Landelijke raad Agenda

Transcriptie

1 Landelijke raad Agenda 10 december 2011

2 Inhoudsopgave Uitnodiging landelijke raad 10 december Agenda landelijke raad 10 december Toelichting op agenda 6 Agendapunt 1 Opening en start ochtendprogramma: meningsvorming regio-evaluatie 7 1. Voorblad regio-evaluatie Rapportage regio-evaluatie 2011 Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni Verslag 2. Actielijst 3. Besluitenlijst Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 42 Inrichtingseisen Bijlage: pakket van eisen Agendapunt 6 Voordrachten en stemming 51 Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s Inleiding 2. Voortgang programmagroep Groepsontwikkeling 3. Voortgang programmagroep Spel 4. Voortgang programmagroep Scouting Academy Agendapunt 8 Activiteitenplannen Agendapunt 9a Begroting Agendapunt 9b Toelichting op de prognose 2011 en begroting Agendapunt 9c Advies financiële commissie begroting Agendapunt 9d Advies financiële commissie prijsstelling badges 89 Inhoudsopgave 1

3 Uitnodiging landelijke raad 10 december 2011 Aan: leden en plaatsvervangende leden van de landelijke raad leden van het landelijk bestuur directie landelijk servicecentrum coördinatoren steunpunten Ter kennisname aan: regiosecretariaten abonnees Datum: 27 oktober 2011 Dames en heren, Op zaterdag 10 december a.s. wordt de 78 ste landelijke raad gehouden, waarvoor wij u van harte uitnodigen. Programma en agenda Het programma en de agenda met de stukken vindt u hierna. Het programma bestaat uit twee delen: 1. Meningsvormend gedeelte Tijdens dit gedeelte staan er onderwerpen op de agenda die te maken hebben met het beleid van de vereniging. Alle leden en plv. leden van de raad, maar ook alle voorzitters van de nieuwe programmagroepen (programmamanagers), coördinatoren steunpunten en het landelijk bestuur worden van harte uitgenodigd om een bijdrage aan de discussie te leveren. Tijdens deze landelijke raad zal het meningsvormend gedeelte plenair en voor de lunch plaatsvinden. 2. Besluitvormend gedeelte Hier gaat het om de formele landelijke raadsvergadering waarin besluiten door en namens de vereniging genomen worden. De landelijke raad bestaat uit één lid per regio en drie vertegenwoordigers van het waterwerk. De plaatsvervangende leden worden van harte uitgenodigd als toehoorder aanwezig te zijn bij de besluitvormende agendapunten. Voor het goede verloop van de vergadering worden de plaatsvervangende leden vriendelijk verzocht om op de publieke tribune plaats te nemen. Na afloop van de vergadering is er een gezellige afsluiting met een hapje en een drankje. Omdat het meningsvormend gedeelte ditmaal een beperkte omvang heeft, wordt ernaar gestreefd de landelijke raad wat eerder te beëindigen dan te doen gebruikelijk, zie de agenda. Uitnodiging landelijke raad 10 december

4 Aanmelden landelijke raad Om praktische en organisatorische redenen dient iedereen zich (individueel) aan te melden voor de landelijke raad: 1) Op de website logt u in met uw persoonlijk account. 2) Klik op de linkerbalk op Activiteiten en vervolgens op Inschrijfformulieren. 3) Open inschrijfformulier Landelijke raad 10 december 2011: aanmelden. 4) Vul de gevraagde gegevens op het formulier in. 5) Klik op de tab Versturen inschrijving, waarmee de aanmelding wordt geregistreerd. Aanmelden kan tot en met 3 december a.s. Door de automatische verwerking van de inschrijving is aanmelden per niet mogelijk. Digitale versie landelijke raadsstukken De stukken voor deze landelijke raad zullen geplaatst worden op de website op een afgesloten gedeelte voor leden, waartoe men moet inloggen met een persoonlijk account ( Mijn Scouting (ledensite - inloggen) menu in linkerkolom Downloads Bestuur & organisatie Organisatie Scouting Officiële documenten Stukken landelijke raad). De stukken zijn zowel online te lezen als te downloaden. Vragen Indien uw regio voor deze vergadering vragen heeft, kunt u deze uiterlijk tot en met 20 november a.s. indienen, per aan landelijkeraad@scouting.nl. Vragen die later binnen komen, kunnen helaas niet meer in behandeling genomen worden. Het landelijk bestuur zal deze vragen schriftelijk, zo mogelijk voor de vergadering, ter kennis van de raadsleden brengen. Overigens zal de financiële commissie vóór aanvang van de vergadering aanwezig zijn om eventuele vragen van leden van de landelijke raad te beantwoorden. Vacature voorzitter en bestuurslid landelijk bestuur De procedure voor de vacature van voorzitter en bestuurslid van het landelijk bestuur loopt nog op het moment van verzending van deze agenda. Het bestuur hoopt voordrachten te kunnen doen en zal het profiel van de kandidaten in de nazending meenemen. Locatie Evenals de landelijke raad van 18 juni jl. zal deze bijeenkomst gehouden worden in het Leerhotel in Amersfoort. Dankzij gemaakte afspraken zijn de kosten voor deze locatie aanzienlijk lager dan destijds in het ROC. Kinderopvang Tijdens deze landelijke raad willen we als experiment kinderopvang aanbieden tijdens de vergadering. Op het inschrijfformulier kunt u aangeven of u hier gebruik van wilt maken. Declaratie reiskosten De landelijke raadsleden kunnen hun reiskosten declareren (gebaseerd op openbaar vervoer, 2 e klasse). Bij aanmelding en het afhalen van het stemformulier kunt u daartoe een declaratieformulier vragen. Uitnodiging landelijke raad 10 december

5 Voor alle overige zaken betreffende de landelijke raad kunt u contact opnemen met: Secretariaat landelijke raad Postbus AE Leusden tel fax landelijkeraad@scouting.nl Met vriendelijke groet, Landelijk bestuur Scouting Nederland Uitnodiging landelijke raad 10 december

6 Agenda landelijke raad 10 december 2011 PROGRAMMA: uur aanmelden uur start vergadering (meningsvormend gedeelte) uur lunch uur vervolg vergadering (besluitvormend gedeelte) uur afsluiting vergadering, aansluitend hapje en drankje Agendapunt Onderwerp Ter Pag. 1. Opening en start ochtendprogramma: meningsvormend deel: regio-evaluatie. 2. Start besluitvormend gedeelte met mededelingen en terugkoppeling ochtendgedeelte. 3. Verslag, incl. actie- en besluitenlijst landelijke raad 18 juni Discussie en informatie 7 n.v.t. Goedkeuring Notitie landgoed Scouting Nederland. Instemming Regio's informeren regio's. Informatie n.v.t. Lunch + kennismaking kandidaat bestuursleden. 6. Voordrachten en stemming. Stemming en telling Voortgangsrapportage speerpunten programma's meerjarenbeleid Informatie en goedkeuring 8. Activiteitenplannen Goedkeuring Financiën en beheer: a. Begrotingen b. Toelichting op de prognose 2011 en begroting c. Advies financiële commissie begroting d. Advies financiële commissie prijsstelling badges. Informatie Begroting Informatie 10. Benoemingen a.d.h.v. getelde stemmen. Benoeming n.v.t. 11. Planning landelijke raad Informatie n.v.t. 12. Rondvraag. n.v.t. 13. Sluiting. n.v.t Agenda landelijke raad 10 december

7 Toelichting op agenda Uitstel besluit over gedragscode In de landelijke raad van juni 2011 is meningsvormend stilgestaan bij het invoeren van een gedragscode. Daaruit kwam naar voren dat er een groot draagvlak is voor het invoeren van een gedragscode. Daarnaast waren er veel vragen en discussiepunten. Vervolgens is tijdens regiobezoeken aandacht aan dit onderwerp besteed. De inmiddels gehouden regiobezoeken geven een wisselend beeld. Wel komt naar voren dat er een breed draagvlak is voor het invoeren van een gedragscode, maar dat de (invoerings)vorm grote verschillen kent. Er is een wens om niet alleen het voorkomen van misbruik, maar ook andere omgangsvormen (pesten, alcohol, vandalisme) een plek te geven. Er is een wens om niet alleen de relatie jeugd-leiding, maar de omgang met elkaar in brede zin een plek te geven. Nadrukkelijk wordt meegegeven dat alleen het vaststellen van een code niet voldoende is. Ook het bespreken hiervan en het gezamenlijk aandacht schenken aan het thema op regelmatige basis is belangrijk. Er blijft een aantal discussiepunten staan: gaan we voor een landelijke tekst of geven we groepen ruimte met aanvullingen te komen, willen we een code verplicht geven op landelijk niveau of laten we dit aan de groep, willen we een landelijke Scoutingtekst of sluiten we aan bij de algemene code van het vrijwilligerswerk. In het laatste geval kunnen we gebruik maken van het landelijk registratiesysteem (landelijke zwarte lijst ). En willen we, conform de landelijke richtlijnen van de projectgroep In veilige handen, de code door iedereen individueel laten ondertekenen? Ook dit hoort bij het gebruik kunnen maken van het landelijke registratiesysteem. De regiobezoeken lopen nog door tot in december. De regiobezoeken zijn waardevol om input te krijgen vanuit de wortels van Scouting Nederland, de vrijwilligers. Om een duidelijk beeld te krijgen heeft het landelijk bestuur besloten om niet in december zoals wel eerder in de landelijke raad was aangegeven - maar in juni 2012 met een voorstel over de invoering van de gedragscode naar de landelijke raad te komen. Hoewel er nadelen kleven aan het uitstellen van de invoering wordt toch de voorkeur gegeven aan een brede consultatie, ondermeer via de overige regiobezoeken. Het landelijk bestuur. Agenda landelijke raad 10 december

8 Agendapunt 1 1. Voorblad regio-evaluatie 2011 Inleiding De landelijke raad (LR) heeft in juni 2009 gevraagd om een evaluatie van het functioneren van de huidige regio s. Destijds is met de landelijke raad afgesproken deze evaluatie uit te voeren in 2011 en is de LR toegezegd dat een evaluatierapportage in december 2011 wordt aangeboden. Doelstelling regio-evaluatie Het functioneringsonderzoek richt zich op de volgende doelen 1. Het evalueren van de taken van de regio s in de vereniging en het functioneren van de regio s op basis van het in de LR (2004) vastgestelde takenpakket van regio s (zie bijlage 1). 2. Aanbevelingen doen op basis van de evaluatie die leiden tot een kwaliteitsverbetering op regioniveau. 3. Implementatieplan opzetten voor invoering van de aanbevelingen. Uitvoering onderzoek & proces In 2010 is een projectgroep gestart, bestaande uit een vertegenwoordiging uit de regio, de groep en de LR, met ondersteuning vanuit het landelijk servicecentrum. Op basis van de geformuleerde doelen in de projectopdracht heeft de projectgroep een grondige evaluatie uitgevoerd naar het functioneren van de regio s. De evaluatie bevat gezichtspunten vanuit de regio zelf én vanuit de daartoe behorende groepen. De projectgroep deelde de voorlopige resultaten met regiovoorzitters tijdens het voorzittersoverleg in september Mede op basis van de feedback heeft de werkgroep vervolgens haar definitieve aanbevelingen opgesteld. De belangrijkste onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen biedt de werkgroep aan met het document Rapportage regio-evaluatie Regio blijkt opnieuw van belang Het overgrote deel van de groepen vindt de ondersteuning van de groep door de regio van belang. Bovendien verwacht één derde dat in de toekomst het belang van regio-ondersteuning voor het functioneren van de eigen groep nog belangrijker zal worden. De groepen maken veel gebruik van de door de regio georganiseerde regioactiviteiten en deskundigheidsbevordering, waarvoor een positieve waardering is. Groepen zijn beperkt tevreden over de informatievoorziening en belangenbehartiging, maar beoordelen de bestuurlijke ondersteuning van de regio als onvoldoende. Van de regio s heeft driekwart aangegeven de basistaken naar behoren te kunnen uitvoeren. Een kwart geeft aan dat niet te kunnen o.a. door een tekort aan menskracht en deskundigheid. Alle regio s blijken voldoende financiën te hebben voor de uitvoering van hun taak. Tweederde van de regio s werkten met een meerjarenbeleidsplan of een activiteitenplan, de meesten hebben echter geen vrijwilligersbeleid. De werkgroep heeft aanbevelingen gedaan die moeten leiden tot het verbeteren van de kwaliteit van de regio-ondersteuning in de toekomst. Meningsvormend deel landelijke raad De projectgroep formuleerde aanbevelingen voor het niveau van de landelijke vereniging/landelijk bestuur respectievelijk die van de regio s. Deze aanbevelingen staan in volgorde van prioriteit (1 = hoogste prioriteit). Agendapunt 1 1.Voorblad regio-evaluatie 7

9 Gezien het beoogde doel kwaliteitsverbetering van de regio-ondersteuning naar groepen is er in het meningsvormend deel (ochtend) tijd ingeruimd om over de conclusies en aanbevelingen met elkaar van gedachten te wisselen. Belangrijk is daarin de focus te kiezen die het meest tot kwaliteitsverbetering voor de regio kan leiden. Een drietal thema s is essentieel: a) Taakomschrijving regio De werkgroep beveelt aan (L4) het takenpakket van de regio met name te wijzigen op gebied van de bestuurlijke/ randvoorwaardelijke ondersteuning. Deze wijzigingen luiden als volgt: De omschrijving hulp bij problemen te verengen tot bemiddeling bij conflicten. de specialistische ondersteuning als juridische hulp, ondersteuning bij (ver)bouw van clubhuis/wachtschip, verkrijgen van fondsen en subsidies en oprichting/afbouw van een groep niet meer bij de regio te beleggen. Dit omdat het voor de regio moeilijk is die specialistische kennis en ervaring te borgen. Welke mening hebben de raadsleden over deze aanbeveling? b) Aanbevelingen voor regioniveau Welke drie aanbevelingen aan het niveau van de regio vinden landelijke raadsleden het belangrijkst om uit te voeren? c) Aanbevelingen voor verenigingsniveau Welke drie aanbevelingen aan de landelijke vereniging, waar regio s ondersteuning bij nodig hebben, vinden de raadsleden het belangrijkst om op te pakken? Na de pauze zullen de resultaten uit de gesprekken samengevat gerapporteerd worden, zodat deze te gebruiken zijn bij de besluitvorming van de landelijke raad in de middag. Mochten wezenlijke veranderingen worden voorgesteld waar de regio s op zouden moeten anticiperen, dan zal de besluitvorming daarover voorbereid worden voor de landelijke raad van juni 2012 en pas daarna eventueel ingaan. Besluitvorming landelijke raad Aan de landelijke raad wordt gevraagd: 1. de drie belangrijkste aanbevelingen aan het niveau van de regio vast te stellen, welke leiden tot kwaliteitsverbetering van de ondersteuning naar groepen. 2. Regio s opdracht te geven deze drie aanbevelingen uit te voeren met kennis van de eigen regiosituatie. 3. de drie belangrijkste aanbevelingen aan het landelijk niveau/landelijk bestuur, waar de regio s ondersteuning bij nodig hebben, vast te stellen. 4. het landelijk bestuur opdracht te geven om een praktische ondersteuningsaanpak te laten opstellen in de eerste helft van 2012, door een werkgroep waarin de kennis van de regio, regiosupport en groepsontwikkeling en het steunpunt aanwezig is. 5. in te stemmen met een hernieuwde peiling van het regio functioneren, drie jaar na de start van de praktische ondersteuningsaanpak voor de regio s. 6. de projectgroep regio-evaluatie op te heffen, onder dankzegging voor alle uitgevoerde werkzaamheden voor de landelijke raad. Bijlage: Functioneren van een Scoutingregio (2009). Agendapunt 1 1.Voorblad regio-evaluatie 8

10 Bijlage 1: Functioneren van een Scoutingregio Om zo objectief mogelijk te kunnen vaststellen of een regio nu goed, redelijk of slecht functioneert hebben is de notitie Groep-Regio-Landelijke vereniging over ondersteuning en afstemming uit 2004 doorgenomen. Hierin worden de basistaken van een regio beschreven. Tevens is een opsplitsing gemaakt in aanbodgerichte en vraaggerichte ondersteuning aan groepen. Destijds werd al geconstateerd dat er een spanningsveld bestaat tussen vraag en aanbod. Dit is ook nu nog op de werkvloer van vele regio s merkbaar. Sommige regio s komen nauwelijks toe aan de realisatie van een minimale basisondersteuning van trainingen en activiteiten. Andere regio s zijn in staat om in overleg met vele groepsafgevaardigden jaarlijks een breed gevarieerd pakket aan ondersteuning te leveren gebaseerd op de vraag vanuit de groepen. In de notitie: Groep-Regio-Landelijke vereniging over ondersteuning en afstemming, die in de landelijke raad van juni 2004 is aangenomen, staat het volgende: De basisondersteuning wordt als volgt omschreven: a. Inhoudelijk: Een jaarlijkse trainingsmogelijkheid voor nieuwe leiding: introductie, start- en programmatrainingen conform eindtermen. Kampeertrainingen, specifieke waterwerktrainingen. Ieder jaar een activiteit met meerdere Scoutinggroepen voor elke leeftijdsgroep. Deskundigheidsbevordering bij het uitvoeren van de taak. b. Bestuurlijk/randvoorwaardelijk: Informatievoorziening en advies over alle facetten van Scouting: Scouting algemeen, programma's, ledenactiviteiten, kamperen, internationaal, verzekeringen, juridische aspecten, levensbeschouwing, scouts met een beperking, intercultureel, enz.. Vangnet voor (acute) hulp bij problemen: bemiddeling bij conflicten, juridische hulp. Jaarlijks contact met de groepen om hun ondersteuningswensen te inventariseren. Behartigen van de belangen van de groepen uit de regio binnen de vereniging en naar de lokale, regionale en provinciale overheid. Vervolgens kan er gekeken worden naar de kwaliteit van de ondersteuning. De notitie geeft hierover het volgende aan: Een regio levert voldoende kwaliteit wanneer zij: 1. de benodigde (hierboven genoemde) basisondersteuning zo organiseert dat de groepen hierover tevreden zijn. 2. door deze ondersteuning te leveren uitvoering geeft aan het actuele verenigingsbeleid. 3. in het eigen beleids- en werkplan aan de groepen en aan de vereniging laat zien op welke manier zij de basisondersteuning realiseert en aansluit op de beleidsprioriteiten van de vereniging. 4. een gezond financieel beheer van de regio voert. 5. een medewerkersbeleid heeft en uitvoert waardoor zij in staat is de continuïteit van de ondersteuning in de regio in de zin van menskracht te organiseren en te garanderen, onvoorziene omstandigheden daargelaten. Agendapunt 1 1.Voorblad regio-evaluatie 9

11 Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 2011 Inleiding De projectgroep Evaluatie regio s heeft als opdracht meegekregen om een evaluatie uit te voeren van het functioneren van de regio s. De evaluatie dient om te bekijken hoe in de toekomst de regio s mogelijk van nog grotere waarde voor de vereniging kunnen zijn. De uitkomsten van de evaluatie worden gepresenteerd in de landelijke raad van december Bij de samenstelling van de projectgroep is rekening gehouden met een goede vertegenwoordiging van de geledingen binnen Scouting Nederland. Gezocht is dan ook naar een afvaardiging in de projectgroep van regiobestuurders, groepsvertegen-woordigers en vertegenwoordigers namens de waterscouts. Omdat geen participant gevonden is namens het waterwerk, is het waterwerk bij de evaluatie betrokken door (voor)overleg met Bertus Heus (vz. RA Vechtplassen) en met Toon van der Werf (vz. a.i. LA). Projectopdracht De projectopdracht luidt: Het uitvoeren van een evaluatie van het functioneren van de huidige regio s. Hierbij wordt bestudeerd welke waarde de regio s binnen de organisatie van Scouting Nederland hebben en hoe deze waarde eventueel vergroot kan worden. Doelstellingen De voor de projectopdracht geformuleerde doelstellingen luiden: 1. Het evalueren van de taken van de regio s in de vereniging en het functioneren van de regio s o.b.v. het in de LR 2004 vastgestelde takenpakket regio s. 2. Aanbevelingen doen, o.b.v. de evaluatie, die leiden tot een kwaliteitsverbetering op regioniveau. 3. Implementatieplan opzetten voor implementatie-aanbevelingen. Verantwoording en representativiteit De evaluatie is vorm gegeven door het uitvoeren van twee enquêtes. Eén onder alle regiobestuurders en één onder alle groepsbestuurders, aangevuld met een representatieve aselecte steekproef onder teamleiders en roverscouts op groepsniveau. De evaluatie van het functioneren van de regio s is gericht geweest op enerzijds het vaststellen van de mate waarin de regio s (in staat zijn om) die taken te vervullen en anderzijds met welk cijfer die ondersteuning gewaardeerd wordt. De respons van beide enquêtes is ruim voldoende voor een landelijk representatief beeld. De enquêtevragen zijn in twee categorieën te onderscheiden. Enerzijds beoordelingsvragen en anderzijds, bij een gegeven beoordeling van 6 of lager, open vragen waarbij gevraagd is naar verbeterpunten. Aanvullend op het in de LR 2004 vastgesteld takenpakket van regio's, hebben we bij de evaluatie ook de ondersteuningstaken vanuit de regio s voor de nieuwe Scouting 2010-producten en -diensten betrokken. Dit omdat we de evaluatie nadrukkelijk met een focus op de toekomst wilden uitvoeren. Buiten de opdracht vallende informatie Doordat voor alle onderdelen waar met een 6 of lager geoordeeld was, een vervolgvraag gesteld werd om verbeterpunten aan te geven, is een grote hoeveelheid informatie beschikbaar gekomen. Een deel van die informatie is zeker belangrijk te noemen, maar valt buiten het bestek van de projectopdracht. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 10

12 Naast de algemene onderzoeksrapportage is het dan ook mogelijk de resultaten per regio uit te splitsen, zodat elke regio desgewenst met de eigen kwaliteitsverbetering aan de slag kan gaan. Deze informatie kan, met goedvinden van de landelijke raad, direct na de LR-vergadering van aan de regiovoorzitters beschikbaar gesteld worden. Zoals hiervoor aangegeven, is de respons van beide enquêtes ruim voldoende voor een landelijk representatief beeld. Omdat echter het aantal respondenten per vraag per regio sterk kan verschillen, kan de representativiteit van dat landelijke beeld op specifiek regioniveau betrekkelijk zijn. Een en ander dient dan ook op regioniveau vooral gezien te worden als een globale indruk en als handvat om binnen de regio met regiomedewerkers en groepen in gesprek te gaan om de kwaliteit van het functioneren van de regio te verbeteren. Samenvatting en conclusies De samenvatting en conclusies uit de onderzoeksrapportage zijn opgenomen in deel 1 van dit document. We hebben als projectgroep een aantal eigen conclusies getrokken ten aanzien van het functioneren van de regio in het algemeen en meer specifiek ten aanzien van een aantal specifieke taken (trainingen, regioactiviteiten etc.). Die conclusies hebben we gebaseerd op de door ons waargenomen samenhang tussen de antwoorden op verschillende vragen, ten aanzien van verschillende onderwerpen. Nadrukkelijk merken wij daarbij op dat we niet hebben gezocht naar het waarom van die conclusies. Uiteraard is het interessant om de verkregen informatie in samenhang verder te onderzoeken om te kijken naar een eventueel oorzakelijk verband tussen (bestuurs)competentie, bestuursbezetting, eventuele overvraag, verwachtingspatronen, hiërarchische druk en plicht en feedbackbereidheid onder regio s, maar dat valt buiten de reikwijdte van de projectopdracht en het doel daarvan. Aanbevelingen De aanbevelingen vanuit de projectgroep, op basis van de uitkomsten van het onderzoek, zijn opgenomen in deel 2 van dit document. Voorstel De projectgroep stelt voor om de gedane aanbevelingen tijdens het meningsvormend deel in de landelijke raad van december 2011, te verdelen over enkele subgroepjes van raadsleden. Elke groepje kan vervolgens gevraagd worden om een eerste reactie en eventueel suggesties te geven voor een praktische uitvoering van de aanbeveling. Hierdoor kan per aanbeveling langer en diepgaander gediscussieerd worden. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 11

