straf op te heffen, werd niet goedgekeurd. De indiener van het amendement pleitte voor de regeling die door de commissie Holsters werd aanbevolen waarbij de alleensprekende rechter uitsluitend uitspraak zou doen over de aspecten waarover alle partijen (directeur van de strafinrichting, rechter én OM) het eens zijn. Alle andere aspecten zouden dan multidisciplinair moeten behandeld worden Het aantal assessoren gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de assessoren gespecialiseerd in sociale reïntegratie wordt bij K.B. bepaald (artikel 186, 5 e lid Ger. W.). 8 Amendement nr. 34 van dhr. Servais Verherstraeten en dhr. Tony Van Parys (Parl. St. Kamer , nr. 1960/005). 9 Zie infra. Artikelsgewijze bespreking, Parl. St. Senaat , nr /1, 48. Er wordt beklemtoond dat het uitvoerbaar gedeelte van de vrijheidsbenemende straf in aanmerking moet worden genomen. Dat betekent in concreto dat een veroordeelde tot een gevangenisstraf van 4 jaar waarvan 1 jaar met uitstel in aanmerking komt voor die uitdrukking. 10 Amendement nr. 1 van dhr. Melchior Wathelet (Parl. St. Kamer , nr. 1960/002). 3

4 8. Een nieuw artikel 80bis Ger. W. bepaalt een regeling bij verhindering van een rechter in de strafuitvoeringsrechtbank. Ingeval een verhinderde rechter in de strafuitvoeringsrechtbank gedurende een zeer korte periode moet worden vervangen, wordt de vervanging toevertrouwd aan een werkend rechter in de rechtbank van eerste aanleg die strafuitvoeringskamer(s) telt. Die vervanging wordt dan geregeld door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Van de vervanger wordt niet verwacht dat hij een speciale opleiding genoot, wat wel wordt verwacht van de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank 11. In het nieuwe artikel 80bis Ger. W. wordt verder bepaald dat in uitzonderlijke gevallen, na advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, de eerste voorzitter van het hof van beroep, met zijn instemming, een rechter in de rechtbank van eerste aanleg in het rechtsgebied van het hof van beroep aanduidt die een voortgezette gespecialiseerde opleiding heeft gevolgd in strafuitvoeringszaken. In dat geval wordt het ambt van de verhinderde rechter waargenomen voor een periode van maximum twee jaar. 9. Indien de noodwendigheden van de dienst het vereisen kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg overgaan tot oprichting van tijdelijke kamers in de strafuitvoeringsrechtbanken (artikel 89 Ger. W.). 10. In het wetsontwerp houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken wordt ook een regeling bij verhindering van de assessoren opgenomen. In artikel 87 Ger. W. wordt als algemene regel bepaald dat plaatsvervangende assessoren in strafuitvoeringzaken kunnen worden benoemd om verhinderde assessoren in strafuitvoeringszaken te vervangen. In artikel 322 Ger. W. wordt een regeling van vervanging van assessoren in strafuitvoeringszaken bepaald. De vervanging van de verhinderde assessor in strafuitvoeringszaken verloopt in volgende volgorde : een plaatsvervangend assessor een andere assessor in strafuitvoeringszaken een toegevoegd of plaatsvervangend rechter een op het tableau van de Orde ingeschreven advocaat die ten minste dertig jaar oud is. Een amendement waarin werd verwezen naar het advies van de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies van 25 januari 2006 waarbij werd beslist dat de advocaat niet meer kan worden ingezet om het structurele probleem van de gerechtelijke achterstand op te lossen en dus ook niet meer de taak van assessor in strafuitvoeringszaken op zich kan nemen, werd niet goedgekeurd Cf. randnummer Amendement nr. 38 van dhr. Servais Verherstraeten (Parl. St. Kamer , nr. 1960/007). 4

5 2.4. Het openbaar ministerie 11. Bij de rechtbanken van eerste aanleg met een strafuitvoeringsrechtbank worden substituten van de procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken benoemd. Zij zijn bevoegd voor het volledige rechtsgebied van het hof van beroep (artikel 151 Ger. W.) Aanstellingsvoorwaarden rechter, assessor in de strafuitvoeringsrechtbank en substituut van de procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken Rechters in de strafuitvoeringsrechtbank 12. De rechters in de strafuitvoeringsrechtbanken worden aangewezen uit de rechters in de rechtbank van eerste aanleg (artikel 259sexies, 1, 4, 4 e lid Ger. W.). In het gewijzigde artikel 259sexies Ger.W. worden de cumulatieve vereisten bepaald waaraan de rechters in de strafuitvoeringsrechtbanken moeten beantwoorden: de rechters in strafuitvoeringszaken hebben een ervaring van ten minste tien jaar als werkend magistraat waarvan 3 jaar als rechter of toegevoegd rechter in de rechtbank van eerste aanleg; de rechters in strafuitvoeringszaken genoten een voortgezette gespecialiseerde opleiding, georganiseerd in het kader van de opleiding van magistraten 13. Wat de benoemingsprocedure voor rechters in de strafuitvoeringsrechtbank betreft, wordt een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De kandidaturen worden door de minister van Justitie voor advies overgezonden aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg waarvan de kandidaat deel uitmaakt en aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de zetel van het hof van beroep. Zij bezorgen de kandidaturen en hun advies aan de eerste voorzitter van het hof van beroep van het rechtsgebied waarin de strafuitvoeringsrechtbank gevestigd is waarvoor de magistraat zijn kandidatuur heeft ingediend. 14. Het mandaat van rechter in de strafuitvoeringsrechtbank is een bijzonder mandaat zoals bepaald in artikel 58bis, 4 Ger. W. Het mandaat van rechter in de strafuitvoeringsrechtbank is een bijzonder mandaat en in se tijdelijk van aard. De rechter in de strafuitvoeringsrechtbank wordt aangewezen voor een termijn van één jaar die een eerste maal voor drie jaar en vervolgens enkel een maal voor vier jaar kan worden verlengd na evaluatie (artikel 259decies, 2 Ger. W.) 5

