I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.

Transcriptie

1 BIJLAGE BIJ HET ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR GOEDGEKEURD TIJDENS DE ALGEMENE VERGADERING VAN 26 OKTOBER 2009 I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. Krachtens artikel 151 4, van de Grondwet, worden de vrederechters, de rechters in de rechtbanken, de raadsheren in de hoven en in het Hof van Cassatie door de Koning benoemd. Krachtens artikel 152 van de Grondwet, kan geen rechter uit zijn ambt worden ontzet of worden geschorst dan door een vonnis. De overplaatsing van een rechter kan niet geschieden dan door een nieuwe benoeming en met zijn toestemming. Artikel 153 van de Grondwet stelt dat de Koning de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de hoven en rechtbanken benoemt en ontslaat. Dit artikel impliceert dat parketmagistraten niet genieten van het principe van onherroepelijkheid. Ze genieten evenmin van het principe van onafzetbaarheid. 1. In de regel worden magistraten door de Koning benoemd bij een bepaalde rechtsmacht die haar bevoegdheden in een welbepaald grondgebied uitoefent. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht omvat alle regels die afwijken van het principe van onoverplaatsbaarheid van de magistraten van de zetel, die de mobiliteit van de parketmagistraten regelen, maar ook de regels die voorzien in de uitoefening van tijdelijke specifieke functies. Tegenwoordig komt mobiliteit op verschillende manieren tot stand: via een gelijktijdige benoeming; via een benoeming als toegevoegde magistraat; via een aanwijzing of afvaardiging; via een delegatie; via een vervanging; via samenwerkingsakkoorden. 1 S. Velu, Mesures d ordre intérieur et sanctions disciplinaires dans la magistrature judiciaire, in Liber amicorum Pierre Marchal, 2003, p.337 ; P. De le Court et P. Dhaeyer, Le Ministère Public à sa place, J.T., 2004, p. 529 ; M. Uyttendaele, Précis de droit constitutionnel belge, 2005, p

2 II. Het openbaar ministerie. 1. Gelijktijdige benoeming Artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek stelt dat substituten bij de rechtbanken van eerste aanleg gelijktijdig kunnen worden benoemd in of bij verschillende rechtbanken van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep. Hetzelfde geldt voor de substituten van het arbeidsauditoraat. 2. Benoeming als toegevoegde magistraat. Artikel 58bis, 1 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in de benoeming van toegevoegde substituten-procureur des Konings en van toegevoegde substitutenarbeidsauditeur. 3. Aanwijzing. a. Artikel 138, lid 3, van het Gerechtelijk Wetboek stelt dat, met uitzondering van enkele hypotheses die het opsomt, het ambt van openbaar ministerie bij de correctionele kamers van het hof van beroep, de kamer van inbeschuldigingstelling en het hof van assisen kan uitgeoefend worden door, naargelang van het geval, een magistraat van het parket van de procureur des Konings of van het arbeidsauditoraat, mits de procureur-generaal bij het hof van beroep en, naargelang van het geval, de procureur des Konings of de arbeidsauditeur hiermee instemmen. Artikel 138, lid 4 stelt overigens dat het ambt van openbaar ministerie bij de correctionele rechtbank kan worden uitgeoefend, naargelang van het geval, door een magistraat van het parket-generaal bij het hof van beroep of het arbeidsauditoraat generaal, mits de procureur des Konings of de arbeidsauditeur, naargelang van het geval, en de procureurgeneraal bij het hof van beroep hiermee instemmen. Deze bepalingen zijn van toepassing op de rechtspleging voor de jeugdrechtbank en voor de jeugdkamer van het hof van beroep ten aanzien van personen die vervolgd worden wegens een als misdrijf omschreven feit dat werd gepleegd voor de volle leeftijd van achttien jaar. 2