13 Deel 1. Samenvatting en conclusies Doelstelling In december 2010 heeft de landelijke raad besloten het functioneren van de regio's te evalueren. Dit op basis van het in januari 2004 vastgestelde basis ondersteuningstakenpakket van de regio's. Hiervoor zijn twee enquêtes gehouden. Eén onder regiobestuurders en één onder groepsbestuurders, teamleiders en roverscouts op groepsniveau. In deze rapportage worden de uitkomsten van de enquêtes beschreven. De uitkomsten en aanbevelingen worden besproken met de regiovoorzitters en sleutelfiguren van steunpunten en het landelijk niveau, tijdens het meningvormend gedeelte van de landelijke raad in december Representativiteit Er hebben 1972 respondenten op groepsniveau en 205 regiobestuurders aan de enquête deelgenomen, afkomstig uit alle 46 regio's. Daarmee is sprake van een zeer goede representativiteit van de resultaten voor de landelijke vereniging en geeft daarmee een goede weergave van de kwaliteit van het functioneren van de regio's in het algemeen. Het is daarnaast mogelijk de resultaten per regio uit te splitsen, zodat elke regio desgewenst met de eigen kwaliteitsverbetering aan de slag kan gaan. Hoewel elke regio met zowel regiobestuurders als met kaderleden en roverscouts op groepsniveau in het onderzoek is vertegenwoordigd, verschilt het aantal respondenten per regio sterk. De representativiteit per regio is daarom betrekkelijk. De onderzoeksuitkomsten en daarmee de aanbevelingen, dienen dan ook vooral gezien te worden als een globale indruk en als handvat om binnen de regio met regiomedewerkers en groepen in gesprek te gaan om de kwaliteit van het functioneren van de regio naar een hoger niveau te brengen. Kern van het ondersteuningspakket Onderzoeksuitkomsten De kern van het ondersteuningspakket van de regio's blijkt te worden gevormd door de regioactiviteiten en trainingen. In vrijwel alle regio's worden activiteiten en trainingen georganiseerd, waarbij regio's met een regionale admiraliteit binnen hun grenzen, meestal ook specifieke trainingen voor waterscouts organiseren. Ruim driekwart van de kaderleden en roverscouts op groepsniveau heeft het afgelopen jaar aan één of meer activiteiten en/of trainingen deelgenomen. Over het algemeen zijn de kaderleden, roverscouts en groepsbegeleiders redelijk tevreden over de kwaliteit van activiteiten en trainingen, maar lijken de specifieke waterwerktrainingen een beetje de zwakke broeder/zuster in het gezelschap te zijn en worden gemiddeld lager gewaardeerd. Ook de regio's zelf zijn over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de door hen geboden activiteiten en trainingen. Als belangrijkste verbeterpunten voor trainingen komen naar voren, dat trainingen volgens groepen beter moeten aansluiten bij de praktijk, een minder theoretisch gehalte moeten hebben, er meer keuze uit trainingsdata moet zijn die niet te lang moeten duren en betere informatie rondom opzet en aanbod van trainingen. Dit laatste geldt vooral voor trainingen volgens het nieuwe systeem van Scouting Academy. Als belangrijkste verbeterpunten voor activiteiten komen naar voren, dat de organisatie en communicatie rondom de activiteiten verbeterd kan worden; dat activiteiten vooral ook eigentijds moeten zijn, er meer aantrekkelijke en gezamenlijke activiteiten moeten zijn en dat groepen meer betrokken moeten worden in de invulling, organisatie en deelname aan de activiteiten. Voor het laatste wordt de regio een belangrijke rol toebedeeld in het actief stimuleren van samenwerking en betrokkenheid van groepen in de regio. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 12

14 Aanvullende conclusie van de projectgroep Het functioneren van de regio s is over-all beoordeeld met een voldoende (6,2). Trainingen en regioactiviteiten zijn gemiddeld met een 7,1 resp. 7,2 beoordeeld. Die twee algemene uitkomsten in samenhang bezien, leiden tot de conclusie dat de krappe voldoende voor het functioneren in het algemeen, (gelukkig) niet gelegen is in de uitvoering van de belangrijkste taken. Overige ondersteuningsactiviteiten Onderzoeksuitkomsten Van bestuurlijke ondersteuning (advies en bemiddeling) wordt het meest gebruik gemaakt bij het verkrijgen van fondsen en subsidies, de (ver)bouw van het clubhuis en bij juridische problemen. De regio's geven zelf aan dat er daarnaast naar verhouding ook vaak een beroep wordt gedaan op ondersteuning bij conflicten binnen de eigen of met een andere groep. Er wordt naar verhouding weinig ondersteuning gevraagd op het gebied van (andere) sociale problematiek zoals bij vermoeden van kindermishandeling, ongewenste intimiteiten tussen leden en/of vrijwilligers of grensoverschrijdend gedrag van vrijwilligers. Toch komt dit jaarlijks helaas wel enkele keren voor. De gemiddelde waardering van de groepsbestuurders voor de kwaliteit van de ondersteuning hierop vanuit de regio, staat echter in schril contrast met de relatief positieve waardering voor de kwaliteit van activiteiten en trainingen. De waardering van groepsbesturen voor de bestuurlijke ondersteuningsactiviteiten vanuit de regio wordt in de meeste gevallen gemiddeld zelfs als onvoldoende beoordeeld. Daarbij valt op dat vooral de groepsvoorzitters de bestuurlijke ondersteuning vanuit de regio over het algemeen laag waarderen. Dit in tegenstelling tot de regiobestuurders, die ook de kwaliteit van de bestuurlijke ondersteuningsactiviteiten over het algemeen als (ruim) voldoende beoordelen. Ook de waardering van de kwaliteit van de beleidsmatige ondersteuning (informatie over beleid, belangenbehartiging, aansluiting op ondersteuningsbehoeften) blijft sterk achter bij de waardering voor activiteiten en trainingen, maar is gemiddeld een stuk hoger dan de waardering voor de bestuurlijke ondersteuning. De belangenbehartiging van groepen door de regio blijft daarbij over het algemeen beperkt tot de vereniging en de gemeente. Regio's spelen over het algemeen geen rol van betekenis in de externe belangenbehartiging van groepen op provinciaal of landelijk niveau. Opvallend daarbij is, dat de bestuurlijke en beleidsmatige ondersteuning door een grote meerderheid van de groepsbestuurders wel in meer of mindere mate belangrijk wordt gevonden. Daarbij verwacht een derde van de groepsbestuurders zelfs dat deze ondersteuning in de toekomst nóg belangrijker gaat worden, mede in verband met het doorvoeren van alle vernieuwingen. Aanvullende conclusie van de projectgroep Bij de projectgroep is het beeld ontstaan dat regiobesturen (te) weinig oog hebben voor de bestuurlijke kant van hun werkzaamheden en de plan- en beleidsmatige organisatie daarvan. Dat beeld wordt in enige mate bevestigd door het feit dat bij de respons uit de groepen een paar respondenten van mening blijkt te zijn dat niet alle regiobestuurders beschikken over de benodigde bestuurlijke competenties. Al kan het uiteraard ook zo zijn dat de respondent bedoelt aan te geven dat de regiobestuurders niet beschikken over de bestuurlijke competenties die vanuit de groep (of respondent), graag gewenst wordt. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 13

15 Gelet op de gemiddeld lage waardering van bestuurlijke ondersteuningsactiviteiten, zijn we als projectgroep genegen te concluderen dat op dat vlak het ondersteuningsaanbod niet aansluit op de door groepen op dat vlak gewenste ondersteuning. De regio als bindende factor Onderzoeksuitkomsten Als belangrijkste verbeterpunten voor de bestuurlijke en beleidsmatige ondersteuningsactiviteiten komt naar voren, dat het belangrijk is dat regiomedewerkers zich proactief opstellen, beter luisteren en aansluiten op de behoeften van groepen, meer betrokkenheid tonen met groepen door het aangaan van meer persoonlijke contacten en onderlinge samenwerking tussen groepen stimuleren. Kortom, de regio als proactieve bindende factor, ter versterking van het regiogevoel, waarbij beter zichtbaar gemaakt kan worden wat de meerwaarde van de regio is en wat de verschillende ondersteuningsmogelijkheden van de regio zijn. Het belang van de regio als bindende factor komt ook naar voren in reacties op vragen over de contacten die de groepsbestuurders met de regio hebben. Ondanks dat een meerderheid van de groepsbestuurders tevreden blijkt te zijn over de kwaliteit van de contacten met de regio, blijkt bijna 40% van de groepsbestuurders het afgelopen jaar geen enkele keer contact met de regio te hebben gehad en een derde slechts een of twee keer. Daarbij blijkt dat groepen die niet aan de regioraad deelnemen, daarbuiten ook gemiddeld het minst contact te hebben en neemt het risico toe om een geïsoleerde groep in de regio te worden. Groepsbestuurders blijken daarbij in het algemeen zelf het meest initiatief te nemen voor contact met de regio. Wanneer zij dit niet zouden doen, zou het aantal contactmomenten nog lager zijn. Ten aanzien van de regio als bindende factor, noemen de regiobestuurders zelf regelmatig dat de onderlinge samenwerking van regioteams verbeterd kan worden om de eilandjescultuur te doorbreken. Ook blijkt er naar verhouding nog weinig samenwerking of contact te zijn tussen de regio's. Daarnaast blijken sommige regio's zich, volgens de groepen, in de planning van activiteiten of bij het bemiddelen bij conflicten, teveel te richten op het belang van een klein deel van de groepen in de regio, in plaats van op het belang van alle groepen, Deze 'voorkeurspositie' komt de binding en het regiogevoel niet ten goede. Aanvullende conclusie van de projectgroep Uit het totaalbeeld van de input uit de enquêtes, komt volgens ons nadrukkelijk naar voren dat de communicatie tussen groepen en regio s volgens zowel groepen als regio s verbetering behoeft. In de enquêtes is niet gevraagd naar de mate waarin de regio als verbindend element tussen groepen functioneert. Toch is de projectgroep van mening te kunnen concluderen dat regio s niet of in ieder geval niet in voldoende mate, als verbindend element tussen groepen functioneren. Door zowel regio s als regionale admiraliteiten wordt aangegeven dat er voldoende afstemming plaatsvindt en worden de contacten wederzijds als voldoende tot goed ervaren. Desondanks valt uit de input van de enquête onder groepen, op te maken dat de communicatie c.q. afstemming tussen regio en regionale admiraliteit, volgens enkele respondenten uit de enquête onder de groepen, beter kan. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 14

16 Communicatie door persoonlijk contact Onderzoeksuitkomsten Bij veel thema's wordt bij de verbeterpunten een betere onderlinge communicatie genoemd. Dit heeft slechts voor een deel te maken met de vindbaarheid en duidelijkheid van de geboden informatie. De meeste regio's beschikken namelijk over een website waarop veel informatie is te vinden over trainingen, activiteiten, ondersteuningsmogelijkheden en Scouting in het algemeen. De website en een adres voor het beantwoorden van vragen, worden vanuit de regio dan ook gezien als de belangrijkste communicatiekanalen voor het geven van informatie aan groepen en het beantwoorden van vragen. Een klein deel van de regio's beschikt al over groepscontactpersonen, maar de meeste regio's maken gebruik van bijeenkomsten die er al zijn om ondersteuningsbehoeften van groepen te inventariseren (zoals regioraden, speltakoverleggen, activiteiten en trainingen). Veel genoemde verbeterpunten voor een goede communicatie tussen de groep en regio, hebben echter te maken met het meer tijd vrijmaken en een luisterend oor hebben voor elkaar, waarbij de regio meer initiatief neemt, meer persoonlijk contact onderhoudt en eventueel een vaste contactpersoon heeft die weet wat er speelt in de groep. Algemeen functioneren van de regio Onderzoeksuitkomsten Ondanks de naar verhouding lage waardering voor de bestuurlijke en beleidsmatige ondersteuningsactiviteiten vanuit de regio, geeft ruim driekwart van de kaderleden en roverscouts op groepsniveau minimaal een voldoende voor het functioneren van hun regio in het algemeen. Bij elkaar vindt 22% van hen dat de regio niet voldoende functioneert. Als belangrijkste verbeterpunten voor het functioneren van de regio, noemen regiobestuurders zelf meer menskracht met de benodigde competenties om alle basis ondersteuningstaken goed te kunnen uitvoeren, een regiobestuur dat stimuleert en activeert tot samenwerking (bindende factor), een betere afstemming met landelijk niveau over wie welke ondersteuning levert, een betere communicatie met meer direct en persoonlijk contact met groepen en een meer (pro)actieve opstelling vanuit de regio in het 'halen' van ondersteuningsvragen in plaats van het alleen reageren daarop. Capaciteit van de regio Onderzoeksuitkomsten Ongeveer tweederde van de regiobesturen blijkt zichzelf in staat te zien om de basis ondersteuningstaken naar behoren uit te voeren, voor een derde van de regio's is dit niet het geval. In de meeste gevallen blijkt geld geen probleem te zijn, maar beschikt de regio over onvoldoende medewerkers met de benodigde competenties te beschikken om alle ondersteuningstaken goed uit te kunnen voeren. De trainingsteams blijken daarbij naar verhouding wat beter bezet te zijn dan de activiteitenteams. Ongeveer tweederde van de regio's heeft voldoende trainers om de trainingen naar behoren uit te voeren, terwijl slechts minder dan de helft van de regio's voldoende programmamedewerkers heeft om de regioactiviteiten naar behoren uit te voeren. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 15

17 Daarbij valt op dat vrijwel alle regio's activiteiten voor bevers, welpen en scouts organiseren, ongeveer driekwart van de regio's activiteiten voor explorers organiseert en slechts een kwart van de regio's activiteiten organiseert voor roverscouts. Daarbij blijkt dat welpen, scouts en bevers naar verhouding ook vaker deelnemen aan regioactiviteiten die worden georganiseerd dan explorers en roverscouts. Ook blijken er naar verhouding veel minder speltakoverleggen voor explorers en vrijwel geen speltakoverleggen voor roverscouts te worden georganiseerd vanuit de regio's. Aanvullende conclusie van de projectgroep Als projectgroep trekken wij de conclusie dat de ondersteuning die regio s geven, niet overal evenredig over de groepen en speltakken wordt verdeeld. De reden waarom kon niet opgemaakt worden, al kan de beschikbare capaciteit daar uiteraard een rol in spelen. Zo blijken er regio s te zijn waarbij de ondersteuning zich grotendeels lijkt te richten op een beperkte groep van groepen (veelal groepen uit eenzelfde gemeente). Ook is er bij sommige respondenten het beeld dat een beperkte groep van groepen het binnen de regio min of meer voor het zeggen lijkt te hebben. Daarnaast wordt door enkele respondenten aangegeven dat regiobesturen in geschillen, partij lijken te kiezen cq. bevooroordeeld of vooringenomen zijn. Wij benadrukken dat het hierboven gestelde zeker niet het landelijk beeld betreft. Maar als projectgroep vinden we dat het gegeven dat blijkbaar niet iedere groep terug kan vallen op ondersteuning door de regio of in ieder geval niet op dezelfde ondersteuning die andere groepen wel krijgen, het vermelden waard. Uit het onderzoek komt naar voren dat samenwerking tussen regio s veelal ontbreekt. Juist in een omstandigheid dat er sprake is van onderbezetting, zou samenwerking met andere regio s daar mogelijk een uitkomst in kunnen bieden. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat de ondersteuning van regio s vaak voorbij lijkt te gaan aan roverscouts en ook, in mindere mate, aan explorers. Aansluiting bij verenigingsbeleid Onderzoeksuitkomsten Ongeveer de helft van de regio's heeft een meerjarenbeleidsplan, waarin in meer of mindere mate het verenigingsbeleid is opgenomen. Daarbij blijkt 80% van de regio's voor de regioactiviteiten al met de beschikbare nieuwe spelboeken aan de slag te zijn en is bijna 90% van de regio's dit jaar al bezig met het invoeren van het systeem en werkwijze van Scouting Academy in de trainingen. Wel is er nog een groot verschil tussen de regio's in het niveau van invoering. Sommige regio's zijn net gestart met het doorvoeren van de vernieuwingen, terwijl andere regio's hier naar verhouding al vrij ver in zijn. Zo beschikt ongeveer de helft van de regio's al over een getrainde praktijkcoach. Daarnaast staat voor veel regio's het programma Groepsontwikkeling de komende jaren centraal op de agenda. Daarbij geeft ongeveer 80% van de regiovoorzitters aan te verwachten dat hun regio voldoende menskracht en capaciteit heeft dit programma in de komende periode met de regio uit te voeren. Ondersteuning van de regio Onderzoeksuitkomsten Ongeveer driekwart van de regiobestuurders geeft een voldoende of hoger voor de kwaliteit van de ondersteuning vanuit de landelijke organisatie. Een kwart van de regiobestuurders vindt de kwaliteit hiervan onvoldoende. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 16

18 Belang van de regio Aanvullende conclusie van de projectgroep Op de vraag aan groepsbestuurders hoe belangrijk de regio is voor de kwaliteit van het functioneren van de eigen groep, heeft 6% aangegeven dat heel belangrijk te vinden, 44% vindt het belangrijk en 34% beoordeelt het als een beetje belangrijk. Geconcludeerd kan worden dat een overgrote meerderheid van ruim 83% de ondersteuning door de regio in meer of mindere mate belangrijk vindt. Ongeveer een derde van de respondenten heeft aangegeven te verwachten dat het belang van regioondersteuning voor het functioneren van de eigen groep belangrijker zal worden. Ongeveer de helft van de respondenten verwacht dat het belang van regio-ondersteuning voor hun groep, hetzelfde zal blijven. Ongeveer 80% van de groepen geeft daarmee aan dat de regio s belangrijk zijn en zullen blijven voor het functioneren van groepen. Dit onderstreept volgens de projectgroep nadrukkelijk het belang van een goed functionerende regio voor de vereniging. In het licht van de hierboven getrokken conclusie met betrekking tot het belang dat de regio voor de vereniging vertegenwoordigt, is de eerder weergegeven onderzoeksuitkomst dat een derde van de regio s niet voldoende uitgerust is om haar taken te vervullen, zorgwekkend te noemen. Als belangrijkste verbeterpunten komen naar voren, dat communicatie helderder en informatie beter vindbaar moet zijn, dat toezeggingen over de introductie van nieuwe producten, hulpmiddelen en activiteiten nagekomen moeten worden, dat de ondersteuning meer moet aansluiten op de behoeften in de praktijk in plaats van (te) veel top-down gestuurde informatie en ondersteuning. Ook in dit geval wordt daarbij regelmatig aangegeven, dat meer persoonlijk contact belangrijk is om de afstand tussen regio en land kleiner te maken. Daarbij komt vaak naar voren dat het belangrijk is haalbare en realistische doelen te stellen en de vernieuwingen er niet allemaal tegelijk of te snel doorheen te drukken, omdat dit de capaciteit van de regio's te boven gaat. De belangrijkste ondersteuningsvraag heeft dan ook vooral te maken met het vinden en opleiden van meer regiomedewerkers met de benodigde capaciteiten om de vernieuwingen, vooral op het gebied van Scouting Academy en Groepsontwikkeling, goed te kunnen uitvoeren. Ten slotte Regio's blijken naar verhouding goed in staat om een kerntakenpakket, bestaande uit activiteiten, trainingen, regioraden en speltakoverleggen binnen de beschikbare capaciteiten uit te voeren, mits het invoeren van vernieuwingen niet te veel extra inzet en menskracht vraagt. Daarbij gaat het deelnemen aan het programma Groepsontwikkeling in de nabije toekomst een belangrijke rol spelen in: het aangaan van persoonlijke contacten met groepen, het afstemmen van het ondersteuningsaanbod op de behoeften van groepen en het ondersteunen van groepen in hun eigen groei in kwaliteit en ledental. Het kunnen uitvoeren van overige ondersteuningsactiviteiten is vooral afhankelijk van het vinden van extra medewerkers die voor de betreffende thematiek de benodigde competenties hebben. Communicatie wordt door veel groepen en regio's als een 'kernprobleem' gezien, dat bij nadere bestudering niet alleen blijkt te gaan om het aanbieden van meer informatie, maar vooral om het aangaan van persoonlijke contacten, op alle niveaus. Daardoor wordt de afstand verkleind, kan er betere afstemming van aanbod op ondersteuningsbehoeften plaatsvinden, kan er meer en beter een 'luisterend oor' geboden worden, en wordt de onderlinge band tussen de groepen, de regio en het land versterkt. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 17

19 Het meer tijd nemen voor persoonlijke contacten vanuit zowel de regio's als de landelijke organisatie zal extra tijd en inzet van medewerkers vragen, maar hierdoor kan de onderlinge band worden versterkt. Eerdere onderzoeken laten zien dat dit een positief effect kan hebben op het vinden en binden van nieuwe vrijwilligers en de mate van inzet van vrijwilligers voor 'hun' vereniging. Met betrekking tot de door de projectgroep getrokken conclusies, willen we graag het volgende opmerken. De hiervoor gegeven eigen, aanvullende, conclusies van de projectgroep betreffen feitelijk beschouwingen van de enquête uitkomsten, gebaseerd op de door ons gesignaleerde correlaties tussen de gegeven antwoorden op de verschillende onderzochte aandachtspunten. Daarbij hebben we de juistheid van de door ons waargenomen correlaties niet onderzocht. Het onderzoeken van de samenhang tussen het antwoord op de ene vraag en het antwoord op een andere vraag zou betekenen dat we de interpretatie van de gegeven antwoorden bij alle betreffende respondenten zouden moeten toetsen. Echter omdat de door ons geconstateerde correlaties goed aansluiten bij de pure onderzoeksresultaten, menen wij te kunnen stellen dat onze beschouwingen opgaan voor zover het het algemene beeld met betrekking tot het functioneren van regio s binnen de vereniging Scouting Nederland, betreft. Onze beschouwingen kunnen niet zonder meer doorgetrokken worden op alle regio s. Daarvoor zal de regio de te ontvangen regio-specifieke informatie op haar eigen merites en samenhang moeten beoordelen. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 18

20 Deel 2. Aanbevelingen n.a.v. regio-evaluatie 2011 De aanbevelingen splitsen we hieronder uit naar aanbevelingen aan het landelijk bestuur en aanbevelingen gericht op regio s. De aanbevelingen aan het landelijk bestuur staan in volgorde van wenselijkheid, te beginnen met de belangrijkste aanbeveling die wat ons betreft, het eerste opgepakt dient te worden Aanbevelingen aan het landelijk bestuur Aanbeveling L1 Als projectgroep willen wij nadrukkelijk aanbevelen om, analoog aan het programma Groepsontwikkeling, voor regio s een project regio-ontwikkeling op te starten. Dat project dient ook een doorlopend karakter te krijgen. Uit de onderzoeksresultaten vallen in ieder geval de volgende aandachtspunten voor regio-ontwikkeling af te leiden: a) Vrijwilligersbeleid (werven, binden en boeien) b) Proactief acteren (om tegemoet te komen aan de nadrukkelijke en veel voorkomende wens vanuit groepen om meer contact te hebben met regio s) c) De regio dient door haar inrichting en wijze van functioneren een verbindende factor tussen de groepen te zijn d) Aansluiting op het beleid van de landelijke vereniging e) Bestuurlijke verantwoordelijkheden en benodigde bestuurlijke capaciteiten (dit punt betreft de regio als orgaan organisatorisch/beleidsmatig) f) Bestuurscompetenties (inzicht, visie en plantechnische/implementatievaardigheden m.b.t. bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen zoals vergroening en vergrijzing) (dit punt betreft de persoonlijkheid van bestuurders) g) (Wijze van) communicatie over mogelijke ondersteuning door de regio h) (Wijze van) communicatie over Scouting Academy i) Vaste contactpersonen j) Aansluiting ondersteuningsaanbod op ondersteuningsbehoefte k) Vergroten betrokkenheid van groepen bij de regio(activiteiten) l) Hoe betrokkenheid tonen bij groepen en hoe betrokkenheid van groepen bij regio te bewerkstelligen m) Contacten aangaan met lokale en provinciale organen Regio-ontwikkeling en groepsontwikkeling dienen op elkaar afgestemd te worden, zodat overlappende aandachtsgebieden vanuit eenzelfde integrale gedachte worden vormgegeven en op elkaar aansluiten. Aanbeveling L2 Wij bevelen het landelijk bestuur aan om een implementatiewerkgroep in te stellen die toeziet op implementatie van de hierna opgenomen aanbevelingen. Nadrukkelijk hebben wij een actief acterend team voor ogen dat direct aan de slag gaat en niet een werkgroep die zich toelegt op het schrijven van een implementatieplan. Wellicht dat de implementatie werkgroep ook een rol kan spelen met betrekking tot het opnieuw vaststellen van het takenpakket (aanbeveling L4). De werkgroep dient naar onze mening ook te bekijken hoe de ondersteuning van regio s door het LSC en door steunpunten meer in samenhang gebracht kan worden. Misschien kan door een andere taakverdeling en/of inrichting van die ondersteuning, slimmer en nog succesvoller regio-ondersteuning geboden worden. Uiteraard dienen het LSC en de steunpunten hier nauw bij betrokken te worden. Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 19