6 15. De verlenging van het mandaat van rechter in de strafuitvoeringsrechtbank is het gevolg van een evaluatie (artikel 259decies, 2 Ger. W.). De evaluatie wordt gevoerd door : de eerste voorzitter van het hof van beroep; de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd; een magistraat, gekozen door de eerste voorzitter van het hof van beroep, uit de magistraten, aangewezen door de algemene vergadering voor de evaluatie van de rechters in de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd De eerste voorzitter van het hof van beroep draagt de kandidaat die hij het meest geschikt acht voor aan de minister van Justitie Assessoren in strafuitvoeringszaken 16. De werkende en plaatsvervangende assessoren in strafuitvoeringszaken worden benoemd door de Koning (art. 196bis Ger. W.). In een nieuw artikel 196ter Ger. W. worden de cumulatieve voorwaarden bepaald waaraan de werkend en plaatsvervangend assessor in strafuitvoeringszaken moet beantwoorden. Om benoemd te worden moeten de assessoren : blijk geven van 5 jaar nuttige ervaring; ten minste 30 jaar oud zijn; een universitaire opleiding gevolgd hebben. Een niet goedgekeurd amendement strekte ertoe als bijkomende voorwaarde te bepalen dat de assessoren tevens een opleiding in slachtofferbejegening moeten gevolgd hebben De kandidaat-assessoren moeten slagen voor een examen dat wordt georganiseerd door dat selectiecomité. De geldigheidsduur van het examen is zeven jaar (artikel 196bis Ger. W.). In het bijzonder kreeg de samenstelling van het selectiecomité dat het examen voor de assessoren organiseert parlementaire aandacht. Het selectiecomité bestaat uit: de eerste voorzitter van het hof van beroep van het rechtsgebied waarin de strafuitvoeringsrechtbank is gevestigd waarvoor de kandidaat solliciteert; de directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie van de federale overheidsdienst Justitie of zijn vertegenwoordiger aangewezen door de minister van Justitie; de directeur-generaal van het directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de federale overheidsdienst Justitie of zijn vertegenwoordiger aangewezen door de minister van Justitie. 13 Amendement nr. 29 van dhr. Bart Laeremans (Parl. St. Kamer , nr. 1960/004). 6

7 Twee amendementen die ertoe strekten bij de selectie van de kandidaten meer aandacht te besteden aan het slachtofferaspect werden niet goedgekeurd. Een eerste amendement strekte ertoe een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie van de federale overheidsdienst Justitie in het comité op te nemen 14. Dat directoraat-generaal van de FOD Justitie huisvest immers ook de justitiehuizen die onder meer belast zijn met de eerstelijnsopvang van slachtoffers. Een tweede amendement beoogde ook een lid van het College van procureurs-generaal belast met het slachtofferbeleid in het selectiecomité op te nemen. Dat amendement werd evenmin goedgekeurd 15. In de Kamer werd ook een amendement neergelegd om een lid van de Orde van Vlaamse Balies respectievelijk van de Ordre des barreaux francophones en germanophone te laten zetelen in het selectiecomité. Dat amendement haalde het evenmin tijdens de stemronde De werkend assessor oefent een voltijdse functie uit (nieuw artikel 196ter, 2, Ger.W.) De werkende assessoren in strafuitvoeringszaken zijn onderworpen aan dezelfde regels van onverenigbaarheid als de werkende magistraten met uitzondering van de beroepswerkzaamheden die voor het opdoen van ervaring toegestaan zijn om benoemd te worden als assessor (artikel 300 Ger. W.). 19. De werkende en plaatsvervangende assessoren in strafuitvoeringszaken worden benoemd voor een periode van één jaar die na evaluatie een eerste maal kan verlengd worden voor drie jaar en vervolgens enkel een maal voor vier jaar (nieuw artikel 196ter, 2, Ger. W.) Om de evaluatie van assessoren tot een goed einde te brengen, wordt een evaluatiecomité in het leven geroepen. Het evaluatiecomité oefent zijn opdracht uit na advies van de voorzitter van de strafuitvoeringsrechtbank ingewonnen te hebben (nieuw artikel 196quater Ger. W.). Een vaststelling in dat verband is dat het selectiecomité en het evaluatiecomité samengesteld zijn uit dezelfde personen (de eerste voorzitter van het hof van beroep van het rechtsgebied waarin de strafuitvoeringsrechtbank is gevestigd waarin de assessor zijn ambt uitoefent en twee vertegenwoordigers van de FOD Justitie) De vraag rijst of ook advocaten desgevallend als assessor kunnen worden benoemd door de Koning. In de artikelsgewijze toelichting bij het wetsontwerp wordt immers expressis verbis bepaald : Inzonderheid advocaten, onderzoekers, universiteitsprofessoren, psychologen worden in casu bedoeld 18. Die stelling wordt ook in de memorie van toelichting bepaald Amendement nr. 7 van dhr. Melchior Wathelet (Parl. St. Kamer , nr. 1960/002). 15 Amendement nr. 8 van dhr. Melchior Wathelet (Parl. St. Kamer , nr. 1960/002). 16 Amendement nr. 20 van dhr. Tony Van Parys en dhr. Servais Verherstraeten (Parl. St. Kamer , nr. 1960/004). 17 Voor de samenstelling van het selectiecomité zie artikel 196bis Ger. W. (artikel 16 wetsontwerp) Voor de samenstelling van het evaluatiecomité zie artikel 196quater Ger. W. (artikel 18 wetsontwerp) 18 Parl. St. Senaat , nr /1, p Parl. St. Senaat , nr /1, p. 4. 7

8 De Raad van State merkte in haar advies op dat die vermelding toch wel dubbelzinnig (is) doordat ze de indruk zou kunnen wekken dat men assessor kan zijn en daarnaast, tegelijk, een activiteit van advocaat, psycholoog, onderzoeker, zou kunnen uitoefenen. Aangezien het ambt van assessor in strafuitvoeringszaken voltijds wordt uitgeoefend en voor de assessoren in strafuitvoeringszaken dezelfde onverenigbaarheden gelden als voor werkende magistraten, kunnen zij evenwel niet tegelijk advocaat zijn of een bezoldigde functie uitoefenen. Ten hoogste kunnen zij, als zij de afwijking verkrijgen waarin artikel 294 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet, hoogleraar of leraar, docent of assistent in een onderwijsinstelling zijn of lid zijn van een examencommissie 20. De minister van Justitie meent verder dat een gewezen advocaat wellicht meer belangstelling zal hebben voor het ambt van magistraat Substituut van de procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken 21. De substituten in de strafuitvoeringszaken worden aangewezen op voordracht van de procureur-generaal bij het hof van beroep uit de substituten-procureurs des Konings die zich kandidaat hebben gesteld (artikel 259sexies, 1, 5 Ger. W.). In het gewijzigde artikel 259sexies Ger.W. worden de cumulatieve vereisten bepaald waaraan de substituten van de procureurs de Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken moeten beantwoorden: kandidaat-substituten hebben een ervaring van ten minste tien jaar als werkend magistraat waarvan 3 jaar als substituut van de PdK of toegevoegd substituut van de procureur des Konings; kandidaat-substituten genoten een voortgezette gespecialiseerde opleiding, georganiseerd in het kader van de opleiding van magistraten 22. De aanwijzigingsprocedure voor substituten gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken is mutatis mutandis dezelfde als die welke geldt voor de rechters in de strafuitvoeringsrechtbank Het mandaat van de substituut van de procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken is zoals dat van de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank een bijzonder mandaat (artikel 58bis, 4 Ger. W.). Het ambt van substituut van de procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken is een bijzonder mandaat en dus tijdelijk van aard. Die substituten worden aangewezen voor een termijn van één jaar die een eerste maal voor drie jaar en vervolgens enkel een maal voor vier jaar kan worden verlengd na evaluatie (artikel 259decies, 2 Ger. W.). 20 Advies van de Raad van State nr /2, Parl. St. Senaat , nr /1, p Verslag namens de commissie voor de justitie uitgebracht door mevr. LALOY, Parl. St. Senaat , nr /5, p Zie randnummer 13. 8