3 b. Artikel 151 bis stelt dat de strafvordering wegens een overtreding van de wetten en verordeningen in fiscale aangelegenheden kan uitgeoefend worden door de substituten gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden voor de rechtbanken van de gerechtelijke arrondissementen gelegen in het rechtsgebied van het hof van beroep van het arrondissement waar ze benoemd zijn. Zij kunnen eveneens worden opgeroepen om hun ambt uit te oefenen in een ander arrondissement dan datgene waarin zij benoemd zijn. c. Artikel 259sexies, 1, 3, voorziet in de aanwijzing door de Koning van: -de verbindingsmagistraten in jeugdzaken; -de bijstandsmagistraten ; -de federale magistraten. Artikel 259sexies, 1, 5, voorziet in de aanwijzing door de Koning van substitutenprocureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken. d. Artikel 259quater, 1, lid 1, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor een mandaat van procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Artikel 259quater, 1, lid 2, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor een mandaat van procureur-generaal bij het hof van beroep. Artikel 259quater, 1, lid 2, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor een mandaat van federaal procureur. Artikel 259quater, 1 er, lid 2, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor een mandaat van procureur des Konings en arbeidsauditeur. Artikel 259quinquies regelt de aanwijzing voor adjunct-mandaten van eerste substituutprocureur des Konings, van eerste substituut van de arbeidsauditeur, van eerste advocaatgeneraal en advocaat-generaal bij het hof van beroep en het arbeidshof en van eerste advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie. e. Artikel 326, 3, bepaalt dat de procureur-generaal bij het hof van beroep, binnen zijn rechtsgebied, een of meer magistraten van het parket-generaal, van het arbeidsauditoraatgeneraal of, in overleg met de procureur des Konings of de arbeidsauditeur, van het parket van de procureur des Konings of het arbeidsauditoraat kan aanwijzen, op wie de federale procureur of de Minister van Justitie bij voorrang een beroep kan doen om tijdelijk het ambt van federaal procureur in welbepaalde dossiers waar te nemen (toepassing van artikel 144bis, 3, eerste en tweede lid). 3

4 f. Artikel 326bis, lid 1, bepaalt dat wanneer een substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken verhinderd is, de procureur-generaal bij het hof van beroep een magistraat van een parket van de procureur des Konings van zijn rechtsgebied kan aanduiden om hem te vervangen. Artikel 326bis, lid 2, voorziet dat, in uitzonderlijke gevallen, de procureur-generaal bij het hof van beroep, na het advies van de betrokken korpschefs te hebben ingewonnen, een magistraat van een parket van de procureur des Konings van zijn rechtsgebied aanwijst die een voortgezette gespecialiseerde opleiding heeft gevolgd in strafuitvoeringszaken om het ambt van substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken uit te oefenen voor een termijn van ten hoogste twee jaar. Deze aanwijzingen kunnen slechts met toestemming van de magistraat geschieden. In geval de ontstentenis van deze toestemming kennelijk de continuïteit van de dienst in gevaar brengt, kan de procureur-generaal, na eensluidend bijkomend advies van de betrokken korpschefs hieromtrent, zonder de toestemming van de betrokken magistraat, tot de aanwijzing of de opdracht besluiten. 4. Opdracht a. Binnen het rechtsgebied a.1. Artikel 326, 1 er, van het Gerechtelijk Wetboek stelt dat de procureur-generaal bij het hof van beroep opdracht geeft aan de toegevoegde substituten van de procureur des Konings, alsmede aan de toegevoegde substituten van de arbeidsauditeur, om tijdelijk hun ambt uit te oefenen in de parketten van de procureur des Konings of in de arbeidsauditoraten van zijn rechtsgebied naargelang van de noodwendigheden van de dienst. a.2. Krachtens artikel 326, 2, kan de procureur-generaal bij het hof van beroep, wanneer de noodwendigheden van de dienst het rechtvaardigen, opdracht geven aan: 1 een magistraat van het parket-generaal om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het arbeidsauditoraat-generaal, in een parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van het rechtsgebied; 2 een magistraat van het arbeidsauditoraat-generaal om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal, in een parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van het rechtsgebied; 4