21 Overigens lijkt het ons ook verstandig om te bekijken hoe de ondersteuning vanuit het LSC en de steunpunten ingericht moet worden. Gaat alles via de regio of kunnen groepen zich ook rechtstreeks tot het LSC of het steunpunt richten? Dat laatste lijkt wellicht effectiever maar kan enerzijds zorgen voor een onevenredige belasting door de rechtstreekse contacten en verzoeken vanuit groepen met het LSC/steunpunt, en anderzijds ook zorgen voor onduidelijkheid voor groepen wanneer ze waar moeten zijn voor wat betreft ondersteuning. Daarbij komt kijken dat doorverwijzing door een regio ook een vorm van dienstverlening aan groepen kan zijn. Naar onze mening dient de ondersteuning door LSC en steunpunten primair gericht te zijn op het bijdragen aan de toegevoegde waarde van en de kwaliteit van dienstverlening door regio s. Aangezien de regio s door groepen gevormd worden en in het belang van die groepen, komt de ondersteuning van LSC en steunpunt (op indirecte wijze) ten goede aan de groepen en daarmee aan het kloppend hart van onze vereniging. Ten slotte zou de werkgroep kunnen bekijken hoe specifieke kennis en/of kunde binnen een regio concreet overgebracht kan worden op de andere regio s. Het motto regio s leren van regio s zou hierdoor daadwerkelijk invulling gegeven moeten kunnen worden. De uit het onderzoek naar voren gekomen verschillen tussen regio s met betrekking tot de implementatie van Scouting Academy is een goed voorbeeld waar regio s elkaar wellicht hadden kunnen helpen. Uitgaande van het principe van een lerende organisatie, zou overdracht van een regio op een andere regio slechts een tijdelijke extra belasting voor de overdragende regio betekenen en kan die kennis en/of kunde vervolgens door het olievlekprincipe eenvoudig onder alle regio s worden verspreid. Aanbeveling L3 In samenhang met aanbeveling R4 aan de regio s, willen wij het landelijk bestuur verzoeken om opdracht te geven tot het inrichten van een pagina op de website van Scouting Nederland met een overzicht van de diverse ondersteunende teams, hun contactpersonen en contactgegevens. Aanbeveling L4 Wij bevelen aan om het pakket van basisondersteuning opnieuw, via de LR, vast te stellen. De in de LR van januari 2004 vastgestelde notitie ondersteuning dient daarbij het uitgangspunt te zijn. Basisondersteuning In plaats van ondersteuning in de vorm van trainingen en deskundigheidsbevordering, dient het aanbieden van Scouting Academy te worden opgenomen. Overigens willen wij aanbevelen om bij het formuleren van taken en doelstellingen voor de regio m.b.t. Scouting Academy eveneens stil te staan bij de (bestuurlijke) verantwoordelijkheid die een regio heeft m.b.t. (ondersteuning in) pedagogische advisering en ondersteuning. Het trainen van leidinggevenden m.b.t. pedagogisch verantwoord handelen en het inspelen op het leeftijdseigene van de jeugdleden is uiteraard erg belangrijk. Maar we missen als projectgroep de taak die de regio heeft m.b.t. het toezien op en/of ondersteunen van groepen bij de ondersteuning van leidinggevenden in de praktijk. De momentopname van de training moet in de praktijk als het ware een doorlopend vervolg krijgen. Het pedagogisch verantwoord handelen van en door leidinggevenden is namelijk geen aangeboren en dus aanwezige vaardigheid maar moet aangeleerd worden. Te beginnen met training (theorie) en te vervolgen door begeleiding (praktijk). De kern van Scouting is uiteindelijk toch jeugdwerk en de geleidelijke ontwikkeling van jeugd door de verschillende leeftijdsgroepen heen, op basis van (steeds meer verwaterende) Scoutingtechnieken. Het leeftijdseigene en de daarbij behorende begeleiding van Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 20

22 jonge kaderleden (die overigens steeds jonger worden) verdient naar onze mening zeker specifieke en nadrukkelijke aandacht. Bestuurlijk/randvoorwaardelijke ondersteuning Het door regio s bieden van een vangnet voor (acute) hulp bij problemen, dient naar onze mening en gelet op de onderzoeksresultaten, beperkt te worden tot bemiddeling bij conflicten. Daarbij zou volgens ons bekeken moeten worden of bijvoorbeeld mediation vanuit het hogere niveau aangeboden kan worden als dat gewenst of noodzakelijk is. Uit de onderzoeksresultaten is namelijk naar voren gekomen dat regio s in sommige gevallen, door verbondenheid met een groep subjectief of, erger nog, partijdig acteren. Voor wat betreft de meer specialistische ondersteuning, zoals juridische hulp of ondersteuning bij (ver)bouw van clubhuis/wachtschip zou wat ons betreft gekeken moeten worden of een andere opzet cq. inrichting wellicht mogelijk of zelfs wenselijk is. Ten aanzien van ondersteuning van groepen is het uitgangspunt nu, dat de primaire en algemene ondersteuning gegeven wordt door regio s. Uit de enquêtes komt een nadrukkelijke behoefte naar voren met betrekking tot ondersteuning op juridisch vlak, bij het verkrijgen van fondsen en/of subsidies, (ver)bouw van een clubhuis en oprichting of opheffing van een groep. Die ondersteuning moet dus geboden blijven worden. Maar afgevraagd kan worden of het geven van die ondersteuning als taak van de regio gezien moet worden of dat het de taak van de regio is er voor te zorgen dat ondersteuning gegeven wordt. Indachtig de onderzoeksuitkomst dat ongeveer een derde deel van de regio s niet beschikt over voldoende capaciteit om het basispakket van ondersteuning uit te voeren, is het inrichten van een regio op specifieke ondersteuning in onze optiek geen haalbaar iets. Aangezien die specifieke ondersteuning, hoewel nadrukkelijk gewenst door groepen, in het afgelopen jaar niet vaak gevraagd is door groepen, lijkt ondersteuning vanuit een interregionaal of een bovenregionaal niveau voldoende borging van die ondersteuning te kunnen bieden. De principiële vraag die gesteld moet worden is volgens ons of het niet beter is om die specifieke en in principe incidenteel voorkomende ondersteuning, in welke vorm dan ook, landelijk of op een breder (inter)regionaal niveau aan te bieden. Als een regio voldoende uitgerust is om de specialistische ondersteuning te bieden, kan dat in overleg met het betreffende landelijk team. Regio s die niet voldoende uitgerust zijn voor die specialistische ondersteuning hebben dan een doorverwijsfunctie en moeten een vinger aan de pols houden of e.e.a. op adequate wijze en binnen redelijke termijn wordt opgelost. Het specialistische team draagt in deze opzet de inhoudelijke verantwoordelijkheid terwijl de regio de bestuurlijke verantwoordelijkheid (zorgen voor ondersteuning) draagt. Ook de rol en verantwoordelijkheid, voor zover dat op regioniveau ligt, van de regio met betrekking tot vermoeden van kindermishandeling in het gezin, vermoeden van ongewenste intimiteiten tussen leden/vrijwilligers en grensoverschrijdend gedrag van vrijwilligers (alcohol/drugs/diefstel ed.) zou wat de projectgroep betreft, in de nieuwe notitie behandeld moeten worden. In dit kader verwijzen wij naar onze aanbeveling L7. Aanbeveling L5 Wij hechten belang aan een breed gedragen geformuleerd takenpakket van regio s vanuit een praktische insteek. Dat betekent dat bij het formuleren van het takenpakket al gekeken moet zijn naar de praktische invulling daarvan, zodat de communicatie richting groepen meteen goed en helder kan zijn en alle betrokkenen op voorhand weten wat hun rol is. Daarom willen wij het landelijk bestuur verzoeken om dit punt (zie aanbeveling L4) op de agenda te zetten voor het meningsvormende gedeelte van de LR van december Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 21

23 Omdat de ondersteuning van regio s door het LSC en de steunpunten van groot belang is, vinden wij het belangrijk om hen daar al meteen bij te betrekken. Zeker ook omdat op het LSC en de steunpunten veel professionaliteit en ervaring aanwezig is waar we als gehele vereniging ons voordeel mee kunnen doen. Ook zijn er via het LSC en de steunpunten vaak veel en goede contacten met lokale en provinciale overheden en andere overlegorganen. Weliswaar is het bijwonen van de LR voor een ieder mogelijk, maar desalniettemin willen wij het landelijk bestuur hierbij verzoeken om het LSC en de steunpunten nadrukkelijk uit te nodigen om te participeren in het genoemde meningsvormende gedeelte. Aanbeveling L7 Uit de enquête komt naar voren dat er naar verhouding weinig ondersteuning door groepen gevraagd wordt op het gebied van sociale problematiek, zoals bij vermoeden van kindermishandeling, ongewenste intimiteiten of grensoverschrijdend gedrag. Terwijl een en ander jaarlijks toch voorkomt. Wij bevelen aan om te bekijken in hoeverre het huishoudelijk reglement al in voldoende mate voorziet in de te volgen procedures ter zake. Als het huishoudelijk reglement daar niet in voorziet, zou daar alsnog in voorzien moeten worden. Daarnaast dient onderzocht te worden op welke wijze het opvolgen van die procedures in de praktijk te borgen is (meldingsplicht?). Overigens dient volgens ons daarbij zeker ook ingezoomd te worden op preventie en deskundigheidsbevordering (herkenning) op die specifieke gebieden. Beter voorkomen dan laten gebeuren en daar vervolgens protocollair naar handelen. Zie in dit kader ook het gestelde in de laatste alinea van aanbeveling L4 hierboven. Aanbeveling L8 Als verbeterpunt met betrekking tot de regioactiviteiten wordt veelvuldig aangegeven dat men vindt dat het thema, het programma en de badge (veel) te laat door het land worden opgeleverd. Het daarin vooruit werken kan op veel bijval rekenen. Daarnaast wil men graag zien dat het thema meer nadrukkelijk terugkomt in het uiteindelijke programma en dat het thema van deze tijd is. Wij willen het betreffende team dat het thema en programma bedenkt en opstelt, aanbevelen om e.e.a. eerder klaar te hebben en uit te rollen. Daarnaast bevelen wij aan om het thema aan te laten sluiten op het (gehele) programma en om een thema te zoeken dat in de tijd past. Aanbeveling L9 Gelet op het belang van regio s en de verwachte toename van dat belang maar ook vanwege de veranderingen die er mogelijk voortvloeien uit onze aanbevelingen, willen we voorstellen om het functioneren van de regio s binnen een aantal jaren weer te evalueren. Waarbij de tussenliggende tijd, gelet op ontwikkelingen in welzijn, lokaal beleid en de WMO, naar onze mening niet te lang mag zijn. Er moet anders dan het middel van evaluatie een middel/instrument komen om tussentijds de vinger aan pols te houden ter versterking van de depth of control. Zeker ten aanzien van de aangehaalde ontwikkelingen is het belangrijk om taken en verantwoordelijkheden meer in te kaderen, tussentijds te checken en waar nodig en sneller bijsturen. We willen het landelijk bestuur verzoeken om hiertoe een voorstel te formuleren voor de LR van december Aanbevelingen aan regio s Aanbeveling R1 Uit de enquête onder groepen komt heel duidelijk naar voren dat er behoefte is aan duidelijke informatie welke ondersteuning mogelijk is en waar deze verkregen kan worden. Als projectgroep willen wij regio s aanbevelen om in ieder geval op de eigen website aan te geven welke ondersteuning Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 22

24 door de regio gegeven wordt. Bij voorkeur wordt daarbij ook een contactpersoon genoemd, aangezien ook daar grote behoefte aan is. Daarnaast zou het ideaal zijn als er op de regiowebsites en op websites van steunpunten, een link geplaatst kan worden naar een pagina van de landelijke vereniging waar de verschillende landelijke ondersteuningsteams (juridische zaken, bemiddelingsteam, accommodatie consulenten, LOT, etc.) overzichtelijk worden weergegeven. Aanbeveling R2 Uit de enquête onder groepen komt eveneens duidelijk naar voren dat er behoefte is aan duidelijke informatie met betrekking tot Scouting Academy en trainingen en workshops. Als projectgroep willen wij regio s aanbevelen om in ieder geval op de eigen website aan te geven wanneer en waar welke training gegeven wordt. Bij voorkeur wordt ook hier een contactpersoon genoemd. Aanbeveling R3 Uit de respons van de groepen komt naar voren dat men liever meerdere keren een training volgt van een dag(deel) dan dat men een training volgt dat een weekend of meerdere aaneengesloten dagen omvat. Die wens sluit aan op de meer modulaire inrichting van Scouting Academy. Het feit dat de wens uitgesproken wordt, is waarschijnlijk terug te voeren op het gegeven dat Scouting Academy nog niet in alle regio s volledig is geïmplementeerd. Maar het kan ook betekenen dat, ondanks dat de basis van Scouting Academy dus goed is, het nog schort aan het feitelijke aanbieden van een modulair aanbod door de regio. Ook is door respondenten aangegeven dat men liever een meer praktijkgerichte training volgt met een minder theoretisch gehalte. Het liefst ziet men best practices als voorbeeld gebruikt worden. Wij willen de regio s dan ook dringend aanbevelen om, waar nodig, het aanbod vanuit Scouting Academy aan de hierboven genoemde wensen tegemoet te laten komen in het feitelijke aanbod. Als dat praktisch niet mogelijk is, willen we de regio oproepen tot het onderzoeken van de mogelijkheid om Scouting Academy meer interregionaal aan te bieden, door samenwerking op dat vlak met buur-regio s. Daarnaast moeten de trainingen zeker ook persoonsgericht worden uitgevoerd en niet volledig vanuit de theorie. Ook op dit punt willen wij aanbevelen om daar aandacht aan te schenken. Aanbeveling R4 Regio s willen wij aanbevelen om nadrukkelijk te onderzoeken hoe gekomen kan worden tot een evenredige verdeling van de ondersteuning, zowel gekeken naar aantal groepen als naar de verschillende speltakken. Wellicht ten overvloede merken wij op dat er ook een evenredige ondersteuning dient te worden gegeven op het vlak van specialistische trainingen (bijvoorbeeld de specifieke waterwerktrainingen). Ter aanvullende toelichting. Uit de enquête blijkt dat met name roverscouts regio-ondersteuning ontberen. Terwijl juist roverscouts in potentie de volgende generatie bestuurders zijn, als leidinggeven bijvoorbeeld geen optie is. Daarnaast kunnen roverscouts mogelijk (meer) betrokken worden bij het opzetten van regioactiviteiten. Roverscouts zullen dat enerzijds vanuit hun binding met de groep en de andere groepsleden willen doen en anderzijds kan dat roverscouts ook weer een uitdaging bieden. 15 oktober 2011, namens de Projectgroep Evaluatie regio s Louis Deen (voorzitter) Agendapunt 1 2. Rapportage regio-evaluatie 23

25 Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni 2011 Inhoudsopgave 1. Verslag Actielijst Besluitenlijst 41 Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

26 1. Verslag 1. Opening en mededelingen De voorzitter Ger Koopmans opent de vergadering van de landelijke raad en heet alle aanwezigen van harte welkom, met in het bijzonder de acht nieuwe raadsleden. Daarbij vraagt de voorzitter blijvende aandacht voor een goede man/vrouw afspiegeling van de vereniging in de landelijke raad. De voorzitter wil daarnaast even stil staan bij Gerard Waarland van regio Delfland, die een tijdje geleden een beroerte heeft gekregen. Er zal namens de landelijke raad een kaart naar Gerard worden gestuurd. Met Willemien Meershoek (directeur LSC) gaat het goed. Ze pakt steeds meer werkzaamheden op. Remco Vogelezang deelt mede terug te treden als lid van de landelijke raad voor de regio Maasdelta, in verband met zijn benoeming als programmamanager Spel. Het plaatsvervangend lid van de regio Maasdelta, René Veldkamp, neemt zijn plaats voor de regio over. De agenda wordt vastgesteld met inachtneming van deze wijzigingen. 2a. Verslag, incl. actie- en besluitenlijst en werklijst landelijke raad 19 juni 2010 Vragen en opmerkingen zijn vooraf schriftelijk gesteld en beantwoord. De tekst van het verslag wordt vastgesteld. Naar aanleiding van de beantwoording van de voorafgestelde vragen over het verslag: Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel: Er zou door de penningmeester een gesprek plaatsvinden met de ScoutShop. Regio Klein Gelderland vindt de prijs van de insignes naar verhouding erg hoog en wil graag een nadere toelichting op de samenstelling van de prijs. Rob Valkenburg licht toe dat de prijsstelling van de insignes deel uitmaakt van een totaalpakket. Indien de prijzen van de insignes verlaagd zouden worden, zouden de prijzen voor de boeken, de Scoutfit of kampen weer moeten stijgen om het totaalplaatje aan het eind van het jaar rond te krijgen. Weliswaar zijn er ook goedkopere insignes op de markt, maar de ScoutShop wil een goede kwaliteit blijven garanderen. Overigens zijn de prijzen voor de nieuwe insignes ongewijzigd en heeft de penningmeester er dit jaar samen met de ScoutShop bewust voor gekozen de verkoopprijs van insignes, ondanks een hogere kostprijs, niet te verhogen. De actielijst en besluitenlijst worden vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag geeft de voorzitter nog even het woord aan de penningmeester om verslag te doen van de ontwikkelingen in Zeewolde inzake de plannen voor een nationaal Scoutingterrein. Rob Valkenburg vermeldt dat het bestuur zeer teleurgesteld is in de gemeenteraad van Zeewolde. Er is een politiek spel gespeeld dat niets met Scouting te maken heeft. De exacte reden van de afwijzing is erg onduidelijk en het bestuur heeft op dit moment geen vertrouwen in de raad van Zeewolde. Maar het goede nieuws is, dat Scouting Nederland door diverse gemeenten en de provincie Flevoland actief benaderd is. Zo is er al een gesprek met de Commissaris van de Koningin van de provincie Flevoland geweest en worden binnenkort de opties besproken om in deze provincie alsnog een nationaal Scoutingterrein te realiseren. We zijn weer terug aan de tekentafel en alle opties zijn open, maar het doel is om na de zomer toch weer een locatie aan te kunnen wijzen. We zijn in ieder geval wel een paar stappen verder dan een aantal jaren geleden, doordat er nu veel meer partijen zijn die ons initiatief steunen, zoals Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

27 Regio Zeeland, Tom Kievit vraagt hoe de landelijke raad betrokken wordt in het proces met het Scoutingterrein? Rob Valkenburg: De landelijke raad wordt hier zoveel mogelijk in betrokken en het bestuur neemt geen onomkeerbare beslissingen zonder overleg met de landelijke raad. Tijdens elke landelijke raad wordt een update gegeven over waar we staan. Mocht de raad bezwaren voorzien, dan graag vroegtijdig aangeven, zodat we niet op het laatste moment vanuit de eigen vereniging voor verrassingen komen te staan. Team Waterwerk, Sjoerd Heeringa: Zoeken we nog steeds een gecombineerd terrein voor zowel land als waterwerk? Rob Valkenburg: Ja dat is niet veranderd. Er wordt naar andere partijen steeds nadrukkelijk aangegeven dat dit voor ons van wezenlijk belang is. Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel: Wij hebben ons over de snelheid van de planvorming richting de gemeente Zeewolde en over hieruit voortvloeiende rapportages en communicatie verbaasd. Met het plan voor een Nationaal Scoutingterrein wordt een grote stap gezet en het is een behoorlijke investering. Gaat dit allemaal lukken met de exploitatie? We willen ervoor waken dat de besluitvorming en informatievoorziening te snel gaat en voorkomen dat de landelijke raad ergens Nee tegen zegt, terwijl het bestuur niet meer terugkan en in een spagaat terechtkomt. Johan wil hier namens de regio Noordoost-Brabant een motie voor indienen. Rob Valkenburg geeft aan dat er meer dan zes jaar geleden een plan van eisen is gemaakt dat met de landelijke raad is besproken. Voor Zeewolde is dit plan in meer detail uitgewerkt om concreet in gesprek te kunnen gaan, maar Rob benadrukt nogmaals dat er geen onomkeerbare beslissingen worden genomen zonder de landelijke raad te raadplegen. Uitgangspunt is dat het nieuwe terrein rendabel is, dat wil zeggen dat het geen geld moet kosten maar opleveren, anders kunnen we het niet doen. Ten aanzien van eerdere berichtgeving in de media over de locatie van het landelijk servicecentrum licht Rob toe dat we het LSC de komende jaren niet gaan verplaatsen. Maar als we in de plannen voor het nieuwe terrein deze optie niet open houden en we ooit uit Leusden weg zouden moeten, dan snijden we onszelf in de vingers. Alle informatie is beschikbaar en voor de volgende landelijke raad kan het programma met eisen meegestuurd worden, zodat de landelijke raad hier nog eens naar kan kijken. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets ziet graag de visie en uitgangspunten voor het exploitatieplan opgenomen in het toe te sturen stuk, waaruit niet alleen blijkt wat het effect van de exploitatie op de financiële positie van de vereniging is, maar nadrukkelijk ook het effect van het exploitatieplan op de financiële positie van groepen. De voorzitter beaamt dat er wel een visie in het stuk moet zitten met betrekking tot het dekkingsplan. Zo betalen we nu tonnen voor tijdelijke voorzieningen tijdens evenementen, die we gewoon kwijt zijn, in tegenstelling tot vaste voorzieningen op een eigen terrein. Rob Valkenburg vult aan dat het niet mogelijk is om een concreet dekkingsplan te presenteren als nog niet duidelijk is om welk terrein het gaat, hoe groot het is, welke voorzieningen getroffen moeten worden e.d. Wel kunnen de randvoorwaarden voor het dekkingsplan gepresenteerd worden. Naar aanleiding hiervan zegt de voorzitter toe, dat er met de agendastukken voor de komende landelijke raad van december 2011, een stuk verstuurd wordt met het programma van eisen en de randvoorwaarden voor het dekkingsplan voor een Nationaal Scoutingterrein, inclusief het financiële effect daarvan voor groepen. Op basis van deze toezegging, en de ondersteuning van dit voorstel door de afgevaardigden van regio Hollands-Midden, het Team Waterwerk, regio Rondom de IJssel en regio Den Haag om dit stuk Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

28 de volgende keer in de landelijke raad goed voorbereid te kunnen bespreken, trekt de afgevaardigde van regio Noordoost Brabant het voornemen voor een motie in. 2b. Voorstel nieuwe procedure voor de stukken van de landelijke raad Regio Delfland, Hermen van Dalen vraagt om documenten die digitaal beschikbaar worden gesteld, niet alleen in pdf maar ook als.docx (Word)document beschikbaar te stellen. De voorzitter geeft aan dat dit even in een een-tweetje met het LSC besproken moet worden of dit kan of niet. Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel ziet het als een plicht van de organisatie om de stukken aan geïnteresseerde leden beschikbaar te stellen en wil graag de service voor de abonnementshouders handhaven. Johan vraagt zich af hoe de abonnementsprijs tot stand is gekomen. Indien de abonnementsprijs niet kostendekkend is, zou deze eventueel aangepast kunnen worden. De voorzitter geeft aan dat deze prijs ooit in het verleden is vastgesteld. Jacqueline Vredenbregt licht toe dat de stukken nu al voor iedereen gratis zijn te downloaden van de ledensite en aan elkaar per zijn door te sturen. De voorzitter zegt toe de prijsstelling nog eens te bespreken en te kijken wat we hiermee kunnen doen. Het voorstel voor het versturen van de stukken en het daarvoor aanpassen van de procedure zoals voorgesteld, wordt met 39 stemmen voor en 3 stemmen tegen aangenomen. 3. Voortgangsrapportage speerpunten meerjarenbeleid Bas Mulder geeft een korte toelichting op de voortgangsrapportage, die elk half jaar op de drie programma's Spel, Groepsontwikkeling en Scouting Academy gegeven wordt. In deze rapportage ook een inleidend stuk over de landelijke organisatie, waarmee uitvoering gegeven wordt aan het meerjarenbeleid. In de landelijke organisatie is voor elk speerpunt uit het meerjarenbeleid een programmagroep geformeerd, die samen met het projectenbureau en de directie van het LSC deel uitmaken van het landelijk managementteam. Het landelijk managementteam is gezamenlijk verantwoordelijk voor de implementatie van het meerjarenbeleid en waarborgt de samenhang en onderlinge afstemming hiervan. De drie programmagroepen Spel, Groepsontwikkeling en Scouting Academy, worden elk aangestuurd door een duo van programmamanager en plaatsvervangend programmamanager. Ter introductie stellen de programmamanagers (PM) zich tijdens de landelijke raad voor: - Rob Storm PM Groepsontwikkeling, Marijke Hodes plv. PM Groepsontwikkeling - Remco Vogelezang PM Spel, Rachel v.d. Ruyt plv. PM Spel - Marcel Zwart PM Scouting Academy, Martijn Nas plv. PM Scouting Academy De programmanagers geven elk een korte toelichting op de voortgangsrapportage. Hierna geeft de voorzitter de landelijke raad gelegenheid aanvullende vragen te stellen over de voortgangsrapportage voor zover niet vooraf gesteld en beantwoord. Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel: waarom is de bijeenkomst van crisisgroepen niet doorgegaan? Jacqueline Vredenbregt geeft aan dat hoewel het programma Groepsontwikkeling pas in september start, er een poging is gedaan om voortijdig al iets te organiseren voor de crisisgroepen. Doordat één van de keynote sprekers uiteindelijk verhinderd was, is besloten de bijeenkomst te verzetten naar 26 Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