9 24. De verlenging van het ambt van substituut van de procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken gebeurt door : de procureur-generaal bij het hof van beroep de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg van het hof van beroep een van de magistraten aangewezen door de korpsvergadering voor de evaluatie van de substituten in de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd, gekozen door de procureur-generaal bij het hof van beroep Tot slot 25. Tijdens de bespreking van het wetsontwerp in de Senaat werd opgemerkt dat de voorgestelde oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken betekent dat bepaalde gerechtelijke arrondissementen waar een strafinrichting is gevestigd (cf. Brugge en Hasselt) geen strafuitvoeringsrechtbank zullen hebben Tegen de beslissingen van de strafuitvoeringsrechtbank kan geen beroep worden aangetekend. In dat verband treedt de regering de visie van de Hoge Raad voor de Justitie bij : de Hoge Raad voor de Justitie heeft echter niet voor een procedure van hoger beroep gekozen omdat het hoger beroep geen absoluut rechtsbeginsel is; omdat men zich in een uitvoeringfase bevindt terwijl het recht op hoger beroep al uitgeoefend kon worden bij de vastlegging zelf van de straf. Bovendien zou de beroepsprocedure nutteloos de procedure verzwaren en de kost ervan verhogen Parl. St. Senaat , nr /5, Parl. St. Senaat , nr /5, 20 met verwijzing naar het advies van de Hoge Raad voor de Justitie : Parl. St. Senaat , nr /3, 6. 9

10 3. Externe rechtspositie gedetineerden : krachtlijnen van het wetsontwerp (Parl. St. Kamer , nr. 2170/001) Nieuw opschrift : wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten 3.1. Vooraf 27. Het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden bepaalt de zgn. extramurale aspecten van de detentie. In het wetsontwerp ligt de nadruk op de relatie tussen gedetineerde en vrije samenleving. Door toepassing van een of andere strafuitvoeringsmodaliteit blijft de gedetineerde zijn contact behouden met de wereld extra muros. 28. Het wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden verankert de strafuitvoeringsmodaliteiten op een wettelijke manier en beoogt een rationalisering te brengen in de bestaande strafuitvoeringsmodaliteiten : Het systeem van de uitgangsvergunningen en penitentiaire verloven worden wettelijk verankerd. De halve vrijheid, beperkte hechtenis en weekendopsluiting worden gehergroepeerd onder de benaming beperkte detentie. De onderbreking van de strafuitvoering en het elektronisch toezicht worden wettelijk geregeld. Behoud van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling. De voorlopige invrijheidstelling wordt behouden in twee gevallen 25 : voorlopige invrijheidstelling om medische redenen; voorlopige invrijheidstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering. 29. De commissie HOLSTERS stelde destijds voor om acht strafuitvoeringsmodaliteiten wettelijk te regelen. Het overzicht dat hierboven werd gegeven werd nog aangevuld met de medische verzorging buiten de strafinrichting en de plaatsing buiten de inrichting. Die uitvoeringsmodaliteiten werden niet overgenomen in het wetsontwerp gelet op hun wettelijke regeling sedert De regering stelde in het wetsontwerp wel twee nieuwe strafuitvoeringsmodaliteiten voor : de voorlopige invrijheidstelling om medische redenen en de voorlopige invrijheidstelling ten gevolge van ernstige problemen van overbevolking Zie ook randnummer Artikel 91 van de Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (B.S. 1 februari 2005). 27 Zie randnummer 3. 10

11 3.2. Bepalingen die in het bijzonder betrekking hebben op het slachtoffer Definitie van de notie slachtoffer 30 In het oorspronkelijke wetsontwerp werd in een artikel 2 de notie het slachtoffer beperkt tot een natuurlijk persoon wiens burgerlijke vordering tegen de veroordeelde in de strafzaak die tot zijn veroordeling heeft geleid, ontvankelijk en gegrond wordt verklaard en die in de door de wet bepaalde gevallen bij de toekenning van een strafuitvoeringsmodaliteit vraagt om te worden geïnformeerd en/of te worden gehoord volgens de regels bepaald door de Koning. 31. Die definitie werd in het door de Senaat goedgekeurd wetsontwerp gewijzigd door goedkeuring van een amendement van de regering waardoor het begrip van slachtoffer wordt verruimd 28. Het slachtoffer is niet alleen de persoon van wie de burgerlijke vordering ontvankelijk en gegrond wordt verklaard maar is ook : de persoon die minderjarig, verlengd minderjarig of onbekwaam was op het ogenblik van de feiten en voor wie de wettelijke vertegenwoordiger zich geen burgerlijke partij heeft gesteld; de natuurlijke persoon die zich omwille van een situatie van materiële onmogelijkheid of kwetsbaarheid geen burgerlijke partij heeft kunnen stellen. In het laatste geval denkt de regering aan personen die lange tijd gehospitaliseerd waren of die zich ten aanzien van de dader van de feiten een dergelijke relatie van gezag of dominantie bevonden dat zij zich geen burgerlijke partij konden of durfden stellen. De strafuitvoeringsrechter zal op verzoek van de twee bijkomende bijzondere categorieën van slachtoffers oordelen of zij al dan niet een direct en legitiem belang hebben. In artikel 2, 6 van het wetsontwerp wordt dan bepaald dat de drie vermelde groepen van slachtoffers bij de toekenning van een strafuitvoeringsmodaliteit kunnen vragen om te worden geïnformeerd en/of te worden gehoord in de door de wet bepaalde gevallen. In de Kamer werd een amendement ingediend om de beoordeling van het direct en legitiem belang niet meer te laten afhangen van het gegeven dat de betrokkene zich geen burgerlijke partij heeft kunnen stellen wegens (verlengd) minderjarigheid, onbekwaamheid, materiële onmogelijkheid of kwetsbaarheid. In concreto werd voorgesteld om de notie slachtoffer te behouden voor: de natuurlijke persoon van wie de burgerlijke vordering ontvankelijk en gegrond wordt verklaard; de natuurlijke persoon ten aanzien van wie de strafuitvoeringsrechter heeft erkend dat zij een direct en legitiem belang heeft. Dat amendement werd niet goedgekeurd Amendement nr. 35 van de regering, Parl. St. Kamer , nr /5, Amendement nr. 2 van dhr. Melchior Wathelet (Parl. St. Kamer , nr. 2170/002). 11