5 3 een magistraat van een parket van de procureur des Konings van zijn rechtsgebied om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal, in het arbeidsauditoraat-generaal, in een ander parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van hetzelfde rechtsgebied; 4 een magistraat van een arbeidsauditoraat van zijn rechtsgebied om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal, in het arbeidsauditoraat-generaal, in een ander arbeidsauditoraat of in een parket van de procureur des Konings van hetzelfde rechtsgebied. De opdracht wordt gegeven na eensluidend advies van de betrokken korpschefs. De opdracht aan de magistraat kan slechts met zijn toestemming worden gegeven. Ingeval de ontstentenis van deze toestemming kennelijk de continuïteit van de dienst in gevaar brengt, kan de procureur-generaal, na eensluidend bijkomend advies van de betrokken korpschefs hieromtrent, zonder de toestemming van de betrokken magistraat tot de opdracht besluiten. ( 7) b. Buiten het rechtsgebied b.1. Krachtens artikel 326, 4, kan de Minister van Justitie, wanneer de noodwendigheden van de dienst het rechtvaardigen, opdracht geven aan: 1 een magistraat van een parket-generaal bij een hof van beroep om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal bij het Hof van Cassatie, in een parket-generaal bij een ander hof van beroep, in een arbeidsauditoraatgeneraal van een ander rechtsgebied of in een parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van een ander rechtsgebied; 2 een magistraat van een arbeidsauditoraat-generaal om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal bij het Hof van Cassatie, in een ander arbeidsauditoraat-generaal, in het parket-generaal bij een hof van beroep van een ander rechtsgebied, of in een arbeidsauditoraat of een parket van de procureur des Konings van een ander rechtsgebied; 3 een magistraat van een parket van de procureur des Konings om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen, hetzij in een parket-generaal bij een hof van beroep of in een arbeidsauditoraat-generaal van een ander rechtsgebied, hetzij in een parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van een ander rechtsgebied; 4 een magistraat van een arbeidsauditoraat om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen hetzij in een parket-generaal bij een hof van beroep of in een arbeidsauditoraat-generaal van een ander rechtsgebied, hetzij in een arbeidsauditoraat of in een parket van de procureur des Konings van een ander rechtsgebied. 5

6 De opdracht wordt gegeven na eensluidend advies van de betrokken korpschefs. De opdracht aan de magistraat kan slechts met zijn toestemming worden gegeven. Ingeval de ontstentenis van deze toestemming kennelijk de continuïteit van de dienst in gevaar brengt, kan de Minister van Justitie, na eensluidend bijkomend advies van de betrokken korpschefs hieromtrent, zonder de toestemming van de betrokken magistraat tot de opdracht besluiten. b.2. Krachtens artikel 326 bis, lid 3, geeft de Minister van Justitie, na advies van de betrokken korpschefs en procureurs-generaal, opdracht aan een magistraat van het openbaar ministerie van een ander rechtsgebied die een voortgezette gespecialiseerde opleiding heeft gevolgd in strafuitvoeringszaken. De opdracht aan de magistraat kan slechts met zijn toestemming worden gegeven. Ingeval de ontstentenis van deze toestemming kennelijk de continuïteit van de dienst in gevaar brengt, kan de Minister van Justitie, na eensluidend bijkomend advies van de betrokken korpschefs hieromtrent, zonder de toestemming van de betrokken magistraat tot de opdracht besluiten. b.3. Krachtens artikel 326, 5, kan de Minister van Justitie, op eensluidend voorstel van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en van de procureur-generaal bij dit Hof, opdracht geven aan magistraten van de hoven en rechtbanken om een ambt uit te oefenen in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie. 5. Vervanging Artikel 319, lid 2, regelt dat de korpschef die verhinderd is de hem bepaaldelijk opgedragen ambtsverrichtingen te vervullen, wordt vervangen door de magistraat die hij daartoe aanwijst. Artikel 259quater, 6, stelt dat, indien het mandaat van procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, van federale procureur, van procureur-generaal bij het hof van beroep van Brussel, van procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel en van arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank van Brussel voortijdig openvallen en voor zover dat de normale einddatum van het mandaat minder dan twee jaar bedraagt, wordt het mandaat voltooid door een adjunct-mandaathouder naar orde van dienstanciënniteit of bij ontstentenis van deze door een ander magistraat naar orde van dienstanciënniteit. 6