29 november, waarvoor inmiddels alle crisisgroepen een uitnodiging hebben gekregen. Ook de regio's zijn hierover geïnformeerd. Regio Drenthe, Hans Kuipers: De vraag over het verschil in minimumleeftijd in het Huishoudelijk Reglement en de kwalificatieprofielen van Scouting Academy is naar tevredenheid beantwoord, en we zouden dan ook graag zien dat dit antwoord wordt gecommuniceerd naar kaderleden. Het zou namelijk jammer zijn als kaderleden van 17 jaar denken dat ze nog niet kunnen deelnemen aan Scouting Academy. Nic van Holstein: Dit wordt met de programmagroep Scouting Academy opgenomen. Regio Den Haag, Edy Bruinooge: Er is aangegeven dat het spelmateriaal ongeveer eind 2011 klaar is, maar in de presentatie van de programmamanager Spel kwam naar voren dat er niet zo'n prioriteit ligt in het ontwikkelen van de boeken. Is er een versnelling mogelijk? Zo nee, hoe worden groepen ondersteund die in de tussentijd wel naar het nieuwe spel willen overgaan? Marjolein Sluijters: De belofte voor de geplande spelboeken maken we zeker waar, maar daarna worden er voorlopig geen nieuwe boeken zoals pionierboek of buitenlevenboek ontwikkeld. Groepen kunnen er zelf voor kiezen om met een speltak naar het nieuwe spel over te stappen voordat de boeken voor de betreffende speltak er zijn. Vanuit de landelijke organisatie biedt het spelteam spelspecialisten hierbij ondersteuning en kunnen groepen bij dit team met spelinhoudelijke vragen terecht. Daarnaast zijn er voor alle leeftijdsgroepen overgangstools in ontwikkeling om groepen te ondersteunen in de overstap naar het nieuwe spel en de spelvisie. Ook staan er voor elke leeftijdsgroep speltips in de magazines op de website, gebaseerd op het nieuwe spel en de spelvisie. Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel: Het bestuur kiest ervoor om een pas op de plaats te maken met de Roverscoutgids. Is het niet verstandig de spelvisie voor de roverscouts in te voeren door bijvoorbeeld een soort blad te sturen, zodat ze in ieder geval weten wat proloog, epiloog en partenza inhouden? Regio Rondom de IJssel, Wim Willems sluit zich hierbij aan. Marjolein Sluijters: We hebben gemerkt dat het concept roverscouts nog onvoldoende leeft, hetgeen onder andere is gebleken bij de pogingen om activiteiten voor roverscouts op te zetten. Daarom willen we eerst goed nadenken over hoe het concept roverscouts geïmplementeerd moet worden en in welke vorm. Dit betekent zeker geen afstel en het kan een katern zijn of een brochure en/of een digitaal hulpmiddel, maar gezien de huidige ervaringen willen we dit eerst met de doelgroep nader bekijken. Regio Delfland, Hermen van Dalen wil graag opmerken dat zijn regio onder de indruk is over hoogwaardige kwaliteit van de voortgang. Regio Rondom de IJssel, Wim Willems In welke tijdspanne wordt er wat voor de roverscouts ontwikkeld? Marjolein Sluijters: Er is een logische volgorde in de ontwikkeling van de spelboeken: het Beverkompas is klaar, het Welpenkompas is naar de drukker. Daarna werken we eerst aan het Scoutskompas, dan de Explorergids en vervolgens zijn de roverscouts aan de beurt. In januari 2012 gaan we bezig met de nieuwe vorm voor roverscouts, maar dat wil niet zeggen dat we niet al eerder beginnen na te denken over de vorm en implementatie. Regio Groningen, Sietze Vliem: Ten aanzien van de roverscouts vroeg ik mij af of er nog onderzoek wordt verricht waarom de spelvisie niet aanslaat? Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

30 Marjolein Sluijters: Het is niet zozeer dat de spelvisie voor roverscouts niet aanslaat, als wel het concept roverscouts. Er zijn nog veel roverscouts die zich niet als roverscouts herkennen en er zijn nog veel stammen die er aan moeten wennen dat ze roverscouts zijn, dat er leeftijdsgrenzen zijn en dat we een spelvisie hebben. Daar moet nog veel in gebeuren voordat we met een boek of iets dergelijks komen. Regio Scouting Eindhoven, Jan Smits: Gezien de tijdslijn van de boeken, staat het nu vast dat er iets voor de roverscouts komt? Marjolein Sluijters: Er gaat in ieder geval iets komen voor de roverscouts, maar we willen graag iets produceren waar ze zelf behoefte aan hebben en waar ze zichzelf in herkennen. Dat willen we eerst onderzoeken, dus we kunnen nu nog niet concreet zeggen wanneer we welk product hebben. Maar er komt in ieder geval iets waarin het gedachtengoed en de spelvisie voor die leeftijdsgroep vaststaat. Rob Valkenburg licht aanvullend toe dat het voor de vereniging niet haalbaar is om voor een boek te ontwikkelen waarvoor geen belangstelling is. Dus het is belangrijk te onderzoeken waar wel belangstelling voor en behoefte aan is. Niet alleen voor de financiële haalbaarheid, maar je wilt als vereniging ook graag dat de roverscouts zich in hun spel herkennen en er mee aan de slag gaan. De voorzitter beaamt dat het absoluut niet de bedoeling is dat de ontwikkeling van het hulpmiddel voor roverscouts stil komt te staan. Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel: Het lijkt alsof we van het concept van de proloog, epiloog en partenza afgaan en het moet wel een kans krijgen voordat het wordt afgeschoten. Het is dus belangrijk om de informatie tijdig en op de juiste manier naar buiten te brengen. Marjolein Sluijters: Het is beslist niet de bedoeling de spelvisie en het concept roverscouts om te turnen, dat gaat gewoon door, maar er gaat niet bij voorbaat een boek van 130 pagina's komen. Er zal iets gekozen worden dat past bij de doelgroep, maar daarbij moet er ook nog een aantal stappen gezet worden voordat de roverscouts zichzelf herkennen in de spelvisie en concept van de roverscouts. De voortgangsrapportage speerpunten meerjarenbeleid wordt vastgesteld. 4. Voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling Jacqueline Vredenbregt geeft aan dat het voorstel van de evaluatiecommissie direct voortkomt uit het besluit van de raad over groepsontwikkeling in december Zij vraagt of landelijke raadsleden die belangstelling hebben deel te nemen aan de evaluatiecommissie, zich tijdens de pauze willen melden bij haar of Bas Mulder. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets vraagt of de evaluatiegroep ook nadrukkelijk wil kijken naar de kostenontwikkeling van het programma Groepsontwikkeling, aangezien dit een belangrijk element van de besluitvorming was. Regio Essnlaand, Peter Leferink sluit zich bij deze vraag aan. Bas Mulder: Ja, dat wordt ook in de evaluatie meegenomen. Het gaat uiteindelijk om doelmatigheid en het financiële aspect is daar een belangrijk onderdeel van. Regio Neder-Veluwe, Anne Jan Telgen: Wanneer worden de concrete doelstellingen bekend? Bas Mulder: De doelstellingen zijn grotendeels verwoord in het voorstel waarover in de afgelopen landelijke raad van december 2010 een besluit is genomen. Daarnaast is het idee om op korte termijn met de evaluatiecommissie bij elkaar te komen om te praten over de te evalueren doelstellingen. Daarnaast staat in de voortgangsrapportage al vermeld dat we van plan zijn in september een nulmeting te houden onder al onze leden, die we ook kunnen gebruiken bij de evaluatie van het Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

31 project Groepsontwikkeling. Ten slotte komen de doelstellingen ook weer terug in de jaarplannen voor 2012 die we de volgende landelijke raad met elkaar zullen bespreken. Aarnoud Neefs: is het verplicht om als lid van de evaluatiecommissie Groepsontwikkeling gedurende de hele periode lid te zijn van de landelijke raad? Bas Mulder: Dat hoeft niet. Wanneer een lid van de evaluatiecommissie vertrekt als lid van de landelijke raad, dan eindigt ook het lidmaatschap van de evaluatiecommissie en zoeken we weer een nieuw lid voor de evaluatiecommissie om het aantal van drie te behouden. Het voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling wordt per acclamatie aangenomen. 5. Rapportage activiteitenplannen landelijke organisatie 2010 Regio Drenthe, Hans Kuipers: Wij kunnen ons vinden in de beantwoording op de vraag over de benoeming van de adjunct directeur, maar hebben het gevoel dat we er steeds achteraan moeten vragen als dingen anders lopen dan toegezegd. Kunnen we afspreken dat er duidelijk en tijdig wordt gecommuniceerd welke stappen op dit gebied worden gezet? Rob Valkenburg: Er is reeds in januari, een week na de formele besluitvorming in het bestuur, een algemene kennisgeving naar de hele vereniging gedaan. En we kunnen toezeggen dit ook in de toekomst zo tijdig mogelijk te doen. Regio Zeeland, Tom Kievit: Wij zijn benieuwd wat met de evaluaties van projecten zoals de NJ wordt gedaan. We hebben hier geen inzicht in. Hanneke Klerks: Er gebeuren veel dingen met de leerpunten uit de evaluaties van projecten. De projecten krijgen vooraf een duidelijke opdracht, tijdens de uitvoering van een project worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd en na afloop worden de resultaten uitvoerig besproken en geëvalueerd met betrokkenen uit het projectteam, het projectenbureau of het LSC en het bestuur. Leer- en verbeterpunten worden vervolgens verwerkt in de nieuwe plannen of vervolgopdrachten. Ook wordt de handleiding landelijke ledenactiviteiten aangevuld met de nieuwe inzichten. Regio De Meierij, Manuel Groot Zevert: Ten aanzien van de donateursactie wordt voorgesteld vanaf 2011 niet meer een deel van de opbrengst aan de groepen uit te keren. We vinden dat dit niet zomaar kan zonder de donateurs hiervan in kennis te stellen en hen eventueel de gelegenheid te geven als donateur te stoppen. Rob Valkenburg: Het voorstel is om dat alleen met nieuwe donateurs zo te doen. Bij de bespreking van de financiën bij agendapunt 10 wordt hier nog op teruggekomen. De voortgangsrapportage activiteitenplannen landelijke organisatie 2010 wordt vastgesteld. 6. Evaluatie VOG en meningsvorming over mogelijkheden voor het invoeren van een gedragscode Regio Delfland, Hermen van Dalen: Hoe gaan we om met een explorer of roverscout die tevens leiding is en een relatie heeft met een leeftijdsgenoot die jeugdlid is? In het voorliggende voorstel is daar geen ruimte voor. Lars Wieringa geeft aan dat dit een prima punt is om mee te nemen in de meningsvormende discussie. Regio Rondom de IJssel, Wim Willems: Zijn de toetsingscriteria vanuit de Tweede Kamer al bekend? Lars Wieringa: Er wordt voor het zomerreces nog geen besluit genomen. We gaan dus v.a. september weer bekijken wanneer het weer aan de orde komt. Daarbij komen punten aan de orde als het op een Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

32 eenvoudiger en mogelijk via digitale weg aanvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), de eventueel hieruit voortvloeiende kostenbesparing en of er op een VOG komt te staan waar die voor is aangevraagd. Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel: Complimenten voor de evaluatie van de VOG, het is een helder stuk. Er is nog wel een hele lange weg te gaan met mensen die nog geen VOG hebben aangevraagd. Johan doet hierbij een oproep aan de landelijke raad dit aan de achterban terug te koppelen, zodat we in de vereniging een veilige situatie kunnen creëren voor onze kinderen. Lars Wieringa sluit zich van harte bij deze oproep aan. De voorzitter schorst de vergadering voor het meningsvormend gedeelte. Lars Wieringa doet na de pauze een kort mondeling verslag van de uitkomsten van het meningsvormend deel. Over het algemeen staat men positief tegenover het invoeren van een gedragscode. Er is daarbij wel een aantal vragen en aandachtspunten dat steeds naar voren komt, zoals: Kiezen we voor een vaste landelijke tekst of reiken we de groepen kaders aan waarbinnen ze zelf nog kunnen kiezen of dingen kunnen aanpassen? Draagvlak en een goede verankering zijn belangrijke voorwaarden, het moet geen eenmalig iets zijn. Het is belangrijk dat het binnen de groepen gaat leven, dat er discussies ontstaan in groepen over de achtergronden en waarom we het doen. Met name de preventieve werking is bij een instrument als een gedragscode erg belangrijk. Er zijn suggesties gedaan over hulpmiddelen, een handreiking of een spelvorm waarin je de thema's binnen de gedragscode aan de orde kunt stellen. Men vraagt zich nog af of je alleen moet denken aan een gedragscode op het gebied van relaties of ook aan andere zaken zoals fraude of drankgebruik. De voorzitter geeft aan dat deze uitkomsten door het bestuur worden meegenomen, dat aan de slag gaat met een voorstel voor de komende landelijke raad op 10 december Voordrachten Mieke van Elk stelt zich voor als kandidaat vice-voorzitter. Regio Scouting Eindhoven, Jan Smits: Ga je alle taken van Hanneke Klerks overnemen? Mieke van Elk: Waarschijnlijk voor een deel wel, maar ik zal in eerste instantie mijn eigen weg moeten vinden en taken worden door het bestuur in onderling overleg verdeeld. De voorzitter noemt de andere voordrachten op: Anne-Jan Telgen als lid van de financiële commissie. Jacob van Ee als lid van de financiële commissie. Wilma Steehouwer als lid van de geschillencommissie. Regio Delfland, Hermen van Dalen: Is het mogelijk om een uur voorafgaande aan de landelijke raad even kennis te maken met kandidaten voor bestuur en commissies, zodat de leden van de landelijke raad een beter beeld kunnen krijgen over wie ze stemmen en aan wie ze bepaalde verantwoordelijkheden toevertrouwen? De voorzitter neemt dit voorstel met een kleine wijziging over, namelijk dat de kennismaking tijdens de lunch plaatsvindt, zodat mensen niet nog een uur eerder aanwezig hoeven te zijn. De stemming over de voorgedragen kandidaten vindt plaats. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

33 Regio Rivierenland, Wouter de Jonge: Er is eerder gesteld dat kandidaten waarover de landelijke raad moet stemmen aanwezig zijn. In dit geval is de kandidaat voor de geschillencommissie niet aanwezig. De voorzitter geeft aan dat dit de vorige landelijke raad uitdrukkelijk is gesteld voor bestuursleden, en zo mogelijk voor andere commissies waarvoor dat nuttig is. De aanwezigheid van kandidaten voor de geschillencommissie is nog niet eerder noodzakelijk gevonden. De voorzitter deelt mee dat tijdens de pauze vier mensen zich voor de evaluatiecommissie Groepsontwikkeling hebben aangemeld. Dit zijn: Rob Aerts, afgevaardigde regio Maasven. Louis Deen, afgevaardigde Regio Oude Graafland. Jeroen van der Weijde, afgevaardigde regio Rond de Biesbosch. Hermen van Dalen, afgevaardigde regio Delfland. De voorzitter vermeldt dat er nog één persoon is die kandidatuur voor de evaluatiecommissie in overweging heeft. Mocht deze persoon besluiten zich alsnog kandidaat te stellen, dan komt dat de volgende landelijke raad aan de orde. De raad stelt de evaluatiecommissie in en benoemt bovenstaande vier mensen als lid. 8. Regio's informeren regio's John van der Ploeg vertelt hoe de implementatie van Scouting Academy in de regio Het Gooi op eigen wijze is opgepakt. Als handvatten geeft hij mee, dat je er vooral actief mee aan de slag moet gaan, vooral naar mogelijkheden moet kijken om de uitgangspunten van Scouting Academy op de eigen situatie van de regio af te stemmen, helder voor ogen blijft houden dat het vooral gaat om de ontwikkeling van vrijwilligers en vooral trots moet zijn op wat je daarin bereikt. Een belangrijke succesfactor in deze regio was, dat de regiotrainers vooraf de keuze is voorgelegd of zij zich intensief willen inzetten voor de implementatie van Scouting Academy in de regio of dat zij liever als gasttrainer actief willen blijven. Hierdoor is er een sterk kernteam van acht personen overgebleven dat zeer goede resultaten heeft geboekt. 9. Voortgang omzetten groepsvereniging Regio Noordoost Brabant, Johan Kessel: Wat is er in de afgelopen twee jaar gebeurd? Hoe lang blijven we aan gang met groepen die moedwillig niet aan de slag willen met de omzetting naar groepsvereniging? Lars Wieringa: We hebben met elkaar gekozen voor de geleidelijke weg. Dat betekent dat we niet gelijk overgaan tot maatregelen, maar stap voor stap in gesprek komen en blijven met groepen. Het kost veel tijd om al de groepen die nog niet om zijn te bereiken en met hen aan de slag te gaan. In het jubileumjaar is daarbij een deel van de beschikbare capaciteit ingezet voor allerlei andere belangrijke zaken in het jubileumjaar, waardoor de voortgang niet zo snel gaat als gedacht en gehoopt. We zullen die inzet wel blijven leveren om verder te komen, maar we willen de regio's hier graag bij betrekken. Wij zullen ook actief de regio's benaderen van groepen die zeggen dat ze echt niet willen omschakelen, dat zijn er op dit moment zeventien. Regio Den Haag, Edy Bruinooge: De cijfers laten zien dat er veel groepen zijn die nog geen vereniging zijn, in regio Den Haag is dat de helft. Er zijn sommige groepen die wel willen meewerken, maar lopen nu tegen de hoge kosten aan, omdat het omzetten niet meer gratis is. Om groepen te stimuleren alsnog snel over te gaan, willen we hierbij voorstellen deze groepen hier gratis toe in staat te stellen. Rob Valkenburg: Enkele jaren geleden hebben we voor een aantrekkelijke prijs een deal kunnen maken, waardoor alle groepen binnen een gestelde termijn gratis over konden gaan. Deze termijn is Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

34 verstreken en het budget hiervoor is op. Daarnaast vraagt het ook nog een extra inspanning aan uren van beroepskrachten en vrijwilligers voor de groepen die nog niet om zijn. Lars Wieringa voegt toe dat er groepen zijn die vorig jaar pas zijn omgegaan en ook geen gebruik meer hebben kunnen maken van de gratis regeling en daartoe ook de hogere kosten hebben geaccepteerd. Regio Den Haag, Edy Bruinooge: Dat is helder, maar omdat we toch ook graag een hoofdpijndossier willen wegwerken, zou ik toch graag zien dat er een voorstel komt om de welwillende groepen in de kosten tegemoet te komen. Regio Drenthe, Hans Kuipers: Zou er bij het plan van aanpak voor de volgende landelijke raad, een helder tijdspad toegevoegd kunnen worden? De voorzitter geeft aan dat gratis overstappen niet meer kan, dit is ook eerder in de landelijke raad afgesproken. Maar indien een regio alle groepen in een keer aanmeldt, dan gaan we ervoor zorgen dat de kosten lager zijn. Dit moet dan wel voor 31 december 2011 gebeuren, anders is dit niet meer onderhandelbaar met de notaris. De voorzitter roept de landelijke raad op om hier vanuit de regio's gezamenlijk commitment op te hebben. Het is nodig de handen ineen te slaan om dit te bereiken. Regio Rivierenland, Wouter de Jonge wil toch nog wel graag weten wat de rest van de raad ervan vindt om de groepen die nog steeds niet over zijn te belonen met een lagere kostprijs in vergelijking met groepen die eerder zijn overgegaan. De voorzitter geeft aan dat er geen sprake is van beloning. Wanneer de groepen gebundeld per regio aangeleverd worden, wordt er gekeken of er over de kosten met de notaris onderhandeld kan worden. Die mogelijkheid willen we natuurlijk niet laten lopen. Regio Neder Veluwe, Anne Jan Telgen: Wat wordt met bundelen bedoeld. Landelijk gebundeld per regio aangeleverd of per regio gebundeld aangeleverd? De voorzitter: per regio gebundeld. Regio Drenthe, Hans Kuipers: Het huishoudelijk reglement gaat er vanuit dat je als groep nu een vereniging bent. Wat voor consequenties heeft het voor de groepen die hier niet aan voldoen? Lars Wieringa: Je zit met name met het punt van persoonlijke aansprakelijkheid. Als een groep verstandig is, gaan ze zo snel mogelijk om tot een groepsvereniging en laten het er niet op aankomen dat het een keer fout gaat. Regio De Langstraat, Hans van den Burg: We hebben een lijstje gekregen waarin staat dat er in onze regio nog twee groepen geen vereniging zijn. Om welke groepen gaat dat? Rondom De IJssel, Wim Willems: Deze vraag hebben wij ook gesteld. Wij zien nu wel het aantal, maar niet om welke groepen het gaat. Regio Drenthe, Hans Kuipers: Kunnen wij een lijstje met namen van de groepen in onze regio krijgen? De voorzitter zegt toe dat per regio een lijstje naar de regiovoorzitter wordt gestuurd met namen van de groepen in de regio die nog niet zijn omgezet naar een vereniging. Ten slotte geeft de voorzitter aan dat het belangrijk is te beseffen dat we samen de vereniging zijn. Het bestuur of het LSC kan wel als boeman langs de groepen gestuurd worden, maar het is vooral belangrijk om elkaar in de regio aan te spreken. Zoals er bijvoorbeeld ook groepen zijn die een deel van hun ledenbestand niet opgeven. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

35 10. Financiën 2010 en beheer a. Bestuursverslag en jaarrekening 2010 Rob Valkenburg geeft een toelichting op de jaarrekening We hebben gezien dat bij grote evenementen en ledenactiviteiten de 10% calamiteitenvoorziening regelmatig is gebruikt als 10% onvoorzien. Daar is deze post niet voor bedoeld. Dit gaan we de komende tijd aanscherpen, omdat de begroting van Scouting Nederland naar de toekomst weinig ruimte biedt. We blijven op de kosten letten, zo ook bij het kiezen van de vergaderlocatie van de landelijke raad waarvoor we een goede overeenkomst hebben kunnen sluiten. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets bedankt het bestuur voor de stukken en vraagt zich af of het bestuur een trend ziet in de ontwikkeling van het aantal leden naar aanleiding van de fantastische jubileumactiviteiten die we vorig jaar gedaan hebben, wat heeft dit opgeleverd? Rob Valkenburg geeft aan dat er wel groei zit in de landelijke vrijwilligers, maar nog geen groei in de jeugdleden. Daar is nog veel te doen, waarvoor we met elkaar aan de slag gaan met het programma Groepsontwikkeling. Groepen die het goed doen blijven groeien en als we die trend bij meer groepen weten te krijgen is het tij te keren. De voorzitter vult aan, dat het feestjaar en de jubileumactiviteiten onder andere hebben opgeleverd dat het gevoel van trots is toegenomen in de vereniging. Dat merk je duidelijk in het land bij de groepen die zelf ook al hun jubilea vieren. Dit gevoel van trots is het fundament waarop we verder kunnen bouwen. Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel wil nog even terugkomen op het gegeven antwoord over de kostprijs van de insignes. Hij had gevraagd om een duidelijk overzicht van kosten en baten, een duidelijk overzicht waarom insignes zo duur moeten zijn. Regio Scouting Zeeland, Tom Kievit vult aan dat wanneer we leden willen stimuleren meer insignes en badges gaan halen, daar dan hangen ook kosten mee samenhangen. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets ondersteunt de vraag van Bas. De insignes raken het hart van Scouting meer dan de boeken. Erg vervelend dat ze zo duur zijn. Als je als groep of regio zelf een insigne wilt laten maken, is het wel t aller stomste om dat via de ScoutShop te doen, omdat dat veel duurder is. Rob Valkenburg geeft aan dat de marges op de insignes al minder zijn geworden, de kostprijs is gestegen, maar de verkoopprijs is gelijk gebleven. Het kan altijd goedkoper, maar je moet wel naar de prijs-kwaliteit mix kijken. Als iets Scoutproof is, dan garanderen wij ook kwaliteit. De voorzitter vult aan dat het misschien best iets goedkoper kan, zeker als er in een ver land kinderarbeid aan te pas komt, maar dat wij met elkaar gekozen hebben voor fairtrade en dat heeft ook gevolgen voor de kostprijs. Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel stelt voor om de financiële commissie eens naar de samenhang van kosten en prijs voor de insignes te kijken en met een advies te komen. Rob Valkenburg geeft aan dit een goed voorstel te vinden en er in de volgende bijeenkomst van de financiële commissie nader op in te gaan. Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel benadrukt nogmaals dat het de ambitie van onze vereniging is dat 80% van onze jeugdleden aan de slag gaat met de nieuwe spelvisie en dat daarbij het aantal aan te schaffen nieuwe insignes omhoog gaat. Hij verzoekt nog eenmaal om een overzicht van de productiekosten, incl. de kosten voor fairtrade erbij. De voorzitter vertelt dat de ScoutShop van ons de opdracht krijgt geld te verdienen en zich daarbij aan een aantal wensen en eisen vanuit de vereniging moet houden, zoals de samenstelling van het assortiment en fairtrade. We gaan hier niet in de landelijke raad al die producten op een rijtje zetten en Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