12 Een afzonderlijke procedure 32. De slachtoffers die behoren tot de groep van de hier gemakshalve aangeduide groep van bijzondere categorieën van slachtoffers moeten een afzonderlijke procedure volgen om hun al dan niet direct en legitiem belang te laten beoordelen door de strafuitvoeringsrechter 30. Die slachtoffers moeten een schriftelijk verzoek 31 aan de strafuitvoeringsrechter richten. Het openbaar minister brengt advies uit binnen de zeven dagen na ontvangst van een kopie van het verzoekschrift. De strafuitvoeringsrechter kan op basis van het gemotiveerde verzoekschrift en het dossier een beslissing nemen maar indien hij dit nodig acht, kan hij de persoon uitnodigen om op de terechtzitting meer informatie te krijgen. Tegen de beslissing van de strafuitvoeringsrechter staat geen enkel rechtsmiddel open. In ieder geval kunnen de slachtoffers van deze bijzondere categorie van slachtoffers zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door hun raadsman. Bijstand kan eveneens worden verleend door de gemachtigde van een overheidsinstelling of een door de Koning hiertoe erkende vereniging De strafuitvoeringsmodaliteiten : bespreking Uitgaansvergunning en penitentiair verlof 33. Huidige regeling en definitie. Zowel de uitgaansvergunning als het penitentiair verlof worden thans nog geregeld bij M.O. van 30 april 1976 betreffende het penitentiair verlof. De uitgaansvergunning is de toelating om de gevangenis te verlaten voor een bepaalde duur die niet langer mag zijn dan zestien uren 32. Het penitentiair verlof is de toelating om de gevangenis driemaal zesendertig uren per trimester te verlaten Invloed op de strafuitvoering De uitvoering van de vrijheidsbenemende straf loopt verder tijdens de duur van de toegekende uitgangsvergunning of het toegekend penitentiair verlof Artikel 3 van het wetsontwerp. 31 Amendement nr. 180 van dhr. Eric Massin en dhr. André Perpète (Parl. St. Kamer , nr. 2170/005). 32 Artikel 4, 1, van het wetsontwerp. 33 Artikel 6, 1, van het wetsontwerp. 34 Artikel 4, 4, en artikel 6, 3, van het wetsontwerp. 12

13 35. Toekenning : doelstelling en eventueel tijdsvoorwaarden De uitgangsvergunning kan op elk ogenblik van de detentie aan de veroordeelde worden toegekend om belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen of om een medisch onderzoek of medische behandeling buiten de gevangenis te ondergaan. Verder kunnen aan de veroordeelde uitgangsvergunningen worden toegekend om zijn sociale reïntegratie voor te bereiden. Dergelijke uitgangsvergunningen worden verstrekt tijdens de twee jaren vóór de gedetineerde in aanmerking komt voor de VI 35. Het penitentiair verlof heeft tot doel de contacten van de veroordeelde in stand te houden en te bevorderen en de sociale reïntegratie van de veroordeelde voor te bereiden 36. Het penitentiair verlof wordt uitsluitend toegekend aan veroordeelden die zich in het jaar bevinden waarin ze in de tijdsvoorwaarden verkeren voor de toekenning van de V.I. 36. Voorwaarden verbonden aan de toekenning De toekenning van een uitgaansvergunning of een penitentiair verlof veronderstelt in ieder geval dat de veroordeelde geen nieuwe strafbare feiten pleegt. Essentieel is wel dat de veroordeelde ook instemt met de voorwaarden die aan de uitgaansvergunning of het penitentiaire verlof kunnen worden verbonden Tegenindicaties Zowel de uitgaansvergunningen als de penitentaire verloven worden uitsluitend toegekend bij gebrek aan zgn. tegenindicaties (gevaar van onttrekking aan de uitvoering van de straf; risico dat veroordeelde tijdens de uitgangsvergunning strafbare feiten zou plegen of risico dat veroordeelde de slachtoffers van de feiten waarvoor hij werd veroordeeld, zou verontrusten). 38. Procedure tot toekenning van de uitgangsvergunning en het penitentiair verlof Zowel de uitgaansvergunning als het penitentiair verlof zijn strafuitvoeringsmodaliteiten die worden toegekend door de minister van Justitie : op aanvraag van de veroordeelde na gemotiveerd advies van de directeur, al dan niet met vermelding van zgn. bijzondere voorwaarden De minister (of gemachtigde van de minister) neemt binnen de 14 dagen na ontvangst van het dossier een gemotiveerde beslissing die binnen de vierentwintig uur schriftelijk wordt meegedeeld aan de veroordeelde, het openbaar ministerie bij de strafuitvoeringsrechtbank en aan de directeur. De termijn kan slechts één maal worden verlengd met een periode van 7 dagen indien de minister bijkomende informatie vraagt. 35 Artikel 4, 2, van het wetsontwerp. 36 Artikel 6, 2, van het wetsontwerp. 37 Artikelen 5 en 7 van het wetsontwerp. 13