7 6. Samenwerkingsakkoorden Er bestaan reeds een aantal samenwerkingsakkoorden. Voor gespecialiseerde materies worden afspraken gemaakt tussen de parketten onderling om een zekere mobiliteit van dossiers op horizontaal vlak te realiseren. Hiervoor wordt verwezen naar enkele concrete samenwerkingsakkoorden tussen de parketten van Hasselt en Tongeren, tussen de parketten van Mechelen en Turnhout en tussen de parketten van Ieper en Kortrijk. Tussen de parketten van Hasselt en Tongeren is er samenwerking omtrent ruimtelijke ordening en stedenbouw, tussen de parketten van Mechelen en Turnhout omtrent stedenbouw en milieu. Tussen de parketten van Ieper en Kortrijk wordt samengewerkt inzake leefmilieu en stedenbouw en hormonen. Er is eveneens sprake van een samenwerking tussen het parket-generaal van Bergen en de parketten van Bergen, Charleroi en Doornik voor de behandeling van de fiscale dossiers in samenwerking met de Ecofin-secties en tussen het parket-generaal van Luik en de andere parketten van het rechtsgebied voor de behandeling van bepaalde fiscale en financiële dossiers. III. De zetel 1. Gelijktijdige benoeming a. Krachtens artikel 100 kunnen de rechters bij de rechtbanken van eerste aanleg, bij de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel, gelijktijdig benoemd worden in of bij verschillende rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken of rechtbanken van koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep. Bovendien kan de Koning een rechter in de rechtbank van eerste aanleg benoemen om het ambt van rechter in de rechtbank van koophandel waar te nemen wanneer de enige titularis van laatstgenoemde rechtbank verhinderd is. b. Artikel 60 stelt dat een vrederechter bovendien tot rechter in de politierechtbank kan worden benoemd. 2. Benoeming als toegevoegde magistraat Artikel 58bis, 1 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in de benoeming tot toegevoegd vrederechter, toegevoegd rechter in de politierechtbank, toegevoegd rechter in de rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel. 7

8 Artikel 69 stelt dat wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, de Koning toegevoegde rechters kan benoemen die ermee belast zijn, naar gelang van het geval, hetzij samen met een of meer vrederechters, hetzij samen met een of meer rechters in de politierechtbank, de vredegerechten en de politierechtbanken te bedienen. De Koning kan een vrederechter bovendien benoemen in de hoedanigheid van toegevoegd rechter bij de politierechtbank en eveneens als toegevoegd vrederechter bij een vredegerecht in een ander kanton. 3. Aanwijzing a. Artikel 259sexies, 1, 1, voorziet in de aanduiding door de Koning van de onderzoeksrechters, beslagrechters en rechters in de jeugdrechtbank. Artikel 259sexies, 1, 2, voorziet in de aanduiding door de Koning van de jeugdrechters in hoger beroep. Artikel 259sexies, 1, 4, voorziet in de aanduiding door de Koning van de rechters in de strafuitvoeringsrechtbank, gekozen onder de rechters of de toegevoegde rechters in de rechtbanken van eerste aanleg. Krachtens artikel 79, lid 2, wijst de eerste voorzitter, op advies van de federale procureur, in het rechtsgebied van elk hof van beroep, onder de onderzoeksrechters één of meerdere onderzoeksrechters aan voor het onderzoek van de bij de artikelen 137 tot 141 van het Strafwetboek bepaalde misdrijven (terrorisme). Artikel 79, lid 3, stelt dat de onderzoeksrechter met de meeste dienstjaren die aangewezen is door de eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel zorgt, als deken, voor de verdeling van de dossiers die door de federale procureur bij hem aanhangig zijn gemaakt. Artikel 79, lid 4 stelt dat, in het geval van wettelijke verhindering van de deken, deze in het rechtsgebied van het hof van beroep van Brussel een andere onderzoeksrechter aanwijst, gespecialiseerd om kennis te nemen van de in de artikelen 137 tot 141 van het Strafwetboek bedoelde misdrijven, die hem vervangt. b. Artikel 259quater, 1, lid 1, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor het mandaat van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie. Artikel 259quater, 1, lid 2, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor het mandaat van eerste voorzitter van het hof van beroep en het arbeidshof. 8