36 er per product een uitspraak over doen. Je moet als landelijke raad niet de prijssteller van de ScoutShop willen zijn. Laat, zoals hiervoor toegezegd, de financiële commissie die door de landelijke raad zelf is ingesteld hier nog eens naar kijken, met medeneming van het wensen- en eisenpakket zoals dat aan de ScoutShop is meegegeven. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets verzoekt de financiële commissie daarbij dan ook te kijken naar het kostenplaatje van insignes die niet tot het standaardpakket behoren, maar die groepen en regio's zelf willen laten maken. Team Waterwerk, Sjoerd Heeringa: Laat de MBL's zoals ze zijn, dan hoef je ze niet opnieuw te ontwerpen en uit te geven. Rob Valkenburg: De MBL's zijn al ontwikkeld, dus daar zit geen kostenbesparing meer in, en als we als vereniging besluiten dingen te vernieuwen, dan willen we hier natuurlijk ook graag het waterwerk in meenemen. Rob Valkenburg doet mondeling verslag van de evaluatie van de donateursactie. De donateursactie heeft niet de opbrengst gebracht waar we in het verleden op gehoopt hadden. Ook de investering in tijd en kosten is naar verhouding hoog, omdat het aantal donateurs beperkt is gebleven. Dit komt o.a. doordat niet alle groepen aan de actie mee willen doen of de donateursbrief met een negatief advies aan de ouders meegeven. Als de actie blijft zoals die is, dan is het niet rendabel om de groepen in de opbrengst mee te laten delen. Daarom opnieuw de vraag aan de landelijke raad te overwegen of het mogelijk is al onze leden aan te schrijven. In dat geval is de verwachting dat de opbrengst een stuk positiever is en kan er wel 25% van de opbrengst aan de groepen uitgekeerd worden. Regio Delfland, Hermen van Dalen: Er is in de regio veel weerstand tegen de donateursactie. Het gevoel is dat er, ook met het SNF, een pot met geld is waar geen zicht op is en dat er dan ook nog wordt gevraagd om donaties. Kan dit niet meer inzichtelijk gemaakt worden, zodat er meer draagvlak ontstaat voor de donateursactie, bijvoorbeeld via een brief met de magazines. Rob Valkenburg: We kunnen afgesproken niet meer zomaar iedereen te benaderen, maar de groep de keus te laten en met een brief met de magazines gaat dat niet. Het heeft ook geen zin om een brief naar de groep te sturen waarvan de groep de ouders adviseert die brief maar weg te gooien. Om de donateursactie door te kunnen zetten, moet de actie wel kostendekkend zijn en het liefst wat opleveren. Op dit moment kost de actie geld. Scouting Regio Helmond, Erik Verschuuren merkt naar aanleiding van de suggestie om een brief met de magazines mee te sturen op, dat het misschien wel een goed idee is om er een onderdeel van een artikel van te maken. De voorzitter: Prima idee, dan kunnen we ook duidelijk vertellen hoe we het geld besteden. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets wil naar aanleiding van de donateursactie een meer fundamentele vraag stellen. In welke mate hebben groepen het gevoel dat ze tot een landelijke vereniging behoren. Zolang groepen vooral naar zichzelf kijken, is het heel moeilijk om landelijk met een donateursbrief te komen. Misschien moeten we daaraan werken en meer verenigingsgevoel onder onze leden organiseren, dan alleen in enge zin de vraag hoe we meer centen kunnen krijgen. Regio De Langstraat, Hans van den Burg: Er hebben 225 groepen gefundeerd bezwaar gemaakt tegen de donateursactie. Heeft het bestuur ook gekeken naar de gronden van de bezwaren? Rob Valkenburg: We hebben wel gekeken of een groep bezwaar aangetekend heeft en wat de gronden daarbij waren, maar we hebben deze gronden niet afgewogen. Als een groep bezwaar aantekende is dat altijd toegekend en is er niets naar die groep gestuurd. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

37 Drie Rivieren Utrecht, Cathalijne Visser-Veldhuizen vraagt of het de bedoeling is dat we nu stemmen over de donateursactie? Zij heeft niet het idee dat er nu een evaluatie met een duidelijk voorstel ligt. Rob Valkenburg: Er is al eerder besloten dit jaar met de actie door te gaan. In de volgende landelijke raad doet het bestuur op basis van de evaluatie en met medeneming van gemaakte opmerkingen, een voorstel voor de toekomst. Regio Delfland, Hermen van Dalen: Benadruk naar aanleiding van het aantal gestelde vragen, dat de leden van de landelijke raad wel vertegenwoordigers zijn van hun regio, maar niet alle vragen hoeven te stellen die in de regio worden gesteld. De voorzitter voegt hier de correctie aan toe, dat leden van de landelijke raad formeel geen vertegenwoordiger van de regio zijn. Als lid van de landelijke raad ben je lid van het hoogste besluitvormend orgaan van de vereniging, afgevaardigd door de regio. Niettemin is het natuurlijk prima om signalen vanuit de regio door te geven. Het bestuursverslag en de jaarrekening 2010 worden per acclamatie goedgekeurd, waarmee het landelijk bestuur decharge wordt verleend. b. Jaarrekening SNF 2010 en bijbehorende toelichting Rob Valkenburg meldt dat het weerstandsvermogen van het Scouting Nederland Fonds weer op orde is. Er is een ton extra uit het fonds gehaald om tekorten van het project 2010 te dekken, conform eerdere afspraken in de landelijke raad. c. Advies van financiële commissie Geen opmerkingen. 11. Lidmaatschap ISGF Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel wil nogmaals ter verduidelijking vragen of er geen belemmeringen zijn voor plusscouts om, naast hun lidmaatschap van Scouting Nederland, op individuele basis lid te worden van het ISGF (via de Central Branch). Nic van Holstein: Dat klopt, dit sluit elkaar inderdaad niet uit. Het voorstel om als Scouting Nederland het lidmaatschap van de ISGF op te zeggen, wordt in stemming gebracht en met 37 stemmen voor, 2 tegen en 3 onthoudingen aangenomen. 12. Benoemingen a.d.h.v. getelde stemmen Mieke van Elk wordt met 39 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 1 blanco stem, gekozen en benoemd in de functie van vice-voorzitter van het landelijk bestuur. Anne Jan wordt met 42 stemmen voor, unaniem gekozen en benoemd als lid van de financiële commissie. Jacob van Ee wordt met 42 stemmen voor, unaniem gekozen en benoemd als lid van de financiële commissie. Wilma Steehouwer wordt met 40 stemmen voor, 1 stem tegen en 1 ongeldige stem, gekozen en benoemd als lid van de geschillencommissie. De voorzitter deelt mee dat hij na de landelijke raad van 10 december 2011 zal stoppen als voorzitter. Voor de invulling van deze functie zal aan de hand van een op te stellen functieprofiel, een open sollicitatieprocedure plaatsvinden voor een vrouwelijke of mannelijke kandidaat. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

38 De voorzitter geeft aan dat het bestuur in de komende periode gaat werken aan het opstellen van een profiel voor deze functie en daarover met de leden van de landelijke raad zal communiceren. De voorzitter neemt namens de landelijke raad afscheid van de zittende vice-voorzitter Hanneke Klerks, die na negen jaren stopt als lid van het landelijk bestuur. De voorzitter neemt daarnaast ook nog afscheid van drie leden van de landelijke raad, Johan van Kessel (afgevaardigde regio Noordoost Brabant), Ed Traast (afgevaardigde regio Zuidoost Brabant) en Lauris Beets (afgevaardigde regio Hollands-Midden). 13. Rondvraag Regio Delfland, Hermen van Dalen geeft aan deze locatie erg plezierig te vinden, zeker als die prijstechnisch concurrerend is met voorgaande locaties. De voorzitter vult aan dat de geluidsversterking nog wel verbetering behoeft. Regio Rivierenland, Wouter de Jonge geeft aan dat er deze keer weer veel regiovragen waren en moedigt de leden van de landelijke raad aan zich vooraf te beraden of alle vragen wel echt nodig zijn. Zo kunnen financiële vragen vooraf ook gesteld worden aan de financiële commissie die daarvoor vanuit de landelijke raad is aangesteld. Regio Rivierenland, Wouter de Jonge: Er zijn nu twee leden in de trainingscommissie voor nieuwe landelijke raadsleden. Voor de continuïteit zou het fijn zijn als er nog iemand bij kwam. Er zijn vandaag maar liefst acht (nieuwe) leden die de training hebben gevolgd. Klein Gelderland, Bas Oudewortel: Een tijdje geleden is tijdens de landelijke raad een brainstorm gehouden om inspraak te verbeteren en jeugd meer bij de beleidsvorming te betrekken. Er zijn toen suggesties geopperd voor een inspraaksessie à la landelijke jeugdraad. Is het bestuur nog van plan hier iets mee te doen. De voorzitter dankt Bas voor zijn herinnering. Dit is inderdaad blijven liggen na het vertrek van het bestuurslid dat hiertoe initiatief heeft genomen. Het bestuur zal dit opnieuw oppakken. Regio Zuidoost Brabant, Ed Traast wil het landelijk bestuur bedanken voor de steun en aanwezigheid in verband met het overlijden van twee explorers in Valkenswaard. Regio Hollands-Midden, Lauris Beets wil graag van de gelegenheid gebruik maken zijn opvolger te introduceren: Luc Rader. Regio Noord-Holland Midden, Meta Kroon wil de landelijke raad hierbij graag informeren over de wijze waarop binnen de regio afscheid is genomen van haar voorgangers Charles van Ikelen en Martins Mons. Team Waterwerk, Sjoerd Heeringa herinnert de raad eraan dat er nog iets getekend zou worden voor een afwezig en ziek raadslid. Regio Scouting Zeeland, Tom Kievit: Is het mogelijk voor de volgende raad aan te geven hoe we de implementatie voor de roverscouts denken vormen te geven. Het gaat daarbij niet om de uiteindelijke hulpmiddelen, maar wel om de implementatie van het roverscoutspel. Marjolein Sluijters: Dat is een moeilijke vraag, omdat we nu nog niet precies weten waar de doelgroep behoefte aan heeft. Dat willen we eerst samen met de roverscouts uitzoeken en dan kan pas een plan de campagne met een implementatietraject gemaakt worden. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

39 Regio Scouting Zeeland, Tom Kievit: Is dit dan niet eerder met de roverscouts uitgezocht? Marjolein Sluijters: Tijdens de ontwikkeling van de spelvisie met een doorlopende leerlijn tussen alle leeftijdsgroepen, hadden we in ons hoofd dat er ook voor alle leeftijdsgroepen een soortgelijk hulpmiddel, een boek, zou komen. De roverscouts riepen toen al dat zij zich afvroegen of dat wel een goed idee was, of deze doelgroep wel een boek zou lezen. Nu de roverscouts in het ontwikkeltraject binnenkort aan de beurt zijn, heeft voortschrijdend inzicht ons geleerd dat we misschien nog meer en beter naar de roverscouts hadden moeten luisteren. Daarom staan de boeken nu nog even in de koelkast. Dat wil niet zeggen dat er helemaal niet naar de roverscouts is geluisterd, want de uitgangspunten van het roverscoutspel, met proloog, epiloog en partenza, zijn voor en door de roverscouts ontwikkeld en blijven overeind staan. Maar de volgende slag, het bepalen en ontwikkelen van wat de meest geschikte hulpmiddelen zijn, die moeten we nog maken, samen met de roverscouts. Daarom kan er nu geen toezegging gedaan worden over het presenteren van een implementatieplan tijdens de volgende landelijke raad. Remco Vogelezang (Programmamanager Spel) vult aan dat we er mee aan de slag gaan en in de landelijke raad van december vertellen wat we gedaan hebben. Dat weten we nu dus nog niet, maar dan wel. Regio Delfland, Hermen van Dalen vraagt waar roverscouts die een bijdrage zouden willen leveren aan een klankbordgroep zich kunnen melden. De voorzitter geeft aan dat dit kan bij de Programmamanager Spel (via het landelijk servicecentrum). Regio Noordoost Brabant, Johan van Kessel wil van de gelegenheid gebruik maken om de landelijke raad en het landelijk bestuur te bedanken voor de samenwerking. De voorzitter sluit de vergadering. De volgende landelijke raad vindt plaats op zaterdag 10 december 2011 te Amersfoort. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

40 2. Actielijst Acties n.a.v. LR N.a.v. verslag: ontwikkelingen nieuw verenigingsterrein 1. Met de stukken voor de landelijke raad van 10 december 2011, wordt ter informatie een stuk meegestuurd met het programma van eisen en de randvoorwaarden voor het dekkingsplan voor een Nationaal Scoutingterrein, inclusief het financiële effect daarvan voor groepen. 2. Bekijken of het verslag naast.pdf ook als wordfile verstuurd kan worden naar leden van de landelijke raad. Nieuwe procedure stukken landelijke raad 3. De prijsstelling van de abonnementen op de stukken van de landelijke raad in het bestuur bespreken en bekijken op wat de mogelijkheden hiervoor zijn. Voortgangsrapportage speerpunten meerjarenbeleid Het antwoord over de (ongewijzigde) minimum leeftijdsgrenzen voor leidinggevenden via Scouting Academy communiceren naar kaderleden. Voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling 5. De evaluatiegroep voor Groepsontwikkeling krijgt de opdracht mee om ook nadrukkelijk te kijken naar de kostenontwikkeling van het programma Groepsontwikkeling. Rapportage activiteitenplannen landelijke organisatie Net als voorheen, wordt in de toekomst zo snel als mogelijk de invulling van de directiefuncties van het LSC gecommuniceerd naar de vereniging. Evaluatie VOG en meningsvorming over mogelijkheden voor het invoeren van een gedragscode 7. De uitkomsten van het meningsvormend deel over de gedragscode worden meegenomen bij het opstellen van het voorstel hierover voor de landelijke raad van 10 december Voordrachten 8. In de agenda van de komende landelijke raden opnemen dat raadsleden tijdens de pauze gelegenheid hebben om kennis te maken met de voorgedragen kandidaten voor het landelijke bestuur en commissies. 9. Indien het raadslid dat de kandidatuur voor de evaluatiecommissie nog in overweging heeft of besluit zich alsnog kandidaat te stellen, dan komt dat tijdens de volgende landelijke raad van 10 december 2011 aan de orde. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

41 Vervolg acties n.a.v. LR Voortgang omzetten groepsvereniging 10. Indien een regio de groepen die nog niet zijn omgegaan naar een groepsvereniging, in één keer gebundeld kan aanleveren voor omzetting, dan wordt ervoor gezorgd dat de kosten lager zijn. 11. Per regio wordt een lijstje met namen van groepen die nog niet zijn omgezet naar een groepsvereniging naar de regiovoorzitter gestuurd. Financiën 2010 en beheer 12. De financiële commissie gaat kijken naar de samenhang van kosten en prijsstelling van de insignes en komt op basis hiervan met een advies voor de landelijke raad van 10 december Daarbij het verzoek om ook te kijken naar insignes die niet tot het standaardpakket behoren, maar regio's en groepen zelf willen laten maken. 13. Een artikel in de magazines plaatsen over de donateursactie en hoe we het geld besteden. Benoemingen 14. Het bestuur stelt een profiel op voor de per december vacante functie voor voorzitter en start hiervoor een open sollicitatieprocedure. Rondvraag 15. Voor de volgende landelijke raad wordt gezorgd voor een betere, meer verstaanbare, geluidsversterking. 16. Het bestuur pakt het thema inspraak van (jongere) leden op. 17. Roverscouts die een bijdrage willen leveren aan een klankbordgroep kunnen zich via het landelijk servicecentrum melden bij de programmagroep Spel. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

42 3. Besluitenlijst Genomen besluiten LR Procedure stukken landelijke raad 1. Het voorstel voor het versturen van de stukken en het daarvoor aanpassen van de procedure zoals voorgesteld is met 39 stemmen voor en 1 stem tegen aangenomen. Voortgangsrapportage speerpunten meerjarenbeleid De voortgangsrapportage speerpunten meerjarenbeleid wordt vastgesteld. Evaluatiecommissie Groepsontwikkeling 3. Het voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling wordt per acclamatie aangenomen. Voortgangsrapportage activiteitenplannen landelijke organisatie De voortgangsrapportage activiteitenplannen landelijke organisatie 2010 wordt vastgesteld. Financiën 2010 en beheer 5. Het bestuursverslag en jaarrekening 2010 worden per acclamatie goedgekeurd, waarmee het landelijk bestuur decharge wordt verleend. Lidmaatschap ISGF 6. Het voorstel om als Scouting Nederland het lidmaatschap van de ISGF op te zeggen wordt met 37 stemmen voor, 2 tegen en 3 onthoudingen aangenomen. Benoemingen 7. Mieke van Elk wordt met 39 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 1 blanco stem, gekozen en benoemd in de functie van vice-voorzitter van het landelijk bestuur. 8. Anne Jan wordt met 42 stemmen voor, unaniem gekozen en benoemd als lid van de financiële commissie. 9. Jacob van Ee wordt met 42 stemmen voor, unaniem gekozen en benoemd als lid van de financiële commissie. 10. Wilma Steehouwer wordt met 40 stemmen voor, 1 stem tegen en 1 ongeldige stem, gekozen en benoemd als lid van de geschillencommissie. 11. De raad stelt de evaluatiecommissie Groepsontwikkeling in en benoemt Rob Aerts, Louis Deen, Jeroen van der Weide en Hermen van Dalen als lid. Agendapunt 3 Verslag landelijke raad 18 juni

43 Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland Voor u ligt een notitie omtrent de verwerving en exploitatie van een Nationaal Scoutinglandgoed in Zeewolde. Het programma van eisen is in 2006 goedgekeurd door de landelijke raad. Aan de landelijke raad wordt nu gevraagd: in te stemmen met de inrichtingseisen zoals genoemd in de notitie. Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 42

44 Inrichtingseisen Nationaal Scoutinglandgoed 1. Inleiding Als sinds de jaren 80 leeft binnen Scouting Nederland de wens voor een eigen evenementterrein. Om verschillende redenen is er tot nu toe nog geen uitvoering aan gegeven. Wel is na de Wereld Jamboree binnen het Scouting Nederland Fonds een voorziening gerealiseerd voor een dergelijk initiatief. De laatste jaren wordt de wens en noodzaak voor een eigen terrein steeds pregnanter. Scouting maakt voor haar evenementen nu gebruik van tijdelijke terreinen van derden die niet in alle gevallen ingericht en bestemd zijn voor onze evenementen. Door de steeds strengere regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur en milieu wordt het lastiger locaties te vinden. Het aanvragen van vergunningen vraagt steeds meer tijd en kennis. Veel voorzieningen worden tijdelijk aangelegd en dit legt grote druk op de begroting van evenementen, nog los van alle energie die vrijwilligers moeten steken in het kampeerklaar maken van het terrein. Het transport van materiaal vanuit het centrale magazijn in Lelystad is een logistieke tijdrovende en dure operatie. Daarnaast is de huur van tijdelijke locaties een fors bedrag. Uitgangspunt bij de zoektocht, is een centraal gelegen terrein dat geschikt is voor land- en wateractiviteiten, (semi-)permanent ingericht is als terrein voor grootschalige activiteiten en voor een deel jaarrond bruikbaar is als groepskampeerterrein. Ook moet het terrein ruimte bieden aan landelijke voorzieningen zoals het magazijn en een verblijfsaccommodatie. Een programma van eisen is hiervoor in 2006 opgesteld (bijlage 1). In 2006 zegde de toenmalig minister van LNV toe, zich in te willen spannen om dit te realiseren. Vervolgens is door het Ministerie van LNV (thans Ministerie van ELI), Dienst Landelijk Gebied en Staatsbosbeheer, samen met Scouting Nederland gezocht naar mogelijke locaties voor een dergelijk permanent terrein. Uiteindelijk bleek dat de gemeente Zeewolde in de Flevopolder de beste mogelijkheden bood. De afgelopen tijd heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met Staatsbosbeheer, de gemeente Zeewolde en de Provincie Flevoland. Na een negatief raadsbesluit in juni 2011 over een mogelijke locatie, is uiteindelijk binnen de gemeente een alternatief gevonden dat voldoet aan de eisen van Scouting Nederland en de wensen van de raad. De raad van Zeewolde heeft eind september ingestemd met een verzoek om het realiseren van een terrein op deze locatie planologisch mogelijk te maken. Het betreft een gebied tussen het Erkemederstrand en de Gelderse Slenk langs het Nulderpad, ten zuiden van de plaats Zeewolde en gelegen aan het Nuldernauw. 2. Inrichting Het Nationale Scoutinglandgoed bestaat uit twee hoofdelementen: Een evenemententerrein, met permanente aansluitpunten voor nutsvoorzieningen, een magazijn voor materiaal en voorzieningen om tijdelijk schepen af te kunnen meren. Een permanent groepskampeerterrein met beheergebouw, verblijfsaccommodatie/ trainingscentrum en een voorziening voor het permanent aanleggen van schepen. Tijdens grootschalige evenementen staat het gehele terrein ten dienste van het evenement. Op andere momenten worden delen van het terrein gebruikt. 2.1 Evenemententerrein Het Nationale Scoutinglandgoed wordt ingericht om groot- en kleinschalige (Scouting) evenementen mogelijk te maken. Het zal bestaan uit open velden in het bos en langs het water, die afhankelijk van het evenement als activiteitenveld of subkamp gebruikt kunnen worden. Sommige delen van het Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 43

45 terrein zullen vaker en intensiever gebruikt worden dan andere. De onderstaande inrichting en voorzieningen zijn noodzakelijk voor het gebruik van dit terrein. Activiteitenvelden en subkampen Een groot deel van het terrein heeft een semi-permanente inrichting. De nutsvoorzieningen (water, elektra, data, riolering) zijn in de grond aanwezig en op de diverse velden komen aansluitpunten. Tijdens evenementen kunnen hier tijdelijk sanitaire units op geplaatst worden. Permanente units zijn, gezien het beperkte gebruik, duur in aanschaf en onderhoud. Het totale gebied heeft binnen en buitendijks een effectieve gebruiksoppervlakte van ca. 30 ha. Deze oppervlakte is voldoende voor het organiseren van een evenement met deelnemers. Materiaalopslag Het magazijn van TOES wordt verplaatst naar Zeewolde. Het buitenterrein zal deels verhard zijn, gebruikt kunnen worden als parkeerplaats en tijdens evenementen een functie kunnen hebben als logistiek centrum. Het geheel zal landschappelijk ingepast worden. Tijdelijke aanmeermogelijkheden Tijdens grootschalige waterevenementen is het noodzakelijk aanmeermogelijkheden te hebben voor 600 vletten en 50 wachtschepen. Daarin kan worden voorzien door het (permanent) plaatsen van dukdalven waaraan tijdens evenementen tijdelijk drijvende steigers of pontons geplaatst kunnen worden. De definitieve oplossing wordt in een later stadium uitgewerkt. 2.2 Scoutingkampeerterrein, beheergebouw en verblijfsaccommodatie Om het terrein optimaal te kunnen gebruiken, wordt op een deel van het evenemententerrein een Scoutingkampeerterrein ingericht. Dit groepskampeerterrein kan bij grootschalige evenementen ingezet worden als activiteitenterrein of subkamp. Het groepskampeerterrein heeft permanente voorzieningen. Scoutingkampeerterrein Het Scoutingkampeerterrein heeft een vergelijkbaar gebruik als andere groepskampeerterreinen van Scouting, waarbij medegebruik door aan Scouting Nederland gelieerde groepen mogelijk is. Naast groepskamperen tijdens winter, weekend- en zomerkampen, kan het terrein ook gebruikt worden voor regioactiviteiten (bijvoorbeeld RSW) of landelijke ledenactiviteiten (bijvoorbeeld Scoutiviteit, de LSW of LSZW). Het terrein zal bestaan uit diverse kampeer- en activiteitenvelden in het bos of langs het water en kent een permanente inrichting. Er wordt uitgegaan van een terrein met ruimte voor personen per nacht (10-15 groepen) en een totale oppervlakte van ±10 ha. De sanitaire voorzieningen (douches en toiletten) zijn centraal gelegen in het beheergebouw, waarbij eventueel enkele losse toiletunits geplaatst worden. In Nederland is behoefte aan meer mogelijkheden voor kamperen. Diverse Scouting Labelterreinen hebben met name in het hoogseizoen niet voldoende ruimte om aan de vraag te voldoen. Het nieuwe groepskampeerterrein zal hierdoor geen concurrentie vormen voor bestaande terreinen. Beheergebouw Voor het beheer van het Scoutingkampeerterrein is het noodzakelijk om, vergelijkbaar met andere kampeerterreinen, een aantal voorzieningen te realiseren. Het gaat hierbij om een beheergebouw met de volgende kenmerken: Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 44