14 Het slachtoffer moet binnen de vierentwintig uur schriftelijk worden geïnformeerd over de toekenning van een eerste penitentiair verlof. Die mededeling zou gebeuren door tussenkomst van de dienst slachtofferonthaal bij de parketten en de rechtbanken 38. Bij gebrek aan beslissing van de minister binnen de wettelijk bepaalde termijn wordt de uitgaansvergunning of penitentiair verlof geacht toegekend te zijn. 39. Er dient hier gewezen te worden op artikel 43 van het wetsontwerp dat aan de strafuitvoeringsrechter de bevoegdheid verleent om een penitentiair verlof toe te kennen aan de veroordeelde die erom verzoekt gedurende de periode van beperkte detentie of het elektronisch toezicht. De strafuitvoeringsrechter bepaalt in dat geval de duur van het penitentiair verlof dat niet minder dan driemaal zesendertig uur per trimester mag zijn. Het verlof is elk trimester van rechtswege hernieuwd. 40. Een bijzondere procedure betreffende het advies van de directeur wat het penitentiair verlof betreft Gezien het penitentiair verlof behoort tot het standaardregime van elke gedetineerde wordt in de artikelen 8 en 9 van het wetsontwerp een bijzondere procedure bepaald betreffende het advies van de directeur. Drie maanden vóór de veroordeelde zich in de tijdsvoorwaarden bevindt die dienen aanwezig te zijn om in aanmerking te komen voor penitentiair verlof, licht de directeur de veroordeelde schriftelijk in over de mogelijkheden tot toekenning van penitentiaire verloven. De veroordeelde richt dan zijn schriftelijk verzoek tot penitentiair verlof aan de directeur die op zijn beurt binnen de twee maanden na ontvangst van de aanvraag een gemotiveerd advies opmaakt dat hij samen met de aanvraag overmaakt aan de minister. De veroordeelde ontvangt kopie daarvan. De directeur kan de Dienst Justitiehuizen van de federale overheidsdienst Justitie opdragen een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen of een maatschappelijke enquête te houden in het door de veroordeelde voor het penitentiair verlof voorgestelde opvangmilieu. De koning bepaalt de inhoud van het beknopt voorlichtingsrapport en van de maatschappelijke enquête 39. Indien de directeur zou nalaten om een gemotiveerd advies te redigeren binnen de termijn van twee maanden na ontvangst van de aanvraag dan kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, op schriftelijk verzoek van de veroordeelde, de minister op straffe van een dwangsom veroordelen enerzijds tot het uitbrengen van het advies, weliswaar via de directeur zelf, binnen de termijn voorzien door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en anderzijds tot kennisgeving van een afschrift van dat advies aan de veroordeelde Artikelsgewijze bespreking, Parl. St. Kamer , nr /1, Amendement nr. 190 van mevr. Valérie Déom en dhr. André Perpète (Parl. St. Kamer , nr. 2170/006). 40 Amendement nr. 210 van de regering (Parl. St. Kamer , nr. 2170/008). Het amendement van de regering beoogt duidelijkheid te brengen. Indien de directeur geen advies uitbrengt binnen de voorziene termijn van twee maanden dan kan de minister veroordeeld worden om de gevangenisdirecteur te verplichten een advies op te maken en het aan de veroordeelde mee te delen. 14

15 De voorzitter doet dan uitspraak na de veroordeelde en de minister te hebben gehoord, op advies van het openbaar ministerie, binnen vijf dagen na ontvangst van het verzoek. Tegen die beslissing staat geen enkel rechtsmiddel open. 41. Aanpassing-herroeping Indien de voorwaarden van een beslissing tot toekenning van een zgn. periodieke uitgaansvergunning of tot toekenning van een penitentiair verlof niet worden nageleefd dan kan de minister volgende beslissingen nemen : de voorwaarden aanpassen; de beslissing schorsen voor een periode van maximum drie maanden, te rekenen vanaf de laatste toegekende uitgangsvergunning; de beslissing te herroepen. In dat geval kan de veroordeelde een nieuwe aanvraag indienen ten vroegste drie maanden na de datum van de herroeping. Binnen de veertien dagen na kennisneming van de niet-naleving van de voorwaarden neemt de minister een gemotiveerde beslissing die binnen de vierentwintig uur schriftelijk wordt meegedeeld aan de veroordeelde, het OM bij de strafuitvoeringsrechtbank en de directeur. Indien de beslissing betrekking heeft op een penitentiair verlof wordt het slachtoffer binnen de vierentwintig uur schriftelijk hierover geïnformeerd. 42. Voorlopige aanhouding Indien de veroordeelde de fysieke of psychische 41 integriteit van derden ernstig in gevaar brengt, kan de procureur des Konings van de rechtbank in het rechtsgebied waar de veroordeelde zich bevindt, zijn voorlopige aanhouding bevelen. Binnen de 7 dagen volgend op die aanhouding neemt de minister een gemotiveerde beslissing die opnieuw binnen de vierentwintig uur schriftelijk wordt meegedeeld aan de veroordeelde, het OM bij de strafuitvoeringsrechtbank en de directeur. Indien de beslissing betrekking heeft op een penitentiair verlof wordt het slachtoffer binnen de vierentwintig uur schriftelijk op de hoogte gebracht De onderbreking van de strafuitvoering 43. Definitie De onderbreking van de strafuitvoering wordt toegekend aan de veroordeelde om ernstige en uitzonderlijke redenen van familiale aard. 44. Invloed op de strafuitvoering De verjaring van de straf loopt niet tijdens de onderbreking van de strafuitvoering 42. De onderbreking van de strafuitvoering schorst de uitvoering van de straf voor een duur van maximum drie maanden Amendement nr. 176 van dhr. Malmendier en mevr. Marghem (Parl. St. Kamer , nr. 2170/005). 42 Artikel 15, 3, van het wetsontwerp. 15

16 45. Tegenindicaties De onderbreking van de strafuitvoering wordt niet toegestaan wanneer er in hoofde van de veroordeelde tegenaanwijzingen zijn. Het zijn dezelfde tegenindicaties als deze die worden opgesomd bij de toekenning van een uitgaansvergunning of penitentiair verlof Procedure tot toekenning De onderbreking van de straf is een uitvoeringsmodaliteit die wordt toegekend door de minister van Justitie : op verzoek van de veroordeelde na gemotiveerd advies van de directeur De directeur kan de Dienst Justitiehuizen van de federale overheidsdienst Justitie opdragen een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen of een maatschappelijke enquête te houden in het door de veroordeelde voor het penitentiair verlof voorgestelde opvangmilieu. De koning bepaalt de inhoud van het beknopt voorlichtingsrapport en van de maatschappelijke enquête 45. De minister (of gemachtigde van de minister) neemt binnen de 14 dagen na ontvangst van het dossier een gemotiveerde beslissing die binnen de vierentwintig uur schriftelijk wordt meegedeeld aan de veroordeelde, het openbaar ministerie bij de strafuitvoeringsrechtbank en aan de directeur. Het slachtoffer moet binnen de vierentwintig uur schriftelijk worden geïnformeerd over de toekenning van een onderbreking van de strafuitvoering. Die mededeling zou gebeuren door tussenkomst van de dienst slachtofferonthaal bij de parketten en de rechtbanken 46. De onderbreking van de strafuitvoering kan op aanvraag van de veroordeelde worden verlengd. Bij gebrek aan beslissing van de minister binnen de wettelijk bepaalde termijn wordt de uitgaansvergunning of penitentiair verlof geacht toegekend te zijn. Dit is niet geval wat de onderbreking van de strafuitvoering betreft. Bij gebrek aan beslissing binnen de bepaalde termijn wordt de minister geacht het verzoek te hebben geweigerd 47. Dat staat niet zo uitdrukkelijk in het wetsontwerp, wel in de artikelsgewijze bespreking. 47. Voorlopige aanhouding Indien de veroordeelde de fysieke en psychische 48 integriteit van derden ernstig in gevaar brengt, kan de procureur des Konings van de rechtbank in het rechtsgebied waar de veroordeelde zich bevindt, zijn voorlopige aanhouding bevelen. Binnen de 7 dagen volgend 43 Artikel 15 van het wetsontwerp. 44 Zie randnummer Amendement nr. 190 van mevr. Valérie Déom en dhr. André Perpète (Parl. St. Kamer , nr. 2170/006). 46 Artikelsgewijze bespreking, Parl. St. Kamer , nr /1, Artikelsgewijze bespreking, Parl. St. Kamer , nr /1, Amendement nr. 178 van dhr. Malmendier en mevr. Marghem (Parl. St. Kamer , nr. 2170/005). 16