9 Artikel 259quater, 1, lid 2, voorziet in de aanwijzing door de Koning voor het mandaat van voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel. Artikel 259quinquies regelt de aanwijzing voor adjunct-mandaten van ondervoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, van kamervoorzitter bij het hof van beroep en het arbeidshof, van voorzitter en afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie. c. Artikel 80, lid 1, stelt dat bij verhindering van een onderzoeksrechter, een beslagrechter of een rechter in de jeugdrechtbank, de voorzitter van de rechtbank een werkend rechter aanwijst om hem te vervangen. Artikel 80, lid 2, stelt dat, de voorzitter van de rechtbank, indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, bij wijze van uitzondering en na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, een werkend rechter kan aanwijzen om de voornoemde ambten waar te nemen, gedurende een termijn van ten hoogste twee jaar die tweemaal kan worden hernieuwd. Artikel 80, lid 3, stelt dat de eerste voorzitter van het hof van beroep, indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, bij wijze van uitzondering en na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, bij beschikking een of meer toegevoegde rechters aanwijzen om het ambt van jeugdrechter waar te nemen in alle rechtbanken van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep. De aanwijzing is geldig voor een termijn van ten hoogste twee jaar, die tweemaal kan worden hernieuwd. Artikel 80bis, lid 1, stelt dat bij verhindering van een rechter bij de strafuitvoeringsrechtbank, de eerste voorzitter van het hof van beroep een werkend rechter aanwijst bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep, die ermee instemt, om hem te vervangen. Artikel 80bis, lid 1, stelt dat de eerste voorzitter van het hof van beroep in uitzonderlijke gevallen een werkend rechter in de rechtbank van eerste aanleg in het rechtsgebied van het hof van beroep aanwijst die ermee instemt die een voortgezette gespecialiseerde opleiding heeft gevolgd in strafuitvoeringszaken georganiseerd in het kader van de opleiding van magistraten om het ambt van rechter in de strafuitvoeringsrechtbank uit te oefenen voor een termijn van maximum twee jaar. d. Artikel 79, lid 7, stelt dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg de rechter in de jeugdrechtbank, bij wijze van uitzondering en op advies van de procureur des Konings kan verzoeken zitting te nemen in de kamers voor correctionele zaken van de rechtbank van eerste aanleg. e. 9

10 Artikel 321, lid 1, stelt dat in het hof van beroep, in het arbeidshof en in het Hof van Cassatie de verhinderde raadsheer wordt vervangen door een raadsheer van een andere kamer, die de eerste voorzitter van het hof aanwijst. Artikel 322, lid 2, stelt dat in de rechtbanken van eerste aanleg de verhinderde rechter kan worden vervangen door een ander rechter en door een toegevoegd rechter aangewezen door de voorzitter van de rechtbank. Hetzelfde geldt voor zie lid 3 de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel. Artikel 322, lid 4, stelt dat de verhinderde assessor in strafuitvoeringszaken bij onvoorziene afwezigheid kan worden vervangen door een rechter of een toegevoegd rechter, aangewezen door de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank. f. Artikel 113bis stelt dat wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen de Koning, hetzij op verzoek van een eerste voorzitter van een hof van beroep, hetzij op vordering van de procureur-generaal een raadsheer bij het hof van beroep met diens toestemming kan aanwijzen om zijn ambt voor een bepaalde termijn waar te nemen in een hof van beroep van een ander rechtsgebied. Dezelfde bevoegdheid wordt op overeenkomstige wijze uitgeoefend door de Koning met betrekking tot de arbeidshoven. g. Arikel 121 stelt dat de assessoren van het hof van assisen voor iedere zaak worden aangewezen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in de zetel waarvan de assisen worden gehouden, onder de oudste ondervoorzitters en rechters in rang in die rechtbank. h. Artikel 86bis stelt dat de toegevoegde rechters door de Koning worden aangewezen om hun ambt volgens de behoeften van de dienst tijdelijk uit te oefenen, hetzij bij een of meer rechtbanken van eerste aanleg, hetzij bij een of meer rechtbanken van koophandel, hetzij bij een of meer arbeidsrechtbanken gelegen binnen dit rechtsgebied. 4. Opdracht a. Artikel 65 stelt dat wanneer een vrederechter of een rechter in de politierechtbank wettig verhinderd is of wanneer zijn ambt openstaat, de eerste voorzitter van het hof van beroep bij beschikking een andere, werkende of plaatsvervangende vrederechter of rechter in de politierechtbank die dit aanvaardt, kan opdragen er tijdelijk zijn ambt te vervullen samen met dat waarvan hij titularis is. Artikel 98, lid 1 stelt dat wanneer een rechter wettig verhinderd is of er een plaats van rechter openstaat in een rechtbank van eerste aanleg of van koophandel, de eerste voorzitter van het hof van beroep bij beschikking een rechter uit het rechtsgebied van het hof van beroep die dit aanvaardt, kan opdragen er tijdelijk zijn ambt waar te nemen. 10