46 Opslagmogelijkheden voor beheermateriaal en materiaal voor groepen (pionierhout, karren, stooktonnen, vlotten). Ontvangstruimte met receptie, een beperkte ScoutShop en eventueel een activiteitenruimte voor slecht weeractiviteiten of vergaderingen. Sanitaire voorzieningen voor de gasten (douche en toilet). Kampstafonderkomen voor vrijwilligers die het beheer en toezicht uitvoeren. Er wordt duurzaam en CO 2 -neutraal gebouwd en het gebouw past in het landschap en bij het outdoor karakter van Scouting. Het gebouw kan tijdens evenementen ingezet worden als zorgpost, administratief centrum of zenuwcentrum voor communicatie. Om middelgrote evenementen, die meerdere keren per jaar zullen plaatsvinden, zonder inhuur van sanitaire voorzieningen te kunnen huisvesten, is het wenselijk dat de sanitaire voorziening op het kampeerterrein beschikt over voldoende toiletten (30) en douches (10) voor gebruik door 1000 personen. Verblijfsaccommodatie Op het Nationale Scoutinglandgoed is een verblijfsaccommodatie wenselijk. Dit gebouw kan multifunctioneel ingezet worden als bivakgebouw (o.a. voor bever- en welpenkampen) en trainingslocatie, ook te gebruiken voor het geven van trainingen aan derden. Tijdens grootschalige evenementen wordt het ingezet als zorgpost, administratief centrum of zenuwcentrum voor communicatie. Het gebouw is toegankelijk voor scouts met een beperking. Er wordt duurzaam en CO 2 -neutraal gebouwd en het gebouw past in het landschap en bij het outdoor karakter van Scouting. De verblijfsaccommodatie ligt bij voorkeur op of in de directe nabijheid van het groepskampeerterrein en nabij het water. Haven/aanmeermogelijkheid Aan de kust wordt een permanente aanmeermogelijkheid gecreëerd waarvan gebruik gemaakt kan worden door gasten van het groepskampeerterrein en eventuele passanten. 3. Financiën Een goede inschatting maken van de met de realisatie van een Nationaal Scoutinglandgoed gemoeide kosten is mede afhankelijk van de gekozen inrichtingsvariant. In onderstaand overzicht is aangegeven waarmee rekening gehouden dient te worden en in welke richting de dekking van kosten gezocht moet worden. Het definitieve inrichtingsplan wordt opgesteld na het positieve besluit van de landelijke raad in december. Op basis hiervan is een nauwkeuriger inschatting te maken van de met de inrichting gemoeide kosten. 3.1 Realisatie Kosten Voor het Nationale Scoutinglandgoed moeten diverse procedures worden doorlopen en voorzieningen gerealiseerd. Uitgangspunt van het Ministerie van ELI, Staatsbosbeheer en de gemeente Zeewolde is dat Scouting Nederland, als initiatiefnemer, alle kosten die gemoeid zijn met de realisatie van het terrein voor haar rekening neemt. Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 45

47 Procedurekosten Voor het Nationale Scoutinglandgoed moet het bestemmingsplan worden herzien. Daarnaast moet een Milieu Effectrapportage en een natuurtoets opgesteld worden. Kosten worden geraamd op Dit betreft naast de begeleidings- en onderzoekskosten ook de procedurekosten die de gemeente doorbelast. Het ministerie van ELI heeft voor ondersteuning bij het realisatieproces capaciteit van de Dienst Landelijk Gebied beschikbaar gesteld. Zij zal een bijdrage leveren aan het zoeken naar subsidiemogelijkheden, het opstellen van een gedragen ruimtelijk inrichtingsplan en een plan voor de noodzakelijke natuurcompensatie. Compensatie Ecologische hoofdstructuur en Boscompensatie Het Nationale Scoutinglandgoed is gelegen binnen de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Uitgangspunt is dat ontwikkelingen die de natuurdoelstelling in de weg staan binnen de EHS niet mogelijk zijn. Compensatie is waarschijnlijk alleen noodzakelijk voor de oppervlakte van de te realiseren bebouwing en verharding. Bij kap van bos voor het realiseren van kampeervelden is het noodzakelijk om, in het kader van de Boswet, elders te herplanten. Deze boscompensatie komt voor rekening van de initiatiefnemers. Velden en paden op het terrein In het bos zullen open velden van 1,5-2 ha gemaakt worden. Daarnaast worden interne wegen aangelegd. Voor de ontsluiting zal het nodig zijn toegangen tot het terrein vanaf de openbare weg aan te leggen. De kosten voor aanleg van velden en van wegen zijn ieder geraamd op Nutsvoorzieningen De velden worden voorzien van een aansluitpunt voor water, riolering, data en elektra, waarop tijdelijke voorzieningen aangesloten kunnen worden. Het hoofdnet van de nutsvoorzieningen ligt in de directe nabijheid van het terrein en ook buitendijks zijn hoofdleidingen aanwezig. Kosten voor aanleg van nutsvoorzieningen zijn geraamd op Bebouwing Op het terrein wordt een opslagloods voor materialen gerealiseerd. Nieuwbouw van een opslagloods en buitenruimte worden geschat op Op het groepskampeerterrein komen een beheergebouw en verblijfsaccommodatie. Kosten voor beiden gezamenlijk zijn geraamd op Permanente en tijdelijke aanmeermogelijkheden Langs de kust worden voorzieningen gerealiseerd om tijdelijk vletten en wachtschepen aan te kunnen meren en wordt een permanente haven voor 40 vletten gemaakt. Kosten voor het realiseren van de vaste aanmeermogelijkheid zijn geraamd op Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 46

48 Totaal kosten realisatie (ramingen) Procedurekosten Mede afhankelijk van mogelijke inspraakreacties EHS compensatie PM Noodzakelijk voor bebouwd oppervlakte Boscompensatie PM Noodzakelijk voor aanleg velden Paden Velden Nutsvoorzieningen Leidingen met aansluitpunten Magazijn Aanmeermogelijkheden Beheergebouw en verblijfsaccommodatie Incl. sanitair 1000 bezoekers, opslag en energievoorziening Aanmeermogelijkheden Totaal Dekking Het Scouting Nederland Fonds heeft een voorziening voor de realisatie van het Nationale Scoutinglandgoed ter grootte van Dit bedrag wordt ingezet als voorfinanciering. Bijdrage vanuit overheden voor de aanleg van voorzieningen, compensatie en procedurekosten. Ledenacties. Verkoop van het huidige magazijn in Lelystad. Subsidies, zoals Leadersubsidies en subsidies ontwikkeling platteland. Bijdragen voor fondsen. Betrekken van marktpartijen. Bijdrage van landelijke evenementen voor de afschrijving van de aanleg van (semi-)permanente voorzieningen. Totale dekking kosten voor realisatie Verkoop magazijn Lelystad Te gebruiken voor herbouw in Zeewolde Subsidies en fondsen Overheidssubsidie, fondsen Bijdrage vanuit evenementen Bijdrage afschrijvingen vanuit groepskampeerterrein Bijdrage ledenactie Bijdrage landelijke overheid Bijdrage gemeente Zeewolde Totaal jaar bijdrage vanuit evenementen (bezuiniging op inhuur nuts en transport), naast huur, jaarlijks te indexeren Afschrijving bebouwing groepskampeerterrein, te betalen vanuit exploitatie groepskampeerterrein/verblijfsaccommodatie Compensatie EHS en bos Ondersteuning procedurekosten, wegen, nutsvoorzieningen, toeristenbelasting Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 47

49 3.2 Exploitatie Kosten Het Nationale Scoutinglandgoed zal zeer divers gebruikt worden. Ten aanzien van de exploitatie wordt aangesloten bij de financiële uitgangspunten die van toepassing zijn voor de verenigingskampeerterreinen. Uitgangspunt hierbij is dat het beheer budgetneutraal plaats moet vinden. Dit impliceert dat gebruik door Scouting en niet Scoutingonderdelen alleen mogelijk is door het betalen van huur door een evenement of een overnachtingprijs per persoon. In de exploitatie wordt rekening gehouden met afschrijvingen, reservering voor investeringen en voorzieningen voor onderhoud. Alle kosten die door en voor het terrein gemaakt worden, komen ten laste van het terrein. Opbrengsten (uit overnachtingen, houtverkoop, verhuur van materialen, subsidies, etc.) komen ten goede van het terrein. Een vaste post wordt ingenomen door de erfpachtcanon. Afhankelijk van de oppervlakte die bebouwing en intensief gebruik kent, ligt de prijs tussen de en per jaar. Andere vaste kosten bestaan uit de vastrechtkosten voor de nutsvoorzieningen, afschrijvingskosten voor de investeringen en de onderhoudskosten voor het terrein (bos- en terreinonderhoud, schoonmaak). Daarnaast is een deel van de kosten variabel en afhankelijk van het gebruik, zoals waterverbruik, toeristenbelasting of elektra. Opbrengsten Dekking van kosten voor het beheer van het terrein kan als volgt gevonden worden: Overnachtingen groepskampeerterrein Op het groepskampeerterrein wordt gebruik gemaakt van een gedifferentieerd tarief, waarbij de prijs voor niet scouts hoger ligt dan voor scouts. Daarnaast gelden verschillende prijzen voor gebruik van het kampeerterrein en de binnenaccommodatie. Het voorzieningenniveau zal aansluiten bij andere grote groepskampeerterreinen zoals Gilwell Ada s Hoeve, Buitenzorg en St. Walrick. De overnachtingprijs zal van vergelijkbare orde zijn. Het groepskampeerterrein zal tussen de en overnachtingen per jaar krijgen. Het groepskampeerterrein kan hiermee jaarlijks aan afschrijvingskosten opbrengen, naar aanleiding van ervaringen op andere verenigingskampeerterreinen van vergelijkbare grootte. Gebruik evenemententerrein Middelgrote en grote evenementen zullen gebruik maken van een deel van of het totale evenemententerrein (incl. groepskampeerterrein). In het laatste geval betekent dit verminderde inkomsten uit het groepskampeerterrein. De grote landelijke ledenactiviteiten betaalden de afgelopen jaren de volgende huurbedragen tussen de en voor gebruik van terreinen van derden. Overige inkomsten Er zijn diverse overige inkomstenbronnen mogelijk voor het beheer van het terrein: Subsidies (o.a. voor natuurbeheer). Organiseren van activiteiten, trainingen en evenementen voor of in samenwerking met derden. Beschikbaar stellen van aanmeervoorzieningen voor derden. Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 48

50 4. Planning procedure Voordat een Nationaal Scoutinglandgoed een feit is, moeten nog diverse procedures doorlopen worden. De volgende stappen in het proces zijn: 1. Nader uitwerken inrichtingsplan door Scouting in overleg met SBB. 2. Informeren en besluitvorming landelijke raad Scouting Nederland. 3. Aanbesteding voor bestemmingsplan, MER, en bijbehorende onderzoeken; op basis daarvan overeenkomst plankosten en planschade. 4. Opstellen startnotitie MER (+ inspraak). 5. Uitvoering onderzoeken/concept-mer/voorontwerp-bestemmingsplan. 6. Inspraak MER/voorontwerp bestemmingsplan en vooroverleg met o.a. provincie en waterschap. 7. Erfpachtovereenkomst met Staatsbosbeheer. 8. Formele procedure bestemmingsplan. Planning Stap 1 : oktober/december 2011 Stap 2 : december 2011 Stap 3 : december/januari 2012 Stap 4 : januari/mei 2012 Stap 5 : mei/september 2012 Stap 6 : oktober 2012/maart 2013 Stap 7 en 8 : april/september 2013 Naast het planologische traject worden er (raam)afspraken gemaakt over de te organiseren evenementen. Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 49

51 Bijlage: Pakket van eisen Nationaal Scoutinglandgoed Bij het zoeken naar ruimte voor het organiseren van evenementen door jeugd- en vrijwilligersorganisaties en om te kamperen in groepen zijn de volgende uitgangspunten van belang: Terrein in eigendom, met permanente voorzieningen. Mogelijkheden voor het organiseren van evenementen, het kamperen en het oprichten van bebouwing (vergunningen, bestemmingsplan). (a) Gebruiksvorm Evenemententerrein voor jeugd en vrijwilligersorganisaties. Groepskampeerterrein en trainingscentrum w.o. zeilschool. Landelijk kantoor/depot. (b) Inrichtingseisen Permanent groepskampeerterrein en trainingscentrum met ruimte voor 500 personen om te kamperen (10 ha) en eenvoudige groepsaccommodatie(s). Permanent evenemententerrein met vaste voorzieningen (riolering, waterleiding) met ruimte voor 5000 personen, bestaande uit diverse velden om te kamperen en activiteiten te ondernemen, gescheiden door bossages. Aanwezigheid van arena. Mogelijkheid het evenemententerrein uit te breiden tot personen d.m.v. tijdelijke voorzieningen. Totale oppervlakte evenemententerrein (permanent en uitbreiding) 35 ha. Voorzien van beplanting, padenstructuur, velden, sanitair. Ligging aan het water geschikt voor watersport en met mogelijkheid voor het afmeren van lelievletten (zeilboten). Mogelijkheid voor het afmeren van wachtschepen (diepgang 3 m). Mogelijkheid tot het oprichten van bebouwing (materiaalopslag, botenloods, steigers, onderhoudswerkplaats, vergadermogelijkheden, kantoor, beheerderswoning). (c) Gebruiksintensiteit Weekenden, zomervakantie en korte vakanties: intensief gebruik groepskampeerterrein. Afhankelijk van samenwerkingspartners ook gebruik door de week. Enkele weekenden en weken per jaar gebruik van evenemententerrein. (d) Locatie Centraal in het land. Aangesloten op het recreatietoervaartnet. (e) Samenwerking Voor het realiseren van het centrum kan worden samengewerkt met: jeugd- en jongeren organisaties: Jong Nederland (12000 jeugdleden en 2300 vrijwilligers), YMCA, Jeugdwerk Leger des Heils, Jeugdwerk PKN, jeugdnatuurorganisaties (Wildzoekers, Kids for animals). (buiten)sportorganisaties zoals Nederlandse Kanobond, Koninklijke Nederlandse Bergsport Verenging. natuurbeheer en -educatieorganisaties: IVN, Landschapsbeheer, Veldwerk Nederland. kampeerorganisaties: Stichting Natuurkampeerterreinen (140 erkende Natuurkampeerterreinen), NTKC ( leden, 22 kampeerterreinen). ideële en commerciële jeugdvakantiekampen en activiteiten. Agendapunt 4 Notitie landgoed Scouting Nederland 50

52 Agendapunt 6 Voordrachten en stemming De procedure voor de vacature van voorzitter en bestuurslid van het landelijk bestuur loopt nog op het moment van verzending van deze agenda. Het bestuur hoopt voordrachten te kunnen doen en zal het profiel van de kandidaten in de nazending meenemen. Agendapunt 6 Voordrachten en stemming 51

53 Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s meerjarenbeleid Inhoudsopgave 1. Inleiding Voortgangsrapportage programma Groepsontwikkeling Voortgangsrapportage programma Spel Voortgangsrapportage programma Scouting Academy 61 Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 52

54 1. Inleiding In de landelijke raad van december 2010 is het meerjarenbeleidsplan en het activiteitenplan 2011 vastgesteld. In deze rapportage wordt over de algemene voortgang op de drie speerpunten uit het meerjarenbeleid gerapporteerd: de groep centraal, het spel centraal en de vrijwilliger centraal. Voorafgaand aan de vergadering van juni 2012 ontvangt de landelijke raad een volledige eindrapportage op het activiteitenplan 2011, inclusief de werkzaamheden vanuit de rest van de landelijke organisatie (Projectenbureau en LSC). Deze rapportage geeft dan ook een overzicht van de voortgang van de diverse werkzaamheden rond de programma's Groepsontwikkeling, Spel en Scouting Academy. De komende vier jaar staan immers in het teken van het implementeren van de nieuw ontwikkelde producten op het gebied van Spel en Scouting Academy en een directe ondersteuning naar groepen door middel van de methode Groepsontwikkeling. Hiermee wil Scouting een groeiende, continu lerende, relevante en zichtbare en internationale, diverse en verbonden organisatie zijn en blijven. De rapportage bestrijkt de periode vanaf de vorige rapportage (half april 2011) die aangeboden is aan de landelijke raad in juni 2011 tot 1 oktober Zoals in de vorige rapportage reeds is aangegeven, is de landelijk organisatie omgevormd om uitvoering te kunnen geven aan het meerjarenbeleid. Het nieuwe landelijk managementteam (LMT) heeft de afgelopen periode gebruikt om, naast uitvoering geven aan de werkzaamheden in de programmagroepen, te werken aan het opstellen van de programmaopdrachten en de jaarplannen voor Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 53

55 2. Voortgangsrapportage programma Groepsontwikkeling 1. Inleiding programma Groepsontwikkeling. De uitvoering van het programma Groepsontwikkeling is formeel op 1 september gestart. Op 2 en 3 september is de training voor senior- en regiocoaches met succes verlopen. Er zal nog een tweede verkorte training worden gerealiseerd. Het programma Groepsontwikkeling ligt op schema en verloopt voorspoedig. Uit reacties van groepen en regio s op de eerste intake sessies, maar ook tijdens de workshop op Scout-In11 is zeer positief gereageerd op het programma. Groepen onderkennen en onderschrijven daarmee het belang van het programma en er wordt op grote schaal coöperatief samengewerkt. 1.1 Werving coaches In 33 regio s is het gelukt eigen regiocoaches te werven. In 10 regio s wordt gewerkt aan tijdelijke oplossingen in de vorm van inzet regiocoaches uit naastliggende regio s of anderszins. Geconstateerd wordt dat er bij de regiocoaches sprake is van veel personen met een dubbelfunctie. Mogelijk lost zich dit in de toekomst vanzelf op door het aantrekken van nieuwe regiocoaches uit enthousiaste groepsbestuurders. In januari 2012 wordt met de regiocoaches overlegd hoe de samenstelling en verdeling van de groepen na september 2012 eruit gaat zien. Hierin wordt gebruik gemaakt van de ervaring in alle regio s in de eerste fase dit najaar en van aanvullend onderzoek en analyses. 1.2 Oplevering Handboek voor coaches Tijdens de eerste training is het Handboek voor coaches opgeleverd. Hoewel het handboek succesvol gelanceerd is met veel positieve reacties, zal het de komende maanden nog een dynamisch karakter hebben. Zowel aanvullingen als ervaringen vanuit de praktijk zullen het handboek nog verder verrijken. 1.3 Start eerste 50 groepen in 2011 In september 2011 zijn er 44 groepen van start gegaan met de intake van het programma Groepsontwikkeling. 43 regio s nemen actief deel aan het programma, 1 regio heeft besloten dit een jaar uit te stellen. Vanuit 2 regio s is nog niet gereageerd en wordt contact gezocht om te overleggen hoe de samenwerking gestart kan worden. Conform de planning zullen in groepen deelnemen aan het programma. Inmiddels zijn de voorbereidingen gestart om de volgende 50 nieuwe groepen met ingang van januari 2012 te laten starten. 1.4 Light-scan De belangstelling voor de light-scan blijkt een groter succes dan verwacht. Inmiddels hebben meer dan 350 groepen de light-scan gedownload en zijn ook reacties daarop positief. Tegelijk komen er veel vragen over de light-scan. Om de toepassing van de light-scan succesvol te laten blijven, zijn ideeën ontstaan om de ondersteuning van de light-scan naar groepen uit te breiden. Hiervoor worden de komende maanden plannen ontwikkeld. 1.5 Overzicht van organisatorische activiteiten Werving en aanstelling van 40 regiocoaches in 33 regio s. Werving en aanstelling van 6 seniorcoaches, binnen de vastgestelde formatie van 1,5 fte. Introductiebijeenkomst en opleiding op 19 juni en op 2/3 september voor senior- en regiocoaches. Aan deze bijeenkomsten hebben 50, respectievelijk 40 personen deelgenomen. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 54

56 Herhalingsbijeenkomst is in oktober gepland voor die mensen die de laatste bijeenkomst gemist hebben. Realisatie van Handboek voor coaches, waarin methodiek en andere nuttige informatie rond het programma Groepsontwikkeling voor de coaches beschikbaar is. Start LinkedIn-groep voor de coaches. De bijeenkomst voor de groepen met urgentie is verplaatst naar 26 november. Van de genodigde 41 groepen hebben 18 groepen gereageerd en zijn er op dit moment 14 groepen voor aangemeld. Regio s ontvangen informatie over de groepen die zich hebben aangemeld. Evaluatiecommissie van de landelijke raad zou op 26 september een eerste bijeenkomst hebben, maar door teveel afmeldingen is deze naar een later moment verplaatst. 2.1 ICT-hulpmiddelen De volgende activiteiten zijn succesvol opgeleverd: Planningstool voor het maken en volgen van alle afspraken met de groepen en coaches. Dit om overzicht te houden en groepen goed te bedienen. Tool om de informatie uit de vragenlijsten voor kaderleden te vertalen naar een kwaliteitsgrafiek. Dit wordt onderdeel van de Management Informatie van groepen en wordt in een tweede fase verder uitgewerkt zodat groepen de uitkomsten van zichzelf kunnen vergelijken met andere groepen. De omzetting van alle cijfers in grafieken, die door de coaches bij de presentaties gebruikt worden, maar ook onderdeel worden van de Management Informatie. De ontwikkelde hulpmiddelen voor de coaches worden een voor een dit najaar in een werkversie opgeleverd voor groepen. Op basis van commentaar en ervaringen wordt dit doorontwikkeld. In 2012 staat ook een versie specifiek voor regio s in het activiteitenplan. 2.2 Onderzoek Gerealiseerd zijn op dit moment: Rapportage Meisjes in Scouting (naast al eerder genoemde onderzoeken). Onderzoek naar de gevolgen van gemeentelijke bezuinigingen en financiële knelpunten bij groepen (succesfactor Financiën). Succeskenmerken van groeiende Scoutinggroepen, een afstudeeropdracht. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 55

57 Deze onderzoeken zijn te vinden op: Gewerkt wordt aan: De nulmeting van het programma Groepsontwikkeling. Vervolgonderzoek en analyses. Het vervolgonderzoek ligt op planning en wordt in de loop van het najaar opgeleverd. 2.3 Communicatie Gerealiseerd: Via website en Scouting Magazines wordt informatie gegeven over het programma Groepsontwikkeling. Tijdens Scout-In11 zijn drie workshops boven verwachting goed bezocht door belangstellende groepsbestuurders. Er waren 75 deelnemers vooraf ingeschreven en er zijn er meer dan 100 geweest. Hierin viel ook op dat er nog zeker meer aandacht gegeven moet worden aan het bestaan en de beschikbaarheid van groepsontwikkeling. Er is bij andere vrijwilligersorganisaties belangstelling voor het programma Groepsontwikkeling. Tijdens het NOV-congres voor vrijwillige bestuurders werden in oktober twee workshops gegeven. Daarnaast is Scouting Nederland betrokken bij een kwaliteitswerkgroep voor het versterken van kwaliteit tussen landelijke vrijwilligersorganisaties. Met Team communicatie wordt gewerkt aan een communicatieaanpak, deze is nog niet afgerond/opgeleverd. 2.4 Producten voor groepen Gerealiseerd zijn op dit moment: Light-scan: een vereenvoudigde versie van de methodiek Groepsontwikkeling. Hiermee kunnen groepen, die niet primair zijn geselecteerd, zelfstandig starten met een basisaanpak van de methode groepsontwikkeling. De light-scan is inmiddels door ruim 350 groepen gedownload. De regiocoaches ontvangen bericht welke groep in hun regio deze aanvraagt. Het is nog niet duidelijk of en in hoeverre deze groepen ook actief met de light-scan aan het werk zijn. Dit wordt in het voorjaar uitgezocht en meegenomen in de ontwikkeling van plannen voor verdere ondersteuning van de light-scan (zie ook 1.4.). Hierbij zal ook gekeken worden naar een goede aansluiting van de deelname aan de methodiek Groepsontwikkeling door groepen die eerder een light-scan hebben gebruikt. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 56

58 Functieprofielen van groepsbestuurders. Presentatie programma Groepsontwikkeling voor kaderleden en ouders (te downloaden op Door diverse andere landelijke programma s (HRM, Communicatie, LSC, etc.) en hulpmiddelen voor groepsbestuurders. Bijvoorbeeld: Groepswebsite: tips en trucs of Regelingen voor mensen met een laag inkomen. Gewerkt wordt, met Team communicatie, aan een strategisch wervingsplan. Op korte termijn zullen ook een aantal praktische hulpmiddelen voor de werving van jeugd- en kaderleden beschikbaar zijn. 2.5 Financiën Voor 2011 is 1,5 fte voor de inzet van seniorcoaches beschikbaar. Deze capaciteit wordt nog niet helemaal ingezet. Voor de resterende zes groepen is nog een deel extra ruimte nodig, maar de verwachting is dat de personele kosten ruim binnen de begroting voor dit jaar uitpakken. De begrote kosten voor productontwikkeling blijven ook binnen de geplande werkzaamheden voor dit jaar. 2.6 Status afhankelijkheden andere pijlers in de organisatie Naast de inzet van diverse landelijke teams bij de realisatie van producten voor groepen en groepsbestuurders is door het LSC een klantvraagvolgsysteem uitgetest en opgeleverd. De beantwoording van klantvragen kan hierdoor effectief afgehandeld en gevolgd worden. Het secretariaat ondersteunt het programma Groepsontwikkeling onder andere door het bijhouden van de planning en het uitzetten en doorsturen van de vragenlijsten voor de groepen. Tot slot willen we alle regio s en regiocoaches ontzettend hartelijk bedanken voor de coöperatieve en open wijze waarop wordt samengewerkt om het programma Groepsontwikkeling succesvol te laten verlopen. In een half jaar tijd mogen we trots zijn op het bereikte resultaat. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 57