17 op die aanhouding neemt de minister een gemotiveerde beslissing die opnieuw binnen de vierentwintig uur schriftelijk wordt meegedeeld aan de veroordeelde, het openbaar ministerie bij de strafuitvoeringsrechtbank en de directeur en het slachtoffer Beperkte detentie en elektronisch toezicht 48. Huidige regeling en definitie De beperkte detentie is een strafuitvoeringsmodaliteit die de veroordeelde toelaat om op regelmatige wijze, de strafinrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per dag 49. De beperkte detentie kan aan de veroordeelde worden toegekend om professionele, opleidings- of familiale belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen. Het elektronisch toezicht is een strafuitvoeringsmodalilteit waardoor de veroordeelde het geheel of een gedeelte van zijn vrijheidsbenemende straf buiten de gevangenis ondergaat volgens een uitvoeringsplan waarvan de naleving onder meer door elektronische middelen wordt gecontroleerd Tijdsvoorwaarden Beide strafuitvoeringsmodaliteiten kunnen worden toegekend aan de veroordeelde die 51 : zich op zes maanden na in de tijdsvoorwaarden bevindt voor de toekenning van de V.I. of veroordeeld is tot één of meer vrijheidsbenemende straffen waarvan het uitvoerbare gedeelte niet meer dan drie jaar bedraagt. 50. Tegenindicaties De veroordeelde komt slechts in aanmerking voor de beperkte detentie of het elektronisch toezicht indien er geen tegenaanwijzingen zijn 52 : de veroordeelde heeft niet de mogelijkheid om in zijn behoeften te voorzien; er bestaat een manifest risico voor de fysieke of psychische integriteit van derden; er bestaat een risico dat de veroordeelde de slachtoffers zou verontrusten. De eerste tegenindicatie is evenwel niet van toepassing voor wat de beperkte detentie betreft. Verder gelden ook nog desgevallend bijkomende tegenindicaties 53 : afwezigheid van vooruitzichten op sociale reclassering van de veroordeelde 54 risico van het plegen van nieuwe ernstige strafbare feiten 49 Artikel 21 van het wetsontwerp. 50 Artikel 22 van het wetsontwerp. 51 Artikel 23 van het wetsontwerp 52 Artikel 28 wetsontwerp. 53 Zie artikel 47 van het wetsontwerp. Die tegenindicaties gelden enkel voor de veroordeelde die een vrijheidsbenemende straf moet ondergaan van meer dan drie jaar. 54 Zie ook artikel 48 van het wetsontwerp. 17

18 51. Procedure tot toekenning adviesverstrekking door directeur De directeur licht de gedetineerde schriftelijk in over de mogelijkheid tot aanvraag van een beperkte detentie en een elektronisch toezicht, vier maanden vóór hij zich in de tijdsvoorwaarde bevindt. De veroordeelde kan vanaf dat ogenblik een schriftelijk 55 verzoekschrift indienen tot toekenning van een beperkte detentie of elektronisch toezicht volgens een welbepaalde procedure. Wat de procedure van toekenning betreft, wordt een onderscheid gemaakt naargelang het vrijheidsbenemende straffen betreft waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt dan wel meer dan drie jaar. 52. a) vrijheidsbenemende straffen van drie jaar of minder 56 De beperkte detentie en het elektronisch toezicht worden toegekend door de strafuitvoeringsrechter op schriftelijk verzoek van de veroordeelde. Het verzoekschrift wordt ingediend op de griffie van de gevangenis die binnen de vierentwintig uur het verzoekschrift overmaakt aan de strafuitvoeringsrechtbank en een kopie bezorgt aan de directeur. De directeur geeft binnen de twee maanden na de ontvangst van de kopie van het verzoekschrift een advies indien de veroordeelde gedetineerd is. b) vrijheidsbenemende straffen van meer dan drie jaar 57 De beperkte detentie en het elektronisch toezicht worden toegekend door de strafuitvoeringsrechtbank op schriftelijk verzoek van de veroordeelde. Het verzoekschrift wordt ingediend op de griffie van de gevangenis die binnen de vierentwintig uur het verzoekschrift overmaakt aan de strafuitvoeringsrechtbank en een kopie bezorgt aan de directeur. De directeur geeft binnen de twee maanden na de ontvangst van de kopie van het verzoekschrift een advies. c) procedure die geldt zowel bij a) als bij b) Hier moet verwezen worden naar de artikelen 31 en 32 van het wetsontwerp. Het dossier van de directeur is samengesteld uit de in artikel 31 van het wetsontwerp bepaalde stukken waaronder de memorie van de veroordeelde of van zijn raadsman. Het advies van de directeur wordt overgemaakt aan de strafuitvoeringsrechtbank en een afschrift wordt meegedeeld aan het openbaar ministerie en aan de veroordeelde. Indien de directeur zou nalaten om een gemotiveerd advies te redigeren binnen de termijn van twee maanden na ontvangst van de aanvraag dan kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, op schriftelijk verzoek van de veroordeelde, de minister op straffe van een 55 Amendement nr. 182 van dhr. Eric Massin en dhr. André Perpète (Parl. St. Kamer , nr. 2170/005). 56 Artikel 29 van het wetsontwerp. 57 Artikel 49 van het wetsontwerp. 18