11 b. Artikel 98, lid 2, stelt dat de eerste voorzitter, wanneer de behoeften van de dienst dit rechtvaardigen, bij beschikking een rechter uit het rechtsgebied van het hof van beroep met diens toestemming kan aanwijzen om zijn ambt bijkomend en voor een bepaalde termijn waar te nemen in een andere rechtbank van eerste aanleg of een andere rechtbank van koophandel gelegen binnen dit rechtsgebied. Artikel 98, lid 3, stelt dat dezelfde bevoegdheden door de eerste voorzitter kunnen worden uitgeoefend ten aanzien van de toegevoegde rechters die door de Koning aangewezen zijn om hun ambt uit te oefenen bij alle rechtbanken van eerste aanleg of van koophandel van het rechtsgebied van een hof van beroep. c. Artikel 99bis stelt dat in elk arrondissement van het rechtsgebied van het hof de eerste voorzitter van het arbeidshof bij beschikking opdracht geeft aan een rechter in de arbeidsrechtbank van het rechtsgebied van het arbeidshof, die deze opdracht aanvaardt, om aanvullend zitting te nemen in een gespecialiseerde correctionele kamer. Artikel 113 ter stelt dat de eerste voorzitter van het arbeidshof bij beschikking opdracht geeft aan een raadsheer bij het arbeidshof, die deze opdracht aanvaardt, om aanvullend zitting te nemen in een in artikel 101, derde lid, bedoelde gespecialiseerde correctionele kamer. d. Artikel 120, lid 1, stelt dat de voorzitter van het hof van assisen een lid van het hof van beroep kan zijn aan wie de eerste voorzitter van dat hof opdracht geeft voor de gehele zitting of voor bepaalde zaken. e. Krachtens artikel 326, 5, kan de Minister van Justitie, op eensluidend voorstel van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en van de procureur-generaal bij dit Hof, opdracht geven aan magistraten van de hoven en rechtbanken om een ambt uit te oefenen in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie. 5. Vervanging Artikel 319, lid 2, regelt dat de korpschef die verhinderd is de hem bepaaldelijk opgedragen ambtsverrichtingen te vervullen, wordt vervangen door de magistraat die hij daartoe aanwijst. 11

12 Artikel 323, lid 2, stelt dat de verhinderde rechter in de politierechtbank wordt vervangen door een andere rechter in de politierechtbank of een plaatsvervangend rechter in de politierechtbank. Artikel 259quater, 6 stelt dat indien het mandaat van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, van eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel, van eerste voorzitter van het arbeidshof van Brussel, van voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, van de arbeidsrechtbank van Brussel en de rechtbank van koophandel van Brussel voortijdig openvalt en voor zover de normale einddatum van het mandaat ten minste twee jaar verwijderd is van het tijdstip waarop het mandaat openvalt, het mandaat wordt voltooid door een adjunct-mandaathouder naar orde van dienstanciënniteit of bij ontstentenis van deze door een ander magistraat naar orde van dienstanciënniteit. 12

13 Bestandsnaam: Bijlage NL advies mobiliteit doc Map: D:\LocalData\vandjudi\Judith\Mobiliteit Sjabloon: C:\Documents and Settings\vandjudi\Application Data\Microsoft\Templates\Normal.dot Titel: ANNEXE A L'AVIS DU CONSEIL SUPERIEUR DE LA MAGISTRATURE APPROUVE EN ASSEMBLEE GENERALE DU 26 OCTOBRE 2009 Onderwerp: Auteur: Grégory Trefwoorden: Opmerkingen: Aanmaakdatum: 5/11/ :25 Wijzigingsnummer: 4 Laatst opgeslagen op: 5/11/ :27 Laatst opgeslagen door: test Totale bewerkingstijd: 2 minuten Laatst afgedrukt op: 5/11/ :27 Vanaf laatste volledige afdruk Aantal pagina's: 12 Aantal woorden: (ong.) Aantal tekens: (ong.)