59 3. Voortgangsrapportage programma Spel Inleiding Tijdens de landelijke raad van december 2010 is het meerjarenbeleidsplan vastgesteld inclusief het activiteitenplan Deze rapportage richt zich op de activiteiten die benoemd zijn bij Spelvisie en methode alsook enkele activiteiten die elders benoemd staan en waarvan het logisch is dat deze worden aangestuurd vanuit het programma Spel. Het format van de rapportage is aangepast op de programmaopdracht zoals die in september door het landelijk bestuur is vastgesteld. In de afgelopen periode is inzicht verkregen in de opdracht en doelstellingen die binnen het programma opgepakt moeten worden. Er is gewerkt aan een activiteitenplan en bedacht welke organisatie daar het beste bij past. Sinds de zomer worden vrijwilligers geworven voor enkele projecten en versterking van het team Spelspecialisten. De reacties op de vacatures zijn beperkt. Het organiseren van voldoende menskracht is een groot zorgpunt. In de vorige rapportage werd gemeld dat de wijze van rapporteren nog zou wijzigen als gevolg van de ontwikkeling van het programmaplan. Nu de programmaopdracht en het jaarplan 2012 inclusief de contouren voor 2013 en verder beschikbaar zijn is de verwachting dat een bestendige lijn in planning en rapportage mogelijk is. 1. Organisatie/beheer programma De organisatorische opzet van het programma is sinds het voorjaar gestart. De kaders zijn geformuleerd en er is een beeld van de organisatie op langere termijn. De volgende activiteiten zijn afgerond: Ontwikkeling en vaststelling van de programmaopdracht. Ontwikkeling en prioritering van een activiteitenplan voor 2012 en verder. Werving en aanstelling van een accounthouder voor Spel binnen het team HRM. Beschrijving van het gewenste takenpakket van het team Spelspecialisten in overleg met de betrokkenen. Inventarisatie van de beschikbare specialisaties binnen het team Spelspecialisten. Op basis daarvan zijn afspraken gemaakt over de taakverdeling en is bekend waar aanvullingen nodig en gewenst zijn. Opzet van een team spelkwaliteit t.b.v. de ondersteuning van LLA's om op een goede manier de spelvisie en spelmethode toe te passen bij de activiteiten en de beleving. Het team zet zich in voor zowel het verbeteren van de kwaliteit van de spelinhoud bij de LLA's als voor andere aspecten van de organisatie van LLA's. De projectopdrachten voor het ontwikkelen van het regiospel voor bevers en het regiospel voor welpen in 2012 zijn vastgesteld, waarna de werving voor de projectteams is gestart. 2. Ontwikkeling nieuw materiaal De ontwikkeling van de kompassen en de insignes wordt uitgevoerd conform de projectopdracht vanuit De werkzaamheden van de projectgroep worden eind oktober 2011 afgerond met een overdracht naar de spelspecialisten. De resterende activiteiten (met name ten aanzien van explorers en roverscouts) worden uitgevoerd binnen het programma Spel. Voor de zomer is het Welpenkompas verschenen en tijdens Scout-In11 was het Scoutskompas beschikbaar. We hebben geleerd van de eerdere boeken en hebben de beide kompassen volgens planning kunnen opleveren. Met het opleveren van deze kompassen en de insignes is het basispakket van de nieuwe spelmethode voor de bevers en welpen compleet. Voor de scouts wordt er momenteel nog gewerkt aan de insignes van de specialisatiefase, waarna ook dit basispakket compleet is. De Explorergids is het volgende instrument dat opgeleverd zal worden, naar verwachting in het voorjaar van Voor de roverscouts zal geen gids of kompas verschijnen, maar een format dat beter Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 58

60 aansluit op de doelgroep. De werktitel is vooralsnog Roverscouts voor dummies. De varianten voor de uitwerking worden verder vormgegeven door een aparte projectgroep. 3. Implementatie De implementatie van het nieuwe spelaanbod via de speltips in biedt goede mogelijkheden. Na wordt de activiteitenbank druk bezocht (vaak zo'n unieke hits). Scout-In11 heeft op een creatieve, goede en heldere wijze vormgegeven aan de vijf succesfactoren waarbij Spel letterlijk en figuurlijk centraal stond. Het fysiek zichtbaar maken van de acht activiteitengebieden en de doorlopende leerlijn is een goed concept gebleken. Bij de formulering van de opdrachten van landelijke ledenactiviteiten wordt er tevens voor gezorgd dat er een inhoudelijke opdracht (spelvisie en spelmethode) is om bij te dragen aan de implementatie van het nieuwe spelaanbod. In de Scouts Info van juni en oktober hebben groepen die het nieuwe spelaanbod hebben geïmplementeerd hun ervaringen gedeeld. Ten slotte is er ook afstemming geweest tussen de programmagroepen hoe de implementatie van het nieuwe spelaanbod binnen Scouting Academy en Groepsontwikkeling vormgegeven zal worden. Met deze implementatie activiteiten wordt de huidige beschikbare capaciteit van het programma Spel ten volle benut. Meer en andere specifieke implementatie activiteiten kunnen alleen gerealiseerd worden indien hier aanvullende capaciteit voor beschikbaar is. 4. Regulier spelinhoudelijk ondersteuning (Art. 57 HHR) (onderhoud en gebruik) De spelspecialisten beantwoorden diverse vragen vanuit het land naar wens. Ze verzorgen de Front- Office naar groepen en regio's. Aard en omvang van de vragen kunnen binnenkort geregistreerd worden via het klantvraagvolgsysteem dat recent is opgeleverd. Het opzetten en onderhouden van een activiteitenbank loopt conform de wensen. Vorm en inhoud worden verbeterd. Er is gestart met het invoeren van oude beschikbare activiteiten en we willen de activiteiten van Scout-In11 ook opnemen in de activiteitenbank, net als de activiteiten van diverse voorgaande LLA's vanuit De bijdrage aan het programma van Scout-In11 is goed bevallen. Ook de ontwikkeling van een team (spel)kwaliteit die de organisatie van een landelijke ledenactiviteit bijstaat bij het neerzetten van het programma blijkt een goede zet. Via de kwaliteitsborging van Spel in landelijke ledenactiviteiten laten we zien hoe je het nieuwe spelaanbod kunt gebruiken en op die manier het gebruik en de implementatie kunt bevorderen. De opdrachtformulering voor het maken van de regiospelen van 2012 zijn klaar en de werving voor de projectteams is in de zomer gestart. Ondanks de eerdere start zal het, gezien de reacties op de vacatures, moeilijk zijn om de regiospelen op tijd klaar te hebben. 5. Monitoring van het gebruik van de spelmethode (Onderzoek en evaluatie) Gezien de vertraging van de ontwikkeling van de boeken lijkt het niet opportuun en technisch ook niet uitvoerbaar om nog in 2011 onderzoek te doen naar het gebruik en de bekendheid van het nieuwe spel. Deze activiteit wordt uitgesteld tot na Het onderhouden van contacten (Monitoring van (internationale) ontwikkelingen in de samenleving) De reguliere/bestaande contacten waaronder die met de Natuurwerkdag, NL DOET, Buitenspeeldag, Nationale Jeugdraad zijn voortgezet. Mede met het oog op de problematiek van meisjes en vrouwen binnen Scouting zijn contacten met andere nationale Scoutingorganisaties in Europa aangeknoopt. We werken mee aan de organisatie van de conferentie Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 59

61 'Scoren met spelen' die in het voorjaar van 2012 zal worden gehouden. Gezien het feit dat de prioriteit bij andere activiteiten ligt, worden de contacten op dit moment niet verder uitgebouwd. 7. Aanvullende ontwikkeling spel op basis van gesignaleerde trends Het onderzoek naar de verhouding jongens/meisjes binnen Scouting wijst uit dat er twee uitdagingen zijn waar we mee aan de slag moeten. Allereerst daalt het aandeel meisjes onder jeugdleden. Willen wij een gemengde organisatie blijven, dan zullen we die trend moeten keren. Een eerste stap zal gezet worden door specifiek duidelijk te maken dat binnen de nieuwe spelvisie het nog steeds mogelijk (zelfs gewenst) is om zowel gemengd als apart jongens of meisjes te draaien. Dat er één welpenthema is wil niet zeggen dat iedereen gemengd moet gaan draaien. Meer activiteiten kunnen pas opgepakt worden als de capaciteit daarvoor ontwikkeld is. Dit geldt ook voor de tweede uitdaging die uit het onderzoek naar voren komt: de beperkte doorstroming van vrouwen naar (bepaalde) regionale en landelijke functies. Hiervoor zijn nog geen concrete plannen en er moet nog bekeken worden wanneer en vanuit welk programma dit kan worden opgepakt. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 60

62 4. Voortgangsrapportage programma Scouting Academy 1. Inleiding Op basis van het meerjarenbeleid en het activiteitenplan 2011 heeft de programmagroep Scouting Academy vorm gegeven aan haar ontwikkeling en bezetting om zo de gestelde doelen te kunnen gaan realiseren. Samen met het landelijk bestuur is er een prioriteitenplanning gemaakt om de gestelde doelen realistisch en haalbaar te maken. Prioriteiten die voor het programma zijn gesteld: Organiseren van trainingen voor opleiders, trainers, praktijkcoaches en praktijkbegeleiders. Realiseren van een passend registratiesysteem voor het invoeren van competenties en kwalificaties in Scouts Online. Het ondersteunen van de regio s bij het implementeren en uitvoeren van Scouting Academy op regio- en groepsniveau. Realiseren dat voor kwalificaties opleidingsmaterialen en modulaire opleidingsprogramma s beschikbaar zijn. Realiseren van een eenvoudiger tool ten behoeve van de inschaling in het persoonsgebonden competentiesysteem. 2.1 Organisatorische voorbereiding In het eerste half jaar is Scouting Academy druk bezig geweest de organisatie te vormen die nodig is om te gaan groeien en progressie te maken die gezamenlijk als noodzakelijk wordt gezien. De programmagroep van Scouting Academy is ondertussen uitgegroeid naar een kernteam van elf personen. Hiermee is het kernteam ten opzichte van maart verdubbeld en zijn andere teams beter en duidelijker in kaart gebracht. De uitbreiding van trainers en ondersteuners loopt en daarmee komt het totale team op 72 functies en staan er nog ongeveer 40 vacatures open. In overleg met het LSC heeft de programmagroep een 0,8 fte vrijgemaakt om specifiek te ondersteunen bij de ontwikkeling van modulaire trainingen en bij te dragen in de ontwikkeling van functieprofielen voor de niet-direct leidinggevenden (NDLG). In de programmagroep van Scouting Academy is de functie van vrijwillig programmamanager momenteel vacant. Het is dus noodzaak zo snel mogelijk een nieuwe programmamanager te vinden. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 61

63 2.2 Assessment en kwalificatie Dit jaar zijn er tijdens het LOSA (Landelijk Overleg Scouting Academy) assessments gedaan voor het TO2-niveau. En deze assessments zijn succesvol geweest. De evaluatie van deze assessments en van de TO4-assessments in maart jl. dragen bij aan de ontwikkeling en verbetering van assessments in het algemeen. In het eerste kwartaal van 2012 zou er een eerste versie van een assessmenttool beschikbaar moeten zijn voor direct leidinggevenden (DLG) op groepsniveau. In het laatste kwartaal van 2011 is er weer een assessment voor TO2- en TO3-niveau. 2.3 Landelijke opleidingscapaciteit Om invulling te kunnen geven aan de ontwikkeling binnen Scouting Academy, is een team van landelijke trainers/opleiders benoemd. Deze 21 kandidaten zijn nu nog aspirant opleider en worden in het laatste kwartaal benoemd tot landelijk opleider. Deze benoeming is gekoppeld aan een assessment TO3-niveau. Deze groep aspirant opleiders is momenteel druk bezig een opleiding te creëren waarbij ze zelfstandig als opleider aan de slag gaan. 2.4 Ontwikkeling Alle twaalf de modules voor kwalificaties DLG staan sinds week 40 online en zijn te downloaden voor alle trainers, praktijkcoaches en praktijkbegeleiders. Dit is een versie 0.1 en in het weekend van 10/11 december 2011 wil de programmagroep graag met hulp van de regionale trainingsteams in het land er een versie 1.0 van maken. De wil is er om hier een tweejaarlijks evenement van te maken, zodat alle mooie producten die in het land ontwikkeld worden door de individuele teams landelijk gedeeld kunnen worden. Dit zal ook in samenwerking zijn met Spel, zodat er ook een juiste aansluiting tussen de trainingen en het spel is, zowel in het spel spelen als in de naslagwerken zoals de boeken. 2.5 Informatie en communicatie Om het land beter te informeren over de voorgang van Scouting Academy is binnen de programmagroep het Team Informatie en Communicatie (TIC) opgericht, zodat zij in samenwerking met de afdeling communicatie een en ander kunnen gaan stroomlijnen. TIC heeft zich als doel gesteld om zes keer per jaar een nieuwsbrief te versturen naar praktijkcoaches, praktijkbegeleiders, trainers en opleiders met de nieuwe relevante informatie met betrekking tot Scouting Academy. Andere doelen zijn het ondersteunen van de teams binnen Scouting voorzien van de nodige informatie, artikelen aanleveren voor de Scouting Magazines, het opzetten van een peer -groep om de implementatie van Scouting Academy verder uit te dragen. 2.6 Procedures en registratie Nagenoeg alle procedures om te kunnen kwalificeren en te registreren zijn in week 42 beschreven en liggen bij de afdeling communicatie. Hierna kunnen ze naar de vereniging gecommuniceerd worden. 2.7 Harmonisatie Ondersteuning en Implementatie (HOI) Voor de implementatie is een team opgezet om bij regio s de ondersteuning te kunnen bieden zodat zij op regio- en groepsniveau kunnen ondersteunen bij het implementeren van Scouting Academy. Dit team HOI heeft nu meer dan twintig bezoeken afgelegd en heeft meer dan een derde van alle regioteams telefonisch benaderd. Het doel is voor het eind van 2011 alle regio s benaderd en/of gesproken te hebben om de ondersteuningsvraag helder te krijgen met betrekking tot Scouting Academy. Dit zodat zij als team de juiste prioriteiten kunnen stellen in hun ondersteuning aan de regio s. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 62

64 3. Cijfers en resultaten Cijfers tot nu toe met betrekking tot het kunnen opleiden van gekwalificeerd DLG: Wenselijk aantal Huidig aantal* Verschil Praktijkbegeleiders in groepen Praktijkcoaches in regio s * cijfers komen uit Scouts Online Enkele behaalde resultaten in het eerste half jaar zijn: Ontwerpen en beschikbaar stellen van kwalificatietekens. Organiseren van overstaptrainingen en opleidingen voor praktijkcoaches. Opstarten van een nieuwe groep in het Programma Scouting Talent. Opzetten van een team HOI om regio s te ondersteunen bij het implementeren van Scouting Academy op regio- en groepsniveau. Beschikbaar stellen van eerste versie van twaalf modules voor kwalificaties DLG. Opstart van internationaal project Recognition voor de WOSM, WAGGGS en Youth in Action. 4. Verbinding tussen kwalificatiekaart en competentieroos Binnen Scouting weet je ongeveer wat je kunt verwachten van iemand die zes jaar leidinggevende bij de scouts is. Buiten Scouting is het vaak moeilijk uit te leggen wat zo iemand gemiddeld kan op het gebied van leidinggeven, regelen, improviseren, stressbestendig zijn, omgaan met kritiek en het creëren van een échte Scoutingsfeer op zomerkamp. Op de kwalificatiekaart wordt daarom gesproken in echte Scoutingtaal, die iedereen binnen de vereniging begrijpt; we hebben het dan over de functiegebonden competenties. Helaas is dat dus een taal die mensen buiten Scouting soms niet begrijpen. Daarom hebben we ook een systeem (competentieroos) in een taal die ook mensen van buiten Scouting begrijpen; dit systeem bestaat uit persoonsgebonden competenties. Met dit systeem kun je buiten Scouting aantoonbaar maken wat je binnen Scouting hebt geleerd! Iedere gekwalificeerd leidinggevende bij de scouts heeft (in de praktijk) aangetoond dat hij voldoet aan de functiegebonden competenties. Bij die kwalificatie past in principe de vertaling naar een bepaald persoonlijk competentieprofiel. Aan de hand daarvan kan een gekwalificeerd leidinggevende zichzelf uitdagen om te kijken waar hij nu al hoger scoort of waar hij zich verder wil ontwikkelen. De praktijkbegeleider in de groep zal hem daarbij ook helpen. Competentieroos behorend bij niveau basis en gekwalificeerd leidinggevende scouts Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 63

65 De volgende kwalificatiekaarten met functiegebonden competenties zijn inmiddels beschikbaar: Leidinggevende bevers, welpen, scouts. Teamleider bevers, welpen, scouts. Begeleider explorers, roverscouts. Praktijkcoach. Praktijkbegeleider. Talentontwikkelaar 1 - Instructeur. Talentontwikkelaar 2 - Competentietrainer. Talentontwikkelaar 3 - Subgroepbegeleider Gilwell. Talentontwikkelaar 4 - Teamleider Gilwell. Agendapunt 7 Voortgangsrapportage speerpunten programma s 64

66 Agendapunt 8 Activiteitenplannen 2012 Inhoudsopgave 1. Programma Groepsontwikkeling Programma Spel Programma Scouting Academy HRM Communicatie Projectenbureau Landelijk servicecentrum 77 Agendapunt 8 Activiteitenplannen

67 1. Programma Groepsontwikkeling Doelstellingen Groepsontwikkeling De realisatie van het programma Groepsontwikkeling, conform programma opdracht. Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Leden van groepsbesturen en leidinggevenden op groepsniveau. Follow-up van 70 groepen die in 2011 gestart zijn met het programma Groepsontwikkeling. Start van 150 groepen met programma Groepsontwikkeling in Selectie van groepen die in tweede helft van 2012 en eerste helft van 2013 in aanmerking komen voor deelname aan het programma Groepsontwikkeling. Werving en begeleiding van senior- en regiocoaches, aantal is afhankelijk van voortgang en resultaten, maar blijft binnen taakstelling. Ontwikkelen ondersteuning en praktische materialen voor groepen om succesvol met de werving van jeugd- en kaderleden aan het werk te gaan. (eerste helft van 2012) een analyse op het gebruik, waardering en effecten van de light-scan bij de groepen die deze aangevraagd hebben. Landelijke evaluatiebijeenkomst in maart 2012 voor de 50 groepen die in het najaar 2011 gestart zijn. Ontwikkelen van productcatalogus voor de ondersteuning van groepen en hun besturen vanuit programma Groepsontwikkeling in samenwerking met andere organisatie onderdelen. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

68 2. Programma Spel Doelstellingen Spel Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten Organisatie/beheer programma. Een functionerende programmagroep met voldoende vrijwilligers om het activiteitenplan uit te kunnen voeren. a. De ontwikkeling en implementatie van de vernieuwde spelvisie en -methode en de daarbij behorende hulpmiddelen, conform de afspraken die hierover in de LR van zijn gemaakt. Jeugdleden, leidinggevenden, praktijkbegeleiders en groepsbegeleiders op groepsniveau. Trainers, praktijkcoaches, programmamedewerkers en communicatiemedewerkers op regioniveau. 2. Ontwikkeling nieuw materiaal. 3. Implementatie. De nieuwe spelmiddelen zijn voor alle leeftijdsgroepen gerealiseerd. Voor elke leeftijdsgroep zijn de evt. bijbehorende methodische hulpmiddelen, zoals een insignepakket, gerealiseerd. Er worden planmatig communicatieve (en andere) activiteiten uitgevoerd t.b.v. de implementatie van de vernieuwde spelvisie en -methode en bijbehorende hulpmiddelen. b. Het bieden van reguliere spelinhoudelijke ondersteuning, zoals vastgelegd in art. 57 van het huishoudelijk reglement. Leidinggevenden, praktijkbegeleiders en groepsbegeleiders op groepsniveau. Trainers, praktijkcoaches en programmamedewerkers op regioniveau. Programmamedewerkers op landelijk niveau. 4. Regulier spelinhoudelijke ondersteuning Regiospel bevers voor Regiospel welpen voor Landelijk speltakoverleg voor regionale programmamedewerkers en medewerkers binnen de programmagroep Spel. Het beantwoorden van klantvragen op het gebied van Spel. Het plaatsen van informatie over Spel op de website. Het bieden van speltips via Scouting Magazines en website. Het bewaken van de juiste toepassing van de vernieuwde spelvisie en -methode bij landelijke ledenactiviteiten. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

69 Doelstellingen Spel c. Het volgen van ontwikkelingen en trends binnen de vereniging en maatschappij die voor het programma Spel relevant zijn en deze vervolgens vertalen naar beleidsaanbevelingen en projectvoorstellen. Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Landelijk bestuur en het landelijk managementteam. 5. Monitoring van het gebruik van de spelmethode. 6. Het onderhouden van contacten. (Deze activiteit wordt uitgesteld tot na 2012.) Alle bestaande contacten worden onderhouden. d. Het waar nodig en mogelijk leveren van een bijdrage aan de realisatie van meerjarenbeleidsdoelen en reguliere ondersteuningstaken door de andere organisatieonderdelen van het landelijk niveau. Medewerkers landelijke organisatie. 7. Aanvullende ontwikkeling spel op basis van gesignaleerde trends. (Deze activiteit wordt uitgesteld tot na 2012.) Agendapunt 8 Activiteitenplannen

70 3. Programma Scouting Academy Doelstellingen Scouting Academy Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten Programmaorganisatie. Een goed functionerende landelijke Scouting Academy programmagroep met voldoende vrijwilligers. Deelnemen in Europees project Recognition. a. De ontwikkeling en implementatie van Scouting Academy. Leidinggevenden en alle andere vrijwilligers, omdat zij allemaal beoogd worden deel te nemen aan de activiteiten van Scouting Academy om hun deskundigheidsontwikkeling vorm te geven. Specifiek regio s voor wat betreft de Harmonisatie, Ondersteuning en Implementatie. 2. Ontwikkeling. Functieprofielen en kwalificatiekaarten voor de DLG vrijwilligersfuncties. Teamprofielen voor leidinggevenden van elke leeftijdsgroep. Het ontwikkelen van een kwalificatieleidraad voor het vaststellen van competenties. Het doorontwikkelen van trainingsmodules voor DLG. Ontwikkelen van kamp- en bivakmodules en modules voor teamleiders. Opstart van het ontwikkelen van trainingsmodules voor NDLG. 3. Procedures en registratie. Een passend registratiesysteem voor het invoeren van competenties en kwalificaties (met voorkeur in SOL). Onderzoek naar een tool voor een eenvoudige(r) inschaling van de persoonsgebonden competenties. 4. Harmonisatie, Ondersteuning en Implementatie. Regio's worden ondersteund in het uitdragen en implementeren van de Scouting Academy in regio en groep. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

71 Doelstellingen Scouting Academy Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten Landelijke opleidingscapaciteit. Bieden van overstaptrainingen van bevoegdheden naar kwalificaties. Bieden van overstaptrainingen voor trainers. b. Het bieden van reguliere ondersteuning op het gebied van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers binnen Scouting Nederland. Praktijk- en groepsbegeleiders, praktijkcoaches, trainers en opleiders. Bestuurders op alle niveaus. Specifiek leidinggevenden en alle andere vrijwilligers voor wat betreft Gilwell, Scoutiviteit en het Programma Scouting Talent. 6. Landelijke opleidingscapaciteit. 7. Informatie en communicatie. Trainingen en kwalificatietrajecten voor opleiders, trainers, praktijkcoaches. Hierdoor ontstaat er voldoende mogelijkheid praktijkbegeleiders op te leiden en verder te ontwikkelen. Realiseren van diverse Gilwellcursussen, Scoutiviteit en het Programma Scouting Talent. Beantwoorden klantvragen op het gebied van Scouting Academy en het bieden van informatie over deskundigheidsbevordering Scouting Magazines en website. Organiseren Landelijk Overleg Scouting Academy. 8. Harmonisatie, Ondersteuning en Implementatie. Advies en ondersteuning van regio's bij het organiseren van trainingen voor training praktijkbegeleiders. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

72 4. HRM Doelstellingen HRM Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten Organisatie/beheer. Een functionerend landelijk HRM-team met voldoende vrijwilligers om het activiteitenplan uit te kunnen voeren. a. De realisatie en verdere implementatie van het vrijwilligersbeleid op landelijk niveau. Projectleiders en medewerkers van landelijke teams. 2. Ontwikkelen en implementeren vrijwilligersbeleid. Het verder ontwikkelen en implementeren van het vrijwilligersbeleid, waarin aandacht voor het werven en behoud van vrijwilligers, man-vrouw verdeling in teams, Arbo en zorg voor vrijwilligers. Het verder ontwikkelen en implementeren van een digitaal HRM-systeem ter ondersteuning van de uitvoering van het vrijwilligersbeleid op landelijk niveau. b. De implementatie van het vrijwilligersbeleid op groeps- en regioniveau. Regiovoorzitters, groepsvoorzitters en groepsbegeleiders. 3. Het faciliteren van kwalitatief goede bemensing. Het ontwikkelen van een toolpakket voor de implementatie van het vrijwilligersbeleid op groeps- en regioniveau. c. Het bieden van reguliere ondersteuning op het gebied van HRM aan groepen, regio's en organisatieonderdelen van het landelijk niveau. HRM-medewerkers op landelijk, regionaal en groepsniveau Het voeren van intakegesprekken met kandidaat vrijwilligers voor projecten en teams op landelijk niveau op OT-niveau. Het geven van advies aan bestuur, programmamanagers, projectleiders en voorzitters van landelijke teams, over de toepassing van het vrijwilligersbeleid en de selectie en aanstelling van vrijwilligers. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