19 dwangsom veroordelen enerzijds tot het uitbrengen van het advies, weliswaar via de directeur zelf, binnen de termijn voorzien door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en anderzijds tot kennisgeving van een afschrift van dat advies aan de veroordeelde 58. De voorzitter doet uitspraak na de veroordeelde en de minister te hebben gehoord, op advies van het openbaar ministerie, binnen vijf dagen na ontvangst van het verzoek. Tegen die beslissing staat geen enkel rechtsmiddel open Voorwaardelijke invrijheidstelling 53. Definitie De voorwaardelijke invrijheidstelling is een strafuitvoeringsmodaliteit waardoor de veroordeelde zijn straf ondergaat buiten de gevangenis, mits naleving van de voorwaarden die hem gedurende een bepaalde proeftijd worden opgelegd Tijdsvoorwaarden Veroordeelden tot één of meer straffen waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt, komen in aanmerking voor de V.I. indien zij 1/3 van hun straf(fen) hebben ondergaan zonder een toestand van wettelijke herhaling in aanmerking te nemen 60. Veroordeelden tot één of meer straffen waarvan het uitvoerbaar gedeelte meer dan drie jaar bedraagt, komen in aanmerking voor de V.I. indien zij : hetzij, 1/3 van de straffen hebben ondergaan hetzij, in geval van wettelijke herhaling, 2/3 van de straffen hebben ondergaan zonder dat de duur van de reeds ondergane straffen meer dan 14 jaar bedraagt hetzij, in geval van een veroordeling tot levenslange vrijheidsbenemende straf, 10 jaar van die straf heeft ondergaan of in geval van wettelijke herhaling, 16 jaar. 55. Tegenindicaties Volgende tegenindicaties zijn bepaald 61 : afwezigheid van vooruitzichten op sociale reclassering van de veroordeelde risico van het plegen van nieuwe ernstige strafbare feiten er bestaat een risico dat de veroordeelde de slachtoffers zou verontrusten een sociaal reclasseringsplan kunnen voorleggen 58 Amendement nr. 210 van de regering (Parl. St. Kamer , nr. 2170/008). Het amendement van de regering beoogt duidelijkheid te brengen. Indien de directeur geen advies uitbrengt binnen de voorziene termijn van twee maanden dan kan de minister veroordeeld worden om de gevangenisdirecteur te verplichten een advies op te maken en het aan de veroordeelde mee te delen. 59 Artikel 24 van het wetsontwerp. 60 Artikel 25 van het wetsontwerp. 61 Artikel 28 van het wetsontwerp. 19

20 56. Procedure tot toekenning adviesverstrekking door directeur Wat de procedure van toekenning betreft, wordt een onderscheid gemaakt naargelang de uitvoering van vrijheidsbenemende straffen betreft waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt dan wel meer dan drie jaar. 57. a) vrijheidsbenemende straffen van drie jaar of minder 62 De voorwaardelijke invrijheidstelling wordt toegekend door de strafuitvoeringsrechter op advies van de directeur. De directeur geeft een advies ten vroegste vier maanden en ten laatste twee maanden voor de veroordeelde aan de tijdsvoorwaarden voldoet. b) vrijheidsbenemende straffen van meer dan drie jaar 63 De voorwaardelijke invrijheidstelling wordt toegekend door de strafuitvoeringsrechtbank op advies van de driecteur. De directeur geeft een advies ten vroegste vier maanden en ten laatste twee maanden voor de veroordeelde aan de tijdsvoorwaarden voldoet. c) procedure die geldt zowel bij a) als bij b) Hier moet verwezen worden naar de artikelen 31 en 32 van het wetsontwerp. Het dossier van de directeur is samengesteld uit de in artikel 31 van het wetsontwerp bepaalde stukken waaronder de memorie van de veroordeelde of van zijn raadsman. Het advies van de directeur wordt overgemaakt aan de strafuitvoeringsrechtbank en een afschrift wordt meegedeeld aan het openbaar ministerie en aan de veroordeelde. Indien de directeur zou nalaten om een gemotiveerd advies te redigeren binnen de termijn van twee maanden na ontvangst van de aanvraag dan kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, op schriftelijk verzoek van de veroordeelde, de minister op straffe van een dwangsom veroordelen enerzijds tot het uitbrengen van het advies, weliswaar via de directeur zelf, binnen de termijn voorzien door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en anderzijds tot kennisgeving van een afschrift van dat advies aan de veroordeelde 64. De voorzitter doet uitspraak na de veroordeelde en de minister te hebben gehoord, op advies van het openbaar ministerie, binnen vijf dagen na ontvangst van het verzoek. Tegen die beslissing staat geen enkel rechtsmiddel open. 62 Artikel 29 van het wetsontwerp. 63 Artikel 49 van het wetsontwerp. 64 Amendement nr. 210 van de regering (Parl. St. Kamer , nr. 2170/008). Het amendement van de regering beoogt duidelijkheid te brengen. Indien de directeur geen advies uitbrengt binnen de voorziene termijn van twee maanden dan kan de minister veroordeeld worden om de gevangenisdirecteur te verplichten een advies op te maken en het aan de veroordeelde mee te delen. 20

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken.

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. A CTUALIA RABG 2006/13-14 Adoptie door personen van hetzelfde geslacht http://www.strada.be/staatsblad/link.php?blz=31128&jaar=2006&seq=1 In het Belgisch Staatsblad van 20 juni 2006 verscheen de wet van

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

C @ ~ Possibilités d application de la surveillance électronique dans le cadre de la détention préventive. riminologie

C @ ~ Possibilités d application de la surveillance électronique dans le cadre de la détention préventive. riminologie Direction Opérationnelle de Criminologie Operationele Directie Criminologie C @ riminologie J ust. Collection des rapports et notes de recherche / Collectie van onderzoeksrapporten & onderzoeksnota s n

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 1 van 18 23/12/2011 10:11 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 21 APRIL 2007 Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en

Nadere informatie

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 NOVEMBER 2013 C.12.0291.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0291.F M. M., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken

Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken Gespecialiseerde opleiding voor toekomstige magistraten van de strafuitvoeringsrechtbanken ref.: PEN-046 Doelgroep magistraten van de zetel en het parket die kandidaat zijn voor de functies van respectievelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN Inleiding. Nico Biesmans, Magistraat-assessor Provinciale Raad van Antwerpen Bij de oprichting van de Orde der Geneesheren heeft de wetgever het toezicht

Nadere informatie

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007)