73 Doelstellingen HRM Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Het plaatsen en bijhouden van vacatures voor functies op landelijk niveau en informatie over vrijwilligersbeleid op de website. Het informeren van HRM-medewerkers op landelijk, regionaal en groepsniveau over vacatures en vrijwilligersbeleid en Scouting Magazines. Het oprichten van een helpdesk voor het beantwoorden van klantvragen over HRM en vrijwilligersbeleid. Het selecteren van deelnemers voor internationale seminars en congressen in overleg met IC s. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

74 5. Communicatie Doelstellingen Communicatie a. Het ontwikkelen en uitvoeren van communicatiebeleid, gericht op het - intern én extern - vergroten van de inhoudelijke naamsbekendheid van Scouting. Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Totale vereniging. 1. Versterken van de positionering. Extra free publicity gegenereerd in landelijke pers, o.a. met.project mediascouts. Positionering versterkt via de LLA s, de in- en externe communicatiekanalen, ScoutTV en tools voor contactpersonen communicatie. 2. Versterken van inhoudelijke naambekendheid gebaseerd thematiek 2012: Jeugd en leren. Thematiek is geïntegreerd in interne media (Scouting Mijn Scouting) én externe kanalen (nieuwsbrief website, extra publiciteit in vakbladen). Thematiek is opgenomen in landelijke ledenactiviteiten en ondersteunt werving van kaderleden. Hulpmiddelen zijn uitgerold in de vereniging. 3. Doorontwikkelen social mediastrategie. 4. Calamiteitencommunicatie. Social media strategie, inclusief webcarebeleid, is ontwikkeld en activiteiten zijn uitgerold. Preventieve adviezen zijn geformuleerd en uitgerold naar groepen, woordvoering bij calamiteiten is verzorgd. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

75 Doelstellingen Communicatie b. Het ontwikkelen en uitvoeren van een gerichte interne communicatiestrategie, ter stimulering van de gewenste kwalitatieve veranderingen in de vereniging (ondersteuning invoer programma s). Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten Advies en ondersteuning Groepsontwikkeling. Groepen weten wat speelt in GO scout, magazines, etc. Ontwikkeling en implementatie van tools. Redactie en vormgeving productencatalogus voor groepen. Best practices groepen op vijf succesfactoren zijn zichtbaar gemaakt. Interactief platform voor coaches is opgestart. c. Het onderhouden van diverse communicatiemiddelen/-diensten om effectieve communicatie te handhaven en door te ontwikkelen. 6. Advies en ondersteuning Spel.. 7. Advies en ondersteuning Scouting Academy 8. Onderhouden en doorontwikkelen van de diverse bestaande communicatiemiddelen en diensten. Groepen geïnformeerd over spel en regiospelen Scouting Magazines, e.d. (Beeld)redactie gidsen is verzorgd. Communicatieve hulpmiddelen thematiek Jeugd en leren zijn ontwikkeld, film over doorlopende leerlijn. Een website voor explorers, website en medium voor roverscouts. Redactie en vormgeving van modules zijn verzorgd. Communicatieplan opgesteld. Kwalificatiekaarten zijn doorontwikkeld. Inhoudelijke ondersteuning van SAmodules over communicatie. Onderhoud communicatiesystemen (websites, social media, nieuwsbrieven) Heroverweging aanpak Scoutingbladen. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

76 Doelstellingen Communicatie Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Optimaliseren webgebruik voor leden (Open-ID-login (Single sign-on) is ingesteld, web-effectivity-evaluatie is uitgevoerd). Nieuwsbriefapplicatie voor groepen is ingevoerd. Beeldbank en intranet LSC zijn doorontwikkeld. d. Het geven van communicatieadvies aan groepen, regio's en organisatieonderdelen van het landelijk niveau. e. Het volgen van ontwikkelingen en trends binnen de vereniging en maatschappij die voor de inen externe communicatie relevant zijn en deze zo nodig vertalen naar aanbevelingen. 9. Geven van communicatieadvies. Groepen/regio/teams kregen advies en antwoord op hun vragen over alle communicatieaspecten. Huisstijlbewaking en misbruik ervan tegengegaan. Indien relevant zijn de ontwikkeling vertaald naar aanbevelingen richting programmagroepen, directie, bestuur en vereniging. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

77 6. Projectenbureau Doelstellingen Projectenbureau a. Het realiseren van landelijke ledenactiviteiten. Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Deelnemers aan en projectteams van landelijke ledenactiviteiten. 1. Landelijke ledenactiviteiten. Nationale Jamboree HIT LSW JOTA-JOTI LSZW Roverway Opstarten Scout-In13. Opstarten NAWAKA b. Het realiseren van projecten vanuit de landelijke organisatie die aan het projectenbureau zijn gedelegeerd. Programmanagers en teamvoorzitters van het landelijk niveau en de doelgroepen op wie de projecten zijn gericht. 2. Projecten. Deze projecten zijn benoemd in de activiteitenplannen van de andere onderdelen/programmagroepen. c. Het bieden van reguliere ondersteuning aan landelijke teams. Landelijk bestuur, programmamanagers en de projectleiders van de diverse landelijke projecten. 3. Kwaliteitsontwikkeling en -bewaking van projecten. Het ontwikkelen en van een kwaliteitsgerichte projectmanagement methode (PMT). Alle landelijke projectgroepen passen eind 2012 deze methode toe. Het bijhouden van een actueel overzicht van de status van de projecten. Het geven van advies aan projectleiders en projectteams op het gebied van projectmatig werken. Het adviseren over het aanstellen van projectleiders. Het vergroten van het netwerk financieel specialisten t.b.v. het opstellen van begrotingen en gezond financieel beheer van grote projecten en LLA s. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

78 7. Landelijk servicecentrum (LSC) Doelstellingen LSC a. Het bieden van de 'reguliere ondersteuning' (activiteiten, diensten en producten) vanuit het LSC. Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Regio's en steunpunten. 1. Landelijke (overleg) bijeenkomsten. Organiseren Forumdag 14 januari Organiseren landelijke raad op 16 juni en 15 december Organiseren van twee landelijke bijeenkomsten voor regiovoorzitters (waarvan één op de Forumdag). Organiseren overleg met steunpuntdirecteuren. Alle leden. 2. Opbouwwerk regio's. 3. Waarderingstekens. 4. Scouts Online en andere ICT-toepassingen. 5. Fondsenwerving/ sponsoring. 6. ScoutShop (webwinkel, ScoutShop-vestigingen en mobiele ScoutShop). Regiosupport d.m.v. advies en ondersteuning in opbouwen van regio(bestuur). Minimaal één maal per jaar een bezoek aan alle regio's. Beoordelen aanvragen en coördineren uitreikingen van gouden waarderingstekens door landelijk bestuur. Nieuwe toepassingen voor groepsontwikkeling en Scouting Academy realiseren in Binnenhalen van fondsgelden en sponsoren. Bijdrage aan de vereniging leveren door, conform de begroting, leuke en uitdagende artikelen te voeren. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

79 Doelstellingen LSC Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten Juridische zaken. Juridisch advies aan groepen en regio's in voorkomende gevallen. Advies geven aangaande het huishoudelijk reglement. Realiseren dat eind % van de groepen een vereniging is. 8. Verzekeringen. 9. Conflicten en geschillen. 10. Opvang bij calamiteiten Het up-to-date houden van verzekeringen die leden voor het deelnemen aan Scoutingactiviteiten kunnen afsluiten. Het ondersteunen en in stand houden van het team conflictbemiddeling om in voorkomende gevallen te bemiddelen bij conflicten binnen en tussen groepen en/of regio's, en/of het organiseren van deze bemiddeling. Het ondersteunen van de geschillencommissie om in voorkomende gevallen uitspraken te doen over aangemelde geschillen, op basis van de in het huishoudelijk reglement opgenomen procedure. Het ondersteunen en in stand houden van het landelijke opvangteam om in voorkomende gevallen slachtoffers van en betrokkenen bij activiteiten te begeleiden. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

80 Doelstellingen LSC Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten 2012 Het met raad en daad ondersteunen door het opvangteam van regio- en groepsbesturen die met een calamiteit worden geconfronteerd. b. Ondersteuning landelijke teams en programmagroepen. LLA s, programmagroepen, HRM, communicatie. 11. Uitvoering MJB. Het bewaken van de realisatie en afstemming van activiteitenplannen en voortgangsrapportages. Het vervullen van het vicevoorzitterschap van het projectenbureau. c. Het beheer van het vastgoed van de vereniging (LSC en overige terreinen en gebouwen). Beheersteams, accommodatieconsulenten en andere betrokken vrijwilligers. 12. Accommodatieconsulenten. 13. Ontwikkeling Landgoed Scouting. Ondersteunen en uitbreiden van het team met min. zes nieuwe consulenten. Terrein in Zeewolde verder realiseren. 14. Rentmeesterschap kampeerterreinen. Waarborgen continuïteit in beheer, onderhoud, ontwikkeling en exploïtatie van kampeerterreinen. d. Ondersteuning landelijk bestuur, landelijke raad en landelijk managementteam (LMT) Landelijk bestuur Leden landelijke raad Leden LMT 15. Beleidsondersteuning Agendavoorbereiding en organiseren bijeenkomsten, gereed maken van de vergaderstukken voor landelijk bestuur en LMT. Het vervullen van het ambtelijk voorzitterschap van het LMT. Het voeren van het secretariaat voor de landelijke raad, incl. opmaak en verzending van stukken. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

81 Doelstellingen LSC Doelgroep Resultaatgebieden Beoogde resultaten e. Belangenbehartiging. Totale vereniging. 16. Externe contacten. Externe contacten en persvoorlichting, waarbij o.a. de Scouting Academy extern wordt gepromoot. Invloed uitoefenen op algemeen jeugdbeleid en vrijwilligerswerk. Samenwerking met andere organisaties. Agendapunt 8 Activiteitenplannen

82 Agendapunt 9a Begroting 2012 Begroting 2012 Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) Baten Contributie opbrengst ScoutShop Advertenties Opbrengst rente en vermogen Bijdragen Scouting Nederland Fonds Bijdragen SNF ( regio's en groepen) voor groepsontwikkeling Bijdragen derden Inkomsten verenigingsterreinen Inkomsten landelijke ledenactiviteiten Indirecte kostendekking t.l.v. projecten Vrijval Voorziening ScoutShop mobiel Vrijval Voorraad voorzieningen ScoutShop Diverse baten Totaal van de baten Lasten Personeelskosten Afschrijving/dotatie voorzieningen Afschrijving St. Walrick nieuwbouw Kosten Verenigingsterreinen Kosten accommodatie Apparaatskosten Diverse lasten Uitgaven verenigingsterreinen Uitgaven landelijke ledenactiviteiten Kosten Scouting Magazine en Scoutcard Incidentele lasten Totaal van de lasten Agendapunt 9a Begroting

83 Tussen saldo voor bestemming Bestemmingreserve activiteiten/terrein Bestemmingsreserve Ada's Hoeve nieuwbouw Bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten Bestemmingsreserve Scoutshop mobiel Bestemmingsreserve St. Walrick nieuwbouw Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen Bestemmingsreserve Vooraadrisico's Scoutshop Exploitatieresultaat Exploitatie programma Groepsontwikkeling Exploitatie regulier Exploitatieresultaat Financiering Lening SNF (Groepsontwikkeling) Lening SNF (reguliere exploitatie) Contributie Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) Gemiddeld aantal juniorleden Gemiddeld aantal kaderleden Aantal leden Contributie per lid (in euro) 23,00 20,25 20,25 20,00 Contributieopbrengst Betalingskorting op contributie Totaal Agendapunt 9a Begroting

84 Personeelskosten Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) Directie, OR en stafafdeling Support en Advies Communicatie Service en Beheer Overige personeelskosten Overige personeelskosten coaches Coaches Secretariaat ICT Extra formatie op 5 succesfactoren Afschrijving/dotatie voorzieningen Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) Afschrijvingen Landelijk servicecentrum Afschrijvingen automatisering Dotatie fonds onderhoud Kosten accommodatie Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) Onderhouds- en schoonmaakkosten Energiekosten Belastingen en heffingen Overige kosten accommodatie Doorberekend aan ScoutShop Kosten bladenpakket Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) (Externe) kosten Scouting Magazine Scoutcard Agendapunt 9a Begroting

85 Apparaatskosten Begroting Begroting Prognose Werkelijk (in duizenden euro's) Verzekeringen Bureau opleidingen/cursussen Kantoorbehoeften Drukwerk- en reproduktiekosten Telefoon, porti en vracht Documentatie en abonnementen (Reis)kosten teams, cie.'s en vrijwilligers Verg.- en representatie Bestuur, Land.raad Reis- en verblijfskosten Wervings- en selectiekosten Advieskosten Bijdragen aan org. int. contributies Kosten accountant Kosten ict Overige apparaatskosten Project Bijdrage werkplekkosten Groepsontwikkeling Werkplekkosten Groepsontwikkeling Extra werkbudget groepsontwikkeling Agendapunt 9a Begroting

86 Agendapunt 9b Toelichting op de prognose 2011 en begroting 2012 Inleiding Bijgaand treft u de begroting 2012 aan waarbij rekening wordt gehouden met de uitvoering van groepsontwikkeling, zoals in 2010 voorgesteld. Verder is de prognose voor 2011 opgenomen, waar eveneens een toelichting op wordt gegeven. Het blijft een prognose. In de afrekening juni 2012 komen de werkelijk gerealiseerde cijfers aan bod. Prognose 2011 Het te verwachten resultaat voor 2011 wordt negatief beïnvloed door de volgende ontwikkelingen: In de eerste plaats blijft het ledenaantal in 2011 achter bij de prognose, met een lagere contributieopbrengst als gevolg. Nieuwe bijdragen die aan 2011 kunnen worden toegerekend, ontbreken vooralsnog. Verder blijven de advertentie-inkomsten achter als gevolg van slechte economische marktomstandigheden. Ook de opbrengst vanuit de ScoutShop wordt lager door het afschrijven van de ontwikkelkosten van de nieuwe spelmaterialen. Hierbij wordt de marge op de verkoop van de verkochte boeken gebruikt om de ontwikkelkosten terug te verdienen. Daarnaast vallen de personeelskosten van de reguliere organisatie hoger uit als gevolg van tijdelijk hoger ziekteverzuim. Het te verwachten tekort in 2011 op de exploitatie wordt grotendeels weer teruggehaald door bezuinigingen in 2012 en Het programma Groepsontwikkeling ligt op schema. Groepen en regio s reageren zeer positief op het programma. Het belang van het programma wordt breed onderkend en het is goed te kunnen constateren dat er op grote schaal coöperatief wordt samengewerkt. Voor verdere informatie verwijzen wij naar de elders in de stukken bijgevoegde inhoudelijke rapportage over het project. De formatie voor het programma Groepsontwikkeling is in zoals door de landelijke raad goedgekeurd in op projectbasis uitgebreid (en groeit in 2012 naar verwachting door naar 7 fte). Hiernaast is verder een beroepskracht (0,9 fte) vanuit de bestaande formatie volledig vrijgemaakt met als rol (plaatsvervangend) programmamanager Groepsontwikkeling. De kosten van deze inzet zijn opgenomen onder de post Personeelskosten, Support en Advies en worden niet expliciet toegerekend aan Groepsontwikkeling. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de personeelskosten van het project Groepsontwikkeling en de daarmee samenhangende kosten van de werkplekken Personeelskosten Werkplek Totaal Coaches Secretariaat ICT Extra formatie op 5 succesfactoren De kosten voor Groepsontwikkeling zitten voor 2011 ruim binnen de begroting, voornamelijk omdat met de inzet van de coaches gestart werd op 1 september De niet sluitende exploitatie op dit onderdeel was voorzien doordat de verhoging van de contributie over een tweetal jaren zou worden uitgespreid. De kosten lopen hierin voor op de baten. Ter financiering hiervan zijn middelen vanuit het Scouting Nederland Fonds beschikbaar gesteld. Een deel in de vorm van een geoormerkte bijdrage en een deel in de vorm van een lening, die zal worden terugbetaald door de contributieverhogingen ten bate van programma Groepsontwikkeling vanaf Agendapunt 9b Advies financiële commissie begroting

87 Prognose Bijdragen SNF ( regio's en groepen) voor groepsontwikkeling Personeelskosten inclusief werkplekkosten (Apparaatskosten) Extra werkbudget groepsontwikkeling Exploitatie Groepsontwikkeling/Lening SNF Begroting 2012 Naar verwachting zal het ledenaantal verder dalen en voor 2012 uitkomen op Met name het aantal jeugdleden vertoont een neerwaartse tendens. Hierdoor wordt het resultaat in ieder geval in 2012 ook in negatieve zin beïnvloed. Rekening houdend met de noodzakelijke afschrijvingen voor de ontwikkelkosten van de spelmaterialen zal het resultaat van de ScoutShop zich naar verwachting stabiliseren. Dankzij de doorgevoerde extra contributieverhoging en de bijdrage vanuit het Scouting Nederland Fonds blijft uitvoering van het programma Groepsontwikkeling mogelijk. Opgemerkt moet worden dat een verdere daling van het ledenaantal betekent dat de contributie inkomsten verder verlagen en het dientengevolge langer zal duren voordat de van het Scouting Nederland Fonds geleende gelden volledig zullen kunnen worden terugbetaald. Het verwerven van bijdragen van derden heeft daarom hoge prioriteit. Voor de realisatie van de vernieuwingen op het gebied van Spel en Scouting Academy wordt voor de laatste maal in 2012 nog een deel van de projectgelden 2010 beschikbaar gesteld. De begroting 2010 liep immers van 2007 tot en met Deze kosten worden volledig door het Scouting Nederland Fonds gedragen. De ontwikkeling van alle kosten wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Bij de personeelskosten van de reguliere organisatie wordt de formatie beperkt. Aan de kostenkant zijn waar mogelijk besparingen en versoberingen doorgevoerd om de kostenoverschrijdingen in de tweede helft van 2011 te compenseren. Zo wordt in 2012 de Scoutcard niet meer verstrekt, maar ontvangen leden een bevestigingsbrief met hun lidmaatschapsgegevens. De kosten van de Scouting Magazines worden met 10% teruggebracht. Ook op accommodaties zal bezuinigd worden. Begroting Begroting Prognose Directie, OR en stafafdeling Support en Advies Service en Beheer Overige kosten accommodatie (Externe) kosten Scouting Magazine Scoutcard Telefoon, porti en vracht Verg.- en representatie bestuur, land.raad Voor de reguliere exploitatie wordt uitgegaan van een positief resultaat, dat voor tweederde het tekort dekt van Agendapunt 9b Advies financiële commissie begroting

88 Onderstaand overzicht betreft de kosten van het project Groepsontwikkeling in 2012: 2012 Personeelskosten Werkplek Totaal Overige personeelskosten coaches Coaches Secretariaat ICT Extra formatie op 5 succesfactoren De verhoging van de contributie met 2,50 in 2012 laat de volgende te verwachten exploitatie zien: Verantwoording Groepsontwikkeling 2012 Begroting Contributieverhoging 2, Bijdragen SNF (regio's en groepen) voor groepsontwikkeling Personeelskosten inclusief werkplekkosten (Apparaatskosten) Extra werkbudget groepsontwikkeling Exploitatie Groepsontwikkeling/Lening SNF Verdere toelichting is gelijk aan de toelichting bij de kosten Groepsontwikkeling Het landelijk bestuur vraagt aan de landelijke raad de begroting 2012 goed te keuren. Agendapunt 9b Advies financiële commissie begroting

89 Agendapunt 9c Advies financiële commissie begroting 2012 Begroting 2012 Bij de beoordeling van de begroting vallen twee zaken op die bepalend zijn. Ten eerste is dat de daling in het ledenaantal en ten tweede de start van het programma Groepsontwikkeling. Dat het ledenaantal daalt is een trend die al langere tijd zichtbaar is en waarvoor het programma Groepsontwikkeling is opgezet. De prognose over 2011 laat in de contributieopbrengst al een flink verschil zien met de begroting. Het is duidelijk dat de dalende trend in het ledenaantal de vereniging dwingt om enkele bezuinigingen door te voeren. Het aantal kaderleden neemt overigens niet af, o.a. door de groei van de plusscouts. Voor het programma Groepsontwikkeling is extra geld beschikbaar door een verhoging van de contributie en een bijdrage uit het SNF. Het programma Groepsontwikkeling legt echter een groot beslag op de mensen en middelen van de vereniging maar er is geprobeerd zo goed mogelijk een scheiding te maken om de kosten toe te rekenen aan groepsontwikkeling. Wel is duidelijk dat de kosten die voor het project in 2011 zijn begroot iets lager uitvallen dan waar aanvankelijk van was uitgegaan. Dat komt omdat pas in september gestart is met het programma. De contributie stijgt met de inflatiecorrectie van 1,2% en daarbovenop de afgesproken 2,50 voor De lagere ledenaantallen en daarmee de lagere contributieopbrengst dan begroot, worden goedgemaakt doordat er bezuinigd wordt op verschillende kostenposten en kosten worden doorberekend aan groepsontwikkeling. Het verschil op de totale begroting wordt bijgepast door een lening van het SNF. Er is met een stabiel ledenaantal begroot om de lening terug te kunnen betalen maar dan moet de dalende trend op zijn minst afgevlakt worden maar het liefst omgebogen worden in een stijgende lijn. Om het huidige voorzieningenniveau op peil te houden, zal dat ook nodig zijn. Tijdens de vergadering zijn er nog verschillende alternatieven besproken waar we wat kunnen doen aan kosten of opbrengsten. Onder andere de toerekening van kosten aan de landelijke ledenactiviteiten is besproken. De landelijke raad heeft besloten om met het programma Groepsontwikkeling te starten. Dit legt een groot beslag op de mensen en middelen in de vereniging. Naar onze mening is dat op reële wijze verwerkt in de begroting voor Andere posten in de begroting laten verder geen verrassingen zien. De financiële commissie adviseert dan ook om de begroting goed te keuren. De financiële commissie Norbert de Wit, Jacob van Ee, Anne-Jan Telgen Agendapunt 9c Advies financiële commissie prijsstelling badges 88

90 Agendapunt 9d Advies financiële commissie prijsstelling badges Prijsstelling badges Daarnaast heeft de LR nog aan de financiële commissie gevraagd om naar de prijzen van de badges te kijken. De ScoutShop is de winkel van onze Scoutingorganisatie en heeft als heeft als doel de leverancier te zijn van specifieke Scoutingartikelen en tevens om financiële middelen te genereren ten bate van de vereniging. In beide doelen slaagt de ScoutShop op dit moment goed mede doordat zij kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. Deze strategische keuze wordt doorgevoerd op alle artikelen die de ScoutShop voert. Ook voor de insignes en badges die de ScoutShop verkoopt, geldt dit. Naar onze mening is de prijskwaliteitverhouding goed te noemen. Voor de komende begroting van 2012 gaan we ervan uit dat de ScoutShop bijdraagt aan de inkomsten van de vereniging. Daarmee kan er elk jaar een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de financiën van de vereniging van ongeveer 3,- per lid. Zonder deze bijdrage van de ScoutShop zou dit bij de contributie op moeten komen. De verkoop van de badges en insignes levert een belangrijke bijdrage aan de brutomarge van de ScoutShop. De badges nemen hiervan ongeveer een kwart voor hun rekening. Een verlaging van verkoopprijs van de badges heeft tot gevolg dat de inkomsten van ScoutShop afnemen en daarmee ook de afdracht aan de vereniging. Als financiële commissie hebben we ook gekeken naar de verkoopprijzen van de badges en insignes, in de navolgende tabel staat de prijzen van een drietal groepen weergegeven. Verkoopprijs badges in 2011(inclusief BTW) Verkoopprijs in het jaar 2002 Stijging prijs van 2020 naar 2011 Totaal stijging in % 1,90 1,80 0,10 5,56 % 0,69 % 1,80 1,70 0,10 5,88 % 0,74 % 1,60 1,59 0,10 6,67 % 0,83 % Gemiddelde stijging in % per jaar Uit ons onderzoek is gebleken dat de verkopenprijzen van de badges ten opzichte van 2002 met ca. 6% zijn gestegen, dat is 0,75 % per jaar (het totaal van het inflatiepercentage over deze periode was 18%). De financiële commissie adviseert om de prijsstelling bij de ScoutShop te laten en het huidige beleid te handhaven om kwaliteit te leveren tegen een redelijke prijs. De financiële commissie Norbert de Wit, Jacob van Ee, Anne-Jan Telgen Agendapunt 9d Advies financiële commissie prijsstelling badges 89