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007) Wet 9 april 1930 - Bescherming maatschappij (Art. 31) drag of de wijze van berekening bepaalt; deze bezoldiging bestaat hetzij uit een vast bedrag, hetzij uit een percentage van de inkomsten van de geïnterneerde,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Omschrijving van het advocatenkantoor, het bedrijf, de juridische dienst of het notariskantoor: FOD Justitie. Functie Antwerpen : 4. Deze plaatsen vervangen deze

Nadere informatie

Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden: Laksisme viert hoogtij. 21 februari 2006 Volksvertegenwoordiger

Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden: Laksisme viert hoogtij. 21 februari 2006 Volksvertegenwoordiger Wetsontwerp betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden: Laksisme viert hoogtij Persconferentie Bart Laeremans 21 februari 2006 Volksvertegenwoordiger Samenvatting Het wetsontwerp betreffende

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk Federale Overheidsdienst Justitie U bent gedagvaard >voor de politierechtbank >voor de correctionele

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0788.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0788.N A V, terbeschikkinggestelde van de strafuitvoeringsrechtbank, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat

Nadere informatie

DIENSTREGELING VAN DE. van 1 juli 2017 tot en met 31 augustus 2017

DIENSTREGELING VAN DE. van 1 juli 2017 tot en met 31 augustus 2017 NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL DIENSTREGELING VAN DE NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL van 1 juli 2017 tot en met 31 augustus 2017 Gelet op : - de artikelen 334

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Procedurereglement Staatsbladsstraat 8 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be ondernemingsnummer 0267.393.267 Ombudsdienst Consumentengeschillen

Nadere informatie

De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering. Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen

De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering. Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen 23 oktober 2012 Inleiding Beroering rond voorwaardelijke invrijheidstelling Michèle Martin

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 4 2012 CASSATIEBEROEP STRAFZAKEN Strafzaken Beslissingen vatbaar voor casstieberoep Strafvordering Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep Ontvankelijkheid

Nadere informatie

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE Wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de werking en de nadere regels volgens dewelke de Federale

Nadere informatie

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. BIJLAGE BIJ HET ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR GOEDGEKEURD TIJDENS DE ALGEMENE VERGADERING VAN 26 OKTOBER 2009 I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. Krachtens artikel 151 4, van de

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. [1 1. De kandidaten die zich voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK

GERECHTELIJK WETBOEK Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK HOOFDSTUK Vquinquies De evaluatie van magistraten Afdeling I Algemene

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Officieuze coördinatie van de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Huishoudelijk reglement van de commissie 1 TITEL I UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2016 C.14.0237.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0237.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, met kantoor te 9000 Gent, Savaanstraat 11/101, eiser, tegen V. S., verweerster,

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid 1 Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/18/222 BERAADSLAGING NR. 18/122 VAN 2 OKTOBER 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER HET VERLOOP VAN DE VASTSTELLING

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST Rep. Nr. A.R. 2009/AA/408 Vierde kamer Eindarrest op tegenspraak Gezinsbijslag OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN In de zaak van:

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE 1. INLEIDING Het bureau van de Hoge Raad voor de Justitie (hierna «Raad» genoemd) wordt stapsgewijs opgericht in

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

VERKIEZINGS- REGLEMENT BALIE WEST- VLAANDEREN

VERKIEZINGS- REGLEMENT BALIE WEST- VLAANDEREN Artikel 1. De Stafhouder, de Vice-Stafhouder en de gewone leden van de Raad, worden jaarlijks in de loop van de maand juni rechtstreeks gekozen door de Algemene Vergadering van de Orde, waarvoor alle van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 APRIL 2016 P.16.0411.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0411.N A A-N, geboren te Kokofu (Ghana) op 1 januari 1957, verblijvende in de gevangenis te Hasselt, ter beschikking gestelde veroordeelde,

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

DE RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN VLAAMS-BRABANT

DE RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN VLAAMS-BRABANT OPENBARE ZITTING DE RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN VLAAMS-BRABANT Inzake de eedaflegging van de heer Roger Mertens d.d. 2 januari 2007 als gemeenteraadslid te Wemmel. 1. Procedure Gelet op het bezwaarschrift

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Vertaling van het Franse origineel

Vertaling van het Franse origineel Nota van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad van Justitie met het oog op de hoorzitting voor de Commissie Justitie van de Kamer op 20 maart 2019 over het wetsvoorstel 3527/001

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642.

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642. RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T nr. 170.302 van 23 april 2007 in de zaak A. 130.668/IX-3642. In zake : het BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS, dat woonplaats kiest bij advocaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm nummer document: 2007009570 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan

Nadere informatie

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2.

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2. DEONTOLOGIE Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie en houdende de Deontologische Code voor de openbare mandatarissen 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING Artikel 1

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 JUNI 2013 P.13.0535.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0535.N M R, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1153.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1153.N R S B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 385 Beschikking van de Minister van Justitie van 29 juli 2004, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit orde van dienst

Nadere informatie

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5762 Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van het Strafwetboek,

Nadere informatie

Orde van Vlaamse Balies

Orde van Vlaamse Balies Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be REGLEMENT BETREFFENDE DE BEROEPSOPLEIDING HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen.

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen. U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf (1). Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen

Nadere informatie

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG 1 Nr. : 75/2014 Rep. : 1855 BESCHIKKING Wij, T. HEEREN, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Limburg, bijgestaan door dhr. Y. KIELICH,

Nadere informatie

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker Ziekenhuisapotheker--erkenningsprocedure 11 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker BS 08/07/2003

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) RAAD VAN STATE Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) TITEL II. BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING Art. 2 1. De afdeling wetgeving

Nadere informatie

BIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW

BIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW BIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW Artikel 1. Bevoegdheid Arbitragereglement Bij het door de vzw Arbitrage georganiseerde scheidsgerecht waarvan de statuten ter beschikking worden gesteld op zijn

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/133 BERAADSLAGING NR 10/078 VAN 9 NOVEMBER 2010 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; 1/5 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 26/2012 van 20 september 2012 Betreft: Beraadslaging houdende het verlenen van een machtiging aan de MIVB om bij de DIV de identificatiegegevens

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2019-06-19 Numac : 2019041200 5 MEI 2019. - Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Michel Doomst

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Michel Doomst Stuk 828 (1997-1998) Nr. 3 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1998-1999 28 januari 1999 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Michel Doomst houdende wijziging van de artikelen 78 en 79 van de decreten betreffende de

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 37/2009 van 4 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 37/2009 van 4 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4517 Arrest nr. 37/2009 van 4 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 64, 65, 68 en 96 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de

Nadere informatie

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il

Nadere informatie